KOLONIËN.
BINNENLAND.
listen in het departement Treinta y Tres heb-
bon zich bij de opstandelingen gevoegd.
De regeeringstrocpen hebben aan do Bra-
riliaanscho grons acht wagens met wapenen
en munitie buit gemaakt. Zij verrasten in
den nacht van -1 Januari in het- departement
Maldonado de oproerige troepen van kolonel
Munez cn dreven ze geheel uiteen.
Zuid-Afrika.
Aangaande het ontwerp-besluit tot i n-
voering van Aziatische (Chinoesche)
workkr acht en in Zuid-A frik a loo-
pen 'do meeningen der Londcnsche bladen
uiteen. De Standard o. m. vindt de aange
kondigde voorwaarden, waarbij de invoer zal
zijn toegestaan, niet voldoende, terwijl de
Daily Telegraph ze streng vindt, maar vol
doende, om de voor den Rand bonoodigde
1 Chiaeeache werkkrachten te leveren.
i Allerlei.
V-— De staking te Barcelona.
Dé onderhandelingen tusschen de scheep-
vaartmaatschappijen en de stakende zeelie
den zijn mislukt. Geen schip heeft de haven
nog verlaten. De strijd is ernstiger gewor
den. Janmaats uit Cadiz, Alicante en an-
doro havens hebben zich bij de beweging
i aangesloten. Op 27 schepen ontbreekt de
bemanning én 800 arbeiders loepen met de
handen in de zakken.
vDe bestuurders van den Iroquois-
schouwburg te Chicago hebben bij
'bet onderzoek erkend, dat aan het perso
neel geen instructies waren gegeven om
trent maatregelen, die in geval van brand
te nemen waren. De 11 nooddeuren bleven
tijdens de paniek gesloten.
vIn Tripolis heerscht eono pokken
epidemie, die reeds verscheidene slacht
offers heeft gemaakt. De regeering heeft be
sloten, de inlandsche bevolking met dwang
te doen inenten-
OOST-IN DIÉ.
In verband met het telegram, dat 'dc N.
R. Ct. gisteren avond van haren correepcnv
dent te Batavia ontving (zie do middag-uit
gave van heden) laten w: Uier volgen, het
geen onlangs aan het Soer. Handelsblad werd
geschreven door Oloh Dajak
W»j lezen daarin o. m.
„Nui ongeveer veertien dagen geleden is
de lang gewenschto beslissing van de Regee
ring gekomen, cn wel in den geest, zooals
wij dio hoopten en verwachttenArsad's on
derwerp! ngs-voorstcl is' aangenomen cn de
Sultans-famihe zal zich in de benedenstre-
ke'n komen vestigen, maar de Regeering
eischt, dat ook do oude pretendont-sultan.
Goesti Saman, zal mede komen naar Baud-
jeraasön. Dit schijnt nog een punt van over
weging te zijn bij de heeren daarboven; wij
weten, dat Goesti Saman persoonlijk nog
nimmor met het bestuur in aanraking is ge
weest, cn steeds »jn gezanten ter conferen
tie afzond. Komt hij niet mede naar bene
den, dan is ue vrede nog niet geteckcsid, en
Kullen de vijande 1 ijldioden onvoorwaardelijk
worden horvat I>aat. ons echter haasten, hier
bij te voegen, dat die vijandelijkheden van
onzen kant niet op denzelfden voet als tot
heden het geval is geweest, zullen wonden
voortgezet., maar dat gebruik zal worden
gemaakt van inlandsche hulptroepen, dit is
iets, dat vaststaat; uit welke elementen ech
ter dio hulptroepen zullen bestaan, en welk
inlandsch vorst zo ccs zal leveren, is ons nog
niet bekend. Laten we echter hopen, dat
men onmiddellijk de handen in elkaar heeft
geslagen eau hierin zekerheid te verkrijgers
opdat wij onverwijld den strijd kunnen aan
vangen, wanneer wij daartoe genoodzaakt
mochten zijn.
De heer Hosselaar, adsistent-residont te
Moeara-Teweh. is de blijde boodschap per
soonlijk naar den ouden Sultan gaan bren
gen. Dat deze intusschen niet ongestoord
rijn rust geniet, moge blijken uit het yol
gecde:. eon paar dagen geleden kwant hier
uit Pöèroek Tjahoe <:©n schrijven van den
post commandant, aldaar, vergezeld van. af
schriften van een tweetal brieven vanwege
Goesti Saman, waarin hij dringend om hulp
verzoekt, omdat de toestand in zijn eigen
land voor hem onhoudbaar tras geworden.
Hij richtte dit verzoek rechtstreeks aan
den administrateur van Loë-Katiaug. een
onderneming iets bovenstrooms van Moeara
Terweh gelegen, cn verzocht decor hein voor-
loopig een onderdak te bcoorgcn, totdat door
dc rcgccring omtrent hem een beslissing zou
zijb genomen. Bovengenoemde administra
teur, geen Maleisch verstaande, verzocht den
afgezant het verzoek van den sultan op
schrift te zetten, waarna hij zou zorgen dat
het bestuur hiermede in wetenschap zou wor
den gesteld. Bovendien werd te kennen ge-
gevet», dat de pretendent-sultan binnen do
veertien dagen naar Bandjermasin zou komen
afzakken. Wij moeten dus afwachten, wat er
gebeuren zal. Het was ons wel sedert eenigen
tijd bekend, dat het kamponghoofd Ba toer,
een vac. Soman's krachtigste medehelpers,
rich in den laatoten tijd bij zijn volk wat
onmogelijk gemaakt had, zelfc in die mate,
dat zijn eigen menschen op hem hadden ge
schoten. Van deze zijde viel dus ook geen
hulp meer to verwachten, eu hot schijnt
Goesti Saman wat benauwd om 't hart. ge
worden te zijn.
Uit Soerabaja word dato 7 December aan
do «JavarBode" geseind
In aansluiting met den brief van Oloh
Dajak in het „Soerab. Handelsblad" ontving
dit blad eergisterennamiddag het telegra
fisch bericht uit Bandjermasin dat het flot-
tieijefa&rtuig Flores naar Poeroek Tjabo©
waa opgestoomd om den ouden pretendent-
eult.m af to halen.
Hot Indische ..Nieuws van den Dag" van
8 December meldt:
Het advies van den rand van Indiö
Miobielsen, om do belofte aan de sultan-par-
tij als niet gedaan te beschouwen, wordt
door alle leden van den raad gedoeld, met
thteondenng van één lid, dat zijn advies af
zonderlijk bij den gouverneur-generaal in
diende
Na raadpleging van den heer Snouck Hur-
gronje, wordt dit advies gevolgd. Laatstgo,
nooxnde adviseur gaf do regecring in over
woging, do pagoc3tian niet t© Martapoera,
maar te Bandjermasin to interneeren.
Geen noodelooze wreedhe
den bij do Korintji-expeditie.
De kapitein der genie, do Gaaij Fortman,
schrijft in do Java-Bode, het betreurenswaar
dig te vinden, dat sommige oorlogscorrespon
denten bij de Korintji-expeditie zoo weinig
gevoeld hebben de zwaro verantwoordelijk
heid, die op een voorlichter van de openbare
meening rust. ,,In sommige stukken zijn fei
ten totaal onjuist en verdraaid weergegeven;
de zucht, om correspondenties te leveren, die
pakten, die gelezen en- besproken zouden wor
den, heeft enkelen parten gespeeld. Voorna
melijk bij het verhaal van do inneming van
Poelau Tengah heeft men voorstellingen ge
geven, met do waarheid totaal in strijd. Ze
ker, er zijn droevige tooneelen afgespeeld,
maar onwaar is het, dat officieren en solda
ten als beulen, als wreedaards zouden zijn op
getreden. Onwaar is het o.a., dat de kampoug
over de hoofden van de fusetiers, die den
wal beklommen, zou zijn in brand gestoken
door een mandoer der dwangarbeiders, dat
huizen met bewoners er in door op de daken
geworden flesschca met brandende petroleum
in vlam zijn gezetj dat de handgranaten der
Sniesoldaten met glasscherven waren gevuld.
wij hier niet denken aan opzettelijk on
ware voorstellingen, maar het is mij geble
ken, dat bij vele personen in kritieke oogen-
blikken de tmrscnwerkiug zoo abnormaal is,
dat ze de ware toedracht vergeten zijn, maar.
omdat ze er bij rijn geweest, willen zij er
toch latex van vertellen, en dan wordt er
vaak niets dan eigen fantasie gegeven."
De heer d. G. F. geeft vervolgens onder
staande beschrijving van de tweede bestor
ming van Doesoen Babroe Poelau Tengah
en wat daaraan voorafging.
„Nadat de aanval op deze kampong den
19. Juli was mislukt, stroomden alle vijan
den van ons gezag daarheen. Van daar was
do victorie begonnendoor de Poelau Ten-
gahers zot» de Companie uit Korintji wor
den verjaagd. De priesterpartij zweepte het
volk tot het uiterste fanatisme op; de adat-
hoofden, die niet oorlogszuchtig waren, wer
den afgezet, doch gedwongen mede to vech
ten de hoofdpanghoeloe was de eerste per
soon geworden.
„Gedurende de voorbereiding voor den
tweeden aanval, werd, in opdracht van den
expeditie-commandant, door den regent van
Indrapoera een brief geschreven aan de in-
woners van Poelau Tengah, hen aanmanen
de, zich over te geven, daar ze op den duur
toch ons gezag niet konden weerstaan. Wil
den zij echter hij hun verzet volharden, dan
werd hun verzocht, ten minste vrouwen en
kinderen uit de kampong weg te voeren, daar
het de cbmpanie leed zou doen, ook dezen te
moeten dooden. Op een overeen te komen
dag zouden dan onzerzijds geen patrouilles
worden uitgezonden.
„Het antwoord luidde, dat Poelau Ten
gah's inwoners te goede volgelingen van den
profeet waren, om rich aan de kaffers te
onderwerpendat zij overtuigd waren, dat
wij de kampong niet zouden kunnen nemen,
maar, mocht de krijgskans tegeu hen zijn,
welnu, allen, met vrouwen en kinderen had
den zich ten doode gewijd en zouden weten
te sterven.
„Den 9. Augustus had de tweede bestor
ming plaats. De geniesoldaten, die zouden
deelnemen aan den aanval, waren voorzien
van handgranaten, de meesten alleen uit
spnngslof bestaande; een drietal bestonden
uit springgelatin© in ledige blikken, waarbij
afval van oude geweren en spijkers waren
gevoegd, omdat men geen ander staal- of
ijzerwerk kon krijgen. Degenen, die bet kun
nen beoordeelen, zullen echter dadelijk toe
geven. dat de uitwerking dezer granaten niet
verschilt van die der brisante granaten, die
in de moderne legers tot do artillerie-uitrus
ting bc-hooren. Door de zeer zware lading
wordt het ijzer in kleine stukjes verdoeld,
zoodat de oorsproenkelijke vorm daarvan er
niets toe doet.
„Het is bekend, dat brisante granaten
vree6clijko verkondingen kunnen veroorzar
kon, maar is dit ook niet hot geval met onze
moderne geweven, wanneer ze op kort® af
standen beenderen raken Niemand zal toch
eischen. dat daarom niet op kort© afstanden
van het infanterie-vuurwaepen gebruik mag
worden gemaakt. De vijand Was voor ons on
kwetsbaar achter de dikke wallen van rivier-
steen en gaf door do schictkokers rustig vuur
af op de aanvalêcolonnes, die een open ter-
rcinstrook van ruim 100 meter moesten door-
loopen. Op drie passen voor den wal stond
oen zeer stevrige bamboepaggor. dio moest
worden opgeruimd. Deze opruiming vorderde
eenigen tijd, en menigeen stortte gedood of ge
wond neer. Het was den geniesoldaten ver
boden, anders dan op uitdrukkelijk bevel
de zoogenaamde zwaro handgranaten te wer
pen. Welnu, toen te zware vcrliezon intraden,
werd op bevel van den commandant een dier
werptuigen naar binnen geslingerd in het bas
tion. Hierop week de vijand op dit punt van
don wal terug en kon in d© kampong wor
den doorgedrongen. Maar dc omtembare
moed der Korintjiërs was nog niet uitge
doofd. Van uit en onder de huizen werd een
moorddadig vuur op onze troepeu afgegeven;
een der binnengedrongen sectiën verloor o.a.
meer dan de helft harer manschappen.
„De expeditie-commandant had deze hard
nekkige verdediging voorzien, petroleum was
meegevoerd, om, indien het niet anders kon,
de kampong in brand te steken en zoo den
vijand door den rook te dwingen, de verster
king te ontruimen. De commandant der aan-
valsceoloune overzag d® zware verliezen, die
aan onze zijde intraden, reeds 44 soldaten
waren gesneuveld en gewond. Moest huis voor
huis genomen worden, dan zoudon er zeker
nog evenveel door 't vijandelijk lood getrof
fen worden. De tijd is voorbij, dat soldaten
kanonnenvlccsch werden genoemdeen offi
cier, die rijn plicht beseft, voelt de verant
woordelijkheid voor het leven züner solda
ten, begrijpt, dat elke druppel bloed kost
baar is^ ook van do minsten hunner Ieder,
dio bet lijden onzer gewonden gezien heeft,
den pijnlijken trek op het gelaat, der gesneu
velden, de levenslang verminkten, zal het
billijken, dat hier have en goed der vijan
den werd opgcoficrd om velen der onzen to
sparen. Bovendien was het gebiedende oor-
logsnoodzaak, onze verliezen tot het mini
mum te beperken, we dachten niet anders
dan dat den volgenden dag nog twee zwaar
verstrekte kampongs moesten genomen wor
den, waarvan een nog uit twee afzonderlijke
versterkingen bestond, en de expeditie-com
mandant had nog geen vier compagnieën te
zijner beschikking. Het bevel tot het in brand
steken werd gegeven. Het was een hard ding
alle eigendom"-en van onze vijanden, die we
om hunnen taaien moed eerden, te moeten
vernielen. Tranen stonden ons reeds in de
oogen bij het zien der vele menschenlevens,
der vrouwen en kinderen, die ons artillerie
ën geweervuur had gedood. Maar ook dit
werk moest verricht worden. Twee rijstschu
ren, do lodigstaande mendersah (bolehuis),
en do ingangspoort werden in brand gesto
ken. Reeds een kwartier daarna stond ook
een woonhuis in brand, en na een half uur
was de geheele:._ kampong een vlammenzee.
Verscheidene vijarjden zullen gevlucht zijn
naar de zijde van het meer en ook naar de
Noordzijde, waar dichtbegroeid terrein aan
de kampong grensde. Volgens mijne overtui
ging hadden allen kunnen vluchten; te meer
daar de duisternis begon in te vallen en de
gloed der vlammen ook onze mannen dwong
tot den wal terug te gaan. Alleen de open
sawahstrook tusschen Doesoen Bahroe en
de hoofdkampong Poelau Tengah werd door
ons vuur bestrekenwie zich daar waagde
werd neergeschoten. We konden het niet ge-
doogen, dat waar we niet anders dan den
volgenden dag de bestorming van de hoofd
kampong in het vooruitzicht hadden, onze
bestrijders van heden, zich zouden voegen
bij hon. die wij den volgenden dag meenden
te moeten bevechten. Het overgroot© deel
der verdedigers schijnt er niet aan gedacht
to hebben de kampong te verlaten, bleef in
de huizen cn kwam jammerlijk in de vlam
men om. Is het doodsangst geweest, die hen
er deed blijven, was het leven hun niets meer
waard, toen ze al hunne eigendommen in
Vlammen zagen opgaan, of was het fanatisme.
Waarschijnlijk een mengeling van dit alles.
Dit sta echter vast, dat bij het in brand ste
ken van de kampong niemand onzer besefte,
dat een paar honderd menschen hier den
dood zouden ingaan.
„Een bewijs, dat ook in de hitte van het
gevecht, onze soldaten niet- door een bloed
dorst als die der Turken werden beheerseht,
is het volgertde, dat ik zelf - aanschouwde.
Kort nadat we in de kampong waren door
gedrongen, toen van 'alle kanten op onze
soldaten geschoten werd, zagen we plotseling
een knaapje van 8 a 10 jaar uit een der hui
zen vluchten, naar het achterste deel van
de kampong. Van verschillende kanten hoor
de men roepen„niet schieten, het is een
kind"De mannen waren blijkbaar in het
midden van den strijd er nog op uit, om, waar
het kon, een menschenleven te sparen."
De schrijver hoopt door deze kort© be
schrijving bij de lezers de overtuiging te
wekken, dat bij de Korintji-expeditie geen
noodelooze wreedheden rijn gepleegd.
De correspondent van de N. R. Ct. te
Batavia seinde gisteren:
„Een bandjir in. de Auei-kloof sloeg de
spoorbaan op twee plaatsen weg, over een
lengte van. vijftig meter. De paraboolbrug
met het landhoofd aan de zijde van Padang-
Pandjang zijn geheel verloren. Het troinen-
verkeer is voor twee maanden gestremd; dc
kosten van kerstellmv worden geraamd op
twee ton. De verzending van Ombilin-kolen
voor Waterstaat en Marine is voorloopig ge
staakt."
De redactio van dat blad teekont hierbij
aan
De spoorweg van Kajoc-Tanam naar ia-
daug-Pandjang volgt het dal, en in het- noor
delijke gedeelte, de beroemde kloof van do
Anei (Aneh). welké rivier op den Boekit-
Morapi ontspringt en bij Pasar Kasang, eve1»
ten noorden van Padang, in zee valt. De
lijn, die naar Fort de Koek cn Pajakonrbo
doorloopt, zendt te Padang-Pandjaug een zij
tak uit, om het meer van Sink&rah heen,
over Solok naar het kolenbekken van de
Ombilin.
Het verkeer te Padang-Pandjang, dat al
tijd belangrijk was. is natuurlijk nog zeer
toegenomen sedert de exploitatie der kolen
velden, en de schade, aan den spoorweg toe
gebracht, is dus een ernstige zaak.
Padang-Pandjang is de hoofdplaats der af
dceling Baiipoc cn X Kota. (res. Padaogsche
Bovenlanden) en standplaats van deu adsiv
tcnt-reöident.
De Staatscourant van 9 Jhnuari 1904
bevat de volgende Kon. besluiten
benoemd tot burgemeester van Nieuw-
Vosjemeer J. A. Mortel mans
benoemd tot inspecteur der directe belas
tingen, invoerrechten eu accijnsen te Om
men J. J. C. Gaijmans, adjunct-inspscteui*
t© Schiedam;
t© Waalwijk H. C. van Hispen, adjunct-
inspcctcur te Den Haag;
to Hoogezand A. H de Jonoheere, ad-
junct-anspccteur to Maastricht
te Gennep J. D. Vroede, adiunct-insj-^c-
tour t© Nijmegen;
to Delfzijl A. J. van Eek, adjunct-inspec
teur t© Rozendaal
1© Osch J. C. A. Cazius, adjunct-inspec
teur te Utrecht;
to Sneek J. <lc Wilde, adjunct-inspecJteur
te Rotterdam;
"te Hanswcert C. 1. PoStel, adjunct-inspec
teur te Arnhem
benoemd bii den geneeskundigen dienst,
der landmacht tqf militair apotheker 1ste
klasse de miLitairé apotheker 2© klasse J. S
Surie, van dat- nersoneel
benoemd bi? het le regiment infanterie tot
kapitein de le luitenant L. H. C. Beven®,
van de grenadiers én jagers.
op verzoek eervol ontslagen uit den mili
tairen dienst de officier van gezondheid 2e
klasse J. van der Heulen, van den genees
kundigen dienst der landmacht', thans op
non-activiteit- ®n is dio officier tevens be
noemd tot reserve-officier van gezondheid 2e
klasse bii de landmacht
eervol ontslagen uit zijne betrekking tot
de landmacht dc reserve-officier van gezond
heid 2e klasse C. J. Derkinderett
benoemd tot commies aan het departement
van Waterstaat, mr. dr. W. F. J. Frowein
benoemd tol lid der Algemeen© Reken
kamer in Ncdcrlajidsch-Indië F. A. Leclero
de Courcelles, O.-I. ambtenaar met verlof,
laatstelijk referendaris bij do afdeeling
Comptabiliteiten vasi het clqxiitemeut van
financiën in Nederlandsch-Indië.
H. M. de Koningin is gisteren met Miss
Saxton Winter, oud-gouvernante van H. M.,
in open landauer uitgereden.
H. M. de Koningin is voornemens het
eerste thc-dansant ten Hove in dit seizoen
te geven op Dinsdagavond. 26 Januari a. s.
H.H. M.M. de Koningin en de Ko
ningin-Moeder hebben Haar voornemeu te
kennen, gegeven deu Kunstavond, die op 15
dozer van wege de afdeeling 's Gravenhage
van het Algemeone Ncderlandsoko Verbond
in Puilcbri Studio zal worden gegeven, met
Haar tegenwoordigheid te- vereeren,
H. M. de Koningin schonk f 250 ten
behoeve van de vereeniging Nationaal Fonds
tot ondersteunig van de nagelaten betrek
kingen van in Ned -Indië gevallen militairen.
H. M. de Koningin heeft als bewijs
van Hr. Ms. belangstel ling in de inrichting,
f 100 geschonken aan het. Doorgangshuis te
Hoenderloo.
Z. K. H. dc Prins wordt heden avond
per trein va» 10.40 Staatsspoor uit Dresden
te '9 Gravenhage terug verwacht.
De In-dépendance heeft een stukje „na
tion arnie," waarin zijl waarschuwt tegen voor-
harige berichten. Zij, denkt zeer vriendelijk
over ons, Hollanders, en een tol-unic- zou in
België zeker met blijdschap worden begroet,
maar do verwezenlijking van dien wensch
zou moeilijk zijn. Toch „is het duidelijk, dat
cr iets kan worden beproefd, om meer klein
te leggen op de vriendschappelijke betrek
kingen tusschen Brussel en Den Haag, om de
handels- on nijverheidsbetrekkingen to ont-
i wikkelen."
i De Etoile bericht, dat de Koning dr. Kuy-
per nog eens zal ontvangen.
De N. Ct. verneemt, dat dr. Kuyper zich
van Brussel direct naai- St Petersburg zal
begeven, om daar de volgende week te ver
blijven cn Maandag 18 Januari in de resi
dentie terug te keeren.
In het Handelsblad van Antwerpen staat
j hot volgende te lezen.
„De herhaalde reizgn van dr. Kuyper naar
Brussel, houden zekere geesten bezig, die nar
tuurlijk de inzichten van den minister Harer
Nederlandsche Majesteit nagaan.
En uit hunne naspeuringen is gebleken dat
do reizen van minister Kuyper betrekking
zouden hebben, op eene toekomstige tol-over-
eenkomst en een bezoek van koningin Wil-
j Uolniina te Brussel.
In het ministerie vain buitenlandsche zaken
zal Zaterdag een diner ter oere van minister
Kuyper gehouden worden."
De Amerikaansche gezant bij ona
Hof, de heer Stanford Newel, wordt heden
ochtend uit Amerika te 's Gravenhage te-
rugverwacht.
Bijl Kon. besluit van 4 Januari j.l. is
ide minister van Financiën gemachtigd tot
de uitgifte van schatkistpromessen to-t- een
bedrag van f 8,000,000.
De St.Ct. No. 7 bevat twee wetten van
den 31sten December 1903, houdende wijzi
ging van hot zesde hoofdstuk der Staatsbe-
g-rooting voor het dienstjaar 1902 cn tot wijr-
ziging en aanvulling van het derde hoofd
stuk der Staatsbegrooting voor het dienst
jaar 1902.
D rankwet.
Het afdeelmgsverslag is verschenen over het
wetsontwerp tot herziening van de wet van 1881,
houdende regeling van den kleinhandel in ster-
ken drank, enz.
In de eerste plaats werd geklaagd over de
niet-tijdige indiening van het voorstel, met 't
oog op de verstrijking van den fatalen termijn
van 1 Mei 1904, waardoor een overhaaste be
handeling noodzakelijk werd. Maar anderzijds
j werd gewezen op het ingewikkelde van dat on-
i denverp een algemeene herziening van ingrij-
penden aard. Er waren leden, die meenden dat,
het ontwerp in Juni reeds bij den Raad van
State was, zoodat 't de vraag was erf de late in-
j diening wel geheel aan de Regeermg was te
l wijten.
Sommige leden vroegen echter een. voorloo-
pigo -verlenging van den termijn, in art. 26b.
der Drankwet genoemd, waarna men moer tijd
■/.eu. hebben tot gezette overweging van de alge
meen© herziening. Andere leden ontraadden
dit echter, vreezende dat wanneer de herziening
niet vóór 1 Mei 1904 tot stand kwam. de nade-
i rende verkiezingen van 1905 haar invloed op
<le te treffen regeling reeds zouden doen gevoe
len. Deze leden waren daarom van oordeel, dat
zoo aan de Regeering mocht blijken dat de tot
standkoming van haar voorstel niet vóór 1 Mei
1904 kon worden verwacht, zij dit voorstel moet
intrekken en tijdig zou móeten vervangen door
oen wetsontwerp tot eenvoudige verlenging van
- den termijn in art. 36b der Drankwet genoemd,
met ©enige jaren. Dezerzijds hoopte men echter,
dat liet zal mogen gelukken het tegenwoordig
wetsontwerp tijdig tot wet te verheffen. Mocht
dat niet zoo zijn, doordien wellioht het ontwerp
een geheele omwerking zal moeten ondergaan,
j dan gaven verscheidene leden, mèt de vorige
groep zeer ongaarne een nadere verlenging wen-
schende van den reeds eenmaal verlengden
termijn, het denkbeeld in overweging om het
■.egenwoordige voorstel zooveel mogeljjk te be
perken tot de regeling van hetgeen, met 't oog
op den in art. 26b der Drankwet gestelden
termijn, na 1 Mei 19C4 rechtens zoude rijn en
al hot andere er uit te lichten.
Vele andere leden, rekenend o-p de krachts
inspanning van Kamers cn Regeering, zagen
geen reden om aan to dringen op de indiening
van een noodwet.
Orer de vraag, of die Ibestaande Drankwet
tot dusver resultaten van beteekenis heeft af
geworpen, bleek men zeer verschillend te den-
ken.
Vele leden, die over het algemeen konden
goedkeuren, dat d© regeeiing in 't bestaande
stelsel de gelegenheid wil openen tot «en spe-
ciaie rechlstreekcche medewerking van het pu-
bLiek aan de verwezenlijking van des wetgevors
bedoeling, konden zich evenwel niet vereendgen
met het middel, waardoor do Regeering dit
laatste thans wensoht te bereiken. Al dadelijk
miste men in het Regeeringsvoorstel een vol
doenden grondslag voor de toepassing van het
Gothenburgsche stelsel (samenwerking van Ver
een i gingen tot het drijven van den drankhan
del zonder groot winstbejag). Het denkbeeld,
in 't adree van de commissie voor drankwet
actie, ingesteld door den Volksbond, ontwik
keld, word aanbevolen voor t geval do Regee
ring mocht Volhouden bij haar voorstel om «en
proof t« nemen met het Gothcmburgsche stel
sel. Maar tegelijkertijd werd de hoop uitge
sproken, dat de Regeering op haar denkbeeld
om zoodanige proef te nemen, zou terugkomen.
De niet-opneming van een voorstel omtrent
de zoogenaamde „local option" werd vrij alge
meen goedgekeurd. Verscheidene leden ver
klaarden, voor 't geval de Regeerine er later
op mocht terugkomen tegen het denikbeeld ge
wichtige en principieel© bezwaren/ te hebben.
Vrij algemeen vond goedkeuring, dat de Re
geering de inrichting van de localiteiten, waar
sterke drank verkocht wordt, niet Langer aan
het goedvinden van de tappers wensoht te heb
ben overgelaten en daarom wenscht voor te
schrijven, dat eischen zullen worden gesteld
met betrekking tot ruimte, licht en luchtver-
versching, waaraan de localiteiten zullen moe
ten voldoen, voor welke vergunning Terleend
mag worden.
Bjj vele leden bestond echter bezwaar tegen
de voorschriften, Ae inrichting der localiteiten,
waar sterke drank verkocht wordt, betreffende
dat -de localiteiten gelijkvloers aan de zijdo
van den o-penbaren weg gelegen zullen moeten
zijn, dat zij van dien weg af inzicht zullen moe
ten geven en dat het verboden zal rijn het in
zicht van den openbaren weg af te belemme
ren.
Ook practische bezwaren werden tegen de
door de Regeering voorgestelde voorsonriften
aangevoerd.
Met betrekking tot de voorschriften beoogon-
do dat sommige lokaliteiten en plaatsen van
dTankverkoop zullen zijn uitgesloten, werd op
gemerkt dat hier in het bizonder met platte
landstoestanden geen rekening is gehouden. Ge
wezen werd op het verbod van verkoop van
sterken drank in verkooplokalen, waarvoor ten
plattenlande uitsluitend do dorpsherbergen
dienen.
Tegen de bepaling dat de vergunning gewei
gerd wordt, wanneer de verzoeker of zijn ge
zin te-kwader naam en faam bekend staat, werd
van verschillende zijde bedenking ingebracht.
Men vond het voorschrift veel te vaag en
vreesde, dat het de deur zou openen voor wille
keur en plagerijen.
Een aantal leden meende dat wering van
rechtspersonen en corporaties als houders van
vergunningen al te ver zoude gaan, en in de
praktijk hoog6t bedenkelijke gevolgen zou héb
ben.
Sommige leden wenschten dat aan Gedepu
teerde Staten de (bevoegdheid zou kunnen wor
den gegeven om onder zekere waarborgen aan
rechtspersonen en corporaties vergunning te
verleenen. Andere leden waren van oordeel, dat
de oplossing van de hierbedoelde moeielijkheid
moet worden gevonden bij de te verwachten
betere wettelijke regeling der naamlooze ven
nootschappen.
Van verschillende zijden vond afkeuring, dat
in de wet voor localiteiten met vergunning een
algemeen uur voor aanvang en beëindiging van
den verfeoop van sterken drank zou worden op
genomen, binnen welke grenzen de gemeenten
desgewenscht dan verder zouden kunnen be
perken.
Vele leden wenschten bij het verbod tot het
bezoeken van kroegen en slijterijen de leeftijds
grens opgeroerd te zien tot 18 jaar. Anderen tot
de meerderjarigheid, waartegen de bedenking
werd aangevoerd, dat in onzen tijd van sport,
nu door jongelieden in clubs en gezelschappen
wandel- on fietstochten en spelen in de buiten
lucht plegen te worden gedaan, gevreesd werd
dat een verbod om personen beneden 16 jaar in
inrichtingen met vergunning toe t© laten óf tot
veel maatschappelijke belemmering aanleiding
zoude geven, óf gemakkelijk tot eene doode let
ter, ja eene bespotting zoude worden gemaakt.
Een oudere geleider is gemakkelijk te vinden.
Vrij algemeen verklaarde men er zich mede
ingenomen, dat ter beperking van dranikgele-
genheden de Regeering, waar zij ten aanzien
van de noodige voorziening in den voorloopigen
toestand door de wet van 1901 geschapen, twee
wegen kon inslaan, den weg van afmaking of
dien van uitsterving, aan den laatstgenoemden
boven den eerstbedoelden de voorkeur heeft ge
schonken.
Vele leden verklaarden zioh. geenszins inge
nomen met de door de Regeering beoogde in
stelling der plaatselijke commissiën, die haare
inziens een krachtdadig middel kunnen zijn ter
wering van wetsontduiking en door haar acL-
viezen grooten dienst kunnen bewijzen. Zij
vreesden, dat zóó een deel van1 de bevolking
als politie over het andere deel zou worden ge
steld dit een bron van tweedracht zou wor
den en tot haat en wantrouwen aanleiding zon
geven, vooral in de kleinere van de im het
voorstel bedoelde gemeenten.
Vele leden verklaarden, onaangenaam te zijn
getroffen door het feit, dat naar de voorstellen
der regeering, sociëteiten in veel opzichten be
voorrecht zouden zijn en zij niet onder het
maximum begrepen zouden zijn niet uit wij
ken, buurten of straten geweerd zouden kun
nen worden vrijgesteld zouden zijn van de
eischen ten opzichte van localiteiten de ver
gunningen voor deze inrichtingen Ook aan an
dere dan natuurlijke personen verleend zouden
kunnen worden de bepalingen van art. 15m
omtrent het tapuur niet op haar van toepas
sing zouden zijn, enz.
Wil de regeering de gunstige uitzonderings
bepalingen voor sociëteiten behouden, dan
moeien, naar men meende, betere waarborgen
logen misbruik en bedrog worden geschapen.
Door vele leden werd gewezen op het gevaar,
dat ons volk kan dreigen uit 'het toenemen van
het absinth drinken, dat hier te lande begint
voor te komen en dat in het buitenland, in het
bijzonder in Frankrijk, een zoo nadeelige ge
woonte is gebleven. Nu het kwaad ten onzent
nog maar in opkomst is, scheen voor den wet
gever de juiste tijdl gekomen om daartegen op
te treden cn het in de .geboorte te smoren, waar
het later, eenmaal vastgegroeid en ingeburgerd,
niet dan ten koste van groote inspanning en na
veel verzet van de zijde der daarbij belangheb
benden en daar aan verslaafden, zou rijn te ver
drijven.
Door sommige leden werd opgemerkt, dat
huns inziens in. het voorstel bepalingen betref
fende een toezicht, van Overheidswege uit to
oefenen op de zuiverheid der spiritualiën, die
in de ondersoheidene inrichtingen van het pu
bliek worden geschonken, niet 'hadden mogen
ontbreken.
Gedeputeerde Staten van Zeeland hol>
beu heden benoemd tot direceur van den
Prov. Stoombootdienst op de Wester Schelde
den heer B C. A. van Renterghem, gep. lui
tenant ter zeo 2e klasse.
II b eindpunt van d t rain-
1 ij.n der Electriscbe Spoorweg-
Mpij. AmsterdamHaarlem. In
het Gemeenteblad van Amsterdam is opge
nomen een voorstel van d© raadsleden Henri
Polak ©n G. P. Wijnmalen Jrwaarin zij
betoogen dat, nu liet bezwaar tegen bet
plaatsen van een wachtlokaal op het Spui
voor het Begijnhof, geopperd door het raads
lid J. F. M. Storck in d© raadsvergadering
van 29 Juli 1903, blijkens d© toelichting,
behoorende bij de voordraoht van B. en vVÉ
van 31 December 1903, vervallen is, eu nu
ook do commissi© van bijstand in het be
heer der publieke werken tegen het aldaar
plaatsen van zulk een wachtlokaal geen be
zwaar blijkt t© hebben, aan den wensch der
betrokken tramweg-onderneming, welke te
vens is die van do bewoners der Spuistraat,
on met welks vervulling huns inziens de
burgerij zeer gebaat zou zijn, kan eu mag
worden gevolg gegeven.
Hot daart©gen door B. en W. aangevoerde
bezwaar lijkt hun niet overwegend Het rij-
t uigverkeer in 8© Spuistraat is niet zóó druk.
cn zal het naar menschelijke berekening in
afzienbaren tijd ook wel niet worden, dat
deze geheel, vrij breede, straat cr voor moet