2"* Jaargang.
Dinsdag 23 Februari 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Rozenheuvel.
ar. 220.
RSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort ......a f 1.35.
Idem franco per post
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C».
Utrechtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
f 0.79.
- A.ls:
Yan 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letten naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeolige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
Politiek Overzicht.
De positie van Mandsjoerije en Korea
in den oorlog.
Terwijl het vraagstuk van China's onzij
digheid in den oorlog tussahen Rusland rn
Japan op bevredigende wijze geregeld is door
do onzijjdigverklaring van China, en door do
instemming, die die bedde oorlogvoerende par
tijen hèbbon betuigd met don door de geza
menlijke onzijdige staten uitgedruikten wensch
dat do oorlog tot Maindsjoerije beperkt en
niet op het gebied van eigenlijk China over
gebracht moge worden, schijnt over ©ene an-
andera kwestie het. overleg nog niet afge>-
loopeu te zijn. Dat is do kwestie van de
Amerikaansche consulaten in Maindsjoerij©
en Liaotong. Zij komt hierop neer
De Vereenigde Staten hebben ihu.n voorne
men t© kennen gegeven, een consul te zon
den naar Daln/y, de hancLelsliavetn da© door
do Russen gebouwd is, dicht bij; die oorlogs
haven Port Arthur. Op deze kennisgeving
is van Rusland "het. bescheid ontvangen, dat
rijt te Dalny geen consul zullen toela
ten. De Vereenigde Staten hebbon hun
antwoord op deze weigering opgeschort
onder opmerking dat, daar Mandsjoerije door
hen als eone Cliineosch© provincie wordt be
schouwd, zij aan China het exequatur zullen
vragen voor do conrails, die zij daarheen zul
len zeinden. Het bericht nieldl voorts nog in,
dat de beslissing van de Russen sleohts doel
de op Dalny alleen en niet op d© Mandsjoe-
rijiscbe steden Moekden en Antoeng, die be
steand zijn tot standplaatsen, voor Aimerikaan-
soho consuls.
Een medewerker van de Temp3, die over
deze zaak inlichting heeft gevraagd, hoeft
Vernomen, dat te Dalny de Russische regee-
ring alleen te booordeelen heeft of 'het get-
wensc&t is daar al dan niet dat consu
laat te vestigen. Het schiereiland Liaotong
is irt behoorlijken vorm aan Rusland in pacht
afgestaan. De oorlog heeft daar een staat van
beleg doen ontstaan, en niets is dm natuur
lijker dan dat. "de wetten van dien oorlog er
worden toegepast en dat Rusland weigert, in
de tegenwoordige omstandigheden het exe-.
quatur te geven aam een vreemden consul.
Niemand kan daaraan aanstoot nemen.
Wat Mandajoenije betreft., daar is het ge
val anders. Wanneer de Vereenigde Staten,
die een handelsverdrag met China gesloten
hebben, aan de Chineesche regeering vragen
het exequatur te verleenen aan Amerikaan-
sche consuls te Moekden en te Antoeng, dan
is dat hun recht. Maar de tegenwoordige
toestand verleent ook aan Rusland eenige
bijjzonder© rechten, en die wkxndon aldus om
schreven
„Gijl weet, dat Rusland, liet voorbeeld vol
gende van Frankrijk, Engeland) en Duitsch-
landl, op do Amerilcaanscüe nota hoeft geant
woord, dat het besloten was do onzijdigheid
van China to eerbiedigen, op voor-waarde ech
ter dat goed werd vei-staan, dat Mandsjoerije,
tegen onzen, wil het toaneel >van de oorlogs-
operatiën geworden, buiten deze onzijdigheid
blocf. De Vereenigde Staten Ircbfoeii daarin
toegestemd. Zij) zullen zich dus niet er over
verwonderen, dat wij uit consequentie de
wetten en do gebruiken van don oorlog toe
passen in Mandsjoerije. Zijl willen er consuls
heenzenden. Onze nota van 11 Januari geeft
hun do verzekering, dat wij daarin geen be
zwaar zien. Zij willen aan China het exequa
tur vragen: heel goed. Maar het is hun niet
onbekend, dat in den bestaan den oorlogstoe
stand de RuBsische militaire overheden al
leen zullen hebban te beoordeelen, of het
mogelijk is dia consuls toe te laten, zelfs voor
zien van het Ghineesche exequatur."
Do slotsom is dus, dat- Rusland! niet wil,
dat de Amerikaansche consuls kramen. hetzij
te Dalny, hetzij in Mandsjoerije.
Terwijl Rusland mdh gedraagt als heer
en meester in Mandsjoerijie, doet Japan het
zelfde ion Korea. Den Keizer van. Korea is
aangezegd, dat aij.ni land zich va.n nu/ af on
der Japan soli, bestuur bevindt. Kam hij) zich
daarbij niet neerleggen, dan zal hij: in zijn
eigen: paleis de gevangene zijp van het Ja-
pansehe leger. Want de vlucht naar 'het Rus
sische gezantschapsgebouw*, waardoor hij zich
den lien Februari 1896 aan den Japanschen
invloed' onttrok, kan lie/m ditmaal niet ba
ten ër is geeni Russisch gezantschap meer
in Korea; de Japanners hebben dat uit het
land gezet.
De gezant van Korea, te Londen heeft te
genover een vertegenwoordiger van de Daily
News aldus de positie van zijja land geken
schetst
„Politiek zijn wij. onzijdig, geografisch zijn
wij 't. niet, omdat wij, 't niet kunnen zijn.
Wat is liet laatsle nieuws, dat gij uit
Korea 'hebt ontvangen werd hem gevraagd.
Nieuws? Ik heb in meer dan oen© week
geen tijding van mijne regeering gehad. Ik
woet niets buiten wat in do Engelsclve bla-
dien verschijnt.
„NeutraalNatuurlijk is Korea neutraal',
ging .hij: voort. „Het zou dwaasheid! geweest
zijn. .van de regeer ing, als zij) getracht had
zich te velvetten tegen het landen van do
Japansohe troepen. Nu het. land overstroomd
is door vreemde soldaten, staat de handel
stil. Onze regeering kan hare belofte, om do
havens Wi-joe en Yongampho open te stel
len, niet vervullen.
„Ik wou/, dat ik tijding kou krijlgem. vau
mijne regceiingwas de klacht, van den. ge
zant. bij het scheiden
Inderdaad droovig is de toestand va.n do
lander?,"-die bestemd zijn tot het slagveld,
wtaar de beide vijandige legers in dezen oor
log elkaar zullen ontmoeten.
Frankrijk.
De democratische voreeniging,
de meest rechts staande ministerieele Kamer-
groep, heeft in haar Zaterdag gehouden zit
ting een besluit genomen, waarin zij haar
trouw jegens den Russische n bond
genoot uitdrukt.
Spanje.
Het kabinet heeft bij de Kamer eeno bui
tengewone ciediet-aanvrage ingediend van
9£ millioen pesetas, voor het aanschaffen
van oorlogs. en marine-materieel en tot ver
dediging der kusten.
De minister-president Maura verklaarde,
dat do Regeering geen enkele aanwij/zing ont
ving, maar dat deze maatregelen voortvloeien
uit de verplichting om do neutraliteit te
handhaven
Rusland.
Te Kischinew is gisteren de behandeling
begonnen van vijf nog hangende processen,
in verband staande met do mishandelingen
tegen de Joden, in April 1903.
Turkije.
Er zijn dringende bevelen ontvangen om
de voltooiing te verhaasten van den kruiser
Medjidieh, die op de werf van Cramps te
Philadelphia in. aanbouw is. De Med/jidieh
ml den leu Maart naar Turkije vertrekken.
Het Turkslie gezantschap te Weenen
spreekt dc geruchten betreffende de mobi
lisatie van Turksche troepen tegen.
De oorlog in dost-Azië.
Aan den Heralcl wordt int. Peters
burg geseind In wel ingelichte krin
gen verzekert men, dat de Czaar zeer
ontevreden is over de incidenten, die zijtn
voorgekomen bij den nachtelijken torpedo-
aanval vau de Japanners voor Port Arthur,
en een zorgvuldig onderzoek heeft bevolen.
Er gaan aanhoudend geruchten rond, die
betrekking hebben op den stadhouder, ad
miraal Aletxejew. Hiji zou niet hebben be
antwoord aan de verwachtingen, die men
in hem, had gesteld.
De Herald ontving verder uit Petersburg
de volgende déuêche
Men verzekert, ondanks de officieele tele-
grammen, volgens welke alles mistig zou zijn
in. het uiterste Oosten, dat er aan de Yaloo
voorpostengevechten hebbein plaats gehad.
Ten gevolge van een dezer gevechten zouden
de Ru/isiseh© posten, diei voorwaarts waren
gegaan, genoodzaakt geweest zijn terug to
gaanzij zoutlen belangrijke verliezen ge
leden hebben, die op 2500 dooden worden ge
schat.
Een bericht uit Tientsin meldt, dat 3000
Japanners te Tsjemoeilpo zijn geland.
De Temps lx/vat een telegram van
het. Russische agentschap, uit Peters
burg: Aan den algemeenen staf der
Russische marine verklaart, men voor
ongegrond de beweringen van <le Engelsche
bladen, dat de stadhouder Alexejcw voor
goed zich 'te Charbin zou hebben gevestigd.
De stadhouder doet thans eene reis om do
troepen te inspecteeren, die komen met den
Transsiberischen spoorweg. Waarneer gene
raal Kuropatkin, de benoemde opperbevel
hebber van de troepen van het landleger,
zal zijin aangekomen, zal dezen Charbin tot
zijn hoofdkwartier maken. Alexejew zal dan
naar Port Arthur terugkeeren.
Volgens een bericht uit Port Arthur worden
den 21en 's morgens zwakke schoten uit zee
gehoord. Waarschijnlijk trachtten Japansche
torpedobooten de haven te naderen.
De verklaring van Japan, dat het kolen
en levensmiddelen bepaald als oorlogs-con-
traibande 'beschouwt-, wordt, als willekeurig
gekenschetst.
De Navi Krai, bet orgaan van gouverneur
Alexerew, verlangt, dat Engeland de Rus
sische sciiepen zal toestaan te Singapore eu
te Hongkong zich te voorzien van een voor
raad kolen voldoende voor de reds naar Port
Arthur, dat is voor twaalf dagen, terwijl dit
aan de Japansche schepen slechts moet- wor
den vergund voor dte reis naar Formosa, dat
ia voor twee dagen.
Het bestuur der posterijen heeft maatrege
len genomen om de herhaling te vermijden van
het ongerief, dat door de gebrekkig© inrich
ting ,vau den veldpostdiensL in den Turksch-
Russi9ch«n oorlog werd ondervonden Tot
uitvoering van deze maatregelen is als bij
zondere gevolmachtigd© bijj het leger te vel
de gedetacheerd! de lieer Stonk owitsch, die
twintig jaren in Turkestan Werkzaam is ge
weest.
Uit Tokio werd van gisteren naar New-
York geseind, dat admiraal Togo opnieuw
een aanval deed op Port-Arthur. Dit bericht
wordt waarschijnlijk geacht, omdat admiraal
Togo thans Port. Arthur blokkeert. Het was
eohter onmogelijk de bevestiging er van te
verkrijgen. Aan het Japansche departement
van marine werd gezegd, dat er heden geen
nieuws van admiraal Togo ontvangen was.
De Telegraph verneemt uit NagaskiVier
Russische torpedovernielers zijn voor Port
Arthur vormeesterd door het Japansche es
kader. De bemanningen zijn krijgsgevange
nen. De Russische signalen werden met suc-
oea aangewend.
De Japansche legatie te Londen
maakt bekend, dat de passagiers eu de beman
ning van de Japansche stoomboot Nakanou-
ramar-u, dat den 11. dezer door een Russisch
oorlogsschip tot zinken werd gebracht in
de straat van Tsugaru, gered zijn door dit
oorlogsschip en naar Wladiwostok ziju ge
bracht. Daar zijn zij op een Duitscli stoom
schip overgegaan, dat hen Wacht naar Na
gasaki, waar zij heden zijn aangekomen
(Hetzelfde bericht wordt, ook uit Berlijn
gemeld door Wolff's-bureau, met deze aan
vulling, dat drie man vau het Japansche
schip zijn verdronken.)
Ilct Russische transportschip Orel is van
Djiboeti te Suez aangekomen, evenzoo het
Russische transportschip Smolensk, komende
van het Zuiden. Beide schepen zijn het ka
naal binnengestoorad.
De kleine Russische kruiser Mnartsjoeir,
die buiten Sjanghaai worde opgewacht door
die Akatsoosjenui, zou, volgens een telegram
aan de Daily Telcgfaph, Vrijdag reeds ver
trekken. D© Japanners zeggen, dat het. Rus
sische oorlogsschip weg moet, omdait. hunne
koopvaardijschepen/ anders Sjainglhaai niet
kunnen aandoen.
Uit Port Arthur wordt gemeld, dat de
kleine pantserkruiser Nowik thans hersteld
is on liet dok verlaten heeft.
Uit Petersburg is het bericht ontvan
gen, dat do minister van oorlog, generaal
Koeropatkin tot opperbevelhebber van het
leger in Mantsjoerije benoemd is.
Koeropatkin gaat door voor een van de
uitnemendste Russische legeraanvoerders en
is door zijn werken op het gebied van de
krijgskunde, die door generaal Krahmer in
het Duitsch zijin vertaald, ook in westelijk
Europa bekend geworden. Hij is thans 56 jaar
oud en begon zijn militair© loopbaan in het
eerste Turkeetansche Uniebataljon. Koero
patkin onderscheidde zich in de veldtochten
van generaal Kaufman, bezocht daarna de
hoogere krijgsschool, welke hij in 1874 als
eerste van zijn jaar verliet en werd later
naar Turkestan gezonden, waar bij als jong
kapitein de St. George-orde verwierf. Hier
leerde hij Skobelef kennen, die hem in 1877,
toen hij de 16. divisie infanterie onder zijn
bevelen kreeg, als chef voor zijn staf uitkoos.
Het succes vau Skobelef bij Plewna, Lowlsja
en den tocht over den Balkan moet hij groo-
tendeels te danken hebben gehad aan de ver-
standigo raadgevingen van Koeropatkin. De
laatste klom iutussoken tijdens den oorlog,
na een diensttijd van nauwelijks twaalf jaar,
als officier tot kolonel op en werd gewond.
Later kreeg hij de Turkestansche fuselier-
brigade en leidde die met. groote bekwaam
heid in den veldtocht van Skobelef tegen de
Tepo-Turkomannem in 1880 en 1881. Van
Taskent tot Gulc-Tope moest hij ongeveer
1000 K. M„ waaronder verscheidene hon
derden K. M. door de woestijn, afleggen,
manr l'jj I-wam «n 7oer korten tijd od de
plaats van zijne bestemming aan, zonder een
man verloren te hebben. Deze tocht, welke
zo ogoed gelukte, dank zij de degelijke maat
regelen van den jongen kolonel, baarde het
grootste opzien. Bij de bestorming van Guk-
Tepe voerde hij een vau de drie afdeelingen
aan en verwierf het St. George-krui9 3de
klas, een voor zijn rang geheel ongewone on
derscheiding. Op 34-jarigen leeftijd werd hij
generaal en kwam hij bij den generalen staf,
in 1897 kreeg hij het opperbevel iu het
Transkaspische gebied en oen jaar later werd
hij minister van oorlog.
Koeropatkin heeft zich zeer verdienstelijk
gemaakt voor de stelselmatige ontwikkeling
van het Russische leger. In het voorjaar van
1903 werd hij naar Oost-Azië gezonden, om
do troepen te inspecteeren en zocht bij die
gelegenheid ook Japan, waar men hem met
hooge eerbewijzen ontving. Hij is iemand die
door zijn voorkomen de aandacht trekt; zijn
bleek gezicht, omlijst door een zwarten vol|eu
baard, zijn altijd ernstige eu peinzende blik
doeu hem ouder schijnen dan hij in werke
lijkheid is. Hij ia kort van stof, houdt zich
buiten de uitgaande kringen en spreekt liefst
ever zijn vak of over do politiek.
Het. gerucht liep te St. Petersburg, dat
dn benoeming vau Koeropatkin edii begin
van ongenadte voor admiraal Alcxejeff was.
De eorreejKmdenit vau de Ecluo de Paris be
weert. echter, dat «Ie benoeming van Koero
patkin gebeurde op voorstel van den Tsaar,
na voorafgaande instemming van Abxejeff,
die echter vroeg, dat de hoofdbevclhebbc®
te lande ïechtstreeiks ver antwoordelijk zou
zijn voor al de lcrijgs ver richti ngen
Aldus werd overeengekomen, en, alhoewel.
Alexejeff geduixMidte lueel den veldtocht de
vertegenwoordiger is van het Keizerlijk ge
zag in liet Verre Oosten, zal generaal Koero
patkin, die binnen 14 dagen vertrekt, reoht-
streeksch aan den Keizer schrijven en sei
nen.
Geen enkel grootvorst zal deelnemen aam
die krijgsverrichtingen, te laude. Alleen groot
vorst Oyriel, Wladimir's zoon, zal aJs fregat
kapitein naar Port-Arthur gaan.
De benoemde Amerikaansche ©on-sul tc
Dalny, Morgan, vertrekt den 25en Februari
uit San Francisco. Tot, nader order zal hij
echter te Shanghai blijven.
Om eene herhaling te voorkomen van de
paniek die verleden Zaterdag op de Beurs
van Parijs is ontstaan, op het gerucht dat
de Russische gezant Londen had verlaten
heeft gisteren de syndicus van dc wissclageti-
ten van Parijs een onderhoud gehad met den
heer Rouvier, minister van financiën.
Al do alarm geruchtendie Zaterdag de
ronde deden, zijn van allen grond ontbloot en
de toestand in Frankrijk, Spanje en Turkije
is van dim aard, dlai niets de daling vau
hunne rentepapieren motiveert.
Men hoopt, dat de Beurs vandaag ham
goede stemming zal hernemen. Geen enkel
wisselagent verkeert in moeiolijkheden.
Uit het Engdsch
VAN
FLORENCE MARRYAT.
■HOOFDSTUK XXTV.
Kapitein Philip als trooster.
Hij knielde naast haar neder, sloeg zijn
armen om haar heen cn staarde, schier be
dwelmd dcor de overmaat van zijn geluk,
cenige ©ogenblikken zwijgend naar haar blo
zend gelaat. Eindelijk zeide hij met een van
ontroering trillende stern
„Lieve, lieve Elveline zoo goed van ver
trouwen, omdat ge zelf rein zijt van alles,
wat naar bedrog en onwaarheid zweemt
hoe durft ge aldus spreken tot een man, van
wien ge feitelijk niets anders weet dan dit
eene. dat hij een eerlijk en trouw rentmees
ter is geweest?"
„En is dat dan niet-9?"
„Voor Rozenheuvel is het misschien zeer
veel, maar het is niets, Eveline, voor je echt
genoot. Vergeet niet-, dat ik hier een onder
geschikte plaats inneem dat ik je mindere
ben! Ge weet niets van mijn afkomst af!
Mogelijk behoor ik, wat mijn geboorte aan
gaat, tot do heffe de9 volks."
„Wat kan dat mij schelen Ik heb je lief,
zooals je nu bent! De menschen maken over
't algtemeen veel te weed drukte over liet
verschil in rang en stand. Bovendien ben ik
zelf volstrekt niet van voorname afkomst."
„Maar ge zijt rijk» liefste. Ge hebt Rozen
heuvel iii' eigendom. En ik heb niets ik
ben arm."
„Ge hiebt mijbracht Elvedan© min of
meer beschroomd iu 't midden, „en Rozen
heuvel en ik zijn éón".
„Maar wat. zal de weheld er wel van zeg
gen, dat je trouwen'gaat met je rentmees
ter? Zal zij niet. van oordeel zijn, dat je,
door mij te verheffen, jo zelf verlaagt.?''
Eveline lachke vroolijk om dat bezwaar.
„Wel, natuurlijk, kapitein Philip, dat
spreekt vanzelf. Wanneer heeft, de wereld
ooit iets gezegd, dat vriendelijk en edelmoe
dig was en niet kwetsend voor iemands ge-
vpel? De wereld zou de wereld niet zijn, als
ze niet oppervlakkig en bekrompen klein-
fjoettig was. AVij beiden zijn echter boven
haar boosaardige toespelingen, haar hoonend
gelach, haar snijdenden spot verheven. De
wereld zelf is over 't geheel niet gelukkig
en het schijnt wel, dat zij daarom niet dul
den kan, dat sommige uitverkorenen een
Etbl en rein geluk deelachtig worden. Maar
ais je gelooft, dat ik je gelukkig kan ma
ken..."
yjOft ik dat geloof viel hij haar met
vurige onstuimigheid in de rede. „Ge. zoudt
nuj even goed kunnen vragen, of ik geloof,
tdat Gtod waarheiid is. Er is voor mij geen
grooter geluk denkbaar dan dat ik jou mijn
vrouwtje zou mogen noemen, Eveline. Dat
t* mijn liefst© ideaal."
„Dan zal dat ideaal, wat mij aangaat,
verwezenlijkt worden", zeide zij met den
haar eigen, beminnelijken eenvoud.
I
Kapitein Philip boog zich over haar b,een,
nam haar handen tusschen de zijne en kuste
haar innig en teeder. Een tijdlang zwegen
beiden. Zij gevoelden, dat hun liefde thans
beregeld was geworden.
„Ik heb je zoo bitter weinig aangaande
mijn onbeteekenende persoonlijkheid mede
te deelen'sprak hij, toen. hij eenigszins van
zijn ontroering bekomen was. „Het voor
naamst© weet ge reeds. Wat afkomst, bi-
treft, ffta ik met. beneden je dat kan 'k
je verzekeren maar tioordien ik reeds op
jeugdigen leeftijd op zee bon gegaan, b?n *'k
zoo'n ruwe, onbeholpen kerel geworden. Ik
zal jou wei niet behoeven te. zeggen, lieve
Elveline, die mij reeidsi zoo lang en zoo van
nabij kent, dat ik alles behalve e.on galant
cavalier ten. Ik heb ren droevige, eenzame
kindsheid geliad en het zeemansleven is oor
zaak. dat ik tamelijk eenzelvig en in mijzelf
gekeerd ben gaworden. Mijn boeken en nijn
pijp waren mijn eenigte vrienden. Eerst toen
ik jou leerde kennen., veranderde do aarde
in een. paradijs".
„Waarom heb je het zeemansleven vaar
wel gezegd vroeg Eveline
„Omdat het mij op den duur tegyn de
borst stuitte, hoewel ik vrij spoedig carrière
maakte, lïovendien noopten familie-omstan
digheden mij, naar Engeland -terug te kee-
ren^ teneinde mij nauwkeurig op d© hoogte
van den «tand .van zaken t© stellen Zoo
kwlam ik van het een op heb ander, tot ik
eindelijk besloot, voor goed aan .Wal te blij
ven en te solliciteereai naar de vacante be
trekking als rentmeester ©p Rozenheuvel.
Weet je nog wel, Eveline, flat ik van Lon
den hierheen kwam gereisd, om de zaak
verder mondeling t© bespreken? Ik herinner
mij liog bijna elk woord van het /gesprek,
dat wij bij die gelegenheid in de bibliotheek
kamer gevoerd hebben."
„Ik ook. ïk voüd je wel een beetje brus
que, maar ik wa* toch terstond' hoog met je
ingenomen. Weet jc nog wel, da.t. ik je t© di-
necren hield on dat wijf na. den. middag sa
men het landgoed rondreden, en...."
„Ik werd al dadelijk smoorlijk verliefd
op je.i
„Toch zeker niet op dien eersten dag van
onze kennismaking?"
„Ja zeker, toen roeds. Ik vo«id je het
meest praktische, het verstandigste, het de-
geliiikstci meisje, dat ik ooit. in: mijn leven
ontmoet had."
„Foei, dat klinkt in 't. geheel niet lieflijk'
Was er niets anders, waardoor je tot mij
werdt aangetrokken
„O. er was nog oneindig veel meer AU je
gplooft-, dat de liefde en' bewondering, welke
ik voor je koester, uitsluitend cp verstande-
liike eigenschappen berusten, h©b jc het glad
mis. Maar ik acht je v©r boven alles wat
naar vleitaal zweemt, verheven. Je zoudt niet
eens willen, dat ik je haarfijn vertelde, hoe
ik over je dacht en denk. Het zal je duidelijk
genoeg uit alles blijken. Er zal gocn dag
voorbijgaan, of je zult telkens opnieuw aan
alles kunnen merken, hoe gronzenloos lief ik
ie heb."
„Hoe heerlijk, om zoo bemind te worden
en zelf aldus lief te hebben," prevelde Eve-
litne. met haar hand in dc. zijne.
„En nu der» zaak aldus tot wcderzijdsch
genoegen geschikt is, liefst© (weinig ver
moedde ik een uur geleden, dat het. leven
mij ooit zoo zonnig en vToolijk zou tegen
lachen) moet ge mijl eens vertellen, wat die
Jasper Lyle heeft gedaan, dat je zoozeer heeft
kunnen ontstemmen? Heeft bet betrekking
op die onzinnige praatjes, waarover ik jo van
middag gesproken heb? Je bent, hoop ik,
toch niet. zoo dwaas van in ernst te gelpo-
ven, dat eenig sterveling ter wereld je ooit
niet eenig recht het bezit van Rozenheuvel
zou kunnen betwisten Ik verzeker jc op mijn
wobrd van eer, dat de man, die deze onge
rijmdheid durft, bcwerem, ©en aartsleugenaar
is. Jo positie alhier is oven onaantastbaar,
als wanneer jc het landgoed voor je eigen geld
gekocht hadt."
Een wolk overtoog Eveline's van vreugde
riralcnd gelaat. Kapitein Philip's toespeling
j op Jasper Lylo deed haar angst en twijfel,
cliei door haar groot© blijjdschap overstemd
waren, weer op den voorgrond treden. Het
i was haar echter een onbeschrijfelijk troos
tend denkbeeld, dat zijl thans al haar angsten,
li haar twijfelingen zonder ©enig voorbe
houd mocht opesiba-ren aan den man, dien
zij zich tot echtvriend had uitverkoren er»
die met onbaatzuchtige liefde en toewijding
haar teleurstelling zou deelen, als zij haar
vermogen en haar landgoed verloor.
„In de overmaat vau» mijn geluk dacht ik
or niet meer aan." zeido zij. „Eu toch was het
mijn plicht geween, het jo te zeggen, vóór
wij iet'» anders bespraken. Ik had j© aan
zoek niet. mogen aannemen, vóór ik je go-
waarschuwd had, dat er gevaar bestaat-, dat
ik afstand zal moeten doen» van Rozenheuvel.
Wordt vervolgd.