KOLONIËN.
BINNENLAND.
andoren, worden tegengegaan. Aan een ieder
moot de vrijheid gewaarborgd zijn om met
zijn eigendom of zijne werkkracht to doen
wat hem goeddunkt, zoolang hij geen inbreuk
maakt op de rechten van anderen.
Omtrent den financieelen toestand deel
de do presidout mede, dat de inkomsten in
het laatste dienstjaar hebben bedragen
560.396.674 dollars, do uitgaven 506.099.007
dollais, zoodat er een batig saldo is van
54.297.667 dollars Het laat zich voorzien,
dat het huidige dienstjaar een zeer gering
aaldo zal oplevenspaarzaamheid is daarom
noodig en elk denkbeeld, dat kan dienen
om do inkomsten ruimer te doen vloeien,
verdient overweging.
De president vraagt verder de aandacht
van het congres voor de voorstellen betref
fende het mum-vraagstuk, door hem inge
diend in zijne boodschap van 2 December
1902. Voorts staat hij «til bij de noodzake
lijkheid oen ongewensehto immigranten ge-
boei buiten to sluiten en een eind te maken
aan de schandelijke knoeierijen bij natural'-
satien, die nog steeds voortgaan.
Uit onderzoekingen van den laatston tijd
ia ook gebleken, dat bij den postdienst be
treurenswaardige knoeierijen en vervalschin-
gem voorkomen.
Omtrent de uitspraak in het Alaska-grens-
geeohil verklaart de president, dat de uit
slag in allo opzichten bevredigend mag wor
den genoemd, cn een duidelijk bewijs levert
van do oprechtheid cn don goeden wil, die
tweo bevriendo volken heeft bezield bij hun
besluit om te komen tot oplossing van een
gewichtig geschil.
Over de arbitrage in de Venezuela-quaestie
merkt de boodschap op dat een zoo indruk
wekkende samenwerking der volken tot
het inroepen van de beslissing van het Hof
van Arbitrago over een zaak van internati
onaal recht in het belang van den interna
tionalen vrede, er toe moet leiden dat in
du toekomst vele geschillen op dezelfde wijze
zullen worden beslecht. Het zal den volken,
die nu voor het eerst voor dien rechter ver
schenen zijn, veel gemakkelijker vallen dat
voor de tweede maal tc doen. terwijl geen
enkel volk op de gedachte kan komen dat
zijn rechtmatjgc trots wordt gekrenkt door
dit voorbeeld na to volgen. Deze overwinning
van het beginsel van de arbitrage verdient
vuil hartelijken gelukwensch, en opent een
gelukkig vooruitzicht voor den wereldvrede.
De president dringt aan op een scheep-
vaartregellng fiTn uehóeve van de Philippij-
nen.
Met betrekking tot Panama zegt de bood
schap De vraag is eenvoudig of wij het
kanaal suilen krijgeu of niet. Do president
rechtvaardigt de houding van de Verecnigde
Staten eai verklaart, dat de opstand in Pa
nama geheel spontaan is uitgebroken. „De
Vereenigde Staten zouden zich hebben schul
dig gemaakt aan eene dwaasheid en cene
aan misdaad grenzende zwakheid, wanneer
zij anders hadden gehandeld dan zij deden
toen de opstand uitbrak."
Midden-Amerika.
De Duitsche consul te Colon heeft
der regeering van Panama Vrijdag
officieel medegedeeld, dat hij bevel ontvan
gen heeft ,haar formeel tc erkennen. Dien-
tcngcvolgo bracht do consul Zaterdag den
prefect een officieel bezoek.
Chili.
De „Nacionweerspreekt- onomwonden
het nieuws, dat Chili zijno in aanbouw zajr.<le
kruisers aan Japan of aam Engeland zon
hebben verkocht,
Afrika.
Volgons een to Berbera ontvangen bericht,
heeft- oono sterke verkenningstroop van dei»
Mullah Mudug bezet.
Zuid-Afrika.
De Morning Post verneemt uit Pretoria,
dat de „White League Zondag eene gr note
vergadering heeft gehouden, om to protcs-
teeron tegcu den invoer van Aziatische werk
krachten.
Allerlei.
vDe Londonscho bladen berichten, dat
Herbert Spencer, de'beroemde Engel-
sche philosoof, ligt te zieltogen.
v— Thérose Humbert is ernsvg on
gesteld. Zij is in het hospitaal van dc ge
vangenis te Rennes opgenomen en drinkt,
volgens den Matin, uitsluitend melk. Perso
nen, die dagelijks met haar iu aanraking ko
men, zijn volgens genoemd blad, verbaasd
over het bauaio karakter van haar verstan
delijke vermogens.
Te Bordtaux werd gisteravond weder
eene betooging tegen do besteders-kantoron
gehouden. De troepen doden een charge. Er
werden oen tamelijk groot aantal personen
gewond, waaronder ecuigen ernstig. Een
aantal personen werden in hechtenis geno
men,
Te Barcelona hebben de werklieden
van het drukJcersbedrijf het werk gestaakt.
Do politio verrichte eenige arrcetatiëii.
vVolgens een telegram uit Berlijn aan
do N. R Ct. is to Dessau de 26-jarige leeu-
wontemster mevrouw Fischer, gedurende
eene vertooning in een kooi met tien. leeuwen,
door do woedende wilde Geesten verscheurd,
terwijl hare klcdno kindoren. dia in den cir
cus zaten, bij den afgrijselijkon dood van
haro moeder moesten toekijken
VVolgens do Fiankf. Odcrzeitung z a k-
ton Zondagmiddag bij Schwotig 6 ki ade
ren door hot i s. 5 meisjes u) eon
knaap van den leeftijd van 10 tot 14 jaren. IX»
raooder van een dor meisjes snelde toe on
redde haar dochtertje oi» don knaap. De
overige vier kinderen verdronken.
vUit Hamburg wordt aan de Vos* Z'g
d.d. gisteren geseind, dat op de Noord
zee een hevige sneeuwstorm, gepaard
met een dikken mist heerscht. die verschei
dene zeerampen moet hebben veroorzaakt.. De
stoomboot Alwine, op weg naar Rotterdam,
is met man en muis vergaan. Een ge weid'ge
golf sloeg over de stoomboot Leading Licht,
waardoor vier mannen worden meegesleurd
en verdronken.
vZooals reeds kert is genu ld. heerscht
ïit gehoel Zuid- et» Noor d-11 a 1 ië
(Vreesclijk ruw weer. Do C&mpagna, als*
I t
mede do provinrieëu Aquiia, Salerno en. Ta-
ranto zijn overstroomd. Aan do kusten van
do Middellandscho Zee heerscht eene gewel
dige storm. Ook in Rome is het sedert eenige
dagen slecht weer. D e Tiber is zeer geete-
gen.
Venetië is, zooals gemeld, voor een groot
deel onder water gezet.
Door wolkbreukachtige regens zijn de vel
den bij Ponte Buggiaue overstroomd; ver
scheiden^ huizen staau onder water.
Van stormweer kan men ook in
Noor d-S p a n j o meepraten. Hot spoori
wegverkeer is door ingestorte dammen on
derbroken. Tusschen Alsasua en Jumarraga
bivakkeeren acht treinen. Het stormachtige
weer duurt nog voort.
vDe stal van Jacques I.
Jacques Lebandy heeft een belangrijk be
sluit genomen, ten doel hebbende, om tegen
over riine „voormalige landslieden'' zijne sou-
veroinitodt te bevestigen. Hij heeft kennis
gegeven dat zijno renpaarden voortaan op
het officieele program alleen onder Keizer
lijk étiquet zullen ingeschreven worden.
Ziehier de brief, dien de „Société des Stee-
plcs-Chases de France Zondag heeft ontvan
gen:
„Londen, 5 December 1903.
Z. M. Jacques I heeft mij opgedragen ter
uwer kennis tc brengen, dat de paarden, die
tot dusverre hebben geloopen onder den
□aam van Jacques Lobaudy, in het vervolg
onder den naam van Jacques I zullen lo<>
pon, en zulks te rekenen van af 1 Januari
1904.
Hidoux,
Ordonnans-officier".
OOST-IN Dl
De correspondent van de N. R. Ct. te
Batavia seinde gisteren
,,Do regeering aanvaardde de onderwerping
van de pegoestian in Bandjermasin op de
aangeboden voorwaarden, inclusief do vesti
ging van den prétendent-sultan to Marta-
poci'.i.
Het stoomschip Flores gaat naai' Poeroek
Tjahoo om den pretendent-sultan af te halen.
De redactie van genoemd blad teekent
hierbij het volgende aan
..Reeds op 13 Augustus jl. maakten Goe-sti-
Arsat, de schoonzoon van den pretendent-
sultan. en dc hom gevolgde pangarans, onder
geleide van den heer Hosselaar, assistent-
resident/ der Dceeocmiaoden, hun opwachting
h" den resident Gocsti Arsat veklaarde zich
aan. het Nederlandsche gezag te onderwerpen
en bood, daartoe gemachtigd, ook de onder
werping «an van den bepaalden pretendent-
sultan Goesti Mohamad Soman, met verzoek
om zich to mogen blijven vestigen in het
oixlo Bandjermaainscho rijk.
Den 16en Augustas keerde Goest i Arsat
met- zijn gezaaitsliao naar Poeroek Tjahoo
terug, om daar do beschikking dor regeering
op het- aanbod van onderwerping dor pe-
gocd-ia-u (do sultanspartij met haren aan
hang! af te wachten
Het heeft dus geruim en tijd geduurd, voor
dat do regeering do beschikking genomen
heeft, die in bovenstaand telegram wordt
medegedeeld.
Blijkens bot jongste Koloniaal Verslag was
in April van hot vorige jaar door den as
sistent-resident aan den pretendent-sultan
medegedeeld, dat hom en de zijnen, bij aan
neming der onderwerping, ongetwijfeld oen
verblijfplaats buiten hot gewest zou wordou
aangewezen, onder toekenning van ender
stand."
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Vergadering van Maandag 7 December.'
Staatsbegrooting 190 4.
Hoofdstuk II (Hooge collegien) wordt z.
i». s. goedgekeurd.
Hoofdstuk III (Buitenlandsche zaken.)
Algomeene beschouwingen.
Do beer Van der Vlugt begint met
oen variant op betgeen prof. Buys in den
Lvidschen gemeenteraad zeide en zegt: wij
zoeken het departement van bui tenia ndscho
zaken en vinden het niet-. Zij, die hier in
den Haag dc draden in handen hebben van
de betrekkingen met het buitenland, schij
nen niet steeds doordrongen van het ge
wicht van dio taak. Do beide korpsen van
de diplomatie en de consulairo ambtenaren
staan naast elkander en er heeft in de ver
schillend© staten cene voortdurende wisse
ling van betrekking plaats. Vandaag diplo
maat, ziet men denzclfden persoon morgen
optreden in ©ene consulaire betrekking en
omgekeerd.
Vooral wijst Spr. op den plicht van onze
consulairo en «liplomatieke vertegenwoordi
gers om do nationale eenheid te bevorderen.
In verband hiermede bespreekt hij den ver
tegenwoordiger der Neder!, regetringj te
Konstantinopel, over wien een bevoogd man
zioh zcor bitter uitlaat, terwijl diens vooi-
gangcr 2ecr bemind w-as. Uier rijst dus de
vraag erf daar de keuze wol op den geschikter
persoon is gevallen. Een tweede opmerking
betreft dc buitengewone welwillendheid,
waarmede do plaatsvervanger van onzen ge
zant, jhr. Van Eljs, door den Sultan is ont
vangen. Dio uitbundige beleefdheid kan wel
eene beteekenis hebben, waarop Spr. de aan
dacht vestigt.
Thans wenscht Spr. nog een cogcn-blik stil
te staan bij do Z.-A. S. M. Reeds jaren ge
leden liad onze Regeering kunnen weten dat
Engeland streefde naar het bezit van die
Spoorwegmaatschap!-i Ourocht noemt Spr
het, dat net Britsche gouverneur andere rech
ten doet golden, dan door den oorlog ver
kregen. Onrecht is het dat .Engeland s plich
ten liquideert, die op de vroegere republiek
rust. Onrecht noemt hij het, dat Engeland
van het personeel dier Spoorwegmaatschappij
oorlogsdiensten oischte. Onrecht is het dat
eene splitting van aandeden bezit van voor
den oorlog heeft plaats gehad. Van den be
ginne af bad onze Regecring, ons departe
ment van Buitenlandsehe zaken daartegen
moeten opkomen en desnoods de arbitrage
moeten inroepen van een. paar groote mogend
heden, die niet geweigerd zoude zijn. Da|
zajg Engeland wel in en het paste de leuze
toe verdeel en hecrsch. Reeds verleden jaar
werd dcor den heer Van Belandt q> krachtig
ingrijpen aan en Spr. zal er niet veel meer
van zeggen, maar onze Regeering het beste
wenschen.
Intcrpellati ©-V a n-W ij o k.
De heer Van W ij c k houdt zijne inter
pellatie over de Duitseho toltarieven. Hij
zet de nadoelen uiteen, welke voor onze tuin
bouwproducten daaruit voortspruiten en
treedt daartoe in een vergelijking van onzen
tuinbouw vroeger en tegenwoordig.
Spr. vraagtwat- heeft- de Jtegeeriug ge
daan om de te verwachten nadeetige gevol
gen van het Duitseli© toltarief, speciaal voor
den Ncderl. Tuinbouw, zooveel mogelijk af
te wenden en wat denkt de Regeering ver
der in deze te doen.
De heer Van Asch v a n Wij c k juicht
too wat er op het gebied van arbitrage ia
gedaan. Spr. hoopt dat het er nog eens van
komen zal. dat Frankrijk ook met Neder
land een arbitrage-verdrag zal sluiton. Hij
zou het echter betreuren, wanneer hot.
Franseh-Engelsche type daarbij werd aange
nomen.
Spr. vraagt of er een Staat is van onze g>
zantschapsgcbouwen, eigendommen en stiah-
tingen in het buitenland. Is er zulk een staat
niet, dan ou hij in overwzeging geven er een
to maken mot opgave van grootte en uitge
breidheid. Verder vraagt hij of Nederland is
toegetreden tot de 19 Maart 1902 gesloten
conventie ter bescherming van nuttige vogels.
Ten slotte dringt hij er op aan de diploma
tieke correspondentie met België in de Ne-
derl. taal te voeren.
Dc heer Van B y 1 a n d t. vraagt of het
waar is dat Amerika een surtaxe zal gaan
heffen op onze suikers, en wat de Regeering
bekend is van het heffen van een scheep
vaartrecht op den Rijn.
Ten sterkste dringt Spr. aan op het sluiten
van een traefcaat met Duitecblaudl omtrenut
uitzettingen. Dit zal cene groote besparing van
arbeid geven. Hij betreurt het dat het rap
port betreffende van de conferentie omtrent
do bescherming van vrouwen zoo laat is ont
vangen. Ten slotte waagt Spr. eenige inlich
tingen omtrent het ontslag van diplomatie
ke ambtenaren.
De heer V a n K o 1 constateert dat het mo
reel© recht vervangen is dcor wapengeweld,
en dat ons gouvernement niet pal heeft ge
staan voor onze rechten. Zoo werd niet. gelet
op onzen waterafvoer bij werken door Duit-s ch
in nd gesmaakt. Over de Duitsche grenzen staat
men droog in de landerijen, bij ons in den
modder. Do grenzen van Suriname rijn onvol
doende vastgesteld, men weet soms niet of
men cp Nederlandach of Britsch grondgebied
staat. Gewenseht is het- de grenzen zoo spoe
dig mogelijk bij trafctaat vast te stellen. Een
dorde punt waaruit onvoldoende behartiging
onzer belangen blijkt-, is de behandeling dor
Indische pelgrims; naar Mekka. Nog blijkt dit
uit*den toestand in Macedonië. Zou het geeh
tijd worden om da groote mogendheden to
herinneren, aan do belo-fte in 1878 gedaan,
om aan de Macedonische gruwelen een einde
te maken? Verder vestigt Spr. nogmaals de
aandacht op Venezuela, en protesteert hij
tegen het misbruik dat da groote mogendhe
den hebben gemaakt van hun macht, lfij
hoopt dat. zij dit ook niet zullen doen bij
het. vaststellen der vorderingen.
Ton slotte vestigt Spr. do aandacht op de
Panama-quaestie, en liij uit don wensch dat do
Regeering voorzichtig maar toch met klem
zich zal doen geldon.
De heer De Vries vestigt do aandacht
op de vele ambtenaren van do Z. A. S. Mij.,
die zonder betrekking rcndloopen met onvol
dane vorderingen, cn op het nieuwe Duitseho
toltarief in verband met onzen tuinbouw.
De heer Tydeman betoogt mede liet
grooto nut van arbitrage, en herinnert aan
do geschillen die reeds voor het hof alhier
behandeld werden. Hulde brengende aan
Carnegie voor diens gift tot oprichting van
een gebouw cn bibliotheek. Verder vraagt
Spr. hoo de verhouding is van on3 land tot
Venezuelahoe heat staat met een tractaat
met Frankrijk, en wat in het algemeen ge
daan wordt op het gebied van arbitrage. Ook
Sprekor wijst, op het belang van den tuinbouw
voor ons land en op het gevaar dat hem be
dreigt door het. Duitsche tolverbond.
De vergadering werd des avonds te 8 uur
voortgezet
De heer Van Raalte bespreekt dc or
ganisatie van ons consulaatwezen en moer
speciaal het stadium, waarin dat verkeert.
Hij bespreekt het nu, omdat het hier geldt
het beleid van den minister van buitcnland-
sche zaken in het algemeen.
Spr. meent, dat het een eisch van van
parlementaire heuschheid is om, nu de mi
nister gemeend beeft nadere adviezen te
moeten inwinnen, nu ook do behandeling dor
zaak uit to stellen. Doch onder voorwaarde
van spoedigo behandeling, want er is hier
inderdaad urgentie in verband met' het goed
bezetten der consulaire posten.
Spr. betoogt die urgentie ook door te wij
zen op den uitslag der consulaire examens.
De heer Pompc van Moerdervoort
meent dat vele der grieven van den heer Van
der Vlugt niet betroffen dezen minister, maar
wel het departement in het algemeen. Hot
kwam er volgens dien spreker op aan dat on
ze diplomatie meer aandacht zou wijdon aan
do economische aangelegenheden. Doch juist
hoeft deze minister daartoe een stap gedaan,
door subsidie aan een internationale stoom
vaartlijn.
Maar zeide de hoer van dor Vlugt, do
hoofdzaak ligt vooral bij de consulaire ver
tegenwoordiging doch hij wijst er op, dat.
men nu iets geheel anders gehoord heeft,
dan in het consulaire rapport werd verlangd.
Spr. wijst er voorts op, dat dit rapport eerst
in het eind van April ter kennis van den
mini'tor is gebracht.
Do heer Ure nier is het eens met den
heer Van der Vlugt, dat onze diplomatie,
vooral tegenwoordig, sterk moet rijn cp eco
nomisch terrein. Doch het heeft hem leed ge
daan dat do heer Van. dor Vlugt daarbij een
blaam heeft geworpen op onzen tegenwoordi-
gea gezant to Konstantinopel, die te Was
hington ontze handels- cn scheepvaart-be
langen uitnemend: heeft behartigd. En ook I
waar het geldt zijne werkzaamheid te Kon- I
stantinopel. hoeft Spr. in hooge mate weten I
to waarderen al wat de gezant gedaan heeft
iu bet belang van Öost-Indië.
Doek Spr. wil er bovendien op wijzen, dat
juist in do laat9te twee jaren onze gezant
heeft aangedrongen op benoeming van een
secretaris van legatie en om. tct drogman te
hebben een daartoe opgeleid Nederlander.
En wat betreft do vrees dat onze positie
te Konstantinopel zou geleden hebben door
hetgeen onlangs aldaar is voorgevallen,
meent Spr. ook to moeten opkomen tegen de
bewering van den heer Van der Vlugt, alsof
de groote beleefdheid) aan den tijdelijken ge
zant bewezen, zou rijm een speldeprik jegens
onzen definitieven gezant.
De heer Vanldsinga bespreekt ook de
quaestio van meerdere samensmelting dier di
plomatieke en consulaire diensten. In tegen
stelling met den heer v. d. Vlugt wenscht
Spr. dat de minister niet zal komen tot twee-
éénheid, maar de tweeledigheid van diplo
mat iekeu en consulairctn dienst zal behouden.
l>o heer F o c k bespreekt liet kon. be
sluit, waarbij een regeling is gemaakt om
trent! den- leeftijd der diplomaten. Hij meent
dat de Kamer in dezo wel een oordeel mag
uitspreken. Z. i. is de gemaakte regeling
zeer zwak en is zij nog zwakker geworden
door hetgeen de minister in zijno memorie
van -antwoord heeft gezegd'.
De Minister van Buitenl. Zaken
beantwoordt do verschillende sprekers. Hij
was bekoord door den vorm der rede van dien
heer Van dca* Vlugt, doch minder -door den
inhoud.
Iu de eerste plaats meent do minister, dat
het onjuist is van Nederland to spreken van
oen klein land. Men moet toch niet letten op
de grootte, maar op den invloed, dien het kan
uitoefenen. En bovendien als koloniale mo
gendheid kunnen wij ons wed. als groote mo
gendheid beschouwen.
Nu zeide de heer v. d. Vlugt-, dat de di
plomatieke eu consulairo corpsen wel in el
kaar moesten komen, doch rij moesten t-och
afgescheiden blijven. Do minister begrijpt dit
niet.
Verder do taak der diplomatie schetsende,
zegt. de minister dat wanneer men onze diplo
maten dcor consuls zou willen- vervangen,
déze leek st.ceds zouden streven naar een di
plomatieke positie. Consulaire opleiding is
voor oen diplomaat niet noodig, dat is door
den heer Van der Vlugt zelf erkend. En in
derdaad is dit zoo.
De minister meent verder, dat het zeer
verkeerd zou wezen om in Pretoria een diplo
maat te plaatsen Engeland zou dit hoogst
wacvrsehijinlijk ook niet. d'ulde-n. Het- zou een
gTo.vt™ misstap rijin.
Wat betreft de zaken van de Zuid-Afri-
kaansche spoorweg-maatschappij, men kan
over heigeen staat, zelfs in openbaar gemaak
te stukken, niet altijd in heb openbaar rede
neeren. De minister kan dan ook niet in het
openbaar op de gestelde dragon antwoorden.
Maar als de heer van der Vlugt wijst op
andere Mogendheden, dan moet hij zeggen,
dat onze belangen hier anders zijn dan van
die Mogendheden. Men weet-, dat England's
beweren is dat de maatschappij hare neu
traliteit zou hebben geschonden. Doch dit ia
onzerzijds nooit toegegeven, maar wel steeds
gszegd, dat die maatschappij niet kan be
handeld worden als oorlogvoerende partij.
Do minister deelt verder mede, dat er
voor Nederland geen bezwaar bestaat om toe
te treden tot de Parijsche conventie omtren*
de bescherming van nuttige vogels.
Wat aangaat het gebruik der Nederland-
schc taal in onze internat ionaio betrekkin
gen met België, de minister meent dat er
alle reden is om te blijven bij het diploma
tiek gebruik van het bezigen der Fronsche
taal.
In antwoord aan den heer van Kol zegt
de minister, dat omtrent de quaestio der af
watering langs de Duitsche grenzen een rap
port is uitgebracht.
De minister verdedigt verder het Konink
lijke besluit omtrent den ouderdomsgrena
voor dc diplomatieke ambtenaren en geeft
voor dc diplomatieke ambtenaren.
Om nu zooveel mogelijk in alle bczwaien
te voorzien, heeft do minister genomen den
leeftijd van 65 jaren, zijnde bij ons den ge
wonen leeftijd voor recht- op pensioen. In
Spanje cn Zweden heeft- men gelijken leef
tijd aangenomen. Doch nu bestaat geen on
bepaalde- verplichting om op 65-jarigen leef
tijd te moeten pension neereu, en daarom is
gezegd, dat- men ook na dien leeftijd den
betrokken persoon nog een paar jaren in
dienst kan houden. Men vergete daarbij niet,
dat con diplomaat ook in staat moet zijn
„figuur" te maken cn dit kan in vele geval
len op Gö-jarigon leeftijd niet meer het geval
zijn.
Do zaak van de grensbepaling in Suriname
is zeer moeielijkdoch men blijft rich er
rnedo bezig houden.
De minister meent dat hei niet op den
weg van Nederland zou liggen zich te men
gen in de zaken van Armenië eu Macedonië-
Wat Venezuela betreft, zegt de minister,
dat do gemengde commissie aldaar de Neder-
landsche vorderingen heeft erkend.
Omtrent de erkenning van Panama is nog
geen beslissing genomen.
Over ons arbitrage-tractaat met- Frankrijk
kan de minister thans niets meer zoggen.
Zioh aansluitende bijl hetgeen door den
heer Cremer omtrent onzen gezant te Kon
stantinopel is gezegd, naar aanleiding der
aanmerkingen van den lieer Van der Vlugt,
zegt de minister, dat do mededeel ing van de
goede ontvangst van onzen tijdelijken gezant
juist diende om te bewijzen, dat onze rela
ties aldaar met do autoriteiten geenszins ge
leden hebben.
Do minister zegt dat hij in do consulaire
zaak geen beslissing zal nemen, zonder me
dewerking der Kamer.
Wat het Duitsche toltarief betreft, het is
ten eerste nog niet zeker dat het zal worden
ingevoerd. Bovendien het tarief zal alleen
worden toegepast, wanneer er geen andere
bedenkingen zullen rijn gemaakt.
Nu is Duitschland reeds met eenige Star
ten in onderhandeling getreden. Niet met
ons, en dit is ook niet noodig, omdat wij
met Duitschland hebben de clausule van be
handeling op don voet der meest begunstigde
natie, zoodat alle voordeelen aan anderen
verleend, ook aan ons verleend moeten wor
den.
Do minister deelt nu mede wat omtrent- I
de belangen van den tuinbouw is gedaan, en
T T.TT--I— - STTf—
zegt steeds alles te zullen doen om. dio "be
langen te bevorderen.
Na repliek van do hoeren Van By*
landt, F ook, Van Kol, Van der
Vlugt (die zegt op de meeste punten te rijn
ro is vers taan), Van Asch van W ij c k
Van Raalte, Van W-ijjok en Tyde-
m a n, blijft de Minister in rijn dupliek
opkomen tegen de verlangde samensmolting
van diplomatie en cousulairen dienst. Zeer
zeker zijn de diplomaten er voor den dienst,
maar als men geen diplomaten meer zou heb
ben, dan zou de dienst in het geheel niet
meer kunnen worden vervuld.
Wat de Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Mij.
betreft, de regeering heeft steeds gehandeld!
in overleg met dio maatschappij. Overigens
hebben de buitenlandsche aandeelhouders tot
dusver* weinig voordeel geshad van de be
moeiingen hunner regseringcin.
Wat nu aangaat do Duitsche taaïefquaestie,
men vergete niet dat al wat den binnenland-
sclien handel betreft, behoort bij waterstaat.
Overigens handhaaft de minister wat hij om
trent deze zaak heeft gezegd.
Dè algeaneene beraadslagingen worden ge
sloten.
Nadat cok bij de behandeling der artike
len nog weer over den consulspost te Pre
toria was gesproken, werd Hoofdstuk Hl
zonder hoofdelijjko stemming goedgekeurd.
De vergadering werd te middernacht ver
daagd tot heden morgen 10 uur.
Berichten.
Do Staatscourant van Dinsdag 8 De
cember 1903 bevat, d© volgende Koninklijke!
Besluiten
op verzoek eervol ontslagen ab notaris te
Amsterdam F. van Houten;
overgeplaatst in rang en ouderdom van
rang bij het wapen der infanterie bij het
leger in Nederlandsch-Indië de 2e luitenant
J. H. Judo, van het 6o regiment infanterie;
in zijn rang bijl de infanterie van het
leger hier te lande en wel bij het 6e regi*
ment de 2e luitenant der infanterie W. J.
M. Linden, van het Nederl.-Indisohe leger;
op verzoek wegens lichaamsgebreken eer*
vol ontslagen uit zijne betrekking do inspec
teur der posterijen on telegraphic in alge-
meenen dienst H. J. Mahieu.
aLs blijk van goedkeuring etn tevredenheid, de
zilveren eerepenning voor menschlievend hulp
betoon en een loffelijk getuigschrift toegekend
aan
P. Krab, schipper van den stoomtrawler „Hol
land UI", wegens moed en beleid, betoond bij
do redding van do bemanning der Noorsohe bark
„Nora", welke 7 Juli 1903 op de hoogte der
Haaksgronden in de Noordzee tijdens hevigen
storm -is verongelukt
«en de bronzen eerepenning voor menscblie
vend hulpbetoon on. een loffelijk getuigschrift
aan
.Si Kolok. mandoer aart boord van het politie-
en communicatie-vaartuig „.Marie" te Lho Seu-
ma-wo, wegens het met levensgevaar redden van
twee Europeesche militairen, in den nacht van
13 op 14 Juli 1902;
J. T. H. de Koning Gans, sergeant-schrijver
van het 4e regiment infanterie, te Utrecht, we
gens liet met levensgevaar ïedden van een kind
uit de. gracht van aen Weerdsingel aldaar, op
26 Augustus 1903
J. Zeegerssigarenfabrikant te Eindhoven,
wegens hot met levensgevaar redden van een
drenkeling uit de rivier do Dommel aldaar, op
28 Aug. 1903;
C. van Tilborg, broodbakker te Prinsenhage,
wegens het met levensgevaar redden van eena
vrouw met haai* kind' uit ihet water aan den
Marksingel te Breda, op 14 Oct. 1903
J. W. Holsbergen, inspecteur-titulair van po
litie to Rotterdam, wegens het met levensge
vaar redden van een drenkeling uit de Zalmiia-
ven aldaar, op 27 Augustus 1903
H. Djjjors, Icellner te Rotterdam, wegens het
met levensgevaar redden van een knaap, die bij
het zwemmen aan het strand te Scheveningen
door den stroom werd meegevoerd, o<p 13 Augus
tus 1903
G. J. L. BuufeveJd, te 's-Gravenhage, wegens
het met levensgevaar redden van een drenke
ling uit het water aan do Nieuwe Haven aldaar,
op 24 Juni- 1903
B. A. van Groningen, werkman te Amsterdam,
wegens het verrichten van verschillende reddin
gen, o. a. eene, met levensgevaar gepaard, van
een meisje uit de Haarlemmervaart te Amster
dam, op 14 Augustus 1898
A. R. van der Hevden, assistent-brugwachter
te Weesperkarspel, wegens het met levensge
vaar redden van een knaap uit de Keulsche vaart,
aldaar, op 23 Augustus 1903
A. J. van Tuyll, drogist te Am-sterdam, we
gens het met levensgeavar redden van een knaap
uit. de Korte Prinsengracht aldaar, op 26 Sep
tember 1903
Ph. ,A. van Olst, notaris te Amsterdam, we
gens het met levensgevaar redden van een knaap
uit de Reguliersgracht aldaar, op 16 Septem
ber 1903;
J. Huvting, werkman bij do gemeentereiniging
to Utrecht, wegens het mot levensgevaar redden
van een. meisje uit do Keulsche Vaart aldaar,
op 18 Augustus 1903
II. de Jonge en K. de Jonge, to Blokzijl, we
gens het met levensgevaar redden van een dren
keling uit dë Havonkblk aldaar, op 26 Juli 1903.
Volgens „Do Avondster een Noord-
brabantsch blad, zou bij H. M. do Koningin
bet ernstige voornemen bestaan, in den loop
van den volgenden zomer een bezoek te bren
gen aan de provincie Noord-Brabant.
K u 1 d e a a n H. M. d e K o n i n g i n-
Moeder. Men schrijft uit 's Gravénhage
Op uitnoodiging van hot hoofdcamdté tot
het brengen van eene bijzondere hulde aan
H. M. de Koningin-Moeder, is een sub-comité
gevormd voor wat bebroft het geven van. twee
voorstellingen cm wel op 22 en 23 Januari a,B.
iu den Koninklijken schouwburg.
Dat sub-comité bestaat uit de heeren: jhr.
E. van Loon, voorzatter; jhr. mr. R. E. W.
van Woede, hofmaarschalk van H. M. de
Koningin-Moeder; J. Hoynck van- Papen-
drecht, kuntschilderC. L. ViDkhuizen, ka
pitein bij het regiment -grenadiers en jagers,
secretaris en jhr. Laonan Trip, le luitenant
bij het regiment grenadiers en jagers, pen
ningmeester.
Van welingelichte rijdo wordt mede-
gedeeld, dat er op het oogemblik geen sprake
kan rijn van vaststelling van plannen tot den
bouw van Koninklijke stallen op het Loo.
Ala attaché militaire bij de Fransche
legatio te 's Gravenhage en te Brussel, is be
noemd de commandant Sibcn, majoor van
het 33© regiment artillerie, ter vervanging
van den kolonel Gallet.
De minister van Financiën maakt be
kend, dat op 5 December 1903 bijl de betaal*