X\ 35». 2" Jaargang. Donderdag 24 Maart 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. 's ZOMERS BUITEN. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden toot Amersfoort f 1.35. Idem franéo per post1.75. Afzonderlijke nnmmers- 0.05. Déze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. WSi PRIJS DER ADYERTE^TlfiN: Van 1-^5 regels Elke regel meer Groots fetters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeeljge bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonrieflrtht Ejèn» circulaire, bevattende de voonraarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, Mie met I April a. t. op dit blad inteekenen, werden de nummers die gedurende de maand Maart nog zullen verschijnen, KOSTELOOS toe gezonden. Kennisgevingen. burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gezien art, 28 der Kieswet, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat heden is vastgesteld en van den 23. Maart tot en met 21 April a. s. ter Secretarie voor eeo ieder ter visie zal liggen en in druk tegen beta ling der kosten verkrijgbaar is Kiezerslijst voor 1904/1905. Een ieder is bevoegd tot en mot 15 April a. s. bij het Gemeentebestuur verbetering van die Lijst te vragen, op ongezegeld papier, krachtens art, 50 der gemelde wet, op grond dat hij zelf of een ander in strijd met de wet daarop voor komt, niet voorkomt, of niet behoorlijk voor komt. De ingezetenen worden, nadrukkelijk gewezen op de wenschelijkheid, zich ter Secretarie to komen vergewissen,, of zij' op de Kiezerslijst zijn geplaatst, daar, mocht dit verzuimd' zijn, alsdan herstel, nog mogelijk is door middel van reclame. Tevens liggen ter Secretarie de alphabetische lijsten, bevat tende de namen van hen, die nieuw op de kiezerslijst zijn gebracht en van de afge- voerden, ter lezing. Amersfoort, 22 Maart 1904. burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, B. W. Th. SANÖBERG. WUIJTIEKS. De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den Directeur van 's rijks directe belastingen enz. te Amsterdam execu toir verklaarde kohieren nos. 1 en 4- van de per- soneele belasting over het dienstjaar 1904 aan den Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder ver plicht is zijnen aanslag op den bij' de wet be paalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 23. Maart 1904. De 'Burgemeester voornoemd. WiLTUTIERS. Politiek Overzicht In den Hongaarschen rijksdag is men thans vol ijver bezig om de schade te her stellen, die door den obstructiestrijd berok kend is. Op de vaststelling van het wetsont werp tot vaststelling van het contingent der militie voor 1903, de onschuldige aanleiding tot den maandenlang volgehouden atri'd. is liet tot stand komen gevolgd van eeue cre- dietwet, waardoor een einde gekomen ia aan den toestand, dat voor het innen van de be lastingen de vereist th te sanctie ontbrak. Met bekwamen spoed is verder het wetsontwerp op het militiecontingent voor 1904 afgedaan; wanneer dus de strijd andermaal mócht uit breken, dan zal men naar eene andere aan leiding moeten zoeken. Met de dringendst uoodige zaken denkt men vóór Paschen klaar te komen de begrooting zal na de Paascb- vaoantie ingediend worden. Terwijl aldus in Hongarije de parlemen taire machine haar geregelden gang heeft hervat, is te Weenen in den rijksraad', de vertegenwoordiging van de „landen aian deze zijde der Leitha", de verwarring grooter dan ooit. Gedurende een dag of veertien is de rijksraad weder bijeen gerw?est Nu is die comedie ooreerst ween uithet huis is weer verdiaagd, om teg n half April op nieuw bijeen te komen. Dan zal beproefd worden de leden van de delegation1 te doen verkie zen en eene herziening van het reglement van orde tot stand te brengen. Voor een vreemdeling, die zelf niet bij de zaken betrokken is, is dé lezing van de verslagen der zittingen mis schien ontspannend, maar zeer weinig leer zaam, tenzij) hij zijn woordenschat mócht willen venneerderen met de scheldwoorden, waarmee de parlementaire taal in Oostenrijk in den laatsten tijd is verrijjkt. Deze zonder linge wetgevers spannen hun vernuft in niet om wetten te maken, maar om het maken van wetten te verhinderen. Het laatste kunstje, dat daarvoor uitgedacht is, is de aanvrage door leden, die zich beleedigd achten door een collega, van het instellen eener commis sie, die binnen 24 uren uitspraak moet doen of er beleedigmg geweest is en, wanneer dat het geval is, den beleediger eene berisping moet toedienen. Met dó redevoeringen voor en tegen, en met de interruptiën doodt men den tijd zoo goed en zoo kwaad als het gaat. Menwas reeds zoozeer aan het hooren van zulke be- leedigingen gewend, dat men er geen acht meer op sloeg. "Waarom is men nu plotse ling zoo gevoelig geworden? Misschien omdat de parlementaire anarchie is over geslagen naar de straat ens ernstige ongere geldheden heeft verwekt te Praag, te Wee nen, te Linz en op nog meer plaatsen. Mi nister von Koerber, die in den rijksraad, over die straattooneelen werd geïnterpelleerd, heeft zijn leedwezen daarover uitgesproken en de belofte afgelegd, dat voortaan strenge maatregelen zouden worden genomen tegen de lieden, die de openbare orde verstoorden. Maar nog veel noodiger zou het zijn d'e orde te herstellen in bet parlement, dat ligt te zieltogen en toch niet sterven kan. Men kan den weg niet vinden in deze ver warring, waarin de nationaliteitenh aat het drijvende element is. Dde haat heeft de meest verrassende uitwerkingen. De Italiar nen, doodsvijanden van de Slaven, hebben zich thans met de Ozechen, Slovenen en Kir oaten verbonden om obstructie te voeren, En wat is daarvan d'e reden? Enkel dit, dat de regeering wel het recht van de Italianen erkende om voor zich eene instelling van hooger onderwijs te hebben, maar die wil vestigen te Roveretö, terwijl de Italianen Triest verlangen als zetel van hunne univer siteit. Wat is er, in zulk een toestand, te verwachten van den uitslag der pogingen, die door de Poolsche fractie worden be proefd om Chechen en Duitschers te bewegen zich met elkaar te verstaan? De arbeid van Sisyphus is kinderspel, bij zulle een werh vergeleken. Toch ia dat het eenige, waarvan het offi- cieuse Premdenblatt nog heil meent te kun nen verwachten. Dit blad schrijft „Er blijft, daar tot dusver alle middelen vruchteloos zijn gebleken om het parle ment aan de kwaal van de obstructie te ontrukken, niets over wat ons daar uit kan verlossen, dan dat de Duitschere en de Czachen zioh met elkaar va-stam. Wanneer dit redmiddel ons in den steek laat, dan laat ook het parlementarisme ons in den steek. Het abdiceert van zelf. Zeker door den uitersten parlementairen nood daar toe bewogen, hebben de Polen da bemidde ling tusschen de nationale tegenstanders op zich genomen. Zij zijn door hunne positie in het huis daartoe het meest geschikt. In den Duitsch-Czechischen strijd zijn zij niet betrokken, en zij nemen ook tegenover de Slaven steeds eene zelfstandige stelling in. Zij streden wel onder Badeni hevig tegon de Duitsche obstructie, maar zij bestreden ook de Czechische. Men kent wel is waar niet nauwkeurig de grondslagen van de Poolsche iiterventie, maar dat zij niet geheel hopeloos ia, daarvoor spreekt haar eenigszins lange duur. Ook de Duitsche partijen zijn van den diepen ernst en het beslissende gewicht van het oogenblik doordrongen. Zij weten, dat de draad van do ouderhandelingen over de ver zoening ook de levensdraad van het Oosten- rijksche parlement is. Zij willen hem daar om niet tot breken brengen. Zij zijn, naar de besluiten van het Duitsche uitvoerende comité, er op uit hem voort te spinnenal leen willen zij eene andere basis voor de on derhandelingen, die niet in tegenspraak moet zijn met de houding van de Duitsch^re io* dusver. Het uitvoerende comité handhaaft daarmee wel is waar het oude standpunt van de Duitsche partijen, maar het geeft zijn» bereidwilligheid te kennen tot eena nieuwe gedachten wisseling met de Ozechen. Thans zal op dezen de plicht rusten, te bevorderen dat men zich met elkaar kan verstaan en niet door hardnekkig Vasthouden aan eenzijdi ge wenschen de hoop van slagen te ontnomen aan deze misschien laatste poging. Want wat op den weg van onderling overleg niet verkregen wordt, dat kan op andere wijaa nooit bereikt worden, allerminst echter door het parlement, welks hart tot stilstand wordt gebracht wanneer deze poging mislukt. "Van art. 14 (het bekende noodartikel der grond wet), dat dan de heerschappij verkrijgt, kan geen zijde eene bevestiging of ontwikkeling van nationale rechten verwachten. Hert blijft even stijl' voor alle partijen en het zal, een maal in het zadel gezet, ook niet 200 spoedig verdwijnen. De bevolking althans zal aan zijne heerschappij minstens de voorkeur ge ven boven die vruchten van het parlemen tarisme, waarmee wij, sedert hot' huis weer bijieen is, in zoo rijke mate bedacht worden." Duitsthland. De zitting van het Pruisische Huis van Afgevaardigden is tot den 14. April verdaagd. Frankrijk. De aangaande den gisteren gehouden mi nisterraad uitgegevene officie use notai meldt, dat de minister van Buiten 1 andsche Zaken gemachtigd is, een wetsontwerp in te dienen, waarbij de credieten voor de kasten van de reds van president Loubet naar Italië aange vraagd worden. De reds geldt uitsluitend het bezoek bij Koning Victor Emanuel. Daaruit kan men dus concludeeren, dat het plan van een gelijktijdig bezoek in het Vaticaan opge geven is. Men heeft de aanvallen van den laatsten tijd tegen het kabinet-Combes ook dien van Millerand voor eenige dagen met de geheime wenschen van het Elysee in ver band gein-acht, zich voor de reis van den president naar Rome van Combes te ont doen, om daarmede hot Vaticaan eeniger- mate eene concessie of kerkelijk-politiek ge bied te doen, wat het Vaticaan een middel aan de hand zou hebben gedaan, om eenige tegemoetkoming in zake de bezoeks-quaestie te toonen. Het zij daargelaten, of in het Elysee dergelijke overwegingen hebben be staan. Inmiddels zal men het, zegt de Köln. Ztg., met te veronderstellen, dat het den heer Loubet en den minister van Buiten- landsche Zaken welkom zou zijn geweest, na het bezoek in het Quirinaal, ook een zoo danig in het Vaticaan af te leggen, niet ver mis hebben. Naar bepaald verluidt, zijn dergelijke diplomatieke onderhandelingen ook gevoerd; eveneens weet men dat het Elysee het optreden van Combes tegen de orden af keurt, hoewel de invloeden van olericalen niet vermochten den president van zijne hem door de grondwet opgelegde neutrale houding af te brengen. Hoe nu evenwel ook de diplo matieke onderhandelingen met hot Vaticaan omtrent het voorgenomen bezoek verloopen zijn, dit staat vrijwel vast, dat de laatste openlijke protesten van den Paus aan deze onderhandelingen een einde hebben gemaakt. Deze protesten noodzaakten den president zijn plan tot een bezoek in het Vaticaan op te geven, want onder die omstandigheden zou een bezoek eene toestemming van den president van de verklaringen van den Paus beteekend hebben. Dat ligt ook in genoemde officieuse nota onbesloten, waarin gezegd wordt, dat de credieten uitsluitend het bezoek in het Quirinaal gelden. De zitting van de Kamer duurde heden morgen tot 3.40 ten gevolge van de obstruc tie van de oppositie bij de stemming over de wet betreffende het verbieden van het oaiv greganistische onderwijs. De wegens spionage gearresteerde schrij ver aan het ministerie van marine, Martin, wordt naar Cherbourg gebracht, om daar* voor een krijgsraad terecht te staan. Spanje. In antwoord op eene interpellatie in den sou aar verklaarde de minister van bui- tenlandsche zaken in den Senaat, dat ds ontmoeting te Vigo tusschen den Koning en den Duitschen keizer zuiver eene beleefd- hei dsdaad was. De minister verklaarde een voorstande< te zijn van handhaving van den stutua que in Marokko. Turkije. Uit Konstantinopel wordt bericht. Shakir paeha heeft met 12 bataljons bij Baba Tepe 10.000 Albaneezen omsingeld. Hij acht e«h- ter deze macht onvoldoende en heeft verster kingen gevraagd. Er zullen nog tien batal jons worden afgezonden. In afwachting van de komst der varstsrlrii- gen onderhandelt Shakir met de Albaneeaea. Afghanistan. In bevoegde kringen te Petersburg is vol strekt geen bevestiging ontvangen van het te Aschabad loopende gerucht omtrent de vergiftiging van den Emir van Afghanistan. Japan. De opening van het Japan- sche Parlement beschrijft de corres pondent van de Corriere della Sera als volgt In het groote Parlementsgebouw heeft den 20. dezer de plechtige opening van het Par lement plaats gevonden. In de zaal, die met ministère en senatoren iu hun rijke unifor men en met afgevaardigden dicht bezet was, had men een troon in tentvorm opgericht, omgeven door draperieën van witte zijde, en fantastisch verlicht door den kleurrijken weerschijn van onzichtbaar aangebrachte lampen. Om elf uur verschijnt do Keizer, vergezeld door den Kroonprins. Alleen de Keizer be klimt langzaam de trappen van den troon. Alle aanwezigen maken een diepe buiging, en in deze eerbiedige houding, zwijgend en onbewegelijk, hooren zij de keizerlijke bood schap aan. Bij het zwakke licht van een som beren dag, dat van boven af op deze sprakc- looze, gebogen menigte viel, droeg het tooneel het karakter van een grootsohe kerkelijke plechtigheid. De keizerlijke waardigheid scheen door een bovenae rdschen glans om straald. Niemand lichtte het hoofd op, geen blik waagde het, den sou ver ei n aan tc zien, wiens woorden langzaam en eentonig klon ken als een gebed van den Paus. Een toe speling op den oorlog bracht in de vergade ring een snel voorbijgaande ontroering te weeg, verder niets. De indrukwekkende stilt® werd niet verbroken. In de diplomatenloge bevond zich de Ko rean nsche gezant, die olók eerbiedig boog, alsof de Keizer van Japan reeds zijn souvo- rein was. En buiten het. parlementsgebouw begroette, na afloop van de plechtigheid, het volk het keizerlijke rijtuig evenzoo zwijgend, met diepe buigingen. De oorlog in Oost-Azië. Uit Tokio wordt bericht, dat er geen of- ticieele bevestiging is ontvangen van het dooi de bladen gemelde bericht, dat oen Russisch pantserechip te Port Arthur verleden Vrij dag is gezonken na een gevecht van verschei dene ur®n. De Köln. Ztg. vat de mededeelingen over den jongsten aanvaL op Port Arthur, op grond van de Russische rapporten, als volgt saam In den nacht van 21 op 22 dezer hebben Japan&ohe torpedobooten tweemaal een po ging gewaagd, Port Arthur te naderen; zij werden echter intijds ontdekt, en tot den teiugtocht gedwongen. Bij !het aanbreken van den dag verscheen de Japausohe vloot, achttien schepen in 't geheel, in drie smaldeo- lendat van de slagschepen, dat van die ge pantserde kruisere, en de lichtere kruisers. De slagschepen bleven alweer ten westen van kaap Liau-ti-bjau. liggen en Vuurden van! daar, over de hoogten heen, op de stad en de havens, terwijl de kruisers zich gereed hielden om een uitval der Russische vloot te keeren. De verliezen der Russen zijn volgens op gaaf van generaal Stössel gering geweest 5 dooden en 10 gewonden ofschoon onge veer 200 schoten uit de 30 c.m. kanonnen der pant&erschepen gelost moeten zijn. In tegenstelling met de houding van de Russische vloot bij de vorige beschietingen was deze thans goed in de weer. Admiraal Makarof laat de kanon neerbooten de wacht houden op do buitenroede, en zoo doet de vloot haar plicht. Het kruisersmaldeel lag in de binnenhaven, maar stoomde naar bui ten onder leiding van de Askold, waarop Makarof zijn admiraalsvlag gehoschon had. Tot een gevecht met de Japanscho kruisers ia het niet gekomen; maar de Retvisan, die thans iu de binnenhaven ligt om horstold to worden, heeft projectieion geworpen naar de vijandelijke schepen bij kaap Liau-ti-sjan, en naar 'theet, er een daarvan gedwongen terug te trekken Admiraal Makarof schijnt meer leven in de vloot te Port Arthur ge bracht te hebben. Op dit gevedht hebben ongetwijfeld do ge ruchten over de inneming van Port Arthur betrokking. Dat de Japanners intusscheiï geland zouden zijn op de noordkust van het schiereiland Kwan-toeng, is onwaarschijnlijk Uit het Deensch 17 dook HERMAN BANG. De visdh was op bij den bruin-verbrande. De dikke mevrouw, die haar visdh met een mes at, vroeg oan brood, dat er ook niet meer was, omdat een der fietsers, die reeds een hoog rooden kleur had gekregen van de geparfumeerde nabijheid van de Oo6tjJt- landsdhe en de Liiidegaardsdhe rokken, oen dozijn broodjes van liet buffet had gehaald. „Dank u." zei ^e Oostjutlandsche juf frouw en greep ooquet het broodje van dien sportman, dat hij haar als een Ibal toewierp. „Komt er ook nog viscihl?" vroegen do vier onderwijzeressen na elkaar, terwijl Stiue kwam aanhollen met een paar busjes kreeft, die juffrouw Brasen met wat visdhiballen had doorgeroerd. „Wat eten ze;" zei ze. De hoele keuken was vol leege pannen, bruine bruine aardappelen en vuile borden. De braadpan met de kippen stond midden op den vloer. „Nu krijgen ze kreeft," zei juffrouw Bra sen. Kristiaan naan een andere schotel, en haal de een flesch rooden wijn voor den bruin verbrande en zijn vriend, die water met wijn dronken. Bij liet einde van den tafel sprak men over fietsen. Mevrouw Lindégaard fietste niet. Ze vond liet zck?" leelijk staan voor da mes. Maar ze interesseerde zadh voor de wed rennen. „We wonen didht bij de baan," zei ze. De Oostjutlandsche juffrouw fietste daarentegen heel dikwijls op den kustweg. „Het is er 's ajvonidis altijd vreeselijlkdruk," zei ze. De andere fietser sprak over luchtbanden en over een nieuwe constructie van lan taarns. Een van de onderwijjzeressen, die een lorgnet had opgezet, zei plotseling. „Ik heb drie lantaarns moeten wegdoen," en de dodhter van de oude daane, die stil •voor zich uitzag, zei „Ik wóu, dat ik ook kon fietsen." „Kan u niet fietsen?" vroeg de sportman verbaasd. „Neen," antwoordde ze, haai- hoofd schud dend. De iuspeoteur Rasmussen was teruggekeerd tot Palestina en sprak over dominee Blaiui- müllera uitstekend werk over dit land, een goede gids," zei hij tegen de Oost jut Landedhe mevrouw, die niet naar hem luisterde Uiaar dochter maakte haar altijd een weinig zenuwachtig, wanneer ze samen was met sportluien de inspecteur brak plootse- ling zijn verhaal af en zei tegen een van de onderwijzeressen „U heeft immers ook gereisd, juffrouw Cordsen?" En juffrouw Cordsen liet de fietslantaarn in den steek en antwoordde „Ja, mijnheer Rasmussen, we wareu met oen gezelschapsreis in Thüringcn. Plotseling glimlachte de bruin-verbrande, maar toen hij zag dat de oude dame naar water zocht, dat er niet was, boog hij, zich weer tot haar over en zei „Mag ik u niet een wtednig wijjn inschen ken? Die is heusdh niet zoo slecht." „Dank ui wed", zei do oude dame, hem haar glas reikend een andere keer hoop ik me te revancheeren. Ik heb zelf een paar fles- schen bij me. Wij hebben een uitstékend merk in de familie." Ze begonnen met de gebraden kip en de inspecteur voorzag zijn kinderen. „August", zei mevrouw. Geef ze maar een goede portie." Aan het andere eind van de tafel ging Kristiaan rond met de aardappels. De dikke heer, die gelet had op de familie Rasmussen, zei luidt tot zijn vrouw „Er zal nog wel genoeg zijn voor ons al len." En mevrouw Lindégaard, die oen schaaltje met augurken op het geleende buffet van den pachter in het oog kreeg, zei tot haar man „Hans, geef mij tenminste, een paar au gurken." Een van de fietsers riep op de achtertrap om wiin voor mevrouw Lindégaard en om een mes voor de Oostjutlandsche juffrouw die er geen had, omdat ze het voor de visoh had gebruikt terwijl twéé van de onderwijzeressen, met een vuurrood hoofd) van tafel opstonden en vroegen wanneer ze eindelijk hun sodawater kregen. Kristiaan die zijn heide armen stijf voor zich uitge strekt hield, alsof hij er kramp in had, vroeg: „Limonade of spuitwater?" „Hier, Julie, zed de dikke heer, die opge staan was om den schotel met kip te grij pen. Met zijn servet gooide hij een flesch omver. De deur naar dé gang ging opeu, er klonk •een stem:, die zed „Maar Johnny, ze eten immers." Juffrouw Fryant stond op den drempel. De bruin-verbrande en zijn vriend waren opgesprongen, maar juffrouw Fryant, die zich verkleed had en een zeer eenvoudig! wit, zijden japóuuctje met kant droeg, zei lachend „O, pardonMijnheer Ender, ik wilde u graag even spreken." En de dour werd weer gesloten. Het gezelschap word eensklaps stil en allen zagen naar de deur, terwijl de brui 11-ver brande, die een lioel andere houding had aangenomen, de zaal verliet en naar do gang ging- „Maar dat is immers juffrouw Fryant.' zei de oude dame verheugd tot den vriend. „Ja", antwoordde deze, „die logeeren hier." „Zoo, zoo, zei de oude dame op denzelf den toon. „Ik ken de familie al sinds lange jaren." Mevrouw Lindégaard zei tot haar man „Hans, mijnheer Fryant i9 immers oeni vriend van je vader, en do houthandelaar Berg, do dikke mijnheer, zol Julie, er is zeker saus in mijn baard." Maar mevrouw Rasmussen zei „August, de aardappelen", en onderwijl bond zij het slabbetje van haar jongste Wat steviger vast. „Tot ziens dus, Ender", zeide Johny, die van de trap liep, waar Ingeborg reeds op do laagste trede wachtte. „Ik zal met genoegen komen", zeide mijn heer Ender, die met gebogen hoofd bleef staan, tot de dames' vertrokken waren. „Lieve hemel, welk een Poolsche landdag! lachte juffrouw Johny, „het diner mag nog wel wat beter worden; en terwijl zij de deur naar de gelagkamer openmaakte, zei' zo: „Nu beginnen wij dadelijk." Brasen zat op den stoel met liet kussen, bij het open luik: „Goeden dag, mijnheer Brasen." Juffrouw Fryant ging op een stoel midden in de kamer zitten en sloeg haar handen in een. „Hooft u champagne vroeg zo. Brasen stond) op, zijn o-beentjee stonden oen oogenblik bijna recht. „Ja", zei hij en lachte zelf. „En die i® waarachtig ook goed." „Zoo, aat is mooi", zei juffrouw Fryant. „Zet dan drie f'esschen in ijs." „We zijn met ons zessen. Goeden middag, mijnheer Brasen. Dé twee dames stonden weer buiten. „Zoo, dan nemen: we ahampagno voor ta felwij 11, zei Johny „En we gaan verder." „Dat is woct precies iets voor jou", zei Ingeborg. „Ja Johnny Fryant bleef steeds door lachen." „En ik wil. wat ik wil." Ze bleef midden op dé markt staan alsof ze iets zocht, en zei itoen wijzend op Tlier- kildsens winkel „Daar gaan we binnen. Weet je, in zulke soort winkels is er altijd iets good® in de hoeken verstopt." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1