M'. 356. Maandag 21 Maart 1904. BUITENLAND FEUILLETON. 's ZOMERS BUITEN. 3" JHursiiiiK* AMERSFOORTSCH DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.35. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVEBTEMTEËN: Van 1—regelsf 0*7jh Elke regel meer- 6115. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot hot herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met I April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die gedurende de maand Maart nog zullen verschijnen, KOSTELOOS toe gezonden. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouder® van Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat de Zuidsingel- graoht achter het huis gelegen wijk A aan de Langestraat. no. 1. eigenaar A. J. van Zalmgen, tijdelijk tot 1 April a. s. is afgedamd, zoodat de vaart aldaar gestremd is. Gedaan te Amersfoort, den 19. Maart 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, B. W. Th. SAlNIÜBElRlG. WUYTIERS. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt, ter voldoening aan de aanschrijving, op genomen in de Provinciale Bladen van Utrecht nos. 42 en 43 dezes jaars, ter kennis van belang hebbenden, dat in de gemeenten Harmeien en Utrecht, een geval van miltvuur is voorgekomen. Amersfoort, deni 18. Maart 1904. De Burgemeester voornoemd W1UYTLERS. Kinderbeschen ning. De wel op de ouderlijke macht en de voogdij van 6 Februari 1901, Stbl. 6'J, door L. J. VAN DER MOER. X. Afdeeiingen 8 lot en met 12. Ontzetting en unthelf.ng van voogdij en to*}zi.u de voogdij enz. Wat afd. 8 betreftart. 433 is gesoharpt en eenigSEins gewijzigd aan het slot van art. 434 opgenomen; tcrwijil dit art. 434 de gevallen aangevende, waarin men eene voog dij of toenziende voogdij niet behoeft aan te nemen of kan verzoeken te worden ontslagen is aangevuld. Ieder moet eene voogdij of toeziende voog dij op zich nemen. Dit is de regel. We zagen reeds dat volgens art. 387a de door een der ouders benoemde voogd en de tob voogdes benoemde gehuwde vrouw de voogdij niet behoeven te aanvaarden. Volgens art. 434, 9a (nieuwe wet) kunnen alle vrouwen weigeren. Hierbij is nog bepaald, door een amende ment van den heer Van Deinse, dab eene vrouw, die in ongehuwden staat eene voogdij of toeziende voogdijl op zich nam, zich kan doen ontslaan, zoodra zij trouwt. Volgens de oude wet kan een vader, om geen der redenen in art. 434 vermeld, zich van de voogdij over eigen kinderen verscihoo- nen. De nieuwe wet verklaart dit nu ook van toepassing op de moeder. Wat de 9e afd. aangaat, alleen het vol gende Uitdrukkelijk is thans bepaald, dat ook krankzinnigen van de voogdij zijn uitgesloten. Verder zijn onbevoegd tot de voogdij min derjarigen en onder curateele gestelden zoomede zij doch alleen indien het dezelf de kinderen betreft die zijn ontzet van do ouderlijke macht, de voogdij of de toe ziende voogdij1. Van meer belang zajoi de bepalingen om trent ontzetting en ontheffing. Ontzet uit de voogdij of de toeziende voog dij kunnen worden, indien de rechter het in het belang der kinderen acht: lo. zij', die een slecht levensgedrag leiden 2o. zij, die onbekwaam blijken, die hunne bevoegdhefd misbruiken of die liunne plich ten verwaarloozen 3o. zij, die ontzet zijn van eene andere voogdij of toeziende voogdij om de redenen onder lo. en 2o. vermeld, of van de ouder lijke macht, krachtens art. 374a lo. en 2o. (misbruik van de ouderlijke macht, grove ver waar Loozing van den plicht tot onderhoud en opvoeding, slecht levensgedrag) 4o zij, die in staat van faillissement ver- keeren 5o. zij, die in persoon of wier vader, moe der, echtgenoot of kinderen een proces tegen den minderjarige voeren, wanneer de staat van den minderjarige, zijn fortuin of een aanmerkelijk gedeelte zijner goederen, daar bij' betrokken zijm; 6o., 7o. en 8o. zij, die door den strafrechter veroordeeld zijn om door de wet genoemde redenen. De vader en de moeder evenwel kunnen niet worden ontzet om onbekwaamheid of om de reden sub 4o en 5o vermeld. Die ontzetting geschiedt door de Reolit- bank op verzoek van den toezienden voogd (of den vo<^d als het den toez. voogd be treft) van een der bloedverwanten of aange- huwden van den minderjarige tot den vier den graad ingesloten, van den voogdijraad of op vordering van het Openbaar Ministe rie. De wet regelt ook de formaliteiten van de procedure tot ontzetting. Gedurende het onderzoek kan de recht bank den voogdi of den toezienden voogd schorsen, en aan een door haar aan te wijzen persoon, of aan den voogdijraad (hier vinden we dus ook iets voor dezen te doen) zooda nige bevoegdheid geven als zij zal geraden („oirbaar" zegt de wet) oordeelen. Eene goede verbetering is zeker het nieuwe artiKel 439a. Volgens deze bepaling is de Officier van Justitie (waarom niet den kantonrechter?) bevoegd, zoowel op grond van feiten, die tot ontzetting aanleiding kunnen geven als op grond dat kinderen noch onder ouderlijke macht, noch onder voogdij staan, of ook ver laten en zonder toezicht zijn, voorloopig aan de zorg van den voogdijraad toe te vertrou wen tot in de voogdij zal zijn voorzien. Ook hier dus kan de voogdijraad eene rol spelen. Als we nu maar wisten wat dat zorgen" eigeTilijk is. Maar dat zullen we, hoop ik. wel leeren uit den vroeger reeds vermelden algemeenen bestuursmaatregel. Wat de ontheffing betreft het volgende Ontheffing is een ander woord voor ont- slag. Zij komt niet voor bij toeziende voogden. De vader-voogd en de moeder-voogdes kun nen op verzoek van den voogdijraad of op vordering van het M., van de voogdij worden ontheven, op grond van ongeschikt heid of onmacht oon den plicht tot verzorgen en opvoeding te vervullen. Doch die ontheffing kan niet worden uit gesproken als de vader-voogd of de moeder voogdes er zioh tegen verzet. Zijn zii ontheven, zelfs ontzet, dan is er voor hen evenwel herstel mogelijk, volgens het nieuwe art. 440b. Andere voogden kunnen op eigen verzoek worden ontslagen, indien een ingezetene of een gesticht, of eene vereeniging de voogdij op zich wil nemen. In de tiende afdeeling vinden we bepaafd. dat do voogd voor het onderhoud en de op voeding van den minderjarige, overeenkom stig diens vermogen zal zorg dragen, en dat hij den minderjarige in alle burgerlijke han delingen vertegenwoordigt. Verder is hier ook voorgeschreven dat de minderjarige aan zijnen voogd ..eerbied" is verschuldigd. Dat ook volgens de oude wet een voogd bevoegd is, om bij gewichtige reden van misnoegen over 'het gedrag van den minder jarige aiens opsluiting te verzoeken, is wel licht niet algemeen bekend. De nieuwe wet heeft deze bepaling behou den met deze wijziging dat zij spreekt evenals bij de ouderlijke macht van het opnemen in eene voor dat doel aangewezen rijksinrichting Da enkele wijzigingen in de lleen 12e af deeling kan ik onvermeld laten. De voorschriften door de oude wet gege ven voor het bestuur van den voogd en zijne ïechten en verplichtingen, ten opzichte van de bezittingen der minderjarigen, zijn dezelf de gebleven. Waarlijk, men had ook hier wel het een en ander onder handen moeten nemen en verduidelijken, wijzigen of aanvullen. De nieuwe wet heeft ook wijzigingen ge bracht o. a. in de bepalingen omtrent hand lichting, curateele, afwezigheid enz., meest veranderingen en aanvullingen, noodzakelijk geworden door de wijzigingen in de titels van ouderlijke macht en voogdij. Ook zijn wijzigingen gein-acht in de voor schriften omtrent woonplaats of domicilie, aangaan, sluiten, voltrekken huwelijk, ont binden huwelijk na scheiding van tafel en bed, echtscheiding, scheiding vaai tafel en bed. Ik wensch alleen nog iets te vermelden omtrent de toestemming tot het huwelijk van minderjarige „echte" kinderen. Volgens de oude wet moet een minder jarig, echt kind de toestemming van zijueu vflder en moeder verzoeken, en is het vol doende dat het die van den vader heeft ver kregen. Dit nu zal volgens de nieuwe wet anders zijn. Deze wet toch eisciit. dc- toestemming van beide ouders. Wil dus een der ouders geen toestemming geven, dan moet het kind wachten tot zijn meerderjarigheid De regeering had voorgesteld om hier de tusschenkomst des kantonrechters mogelijk te maken j doch daartegen bestonden bij ve len zeer ernstige bezwaren. Te bespreken ihoe het kan gaan bij over lijden van een der ouders, bij zijne ontzetting of ontheffing uit de ouderlijke macht, bij hun beider overlijden enzoovoorts, enzoo- voorts ,zo>u te ver weren, niet alleen omdat zoo vele verschillende gevallen denkbaar zijn. maar ook omdat zooals o. amr. Limburg in zijne bespreking over deze zaak zegt ..de bepalingen over de toestemming tot het huwelijk ddor derden een vrij verward klu wen vormen, dat met groote omzichtigheid' moet- worden afgewonden." Aangenaam vooruitzicht voor de ambte naren van den Burgerlijken Stand! Politiek Overzicht- Eene nieuwe Fratisch-Engelsche ov er-een komst. Een zeer opmerkelijk schrijven is door den hofmaarschalk van den Koning van Enge land, lord Knollys, gezonden aan den Lom densöhen correspondent van liet Neue Wie ner Tageblatt. Deze had den hofmaar schalk toegezonden een afdruk van een door hem aan zijn blad gezonden tele gram, waarin werd gezegd, dat bet de ernstige wensah was van den Koning, dat de pers van alle landen zich zou vereenigen in de tegenwoordige omstandig heden om eene goede gezindheid tussdben de volken te bevorderen. Daarop antwoorddè lord Knollys, dat hij het stuk aan Koning Bduard had voorgelegd, die 'hean had gelast de mededeeling te doen, dat Z. M. „veel gewicht hecht aan den toon, door de pers van de onderscheidene landen in de tegen woordige omstandigheden aangenomen en daarom verheugd was geweest het aan het Neue Wiener Tageblatt gezonden telegram te lezeh." De erkenning door den Koning Van Enge land van den inv'oed ten goede, die van de pers kan uitgaan, is van waarde inzonderheid op dit oogenblik, nu er eene beweging in gang is om meer toenadering te weeg te brengen tusscben Frankrijk en Engeland. De pers van .beide lauden houdt zioh ernstig bezig met de vraag, hoe de goede verstand houding. die nu bestaat, kan worden benut om de redenen, die in de toekomst tot ge schillen zouden kunnen leiden, voor goed uit den weg te ruimen. Sommigen zijn reeds de gebeurtenissen vooruitgelocpen en hebben verkondigd, dat het tot stand komen op handien is van een verdrag, dat bestemd is een aantal geschilpunten, die inzonderheid op de koloniale politiek betrekking hébben, vreedzaam en voor altijd op te lossen. Zoo ver nu is het nog niet. Volgens de Temps is de uitdrukking, die het best op den huidigen toestand past, het door den heer Etienne, onder-voorzitter van de Franscthe Kamer, gebezigde gezegde „Wijl zijn op den goeden weg." Maar het schijnt toch, dat men goede hoop mag koesteren, dat eene nieuwe overeenkomst tussahen Frankrijk cn Engeland in de maak is en eerlang zal kunnen worden afgesloten. Die overeenkomst zal, wanneer zij een voldongen feit geworden is. oene gewichtige aanvulling en verbetering zijn van het arbi trageverdrag van 14 October 1903. Men heeft tegen dat verdrag als grief t»e berdé gebracht, dat het hoofdzakelijk van theore- tisohen aard is en de gevaarlijkste punten van verschil, waaruit oorlogsgeséhilleu kun nen voortvloeien, geheel ter zijde laat Deze leemte zal de nieuwe overeenkomst aanvul len, door de gewichtigste kwestiën, die tot een oorlog tusschen Frankrijk en Engeland zou den kunnen leiden, praktisch te regelen en op te lossen. Egypte. Marokko en Si am zijn plekken, waar veel dvnamiet begraven ligt als dat tot ontploffing kwam, dan zouden daaruit noodlottige gevolgen kunnen voort komen. Wanneer deze gevaren uit den weg geruimd worden door do nieuwe Fransch- Engelsche overeenkomst, die in wording is, dan zal dat een groote reden van gerustheid zijn eenige zwarte punten aan den politic- ken horizont, die den algemeenen vrede zou den kunnen bedreigen, zullen daarmee ver dwenen zijn. Wat aa-u het tot stand komen vau deze overeenkomst nog eene bijzondere waarde zal verleenen, dat is het tijdstip waarop zij wordt gesloten. Want wanneer Frankrijk en Engeland zich op dit tijdstip met elkaar over zulk een verdrag kunnen verstaan, dan is daarmede niets meer of minder verkre gen dan de waarborg, dat het Russisch- Jaipan&che conflict gelocaliaeerd zal blijtvcn. Men zal dan niet meer behoeven te vroezen, dat de oorlog in Oost-Azië zidh tot Europa zal uitbreiden. Wanneer Frankrijk en En geland zioh samen door pen nieuwen vriend schapsband verbinden, dan sluit dat vrijwel uit. dat zij rekenen met de mogelijkheid, tengevolge van den Oost-Aziatisdiien oorlog weldra als vijanden tegenover elkaar te moe ten staan. Het vooruitriébt op hot sluiten van deze nieuwe overeenkomst heeft zelfs reeds verder strekkende verwachtingen doen geboren werdenmen ziet daarin een hulpmiddel om den Russiscffi-Japansöhen oorlog te beëindi gen. Zoo schrijft de Fr arische afgevaardigde Charles Dumont„De werkzaamheid van de vredevrienden bepaalt zich er niet toe, den oorlog tot de Oost-Aziatische wateren te beperken, maar zij is er oók op uit haar te bekorten. Eene Engelsch-Fransoho bemidde ling zal spoediger dan men misschien meent, aangenomen worden. Op dit oqgenblik ruï neert Japan rijpe financiën, put zijne voor raden uit en vermoeit zijne vloot door be schietingen zonder effect, zijne troepen door moeitevolle en kostbare operatiën. Wanneer het geluk het niet plot-seling bijzonder gun stig is. dan kan men zeggen, dat het reeds nu schipbreuk leed, omdat het nog geen be slissend succes heeft behaald, ofschoon het telkens weer dezelfde pogingen onderneemt. Onder deze omstandigheden zal Japan in New-York geen oorlogsleening kunnen opne men en zijn oorlogsijver zal weldra belang rijk bekoeld zijn. Wanneer Europa na het eerste Russische succes voor Japan de voor waarden verkrijgt, die in de laatste Russische nota zijn toegestaan, dan zal het goede reden hebben om vrede te sluiten en niet een oor log voort te zetten, die slem'its tot een ver schrikkelijk. einde zou moeten leiden en waarin het van nergens bijstand met geld of manschappen zou kunnen' krijgen. In ieder geval wordt door de Engetach-Fransohe verstandhouding de oorlog tot het uiterste Oosten beperkt en het is niet- uitgesloten, dat hij door een vrieudsctbappelijlken stap der bevriende staten vroegtijdig ten einde wordt ombracht." Deze laatste verwachting zal wel niet. alge meen gedeeld worden. Maar dat het voor den vrede van hooge waarde zal zijn, wan neer de nieuwe overeenkomst, waarvan thans sprake is, zal zijn gesloten, is duidelijk. Fei telijk zal daarin een waarborg gelegen zijn, dat het mogelijk zal zijin dezen oorlog te 'beperken tot het afgelegen terrein, waarop 'hij thans woedt. Wanneer die overeenkomst bovendien nog een stevige grondslag zal op leveren voor den toekomsrigen algemeenen vrede, dan zal men zeker reden hebben ook daarover zieti te verheugen. Duitschland. De D'uitsclio rijksdag heeft, eergisteren de imirino-begrooting in tweede lezing afgedaan met. handhaving van de door dc commissie aangebrachte bezuinigingen. Nadat daarop de suppletoire begroeting voor ZuidwestAfrika definitief was aangeno men tegen dc stemmen vam de sociaal-domo cTaten, ging het huis op reces tot 12 April. Zwitserland. De Bondsraad verlangt van de Bondsver gadering een c red iet van 890.000 free, tot het aanbrengen van m ij n e n, die voor Vit het Deensch 14 DOOR HERMAN BANG. Toon hij gok leed weer naar buiten kwam. was het stil gawordm op de badplaats. Inspecteur Rasmussen kleedide zijn spruit aan, en de veobandedaara genoten oen glas rum,. Dj bruin-verbrande betaalde, terwijl hij over liet water bleef zien. „Waar is het badhuis van de dames?" vroeg hij langzaam. De schipper wees naar vrouw Paulsens witte sahuur, cn de bruin verbrande ging heen. Hij ging met zijn vriend weer terug langs het pad achter den tuin van den burgemees ter. Oj) do bleek achter dc haag spreidden een paar meisje© tafellakens uit oon tc ble*> ken. Do bruinklourige bleef staan, cn keek oen oogenblik naar do witte kleedleaidc damasten sterren schitterden hem tegemoet in de zou. In den tuin wandelden vier dames zonder Ivoodon, onder witte parasols. „Daar is Ender. mama", riep juffrouw Johnny, en aille vier dames bleven staan acliter do heg, terwijl mevrouw* Fryant don jongen bruinon man toesprak, zooals men spreekt togen iemand, dio tot ooi zen eigen kring behoort on van wien men houdt. De vrouw van den burgemeester, die hem vluch tig had aangekekon, sloot opnieuw half haar donkere oogen en boog haai* hoofd! heel even tjes tot een groot., terwijl ze plotseling haar lichaam oprichtte, zooals ze in vroeger da gen in bet huis van den gouverneur do offi cieren ontving van een Duitsch oorlogsschip Juffrouw Johnny zei tot Bnder: „Ik blijf hier bij Ingeborg U zeker ook? Dé b'ruin-verbrando was blijven staan met zijn hocu in de hand. 't Was niet gemakkelijk te zien tegen wie hij glimlachte Toem do beide vrienden heengingen, boog juffrouw Ingeborg haar hoofd. „Nu laten we de dames naar binnen gaan", zei juffrouw Johnny, terwijl zij en Ingeborg het priëel binnentraden. ,,Zoo, nu gaan we hier zitten", zei juffrouw Johnny, plaats nemend. Da tuin strekte zioh met een rijkdom van rozen voor hen uit in de zon- „Wat is het hier mooi", zei Johnny, en zo begon oen menigte dingen te vertellen, vooral vau Karei Sponnook haar verloofde, die op expeditie was. „Hij is zoo knap", zei ze ,,e>n hij zegt. niets." Plotseling begon ze te lachen en zei „Geloof jo dat verliefden kunnen spreken?" „Ik geloof het niet", zoo beantwoordde zij haar eigen vraag, terwijl rij bleef lachen. De insecten zoemden om hen heen, ter wijl Johnny verder verteldevan haar ouders, papa is zoo goed en lief, maar liij is eigenzinnig, zei zo, en van hun badreis wat was het toch prettig en van Zu rich zijl sprak nog een igen t ijd door. Toon zweeg ze plotseling vóór ze met haar hoofd knikkend zei „Maar hij is ook knap." „Wie?" vroeg Ingeborg, die nog niets had gezegd, ze zat achterovergeleund tegen den stam van den vliebboomi en keerde haar naar boven gewend gezicht niet om. „Knud Ender'zei Johnny lachend in de lucht. „Maar nu wil ik schrijven zei ze „ai ders heb ik straks geen tijd meer". „Goed", zei Inge;borg, opstaande om papier en inkt te halen. Toen zij terugkwam, be gon Johnny te .schrijven. De inkt en pen gebruikte zij niet. „Ik schrijf met* mijn vulpen," die heb ik altijd bij mij, zei ze. Johnny schreet, gebogen over de tafel van het prieeltje haastige, vlugge regels. Nu eens wachtte ze even, dan weer schreef ze verder. Ingeborg had haar lippen geopend, alsof er een onzichtbare wijn gleed over hun ronde, heerlijke welving. De vlierbloesems waren langzaam neergedaald op Johnny's haar en lagen op den briéf, toen zij hem wilde omkeeren. „Dat zijn kussenzei ze, en blies ze weg. „Wat ben jij toch geluikkig", zei Ingeborg, en haar oogen vulden zich plotseling met tranen. „Ja", zei Johnny in de lu5cht k'ijkend. Ze schreef opnieuw Eindelijk vouwde zij den brief in de enveloppe. „Weet je over wie ik nu bob geschreven vroeg zij opstaande. „Over jon". „Over mij?" „Ja, ik dacht voortdurend aan je", zei Johnny. Zij neuriede een refrein, ter wijl ze over de plaats liepen. 3L at— 't Was vijf uur, de tafel was gedekt. De vier onderwijzeressen waren precies op den klokslag present. Ze brachten vier aer- vetteringen mee. die ze in het midden van de tafel legden, bij vier couverts op een rijtje. Na. een nauwkeurig onderzoek der stoelen, kozen zij de vier soliedste uit en gingen twee aan twee voor de ramen staan. Ze hadden alle vier lichte katoenen blou ses aan, en twee droegen bruine en de andere twee blauwe rokken. bigne die op cn neer liep, met hetgeen men haar in do hand gaf. kwam in de eet zaal met vier flesschen wijn, zette die met een plomp op een stoel, en verdween toen weer. „Zij zijn er", zei ze toen ze weer in de keuken stond. Juffrouw Brasen bleef midden in het vertrok staan „Dat is toch niet waar" zei ze. „Hoe laat is het dan?" „Is het al vijf uur?' —ij vloog uaar de kookkachel. ..En het water wil niet koken." Het water voor do visch stond op. „Sorensen, Sorensen", riep juffrouw Bra sen „En de aardappels zijn net op het vuur". Het luik ging open. ..Ja, ze zijn er waarachtig al", schreeuwde Brasen, die uit het raam van de gelagkamer had gehangen, en de familie Rasmussen id- den over de straat had zien wandelen. De i inspecteur droeg een wit vest en een langen diplomaat. „Is. het dan vief uur?" vroeg juffrouw j Brasen nog eensze deed niets anders dan heen en weer loopou. j „Br komen nog meer aan", riep Brasen. ,,'t W as de oude dame met haar dochter, die acliter de familie Rasmussen kwam. „Kristiaam Krist laan was natuurlijk nergens te zien. Hij waschto zijn handen in de wagen schuur in een tinnen bakje, en sloeg de vuile randen van zijn hemdsmouwen in de hoogte. Do inspecteur en zijn familie waren reeds op de trap. „Men zal luer wel niet zoo heel precies op don tijd zijn zei do schoolman, en zijn vrouw groette afgemeten de vier dames voor de ramen, terwijl zo zei: „August wil je zorgen dat we aan het boveneind vau de tafel komen t© zitten." In de keuken wilde het water nog steeds niet koken, en er waren geen aardappels genoeg. „Ik heb het wel gezegd, dat ze hard wa ren, zei juffrouw Brasen, di? over haar hccle lichaam zweette. Ze riep Stine, terwijl Kris- tiaan binnenkwam. Zij nam hem in oogen- söhouw. terwijl zii de schotels opstelde. „Je moet manchetten aantrekken", zei zo, en Kristiaan liep weer weg. De manchetteu lagen op zijn zolderkamertje. ..Stine", riep juffrouw Brasen Stine was naar huis gerend om een mufs te halen, die ze bij het bedienen op bet hoofd wilde dragen. „Waar is zij toch gebleven?" „Zij is naar huis geloopen", zei de keuken meid onverschillig. Ze was een oude nielk- meTd met vier kinderen, die de Hrasens vom ica koopje hadden. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1