874
Woensdag 13 April 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'8 ZOMERS BUITEN.
8"' Jaargung.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden Yoor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- cn Feestdagen.
Advortentiön, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nor
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERi'ENTIÊN
Van 1—5 regels 0.75.
Elke regel meer6.15.
Groote letters naar plaatsrnimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
Politiek Overzicht
Oe Fransch-EngeBscfe overeenkomst.
De zaken, die in do tusschen Engeland
en Frankrijk gesloten overeenkomst behan
deld worden, zijn zóó veelvuldig en zóó uit
eenloopend van aard, dat ééne akte niet vol
doende was om ze samen te vatten. In drie
stukken, een verdrag en twee verklaringen,
zijn. de verschillende punten bijeengebracht
zoodanig, dat is samengevoegd datgene wat
uit den aard der zaak bij elkaar behoort.
Zoo is in ééne verklaring samengebracht het
omtrent Egypte en Marokko overeengoko-
mene.
Den inhoud van deze verklaring hebben
wij reeds vermeld. Tot goed begrip van het
ver baud der zaak laten wij echter nog de
beide eersten van de negen artikelen, waar
uit de verklaring bestaat, woordelijk volgen.
Art.. 1. De regcering van Zijne Britsche
Majesteit verklaart, dat ri; niet de bedoeling
heeft, den politieken toestand van Egypte te
veranderen. De regeering van de Fransche
republiek verklaart harerzijds, dat zij de han
delingen van Engeland in dit -land niet zal
dwarsboomen, door een termijn voor de Brit-
sche bezetting te eischen of op eenige andere
wijze, en dat zij verder hare toestemming
geeft tot het ontwerp van een besluit van
den Khedive, dat aan de tegenwoordige over
eenkomst is toegevoegd en de waarborgen be
vat, die voor de verzekering der belangen
van de bezittere der Egyptische schuld noo-
dig geacht worden, edhter onder de voor
waarde, dat na het van kracht worden van
het ontwerp daarin geene verandering zon
der toestemming van de staten, onder-
teekcnaars van de Londensohe conventie van
1885, mag worden gebracht. Er wordt over
eengekomen, dat de algemeene directie van
de oudheden in Egypte ook in do toekomst
gelijk tot dusver aan een Fransohen geleerde
zal worden toevertrouwd; de Fransche scho
len in Egypte zullen in de toekomst dezelfde
vrijheden genieten als tot dusver.
Art; 2. De regeering van de Fransche re
publiek verklaart, dat rij niet de bedoeling
heeft, den politieken toestand in Marokko
te veranderen. De ïegeering van Zijne Brit-
scho Majesteit erkent harerzijds, dat het in
zender' eid aan Frankrijk als de staat die
over eene groote oppervlakte Marokko's buur
man is, toekomt over de rust in dit land
toezicht te houden en het. zijn bijstand te
veilgenen voor alle administratieve, econo
mische. financieele en militaire hervormin
gen, die het behoeft. De Britsche regeering
verklaart, dat zij de handelingen van Frank
rijk to dien behoeve niet zal dwarsboom en,
ouder voorbehoud, dat deze handelingen de
rechten ongeschonden laten, die Groot-Brit-
tannië krachtens de verdragen, overeenkom
sten en gebruiken in Marokko geniet, daar
onder begrepen het recht van kustscheepvaart
tusschen de Marokkaansehe havens, dat de
Engclsche schepen sedert 1901 genieten.
In het eene artikel van deze twee treedt
Frankrijk op als de gevende. Engeland als
de ontvangende partij; omgekeerd is in het
andere artikel Engeland de gever en Frank
rijk de ontvanger. Door eene wederzijdache
politiek van geven en nemen is de overeen
komst tot stand gekomen. Hoe Frankrijk
daartoe gekomen is. wordt door de Temps
toegelicht in een artikel, waarin wordt ge
zegd
„Eigypte was sedert twintig jaren het groote
onderwerp van tweedracht tusschen Frank
rijk en Engeland. Onze buren waren er heen
gegaan zonder ons. Zij bleven er ondanks ons.
Europa berustte.
Maar hun toestand van bezetters was slechts
gegrond op feiten en niet op rechten. Wij
konden hen hinderen, door onze rechten uit
te oefenen. Wij lieten dit niet achterwege.
Nu zijn al onze rechten schuldeischersrech-
ten. Zij vloeien allen voort uit twee bank
roeten De capitulatiën zijn de eenigszins har
de remedie voor het oude gerechtelijke bank
roet van de muzelmanscbe wereld. De ge
mengde rechtbanken zijn de capitulatiën.
maar in oen vorm, aangepast aan een land,
dat aan de gerechtelijke anarchie ontkomen
is.
Eveneens is de wet rail 1880 en de schuld-
kas, die er uit voortvloeide, de wel wat
harde remedie tegen het financieele bank
roet van Egypte. En het ontwerp-bes'uit van
den Khedive, dat door de Fransch-Engelsche
overeenkomst van thans bekrachtigd wordt,
is wederom de liquidatiewet, maar aangepast
aan een land, dat aan den financieelen on
dergang ontkomen is.
Daartoe bepaalt zich, wat Egypte betreft,
de portée van de Fransch-Engelsche overeen
komst. De wettelijke toestand van Engelaud
in Egypte blijft tegenover Europa wat hij
was. Om hem te veranderen, zou een Euro-
peesch accoord noodig zijn. Wat Frankrijk
betreft, het verbindt zich alleen, op grond
van artikel 1, „de handelingen van Engeland
in Egypte niet te dwarsboomen, door een ter
mijn voor de Britsche bezetting te cischen
ot op eenige andere wijize". Dat wil zeggen,
dat wij. nu afzien van het voornemen om
van Engeland een datum te verlangen, dien
wij sints twintig jaren niet verkregen heb
ben en dien Engeland sints tien jaren ver-
klaarcT Heeft niet meer te willen geven. Wij;
erkennen zijn overwicht in Egypte door eene
vreedzame daad, na het reeds sints twintig
jaren erkend te hebben door onze militaire
werkeloosheid. En om deze concessie te be
talen, ruimt Engeland voor ons de plaats in
Marokko, dat voor onze deur ligt.
Met andere woorden, er zou een oorlog
noodig geweest zijn om Engeland buiten het
Nijldal te zetten. Dien oorlog hebben wij
niet aangebonden. Na twintig jaren poetst
Engeland de plaat voor ons in Marokko, op
dat wij in Egypte zullen erkennen wat wij
er niet verhinderd hebben, wat wij er niet.
meer kunnen teeenkouden.
Om iets anders is 't niet te doen. Inder
daad zuilen alle krachten, waarop onze in
vloed in Egypte steunt, het oude blijven.
Capitulatiën, gemengde rechtbanken, handels
vrijheid, speciale rechten van de Fransche
wetenschap, cr wordt niets opgeheven. Een
onwaardeerbaar voordeel voor de toekomst
is, dat Engeland nu zonder voorbehoud toe
stemt tot de onzijdigheid van het Suez-kanaal
Alles schijnt dus op nieuw met name ge
noemd te zijn als om weder bekrachtigd te
worden. Het geheel van het internationale
gebouw in Egypte komt onbetwistbaar ver
sterkt uit de Fransch-Engelsche regeling te
voorschijn.''
Het eenige punt. waarover eene nieuwe
regeling wordt gemaakt, is de dienst van de
schuld Daaromtrent behoudt de Temps rich
nader onderzoek voor om na te ga?n of de
Fransche houders van Egyptische schuld
schade ktfnnen lijden door de toestemming
toi deze regeling, en zoo ja, of die schade
dan op andere wijze wordt gecompenseerd
Duitschland.
Eeno samenkomst van den Duitschen Kei
zer met Keizer Frans Jozef, waarover in een
deel van den pel's gesproken wordt, zal ver
moedelijk niet plaats hebben. Aan de Mün-
chener Allg. Zeitung wordt hierover uit Ber
lijn gemold
Onlangs is er sprake van geweest, dat de
Keizer op zijne Middellandscheaee-reis mo
gelijk ook Abbazia zal aandoen. In den ach
tergrond staat daarbij eene samenkomst met
den Keizer van Oostenrijk of met Oosten-
rijksche staatslieden. Volgens d© tot dusver
genomen beschikkingen is er echter van een
bezoek aan Abbazia geen sprake geweest en
van eene wijziging dezer beschikkingen, al
zou die bij den aard van de reis niet uitge
sloten zijn. is hier niete bekend. De Keizer
zal verschillende punten van Sicilië en van
de Beneden Italiaansche kust, verder Malta
en ten slotte Corfu bezoeken, en dan over
Messina naar Genua terugvaren van waar de
de thuisreis over land begonnen wordt.
Op de bewering van den socialisti-
schen afgevaardigde David, dat. de op
vattingen van den rijkskanselier en van
den Pruisischen minister van openbare wer
ken betreffende het heffen van scheepvaart
rechten elkaar tegenspreken, antwoordde
staatssecretaris Posadowsky, dat feitelijk niet
de minste tegenstrijdigheid bestaat; de mi
nister Budde heeft volstrekt niet de bedoe
ling te kennen gegeven, scheepvaartrechten
in te voeren op den Rijn of de Elibe. Dit zou
ook sleolits kunnen geschieden in overleg met
Nederland en Oostenrijk, dio in geen geval
in een dergelijke verandering zouden toestem
men.
Bij het voortgezette begrootingsdebat ver
klaarde de rijkskanselier in antwoord op ver
schillende vragen van den nationaal-libera-
len afgevaardigde Sattler
„Wij hebben geen reden om aan te ne
men, dat de Engelsch-Fransiche overeenkomst
eenige andere mogendheid bedreigt. Het
schijnt, dat men hier enkel te doen heeft met
eene poging om punten van verschil langs
den weg van minnelijk overleg op te lossen.
Daartegen kunnen wij volstrekt geen bezwaar
hebben. Eene gespannen verhouding tusschen
Engeland en Frankrijk zou den wereldvrede
in gevaar brengen. In Marokko zijn onze be
langen hoofdzakelijk, van eoonomischen aard.
Wij hebben geen reden aan te nemen, dat
daar onze belangen door cenig© andere mo
gendheid benadeeld zouden kunnen worden
„In Oost-Azië hebben wij gedaan wat mo
gelijk is om te voorkomen, dat uit hét twee
gevecht in het verre Oosten een wereldstrijd
zal ontbranden. Dat kamt ook voornamelijk
hierop aan, dat China niet in den oorlog zal
worden meegesleept. Ons optreden ten be
hoeve der onzijdigheid van China was het
beste bewijs tegen de lasteringen, dat wij van
den oorlog gebruik zouden willen maken om
ons van gedeelten van China meester te
maken.
..Tegenover de bewering van den afgevaar
digde Sattler over coneessiën aan het ultra-
montanisme, spreek ik beslist tegen, dat ik
eenige concessie gedaan heb ten nadeele van
het rijk en onrecht gedaan heb tegenover
de Evangelische kerk. Ik heb slechts gedaan
wat de Rijksdag jaren achtereen verlangde.
Met betrekking tot de gebeurtenissen in
Zuid west-Afrika verklaarde de rijkskanse
lier:
„Wii1 denkeu er volstrekt met aan, van dit
gebied, waarop Duitsch bloed gevloeid heeft,
ook slechts een voetbreed prijs te geven.
Wij zullen alles doen om do herhaling van
zulke gebeurtenissen in de toekomst te voor
komen."
De spreker bracht ten slotte hulde aan de
thans in Zuidwest-A fri k a vertoevende offi
cieren en manschappen. (Applaus.)
Daarop werd de verdere behandeling ver-
Bij het Pruisische huis van afge
vaardigden zijn ingediend de wetsontwerpen
op het gebied der waterbouwkunde. Zij be
staan uit vijf ontwerpen. Vier ontwerpen
behandelen de regeling en verbetering van
het stroomgebied der rivieren, het vijfde den
aanleg en de uitbreiding van kanalen. Voor
gesteld worden de aanl »g van een kanaal
van Dortmund naar den Rijn, verder een
scheepvaartkanaal, van het Dortmund-Eems-
kanaaJ uitgaande bij Bevergern, naar Han
nover. in t geheel dus zal deze waterweg
loopen van den Rijn tot Hannover. Voorts
wordt de aanleg voorgesteld van een groot
scheepvaartkanaal van Berlijn naar Stettin
en de verbetering van de Oder en de
Weichsei.
Voor dezo werken worden omstreeks 400
millioen mark verlangd
Frankrijk.
De voorjaarszitting van de algemeene
raden (overeenkomende met onze Provinciale
Staten) werd eergisteren geopend. Verschei
dene van deze vergaderingen besloten presi
dent Loubet geluk te wensohen met zijne
reis naar Italië en met het tot stand komen
van de Fransch-Engelsche overeenkomst. An
deren besloten adressen van sympathie aan
do regeering te doen toekomen. Weder ande
ren protesteerden tegen de verwijdering van
de crucifixen uit de rechtszalen.
Kolonel Marchand heeft om zijn ontslag
verzocht, omdat de minister van oorlog hem
de vergunning weigerde om zich naar het
oorlogste rrein in Oost-Azië te begeven en hij
op speciale uitnoodiging van den Czaar de
militaire operatiën wil volgen
Spanje.
Blijkens een telegram uit Barcelona, werd
gisteren de minister-president Maura op het
oogenblik dat hij het. paleis, waar een minis
terraad gehouden was, verliet, door een do'k-
steek getroffen.
Nader wordt gemeld
Het eerste bericht, dat minister-president
Maura gewond zou zijn door een dolkstoot,
blijkt onjuist te rijn geweest. Het gebeurde
heeft zich als volgt toegedragen
Minister-president Maura vertrok uit het
paleis van den Algemeenen Raad, pa den
Koning vergezeld te hebben op een bezoek
aan de armenwijken. Toen het rijtuig zich
in be weging stelde, wierp een goed-gekleede
jonge man zich met gebalde vuist op den
heer Maura, en trachtte hem te treffen. Er
ontstond ren groote verwarring. De omstan
ders vluchtten schreeuwende. Men meende
dat de heer luaura door een dolkstoot was
getroffen. De politie nam den aanrander
in hechtenis, waarop het rijtuig met den mi
nister wegreed.
Volgens officieuse inlichtingen zou de aan
rander een keukenmes in zijne vuist verbor
gen hebben gehouden, waarmede hij trachtte
den minister te steken. Het wapen gleed
echter af op de tressen van de uniform en
bracht slechts een onbeteekenende schram
langs de zesde rib van 2 c.M. lengte toe. De
geneesheer, die den heer Maura onderzocht,
schreef hem slechts voor een paar uren rust
te nemen.
De aanrander heet Joaquin Michel Artal
cn is anarchist.
Turkije.
In de laatste ziittiüg van de commissie
tot reorganisatie van de Macedonische gen
darmerie worden ook do streken, die voors
hands van de hervorming nog uitgezonderd
rijn, toegewezen aan de verschillende mogend
heden, die daarin aandeel hebben.
De gezanten van Oostenrijk-Hongarije on
Rusland hebben bij den minister van bui-
tenlandsche zaken stappen gedaan opdat de
opperbevelhebber van de Macedonische gen
darmerie, generaal Degiorgis, rich met zijne
adjudanten naar Salonaki kunne begeven.
Tot dusver had hij nog geen bevel om tc ver
trekken ontvangen. Of men hem met opzet
was voorbij gegaan of eenvoudig vergeten
had, wordt niet gemeW.
Een Keizerlijk irado beveelt de reorgani
satie van de politie in het vilajet Janina,
naar het model van de nieuwe organisatie,
die in Salon iki zal worden toegepast.
Zuid-Afrika
Aan drie gevangen Boeren, die veroordeeld
waren wegens moord, omdat ze vijanden ge
dood zouden hebben, nadat ze de witte vlag
hadden opgestoken of wegens mishandeling
van gewonden gedurende den oorlog, is am
nestie verleend.
De oorlog in Oost-Azië.
Uit Tengtsjau wordt van heden bericht
Het geluid van zwaar kartonjvuur tussohen
hier en Port Arthur werd 'heden morgen om
balf zeven gehoord. Waarschijnlijk heeft liet
lang verwachte zeegevecht fcuBsdhom de Miao-
tao-eilanden plaats gehad.
Volgens een bericht uit Triifoe werd het
Japansche vlaggeedhip Asalhi gisteren voor
die stadi gezien, gaande westwaarts. Er ia
weinig twiijfel aan of de rest van de vloot is
nabij.
De kapitein van de stoomboot Lookhan, is
heden van Nieotsjwang te Tsjifoe gekomen;
'hij hoorde gedurende twee uren aanhoudend,
vuren in de richting van Port Arthur.
Het Russische telegraaf-agentschap be
richt, dat volgens een officieel telegram,
dat v generaal Kocropatkin heden aan
den Tsaar verzond, generaal Kaschtalins-
ki den 8en dezer een afdeeling jagers
naar den linkeroever van de Yaloe tegenover
Wijoe gezonden heeft. De jagers staken on
der bevel van luitenant Dimidowitsch en ser
geant Poten kin i,.:ar het eiland Somalin over
en verrasten eene Japansche verkenningspa
trouille, 50 man sterk, op het oogenblik dat
deze op de oostkust van het eiland met 3
booten aanlegde. De Russen lieten hen ]an-
deu en gaven daarop vuur. Bijna alle Ja
panners werden neergeschoten, doodgesto
ken of verdronken. Hunne vaartuigen wer
den met dynamiet vernield.
De Russen hadden geen verhezen. Bijzon
der onderscheidden zich de onderofficieren
Tuschkin en Szumachdoff.
Den volgenden dag waaide de Japansche
vlag halfstok.
In den nacht van 9 April trok daarop de
Japansche voorpost terug.
Vier Russische jagers gingen bij Jonampho
Vit hel Deensch
DOOR
BERMAN BANG.
„Goeden, nacht papa, goeden nacht,
mama."
Johnny kuste haai* ouders voor liun ka
merdeur.
„Goeden nacht, mevrouw", zei Ingeborg.
Mevrouw Fryant greep plotseling Ingo-
borgs beide handen.
„Lieve Ingeborg", fluisterde zij', en liet
haar handen weer los.
„Kom Rist, klonk mevrouw Rist."s stem
vlak achter hen oil liet echtpaar Rist daalde
van de trap.
„Herinuc-r Brascn nog even .aan de af
spraak", zei mevrouw Rist.
„Ik wacht hier."x
Mijnheer Rist. ging in de gelagkamer,
waar het leeg was geworden en in de tus-
scbcndeur staande, zei hij tot Brasen. die
over zijn geldlade gebogen zat,
„BTasen. dus Woensdag en Zaterdags af-,
betaling."
Brasen richtte zijn hoofd cp. maar mijn
heer Rist was reeds weer vertrokken.
„Niemand heeft je bedankt voor den sleu
tel, Rist", zei mevrouw Rist, toen ze op
straat stonden.
„En do kanten van die dure piano waren
heelemaai beschadigd. En wie anders dan jij,
krijgt, daarvoor onaangenaamheden met de
zang ve reen gi ng
..Ziji hadden bedankt voor Therkildsens
uitnoodiging", zei mijnheer Rist, om rijn
vrouw wat zachter te stemmen.
„Maar daarom bluften zij des te meer met
den gedecolleteerde", zed mevrouw.
Juffrouw Johnny's gezelschap kwam op de
markt, toen ze opnieuw, rumoer hoorden uit
do bovenzaal. Het was mevrouw Graa, die
het bed' in orde had wallen maken voor „mijn
jongen", en bemerkt, had dat de matrassen
zoo goed als geheel waren opgevreten door
de muizen. Al de vier onderwijzeressen gil
den luid en bij een raam hoorden ze den hout
handelaar zeggen „We vallen van, nacht
allen nog door onze bedden heen."
Maar mevrouw Graa schreeuwde met een
stem, die nauweb'ks herkenbaar was:
„Waar is die vrouw? Ik zal eens spreken
met dat mensch
„Zoo", zei juffrouw Johnny op de markt.
„Nu is liet lieve leventje gaande. Laten we
maar gauw naar huis gaan."
„Zullen we langs den tuin van den burge
meester wandelen", stelde Knud Ender voor
„Ja. ja", zei Johnny. En ze gingen langs
het achterpad. Juffrouw Johnny en Verner
liepen vooruit.
Knud Ender bleef even bij de heg staan.
„Hier stond u van morgen", zei hij zacht
cn ging verder zonder iets meer te zeggen.
Zo bereikten de groene plek van de bleek
en Johnnv zei
„Laten we hier een oogenblikje gaan zit
ten."
„De dauw is al gevallen", zei Ingeborg.
„Weet je wat, we kceren de tafellakens
om", zei Johnny. ..die heeft Agatha vergeten
omdat ze ons bedienen moest."
Knud Ender en Verner keerden het witte
linnen om en breidden het uit.
Lang lagen zo allen zwijgend. Het klotsen
der golven drong zacht tot hen door. Aan j
den iiemel boven hen zagen ze slechts één.
enkele ster.
Eigil Verner staarde naar do lucht.
„Hoe vreeand", zei bij, „en in de tropen,
fonkelen ze als goudkevers op een stuk zwart
laken."
„Maar 't is hier het. allermooist", zei Knud
Ender heel zacht en staarde voortdurend naar I
dezelfde plok.
Juffrouw Ingeborg steunde haar hoofd in
hatar handen Haar oogen waren naar den
i hemel gericht.
j Het witte tafellaken waarop zö lag scheen
in het avondlicht vloeibaar zilveT.
i „Nu moeten we opstaan zei Johnny.
1 Goeden nacht, Knud Ender", zei juffrouw
Ingeborg, en terwijl rij, zijn hand drukte,
was zijn gelaat een oogenblik beschenen door J
het. licht van haan* oogen.
Juffrouw Tngeborg en Johnny gingen naar j
hun kamer. Johnny nam plaats op een stoel
en Ingeborg stona voor haar raam. Geen j
van braden sprak. Toen stond Johnny op en
ging naar haar vriendin. Zachtjes sloeg ze
haar arm om Ingeborgs middel.
„Johnny", zei juffrouw Ingeborg, haar stem
trilde
..Ik kan niet spreken."
„Dat hoeft, ook niet. Goeden nacht."
En zo scheidden met e«en handdruk en een
kus.
beide fietsers stonden in Brasems poort en
keken verlangend naar juffrouw Lucie, die
haar rokken hoog oplichtte, terwijl ze door
haar moeder werd weggevoerd In de poort
schertste mevrouw Jespersen met de drie in
genieurs.
„Jelui moet maar bij mij slapen, jongeus,"
zei mevrouw. „Maar je moet tevreden zijn,
met hetgeen ik je bied."
Ze ging met de drie mannen heen, terwijl
de beide in tricot gekleede fietsers ook haar
wonderlijk hongerig nakeken.
„Waar moeten wij liggen?" vroegen ze
aan Brasen, die uit de gelagkamer buiten
kwam
„U moet mot uw beidjes op het billard
liggen," antwoordde Brasen.
Hij bleef alleen buiten staan.
„De zaken gaan uitstekend," zei de dok
ter die aan den anderen kant van de markt
zijn hoofd wat afkoelde buiten zijn raam
„Ja, hè? zei Brasen, .naar den hemel sta
rend.
Er flikkerde een licht in Ther
kildsens winkel.
De consul was nog op zijn kantoor. Hij
maakte, op zijn hoog© kantoorkruk gezeten,
de rekening op.
Toen hij ciadoüjk in zijn slaapkamer
kwam, d'.ed mevrouw Thcrkildsen de deur
open van haar kamer. Terwijl de consul zich
uitkleedde, zei z: door de deur
„Je weet. Therkildsen, dat het mij ait'Vd
aangenaam zal zijn, als dio mensehen hier
vandaan gaan zoowel uit ons huis als uit
het dorp.'
Do consul gaf geen antwoord.
„En jc hoeft niet te denken, dat Brasen
ooit een soliede huurder wordt."
Brascn was naar binnen g<y
gaan.
„Waar ben j\ Jansine?"
Juffrouw Brasen was boven bij de kinde
ren.
Ze lagen op den grond in de kamer boven
de keukentrap. Maar Martijn schreide, om
dat hij niets had om zich mee toe te dekken.
„Geef jij hem je qjaol maar, zei juffrouw
Brasen tegen Sign©, dan krijg jij grootmoe
ders Zondagsche doek."
Ze ging naar de woonkamer en haaide den
doek uit de lade
„Jij verknoeit hem .niet zoo erg." zei juf
frouw Brasen 11 wikkelde haar dochter in
den mooion doek
„Want jij ligt rustiger dan Martij|n."
Brasen kwam boven Hij smeet rijn klee-
ren uit en viel zwaar meer op de harde matras
van zeegras.
„Goeden nacht," zei hij. en viel onmiddel
lijk in slaap. Juffrouw Brasen ging maar be
neden, naar de gelagkamer.
Haar moeder zat op een stoel voor het
raam.
Juffrouw Brasen ging naar haar toe.
„Er wordt gesloten, moeder," zei ze.
„Ja," antwoordde de oude vrouw.
En zonder spreken, ging ze door het
donkere huis. naar haar kamer.
Juffrouw Brascn zat op den rand
van haar ledik: nt. Ze had zoo'n pijn in het
hoofd.
Beneden op de olaats kraaide de zwarte
haan en verkondigde het gloren van den
nieuwen dag.
EINDE.