KOLONIËN. BINNENLAND. listen in het departement Treinta y Tres heb- bon zich bij de opstandelingen gevoegd. De regeeringstrocpen hebben aan do Bra- riliaanscho grons acht wagens met wapenen en munitie buit gemaakt. Zij verrasten in den nacht van -1 Januari in het- departement Maldonado de oproerige troepen van kolonel Munez cn dreven ze geheel uiteen. Zuid-Afrika. Aangaande het ontwerp-besluit tot i n- voering van Aziatische (Chinoesche) workkr acht en in Zuid-A frik a loo- pen 'do meeningen der Londcnsche bladen uiteen. De Standard o. m. vindt de aange kondigde voorwaarden, waarbij de invoer zal zijn toegestaan, niet voldoende, terwijl de Daily Telegraph ze streng vindt, maar vol doende, om de voor den Rand bonoodigde 1 Chiaeeache werkkrachten te leveren. i Allerlei. V-— De staking te Barcelona. Dé onderhandelingen tusschen de scheep- vaartmaatschappijen en de stakende zeelie den zijn mislukt. Geen schip heeft de haven nog verlaten. De strijd is ernstiger gewor den. Janmaats uit Cadiz, Alicante en an- doro havens hebben zich bij de beweging i aangesloten. Op 27 schepen ontbreekt de bemanning én 800 arbeiders loepen met de handen in de zakken. vDe bestuurders van den Iroquois- schouwburg te Chicago hebben bij 'bet onderzoek erkend, dat aan het perso neel geen instructies waren gegeven om trent maatregelen, die in geval van brand te nemen waren. De 11 nooddeuren bleven tijdens de paniek gesloten. vIn Tripolis heerscht eono pokken epidemie, die reeds verscheidene slacht offers heeft gemaakt. De regeering heeft be sloten, de inlandsche bevolking met dwang te doen inenten- OOST-IN DIÉ. In verband met het telegram, dat 'dc N. R. Ct. gisteren avond van haren correepcnv dent te Batavia ontving (zie do middag-uit gave van heden) laten w: Uier volgen, het geen onlangs aan het Soer. Handelsblad werd geschreven door Oloh Dajak W»j lezen daarin o. m. „Nui ongeveer veertien dagen geleden is de lang gewenschto beslissing van de Regee ring gekomen, cn wel in den geest, zooals wij dio hoopten en verwachttenArsad's on derwerp! ngs-voorstcl is' aangenomen cn de Sultans-famihe zal zich in de benedenstre- ke'n komen vestigen, maar de Regeering eischt, dat ook do oude pretendont-sultan. Goesti Saman, zal mede komen naar Baud- jeraasön. Dit schijnt nog een punt van over weging te zijn bij de heeren daarboven; wij weten, dat Goesti Saman persoonlijk nog nimmor met het bestuur in aanraking is ge weest, cn steeds »jn gezanten ter conferen tie afzond. Komt hij niet mede naar bene den, dan is ue vrede nog niet geteckcsid, en Kullen de vijande 1 ijldioden onvoorwaardelijk worden horvat I>aat. ons echter haasten, hier bij te voegen, dat die vijandelijkheden van onzen kant niet op denzelfden voet als tot heden het geval is geweest, zullen wonden voortgezet., maar dat gebruik zal worden gemaakt van inlandsche hulptroepen, dit is iets, dat vaststaat; uit welke elementen ech ter dio hulptroepen zullen bestaan, en welk inlandsch vorst zo ccs zal leveren, is ons nog niet bekend. Laten we echter hopen, dat men onmiddellijk de handen in elkaar heeft geslagen eau hierin zekerheid te verkrijgers opdat wij onverwijld den strijd kunnen aan vangen, wanneer wij daartoe genoodzaakt mochten zijn. De heer Hosselaar, adsistent-residont te Moeara-Teweh. is de blijde boodschap per soonlijk naar den ouden Sultan gaan bren gen. Dat deze intusschen niet ongestoord rijn rust geniet, moge blijken uit het yol gecde:. eon paar dagen geleden kwant hier uit Pöèroek Tjahoe <:©n schrijven van den post commandant, aldaar, vergezeld van. af schriften van een tweetal brieven vanwege Goesti Saman, waarin hij dringend om hulp verzoekt, omdat de toestand in zijn eigen land voor hem onhoudbaar tras geworden. Hij richtte dit verzoek rechtstreeks aan den administrateur van Loë-Katiaug. een onderneming iets bovenstrooms van Moeara Terweh gelegen, cn verzocht decor hein voor- loopig een onderdak te bcoorgcn, totdat door dc rcgccring omtrent hem een beslissing zou zijb genomen. Bovengenoemde administra teur, geen Maleisch verstaande, verzocht den afgezant het verzoek van den sultan op schrift te zetten, waarna hij zou zorgen dat het bestuur hiermede in wetenschap zou wor den gesteld. Bovendien werd te kennen ge- gevet», dat de pretendent-sultan binnen do veertien dagen naar Bandjermasin zou komen afzakken. Wij moeten dus afwachten, wat er gebeuren zal. Het was ons wel sedert eenigen tijd bekend, dat het kamponghoofd Ba toer, een vac. Soman's krachtigste medehelpers, rich in den laatoten tijd bij zijn volk wat onmogelijk gemaakt had, zelfc in die mate, dat zijn eigen menschen op hem hadden ge schoten. Van deze zijde viel dus ook geen hulp meer to verwachten, eu hot schijnt Goesti Saman wat benauwd om 't hart. ge worden te zijn. Uit Soerabaja word dato 7 December aan do «JavarBode" geseind In aansluiting met den brief van Oloh Dajak in het „Soerab. Handelsblad" ontving dit blad eergisterennamiddag het telegra fisch bericht uit Bandjermasin dat het flot- tieijefa&rtuig Flores naar Poeroek Tjabo© waa opgestoomd om den ouden pretendent- eult.m af to halen. Hot Indische ..Nieuws van den Dag" van 8 December meldt: Het advies van den rand van Indiö Miobielsen, om do belofte aan de sultan-par- tij als niet gedaan te beschouwen, wordt door alle leden van den raad gedoeld, met thteondenng van één lid, dat zijn advies af zonderlijk bij den gouverneur-generaal in diende Na raadpleging van den heer Snouck Hur- gronje, wordt dit advies gevolgd. Laatstgo, nooxnde adviseur gaf do regecring in over woging, do pagoc3tian niet t© Martapoera, maar te Bandjermasin to interneeren. Geen noodelooze wreedhe den bij do Korintji-expeditie. De kapitein der genie, do Gaaij Fortman, schrijft in do Java-Bode, het betreurenswaar dig te vinden, dat sommige oorlogscorrespon denten bij de Korintji-expeditie zoo weinig gevoeld hebben de zwaro verantwoordelijk heid, die op een voorlichter van de openbare meening rust. ,,In sommige stukken zijn fei ten totaal onjuist en verdraaid weergegeven; de zucht, om correspondenties te leveren, die pakten, die gelezen en- besproken zouden wor den, heeft enkelen parten gespeeld. Voorna melijk bij het verhaal van do inneming van Poelau Tengah heeft men voorstellingen ge geven, met do waarheid totaal in strijd. Ze ker, er zijn droevige tooneelen afgespeeld, maar onwaar is het, dat officieren en solda ten als beulen, als wreedaards zouden zijn op getreden. Onwaar is het o.a., dat de kampoug over de hoofden van de fusetiers, die den wal beklommen, zou zijn in brand gestoken door een mandoer der dwangarbeiders, dat huizen met bewoners er in door op de daken geworden flesschca met brandende petroleum in vlam zijn gezetj dat de handgranaten der Sniesoldaten met glasscherven waren gevuld. wij hier niet denken aan opzettelijk on ware voorstellingen, maar het is mij geble ken, dat bij vele personen in kritieke oogen- blikken de tmrscnwerkiug zoo abnormaal is, dat ze de ware toedracht vergeten zijn, maar. omdat ze er bij rijn geweest, willen zij er toch latex van vertellen, en dan wordt er vaak niets dan eigen fantasie gegeven." De heer d. G. F. geeft vervolgens onder staande beschrijving van de tweede bestor ming van Doesoen Babroe Poelau Tengah en wat daaraan voorafging. „Nadat de aanval op deze kampong den 19. Juli was mislukt, stroomden alle vijan den van ons gezag daarheen. Van daar was do victorie begonnendoor de Poelau Ten- gahers zot» de Companie uit Korintji wor den verjaagd. De priesterpartij zweepte het volk tot het uiterste fanatisme op; de adat- hoofden, die niet oorlogszuchtig waren, wer den afgezet, doch gedwongen mede to vech ten de hoofdpanghoeloe was de eerste per soon geworden. „Gedurende de voorbereiding voor den tweeden aanval, werd, in opdracht van den expeditie-commandant, door den regent van Indrapoera een brief geschreven aan de in- woners van Poelau Tengah, hen aanmanen de, zich over te geven, daar ze op den duur toch ons gezag niet konden weerstaan. Wil den zij echter hij hun verzet volharden, dan werd hun verzocht, ten minste vrouwen en kinderen uit de kampong weg te voeren, daar het de cbmpanie leed zou doen, ook dezen te moeten dooden. Op een overeen te komen dag zouden dan onzerzijds geen patrouilles worden uitgezonden. „Het antwoord luidde, dat Poelau Ten gah's inwoners te goede volgelingen van den profeet waren, om rich aan de kaffers te onderwerpendat zij overtuigd waren, dat wij de kampong niet zouden kunnen nemen, maar, mocht de krijgskans tegeu hen zijn, welnu, allen, met vrouwen en kinderen had den zich ten doode gewijd en zouden weten te sterven. „Den 9. Augustus had de tweede bestor ming plaats. De geniesoldaten, die zouden deelnemen aan den aanval, waren voorzien van handgranaten, de meesten alleen uit spnngslof bestaande; een drietal bestonden uit springgelatin© in ledige blikken, waarbij afval van oude geweren en spijkers waren gevoegd, omdat men geen ander staal- of ijzerwerk kon krijgen. Degenen, die bet kun nen beoordeelen, zullen echter dadelijk toe geven. dat de uitwerking dezer granaten niet verschilt van die der brisante granaten, die in de moderne legers tot do artillerie-uitrus ting bc-hooren. Door de zeer zware lading wordt het ijzer in kleine stukjes verdoeld, zoodat de oorsproenkelijke vorm daarvan er niets toe doet. „Het is bekend, dat brisante granaten vree6clijko verkondingen kunnen veroorzar kon, maar is dit ook niet hot geval met onze moderne geweven, wanneer ze op kort® af standen beenderen raken Niemand zal toch eischen. dat daarom niet op kort© afstanden van het infanterie-vuurwaepen gebruik mag worden gemaakt. De vijand Was voor ons on kwetsbaar achter de dikke wallen van rivier- steen en gaf door do schictkokers rustig vuur af op de aanvalêcolonnes, die een open ter- rcinstrook van ruim 100 meter moesten door- loopen. Op drie passen voor den wal stond oen zeer stevrige bamboepaggor. dio moest worden opgeruimd. Deze opruiming vorderde eenigen tijd, en menigeen stortte gedood of ge wond neer. Het was den geniesoldaten ver boden, anders dan op uitdrukkelijk bevel de zoogenaamde zwaro handgranaten te wer pen. Welnu, toen te zware vcrliezon intraden, werd op bevel van den commandant een dier werptuigen naar binnen geslingerd in het bas tion. Hierop week de vijand op dit punt van don wal terug en kon in d© kampong wor den doorgedrongen. Maar dc omtembare moed der Korintjiërs was nog niet uitge doofd. Van uit en onder de huizen werd een moorddadig vuur op onze troepeu afgegeven; een der binnengedrongen sectiën verloor o.a. meer dan de helft harer manschappen. „De expeditie-commandant had deze hard nekkige verdediging voorzien, petroleum was meegevoerd, om, indien het niet anders kon, de kampong in brand te steken en zoo den vijand door den rook te dwingen, de verster king te ontruimen. De commandant der aan- valsceoloune overzag d® zware verliezen, die aan onze zijde intraden, reeds 44 soldaten waren gesneuveld en gewond. Moest huis voor huis genomen worden, dan zoudon er zeker nog evenveel door 't vijandelijk lood getrof fen worden. De tijd is voorbij, dat soldaten kanonnenvlccsch werden genoemdeen offi cier, die rijn plicht beseft, voelt de verant woordelijkheid voor het leven züner solda ten, begrijpt, dat elke druppel bloed kost baar is^ ook van do minsten hunner Ieder, dio bet lijden onzer gewonden gezien heeft, den pijnlijken trek op het gelaat, der gesneu velden, de levenslang verminkten, zal het billijken, dat hier have en goed der vijan den werd opgcoficrd om velen der onzen to sparen. Bovendien was het gebiedende oor- logsnoodzaak, onze verliezen tot het mini mum te beperken, we dachten niet anders dan dat den volgenden dag nog twee zwaar verstrekte kampongs moesten genomen wor den, waarvan een nog uit twee afzonderlijke versterkingen bestond, en de expeditie-com mandant had nog geen vier compagnieën te zijner beschikking. Het bevel tot het in brand steken werd gegeven. Het was een hard ding alle eigendom"-en van onze vijanden, die we om hunnen taaien moed eerden, te moeten vernielen. Tranen stonden ons reeds in de oogen bij het zien der vele menschenlevens, der vrouwen en kinderen, die ons artillerie ën geweervuur had gedood. Maar ook dit werk moest verricht worden. Twee rijstschu ren, do lodigstaande mendersah (bolehuis), en do ingangspoort werden in brand gesto ken. Reeds een kwartier daarna stond ook een woonhuis in brand, en na een half uur was de geheele:._ kampong een vlammenzee. Verscheidene vijarjden zullen gevlucht zijn naar de zijde van het meer en ook naar de Noordzijde, waar dichtbegroeid terrein aan de kampong grensde. Volgens mijne overtui ging hadden allen kunnen vluchten; te meer daar de duisternis begon in te vallen en de gloed der vlammen ook onze mannen dwong tot den wal terug te gaan. Alleen de open sawahstrook tusschen Doesoen Bahroe en de hoofdkampong Poelau Tengah werd door ons vuur bestrekenwie zich daar waagde werd neergeschoten. We konden het niet ge- doogen, dat waar we niet anders dan den volgenden dag de bestorming van de hoofd kampong in het vooruitzicht hadden, onze bestrijders van heden, zich zouden voegen bij hon. die wij den volgenden dag meenden te moeten bevechten. Het overgroot© deel der verdedigers schijnt er niet aan gedacht to hebben de kampong te verlaten, bleef in de huizen cn kwam jammerlijk in de vlam men om. Is het doodsangst geweest, die hen er deed blijven, was het leven hun niets meer waard, toen ze al hunne eigendommen in Vlammen zagen opgaan, of was het fanatisme. Waarschijnlijk een mengeling van dit alles. Dit sta echter vast, dat bij het in brand ste ken van de kampong niemand onzer besefte, dat een paar honderd menschen hier den dood zouden ingaan. „Een bewijs, dat ook in de hitte van het gevecht, onze soldaten niet- door een bloed dorst als die der Turken werden beheerseht, is het volgertde, dat ik zelf - aanschouwde. Kort nadat we in de kampong waren door gedrongen, toen van 'alle kanten op onze soldaten geschoten werd, zagen we plotseling een knaapje van 8 a 10 jaar uit een der hui zen vluchten, naar het achterste deel van de kampong. Van verschillende kanten hoor de men roepen„niet schieten, het is een kind"De mannen waren blijkbaar in het midden van den strijd er nog op uit, om, waar het kon, een menschenleven te sparen." De schrijver hoopt door deze kort© be schrijving bij de lezers de overtuiging te wekken, dat bij de Korintji-expeditie geen noodelooze wreedheden rijn gepleegd. De correspondent van de N. R. Ct. te Batavia seinde gisteren: „Een bandjir in. de Auei-kloof sloeg de spoorbaan op twee plaatsen weg, over een lengte van. vijftig meter. De paraboolbrug met het landhoofd aan de zijde van Padang- Pandjang zijn geheel verloren. Het troinen- verkeer is voor twee maanden gestremd; dc kosten van kerstellmv worden geraamd op twee ton. De verzending van Ombilin-kolen voor Waterstaat en Marine is voorloopig ge staakt." De redactio van dat blad teekont hierbij aan De spoorweg van Kajoc-Tanam naar ia- daug-Pandjang volgt het dal, en in het- noor delijke gedeelte, de beroemde kloof van do Anei (Aneh). welké rivier op den Boekit- Morapi ontspringt en bij Pasar Kasang, eve1» ten noorden van Padang, in zee valt. De lijn, die naar Fort de Koek cn Pajakonrbo doorloopt, zendt te Padang-Pandjaug een zij tak uit, om het meer van Sink&rah heen, over Solok naar het kolenbekken van de Ombilin. Het verkeer te Padang-Pandjang, dat al tijd belangrijk was. is natuurlijk nog zeer toegenomen sedert de exploitatie der kolen velden, en de schade, aan den spoorweg toe gebracht, is dus een ernstige zaak. Padang-Pandjang is de hoofdplaats der af dceling Baiipoc cn X Kota. (res. Padaogsche Bovenlanden) en standplaats van deu adsiv tcnt-reöident. De Staatscourant van 9 Jhnuari 1904 bevat de volgende Kon. besluiten benoemd tot burgemeester van Nieuw- Vosjemeer J. A. Mortel mans benoemd tot inspecteur der directe belas tingen, invoerrechten eu accijnsen te Om men J. J. C. Gaijmans, adjunct-inspscteui* t© Schiedam; t© Waalwijk H. C. van Hispen, adjunct- inspcctcur te Den Haag; to Hoogezand A. H de Jonoheere, ad- junct-anspccteur to Maastricht te Gennep J. D. Vroede, adiunct-insj-^c- tour t© Nijmegen; to Delfzijl A. J. van Eek, adjunct-inspec teur t© Rozendaal 1© Osch J. C. A. Cazius, adjunct-inspec teur te Utrecht; to Sneek J. <lc Wilde, adjunct-inspecJteur te Rotterdam; "te Hanswcert C. 1. PoStel, adjunct-inspec teur te Arnhem benoemd bii den geneeskundigen dienst, der landmacht tqf militair apotheker 1ste klasse de miLitairé apotheker 2© klasse J. S Surie, van dat- nersoneel benoemd bi? het le regiment infanterie tot kapitein de le luitenant L. H. C. Beven®, van de grenadiers én jagers. op verzoek eervol ontslagen uit den mili tairen dienst de officier van gezondheid 2e klasse J. van der Heulen, van den genees kundigen dienst der landmacht', thans op non-activiteit- ®n is dio officier tevens be noemd tot reserve-officier van gezondheid 2e klasse bii de landmacht eervol ontslagen uit zijne betrekking tot de landmacht dc reserve-officier van gezond heid 2e klasse C. J. Derkinderett benoemd tot commies aan het departement van Waterstaat, mr. dr. W. F. J. Frowein benoemd tol lid der Algemeen© Reken kamer in Ncdcrlajidsch-Indië F. A. Leclero de Courcelles, O.-I. ambtenaar met verlof, laatstelijk referendaris bij do afdeeling Comptabiliteiten vasi het clqxiitemeut van financiën in Nederlandsch-Indië. H. M. de Koningin is gisteren met Miss Saxton Winter, oud-gouvernante van H. M., in open landauer uitgereden. H. M. de Koningin is voornemens het eerste thc-dansant ten Hove in dit seizoen te geven op Dinsdagavond. 26 Januari a. s. H.H. M.M. de Koningin en de Ko ningin-Moeder hebben Haar voornemeu te kennen, gegeven deu Kunstavond, die op 15 dozer van wege de afdeeling 's Gravenhage van het Algemeone Ncderlandsoko Verbond in Puilcbri Studio zal worden gegeven, met Haar tegenwoordigheid te- vereeren, H. M. de Koningin schonk f 250 ten behoeve van de vereeniging Nationaal Fonds tot ondersteunig van de nagelaten betrek kingen van in Ned -Indië gevallen militairen. H. M. de Koningin heeft als bewijs van Hr. Ms. belangstel ling in de inrichting, f 100 geschonken aan het. Doorgangshuis te Hoenderloo. Z. K. H. dc Prins wordt heden avond per trein va» 10.40 Staatsspoor uit Dresden te '9 Gravenhage terug verwacht. De In-dépendance heeft een stukje „na tion arnie," waarin zijl waarschuwt tegen voor- harige berichten. Zij, denkt zeer vriendelijk over ons, Hollanders, en een tol-unic- zou in België zeker met blijdschap worden begroet, maar do verwezenlijking van dien wensch zou moeilijk zijn. Toch „is het duidelijk, dat cr iets kan worden beproefd, om meer klein te leggen op de vriendschappelijke betrek kingen tusschen Brussel en Den Haag, om de handels- on nijverheidsbetrekkingen to ont- i wikkelen." i De Etoile bericht, dat de Koning dr. Kuy- per nog eens zal ontvangen. De N. Ct. verneemt, dat dr. Kuyper zich van Brussel direct naai- St Petersburg zal begeven, om daar de volgende week te ver blijven cn Maandag 18 Januari in de resi dentie terug te keeren. In het Handelsblad van Antwerpen staat j hot volgende te lezen. „De herhaalde reizgn van dr. Kuyper naar Brussel, houden zekere geesten bezig, die nar tuurlijk de inzichten van den minister Harer Nederlandsche Majesteit nagaan. En uit hunne naspeuringen is gebleken dat do reizen van minister Kuyper betrekking zouden hebben, op eene toekomstige tol-over- eenkomst en een bezoek van koningin Wil- j Uolniina te Brussel. In het ministerie vain buitenlandsche zaken zal Zaterdag een diner ter oere van minister Kuyper gehouden worden." De Amerikaansche gezant bij ona Hof, de heer Stanford Newel, wordt heden ochtend uit Amerika te 's Gravenhage te- rugverwacht. Bijl Kon. besluit van 4 Januari j.l. is ide minister van Financiën gemachtigd tot de uitgifte van schatkistpromessen to-t- een bedrag van f 8,000,000. De St.Ct. No. 7 bevat twee wetten van den 31sten December 1903, houdende wijzi ging van hot zesde hoofdstuk der Staatsbe- g-rooting voor het dienstjaar 1902 cn tot wijr- ziging en aanvulling van het derde hoofd stuk der Staatsbegrooting voor het dienst jaar 1902. D rankwet. Het afdeelmgsverslag is verschenen over het wetsontwerp tot herziening van de wet van 1881, houdende regeling van den kleinhandel in ster- ken drank, enz. In de eerste plaats werd geklaagd over de niet-tijdige indiening van het voorstel, met 't oog op de verstrijking van den fatalen termijn van 1 Mei 1904, waardoor een overhaaste be handeling noodzakelijk werd. Maar anderzijds j werd gewezen op het ingewikkelde van dat on- i denverp een algemeene herziening van ingrij- penden aard. Er waren leden, die meenden dat, het ontwerp in Juni reeds bij den Raad van State was, zoodat 't de vraag was erf de late in- j diening wel geheel aan de Regeermg was te l wijten. Sommige leden vroegen echter een. voorloo- pigo -verlenging van den termijn, in art. 26b. der Drankwet genoemd, waarna men moer tijd ■/.eu. hebben tot gezette overweging van de alge meen© herziening. Andere leden ontraadden dit echter, vreezende dat wanneer de herziening niet vóór 1 Mei 1904 tot stand kwam. de nade- i rende verkiezingen van 1905 haar invloed op <le te treffen regeling reeds zouden doen gevoe len. Deze leden waren daarom van oordeel, dat zoo aan de Regeering mocht blijken dat de tot standkoming van haar voorstel niet vóór 1 Mei 1904 kon worden verwacht, zij dit voorstel moet intrekken en tijdig zou móeten vervangen door oen wetsontwerp tot eenvoudige verlenging van - den termijn in art. 36b der Drankwet genoemd, met ©enige jaren. Dezerzijds hoopte men echter, dat liet zal mogen gelukken het tegenwoordig wetsontwerp tijdig tot wet te verheffen. Mocht dat niet zoo zijn, doordien wellioht het ontwerp een geheele omwerking zal moeten ondergaan, j dan gaven verscheidene leden, mèt de vorige groep zeer ongaarne een nadere verlenging wen- schende van den reeds eenmaal verlengden termijn, het denkbeeld in overweging om het ■.egenwoordige voorstel zooveel mogeljjk te be perken tot de regeling van hetgeen, met 't oog op den in art. 26b der Drankwet gestelden termijn, na 1 Mei 19C4 rechtens zoude rijn en al hot andere er uit te lichten. Vele andere leden, rekenend o-p de krachts inspanning van Kamers cn Regeering, zagen geen reden om aan to dringen op de indiening van een noodwet. Orer de vraag, of die Ibestaande Drankwet tot dusver resultaten van beteekenis heeft af geworpen, bleek men zeer verschillend te den- ken. Vele leden, die over het algemeen konden goedkeuren, dat d© regeeiing in 't bestaande stelsel de gelegenheid wil openen tot «en spe- ciaie rechlstreekcche medewerking van het pu- bLiek aan de verwezenlijking van des wetgevors bedoeling, konden zich evenwel niet vereendgen met het middel, waardoor do Regeering dit laatste thans wensoht te bereiken. Al dadelijk miste men in het Regeeringsvoorstel een vol doenden grondslag voor de toepassing van het Gothenburgsche stelsel (samenwerking van Ver een i gingen tot het drijven van den drankhan del zonder groot winstbejag). Het denkbeeld, in 't adree van de commissie voor drankwet actie, ingesteld door den Volksbond, ontwik keld, word aanbevolen voor t geval do Regee ring mocht Volhouden bij haar voorstel om «en proof t« nemen met het Gothcmburgsche stel sel. Maar tegelijkertijd werd de hoop uitge sproken, dat de Regeering op haar denkbeeld om zoodanige proef te nemen, zou terugkomen. De niet-opneming van een voorstel omtrent de zoogenaamde „local option" werd vrij alge meen goedgekeurd. Verscheidene leden ver klaarden, voor 't geval de Regeerine er later op mocht terugkomen tegen het denikbeeld ge wichtige en principieel© bezwaren/ te hebben. Vrij algemeen vond goedkeuring, dat de Re geering de inrichting van de localiteiten, waar sterke drank verkocht wordt, niet Langer aan het goedvinden van de tappers wensoht te heb ben overgelaten en daarom wenscht voor te schrijven, dat eischen zullen worden gesteld met betrekking tot ruimte, licht en luchtver- versching, waaraan de localiteiten zullen moe ten voldoen, voor welke vergunning Terleend mag worden. Bjj vele leden bestond echter bezwaar tegen de voorschriften, Ae inrichting der localiteiten, waar sterke drank verkocht wordt, betreffende dat -de localiteiten gelijkvloers aan de zijdo van den o-penbaren weg gelegen zullen moeten zijn, dat zij van dien weg af inzicht zullen moe ten geven en dat het verboden zal rijn het in zicht van den openbaren weg af te belemme ren. Ook practische bezwaren werden tegen de door de Regeering voorgestelde voorsonriften aangevoerd. Met betrekking tot de voorschriften beoogon- do dat sommige lokaliteiten en plaatsen van dTankverkoop zullen zijn uitgesloten, werd op gemerkt dat hier in het bizonder met platte landstoestanden geen rekening is gehouden. Ge wezen werd op het verbod van verkoop van sterken drank in verkooplokalen, waarvoor ten plattenlande uitsluitend do dorpsherbergen dienen. Tegen de bepaling dat de vergunning gewei gerd wordt, wanneer de verzoeker of zijn ge zin te-kwader naam en faam bekend staat, werd van verschillende zijde bedenking ingebracht. Men vond het voorschrift veel te vaag en vreesde, dat het de deur zou openen voor wille keur en plagerijen. Een aantal leden meende dat wering van rechtspersonen en corporaties als houders van vergunningen al te ver zoude gaan, en in de praktijk hoog6t bedenkelijke gevolgen zou héb ben. Sommige leden wenschten dat aan Gedepu teerde Staten de (bevoegdheid zou kunnen wor den gegeven om onder zekere waarborgen aan rechtspersonen en corporaties vergunning te verleenen. Andere leden waren van oordeel, dat de oplossing van de hierbedoelde moeielijkheid moet worden gevonden bij de te verwachten betere wettelijke regeling der naamlooze ven nootschappen. Van verschillende zijden vond afkeuring, dat in de wet voor localiteiten met vergunning een algemeen uur voor aanvang en beëindiging van den verfeoop van sterken drank zou worden op genomen, binnen welke grenzen de gemeenten desgewenscht dan verder zouden kunnen be perken. Vele leden wenschten bij het verbod tot het bezoeken van kroegen en slijterijen de leeftijds grens opgeroerd te zien tot 18 jaar. Anderen tot de meerderjarigheid, waartegen de bedenking werd aangevoerd, dat in onzen tijd van sport, nu door jongelieden in clubs en gezelschappen wandel- on fietstochten en spelen in de buiten lucht plegen te worden gedaan, gevreesd werd dat een verbod om personen beneden 16 jaar in inrichtingen met vergunning toe t© laten óf tot veel maatschappelijke belemmering aanleiding zoude geven, óf gemakkelijk tot eene doode let ter, ja eene bespotting zoude worden gemaakt. Een oudere geleider is gemakkelijk te vinden. Vrij algemeen verklaarde men er zich mede ingenomen, dat ter beperking van dranikgele- genheden de Regeering, waar zij ten aanzien van de noodige voorziening in den voorloopigen toestand door de wet van 1901 geschapen, twee wegen kon inslaan, den weg van afmaking of dien van uitsterving, aan den laatstgenoemden boven den eerstbedoelden de voorkeur heeft ge schonken. Vele leden verklaarden zioh. geenszins inge nomen met de door de Regeering beoogde in stelling der plaatselijke commissiën, die haare inziens een krachtdadig middel kunnen zijn ter wering van wetsontduiking en door haar acL- viezen grooten dienst kunnen bewijzen. Zij vreesden, dat zóó een deel van1 de bevolking als politie over het andere deel zou worden ge steld dit een bron van tweedracht zou wor den en tot haat en wantrouwen aanleiding zon geven, vooral in de kleinere van de im het voorstel bedoelde gemeenten. Vele leden verklaarden, onaangenaam te zijn getroffen door het feit, dat naar de voorstellen der regeering, sociëteiten in veel opzichten be voorrecht zouden zijn en zij niet onder het maximum begrepen zouden zijn niet uit wij ken, buurten of straten geweerd zouden kun nen worden vrijgesteld zouden zijn van de eischen ten opzichte van localiteiten de ver gunningen voor deze inrichtingen Ook aan an dere dan natuurlijke personen verleend zouden kunnen worden de bepalingen van art. 15m omtrent het tapuur niet op haar van toepas sing zouden zijn, enz. Wil de regeering de gunstige uitzonderings bepalingen voor sociëteiten behouden, dan moeien, naar men meende, betere waarborgen logen misbruik en bedrog worden geschapen. Door vele leden werd gewezen op het gevaar, dat ons volk kan dreigen uit 'het toenemen van het absinth drinken, dat hier te lande begint voor te komen en dat in het buitenland, in het bijzonder in Frankrijk, een zoo nadeelige ge woonte is gebleven. Nu het kwaad ten onzent nog maar in opkomst is, scheen voor den wet gever de juiste tijdl gekomen om daartegen op te treden cn het in de .geboorte te smoren, waar het later, eenmaal vastgegroeid en ingeburgerd, niet dan ten koste van groote inspanning en na veel verzet van de zijde der daarbij belangheb benden en daar aan verslaafden, zou rijn te ver drijven. Door sommige leden werd opgemerkt, dat huns inziens in. het voorstel bepalingen betref fende een toezicht, van Overheidswege uit to oefenen op de zuiverheid der spiritualiën, die in de ondersoheidene inrichtingen van het pu bliek worden geschonken, niet 'hadden mogen ontbreken. Gedeputeerde Staten van Zeeland hol> beu heden benoemd tot direceur van den Prov. Stoombootdienst op de Wester Schelde den heer B C. A. van Renterghem, gep. lui tenant ter zeo 2e klasse. II b eindpunt van d t rain- 1 ij.n der Electriscbe Spoorweg- Mpij. AmsterdamHaarlem. In het Gemeenteblad van Amsterdam is opge nomen een voorstel van d© raadsleden Henri Polak ©n G. P. Wijnmalen Jrwaarin zij betoogen dat, nu liet bezwaar tegen bet plaatsen van een wachtlokaal op het Spui voor het Begijnhof, geopperd door het raads lid J. F. M. Storck in d© raadsvergadering van 29 Juli 1903, blijkens d© toelichting, behoorende bij de voordraoht van B. en vVÉ van 31 December 1903, vervallen is, eu nu ook do commissi© van bijstand in het be heer der publieke werken tegen het aldaar plaatsen van zulk een wachtlokaal geen be zwaar blijkt t© hebben, aan den wensch der betrokken tramweg-onderneming, welke te vens is die van do bewoners der Spuistraat, on met welks vervulling huns inziens de burgerij zeer gebaat zou zijn, kan eu mag worden gevolg gegeven. Hot daart©gen door B. en W. aangevoerde bezwaar lijkt hun niet overwegend Het rij- t uigverkeer in 8© Spuistraat is niet zóó druk. cn zal het naar menschelijke berekening in afzienbaren tijd ook wel niet worden, dat deze geheel, vrij breede, straat cr voor moet

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 2