Bi0. 17©. Tweede Blad.
3de Jaargang.
Zaterdag 19 December 1903.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.29.
Idem franco per post. ••/••••- 1.79.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vódr 10 uur
'•morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgeversi VALKHOFF ft C°.
UtrechtscHestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
f0.7S.
O.IS.
Van 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
ÖOST-INDIË.
Van dein civiele®) en militairen gouver
neur van Atjeib en onderhoorigheden is on
der dagteekening van 11 November het vol
gende telegram ontvangen:
Eene patrouille in Boven Keurentoë onder
luitenant Van Vuren omsingelde een huis,
waarin een bende zat. In onze handen bleven
zes dlooden met tweö achterlaadi, drie voor-
laadgeiweren, munitie en blanke wapens; wij
eèn inlaudsch fuselier gesneuveld en één in-
landscli fuselier licht gewond. Aan de
Kroeëng Meuêa in Boven Peusangan word
de schuilplaats oiweawallen! van Téuingkoe
Taib van Awè GeutaJi. Genoemde Teumgkoe
en elf zijner volgelingen snemveldte®biuit:
hun wapens, w.o. een repeteergeweer M. 95.
In Pidië doorzochten eenige patrouilles on
der majoor Van der Maaten het westelijk
deel dei- vallei en legden negentig vijanden
neer, die met vuur- en blanke1 wapens in
handen bleven; een inlaudsch fuselier daar
bij licht geiwond.
T. Di Ini, broeder van Toekoe Brahim
Lho Kadjo en een paar kleinere bendehoof-
den, kwamen met hunne volgelingen in on
derwerping. T. Brahim Blang Mè van het
landschap Lhong (Westkust) kwiam met der
tien volgelingen in onderwerping en leverde
zijfrie wapens in, w. o. een geweer M. 95.
(Java Ct.1*
Onder dagteekenis van 13 en 16 No
vember seinde de civiele en militaire gou
verneur van Atjeb en Onderhoorigheden als
volgt:
I. Toekoe radja Lho vtan Lho Seumowé
kwam met 120 volgelingen in onderwerping.
Luitenant van Vuuren arresteerde in Bo
ven Keureutoë Toekoe Bantah Sjam, den l'aat-
sten vijand uit het Seuleumasche hóófden-
geslacht. In Pidië overviel luitenant Dar lang
op aanwijzing den beluchten Toekoe Mat
Sum an en maakte hem onschadelijk.
II. Een brigade marechaussee onder serge
ant Maaskant, overviel in Toengkob (Pidië)
eene kleine vijandelijke bende, die zes doo-
den en twee voorlaadgeweren in handen liet.
Luitenant Verschuir overviel in gebergte bij
Tandjong ,VII Moelkims)eene vij'andjelijkd
schuilplaatsvier vijanden, volgelingen van
den Imeum van Tandjong, sneuveldenbuit
een Beaumont met 50 patronen, vijf voor-
laadgeweren en blanke wapens. Te Poeloe
Ra ja (Westkust) meldde zich) T. Ali Koeala
uit Oenga met elf volgelingen en leverden
een Beaumont ein een voorlader in. Luite
nant Dersjant overviel met marechaussee in
Kroeëng Sabe schuilplaats bfendehoofd T.,
Radja Poetih, die met acht volgelingen sneu
velde. Buit twee Beaumonts, twee donderbus
sen en veel blanke wapens. Wij een Amboi-
neesahe sergeant licht gewond. Java Ct.
De JavaBodo schrijft:
Da onderwerping van T. Radja Lob is
weer een goed ding, waarin vermoedelijk
Panglima Polèm de hand zal hebben gehad.
Die bevolking van Lho Seumaweh zag toch
in dezen, in 1901 uitgeweken man nog altijd
een adat hoofd, waarom zij hem steeds steun
de, hoe vaak zij daarvoor ook werd beboet
en gestraft. Ook was T. Radja Loh gevreesd
om zijn wreedheid, die niets ontzag. Hij hield
zich meest op in de bovenstreken van Pasei
bij Polèm of de geudongsche hoofden, die,
zooals men weet, allen sedert hunne onder
werping aanboden. In Augustus verleden
jaar bracht hij aan een onzer patrouilles nog
een verlies toe van een gesneuvelde en 3 ge
wonden.
T. Banta Sjam, die in Boven-Eeureutoë
gevat werd door luitenant van Vuuren, is
een jongere broeder van T. ben Seuleuma, die
ook in October 1901 uitweek, maar in Mei
1902 zich vrijwillig weder aanmeldde.
T. Mat Senman is een vulgaire roover.
Het Bat. Nbld. meldt:
De plannen om ook op Atjeh voordeel te
trekken van de militaire wielrijders hebben
nu in zoover vasten vorm aangenomen, dat
besloten is in het begin van bet volgende
jaar een twaalftal wielrijders in Atjeh te
detacheeren.
Onder dagteekening van 12 November
seinde de resident van Palemang als volgt:
Patrouille onder luitenant van Staten ten
Brink, 30 October uit Singkati vertrokken,
bereikte 4 November Rantau Benar (Boven
Toenkal); hoofden en bevolking goedgezind.
Een bij Moeara Tombesi op Talang Betoeng
gesignaleerde bende van Raden Mat Tahir
wist te ontkomenonzerzijds een Amboinee-
scho fuselier levensgevaarlijk gewond.
Hoofden Ajer Ittem leverden beruobten
Peugawa Sareka, gedroste® dwangarbei'deil
uit Palembang, uit. Java Ct.
Zaak-Gentis. De beklaagde Her
man Gentis, die bij vonnis van den raad van
justitie te Batavia veroordeeld werd tot 12
jaren tuchthuisstraf, heeft tegen dit vonnis
revisie aangeteekend.
Cor. Gentis heefti n het vonnis, waarbij hij
veroordeeld werd tot 8 jaren tuchthuisstraf,
berust, doch aan den gouverneur-generaal een
verzoek om gratio gericht.
Kameroverzicht.
Tweede Kamer.
Vergadering van Vrijdag 18 December.
Staatsbegrooting 1904.
Hoofdstuk VII.
Hoofdstuk VU A (Nationale Schuld) wordt
goedgekeurd.
Hoofdstuk VII B (Financiën).
Bijl de TVe afdeeling (Muntwezen) be
spreekt de heer Nolens het in omloop
brengen van vreemd geld in de grensplaat
sen van lam burg. Spr. dringt aan op krach
tiger maatregelen tegen het handeldrijven
in vreemd geld. De strijd moet hoofdzakelijk
gericht worden tegen de nikkelen Blelgisebe
munt. Nochtans zou Spr. niet alle vreemde
munt willen weren, want dan zou het middel
erger zijn dan de kwaal. Hij| verzoekt den
minister in deze practisch te werk te gaan,
en zich niet alleen te laten voorlichten door
theoretici. Een onderzoek ter plaatse zou de®
minister het gewenschte licht kunnen ver
schaffen.
De heer Janssen verklaart er zich mede
ingenomen dat de minister maatregelen wil
nemen om bestaande misbruiken te keeren.
Spr. bestrijdt de bewering va® den heer
Nolens dat de groote toevloed van vreemde
munt een gevolg is van kunstmatige® in
voer. Hij maant in deze tot voorzichtigheid
aan met het oog op den wederzijdsclien han
del. En vooral zij men voorzichtig met het
verbod omtrent de zilveren pasmunt. 9pr.
stelt de vraag of de Muntwet van 1901 bijl
Kon. Bësl. de circulatie van nikkelen, bron
zen en koperen pasmunt kan verbieden en
aan den anderen kant die van zilveren pas
munt kan toelaten. Hij erkent dat er mis
bruiken bestaan. Met' zakken en kisten wordt
nikkelen pasmunt ingevoerd, om een paar
centen winst te maken ten nadeele van de
neringdoenden.
De heer Bos constateert, dat wij, hier
staan voor een hoogst moeilijk vraagstuk-
De groote moeaelijkheid is, dat liet geld in
Zuid-Limburg niet aan de markt wordt uit
gegeven: en weer naar het land van oorsprong
terugkeert, maar dat het in circulatie blijft,
tengevolge waarvan de neringdoenden schade
lijden. Een tweede bezwaar is dat buiten-
landsch geld waardc-meter gaat warden. Wat
de middelen betreft, die aangegeven worden
can het kwaad te keeren, wordt aangegeven
het voeren van de kleine vreemde pasmunt.
Maar hoe ka® dat raiddel worden aange
wend. Dagelijks en dagelijks zulle®1 men-
scihen met kleine pasmunt over de grenzen
komen en gaan om inkoop en te doen e®
de vreemde kleine miuint in omloop brengen.
Spr. meent dat de minister goed zai doen
met geleidelijk het aantal grensplaatsen in
te krimpen, waar vreemd geld mag worden
in omloop gebracht, met ruime gelegenheid
tot inwisseling.
De heer Henalequin geeft den minis
ter den raad om eerst- nog eenigen tijd de
werking der wet van 1901 af te wachten.
De Minister van Financiën (de
heer Harte) wijst op het verschil va® in
zichten dat over deze zaak bestaat. Eener-
zij|ds aandrang om, de® toestand te Late® ge
lijk hijl is, anderzijds verzet daar tegen. l>e
minister stelt zich op het standpunt, dat hij
de wet van 1901 die zich ten doel stelt
vreemde munt te weren heeft uit te vee-
ren. I® de Memi. van Antw. wordt erkend,
dat er groote inaedelij'kheid bestaat, om den
maatregel voor Limburg toe te passen. De
bedoeling is, gelijk duidelijk is gezegd in de
stukken, cm de circulatie van het vreemde
geld tegen te gaan, Stap voor stap zal in die
richting worden gewerkt, met het einddoel
om ten slotte, ook voor Limburg, het vreem
de geld te weren.
Bij de Ve afdeeling (Kosten van admini
stratie der directe belastingen enz.) zegt- de
heer Troelstra niet te kunnen beamen,
dat de voorstellen der commissie, belast ge
weest met het onderzoek der bezoldigingen,
meer zij® in het belang der hoogere, da» in
dat der lager© ambtenaren. Op verschillende
punten blijkt dat de lagere ambtenaren
meer zijn vooruitgegaan da® de hoogere.
Spr. wil daarmede echter niet zeggen, dat
de voorgestelde regeling hem bevrdigd.
Geenszins. De quaestie zat hem niet in de
samenstelling der commissie, maar in den
geest die de maatschappij bezielt. Me® heeft
d© hoeren met hooge tractementen en de
menschen die zich met weinig moeten tevre
den stellen, 't Is weer het gewon© verschijn
sel het verschil tusschen d© meer gegoeden
en de benedcn-peilsche.
Spr. gaat daarna d© voorgesteld© regeling
na en komt dan het eerst tot de commiezen,
die langs dén weg van commies-verificateur
het kunnen brengen tot ontvanger. Het trac-
tement van commies-verificateur zou Spr.
van f 804 met f 100 willen verhoogen. Met de
tracteraents-regeling van de commiezen Ae
kl. kan Spr. zich in het geheel niet vereeni
gen. Hij vindt 480 a 500 gulden gedurende
10 jaren geen bezoldiging voor zulk een©
moeielijke, gevaarlijke betrekking. Wanneer
dit jaar geen voorstel komt tot verhooging,
zal er elk jaar hier in de Kamer aandrang
daartoe komen. Spr. stemt toe, dat d© aan
gebracht© lotverbeteringen een groot bedrag
eischen, maar individueel beteekenen zij
weinig bij do hoogere levenseischen. Er zijn
onder die beambten ook in de groot© 6teden,
die van hunne kinderen wat maken willen
en ze inrichtingen van middelbaar onderwijs
laten bijwonen, om van hen toch eens wat
anders te maken dan vader geweest is. Wan
neer deze verhooging wordt toegestaan, moet
men zich ook volstrekt geen illusie maken,
dat de commiezen tevreden zullen zijn.
Met de standplaats-toelagen zijn d© amb
tenaren volstrekt niet ingenomen. Zal zij
voor alle commiezen gelden of voor enkelen.
Spr. wijst er op dat een adjunct-inspecteur,
di© op zijn 23e jaar in dienst komt, in vier
jaar een promotie maakt van f 200, terwijl
een commies van zijn 9 tot zijn 23 dienstjaar
slechts f 180 promotie maakt. ZichJ afvra
gende welk systeem de minister gevolgd
heeft, vraagt Spr. den minister dit nog eens
te herzien. Er is niet het minste verband
tusschen de klasse der plaatselijke toelage en
de klasse der personeel© belasting. Voorts
vraagt Spr. inlichtingen omtrent de toela
gen voor nachtdienst in do suikerraffinade
rijen.
Daarna behandelt Spr. de vraag in hoe
ver voor de ambtenaren de gelegenheid be
staat zich uit eigen categorie te verheffen
tot een hoogere categorie. Voor den dienst
is dat zeer gewenscht, voor den ambtenaar
is het een prikkel. Opleiding tot ontvanger
is geen heksenwerk. Iemand met een ge
woon stel hersens kan dat worden. De bet-
doeling is, invaliede commiezen te plaatsen
aan kleine kantoren als commies-ontvanger.
Intellectueel doen zij hetzelfde werk als een
ontvanger, en waarom drijft men dan die
betrekking zoo hoog op? Niet anders dan
om jongelui uit de hoogere klassen te krij
gen. Laat men cursussen openen tot oplei
ding van commiezen, tob ontvanger, dan
behoeven de tractementen niet zoo hoog
opgeschroefd te worden. Hiermede is Spr.
gekomen tot de commiezen-verificateur, wier
positie er niet op verbeterd is, gelijk hij
uiteenzet. Vooral het verzwaard© eixamen
heeft hen een groote hinderpaal tot promo
tie in den weg gelegd. Zeer verkeerd acht
Spr. het dat de jongelieden, die gezakt zijn
voor surnumerair, langs een omweg gebracht
worden tot commies-verificateur en ontvan
ger. En waar men wijst op de noodzakelijk
heid voor den commies-verificateur, om
vreemde talen te kennen, daar vraagt Spr.,
w&t heeft de administratie gedaan om aan
hoogst verdienstelijke ambtenaren gelegen
heid te geven om talen te leeren?
Spreker vraagt aan den minister of hij
uit eigen ervaring kan getuigen, dat het
werk van de commiezen verificateurs minder
is da® van de aspirant-verificateurs. Hij kan
uit ervaring zeggen dat het «niet in het be
lang van de schatkist is, om het visitatie-
wenk te nemen uit handen van de comm.-
verificiabeur en te leggen in handen van de
aspir.-verificateur.
De heer Fock deelt de grieve®, door den
heer Troelstra geuit, doch wil een andere
quaestie behandelen. Hij vraagt of de oplei-
dingskoste® voor Indische jongelui in reke
ning kunnen gebracht wenden bijl de bereke
ning van dc Bedrijfsbelasting. Door den
Hoogen Raad is uitgemaakt, dat die kasten
niet onder de bedrijfsbelasting vallen, maar
niettemin heeft de minister een© onderschei
ding gemaakt tusschen rechtstreeks en niet
rechtstreeks gemaakte koste®. Spr. wenscikt
vrijstelling van minderjarigen, die zelf het
geld voor hunne opleiding in handen krij
gen.
De heer Merkelbach kan zich niet
vereenigen met de terzijdestelling van de
commiezen-verificateurs. Hij ziet volstrekt
niet in dat de aspirant-verificateur beter
diensten zal bewijzen. De practijk leert het
tegendeel.
De heer Van der Berch van Heem
stede vraagt of niet eene regeling kan wor
den getroffen dlalfc de boekhouders bijl de be
lastingen, spoediger hun maximum van f 1500
bereiken en of ook zij niet aanspraak kun
ne®: maken op eene standplaats-toelage.
De heer Van R a a 11 c erkende de moei
lijkheid eener nieuwe regeling van de salaris
sen, ook met het oog op de fmantieele zijde
van het vraagstuk. Spr. brengt een woord
van hulde aan de oommissie van de hoofd
ambtenaren. Al waardeert Spr. al het- goede
in de regeering, toch heeft zij ook teleurstel
ling gewekt. Dat is natuurlijk niet t© ont
gaan geweest. Leemten zijn er overgebleven
en dus gelegenheid tot critiek. De cijfers
laat Spr. rusten, maar wil sproken over de
grondslagen, der tractemont6-regeliug. Ook
hij heeft bezwaar tegen dc plaatsing van
aspirant-verificateurs bij d© invoerrechten, in
plaats van commies-verificateurs.
Dé heer D u1 y m« a r va.» Twist pleit
f voOr de lotsverbetering van de Rijksklerken
bij d© belastingen. Spr. is dankbaar voor de
reeds aangebracht© financieel© verbetering,
j maar betreurt het dat het aanvangstracte-
ment zc»o laag is. Hij dringt er bij den Mi®,
op aan het aanvangssalaris op f 500 te stel
len en vlugger promotie.
1 De heer Roessingh verklaart zicli in
genomen met de voor de Rijksklerken aan
gebrachte verbetering emi laat de tractemeuts-
rogeling verdér ruste®, oan te komen tot
's Ministers voorstel oan honderd ooitnmietsen
meer aan de grenzen te plaatsen, met hot
oog op de sudkersmokkelarij, die «gelijk de
minister het uitdrukt reeds het hoofd
begint op te steken. Begint, want wij|
zijn er nog lang niet. Het zal veel erger
worden en groote offers eischen. Maar erger
dan de financdeele zijde van het vraagstuk
is de mareele zijde. Weldra zullen de com
miezen weer tegenover de smokkelaars staan
met al do daaraan verbonden gevolgen. Spr.
hoopt dat de minister spoedig met een
tegenwicht zal komen, nl. met verlaging vau
den suikeracoijns.
De heer Van Vliet vraagt of het doel
met de nieuwe tractemientsregeling zal be
reikt worden, ml. het tractcment te brengen
in overeenstemming met den tegenwoordige®
levensstandaard. Ook Spr. vraagt eene betere
regeling der standplaatstoelage.
De heer Ketelaar vraagt eenige in
lichtingen omtrent de bevordering der Rijks
klerken, omtrent hunne indeelingomtrent
de commiezen bij bijzondere instellingen t©
Amsterdam), met betrekking tot hunne pen
sioenberekening en oqjtrent de commiezen,
die reeds geslaagd zijn voor verificateur. Ten
slotte vraagt Spr. hoe het staat met de ver
betering of vermeerdering van d© belasting
kantoren te Amsterdam.
De hoer He ls dingen sluit zich aan bij
den aandrang tot lotsverbetering van de
Rijksklerken.
De heer Van Wichen klaagt er over
dat nu aam de boekhouders de gelegenheid
is ontnemen om ontvanger te kunnen wor
den.
De heer Bos zal als twaalfden spreker over
hetzelfde onderwerp kort zijn. Hij sluit zich
aan bij het gesprokene, doch betreurt het dat
niet in eens oene regeling is getroffen die
deze zaak voor goed, althans voor geruime®
tijd, van db baan brengt, hetgeen met d©
voorgestelde regeling niet geschiedt. Met den
lieer Troelstra keurt Spr. het af dat men
docrr het opdrijven der eischen personen uit
d© lagere standen belet op te klimmen, maar
me® mag ook niet voorbijizieu, dat het ont
vangers wezen hoogere eisohen stelt. Sipr. bo
treurt het, dat er van regieeringsweg© niets
wordt gedaan om die lagere ambtenaren d©
hand te reiken om hen te helpen opklimmen.
De heer Van Limburg Stirum is
het met den heer Troelstra eens en dat ge
beurt zeldzaam (de heer Troelstra maakt eene
buiging), dat het aanvangstractement der
commiezen 4e klasse moet verhoogd worden.
De Minister van Financiën (d©
heer Harte van, Tecklenburg) betwist dat door
het departement- van Financiën het arrest
van de® Hoogen Raad inzake de Bedrijfsbe
lasting niet juist wordt toegepast. Het arrest
zelf geeft aanleiding tot het onderscheid door
het Dep. van Financiën gemaakt. Verder
werd behandeld de smokkelarij". De minister
tracht het begin met de meeste kracht to
smoren. Is dlat niet het beste? De minister
heeft gemeend direct maatregelen to moeten
nemen e® meent daarvoor het goede middel
te hebben gekozen en hij hoopt dat het effect
zal hebben.
Thans de voorgestelde tractementsregeling.
De minister heeft zich! geen oogenblik voor
gesteld dat zij ieder bevredigen zou, maar de
minister heeft reden om tevreden te zijn over
de gemaakte opmerkingen en over de wijze
waarop zij gemaakt werden. Ook de minister
betuigt hulde en dank aan de oommissie.
De heer Lioftinck: Leve de commissie.
D© Minister gaat niet in op de be
schouwingen van den heer Troelstra omtrent
de maatschappelijke verhoudingen. Hij gaat
ook niet in op den aandrang om de aanvaugs-
tractementen der commiezen te verhoogen.
De minister wijjst op de aanzienlijke verbe
teringen die in verschillende opzichten zij®
aangebracht. De bestaande vooruitzichten
van do commiezen-verificateur zullen zoo
loyaal en zoo royaal mogelijk worden uitge
voerd binnen redelijke grenzen. De inspec
teurs zijn van oordeel, dat de oommies-veri
ficateurs niet zulke goede diensten bewijzen
eu kunnen bewijzen als de aspirant-verifica
teur. De minister wil zooveel mogelijk in de
hand werken het opklimmen van ambtena
ren uit de lagere klassen, die capaciteiten be
zitten en binnen zekere grenzen wil dè mi
nister ook opleiding bevorderen. Alleen voor
de commiezen 3© klasse zal d© laagste stand
plaatstoelage gelden. De boekhouders behou
den hun titel, waarop zij prijk stellen. Hun
toestand wordt niet slechter. D© rijksklerken
maken een goede geldelijke promotie. De
geslaagde commiezen-verificateurs behouden
hunne aanspraken.
Bij de 6e afdeeling (Registratie) betoogt
de heer Willing©, dat de inspecteurs van
de registratie met met de fiscaal en niet te
goed van vertrouwen mogen rijm.
De Minister heeft met genoegen die
opvatting vernomen en deelt mede, dat te
groote fiscaliteit zou worden tegengegaan.
Bij art. 53 (tollen) dringt de heer Smddt
er namens de Comimi. van Rapp. op aan om
een post van /"158025 voor inkoop va® eene
leening vrijmaking van tolle® op rijkswegen
van de begrooting af te nemen en bij supple-
toire begroeting voor te dragen.
De Minister neemt den post terug on
zal hem bij suppletoirs begrooting, opnieuw
voordragen.
Bij, de 7e afdeeling (kerkgenootschappen)
komt d© heer Loh nu an op tegen het uit
trekken van nieuwe traktementen en ver
hoogingen van traktementen van predikan
te®. Spr. is tegen uitbreiding van Staatsbe
moeiing in deze.
Bij de 8e afdeeling (pensioenen) dringt de
heer Sm e enge aan op spoedige indiening
van een wetsontwerp, betreffende inkoop van
vroegere diensten. Verder vraagt Spr. orn. we
duwen, di© hertrouwd zij®, dlooh op baar
verzoek gescheiden zijn, weder in het genot
van pensioen te doen treden. -
De Minister zegt-, dat het cerate om
derwerp niet alleen zijn departement regar
deert. Hiji hoopt in den loop van dit zit
tingsjaar met ee® wetsontwerp te kunnen
koane®.
Voldoe® aan den eisch om het pensioen
aan weduwen terug te geven, zou aanleiding
geven tot vermeerdering van echtscheiding
en misbruiken.
De overig© artikelen worden goedgekeurd
e® hoofdstuk Financiën aangenomen.
Voorts werden goedgekeurd eenige supple-
toire begrootingen van financiën over 1902
en 1903 en het verslag der algemeene re
kenkamer over 1902.
Heden 10 uur Oorlog.
Berichten.
Vrouwen ïn do Drankwet-
commissies. Het bestuur der „Vereoni-
ging tot verbetering van den maatschappe
lijke® en den rechtstoestand der vrouw in
Nederland", heeft aan d© Tweede Kamer ee®
adres gericht, waarin het O. m. zegtdat het
met belangstelling kennis genomen hebbend
van het in het ontwerp van wet tot "wijzi
ging der Drankwet opgenomen voorstel, om
de zorg voor de naleving der wet in gemeen
ten met meer dan 10,000 inwoners mede op
te dragen aan ©en of meer commissies van
ingezetenen art. XXVI van het ontwerp
bevattende het in d© wet op t© nemen art.
15 zeer tot zijn leedwezen heeft gezien,
dat in die oommissies slechts mannelijke in
gezetenen zullen kunnen worden benoemd;
dat d© uitsluiting van d© vrouwen bij do
ingeroepen medewerking van de burgerij tot
bestrijding van het drankmisbruik niet al
leen onbillijk is tegenover de Nederlandsck©
vrouw, die aan dien strijd vaak op doeltref
fend© e® krachtige wijize heeft deelgenome®,
maar om die reden ook in niet gering© mat©
de kans doet verminderen dat het doel zal
bereikt worden, hetwelk d© regeering met
haar voorstel beoogt-;
dlat iu vel© kringen dor maatschappij),
waarin het drankmisbruik zijn© verderfelijk
ste gevolgen doet gevoelen, het juist de vrou
wen rijn die het diepst onder die gevolgen
gebukt gaan en ook daarom vel© vrouwen uit
verschillende maatschappelijke kringen en
van zeer onderscheiden richting zich, gelijk
d© ervaring hier en elders heeft aangetoond,
steeds krachtig opgewekt hebben gevoeld aan
den maatschapplijken strijd tegen het drank
misbruik deel t© nemen;
dat dus het belang van don voorgestelden
maatregel e® de erkenning van hetgeen door
de vrouwen reedö ter bestrijding van het
drankmisbruik is verricht, zichi gelijkelijk te-
ge® hare, door niets gerechtvaardigde uit
sluiting van den hier beoogden maatsokappe-
1 ijken arbeid) verzetten.
Het bestuur verzoekt ten slotte de Kamer
het daarheen te wille® leiden, dat door <ie
schrapping van het woord mannelijk in dé
bedoelde bepaling ook vrouwen in de voor
gestelde oommissies zullen kunnen worden
benoemd.
D© herziening <ler Drank
wet. De verecniging „Bierhuishoudersbond
gevestigd t© Rotterdam, met afdeelingen te
Amsterdam, 'a Gravenkagc, Breda en Til
burg, goedgekeurd bij Kon. besluit, heeft
zich met een adres tot de Tweed© Kamer'
gewend in zakö hot Drankiwetxmtwerp.
Haar hoofdbezwaar is, dat difl ontwerp
handhaaft het „schreeuwend© onrecht", dat
aan den eene® burger do uitoefening van een
beroep is toegestaan, waarvan d© uitoefening
aan den anderen burger is verboden, waar
van do uitoefening door dien anderen bur
ger zelfs strafbaar is.
Eu al erkent adr. dat in dat zelfde ont
werp verschillende bepalingen rijn opgeno
men of bestaande bepalingen verscherpt,
waardoor beter© bepalingen in het leiven
worden geroepen omtrent do moraliteit van
dengeen, die sterken drank in het klein ver-
koopen mag, omtrent den toestand, waarin
de lokalen moeten verkeeren, waarin die
drank mag worden verkocht, allo welke be
palingen de volkomen instemming van re-
questanten wegdragen, zij begrijpt niet waar
om die vergunning tot dien verkoop niet
aan olk burger van den Nederlandschen
Staat, die aan de eischen voldoet, aan elk
Nederlander die de lokale® brengt in een
toestand, waarin deze bohooren te zijn, wordt
toegestaan.
Vervolgens worden nog oenigo grieven te
gen het ontwerp-Drankwet geuit en ge
wenscht© wijzigingen in overweging gegeven.