r. 251. 8" Jaargang. Woensdag 16 Maart 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. '8 ZOMERS BUITEN. RSFOORTSCH DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.85. Idem franco per post. 1.75. Afsönderlrjke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers; VALKHOFF C<>. Utrechtschestraat 1. Jntercomm. Telephoonnummer 66. PIUJ8 DER ADVERTENTIE Tm 1—6 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel eu bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald ad verteeren in dit Blad by abonnemént. Eène circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan ben, die met I April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die gedurende de maand Maart nog zullen verschijnen, KOSTELOOS toe gezonden. Kinderbeschenning. De wel op de ouderlijke macht en de voogdij van 6 Februari lpOl, Stbl. 62, door L. J. VAN DER MOER. vin. Voogdij van vader of moeder. (1© soort). Dat na den dood) van een der ouders de overblijvende ouder van rechtswege de voog- dij heeft, over de uit het huwelijk geboren kinderen, is reeds gezegd. Hst is trouwens algemeen bekend. Die langstlevende ouder zal echter volgens de nieuwe wet geen voogdij hebben als hij van de ouderlijke macht was ontheven of ontzet. Dat de langstlevende moeder volgens de oudo wet de voogdij niet behoeft op zioh te nemen en dat zij dit. volgens do nieuwe wet wèl moet doen, hebben, we reeds gezien. D>oor de nieuwe wet zullen vervallen de bepalingen omtrent het toevoegen dioor dien vader aan de hem overlevende moeder van een raadsman voor de voogdij. Deze- bepalingen w'erden ook zelden of nooit toegepast. Van meer belang zijn het afschaffen van art. 405 en het wijzigen van art. 407. Wanneer eoni va der-voogd of een© moeder- voogdes hertrouwt, dan moeten zij vóór het huwelijk aian den toeziendbn voogd aanbieden een staat van de bezittingen der kinderen, onverschillig of diie bezittingen veel of wei nig bedragen. Bij verzuim verliezen zij de voogdij en wordt er een. ander tot voogd! be noemd. Op die wijze hebben herb aaldie lijk oudiers die voogdij over hunne kinderen verloren. Dat voorschrift is nu evenwel door de nieuwe wet gewijzigd en wel zoo, dat de ver plichting om dien staat in te dienen alleen dan zal bestaan als de toeziende voogd dien staat verlangt. De aanbieding daarvan, welke volgens de nieuwe' wet ook na het. trouwen zal kunnen geschieden, moet dan plaats hebben binnen 14 dagen na de uitnoodiging daartoe. Wordt, het verzuimd, dan zal de toeziende voogd aan* den kantonrechter het ontslag van den vader-voogd of moeder-voogdes ver zoeken. Do wetgever had ra. i. gerust die aanbie ding van een staat kunnen achterwege laten want nu hij niet heeft voorgeschreven hoa die staat er moet uitzien, of wat daarop moot worden vermeld, zal in vele gevallen het. stuk niets beteekenen, althans voor do h langen van de minderjarigen' en diaarom i- het toch te doen van weinig of geen waarde zijn. De moeder-voogdes, die hertrouwt, heeft bovendien, volgens de oude wet, nog de ver plichting bare bevestiging in de voogdij aan den kantonrechter te verzoeken, op straffe van het verlies der voogdij, behoudens echter do bevoegdheid des rechters era haar opnienwi te benoemen. Zij wordt dan echter eene door den rech ter benoemde voogdes en staat dan geheel met een vreemden voogd gelijk. Die bepaling is, gelukkig, ook geschrapt. Dat ook de bepaJing, volgens welke da moédes-voogdes, d.e hertrouwt, het vrucht gebruik verliest, zal vervallen', hebben w© reeds gezien. Eveneens is vervallen art. 411. Volgens dit artikel kan die vader of moe der de opvolging der voorschriften van arti kels 405 of 407 verzuimende, geen voogd over de kinderen, benoemen Voogdij door den vader of de moedtr opgedragen. (2a soort). Dat recht om oen voogd over do kindes-en te benoemen (geen toeziende voogdwant deze wordt, altijd, door den rechter benoemd) komt. volgens art. 409 der oudo wet alleen toe aan den langstlevende der ouders. Hierbij deed zich de quaestie voor of oen© benoeming gedaan door een vader of een© moeder, voor het geval hij of zij de langst levende zou zijn, geldig was. Onder de nieuwe wet kan dit gc-ien quiaestie meer zijn. Ieder d!er ouders, die do ouderlijke macht of de voogdij over een of meer zijner kinde ren uitoefent, zegt het gewijzigde art.. 409, hetft liet recht een voogd: over diie kinderen) te benoemen: voor het geval dat na zijn over lijden d© voogdij niet van rechtswege cf door do in het laatste lid van art. 408 bedoelde) rechterlijke beschikking aan den anderen der ouders behoort. De benoeming geschiedt bij uitersten wil of bij een uitsluitend daartoe opgemaakte akte. Rechtspersonen kunnen niét- tot - oogd worden benoemd'. De benoemd© behoeft de voogdij niet aian t© nomen. Wil hij dat wel, dam moet hij ecnö verklaring te dier zake uitbrengen ter griffie van het kantongerecht, binnen een bepaal den, door de wet in art. 387a genoemde ter mijn. (3e. soort). Ten aanzien van de voogdij door dien rech ter, in do eerste plaats door den kan tonrech ter opgedragen, wil ik alleen het volgend© opmerken Evenals onder de oude wet za.1 onder d© nieuwe wet de benoeming geschieden op ver zoek van de bloedverwanten van den minder jarige, van zijine schuldei sellers, of ander© be langhebbende partijen of zelfs ambtshalve door den kantonrechter der woonplaats van, den minderjarige. Een meuwe bepaling, teneinde een© leemte in de oude wet aan te vullen,, is deze Heeft de minderjarige geen woonplaats binnen Ne derland of is zijne woonplaats niet bekend', dar.. geschiedt de benoeming door den kan tonrechter van de laatst bekende woonplaats in Nederland, en zoo men ook hiervan niet o,ï de hoogte is. dan door den kantonrechter van het eerste kanton, 1e Amsterdam. Is er eenmaal een voogd en overlijdt deza of kan hij om eenige andere reden- de voogdij r.iet waarnemen, dan heeft de to: ziende voogd de bepaalde verplichting voor de benoeming van een anderen voogd, al of niet. tijdelijk, te zorgen-. Dat de kantonrechter de benoeming dbet na verhoor v-an <1© naaste bloedverwanten of aangekuwdem, van een minderjarige en dat die bloedverwanten of aangehuwden wordon opgeroepen ten getale van vier, zoova&L mo gelijk twee van vaders- en twee van moe derszijde, is zeker vol doen dte bekeud. Volgens art. 414 moet de kantonrechter die oproeping doen, doch in den regel ver schijnen de bloedverwanten en aangehu/wden vrijwillig, in welk geval <lan de oproeping vervalt. Verschijnt een opgeroepen familielid niet, dan kan de kantonrechter een ander oproe pen. Ieder familielid1, ook do toeziende voogd, kan een ander machtigen voor hem op t© tredendoch de kantonrechter- kan de per soonlijke verschijning gelasten. Volgens art 445 wetboek van strafrecht kan hij die is opgeroepen om in zaken van ^minder jarigen te worden gehoord, zonder gel dig© reden van verschoon jng wegblijft en ook, zoo dit- is toegelaten, geen gmachtigde stelt-, worden veroordeeld tot een boete van hoogstens zestig gulden. Dat, volgens de nieuwe wet, ook vrouwen kunnen worden gehoord, is reeds geziegd. Volgens de oude wet mort de ambtenaar van den Burgei lijken Stand aan den kanton rechter kennis geven van het overlijden van, alle personen, minderjarigs; kinderen, nala tende, zoomede van alle tweede en volgend© huwelijken van ouders, die minderjarige kin dei en hebben. De nieuwe wet bepaalI nu dat due kcnaiis- gving onverwijld moet. geschieden en dat, wlat betreft tweede en volgend© huwelijken, ook kennis moet worden gegeven van de aangifte daartoe. Nu: d© bepaling van, art. 405, zooais wie reeds zagen, is geschrapt, hetgeen: in het re- gc-ORingsvoorstel. niet werd voorgesteld, heeft die kennisgeving van tweede en volgende hu welijken weinig beteekemis meer. Maar er wordt in de nieuwe wet niet meer gesproken van.: tweede en volgend© huiwie- 1 ijken,; docht van elk huwelijk van ouders, welke minderjarige kinderen, hebben. D© kennisgeving van de aangifte en vol trekking van het huwelijk kan dus alleen be» teekenis hebben voor huwelijken van een vader of ©met-moeder met- wettelijk' erkend© natuurlijke kinderen, waarover hij, of zijl mits meerderjarig de voogdlij heeft. Politiek Overzicht. De afschaffing van art* 2 der Jezuïetenwet. Het besluit van den bondsraad tot bekrach tiging van de door den Rijksdag besloten opheffing van art. 2 der Jezuïetenwet heeft in Duitschland in breede kringen eene ont stemdheid teweeg gebracht, die nog niet aan het luwen is. Onder de bondsregeeringen hebben eenigen, die van Saksen in de eerst© plaats, zich genoopt gevoeld te verklaren, dat hunne vertegenwoordigers tegen de op heffing van art. 2 gestemd hebben. Dat be wast, dat die regeeringen er prijs op stellen te doen uitkomen, dat zij de verantwoorde lijkheid voor dit besluit niet willen, dragen. In andere staten is de regeering door eene interpellatie in den landdag uitgenoodigd, zich over har© houding te verklaren. Dat ;s o. a. geschied in Ltibeck. Daar legde de Se naat de verklaring af, dat hij zijn vertegen woordiger last had gegeven zich van stemmen te onthouden. De „Büxgersckaft" nam daar na met. 76 tegen 9 stemmen eene motie aan. waarin baar smartelijk leedwezen over dit befeluifc van den Senaat werd uitgedrukt. Dit leedwezen komt onder liet volk sonn op zeer eigenaardige wijze tot uitdrukking Zoo werd t© Saorbrücken het standbeeld vaa Bismarck in den nacht met rouwfloers om huld aan de hand van dit beeld van don ijzeren rijkskanselier vond men 's morgens eeu bord bevestigd met het opschrift..Bis marck erwach\Vabr un«r© Sach (Bismarck ontwaak» Kom op voor onze zaak!)" De politie droeg zorg, dat het standbeeld sj>oo- dig weer zijn gewoon aanzien kreeg. Hoe groot de meerderheid was, waarmee d© opheffing van de bepaling, die den leden van de Jezuïeten-orde het verblijf in bet ge baed van het Duitsche rijk verbrod, bekrach tigd is, weet men nog niet. Wel wist men sedert de bekende verklaring van den rijks kanselier in Februari van het- vorige jaar, dat Pruisen en Beieren voor de opheffing van art. 2 bunue stemmen zouden uitbren gen. Maar Pruisen beschikt slechts over 17 en, met inbegrip van Waldeck waarover bet 't bestuur voert, over 18 stemmen, Beieren over 6 stemmendat zijn ia 't geheel 24 van de 58 stemmen, die de gezamenlijke in den bondsraad vertegenwoordigde regeerin gen uitbrengen. Daar Lübeek zich heeft out- houden, moeten nog ^ijf stemmen van de kleinere bondsstaten zich bij die van Pruisen en Beieren geveegd hebben om te komen tot de meerderheid, die gevorderd werd. Eene groote beweging ging sedert Februari 1903 door het la.nd, om er tegen te proteateeren. dat zou worden teruggekomen op den in 1872, te midden van den Kulturkampt', genomen maatregel tegen de Jezuïetenorde. Er werd bericht van onderhandelingen, die de regee- riugen va,n eenigen der staten van raiddel- bare grootte hadden aangeknoopt met dio van do kleinere staten, om zich tegenover .Pruisen en Beieren van de meerderheid in den bondsraad te verzekeren, en men betwijfel de of graaf Bülow er in slagen zou de ontbre kende stemmen te winnen. Maar tiet e'nde 19 toch geweest, dat de rijkskanselier 't. ge wonnen heeftartikel 2 van de Jezuïetenwet is er geweest Graaf Bïiliuv;Jmr£li in .deze ditgmu, i zijden het verwijlt moeten hooren, dat hiji in deze zaak het centrum, de partij; die in den rijksdag den doorslag geeft, naar de oogen heeft gtezien. Ai in orgaan, de Nordd. Allg. Zeitung, is daartegen, opgekomen. Het blad brengt de verklaring in herinnering, die den 3en Februari 1903 door do rijkskanselier in den rijksdag werd afgelegd, en voegt daaraan toe: „Nui is het vereischte besluit van den bondsraadi vei kregen en de wet, den 8. dezer door den Keizer bekrachtigd, officieel afge kondigd. Door deze beslissing wordt eene ex ceptioneel© bepaling opgeheven, die overi gens slechts voor ontslagen tucht li uisboeven bestaat. Wanneer in. dit' verband sprake is van eene toezegging, die de rijkskanselier aan het centrum heeft gedaan, dan staat daartegenover het feit, dat de besturende staatsman de vermelde toezegging niet aan eene enkele partij maar aan den rijksdag heeft gedaan, wiens overwegende meerder heid de opheffing van het artikel had voor gesteld. Op dezelfde hoogte van objecti<-vo waarheid staan redeneeringen, die graaf Bii low oogendienarij tegenover het centrum verwijten Met evenveel recht zou men toch blijkbaar van eene oogendienarij van den rijksdag tegenover het centrum kunnen spre ken.'- Daartegen laat. zich met het koele ver stand weinig inbrengen. Maar het ia hier meer een pevoels- dan eene verstandskwestie. Men voelt, dat dit besluit vaa den bonds- ïaad in den vorm de bekrachtiging is van een door den rijksdag genomen besluit, maar in liet. wezen, der zaak de bevrediging van «en door liet eoutrum gekoesterdeu weuaoh. .Sedert. 1891 ia het centrum opgeko men voor de intrekking van de Jezuïeten- wvtwaaraan nu door de afschaffing van art. 2 dier wet gedeeltelijk is tegemoet gekomen. Eu dat ook in den rijksdag dit gevoel over- beerscheud is, bewijzen de in de laatst© da gen gevoeld© debatten. Bij de behandeling van de legerbegrooting was een der posten, waarover strijd gevoerd werd, de door de re geering aangevraagde vermeerdering van het aantal onderofficieren. De begrootingscom- misBie had die vermeerdering geschrapt op voorstel van oen der vertegenwoordigers van het centrum. Bij d© behandeling iu de open bare zitting deed een nationaal-liberaal heb voorstel de aanvrage der re gee ring toe te staan, terwijl liet centrum gedeeltelijk te rug kwam op zijne weigerende houding in de bogrootingswmmissie en' nu voorstelde de aanvrage voor de helft toe te staan. Ondier den indruk van de pas door den bondsraad genomen beslissing, gaven de woordvoerders van alle andere partijen uiting aan hunne opvatting, dat dez© halve *bekeerrng van het oentrvmi een uitvloeisel was van de halve vol doening, die aan zijpi wensch met betrekking tot de Jezuïetenwet. geschonken was. De vertegenwoordigers van liet centrum lieten in het debat dit punt rusten, maar bij de stemming gaven hunne stemmen den door slag tot de verwerping van het door de re geering aangevraagde cijfer, waarna besloten werd overeenkomstig liet door het centrum gedane voorstel. Zoo deed het centrum zich hier wederom kennen als de partij, die den doorslag geeft in den rijksdag en op wier wenschen dus moet worden gelet. Frankrijk. De Kamer zette gisteren de behan deling voort van het wetsontwerp, dat strekt om hst geven van onderwijs door leden van congregatiën te verbieden. In den loop van de discussion stelde CaiUaux voor den termijn, waarna de uitsluitend aan het ouderwijs zich wijdende congregatiën moeten, worden ontbonden, op tien jaren te bepalen (het regeerings-ontwerp bevat daarvoor een termijn van vij'f jaren). Dl© mipistör-presi- dent Combes verklaarde dit amendement niet te aanvaardenniettemin werd het aangenomen met 282 tegen 271 stemmen. Op voorstel van den minister-president be sloot de Kamer met 297 tegen 259 stemmen morgen te vergaderen. De minister van marine verklaard» in de begrootingecommissie, dat hij d© minderwaardige vaartuigen in het Verre Oosten heeft vervangen door een eskader, bestaande uit 3 gepantserde kruisers. Ie klasse, voorzien van zwaar geschut, en 3 kruisers 2e klasse. De minister heeft besloten een divisie torpedojagers te vormen4 zijn reeds uit gezonden. 2 zullen binnenkort vertrekken. Daarbij zal zich nog voegen de „d'Assas," di© zeer spoedig zal aankomen. Het aldus samengestelde eskader vomit cone zeemacht van groote sterkte De minister gaf daarna cone toelichting van de quaestie van de steiuipunU-n der vloot Inzonderheid heeft men getracht de haven van Bizorta te versterken. De minister is van oordeel, dat men de veiligheid der koloniën moet zoeken in de mobiele wrdedi- Uit het Deensch 11 DOOR HERMAN BANG. Brasen bleef midden in, zijju gelagkamer •taan en keek door twee openstaand© deu ren naar het rijtuig. „Die moet jij maar ontvangen, Jansine," zei bij en ging naar dê achterste kamer, waar hij op een stoel dicht bij de deur plaats nam. Dte dames van den consul-generaal waren roeds uit den wagen gestegen. Ze bekeken de witgekalkte poort, met haar eeheeve, zwart geverfde balken wiel wat heel lang. ..Is dat misschien, de juffrouw van het hotel?" vroeg de consul-gêne raai. ,.Ja, dat' was juffrouw Brasen ..Ja, we wilden hier blijven, juffrouw," zei de consul. „Voor van nacht," voegde zijn vrouw er haastig bij. En de dochter, die moest, lachen om haar moeders toon, zei ,,'t Is hier heel moei." Juffrouw Brasen was vuurrood geworden bij mevrouw's „van nacht." Toen werd ze weer bleek, terwijl de zweetdroppels op haar wangen bleven staan, haar stem trilde zacht toen zij zeide „Kamers hebben we wiel. als die u maar aaïKfaan." „Dat zullen ze zeker," zei de consul gene raal. En mevrouw Fryant, die zelf ook een roode kleur had gekregen, zei „Beste juffroiBw. u is immers juffrouw Bra sen 1 - wij stellen volstrekt, geen groote eischon." Juffrouw Brasen liep vooruit, cm deed d© deur open van d© twee kamers boven do poort Ze keek naar haar beide kamers, ter wijl zij steeds opnieuw zei „Als ze u maar aanstaan Terwijl de consul-generaal, die haastig naar do l.edden had gezien, welke de schat ten van het hotel uitmaakten (het waren de bedden waarop de handelsreizigers 's win ters sliepen), zei „Hier is het uitstekend) voor van nacht, juffrouw, en juffrouw Johnny voegde daar aan toe „Ik logeer immers bij Ingeborg." Toen juffrouw Brasen beneden kwam, zat Brasen nog achter zijn deur. Hij lichtte zijn hoofd op en keek haar aan „Wat zeiden ze?" vroeg hij. „Dat weet ik niet. antwoordde juffrouw» Brasen, wier stem heel laag was, ze ontweek den blik van haar man, ..maar ze blijven hier van nacht." Mevrouw Fryant, dit* midden. in> haar ka mer stond, en haar hoed afdeed, zei tot haar man „Maar, beste man. als het nu een;- precies zoo is op Skagen?" En Johnv, die voor het raam do pomp Beschouwde, die eenigzins krom, zich mid den op de markt verhief, zei lachend „Dat is onmogelijk.' De consul-generaal begon eenige buitenge wone omvangrijke reisétui's te openen, waar in veel zilver en kristal schitterde, die wel een weinig al t© massief waren voor d© Bra- aensche tafelpooten. En de beide dames gin gen naar d© slaapkamer, waar juffrouw Johny de blauwe portieres liet vallen, ter wijl haar gezicht plotseling heel ernstig werd, alsof ze in de verkleurde .plooien hun heele lange lijdensgeschiedenis had gelazen. Zij zcide„Mama, dan moeten we hier eten en Ingeborg uitnoodigen." ..Goed, my dear," zei haar moeder, en ver volgde wen daarna ..Lepels en vorken liebben we immers bij ons in onze nécessaires. Beneden in de gelagkamer sloeg de vee arts de deur wijd open. „Het is liier vol geworden, mijnheer Jes- perscn", zei Brasen. De veearts, die. zooals alle krachtige man nen in het dorp, een roodvlammig breed ge zicht had, was op verkenning uitgezonden dour zijn vrouw. „Ju, wat drommels, dat noem ik nog een» vermeerdering van bemanning;" hij bestelde èen glas bier, terwijl hij vroeg: „Wat vleesch heb je in de kuip. herber gier?" ,,'k Weet het niet." zei Brasen, die won derlijk stil was geworden. Ilijj had een gevoel alsof bij eon klomp in zijn hoofd' had. Maar plotseling stond hij op van zijn stoel. Krist iaan. riep hij en liep naar zijn tap kast. waar hij tusschen eenig© oude boeken «begon to rommelen. „Nu hebben we waarachtig wat in te schrijven," en hij haalde een vreemdelingen- tboek voor den dag, dat vet- was als een oud kookboek en voorzien van do stempels van zes verschillende burgesneeriers. „Dat is goed, BTasen." zei de veearts, „laat ons de afstamming eens jnen Krist-iaan wa9 binnengekomen en wilde bet. boek aannemen in zijn uitgestrekte han den. „TTasoh je |>ooten eerst, zei Draden De klink werd opgelicht, juffrouw Braden frad binnen. „Kom even hier. Brasen," zei ze. Juffrouw Brasen was verdiept in de zorg voor het middageten. Ze bleef in haar ge dachten maar al aan het tellen hoeveel gas ten er waren. Ze kwam nooit verder dan zeventien, dan begon ze weer opnieuw te telleil. „Zijn er geen zeventien?" vroeg. z© Twee dienstmeisjes waren aan het visch schoonmaken. 't Was een jammerlijk, dun zoodje. dat misschien eens levend was ge weest. De leerling braadde een biefstuk op de kachel voor een handelsreiziger, die juist was aangekomen met- zijni mounterkoffors, en die nu in de kleine eetkamer zat te schel den. Toen Braden binnenkwam, deed juffrouw Brasen de deur van de eetkamer dicht. „Wat zulletn we toch doen,?" zei zp en keek hem aan met haar tranende en door het waken roode oogen. ,,'k Weet het niet,'' zei Brasen. „En ze moeten immers hebben wat er ge adverteerd is." zei de juffrouw Dat was de gedachte, die haar niet meer wilde loslaten „diner: twee gerechten en dessert," dat was immers geadverteerd „Ja," zei Brasen. Juffrouw Brasen stond op en streek op en neer over haar boezelaar. „Maar dat is het juist," zei ze. „Als het komt, dan komt het altijd' verkeerd." Brasen. die opgestaan was om weer weg te komen, zei dat was rijn eenige gedach te: .,Ja, en als ze nog maar wat drinken. Maar wat drinken zeven en twintig vrouwsperso nen?" Brasen ging heen. Juffrouw Brasen bleef een oogenblik al leen zitten. Toen stond ze op Er zat niets anders op. Ze moe it ze de kippen gewen. Zij deed het raam van de eetkamer open en riep Nielsen, die bezig was met de koffers van den han delsreiziger. Juffrouw Brasen gaf hem bevel omtrent de kippen, maar de stalknecht deedi juist alsof hij het niet boord© en: bleef bij d« koffers. „Van Ue handelsreizigers moeten we le ven," bromde Nielsen in zich zelf. Hij had reeds de bagage van de badgasten gemon sterd. In de keuken begon juffrouw Brasen de vis3chen te tellen, maar plotseling zei ze tot Sfcine, dio de half gezoomde handdoeken had meegebracht: „Is er peterselie in huis?" Stine, de naaister, begon in de bijkeuken een kist met zand te onderzoeken, waarin ze honderd lange asperges vond. „Ja, ja," zei juffrouw Brasen en, ze riep Jens, dat hij vlug peterselie moest, halen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1