874 Woensdag 13 April 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. '8 ZOMERS BUITEN. 8"' Jaargung. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden Yoor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- cn Feestdagen. Advortentiön, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nor 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERi'ENTIÊN Van 1—5 regels 0.75. Elke regel meer6.15. Groote letters naar plaatsrnimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag Politiek Overzicht Oe Fransch-EngeBscfe overeenkomst. De zaken, die in do tusschen Engeland en Frankrijk gesloten overeenkomst behan deld worden, zijn zóó veelvuldig en zóó uit eenloopend van aard, dat ééne akte niet vol doende was om ze samen te vatten. In drie stukken, een verdrag en twee verklaringen, zijn. de verschillende punten bijeengebracht zoodanig, dat is samengevoegd datgene wat uit den aard der zaak bij elkaar behoort. Zoo is in ééne verklaring samengebracht het omtrent Egypte en Marokko overeengoko- mene. Den inhoud van deze verklaring hebben wij reeds vermeld. Tot goed begrip van het ver baud der zaak laten wij echter nog de beide eersten van de negen artikelen, waar uit de verklaring bestaat, woordelijk volgen. Art.. 1. De regcering van Zijne Britsche Majesteit verklaart, dat ri; niet de bedoeling heeft, den politieken toestand van Egypte te veranderen. De regeering van de Fransche republiek verklaart harerzijds, dat zij de han delingen van Engeland in dit -land niet zal dwarsboomen, door een termijn voor de Brit- sche bezetting te eischen of op eenige andere wijze, en dat zij verder hare toestemming geeft tot het ontwerp van een besluit van den Khedive, dat aan de tegenwoordige over eenkomst is toegevoegd en de waarborgen be vat, die voor de verzekering der belangen van de bezittere der Egyptische schuld noo- dig geacht worden, edhter onder de voor waarde, dat na het van kracht worden van het ontwerp daarin geene verandering zon der toestemming van de staten, onder- teekcnaars van de Londensohe conventie van 1885, mag worden gebracht. Er wordt over eengekomen, dat de algemeene directie van de oudheden in Egypte ook in do toekomst gelijk tot dusver aan een Fransohen geleerde zal worden toevertrouwd; de Fransche scho len in Egypte zullen in de toekomst dezelfde vrijheden genieten als tot dusver. Art; 2. De regeering van de Fransche re publiek verklaart, dat rij niet de bedoeling heeft, den politieken toestand in Marokko te veranderen. De ïegeering van Zijne Brit- scho Majesteit erkent harerzijds, dat het in zender' eid aan Frankrijk als de staat die over eene groote oppervlakte Marokko's buur man is, toekomt over de rust in dit land toezicht te houden en het. zijn bijstand te veilgenen voor alle administratieve, econo mische. financieele en militaire hervormin gen, die het behoeft. De Britsche regeering verklaart, dat zij de handelingen van Frank rijk to dien behoeve niet zal dwarsboom en, ouder voorbehoud, dat deze handelingen de rechten ongeschonden laten, die Groot-Brit- tannië krachtens de verdragen, overeenkom sten en gebruiken in Marokko geniet, daar onder begrepen het recht van kustscheepvaart tusschen de Marokkaansehe havens, dat de Engclsche schepen sedert 1901 genieten. In het eene artikel van deze twee treedt Frankrijk op als de gevende. Engeland als de ontvangende partij; omgekeerd is in het andere artikel Engeland de gever en Frank rijk de ontvanger. Door eene wederzijdache politiek van geven en nemen is de overeen komst tot stand gekomen. Hoe Frankrijk daartoe gekomen is. wordt door de Temps toegelicht in een artikel, waarin wordt ge zegd „Eigypte was sedert twintig jaren het groote onderwerp van tweedracht tusschen Frank rijk en Engeland. Onze buren waren er heen gegaan zonder ons. Zij bleven er ondanks ons. Europa berustte. Maar hun toestand van bezetters was slechts gegrond op feiten en niet op rechten. Wij konden hen hinderen, door onze rechten uit te oefenen. Wij lieten dit niet achterwege. Nu zijn al onze rechten schuldeischersrech- ten. Zij vloeien allen voort uit twee bank roeten De capitulatiën zijn de eenigszins har de remedie voor het oude gerechtelijke bank roet van de muzelmanscbe wereld. De ge mengde rechtbanken zijn de capitulatiën. maar in oen vorm, aangepast aan een land, dat aan de gerechtelijke anarchie ontkomen is. Eveneens is de wet rail 1880 en de schuld- kas, die er uit voortvloeide, de wel wat harde remedie tegen het financieele bank roet van Egypte. En het ontwerp-bes'uit van den Khedive, dat door de Fransch-Engelsche overeenkomst van thans bekrachtigd wordt, is wederom de liquidatiewet, maar aangepast aan een land, dat aan den financieelen on dergang ontkomen is. Daartoe bepaalt zich, wat Egypte betreft, de portée van de Fransch-Engelsche overeen komst. De wettelijke toestand van Engelaud in Egypte blijft tegenover Europa wat hij was. Om hem te veranderen, zou een Euro- peesch accoord noodig zijn. Wat Frankrijk betreft, het verbindt zich alleen, op grond van artikel 1, „de handelingen van Engeland in Egypte niet te dwarsboomen, door een ter mijn voor de Britsche bezetting te cischen ot op eenige andere wijize". Dat wil zeggen, dat wij. nu afzien van het voornemen om van Engeland een datum te verlangen, dien wij sints twintig jaren niet verkregen heb ben en dien Engeland sints tien jaren ver- klaarcT Heeft niet meer te willen geven. Wij; erkennen zijn overwicht in Egypte door eene vreedzame daad, na het reeds sints twintig jaren erkend te hebben door onze militaire werkeloosheid. En om deze concessie te be talen, ruimt Engeland voor ons de plaats in Marokko, dat voor onze deur ligt. Met andere woorden, er zou een oorlog noodig geweest zijn om Engeland buiten het Nijldal te zetten. Dien oorlog hebben wij niet aangebonden. Na twintig jaren poetst Engeland de plaat voor ons in Marokko, op dat wij in Egypte zullen erkennen wat wij er niet verhinderd hebben, wat wij er niet. meer kunnen teeenkouden. Om iets anders is 't niet te doen. Inder daad zuilen alle krachten, waarop onze in vloed in Egypte steunt, het oude blijven. Capitulatiën, gemengde rechtbanken, handels vrijheid, speciale rechten van de Fransche wetenschap, cr wordt niets opgeheven. Een onwaardeerbaar voordeel voor de toekomst is, dat Engeland nu zonder voorbehoud toe stemt tot de onzijdigheid van het Suez-kanaal Alles schijnt dus op nieuw met name ge noemd te zijn als om weder bekrachtigd te worden. Het geheel van het internationale gebouw in Egypte komt onbetwistbaar ver sterkt uit de Fransch-Engelsche regeling te voorschijn.'' Het eenige punt. waarover eene nieuwe regeling wordt gemaakt, is de dienst van de schuld Daaromtrent behoudt de Temps rich nader onderzoek voor om na te ga?n of de Fransche houders van Egyptische schuld schade ktfnnen lijden door de toestemming toi deze regeling, en zoo ja, of die schade dan op andere wijze wordt gecompenseerd Duitschland. Eeno samenkomst van den Duitschen Kei zer met Keizer Frans Jozef, waarover in een deel van den pel's gesproken wordt, zal ver moedelijk niet plaats hebben. Aan de Mün- chener Allg. Zeitung wordt hierover uit Ber lijn gemold Onlangs is er sprake van geweest, dat de Keizer op zijne Middellandscheaee-reis mo gelijk ook Abbazia zal aandoen. In den ach tergrond staat daarbij eene samenkomst met den Keizer van Oostenrijk of met Oosten- rijksche staatslieden. Volgens d© tot dusver genomen beschikkingen is er echter van een bezoek aan Abbazia geen sprake geweest en van eene wijziging dezer beschikkingen, al zou die bij den aard van de reis niet uitge sloten zijn. is hier niete bekend. De Keizer zal verschillende punten van Sicilië en van de Beneden Italiaansche kust, verder Malta en ten slotte Corfu bezoeken, en dan over Messina naar Genua terugvaren van waar de de thuisreis over land begonnen wordt. Op de bewering van den socialisti- schen afgevaardigde David, dat. de op vattingen van den rijkskanselier en van den Pruisischen minister van openbare wer ken betreffende het heffen van scheepvaart rechten elkaar tegenspreken, antwoordde staatssecretaris Posadowsky, dat feitelijk niet de minste tegenstrijdigheid bestaat; de mi nister Budde heeft volstrekt niet de bedoe ling te kennen gegeven, scheepvaartrechten in te voeren op den Rijn of de Elibe. Dit zou ook sleolits kunnen geschieden in overleg met Nederland en Oostenrijk, dio in geen geval in een dergelijke verandering zouden toestem men. Bij het voortgezette begrootingsdebat ver klaarde de rijkskanselier in antwoord op ver schillende vragen van den nationaal-libera- len afgevaardigde Sattler „Wij hebben geen reden om aan te ne men, dat de Engelsch-Fransiche overeenkomst eenige andere mogendheid bedreigt. Het schijnt, dat men hier enkel te doen heeft met eene poging om punten van verschil langs den weg van minnelijk overleg op te lossen. Daartegen kunnen wij volstrekt geen bezwaar hebben. Eene gespannen verhouding tusschen Engeland en Frankrijk zou den wereldvrede in gevaar brengen. In Marokko zijn onze be langen hoofdzakelijk, van eoonomischen aard. Wij hebben geen reden aan te nemen, dat daar onze belangen door cenig© andere mo gendheid benadeeld zouden kunnen worden „In Oost-Azië hebben wij gedaan wat mo gelijk is om te voorkomen, dat uit hét twee gevecht in het verre Oosten een wereldstrijd zal ontbranden. Dat kamt ook voornamelijk hierop aan, dat China niet in den oorlog zal worden meegesleept. Ons optreden ten be hoeve der onzijdigheid van China was het beste bewijs tegen de lasteringen, dat wij van den oorlog gebruik zouden willen maken om ons van gedeelten van China meester te maken. ..Tegenover de bewering van den afgevaar digde Sattler over coneessiën aan het ultra- montanisme, spreek ik beslist tegen, dat ik eenige concessie gedaan heb ten nadeele van het rijk en onrecht gedaan heb tegenover de Evangelische kerk. Ik heb slechts gedaan wat de Rijksdag jaren achtereen verlangde. Met betrekking tot de gebeurtenissen in Zuid west-Afrika verklaarde de rijkskanse lier: „Wii1 denkeu er volstrekt met aan, van dit gebied, waarop Duitsch bloed gevloeid heeft, ook slechts een voetbreed prijs te geven. Wij zullen alles doen om do herhaling van zulke gebeurtenissen in de toekomst te voor komen." De spreker bracht ten slotte hulde aan de thans in Zuidwest-A fri k a vertoevende offi cieren en manschappen. (Applaus.) Daarop werd de verdere behandeling ver- Bij het Pruisische huis van afge vaardigden zijn ingediend de wetsontwerpen op het gebied der waterbouwkunde. Zij be staan uit vijf ontwerpen. Vier ontwerpen behandelen de regeling en verbetering van het stroomgebied der rivieren, het vijfde den aanleg en de uitbreiding van kanalen. Voor gesteld worden de aanl »g van een kanaal van Dortmund naar den Rijn, verder een scheepvaartkanaal, van het Dortmund-Eems- kanaaJ uitgaande bij Bevergern, naar Han nover. in t geheel dus zal deze waterweg loopen van den Rijn tot Hannover. Voorts wordt de aanleg voorgesteld van een groot scheepvaartkanaal van Berlijn naar Stettin en de verbetering van de Oder en de Weichsei. Voor dezo werken worden omstreeks 400 millioen mark verlangd Frankrijk. De voorjaarszitting van de algemeene raden (overeenkomende met onze Provinciale Staten) werd eergisteren geopend. Verschei dene van deze vergaderingen besloten presi dent Loubet geluk te wensohen met zijne reis naar Italië en met het tot stand komen van de Fransch-Engelsche overeenkomst. An deren besloten adressen van sympathie aan do regeering te doen toekomen. Weder ande ren protesteerden tegen de verwijdering van de crucifixen uit de rechtszalen. Kolonel Marchand heeft om zijn ontslag verzocht, omdat de minister van oorlog hem de vergunning weigerde om zich naar het oorlogste rrein in Oost-Azië te begeven en hij op speciale uitnoodiging van den Czaar de militaire operatiën wil volgen Spanje. Blijkens een telegram uit Barcelona, werd gisteren de minister-president Maura op het oogenblik dat hij het. paleis, waar een minis terraad gehouden was, verliet, door een do'k- steek getroffen. Nader wordt gemeld Het eerste bericht, dat minister-president Maura gewond zou zijn door een dolkstoot, blijkt onjuist te rijn geweest. Het gebeurde heeft zich als volgt toegedragen Minister-president Maura vertrok uit het paleis van den Algemeenen Raad, pa den Koning vergezeld te hebben op een bezoek aan de armenwijken. Toen het rijtuig zich in be weging stelde, wierp een goed-gekleede jonge man zich met gebalde vuist op den heer Maura, en trachtte hem te treffen. Er ontstond ren groote verwarring. De omstan ders vluchtten schreeuwende. Men meende dat de heer luaura door een dolkstoot was getroffen. De politie nam den aanrander in hechtenis, waarop het rijtuig met den mi nister wegreed. Volgens officieuse inlichtingen zou de aan rander een keukenmes in zijne vuist verbor gen hebben gehouden, waarmede hij trachtte den minister te steken. Het wapen gleed echter af op de tressen van de uniform en bracht slechts een onbeteekenende schram langs de zesde rib van 2 c.M. lengte toe. De geneesheer, die den heer Maura onderzocht, schreef hem slechts voor een paar uren rust te nemen. De aanrander heet Joaquin Michel Artal cn is anarchist. Turkije. In de laatste ziittiüg van de commissie tot reorganisatie van de Macedonische gen darmerie worden ook do streken, die voors hands van de hervorming nog uitgezonderd rijn, toegewezen aan de verschillende mogend heden, die daarin aandeel hebben. De gezanten van Oostenrijk-Hongarije on Rusland hebben bij den minister van bui- tenlandsche zaken stappen gedaan opdat de opperbevelhebber van de Macedonische gen darmerie, generaal Degiorgis, rich met zijne adjudanten naar Salonaki kunne begeven. Tot dusver had hij nog geen bevel om tc ver trekken ontvangen. Of men hem met opzet was voorbij gegaan of eenvoudig vergeten had, wordt niet gemeW. Een Keizerlijk irado beveelt de reorgani satie van de politie in het vilajet Janina, naar het model van de nieuwe organisatie, die in Salon iki zal worden toegepast. Zuid-Afrika Aan drie gevangen Boeren, die veroordeeld waren wegens moord, omdat ze vijanden ge dood zouden hebben, nadat ze de witte vlag hadden opgestoken of wegens mishandeling van gewonden gedurende den oorlog, is am nestie verleend. De oorlog in Oost-Azië. Uit Tengtsjau wordt van heden bericht Het geluid van zwaar kartonjvuur tussohen hier en Port Arthur werd 'heden morgen om balf zeven gehoord. Waarschijnlijk heeft liet lang verwachte zeegevecht fcuBsdhom de Miao- tao-eilanden plaats gehad. Volgens een bericht uit Triifoe werd het Japansche vlaggeedhip Asalhi gisteren voor die stadi gezien, gaande westwaarts. Er ia weinig twiijfel aan of de rest van de vloot is nabij. De kapitein van de stoomboot Lookhan, is heden van Nieotsjwang te Tsjifoe gekomen; 'hij hoorde gedurende twee uren aanhoudend, vuren in de richting van Port Arthur. Het Russische telegraaf-agentschap be richt, dat volgens een officieel telegram, dat v generaal Kocropatkin heden aan den Tsaar verzond, generaal Kaschtalins- ki den 8en dezer een afdeeling jagers naar den linkeroever van de Yaloe tegenover Wijoe gezonden heeft. De jagers staken on der bevel van luitenant Dimidowitsch en ser geant Poten kin i,.:ar het eiland Somalin over en verrasten eene Japansche verkenningspa trouille, 50 man sterk, op het oogenblik dat deze op de oostkust van het eiland met 3 booten aanlegde. De Russen lieten hen ]an- deu en gaven daarop vuur. Bijna alle Ja panners werden neergeschoten, doodgesto ken of verdronken. Hunne vaartuigen wer den met dynamiet vernield. De Russen hadden geen verhezen. Bijzon der onderscheidden zich de onderofficieren Tuschkin en Szumachdoff. Den volgenden dag waaide de Japansche vlag halfstok. In den nacht van 9 April trok daarop de Japansche voorpost terug. Vier Russische jagers gingen bij Jonampho Vit hel Deensch DOOR BERMAN BANG. „Goeden, nacht papa, goeden nacht, mama." Johnny kuste haai* ouders voor liun ka merdeur. „Goeden nacht, mevrouw", zei Ingeborg. Mevrouw Fryant greep plotseling Ingo- borgs beide handen. „Lieve Ingeborg", fluisterde zij', en liet haar handen weer los. „Kom Rist, klonk mevrouw Rist."s stem vlak achter hen oil liet echtpaar Rist daalde van de trap. „Herinuc-r Brascn nog even .aan de af spraak", zei mevrouw Rist. „Ik wacht hier."x Mijnheer Rist. ging in de gelagkamer, waar het leeg was geworden en in de tus- scbcndeur staande, zei hij tot Brasen. die over zijn geldlade gebogen zat, „BTasen. dus Woensdag en Zaterdags af-, betaling." Brasen richtte zijn hoofd cp. maar mijn heer Rist was reeds weer vertrokken. „Niemand heeft je bedankt voor den sleu tel, Rist", zei mevrouw Rist, toen ze op straat stonden. „En do kanten van die dure piano waren heelemaai beschadigd. En wie anders dan jij, krijgt, daarvoor onaangenaamheden met de zang ve reen gi ng ..Ziji hadden bedankt voor Therkildsens uitnoodiging", zei mijnheer Rist, om rijn vrouw wat zachter te stemmen. „Maar daarom bluften zij des te meer met den gedecolleteerde", zed mevrouw. Juffrouw Johnny's gezelschap kwam op de markt, toen ze opnieuw, rumoer hoorden uit do bovenzaal. Het was mevrouw Graa, die het bed' in orde had wallen maken voor „mijn jongen", en bemerkt, had dat de matrassen zoo goed als geheel waren opgevreten door de muizen. Al de vier onderwijzeressen gil den luid en bij een raam hoorden ze den hout handelaar zeggen „We vallen van, nacht allen nog door onze bedden heen." Maar mevrouw Graa schreeuwde met een stem, die nauweb'ks herkenbaar was: „Waar is die vrouw? Ik zal eens spreken met dat mensch „Zoo", zei juffrouw Johnny op de markt. „Nu is liet lieve leventje gaande. Laten we maar gauw naar huis gaan." „Zullen we langs den tuin van den burge meester wandelen", stelde Knud Ender voor „Ja. ja", zei Johnny. En ze gingen langs het achterpad. Juffrouw Johnny en Verner liepen vooruit. Knud Ender bleef even bij de heg staan. „Hier stond u van morgen", zei hij zacht cn ging verder zonder iets meer te zeggen. Zo bereikten de groene plek van de bleek en Johnnv zei „Laten we hier een oogenblikje gaan zit ten." „De dauw is al gevallen", zei Ingeborg. „Weet je wat, we kceren de tafellakens om", zei Johnny. ..die heeft Agatha vergeten omdat ze ons bedienen moest." Knud Ender en Verner keerden het witte linnen om en breidden het uit. Lang lagen zo allen zwijgend. Het klotsen der golven drong zacht tot hen door. Aan j den iiemel boven hen zagen ze slechts één. enkele ster. Eigil Verner staarde naar do lucht. „Hoe vreeand", zei bij, „en in de tropen, fonkelen ze als goudkevers op een stuk zwart laken." „Maar 't is hier het. allermooist", zei Knud Ender heel zacht en staarde voortdurend naar I dezelfde plok. Juffrouw Ingeborg steunde haar hoofd in hatar handen Haar oogen waren naar den i hemel gericht. j Het witte tafellaken waarop zö lag scheen in het avondlicht vloeibaar zilveT. i „Nu moeten we opstaan zei Johnny. 1 Goeden nacht, Knud Ender", zei juffrouw Ingeborg, en terwijl rij, zijn hand drukte, was zijn gelaat een oogenblik beschenen door J het. licht van haan* oogen. Juffrouw Tngeborg en Johnny gingen naar j hun kamer. Johnny nam plaats op een stoel en Ingeborg stona voor haar raam. Geen j van braden sprak. Toen stond Johnny op en ging naar haar vriendin. Zachtjes sloeg ze haar arm om Ingeborgs middel. „Johnny", zei juffrouw Ingeborg, haar stem trilde ..Ik kan niet spreken." „Dat hoeft, ook niet. Goeden nacht." En zo scheidden met e«en handdruk en een kus. beide fietsers stonden in Brasems poort en keken verlangend naar juffrouw Lucie, die haar rokken hoog oplichtte, terwijl ze door haar moeder werd weggevoerd In de poort schertste mevrouw Jespersen met de drie in genieurs. „Jelui moet maar bij mij slapen, jongeus," zei mevrouw. „Maar je moet tevreden zijn, met hetgeen ik je bied." Ze ging met de drie mannen heen, terwijl de beide in tricot gekleede fietsers ook haar wonderlijk hongerig nakeken. „Waar moeten wij liggen?" vroegen ze aan Brasen, die uit de gelagkamer buiten kwam „U moet mot uw beidjes op het billard liggen," antwoordde Brasen. Hij bleef alleen buiten staan. „De zaken gaan uitstekend," zei de dok ter die aan den anderen kant van de markt zijn hoofd wat afkoelde buiten zijn raam „Ja, hè? zei Brasen, .naar den hemel sta rend. Er flikkerde een licht in Ther kildsens winkel. De consul was nog op zijn kantoor. Hij maakte, op zijn hoog© kantoorkruk gezeten, de rekening op. Toen hij ciadoüjk in zijn slaapkamer kwam, d'.ed mevrouw Thcrkildsen de deur open van haar kamer. Terwijl de consul zich uitkleedde, zei z: door de deur „Je weet. Therkildsen, dat het mij ait'Vd aangenaam zal zijn, als dio mensehen hier vandaan gaan zoowel uit ons huis als uit het dorp.' Do consul gaf geen antwoord. „En jc hoeft niet te denken, dat Brasen ooit een soliede huurder wordt." Brascn was naar binnen g<y gaan. „Waar ben j\ Jansine?" Juffrouw Brasen was boven bij de kinde ren. Ze lagen op den grond in de kamer boven de keukentrap. Maar Martijn schreide, om dat hij niets had om zich mee toe te dekken. „Geef jij hem je qjaol maar, zei juffrouw Brasen tegen Sign©, dan krijg jij grootmoe ders Zondagsche doek." Ze ging naar de woonkamer en haaide den doek uit de lade „Jij verknoeit hem .niet zoo erg." zei juf frouw Brasen 11 wikkelde haar dochter in den mooion doek „Want jij ligt rustiger dan Martij|n." Brasen kwam boven Hij smeet rijn klee- ren uit en viel zwaar meer op de harde matras van zeegras. „Goeden nacht," zei hij. en viel onmiddel lijk in slaap. Juffrouw Brasen ging maar be neden, naar de gelagkamer. Haar moeder zat op een stoel voor het raam. Juffrouw Brasen ging naar haar toe. „Er wordt gesloten, moeder," zei ze. „Ja," antwoordde de oude vrouw. En zonder spreken, ging ze door het donkere huis. naar haar kamer. Juffrouw Brascn zat op den rand van haar ledik: nt. Ze had zoo'n pijn in het hoofd. Beneden op de olaats kraaide de zwarte haan en verkondigde het gloren van den nieuwen dag. EINDE.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1