KOLONIËN. BINNENLAND. andoren, worden tegengegaan. Aan een ieder moot de vrijheid gewaarborgd zijn om met zijn eigendom of zijne werkkracht to doen wat hem goeddunkt, zoolang hij geen inbreuk maakt op de rechten van anderen. Omtrent den financieelen toestand deel de do presidout mede, dat de inkomsten in het laatste dienstjaar hebben bedragen 560.396.674 dollars, do uitgaven 506.099.007 dollais, zoodat er een batig saldo is van 54.297.667 dollars Het laat zich voorzien, dat het huidige dienstjaar een zeer gering aaldo zal oplevenspaarzaamheid is daarom noodig en elk denkbeeld, dat kan dienen om do inkomsten ruimer te doen vloeien, verdient overweging. De president vraagt verder de aandacht van het congres voor de voorstellen betref fende het mum-vraagstuk, door hem inge diend in zijne boodschap van 2 December 1902. Voorts staat hij «til bij de noodzake lijkheid oen ongewensehto immigranten ge- boei buiten to sluiten en een eind te maken aan de schandelijke knoeierijen bij natural'- satien, die nog steeds voortgaan. Uit onderzoekingen van den laatston tijd ia ook gebleken, dat bij den postdienst be treurenswaardige knoeierijen en vervalschin- gem voorkomen. Omtrent de uitspraak in het Alaska-grens- geeohil verklaart de president, dat de uit slag in allo opzichten bevredigend mag wor den genoemd, cn een duidelijk bewijs levert van do oprechtheid cn don goeden wil, die tweo bevriendo volken heeft bezield bij hun besluit om te komen tot oplossing van een gewichtig geschil. Over de arbitrage in de Venezuela-quaestie merkt de boodschap op dat een zoo indruk wekkende samenwerking der volken tot het inroepen van de beslissing van het Hof van Arbitrago over een zaak van internati onaal recht in het belang van den interna tionalen vrede, er toe moet leiden dat in du toekomst vele geschillen op dezelfde wijze zullen worden beslecht. Het zal den volken, die nu voor het eerst voor dien rechter ver schenen zijn, veel gemakkelijker vallen dat voor de tweede maal tc doen. terwijl geen enkel volk op de gedachte kan komen dat zijn rechtmatjgc trots wordt gekrenkt door dit voorbeeld na to volgen. Deze overwinning van het beginsel van de arbitrage verdient vuil hartelijken gelukwensch, en opent een gelukkig vooruitzicht voor den wereldvrede. De president dringt aan op een scheep- vaartregellng fiTn uehóeve van de Philippij- nen. Met betrekking tot Panama zegt de bood schap De vraag is eenvoudig of wij het kanaal suilen krijgeu of niet. Do president rechtvaardigt de houding van de Verecnigde Staten eai verklaart, dat de opstand in Pa nama geheel spontaan is uitgebroken. „De Vereenigde Staten zouden zich hebben schul dig gemaakt aan eene dwaasheid en cene aan misdaad grenzende zwakheid, wanneer zij anders hadden gehandeld dan zij deden toen de opstand uitbrak." Midden-Amerika. De Duitsche consul te Colon heeft der regeering van Panama Vrijdag officieel medegedeeld, dat hij bevel ontvan gen heeft ,haar formeel tc erkennen. Dien- tcngcvolgo bracht do consul Zaterdag den prefect een officieel bezoek. Chili. De „Nacionweerspreekt- onomwonden het nieuws, dat Chili zijno in aanbouw zajr.<le kruisers aan Japan of aam Engeland zon hebben verkocht, Afrika. Volgons een to Berbera ontvangen bericht, heeft- oono sterke verkenningstroop van dei» Mullah Mudug bezet. Zuid-Afrika. De Morning Post verneemt uit Pretoria, dat de „White League Zondag eene gr note vergadering heeft gehouden, om to protcs- teeron tegcu den invoer van Aziatische werk krachten. Allerlei. vDe Londonscho bladen berichten, dat Herbert Spencer, de'beroemde Engel- sche philosoof, ligt te zieltogen. v— Thérose Humbert is ernsvg on gesteld. Zij is in het hospitaal van dc ge vangenis te Rennes opgenomen en drinkt, volgens den Matin, uitsluitend melk. Perso nen, die dagelijks met haar iu aanraking ko men, zijn volgens genoemd blad, verbaasd over het bauaio karakter van haar verstan delijke vermogens. Te Bordtaux werd gisteravond weder eene betooging tegen do besteders-kantoron gehouden. De troepen doden een charge. Er werden oen tamelijk groot aantal personen gewond, waaronder ecuigen ernstig. Een aantal personen werden in hechtenis geno men, Te Barcelona hebben de werklieden van het drukJcersbedrijf het werk gestaakt. Do politio verrichte eenige arrcetatiëii. vVolgens een telegram uit Berlijn aan do N. R Ct. is to Dessau de 26-jarige leeu- wontemster mevrouw Fischer, gedurende eene vertooning in een kooi met tien. leeuwen, door do woedende wilde Geesten verscheurd, terwijl hare klcdno kindoren. dia in den cir cus zaten, bij den afgrijselijkon dood van haro moeder moesten toekijken VVolgens do Fiankf. Odcrzeitung z a k- ton Zondagmiddag bij Schwotig 6 ki ade ren door hot i s. 5 meisjes u) eon knaap van den leeftijd van 10 tot 14 jaren. IX» raooder van een dor meisjes snelde toe on redde haar dochtertje oi» don knaap. De overige vier kinderen verdronken. vUit Hamburg wordt aan de Vos* Z'g d.d. gisteren geseind, dat op de Noord zee een hevige sneeuwstorm, gepaard met een dikken mist heerscht. die verschei dene zeerampen moet hebben veroorzaakt.. De stoomboot Alwine, op weg naar Rotterdam, is met man en muis vergaan. Een ge weid'ge golf sloeg over de stoomboot Leading Licht, waardoor vier mannen worden meegesleurd en verdronken. vZooals reeds kert is genu ld. heerscht ïit gehoel Zuid- et» Noor d-11 a 1 ië (Vreesclijk ruw weer. Do C&mpagna, als* I t mede do provinrieëu Aquiia, Salerno en. Ta- ranto zijn overstroomd. Aan do kusten van do Middellandscho Zee heerscht eene gewel dige storm. Ook in Rome is het sedert eenige dagen slecht weer. D e Tiber is zeer geete- gen. Venetië is, zooals gemeld, voor een groot deel onder water gezet. Door wolkbreukachtige regens zijn de vel den bij Ponte Buggiaue overstroomd; ver scheiden^ huizen staau onder water. Van stormweer kan men ook in Noor d-S p a n j o meepraten. Hot spoori wegverkeer is door ingestorte dammen on derbroken. Tusschen Alsasua en Jumarraga bivakkeeren acht treinen. Het stormachtige weer duurt nog voort. vDe stal van Jacques I. Jacques Lebandy heeft een belangrijk be sluit genomen, ten doel hebbende, om tegen over riine „voormalige landslieden'' zijne sou- veroinitodt te bevestigen. Hij heeft kennis gegeven dat zijno renpaarden voortaan op het officieele program alleen onder Keizer lijk étiquet zullen ingeschreven worden. Ziehier de brief, dien de „Société des Stee- plcs-Chases de France Zondag heeft ontvan gen: „Londen, 5 December 1903. Z. M. Jacques I heeft mij opgedragen ter uwer kennis tc brengen, dat de paarden, die tot dusverre hebben geloopen onder den □aam van Jacques Lobaudy, in het vervolg onder den naam van Jacques I zullen lo<> pon, en zulks te rekenen van af 1 Januari 1904. Hidoux, Ordonnans-officier". OOST-IN Dl De correspondent van de N. R. Ct. te Batavia seinde gisteren ,,Do regeering aanvaardde de onderwerping van de pegoestian in Bandjermasin op de aangeboden voorwaarden, inclusief do vesti ging van den prétendent-sultan to Marta- poci'.i. Het stoomschip Flores gaat naai' Poeroek Tjahoo om den pretendent-sultan af te halen. De redactie van genoemd blad teekent hierbij het volgende aan ..Reeds op 13 Augustus jl. maakten Goe-sti- Arsat, de schoonzoon van den pretendent- sultan. en dc hom gevolgde pangarans, onder geleide van den heer Hosselaar, assistent- resident/ der Dceeocmiaoden, hun opwachting h" den resident Gocsti Arsat veklaarde zich aan. het Nederlandsche gezag te onderwerpen en bood, daartoe gemachtigd, ook de onder werping «an van den bepaalden pretendent- sultan Goesti Mohamad Soman, met verzoek om zich to mogen blijven vestigen in het oixlo Bandjermaainscho rijk. Den 16en Augustas keerde Goest i Arsat met- zijn gezaaitsliao naar Poeroek Tjahoo terug, om daar do beschikking dor regeering op het- aanbod van onderwerping dor pe- gocd-ia-u (do sultanspartij met haren aan hang! af te wachten Het heeft dus geruim en tijd geduurd, voor dat do regeering do beschikking genomen heeft, die in bovenstaand telegram wordt medegedeeld. Blijkens bot jongste Koloniaal Verslag was in April van hot vorige jaar door den as sistent-resident aan den pretendent-sultan medegedeeld, dat hom en de zijnen, bij aan neming der onderwerping, ongetwijfeld oen verblijfplaats buiten hot gewest zou wordou aangewezen, onder toekenning van ender stand." Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering van Maandag 7 December.' Staatsbegrooting 190 4. Hoofdstuk II (Hooge collegien) wordt z. i». s. goedgekeurd. Hoofdstuk III (Buitenlandsche zaken.) Algomeene beschouwingen. Do beer Van der Vlugt begint met oen variant op betgeen prof. Buys in den Lvidschen gemeenteraad zeide en zegt: wij zoeken het departement van bui tenia ndscho zaken en vinden het niet-. Zij, die hier in den Haag dc draden in handen hebben van de betrekkingen met het buitenland, schij nen niet steeds doordrongen van het ge wicht van dio taak. Do beide korpsen van de diplomatie en de consulairo ambtenaren staan naast elkander en er heeft in de ver schillend© staten cene voortdurende wisse ling van betrekking plaats. Vandaag diplo maat, ziet men denzclfden persoon morgen optreden in ©ene consulaire betrekking en omgekeerd. Vooral wijst Spr. op den plicht van onze consulairo en «liplomatieke vertegenwoordi gers om do nationale eenheid te bevorderen. In verband hiermede bespreekt hij den ver tegenwoordiger der Neder!, regetringj te Konstantinopel, over wien een bevoogd man zioh zcor bitter uitlaat, terwijl diens vooi- gangcr 2ecr bemind w-as. Uier rijst dus de vraag erf daar de keuze wol op den geschikter persoon is gevallen. Een tweede opmerking betreft dc buitengewone welwillendheid, waarmede do plaatsvervanger van onzen ge zant, jhr. Van Eljs, door den Sultan is ont vangen. Dio uitbundige beleefdheid kan wel eene beteekenis hebben, waarop Spr. de aan dacht vestigt. Thans wenscht Spr. nog een cogcn-blik stil te staan bij do Z.-A. S. M. Reeds jaren ge leden liad onze Regeering kunnen weten dat Engeland streefde naar het bezit van die Spoorwegmaatschap!-i Ourocht noemt Spr het, dat net Britsche gouverneur andere rech ten doet golden, dan door den oorlog ver kregen. Onrecht is het dat .Engeland s plich ten liquideert, die op de vroegere republiek rust. Onrecht noemt hij het, dat Engeland van het personeel dier Spoorwegmaatschappij oorlogsdiensten oischte. Onrecht is het dat eene splitting van aandeden bezit van voor den oorlog heeft plaats gehad. Van den be ginne af bad onze Regecring, ons departe ment van Buitenlandsehe zaken daartegen moeten opkomen en desnoods de arbitrage moeten inroepen van een. paar groote mogend heden, die niet geweigerd zoude zijn. Da| zajg Engeland wel in en het paste de leuze toe verdeel en hecrsch. Reeds verleden jaar werd dcor den heer Van Belandt q> krachtig ingrijpen aan en Spr. zal er niet veel meer van zeggen, maar onze Regeering het beste wenschen. Intcrpellati ©-V a n-W ij o k. De heer Van W ij c k houdt zijne inter pellatie over de Duitseho toltarieven. Hij zet de nadoelen uiteen, welke voor onze tuin bouwproducten daaruit voortspruiten en treedt daartoe in een vergelijking van onzen tuinbouw vroeger en tegenwoordig. Spr. vraagtwat- heeft- de Jtegeeriug ge daan om de te verwachten nadeetige gevol gen van het Duitseli© toltarief, speciaal voor den Ncderl. Tuinbouw, zooveel mogelijk af te wenden en wat denkt de Regeering ver der in deze te doen. De heer Van Asch v a n Wij c k juicht too wat er op het gebied van arbitrage ia gedaan. Spr. hoopt dat het er nog eens van komen zal. dat Frankrijk ook met Neder land een arbitrage-verdrag zal sluiton. Hij zou het echter betreuren, wanneer hot. Franseh-Engelsche type daarbij werd aange nomen. Spr. vraagt of er een Staat is van onze g> zantschapsgcbouwen, eigendommen en stiah- tingen in het buitenland. Is er zulk een staat niet, dan ou hij in overwzeging geven er een to maken mot opgave van grootte en uitge breidheid. Verder vraagt hij of Nederland is toegetreden tot de 19 Maart 1902 gesloten conventie ter bescherming van nuttige vogels. Ten slotte dringt hij er op aan de diploma tieke correspondentie met België in de Ne- derl. taal te voeren. Dc heer Van B y 1 a n d t. vraagt of het waar is dat Amerika een surtaxe zal gaan heffen op onze suikers, en wat de Regeering bekend is van het heffen van een scheep vaartrecht op den Rijn. Ten sterkste dringt Spr. aan op het sluiten van een traefcaat met Duitecblaudl omtrenut uitzettingen. Dit zal cene groote besparing van arbeid geven. Hij betreurt het dat het rap port betreffende van de conferentie omtrent do bescherming van vrouwen zoo laat is ont vangen. Ten slotte waagt Spr. eenige inlich tingen omtrent het ontslag van diplomatie ke ambtenaren. De heer V a n K o 1 constateert dat het mo reel© recht vervangen is dcor wapengeweld, en dat ons gouvernement niet pal heeft ge staan voor onze rechten. Zoo werd niet. gelet op onzen waterafvoer bij werken door Duit-s ch in nd gesmaakt. Over de Duitsche grenzen staat men droog in de landerijen, bij ons in den modder. Do grenzen van Suriname rijn onvol doende vastgesteld, men weet soms niet of men cp Nederlandach of Britsch grondgebied staat. Gewenseht is het- de grenzen zoo spoe dig mogelijk bij trafctaat vast te stellen. Een dorde punt waaruit onvoldoende behartiging onzer belangen blijkt-, is de behandeling dor Indische pelgrims; naar Mekka. Nog blijkt dit uit*den toestand in Macedonië. Zou het geeh tijd worden om da groote mogendheden to herinneren, aan do belo-fte in 1878 gedaan, om aan de Macedonische gruwelen een einde te maken? Verder vestigt Spr. nogmaals de aandacht op Venezuela, en protesteert hij tegen het misbruik dat da groote mogendhe den hebben gemaakt van hun macht, lfij hoopt dat. zij dit ook niet zullen doen bij het. vaststellen der vorderingen. Ton slotte vestigt Spr. do aandacht op de Panama-quaestie, en liij uit don wensch dat do Regeering voorzichtig maar toch met klem zich zal doen geldon. De heer De Vries vestigt do aandacht op de vele ambtenaren van do Z. A. S. Mij., die zonder betrekking rcndloopen met onvol dane vorderingen, cn op het nieuwe Duitseho toltarief in verband met onzen tuinbouw. De heer Tydeman betoogt mede liet grooto nut van arbitrage, en herinnert aan do geschillen die reeds voor het hof alhier behandeld werden. Hulde brengende aan Carnegie voor diens gift tot oprichting van een gebouw cn bibliotheek. Verder vraagt Spr. hoo de verhouding is van on3 land tot Venezuelahoe heat staat met een tractaat met Frankrijk, en wat in het algemeen ge daan wordt op het gebied van arbitrage. Ook Sprekor wijst, op het belang van den tuinbouw voor ons land en op het gevaar dat hem be dreigt door het. Duitsche tolverbond. De vergadering werd des avonds te 8 uur voortgezet De heer Van Raalte bespreekt dc or ganisatie van ons consulaatwezen en moer speciaal het stadium, waarin dat verkeert. Hij bespreekt het nu, omdat het hier geldt het beleid van den minister van buitcnland- sche zaken in het algemeen. Spr. meent, dat het een eisch van van parlementaire heuschheid is om, nu de mi nister gemeend beeft nadere adviezen te moeten inwinnen, nu ook do behandeling dor zaak uit to stellen. Doch onder voorwaarde van spoedigo behandeling, want er is hier inderdaad urgentie in verband met' het goed bezetten der consulaire posten. Spr. betoogt die urgentie ook door te wij zen op den uitslag der consulaire examens. De heer Pompc van Moerdervoort meent dat vele der grieven van den heer Van der Vlugt niet betroffen dezen minister, maar wel het departement in het algemeen. Hot kwam er volgens dien spreker op aan dat on ze diplomatie meer aandacht zou wijdon aan do economische aangelegenheden. Doch juist hoeft deze minister daartoe een stap gedaan, door subsidie aan een internationale stoom vaartlijn. Maar zeide de hoer van dor Vlugt, do hoofdzaak ligt vooral bij de consulaire ver tegenwoordiging doch hij wijst er op, dat. men nu iets geheel anders gehoord heeft, dan in het consulaire rapport werd verlangd. Spr. wijst er voorts op, dat dit rapport eerst in het eind van April ter kennis van den mini'tor is gebracht. Do heer Ure nier is het eens met den heer Van der Vlugt, dat onze diplomatie, vooral tegenwoordig, sterk moet rijn cp eco nomisch terrein. Doch het heeft hem leed ge daan dat do heer Van. dor Vlugt daarbij een blaam heeft geworpen op onzen tegenwoordi- gea gezant to Konstantinopel, die te Was hington ontze handels- cn scheepvaart-be langen uitnemend: heeft behartigd. En ook I waar het geldt zijne werkzaamheid te Kon- I stantinopel. hoeft Spr. in hooge mate weten I to waarderen al wat de gezant gedaan heeft iu bet belang van Öost-Indië. Doek Spr. wil er bovendien op wijzen, dat juist in do laat9te twee jaren onze gezant heeft aangedrongen op benoeming van een secretaris van legatie en om. tct drogman te hebben een daartoe opgeleid Nederlander. En wat betreft do vrees dat onze positie te Konstantinopel zou geleden hebben door hetgeen onlangs aldaar is voorgevallen, meent Spr. ook to moeten opkomen tegen de bewering van den heer Van der Vlugt, alsof de groote beleefdheid) aan den tijdelijken ge zant bewezen, zou rijm een speldeprik jegens onzen definitieven gezant. De heer Vanldsinga bespreekt ook de quaestio van meerdere samensmelting dier di plomatieke en consulaire diensten. In tegen stelling met den heer v. d. Vlugt wenscht Spr. dat de minister niet zal komen tot twee- éénheid, maar de tweeledigheid van diplo mat iekeu en consulairctn dienst zal behouden. l>o heer F o c k bespreekt liet kon. be sluit, waarbij een regeling is gemaakt om trent! den- leeftijd der diplomaten. Hij meent dat de Kamer in dezo wel een oordeel mag uitspreken. Z. i. is de gemaakte regeling zeer zwak en is zij nog zwakker geworden door hetgeen de minister in zijno memorie van -antwoord heeft gezegd'. De Minister van Buitenl. Zaken beantwoordt do verschillende sprekers. Hij was bekoord door den vorm der rede van dien heer Van dca* Vlugt, doch minder -door den inhoud. Iu de eerste plaats meent do minister, dat het onjuist is van Nederland to spreken van oen klein land. Men moet toch niet letten op de grootte, maar op den invloed, dien het kan uitoefenen. En bovendien als koloniale mo gendheid kunnen wij ons wed. als groote mo gendheid beschouwen. Nu zeide de heer v. d. Vlugt-, dat de di plomatieke eu consulairo corpsen wel in el kaar moesten komen, doch rij moesten t-och afgescheiden blijven. Do minister begrijpt dit niet. Verder do taak der diplomatie schetsende, zegt. de minister dat wanneer men onze diplo maten dcor consuls zou willen- vervangen, déze leek st.ceds zouden streven naar een di plomatieke positie. Consulaire opleiding is voor oen diplomaat niet noodig, dat is door den heer Van der Vlugt zelf erkend. En in derdaad is dit zoo. De minister meent verder, dat het zeer verkeerd zou wezen om in Pretoria een diplo maat te plaatsen Engeland zou dit hoogst wacvrsehijinlijk ook niet. d'ulde-n. Het- zou een gTo.vt™ misstap rijin. Wat betreft de zaken van de Zuid-Afri- kaansche spoorweg-maatschappij, men kan over heigeen staat, zelfs in openbaar gemaak te stukken, niet altijd in heb openbaar rede neeren. De minister kan dan ook niet in het openbaar op de gestelde dragon antwoorden. Maar als de heer van der Vlugt wijst op andere Mogendheden, dan moet hij zeggen, dat onze belangen hier anders zijn dan van die Mogendheden. Men weet-, dat England's beweren is dat de maatschappij hare neu traliteit zou hebben geschonden. Doch dit ia onzerzijds nooit toegegeven, maar wel steeds gszegd, dat die maatschappij niet kan be handeld worden als oorlogvoerende partij. Do minister deelt verder mede, dat er voor Nederland geen bezwaar bestaat om toe te treden tot de Parijsche conventie omtren* de bescherming van nuttige vogels. Wat aangaat het gebruik der Nederland- schc taal in onze internat ionaio betrekkin gen met België, de minister meent dat er alle reden is om te blijven bij het diploma tiek gebruik van het bezigen der Fronsche taal. In antwoord aan den heer van Kol zegt de minister, dat omtrent de quaestio der af watering langs de Duitsche grenzen een rap port is uitgebracht. De minister verdedigt verder het Konink lijke besluit omtrent den ouderdomsgrena voor dc diplomatieke ambtenaren en geeft voor dc diplomatieke ambtenaren. Om nu zooveel mogelijk in alle bczwaien te voorzien, heeft do minister genomen den leeftijd van 65 jaren, zijnde bij ons den ge wonen leeftijd voor recht- op pensioen. In Spanje cn Zweden heeft- men gelijken leef tijd aangenomen. Doch nu bestaat geen on bepaalde- verplichting om op 65-jarigen leef tijd te moeten pension neereu, en daarom is gezegd, dat- men ook na dien leeftijd den betrokken persoon nog een paar jaren in dienst kan houden. Men vergete daarbij niet, dat con diplomaat ook in staat moet zijn „figuur" te maken cn dit kan in vele geval len op Gö-jarigon leeftijd niet meer het geval zijn. Do zaak van de grensbepaling in Suriname is zeer moeielijkdoch men blijft rich er rnedo bezig houden. De minister meent dat hei niet op den weg van Nederland zou liggen zich te men gen in de zaken van Armenië eu Macedonië- Wat Venezuela betreft, zegt de minister, dat do gemengde commissie aldaar de Neder- landsche vorderingen heeft erkend. Omtrent de erkenning van Panama is nog geen beslissing genomen. Over ons arbitrage-tractaat met- Frankrijk kan de minister thans niets meer zoggen. Zioh aansluitende bijl hetgeen door den heer Cremer omtrent onzen gezant te Kon stantinopel is gezegd, naar aanleiding der aanmerkingen van den lieer Van der Vlugt, zegt de minister, dat do mededeel ing van de goede ontvangst van onzen tijdelijken gezant juist diende om te bewijzen, dat onze rela ties aldaar met do autoriteiten geenszins ge leden hebben. Do minister zegt dat hij in do consulaire zaak geen beslissing zal nemen, zonder me dewerking der Kamer. Wat het Duitsche toltarief betreft, het is ten eerste nog niet zeker dat het zal worden ingevoerd. Bovendien het tarief zal alleen worden toegepast, wanneer er geen andere bedenkingen zullen rijn gemaakt. Nu is Duitschland reeds met eenige Star ten in onderhandeling getreden. Niet met ons, en dit is ook niet noodig, omdat wij met Duitschland hebben de clausule van be handeling op don voet der meest begunstigde natie, zoodat alle voordeelen aan anderen verleend, ook aan ons verleend moeten wor den. Do minister deelt nu mede wat omtrent- I de belangen van den tuinbouw is gedaan, en T T.TT--I— - STTf— zegt steeds alles te zullen doen om. dio "be langen te bevorderen. Na repliek van do hoeren Van By* landt, F ook, Van Kol, Van der Vlugt (die zegt op de meeste punten te rijn ro is vers taan), Van Asch van W ij c k Van Raalte, Van W-ijjok en Tyde- m a n, blijft de Minister in rijn dupliek opkomen tegen de verlangde samensmolting van diplomatie en cousulairen dienst. Zeer zeker zijn de diplomaten er voor den dienst, maar als men geen diplomaten meer zou heb ben, dan zou de dienst in het geheel niet meer kunnen worden vervuld. Wat de Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Mij. betreft, de regeering heeft steeds gehandeld! in overleg met dio maatschappij. Overigens hebben de buitenlandsche aandeelhouders tot dusver* weinig voordeel geshad van de be moeiingen hunner regseringcin. Wat nu aangaat do Duitsche taaïefquaestie, men vergete niet dat al wat den binnenland- sclien handel betreft, behoort bij waterstaat. Overigens handhaaft de minister wat hij om trent deze zaak heeft gezegd. Dè algeaneene beraadslagingen worden ge sloten. Nadat cok bij de behandeling der artike len nog weer over den consulspost te Pre toria was gesproken, werd Hoofdstuk Hl zonder hoofdelijjko stemming goedgekeurd. De vergadering werd te middernacht ver daagd tot heden morgen 10 uur. Berichten. Do Staatscourant van Dinsdag 8 De cember 1903 bevat, d© volgende Koninklijke! Besluiten op verzoek eervol ontslagen ab notaris te Amsterdam F. van Houten; overgeplaatst in rang en ouderdom van rang bij het wapen der infanterie bij het leger in Nederlandsch-Indië de 2e luitenant J. H. Judo, van het 6o regiment infanterie; in zijn rang bijl de infanterie van het leger hier te lande en wel bij het 6e regi* ment de 2e luitenant der infanterie W. J. M. Linden, van het Nederl.-Indisohe leger; op verzoek wegens lichaamsgebreken eer* vol ontslagen uit zijne betrekking do inspec teur der posterijen on telegraphic in alge- meenen dienst H. J. Mahieu. aLs blijk van goedkeuring etn tevredenheid, de zilveren eerepenning voor menschlievend hulp betoon en een loffelijk getuigschrift toegekend aan P. Krab, schipper van den stoomtrawler „Hol land UI", wegens moed en beleid, betoond bij do redding van do bemanning der Noorsohe bark „Nora", welke 7 Juli 1903 op de hoogte der Haaksgronden in de Noordzee tijdens hevigen storm -is verongelukt «en de bronzen eerepenning voor menscblie vend hulpbetoon on. een loffelijk getuigschrift aan .Si Kolok. mandoer aart boord van het politie- en communicatie-vaartuig „.Marie" te Lho Seu- ma-wo, wegens het met levensgevaar redden van twee Europeesche militairen, in den nacht van 13 op 14 Juli 1902; J. T. H. de Koning Gans, sergeant-schrijver van het 4e regiment infanterie, te Utrecht, we gens liet met levensgevaar ïedden van een kind uit de. gracht van aen Weerdsingel aldaar, op 26 Augustus 1903 J. Zeegerssigarenfabrikant te Eindhoven, wegens hot met levensgevaar redden van een drenkeling uit de rivier do Dommel aldaar, op 28 Aug. 1903; C. van Tilborg, broodbakker te Prinsenhage, wegens het met levensgevaar redden van eena vrouw met haai* kind' uit ihet water aan den Marksingel te Breda, op 14 Oct. 1903 J. W. Holsbergen, inspecteur-titulair van po litie to Rotterdam, wegens het met levensge vaar redden van een drenkeling uit de Zalmiia- ven aldaar, op 27 Augustus 1903 H. Djjjors, Icellner te Rotterdam, wegens het met levensgevaar redden van een knaap, die bij het zwemmen aan het strand te Scheveningen door den stroom werd meegevoerd, o<p 13 Augus tus 1903 G. J. L. BuufeveJd, te 's-Gravenhage, wegens het met levensgevaar redden van een drenke ling uit het water aan do Nieuwe Haven aldaar, op 24 Juni- 1903 B. A. van Groningen, werkman te Amsterdam, wegens het verrichten van verschillende reddin gen, o. a. eene, met levensgevaar gepaard, van een meisje uit de Haarlemmervaart te Amster dam, op 14 Augustus 1898 A. R. van der Hevden, assistent-brugwachter te Weesperkarspel, wegens het met levensge vaar redden van een knaap uit de Keulsche vaart, aldaar, op 23 Augustus 1903 A. J. van Tuyll, drogist te Am-sterdam, we gens het met levensgeavar redden van een knaap uit. de Korte Prinsengracht aldaar, op 26 Sep tember 1903 Ph. ,A. van Olst, notaris te Amsterdam, we gens het met levensgevaar redden van een knaap uit de Reguliersgracht aldaar, op 16 Septem ber 1903; J. Huvting, werkman bij do gemeentereiniging to Utrecht, wegens het mot levensgevaar redden van een. meisje uit do Keulsche Vaart aldaar, op 18 Augustus 1903 II. de Jonge en K. de Jonge, to Blokzijl, we gens het met levensgevaar redden van een dren keling uit dë Havonkblk aldaar, op 26 Juli 1903. Volgens „Do Avondster een Noord- brabantsch blad, zou bij H. M. do Koningin bet ernstige voornemen bestaan, in den loop van den volgenden zomer een bezoek te bren gen aan de provincie Noord-Brabant. K u 1 d e a a n H. M. d e K o n i n g i n- Moeder. Men schrijft uit 's Gravénhage Op uitnoodiging van hot hoofdcamdté tot het brengen van eene bijzondere hulde aan H. M. de Koningin-Moeder, is een sub-comité gevormd voor wat bebroft het geven van. twee voorstellingen cm wel op 22 en 23 Januari a,B. iu den Koninklijken schouwburg. Dat sub-comité bestaat uit de heeren: jhr. E. van Loon, voorzatter; jhr. mr. R. E. W. van Woede, hofmaarschalk van H. M. de Koningin-Moeder; J. Hoynck van- Papen- drecht, kuntschilderC. L. ViDkhuizen, ka pitein bij het regiment -grenadiers en jagers, secretaris en jhr. Laonan Trip, le luitenant bij het regiment grenadiers en jagers, pen ningmeester. Van welingelichte rijdo wordt mede- gedeeld, dat er op het oogemblik geen sprake kan rijn van vaststelling van plannen tot den bouw van Koninklijke stallen op het Loo. Ala attaché militaire bij de Fransche legatio te 's Gravenhage en te Brussel, is be noemd de commandant Sibcn, majoor van het 33© regiment artillerie, ter vervanging van den kolonel Gallet. De minister van Financiën maakt be kend, dat op 5 December 1903 bijl de betaal*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 2