BP. 8?.
tSe Jaargang.
Vrijdag 25 September 1903.
rSTi;
BUITENLAND.
FEUILLETON.
,,'t Was maar 'n fiedel
SFOORT
ABONNEM ENTSPRI Ja
Par 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant versohijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiëu, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJ8 DER ADVERTENTIE
Van 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedriff bestaan voordeelige bepalingen tot
hot herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circniaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan degenon die tegen 1
October a. s. op dit blad intee-
kenen worden de nummers die
in deze maand verschijnen, kos
teloos toegozo: dan.
Politiek Overzicht
Frankrijk en Marokko.
Het beeft er eenigszins den schijn van ge
had, alsof het kanongebulder bij de beschitv
ting van Zenaga. in de oase Figig al de slui
merende hórdén in de woestijn in Zuidelijk
Algerië heeft wakker gemaakt, zoo menig
vuldig hebben zich in den laatsten tijd de
overvallen van Fransche couvooien door Ma
rokkaan sche roovera elkaar opgevolgd Me-
moreeren wij; een van de markantste feiten.
Het. is nu ongeveer drie weken geleden,
dat e* i horde Berbers van 4000 man den
sterk bezetten post van Taghit aanvieldrie
dagen liepen de Arabieren storm op storm,
niettegenstaande de twee kanonnen van het
fort ontzaglijke verwoestingen in hunne
rijen aanrichtten. Eerst dien 7eu dag trok
ken zijl, na een verlies van c.a.. 800 dooden,
af, dank zij; een hulpcolonne van 800 man in
fanterie, 200 man cavallerie en oen batterij.
Alles ademde op, toen men vernam dat
zij afgetrokken waren, doch men denke
zich de verbazing toen men vernam
dat de Bedouinenhorden thans den karava-
neuweg bezet hielden Luitenant-kolonel
Cussac ontving bevel dien weg te zuiveren.
Met ongevoer 1000 man en twee stukken go-
schut rukte hij uit, doch bij; zijn aankomst
waren de Bedouinen reeds weggetrokken.
Luitenant-kolonel Cussac berichtte hierop,
dat de weg vrij, wae en dat de proviandee-
ringscolonne (900 kamee-len) ongehinderd ha
ren weg naar het Zuiden kon vervolgen. On
der sterke bedekking (800 man en twee be
reden© compagnieën infanterie) stelde liet
convooi "■zich- m* beweging, terwijl luitenant
kolonel Cussac met zijn troepen aftwijgjde om
den Arabieren den terugtocht af te snijden.
Zes dagen lang zette het oonvooi zijn weg
ongehinderd voort, toen in de nabijheid van
M.ograr de commandant Duebemin onver
wacht het bericht ontving, dat de aohtertioe-
die door Arabieren aangevallen was en een
sterke afdeeling in de flank aanrukte. On
middellijk zond hij cavallerie en eene com
pagnie beredene infanterie Déze doorkruis
ten onder bevel van kapitein Morgès de
woestijn in alle richtingen, terwijl inmiddels
de hoofd troep haai* weg vervolgde. Dienten
gevolge bevond zich de afdeeling (300 man)
gescheiden van het gros, met een tusschen-
ruimte van c.a. 100 KM., toen zij onver
wacht van alle kanten Bedouinen zagen op
dagen. Ingesloten door zandheuvels, zag de
commandant van de afdeeling geen anderen
uitweg dan tot den aanval over te gaan, zoo
mogelijk om of de buitgemaakte waren te
heroveren, óf zich een weg door de dichte
rijen der Bedouinen te banen. Terwijl een
talrijke schaar den heuvelketen bezet hield,
beproefde een ruiterafdeeling dood en ver
derf in de ingieslotene troepen te brengen.
Met vertwijfeling weerden do Fransehen zich,
doch hunne tegenstanders waren te talrijk.
Voortdurend doken aan dén horizont nieuwe
ruiters op, steeds woedender werd de aanval.
Reeds had men van Fransche zijde bijina
alle munitie verbruikt, waren de kapitein en
twee officieren gesneuveld, bedekten 54 man
schappen de zandheuvels en hadden zij 36
uren den aanval dobrstaan, toen de Arabieren,
hoewel aan de wannende hand. met 80 ge
weren, een groot deel der goederen en do
kameel en in hun macht de plaats verlieten.
Waarom zij hun buit zoo lichtzinnig in den
steek lieten, weet men nog niet, doch een
feit. is, dat men nog iederon dag op eon of
ander levensteek en van den luitenant-kolo
nel wacht, die wellicht in een of ander dal
met zijme troepen door Bedouinen omsingeld!
is, en men zich angstig afvraagt, waar de rest
van de proviandeeringskolonne is gebleven
Men kan uit bovenstaand relaas, alsmede
uit nog eenige overvallen, die hebben plaats
gevonden, men denkei bv. aan die van BI
Moougfar, gevoegelijk afleiden, dat die Fran
sche kolonisten en handelslieden do toekomst
niet, bezorgdheid tegemoet zien velen hebben
dan ook reeds de streek verlaten, daar do
troepen blijkbaar niet in staat zijn de veilig
heid te handhaven. Zelfs op Beni Unif ver
wacht men iedetren dag een aanval, liet is
dus oen dure plicht vau de- Fransohe regee
ring, aan dien onhoudbaren toestand een
einde te maken. Dfe vraag is nu, hoe ziji dat
denkt te doen, doch daarin schuilt voor haar
juist de groote moeielijkheid.
De quaestie toch bepaalt zich niet tot Al
gerië alleen. Zij houdt ten nauwste verband
met den tegeniwoordigen toestand in Marok
ko, waarop de aanhef van dit overzicht
reeds wees. Daar komen de horden vandaan,
daar schuilt bijgevolg do wortel van het
kwaad en daar dient dus de Fransche regee
ring op heen te sturen Dit blijkt ook uit
het commentaar van den voormaligcn mi
nister van Buitenlandsohe Zaken Hauotamx,
die, de vroegere voorvallen in het Zuid
westen) van Algiers besprekende, zegt
De overval bij El Moengar laat geen twij
fel meer bestaan, dat de beschieting van
Zenagar in de oase Figig geen werking uit
geoefend heeft. Men moet dus nogmaals be
ginnen, zoowel in diplomatiek als in mili
tair opzioht. Gaan wij nog eenmaal de feiten
na. Volgens de geloofwaardige verslagen be
3tond de harka (rooverbende) vau Becihar,
die het bataljon van het vreemden-legioen
overviel, uit minstens 3000 man. Wien zal
men nu willen doen gelooven, dat een troep
van 3000 man in het verschrikkelijkste land
van do wereld, in haar onderhoud kan voor
zien, in een streek, die slechts een graniet
woestijn is, zonder dat,zij haar noodzakelijke
behoeften aan levensmiddelen, wapens, geld
en zelfs mansahappeu van elders betrekken?
Van waar zijn deze 3000 man gekomen Wie
zijn zij? Wat doen zij? Wat willen zij?
Dat het Berbers zijn, is gemakkelijk ge
zegd. Ieder, die de streek kent, schijnt het
totaal ongelooflijk toe, dat het onbewoon
bare gebergte tusscheu A in-Sefra en de Figig-
stammen. die 3000 a 4000 krijgers kunnen
leveren, tob hun verblijfplaats zou kunnen
die ten.
Dan merkt, H anot.au verder op Men
kan er zeker van zijn, dat achter de zaak
iets anders steekt. Zij is bepaald wel voor
bereid en uitgesponnen. In de zaak ligt me
thode. Wij hebben in een wespennest, gegre
pen en natuurlijk steken de wespen ons.
D'at zal zoo.lang het geval zijn, tot wij de
oogen openen, tot wij eindelijk het systeem
van kleine expedities opgeven, tot wij er
eindelijk toe overgaan, in den een, of anderen
zin energiek te handelen. De in haar gevol
gen nood lot, tigste politiek is de struisvogel
politiek, en d'at is diegene die wij in Z.-Alge-
rië toepassen. Eu dan spreekt men nog van
onzen invloed in de Sahara Do- heel© wereld
is van meening, dat wij snel, zeer doortas
tend moeten handelen. De toestand is niet
voor paradebetoogingeu geschikt
Men ziet., de heer Hauotauet laat t.usschen
de regels van zijn commentaar duidelijk ge
noeg doorvloeien, dat de Berbers, waarvan
in de Fransche berichten omtrent de over
vallen in Zuidelijk Algerië sprake is, niets
anders zijn dan Marokkaansch© roovers. Ook
blijkt- er uit, dat de geschiedenis van de
overvallen met opeet zoo gepasseerd i om
misschien de Framsehe regeering eene wel
kome gelegenheid te verschaffen, zich in den
verwarden boel vau Marokko te kunnen men
gen?
Dultschland.
In de geruchtmakende zaak van den
vaandrig 11 9 s n e r is thans het
eindvonnis gewezen.
Men kan zich herinneren, schrijft de Rhei-
nisch Westf. Ztg., dat Hüssener ,vaandrig-
ter-zee, op den avond voor Pasohen den een
jarigen soldaat Hartmann to Essen, die be
nch c-n ken was en niet goedschiks mee/wilde,
in een opwelling van toorn met zijn ponjaard
dood heeft gestoken. Hartmann stond goed
bekend1, Hüssener daarentegen als een opvlie
gende en onbekookte driftkop, die boven
dien erg prat was op zijn vaandrigpakje. Het
misdrijf wekte in heel de Rijnstreeken ook
verder in Duitschland, ontzaglijke veront
waardiging. Toen Hüssener uit Essen naar
Kiel werd vervoerd, moest men zelfs buiten
gewone maatregelen nemen, om hem teigien de
woede van liet, volk te beschermen.
Reeds den 24. April kwam het gebeurdè
in den Rijksdag ter sprake, en staatssecreta
ris Von Tirpitz gaf als zijne meening te
kennen dat Hüssener in allen gevalle tegen
de bepalingen gehandeld had. Hij las tege
lijkertijd getuigschriften voor van officie
ren, die. hem opgeleid hadden, welke stuk
ken vernietigend voor liet- karakter van den
beschuldigde waren. Ofschoon de zaak nog
niet behandeld was, was Hüssener reeds ver
oordeeld.
Den 26steu Mei diende het prooes voor de
eerste maal voor den marine-krijgsraad te
Kiel. Tegen Hüssener werd geëischt 6 jaar
tuchthuisstraf en uitstooting uit het
leger. De krijgsraad veroordeelde hem echter
maar tot 4 jaar gevangenisstraf en degra
datie, d'?.ar de rechters aannamen dat de be
schuldigde in de meening verkeerd had, dat
hij recht, had gehad, om van zij» wapen g&-
bruik te maken. Hoewel de openbare mee
ning liet vonnis te zacht vond, was zij iu
zoover voldaa.ii dat Hüssener voor zijm euvel
daad een onteerende straf kreeg, zijn offi
ciers-loopbaan afgebroken werd en bij tot ge
woon matroos word gedegradeerd
Eene algemeen© verontwaardiging maakte
zich ouder liet Duitsche volk merkbaar, toen
do beschuldigde, die iu hooger beroep was
gekomen, den 6deu Juli door het Ober-
kriegsg&rieht te Kiel, niettegenstaande ander
maal 6 jaren tuchthuisstraf tegen hem ge-
eischt» was, veroordeeld werd tot 2 jatren
v o s t. i n g s t r a f, „wegens mishandeling!
van een ondergeschikte, met doodelijken af
loop". Biji dit proces woei de wind uit een
heel anderen hoek dan bij het eerste. De in
structie werd als onvoldoende gekenschetst,
en er worden gunstiger verklaringen gedaan
over hef. karakter van den beklaagde. Boven
dien nam het Oberk riegsgericht, aan, dat
llartmann zich tegen Hüssener gekeerd en
hem geslagen had, zoodat Hüasencr zijn wa
pen tot verweer had getrokken. De veront
waardiging over dit vonnis bedaarde pas,
toen bekend werd dat het O. M. hooger be
roep had aangeteekend bij het rij.ks-militair-
gï rechtshof. Dit bof hief het vonnis op en
verwees de zaak opnieuw naar de vorigo in
stantie.
Dientengevolge kwam Woensdag uo zaak
andermaal voor hot Oberkriegsgericht te
Kiel voor. Dit bleek intusschen niet bekeerd
te zijn. Hüssener werd opnieuw veroordeeld
tot 2 jaren vestingstraf, mot aftrek
van 2 maanden voorloopige hechtenis. De
geil eel o beweging togen liet vonnis is om niet
geweest.
Genoemd blad schrijft over de uitspraak
„Het is diep te betreuren, dat het rechtsge
voel van het volk, niet alleen ouder de groot©
massa, maai" van het geheele volk niet in
begrip van de ontwikkelde burgerij zoo scherp
staat tegenover dat van militaire kringen,
E-«mizeer is het te betreuren, dat de mili
taire voorschiften een dergelijk vonnis mo
gelijk maken
De overtuiging en opvatting van dq rech
ters vloeien voort, uit meenlingen, die onder
de officieren beerschen, eu uit het recht om
van het. wapen gebruik te maken. Deze op
vattingen zij» niet in d n geest van onzen
tijd en dienen zoo spoedig mogelijk grondig
h- rzien te worden."
Frankrijk,
Volgens een bericht van de Patrie uit
Marseille besloot de Fransche regeering ten
gevolge van de gebeurtenissen in Macedonië
4UU0 man naar Kreta te zenden met materi
aal voor den campagne van 6 maanden een
escader der vloot is gereed om naar de Le
vant onder zeil te gaan.
Het internationale vredes-eougres te
Rouaan nam met, algemeene stemmen een
motie aan, waarin een beroep wordt gedaan
op de beschaafde natiën, in het. bijzonder de
oaiderteekenaara van het verdrag van Bcr-
lijtn, om zonder uitstel eè» einde te maken
aan de moorden in Macedonië. De leden van
het congres zullen allo pogingen aanwenden,
opdat deze oproeping door de regoeriug wor
de gehoord.
Het Congres sprak de weuschelijkheid uit,
dat alle parlementen op hetzelfde tijdstip
de kwestie der ontwapening zouden bespro
ken.
Engeland.
De vorming van het kabinet
wordt nog steeds vertraagd. Volgens do Daily
Telegraph is het niet- waarschijnlijk dat M i i-
n e r de leiding van het ministerie van kolo
niën op zich zal nemen, daar hij zes jaren
lang zonder werkelijk verlof in Zuid-Af rik a
drukke werkzaamheden heeft verrichtbijge
volg komt thans Lord Selbourne als ver
moedelijke opvolger van Chamberlain iu aan
merking.
De geruchten, dat- Kitchener uit Tn-
dië zou geroepen worden oin minister van
oorlog te worden, worden door do Daily Te
legraph weerlegd niet de opmerkingen, dat
een bijzondere parlementsbesluit noodig zou
.jn, om den opper-be vel hebber in Indiö uit
<jn ambt terug te roepen en voorts dat een
Engelsche minister van oorlog niet officier
kan zijn, doch een politicus moet zijn, die
de eigenschappen van een goed „business
man" heeft. Een dusdanig persoon wordt ge
zocht.
Verschillende bladen beweren in staat te
2ijn te kunnen mededeclen, welke invoer-
rechten, het zij», die Chamberlain
ia zijn binnenkort, op touw to zette»; veld
tocht tegen deu vrijhandel, voornemens is
aan het volk in overweging te geven. De
St. James Gazette verzekert, dat. graan en
v le each uit vreemde landen belast zulle»
worde» en wel het graan uiot twee shillingen
de quarter, en vleesoh alsmede melkproduc
ten met een invoerrecht wan. vijf pet. van
dé waarde. Hailffabrica/ten zullen eveneens
een recht va» vijf procent, gohee-1 gefabri
ceerde goederen daarentegen een recht van
10 procent te betalen hebben.
Deze opgaven van de St. Jamies Gazette
stemmen met die vau de Daily Chronicle
overeen, edoch met dio uitzoiaderiug, dat
volgens de informaties wan laatstgenoemd
blad het recht op graan niet 2, doch vier
shillingen zal bedrage».
Oostenrijk-Hongarije,
Een Woensdagmorgen verschenen extra
nummer va.ti het Staatsblad pu blicoord© de
lang verwachte verklaring aangaande de leger
order, in den vorm van een eigenhandig
schrijven aan graaf Khue n, die daarbij
ook tegelijk weer tot minister-president, be
noemd werd. Het schrijven bevatte slechts
m een bemnnelijken vorm en met een beroep
op do desbetreffende wetten hetzelfde al»
de legerorder.
De zitting van de Hongaarsche hamer
van afgevaardigden, gisteren was zeer storm
achtig. De afgevaardigde Olay deelde mede,
dat hij een interpellatie zal indienen over
de houding door den minister-president aan
genomen in de omkoopingsaaak van graaf
Szapary.
Kossuth stelde voor een adres te richten
aan deu Koning, om te protesteeren tegen
de legerorder en tegen de wijze waarop in
den keizerlijken brief de toestand geschetst
wordt. Graaf Khuen liedervary stond op
om te antwoorden, doch het oorverdoovend
lawaai verhiuderde hem eenige woorden te
spreken.
Franz Rigo, een der opposanten, sdhreeuw
de „Zeg maar niets!" Een onbeschrijfelijk
rumoer ontstond daarop, zoodat de zitting
geschorst moest worden.
Na de heropening vroeg de voorzitter van
den ministerraad toepassing van het orde-
reglement op Franz Rigo. Daarop herhaald©
hiiji de verklaringen gisteren afgelegd.
Barabafi viel 1 ..i in de rede. luid schreeu
wende „Wij hebben geen vertrouwen meer
in den Koning!" Dadelijk stonden alle leden
der rechttT7.ijde op. Zij schreeuwden Baraibas
toe: „Ellendeling!" „Verrader! Er uit, er
uit!"
Zelfs de oppositie viol hem aam. De presi
dent riep Baraibas tot. de orde.
De zitting werd geschorst.
De zitting der Kamer is verdaagd tot het
nieuwe kabinet zal zijn opgetreden.
Turkije.
In een te Petersburg verschenen
regeerings-communisué wordt uiteengezet,
dat de aanvankelijk met succes bekroon
de doorvoering van hervormingen in de drie
Turksch© provinciën, door het Macedonische
comité iu do war gestuurd werd. Deze comi-
té's hadden het eigenbaat-zuchtige voornemen
de administratieve orde in Macedonië in
een Bulgaarsch Macedonië te herscheppen,
daarbij inbreuk makende op de voorrechten
vau andere Christelijke volkeren. Niettegen-
Vrij naor hei Hooy-Dmich
27 nooit
J. L. VAN DER MOER.
Andermaal stak hij de handen afwerend
,vóór zich uit. Zij stotid1 immers nog niet
vóór hemdus kon hij nog uitroepen,
dat hij ook. voor dit meisje niet te spreken
was, ja* zelfs nooit, meer voor haar te pie
ken zou zij»? Het was nu nog tijd haar te
doen weten, dat zij niet meer behoefde te
komen, omdat hij haar beeld niet weusdhte
te schilderen, omdat hij vast besloten, had
dat doek nimmer af te makenIiij kou
haar toeb wel kenbaar maken, dat hetgeen
hij; op dien bewuste» avond op het hofje
in de Aokerstrasee gezegd had, slechts holle
phrasen waren geweest, do gevolgen van een
gril Hij had haar immiers nog niet weer
gezien?
Maar plotseling word de tegen zijn harts
tocht. strijdende man door een onbeschrijf
lijk waanzinnig verlangen ibelheesrsdlitt. Een
wilde, begeerte doorstroomd;© zijn gaurk© we
zen en sleepte elke kalme gedachte, alle l>e-
zinning, in haar vaart mede*, evenals de on
stuimige bergstroom, na lievige stortregens
overtollig gevoed, bruisend dalwaarts vliedt
en alles wat- hij op zijn weg ontmoet met
don» geweld omverwerpt en met zich mede-
voert.
O, haar weerzien! Haar nog slechts één
enke'e maal weerzienWat bekommer ik er
mij firn, zoo dacht hij, wat er naderhand ge
schiedt? Wat maal ik er om of later bergen
van ellende, op mijtn ziel zich zullen neer
storten? Wat hindert 't mijl, al zonde heele
wereld dan oo-k te niet gaan?!
Hij ontstelde to*en, Beppo even kuchte.
„Laat ze binnen!''
Het was geen bevel, doch veeleer ee» wil
de. uitdagende kreet,op een toon, bevend
van hartstocht en ongeduld. Beppo verdween
Het juichte in Heim'berg's ziel als een woest
triuanfgeschal. Alles in hem verlangde naar
haar.
De bewust© geheimzinnige macht. scheen
hem met geweld te willen dwingen de armen
uit te strekken naar de deur, waardoor
Paula Bergius moest binnentreden, om baai"
bekoorlijk lichaam aan zijn bomt te drukken
en haar tegelijkertijd toe te roepen„Gij
zijt de mijne door de eeuwige .Natuur voor
mij gc-schapen Mij behoort uw schoonheid,
mij beliooit uw* ziel. welke zich weerspiegelt
m .uw betooverendo oogen.' Alles wat gij
bezit, alles wat gij zijt, alk--, alles moet. mij
toebehooren
En toen enkele oogenlblikken later zijn oog
in werkelijkheid op haar gevestigd was
toen zij vóór hem/ stond/ in* haar triumfee-
rende. maagdelijke schoonheid ei» haar blik
met do uitdrukking eener alles vergetende
liefde en vol hartstochtelijke verrukking op
zijn aangezicht rustte, waardoor hem on
bewust en als ©en gevolg voor kinderlijke
oprechtheid het. groote geheian van deoe
meisjesziel geopenbaard werd. toen kon de
beroemde en door ieder gevleide kunstenaar,
de man va» de wereld, de aanstaande eener
gravin, geen enkel woord vinden om haar
te begroeten
Zwijgend stak hij haar de hand toe. Zij
legde de lrarc er in, hij voelide dat zij
beefde.
„Thans bezoeken do aaxdsche stervelingen
de godenProfessor, u hebt gezegd dat u
mijn bind wenscht to «oh i ld ore n, hier
breng ik u mijn kind.!"
Raimund haalde diep adem. Even als op
dien bewuste» avond op het hofje in de
Aokerstrasee, had de stem van den ouden
Bergius hem weer tot bezinning gebracht.
Haastig deed hij een schrede .achterwaarts
en met gewold dwong hij zich zijn gedachten
te bcheersohen. Hij gevoelde dat lui nood
zakelijk iets zeggen moest, hoe onbeduidend
dit da ui ook mocht wezen.
„Wilt u mij, dus werkelijk toestaan uw
portret, te schilderen, juffrouw Bergius?"
Zij glimladhte. innig geluitm'g, zooaT« do
jeugd lacht, wanneer zij vau hel paradijs
droomt.
„Toestaan? O. maar professor, kunt u dit
nog vragen?"
Hij ging naar den ezel, waarop haar pas
begonnen en uil het. hoofd geschilderd por
tret stond. Als door ecu magnetisatie kracht
aangetrokken, volgde zij hem. Eon uitroep
van verwondering en van verrukking kwam
over haar lippen.
„Dat ben ik'" fluisterde zij, „o ja,, dat
ben ik'"
En in de borst van den man, die naast
'haar stond, riep een stem: „Ja! Jij bent
'tJij, met do oogen van 'n jong meisje,
die zoo 'heilig en zoo rein zijn als van een
kind, en. die mij toch zoo duidelijk zeggen,
welk een grenzen looze liefde voor mij
heersciht in 't hart. der vrouw
„Ja. ja, uiomand anders dan jij
En de hymne van de hartstocht weer
klonk in zijn binnenste, maar hij) bedwong
zich. en zoide, .schijnbaar kalm
„U ziet wed. dat ik u nog niet vergeten
had!"
„Niet vergeten!" herhaalde zij fluisterend,
blijkbaar geheel onwillekeurig.
„Neen. niet vergeten." sprak hij. ©veneens
op zachte» toon, en zijn diepe, weeke stem
beefde van moeilijk te bedwingen aandoening.
Hi ji wees Paula era stoel n z< I le zich
voor zij» dbek neer. De oude Bergius was
hen niet gevolgd. Hiji stond aan de ander©
zijde der zaal mei den rug naar hen tor, en
beschouwde vol bewond ring ecu dor vele
meesterstukken, waaraan dit vort rek zoo
rijk was. Alles wat hein* omringde, scluen hij
te' lwbbcui vergeten.
Raimund H. Lm/berg had pens© 1 en* palet
genomen, doch hij. liet. de Ivanden werkeloos
op de knieën rusten.
Ho© zou hij ook kunnen werken, ten-wijl
zijjn vingers zoo beefden?
Was liet da» ongelijk de oogen op het
levenloos» liumen te late n rusten, terwijl zij
niets liever verlangden dan voortdurend en
onafgebroken in d© har© te blikken In die
bchoone kijkers, welke leven en liefde adem
den, stralend va», glanzig licht, waarvan, hij
zich niet. genoeg kon verzadigen Het was
immers ondoenl ik thans t© schilderen, nu
de meest geweldige hartstocht, we.<LC hij
nog ooit. had; ondervonden, hem geheel over
meesterd. had?
Hij deed een paar streken met- het penseel
en liet, dan de hand weer zinken. Noen! Hij
was metisch en geem godheid', hij kon niet'
Hij, stond op en legde het penseel weg. Ook
zij verhief zich van haar zitplaats, als in eon
droom', en v.ii plaatste zich naast hem.
„Ik kan niet. werkenvafulaag niet!'
fluisterde Raimund. Hiy keek haar aan eb
hij hoorde haar 7.achte. snelle ademhaling
hij zag hoe zij hem., beurtelings verschrikt en
angstig en dan weer met. ©en uitdrukking
van zalige vreugde in do oogen. aanblikte.
Nog één seconde worstelde hij mol boven-
menschelijlke inspanning, maar toen overwon
8© i macht, der momenteel e gewaarwordingen.
En deze. ontnam hei» het denkvermogen;,
verdreef elke kalme overweging, en deed allo
herinneringenaan het v rieden, iedere ge
dacht© aan d© toekomst, ja zei fa aa n hot on
middellijk tegenwoordige verdwijnen, voor
zoover althans dit alles geen betrekking had
op Pa,ula Bergius. Iïi: vergat de wereld, hot
leven. Lui één woord allee!
„Paula1" fluisterde bij. terwijl hij haar
hand in de zijne nam. Iiij was zich niet moer
bewust, van hetgeew hij sprak of deed. Slechts
dit ééno beeld stond hen» duidelijk voor don
geeyt. <»mdai hij het zioh zóó gaarne wensoli-
te Een eenzaam ei land, midden in den on
metelijk©» Oceaan on op dit eenzame eiland,
iu dit paradijs, ee» ma» en. een vrouw.
Wordt vervolgd