r. 251.
8" Jaargang.
Woensdag 16 Maart 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'8 ZOMERS BUITEN.
RSFOORTSCH DAGRLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.85.
Idem franco per post. 1.75.
Afsönderlrjke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers; VALKHOFF C<>.
Utrechtschestraat 1. Jntercomm. Telephoonnummer 66.
PIUJ8 DER ADVERTENTIE
Tm 1—6 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel eu bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald ad verteeren in dit Blad by abonnemént. Eène
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan ben, die met I April a. s.
op dit blad inteekenen, worden
de nummers die gedurende
de maand Maart nog zullen
verschijnen, KOSTELOOS toe
gezonden.
Kinderbeschenning.
De wel op de ouderlijke macht en de voogdij
van 6 Februari lpOl, Stbl. 62,
door
L. J. VAN DER MOER.
vin.
Voogdij van vader of moeder.
(1© soort).
Dat na den dood) van een der ouders de
overblijvende ouder van rechtswege de voog-
dij heeft, over de uit het huwelijk geboren
kinderen, is reeds gezegd.
Hst is trouwens algemeen bekend.
Die langstlevende ouder zal echter volgens
de nieuwe wet geen voogdij hebben als hij
van de ouderlijke macht was ontheven of
ontzet.
Dat de langstlevende moeder volgens de
oudo wet de voogdij niet behoeft op zioh te
nemen en dat zij dit. volgens do nieuwe wet
wèl moet doen, hebben, we reeds gezien.
D>oor de nieuwe wet zullen vervallen de
bepalingen omtrent het toevoegen dioor dien
vader aan de hem overlevende moeder van
een raadsman voor de voogdij.
Deze- bepalingen w'erden ook zelden of
nooit toegepast.
Van meer belang zijn het afschaffen van
art. 405 en het wijzigen van art. 407.
Wanneer eoni va der-voogd of een© moeder-
voogdes hertrouwt, dan moeten zij vóór het
huwelijk aian den toeziendbn voogd aanbieden
een staat van de bezittingen der kinderen,
onverschillig of diie bezittingen veel of wei
nig bedragen. Bij verzuim verliezen zij de
voogdij en wordt er een. ander tot voogd! be
noemd.
Op die wijze hebben herb aaldie lijk oudiers
die voogdij over hunne kinderen verloren.
Dat voorschrift is nu evenwel door de
nieuwe wet gewijzigd en wel zoo, dat de ver
plichting om dien staat in te dienen alleen
dan zal bestaan als de toeziende voogd dien
staat verlangt.
De aanbieding daarvan, welke volgens de
nieuwe' wet ook na het. trouwen zal kunnen
geschieden, moet dan plaats hebben binnen
14 dagen na de uitnoodiging daartoe.
Wordt, het verzuimd, dan zal de toeziende
voogd aan* den kantonrechter het ontslag
van den vader-voogd of moeder-voogdes ver
zoeken.
Do wetgever had ra. i. gerust die aanbie
ding van een staat kunnen achterwege laten
want nu hij niet heeft voorgeschreven hoa
die staat er moet uitzien, of wat daarop
moot worden vermeld, zal in vele gevallen
het. stuk niets beteekenen, althans voor do
h langen van de minderjarigen' en diaarom
i- het toch te doen van weinig of geen
waarde zijn.
De moeder-voogdes, die hertrouwt, heeft
bovendien, volgens de oude wet, nog de ver
plichting bare bevestiging in de voogdij aan
den kantonrechter te verzoeken, op straffe
van het verlies der voogdij, behoudens echter
do bevoegdheid des rechters era haar opnienwi
te benoemen.
Zij wordt dan echter eene door den rech
ter benoemde voogdes en staat dan geheel
met een vreemden voogd gelijk.
Die bepaling is, gelukkig, ook geschrapt.
Dat ook de bepaJing, volgens welke da
moédes-voogdes, d.e hertrouwt, het vrucht
gebruik verliest, zal vervallen', hebben w©
reeds gezien.
Eveneens is vervallen art. 411.
Volgens dit artikel kan die vader of moe
der de opvolging der voorschriften van arti
kels 405 of 407 verzuimende, geen voogd
over de kinderen, benoemen
Voogdij door den vader of de moedtr
opgedragen.
(2a soort).
Dat recht om oen voogd over do kindes-en
te benoemen (geen toeziende voogdwant
deze wordt, altijd, door den rechter benoemd)
komt. volgens art. 409 der oudo wet alleen
toe aan den langstlevende der ouders.
Hierbij deed zich de quaestie voor of oen©
benoeming gedaan door een vader of een©
moeder, voor het geval hij of zij de langst
levende zou zijn, geldig was.
Onder de nieuwe wet kan dit gc-ien quiaestie
meer zijn.
Ieder d!er ouders, die do ouderlijke macht
of de voogdij over een of meer zijner kinde
ren uitoefent, zegt het gewijzigde art.. 409,
hetft liet recht een voogd: over diie kinderen)
te benoemen: voor het geval dat na zijn over
lijden d© voogdij niet van rechtswege cf door
do in het laatste lid van art. 408 bedoelde)
rechterlijke beschikking aan den anderen der
ouders behoort.
De benoeming geschiedt bij uitersten wil
of bij een uitsluitend daartoe opgemaakte
akte.
Rechtspersonen kunnen niét- tot - oogd
worden benoemd'.
De benoemd© behoeft de voogdij niet aian
t© nomen. Wil hij dat wel, dam moet hij ecnö
verklaring te dier zake uitbrengen ter griffie
van het kantongerecht, binnen een bepaal
den, door de wet in art. 387a genoemde ter
mijn.
(3e. soort).
Ten aanzien van de voogdij door dien rech
ter, in do eerste plaats door den kan tonrech
ter opgedragen, wil ik alleen het volgend©
opmerken
Evenals onder de oude wet za.1 onder d©
nieuwe wet de benoeming geschieden op ver
zoek van de bloedverwanten van den minder
jarige, van zijine schuldei sellers, of ander© be
langhebbende partijen of zelfs ambtshalve
door den kantonrechter der woonplaats van,
den minderjarige.
Een meuwe bepaling, teneinde een© leemte
in de oude wet aan te vullen,, is deze Heeft
de minderjarige geen woonplaats binnen Ne
derland of is zijne woonplaats niet bekend',
dar.. geschiedt de benoeming door den kan
tonrechter van de laatst bekende woonplaats
in Nederland, en zoo men ook hiervan niet
o,ï de hoogte is. dan door den kantonrechter
van het eerste kanton, 1e Amsterdam.
Is er eenmaal een voogd en overlijdt deza
of kan hij om eenige andere reden- de voogdij
r.iet waarnemen, dan heeft de to: ziende voogd
de bepaalde verplichting voor de benoeming
van een anderen voogd, al of niet. tijdelijk,
te zorgen-.
Dat de kantonrechter de benoeming dbet
na verhoor v-an <1© naaste bloedverwanten of
aangekuwdem, van een minderjarige en dat
die bloedverwanten of aangehuwden wordon
opgeroepen ten getale van vier, zoova&L mo
gelijk twee van vaders- en twee van moe
derszijde, is zeker vol doen dte bekeud.
Volgens art. 414 moet de kantonrechter
die oproeping doen, doch in den regel ver
schijnen de bloedverwanten en aangehu/wden
vrijwillig, in welk geval <lan de oproeping
vervalt.
Verschijnt een opgeroepen familielid niet,
dan kan de kantonrechter een ander oproe
pen.
Ieder familielid1, ook do toeziende voogd,
kan een ander machtigen voor hem op t©
tredendoch de kantonrechter- kan de per
soonlijke verschijning gelasten.
Volgens art 445 wetboek van strafrecht
kan hij die is opgeroepen om in zaken van
^minder jarigen te worden gehoord, zonder gel
dig© reden van verschoon jng wegblijft en
ook, zoo dit- is toegelaten, geen gmachtigde
stelt-, worden veroordeeld tot een boete van
hoogstens zestig gulden.
Dat, volgens de nieuwe wet, ook vrouwen
kunnen worden gehoord, is reeds geziegd.
Volgens de oude wet mort de ambtenaar
van den Burgei lijken Stand aan den kanton
rechter kennis geven van het overlijden van,
alle personen, minderjarigs; kinderen, nala
tende, zoomede van alle tweede en volgend©
huwelijken van ouders, die minderjarige kin
dei en hebben.
De nieuwe wet bepaalI nu dat due kcnaiis-
gving onverwijld moet. geschieden en dat, wlat
betreft tweede en volgend© huwelijken, ook
kennis moet worden gegeven van de aangifte
daartoe.
Nu: d© bepaling van, art. 405, zooais wie
reeds zagen, is geschrapt, hetgeen: in het re-
gc-ORingsvoorstel. niet werd voorgesteld, heeft
die kennisgeving van tweede en volgende hu
welijken weinig beteekemis meer.
Maar er wordt in de nieuwe wet niet meer
gesproken van.: tweede en volgend© huiwie-
1 ijken,; docht van elk huwelijk van ouders,
welke minderjarige kinderen, hebben.
D© kennisgeving van de aangifte en vol
trekking van het huwelijk kan dus alleen be»
teekenis hebben voor huwelijken van een
vader of ©met-moeder met- wettelijk' erkend©
natuurlijke kinderen, waarover hij, of zijl
mits meerderjarig de voogdlij heeft.
Politiek Overzicht.
De afschaffing van art* 2 der
Jezuïetenwet.
Het besluit van den bondsraad tot bekrach
tiging van de door den Rijksdag besloten
opheffing van art. 2 der Jezuïetenwet heeft
in Duitschland in breede kringen eene ont
stemdheid teweeg gebracht, die nog niet aan
het luwen is. Onder de bondsregeeringen
hebben eenigen, die van Saksen in de eerst©
plaats, zich genoopt gevoeld te verklaren,
dat hunne vertegenwoordigers tegen de op
heffing van art. 2 gestemd hebben. Dat be
wast, dat die regeeringen er prijs op stellen
te doen uitkomen, dat zij de verantwoorde
lijkheid voor dit besluit niet willen, dragen.
In andere staten is de regeering door eene
interpellatie in den landdag uitgenoodigd,
zich over har© houding te verklaren. Dat ;s
o. a. geschied in Ltibeck. Daar legde de Se
naat de verklaring af, dat hij zijn vertegen
woordiger last had gegeven zich van stemmen
te onthouden. De „Büxgersckaft" nam daar
na met. 76 tegen 9 stemmen eene motie aan.
waarin baar smartelijk leedwezen over dit
befeluifc van den Senaat werd uitgedrukt.
Dit leedwezen komt onder liet volk sonn
op zeer eigenaardige wijze tot uitdrukking
Zoo werd t© Saorbrücken het standbeeld vaa
Bismarck in den nacht met rouwfloers om
huld aan de hand van dit beeld van don
ijzeren rijkskanselier vond men 's morgens
eeu bord bevestigd met het opschrift..Bis
marck erwach\Vabr un«r© Sach (Bismarck
ontwaak» Kom op voor onze zaak!)" De
politie droeg zorg, dat het standbeeld sj>oo-
dig weer zijn gewoon aanzien kreeg.
Hoe groot de meerderheid was, waarmee
d© opheffing van de bepaling, die den leden
van de Jezuïeten-orde het verblijf in bet ge
baed van het Duitsche rijk verbrod, bekrach
tigd is, weet men nog niet. Wel wist men
sedert de bekende verklaring van den rijks
kanselier in Februari van het- vorige jaar,
dat Pruisen en Beieren voor de opheffing
van art. 2 bunue stemmen zouden uitbren
gen. Maar Pruisen beschikt slechts over 17
en, met inbegrip van Waldeck waarover bet
't bestuur voert, over 18 stemmen, Beieren
over 6 stemmendat zijn ia 't geheel 24
van de 58 stemmen, die de gezamenlijke in
den bondsraad vertegenwoordigde regeerin
gen uitbrengen. Daar Lübeek zich heeft out-
houden, moeten nog ^ijf stemmen van de
kleinere bondsstaten zich bij die van Pruisen
en Beieren geveegd hebben om te komen tot
de meerderheid, die gevorderd werd. Eene
groote beweging ging sedert Februari 1903
door het la.nd, om er tegen te proteateeren.
dat zou worden teruggekomen op den in 1872,
te midden van den Kulturkampt', genomen
maatregel tegen de Jezuïetenorde. Er werd
bericht van onderhandelingen, die de regee-
riugen va,n eenigen der staten van raiddel-
bare grootte hadden aangeknoopt met dio
van do kleinere staten, om zich tegenover
.Pruisen en Beieren van de meerderheid in
den bondsraad te verzekeren, en men betwijfel
de of graaf Bülow er in slagen zou de ontbre
kende stemmen te winnen. Maar tiet e'nde
19 toch geweest, dat de rijkskanselier 't. ge
wonnen heeftartikel 2 van de Jezuïetenwet
is er geweest
Graaf Bïiliuv;Jmr£li in .deze ditgmu, i
zijden het verwijlt moeten hooren, dat hiji in
deze zaak het centrum, de partij; die in den
rijksdag den doorslag geeft, naar de oogen
heeft gtezien. Ai in orgaan, de Nordd. Allg.
Zeitung, is daartegen, opgekomen. Het blad
brengt de verklaring in herinnering, die den
3en Februari 1903 door do rijkskanselier in
den rijksdag werd afgelegd, en voegt daaraan
toe: „Nui is het vereischte besluit van den
bondsraadi vei kregen en de wet, den 8. dezer
door den Keizer bekrachtigd, officieel afge
kondigd. Door deze beslissing wordt eene ex
ceptioneel© bepaling opgeheven, die overi
gens slechts voor ontslagen tucht li uisboeven
bestaat. Wanneer in. dit' verband sprake is
van eene toezegging, die de rijkskanselier
aan het centrum heeft gedaan, dan staat
daartegenover het feit, dat de besturende
staatsman de vermelde toezegging niet aan
eene enkele partij maar aan den rijksdag
heeft gedaan, wiens overwegende meerder
heid de opheffing van het artikel had voor
gesteld. Op dezelfde hoogte van objecti<-vo
waarheid staan redeneeringen, die graaf Bii
low oogendienarij tegenover het centrum
verwijten Met evenveel recht zou men toch
blijkbaar van eene oogendienarij van den
rijksdag tegenover het centrum kunnen spre
ken.'-
Daartegen laat. zich met het koele ver
stand weinig inbrengen. Maar het ia hier
meer een pevoels- dan eene verstandskwestie.
Men voelt, dat dit besluit vaa den bonds-
ïaad in den vorm de bekrachtiging is van
een door den rijksdag genomen besluit,
maar in liet. wezen, der zaak de bevrediging
van «en door liet eoutrum gekoesterdeu
weuaoh. .Sedert. 1891 ia het centrum opgeko
men voor de intrekking van de Jezuïeten-
wvtwaaraan nu door de afschaffing van art.
2 dier wet gedeeltelijk is tegemoet gekomen.
Eu dat ook in den rijksdag dit gevoel over-
beerscheud is, bewijzen de in de laatst© da
gen gevoeld© debatten. Bij de behandeling
van de legerbegrooting was een der posten,
waarover strijd gevoerd werd, de door de re
geering aangevraagde vermeerdering van het
aantal onderofficieren. De begrootingscom-
misBie had die vermeerdering geschrapt op
voorstel van oen der vertegenwoordigers van
het centrum. Bij d© behandeling iu de open
bare zitting deed een nationaal-liberaal heb
voorstel de aanvrage der re gee ring toe te
staan, terwijl liet centrum gedeeltelijk te
rug kwam op zijne weigerende houding in de
bogrootingswmmissie en' nu voorstelde de
aanvrage voor de helft toe te staan. Ondier
den indruk van de pas door den bondsraad
genomen beslissing, gaven de woordvoerders
van alle andere partijen uiting aan hunne
opvatting, dat dez© halve *bekeerrng van het
oentrvmi een uitvloeisel was van de halve vol
doening, die aan zijpi wensch met betrekking
tot de Jezuïetenwet. geschonken was. De
vertegenwoordigers van liet centrum lieten
in het debat dit punt rusten, maar bij de
stemming gaven hunne stemmen den door
slag tot de verwerping van het door de re
geering aangevraagde cijfer, waarna besloten
werd overeenkomstig liet door het centrum
gedane voorstel. Zoo deed het centrum zich
hier wederom kennen als de partij, die den
doorslag geeft in den rijksdag en op wier
wenschen dus moet worden gelet.
Frankrijk.
De Kamer zette gisteren de behan
deling voort van het wetsontwerp, dat
strekt om hst geven van onderwijs door
leden van congregatiën te verbieden. In den
loop van de discussion stelde CaiUaux voor
den termijn, waarna de uitsluitend aan het
ouderwijs zich wijdende congregatiën moeten,
worden ontbonden, op tien jaren te bepalen
(het regeerings-ontwerp bevat daarvoor een
termijn van vij'f jaren). Dl© mipistör-presi-
dent Combes verklaarde dit amendement
niet te aanvaardenniettemin werd het
aangenomen met 282 tegen 271 stemmen.
Op voorstel van den minister-president be
sloot de Kamer met 297 tegen 259 stemmen
morgen te vergaderen.
De minister van marine verklaard»
in de begrootingecommissie, dat hij d©
minderwaardige vaartuigen in het Verre
Oosten heeft vervangen door een eskader,
bestaande uit 3 gepantserde kruisers. Ie klasse,
voorzien van zwaar geschut, en 3 kruisers 2e
klasse. De minister heeft besloten een divisie
torpedojagers te vormen4 zijn reeds uit
gezonden. 2 zullen binnenkort vertrekken.
Daarbij zal zich nog voegen de „d'Assas,"
di© zeer spoedig zal aankomen. Het aldus
samengestelde eskader vomit cone zeemacht
van groote sterkte
De minister gaf daarna cone toelichting
van de quaestie van de steiuipunU-n der
vloot Inzonderheid heeft men getracht de
haven van Bizorta te versterken. De minister
is van oordeel, dat men de veiligheid der
koloniën moet zoeken in de mobiele wrdedi-
Uit het Deensch
11 DOOR
HERMAN BANG.
Brasen bleef midden in, zijju gelagkamer
•taan en keek door twee openstaand© deu
ren naar het rijtuig.
„Die moet jij maar ontvangen, Jansine,"
zei bij en ging naar dê achterste kamer,
waar hij op een stoel dicht bij de deur plaats
nam.
Dte dames van den consul-generaal waren
roeds uit den wagen gestegen.
Ze bekeken de witgekalkte poort, met
haar eeheeve, zwart geverfde balken wiel wat
heel lang.
..Is dat misschien, de juffrouw van het
hotel?" vroeg de consul-gêne raai.
,.Ja, dat' was juffrouw Brasen
..Ja, we wilden hier blijven, juffrouw,"
zei de consul.
„Voor van nacht," voegde zijn vrouw er
haastig bij.
En de dochter, die moest, lachen om haar
moeders toon, zei
,,'t Is hier heel moei."
Juffrouw Brasen was vuurrood geworden
bij mevrouw's „van nacht." Toen werd ze
weer bleek, terwijl de zweetdroppels op haar
wangen bleven staan, haar stem trilde zacht
toen zij zeide
„Kamers hebben we wiel. als die u maar
aaïKfaan."
„Dat zullen ze zeker," zei de consul gene
raal. En mevrouw Fryant, die zelf ook een
roode kleur had gekregen, zei
„Beste juffroiBw. u is immers juffrouw Bra
sen 1 - wij stellen volstrekt, geen groote
eischon."
Juffrouw Brasen liep vooruit, cm deed d©
deur open van d© twee kamers boven do
poort Ze keek naar haar beide kamers, ter
wijl zij steeds opnieuw zei
„Als ze u maar aanstaan
Terwijl de consul-generaal, die haastig
naar do l.edden had gezien, welke de schat
ten van het hotel uitmaakten (het waren
de bedden waarop de handelsreizigers 's win
ters sliepen), zei
„Hier is het uitstekend) voor van nacht,
juffrouw, en juffrouw Johnny voegde daar
aan toe
„Ik logeer immers bij Ingeborg."
Toen juffrouw Brasen beneden kwam, zat
Brasen nog achter zijn deur. Hij lichtte zijn
hoofd op en keek haar aan
„Wat zeiden ze?" vroeg hij.
„Dat weet ik niet. antwoordde juffrouw»
Brasen, wier stem heel laag was, ze ontweek
den blik van haar man, ..maar ze blijven
hier van nacht."
Mevrouw Fryant, dit* midden. in> haar ka
mer stond, en haar hoed afdeed, zei tot haar
man
„Maar, beste man. als het nu een;- precies
zoo is op Skagen?"
En Johnv, die voor het raam do pomp
Beschouwde, die eenigzins krom, zich mid
den op de markt verhief, zei lachend
„Dat is onmogelijk.'
De consul-generaal begon eenige buitenge
wone omvangrijke reisétui's te openen, waar
in veel zilver en kristal schitterde, die wel
een weinig al t© massief waren voor d© Bra-
aensche tafelpooten. En de beide dames gin
gen naar d© slaapkamer, waar juffrouw
Johny de blauwe portieres liet vallen, ter
wijl haar gezicht plotseling heel ernstig werd,
alsof ze in de verkleurde .plooien hun heele
lange lijdensgeschiedenis had gelazen. Zij
zcide„Mama, dan moeten we hier eten
en Ingeborg uitnoodigen."
..Goed, my dear," zei haar moeder, en ver
volgde wen daarna
..Lepels en vorken liebben we immers bij
ons in onze nécessaires.
Beneden in de gelagkamer sloeg de vee
arts de deur wijd open.
„Het is liier vol geworden, mijnheer Jes-
perscn", zei Brasen.
De veearts, die. zooals alle krachtige man
nen in het dorp, een roodvlammig breed ge
zicht had, was op verkenning uitgezonden
dour zijn vrouw.
„Ju, wat drommels, dat noem ik nog een»
vermeerdering van bemanning;" hij bestelde
èen glas bier, terwijl hij vroeg:
„Wat vleesch heb je in de kuip. herber
gier?"
,,'k Weet het niet." zei Brasen, die won
derlijk stil was geworden. Ilijj had een gevoel
alsof bij eon klomp in zijn hoofd' had.
Maar plotseling stond hij op van zijn stoel.
Krist iaan. riep hij en liep naar zijn tap
kast. waar hij tusschen eenig© oude boeken
«begon to rommelen.
„Nu hebben we waarachtig wat in te
schrijven," en hij haalde een vreemdelingen-
tboek voor den dag, dat vet- was als een oud
kookboek en voorzien van do stempels van
zes verschillende burgesneeriers.
„Dat is goed, BTasen." zei de veearts,
„laat ons de afstamming eens jnen
Krist-iaan wa9 binnengekomen en wilde
bet. boek aannemen in zijn uitgestrekte han
den.
„TTasoh je |>ooten eerst, zei Draden
De klink werd opgelicht, juffrouw Braden
frad binnen. „Kom even hier. Brasen," zei ze.
Juffrouw Brasen was verdiept in de zorg
voor het middageten. Ze bleef in haar ge
dachten maar al aan het tellen hoeveel gas
ten er waren. Ze kwam nooit verder dan
zeventien, dan begon ze weer opnieuw te
telleil.
„Zijn er geen zeventien?" vroeg. z©
Twee dienstmeisjes waren aan het visch
schoonmaken. 't Was een jammerlijk, dun
zoodje. dat misschien eens levend was ge
weest. De leerling braadde een biefstuk op
de kachel voor een handelsreiziger, die juist
was aangekomen met- zijni mounterkoffors,
en die nu in de kleine eetkamer zat te schel
den.
Toen Braden binnenkwam, deed juffrouw
Brasen de deur van de eetkamer dicht.
„Wat zulletn we toch doen,?" zei zp en keek
hem aan met haar tranende en door het
waken roode oogen.
,,'k Weet het niet,'' zei Brasen.
„En ze moeten immers hebben wat er ge
adverteerd is." zei de juffrouw Dat was de
gedachte, die haar niet meer wilde loslaten
„diner: twee gerechten en dessert," dat was
immers geadverteerd
„Ja," zei Brasen.
Juffrouw Brasen stond op en streek op
en neer over haar boezelaar.
„Maar dat is het juist," zei ze. „Als het
komt, dan komt het altijd' verkeerd."
Brasen. die opgestaan was om weer weg
te komen, zei dat was rijn eenige gedach
te:
.,Ja, en als ze nog maar wat drinken. Maar
wat drinken zeven en twintig vrouwsperso
nen?"
Brasen ging heen.
Juffrouw Brasen bleef een oogenblik al
leen zitten. Toen stond ze op Er zat niets
anders op.
Ze moe it ze de kippen gewen. Zij deed het
raam van de eetkamer open en riep Nielsen,
die bezig was met de koffers van den han
delsreiziger. Juffrouw Brasen gaf hem bevel
omtrent de kippen, maar de stalknecht deedi
juist alsof hij het niet boord© en: bleef bij
d« koffers.
„Van Ue handelsreizigers moeten we le
ven," bromde Nielsen in zich zelf. Hij had
reeds de bagage van de badgasten gemon
sterd. In de keuken begon juffrouw Brasen
de vis3chen te tellen, maar plotseling zei ze
tot Sfcine, dio de half gezoomde handdoeken
had meegebracht:
„Is er peterselie in huis?"
Stine, de naaister, begon in de bijkeuken
een kist met zand te onderzoeken, waarin
ze honderd lange asperges vond.
„Ja, ja," zei juffrouw Brasen en, ze riep
Jens, dat hij vlug peterselie moest, halen.
Wordt vervolgd.