Donderdag 21 April 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. ZIJN WELDOENER. W. 881. 2" Jaargang;. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Pot 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advèrtentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF O. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 1—0 regels 0.7$. Elke regel meer0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijf bestaan voordeoljge bepalingen tot het herhaald advcrteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De Servische koningsmoordenaars. Wij hebben onlangs aangewezen, dat, het kenschetsende van den maatregel, waardoor Koning Peter van Servië de deelnemers aau do samenzwering van den bloednacht van 10 op 11 Jumi van het hef heeft verwijderd, hier in gelegen is, dat de koningsmoordenaars wel van hunne hofbetrekkingen ontheven, zijn, maar dat dit is geschied met bun eigen goed vinden, terwijl zij meerendeels bevorderd zijn tot aanzienlijke ambten in het leger. Dit gaf aan den maatregel het karakter van eene schijnvertooning, en dat is nog duidelij ker uitgekomen, nu Koning Peter deze week op reis is gegaan om een tocht te doen door het land. Hij is daarbij vergezeld door drie ministers, maar ook door den ohef van den generalen staf Maschin, die in de samenzwe ring eene gewichtige rol heeft gespeeld, en een andere samenzweerderkolonel Popo witsch, maakt de reis mee als eerste adju dant van den Koning. Het schijnt inderdaad, dat men van Ko ning Peter iets vergt wat boven zijne krach ten gaat, wanneer men van hem verlangt, dat hij zich zal losmaken van het compro- mitteerende gezelschap der mannen, die hem de troonsbeklimming gemakkelijk hebben gemaakt, door zijn voorganger en diens ge malin te vermoorden. De beschouwingen, die door George Vi Uiers in de Temps aan deze zaak gewijd zijn, kunnen slechts dienen tot bevestiging van dezen indruk. Hij heeft er op gewezen, dat de samenzweerders van de eersten aan het hof de eersten in den staat geworden zijn. Wat de mystificatie nog dui delijker maakt, is het lot van de officieren, die openlijk positie hadden genomen tegen de samenzweerders; zij. zijn gepensioneerd zon der eemig blijlk van s' Konings gunst. En daaraan knoopte hij deze opmerkingen vast „Allen, Ser.ven of vreemdelingendie in Belgrado hebben geleefd sedert den droevi ge n nacht van 11 Juni 1903, vatten hun in druk samen in deze korte zinsnede: „Dat kan niet stand houden." De Koning, zonder eenigen persoonlijken aanhang in Servië, zwak beschermd door do historische populariteit van zijn naam tegen de minachting die zich aan de stichters van zijine regeering hecht, heeft door zijne laatste beslissingen bewezen, dat hij niets wil of kan doen. Men zegt, dat de samenzweerders hem in hunne macht hebben zoowel door de vrees die zij liem voor het tegenwoordige in boezemen, als door de banden die hem in het verleden met hen verbinden. Men moet gelooven, dat het zoo is, want op de beide telegrammen van den Czaar en van den Kei zer van Oostenrijk, op de gezamenlijke ma nifestatie van diplomatieke onthouding, die men de gezanten-staking heeft genoemd, heeft hij slechts geantwoord met betuigingen van goeden wil, des te ijdeler naarmate zij, zich herhalen. Welke ook de verbintenissen van het verleden zijln, Peter I kan niet an ders dan wensoben zich daarvan te bevrij den. Hij verlangt het. Maar hij durft niet. En zijne regeering, waarvan men gehoopt had, dat zij zijne komst aan het bewind zou doen vergeten, blijft derhalve daardoor be- heersöht. Wanneer de Koning onmachtig is, dan is do regcering 't niet minder. Generaal Groeicsck, de minister-president, heeft eeu welgevestigdon naam van zwakheid. Men moet overigens niet vergeten, dat zijine 'beide zonen aan de samenzwering hebben meege daan, de eene heeft er zelfs een, zeer werk zaam deel aan genomen. Hij heeft dezen ge noodzaakt zijn post als ordonnansofficier bij den Koning prijs te geven. Maar deze daad' schijnt zijne energie te hebben uitgeput. En hij bestuurt zooals de Koning regeertonder het mes. In zijn ministerie is de minister van hinnenlandsche zaken, Stojan Protitsck, een krachtig man. Maar door zijne fortuin te verbinden aan die der samenzweerders, heeft hij voor 't oogenblik alle gezag verlo ren, om zijn land nuttig te dienen. Het mi nisterie telt niet mee. En de traagheid al leen houdt het in stand. Wat het parlement betreft, door een dub bel verschijnsel wordt het gekenmerkt. Het eerste is de volslagen ontbinding van de oude partijen. Het tweede is de middelmatig heid van het peil der tegenwoordige meer derheid. De progressisten, voorheen zoo in vloedrijk, hebben in de Skoepschtina slechts een enkelen vertegenwoordiger. De liberalen zijn omstreeks 15 sterk. De radicalen maken de rest. uit, d. w. z. dat zij op 150 leden 134 tellen. Deze „radicalen die, 't is haast overbodig het te zeggen, in Servië het be houdendste, het meest aan de nationale en agrarische traditiën gehechte elementen zijn, zi^n in twee groepen verdeeld. Er ziju de oud-radicalen, die vroeger hebben toegestemd in de fusie met de progressisten, en de joug- radicalen, die, daar zij deze fusie hebben bé st reden, zich on af h ankelijken hebben ge- doopt.De jonghradicalen men telt er 62 in de Skoepschtina hebben van den eersten dag af de samenzweerders geprezen. D© „ouden", zonder zich zoo te haasten, hebben het vol dongen feit aanvaard en hunne medewer king verleend aan de nieuwe dynastie. Gene raal Groeics, de minister-president, be hoort tot die partij,. Maar de numerieke sterkte van de partij, die hem steunt, voor ziet niet in het gemis van organisatie, waar van zij het schouwspel biedt. Niemand in deze Kamer voelt dien lust of de macht in, zich om de regeering, en door die regeering den Koning, te noodzaken de moordenaars to verwijderen. Alle regeeringskrachten ko men dus samen in de handhaving van den status quo. En wanneer niemand er aan twijfelen kan, dat er iets rots is in hot rij,k> noch aan het hof, noch in het ministerie, noch in de Kamer verschijnt de noodzake lijke chirurg. Blijft over het volk, dat in deze gansche zaak weinig van zioh heeft doen spreken, eeu landelijk, krachtig volk, langzaam voor in drukken vatbaar, die echter daarom des te dieper zijn. Toen de tijding van het drama zioh ver spreidde, was het eerst meer verrast dan ontroerd. Het gebeurde was zoo afschuwe lijk, dat eene langdurige ontzetting de open bar© meening aangreep en verlamde. Intus- schen gingen de weken, daarna de maanden voorbij. Men bevond, dat de misdaad van de omwenteling, waarvoor het. welzijn van het land alleen eene verontschuldiging had kun nen opleveren, slechts de sedert lang chroni sche kwalen verergerd had. De financiën waren niet in beteren toestand dan onder Alexander. De onveiligheid van personen en goederen was erger. Aanhoudende daden van geweld, waarin veelal officieren de hand had den, deden het algemeene gevoel van onbe hagelijkheid tot verbittering stijgen. En wan neer er eenig natuurlijk ongeval voorkwam, als hagel, storm, slechte oogst, uaa mompel den de Servische boereu met hunne Slavi sche godsdienstigheid angstig: „Het is rechtvaardig, dat de misdaad wordt gestraft." Deze v ol kso ntevr eden h ei d bepaa.lt zich niet enkel tot die burgerlijke bevolking. Het leger sluit zich er geheel bij aan. De samenzweer ders vertegenwoordigen het zij nog eens herhaald geen partij. Zelfs geen militaire factie. Hun complot is eene op zioh zelf staande handeling geweest, die geslaagd is niets meer. Eu de schaamteloosheid, waar mee zij van dit succes partij getrokken, heb ben, heeft niet gestrekt om de overige Ser vische officieren tot hen te brengen, die trouw ziju aan hun plicht en wien het nationale belang ter harte gaat. Boeren en soldaten koesteren tegen den regeerenden Koning geen persoonlijke vij andschap. Peter I zou worden aanvaard en men zou het begin van zijne regeering ver geten, als zijn wil kenbaar werd, als zijn arbeid werd uitgeoefend voor hert. welzijn van Servië. Maar zijne voortdurende zwakheid tegenover een handvol moordenaars, waar over de publieke verachting thans voor goed het vonnis heeft geveld, doet het gevaar ont staan, dat het nationale gevoel tegen hem wakker zal worden. Als hij beter de nog on bestemde maar dreigende aspiratiën van dat gevoel begreep, dan zou hij. tegelijk partij trekkende van het voldongen feit en van de uitroeiing der mededingende dynastie, op duurzame grondslagen een gezag kunnen ves- tigeu. dat tot dusver zeer wankelend geble ven is. De toekomst van zijne regeeriug is in zijne hand.'' Aldus oordeelt deze Sohr. over den toe stand in Serv'ë. Men zal moeten toegeven, dat dit oordeel niet anders dan tot bevesti ging strekken kan van onze conclusie, dat er groote onzekerheid bestaat over wat de toekomst in Servië brengen zal. Duitsehland. De New-Yorker Staatszeituug schrijft: De in den laatsten tijd verspreide geruch ten over den toestand van den Duitsohen Keizer zijn te New-York tegengesproken door ieunand, die daartoe bij uitstek bevoegd iwias, want niemand was daartoe beter m staat dan de hoofdlsteward van de stoomboot „Kaiser Wilhelm II" de heer A. Rabien, die bijna twee weken in dezelfde betrekking werkzaam geweest is op de stoomboot „König Albert'terwijl dit schip zijne Middelland- acli© zeereis deed, en den Keizer dagelijks zagen hoorde spreken. Zooals de heer Rabieu verzekert, was de stem van den Keizer hel der. Do Keizer leidde steeds de godsdienst oefening, en na de preek, die een' half uur duurde, was zijne stem nog even vol en krachtig als in het begin. Toen de „König Albert" den 12en Maart uit de haven stoomde, stond de Keizer met eenigen van zijn reisgezelschap naast den ka pitein op de commandobrug en riep zijn broeder Hedurich tee „Heinrich, nu zal ik het gezelschap verklaren, waarom het ver trek geschiedt met het achterdek naar vo ren". in Gibraltar miste de Keizer eens mi de rookkamer den Engeischen admiraal lord Beresford. Hij liet hem zoeken en toon le admiraal binnenkwam, riep de Keizer hen* toe„Come on, Charlie, where have yotf been? I want to talk with you*, (Kom toch Kareltje, waar ben jc geweest? Ik beb 'net je te praten). Het gezelschap bleef daarna gezellig tot na middernacht in de rookka mer, ondier 't drinken van whiskey en soda en net roeken van zware havana's. De Keizer inspecteerde dikwijls de machi nekamer van het schip en kwam zelfs in de keuken. Toen hij, daar eens zag, hoe de chef kok zweette, merkt© hij lachend op „Aha, zoo worden de oog en in de soep gemaakt!" Soep at dc Keizer maar eens, toen zijn dok ter nliet aan tafel was; deze had den mo narch namelijk het gebruiken van soep en bier verboden. Dagelijks deed de Keizer gymnastische oefeningen, en daaraan moest ook zijn gezelschap meedoen. België. In de zaak der nalatenschap van do Koningin van België heeft- de civiele kamer der Brusselsche rechtbank heden uitspraak gedaan in de door de schuld- eiseliers van de prinsessen Louise en Ste phanie van België ingestelde vordering tot nietigverklaring van het testament der Ko ningin. De rechtbank heeft de vordering af- g. wezen en de ëischers in de kosten veroor deeld. In het vonnis wordt, erkend, dat de akte van 1853 een diplomatiek verdrag is en dat de nalatenschap dus moet worden verdeeld onder het stolsel van schelding van goede ren. Frankrijk. Het bericht van dc Parijsche bladen, dat te Parijs aangekomen minister van het Rmsische hof baron Fredericks met de uit voering van eene officieele opdracht belast wordt door het Russische gezantschap a's onjuist gekenschetst. Baron Fredericks, d'e tun gC7ondheids:edeuen een langdurig verlof beeft, gekregen, is naar Parijs gekomen, om zie1' onder geneeskundige behandeling te stellen, en zal de .est van zijn verlof in eene badplaats in de V ogee zen door brengen. Engeland. In het/ Lagerhuis, deelde de vioe- minister van buiten landsche zaken, lord Percy, mede. dat de Russische nota be treffende de wijze, waarop schepen zullen be handeld worden, welke correspondenten aan boord 'hebban, die dcor middel van draadlooze telegrafie berichten aan den vijand over- linen, door de Engelsche regeeriug ontvan gt i i De circulaire is thans b'j 'naar in over- w 'girg. Portugal. Naar aanleiding van de agitatie onder de minderheid van de Kamer heeft de Koning een besluit tot ontbinding van het parle ment onderteekend. Hongarije Uit Budapest wordt van gisteren bericht: Eene spoorwegstaking is in het geheele land uitgebroken. Geen enkel etrein rijdt op de staatsspoorwegen. Uit Budapest vertrokken alleen de treinen van particuliere maatschap pijen. De stakers verlangen verhooging van salaris en amnestie voor alle stakers Nader wo.dt bench 450 spoorwegambte naren wcrd .n in hechtenis genomen voor dc opening van de Kamerzitting. De ïnini-.tc- president deelde mede, dat de regeor;i:g umt met de stakers in besprekingen kan treden. Troepen zijn opgeroepen om de orde te waren Hi-t spoorweg- en telegraafre :'»r-:»:t zal zorg dragen, dat de treinendiean voort gaat. De leiders der staking zuilen ges. aft wor den. Een later bericht meldt, dat 500 spoorweg beambten. die uit Fiume kwamen, zijn gear resteerd. Het telegraphiscbe verkeer is op verschillende punten verbroken, daar de star kers do seintoestellen in 't ongoreede hebben gebracht. De minister van koophandel herhaalde in de Kaaner de vóór do zitting door den mi nister-president afgelegde ver klaringen. Deze werkstaking kwam niet geheel onver wacht. Verleden Zaterdag diende de Min. van koophandel, tot wiens ressort de spoorwegen behoor en een wetsontwerp in, om een bedrag van 7 millioen kronen te besteden tot lots verbetering van het personeel der spoor wegen. Hiermede kwam de regeering tege moet aan den aandrang van de met hun lot ontevreden spoorweg-ambtenaren. Deze zijn echter van meening, dat de bepalingen van dit. wetsontwerp onvoldoende zijn tot bevre diging van hunne wenschen. Dientengevolge heerschte onder hen groote verbittering en opgewondenheid, die zich nu heeft, geuit, iai de staking, waardoor de dienst op de staats spoorwegen thans geheel stilstaat. Over de staking verneemt de Köln. Ztg.. dat deze gisterenmorgen te 8 uur geheel on verwachts uitbrak aan hert station Rakos. Toen het bekend werd, dat drie beambten van dit station ontslagen waren, verklaarden alle anderen, dat zij hun ontslag namen Een binnenkomende sneltrein werd aangehouden, een tweede trein, wiens machinist zijn- ont slag niet. wilde nemen, werd tot staan ge bracht, doordat een aantal beambten voor den trein op dc rails gingen liggen. Van Rakos uit werd het bericht van de staking in alle richtingen overgeseind. Twee hoogc ambtenaren, die zich meester wilden maken van - de telegraaftoestellen, werden aangeval len Het eerst sloten zich de beambten van het. Westerstation te Pest aan, waar sedert Maandagavond 8 uur geen trein meer ver trokken of aangekomen was. Op het Ooster- staition werd de dienst tot gisteren morgen voortgezet. De treinen staan öf in de kleinere stations öf op de open lijnen. De passagiers waren genoodzaakt uit te stappén. De stakers te Pest hebben Maandag het. volgende telegram gezonden aan de beambten in de provincie: „KameradenDe staking is uitgebroken, ver laat morgen vroeg den dienst. De duivel hale de directie." Nog dienzelfden nacht werd het Wester- station to Pest door do militairen bezet van liet Centraalstation vertrokken gisteren morgen twee treinen, die echter bij bet eerst komende station weer werden aangehouden. Na dien tijd vertrok geen enkele trein meer. Berichten uit de provincie melden, dat de dienst overal gestaakt- is. behalve langs de ad Szabadka Te Szolnok werd een machi nist met den revolver gedwongen de locomo tief te verlaten. Ook legde men dynamiet, patronen op de rails. De beambten, welke een stakeremeeting te Pest bij wilden wonen, zijn gisteren morgen zonder plaatskaar ten in het Centraalstation aangekomen. Te Kelen- föld bij Pest werden gisteren ongeveer 1000 van zulke niet-betalende reizigers door de politie en de troepen aangehouden. Op het oogenblik bevinden zich te Peet duizenden stakers om te beraadslagen wat hun te doen staat. Aan het Oosterstation ging volgens do laatste berichten de dienst nog geregeld door. naar men zegt. omdat de beambten van dat station de stakers uit de provincie afwachten willen en eerst na hun aaukognst bet werk zullen neerleggen. ROMAN van ALEX. RÖMER. Tot zdjtn verrassing zag hijj echter zdjini voogd op het perron' staan; dit roeide hem. Hij snelde op den, in zijn pels gewikkel- den, langzaam op en neer stappenden ouden lieer toe en. gjaf zijn ditmaal ongehuichel de vreugde te kennen, over zijn komst. De oude heer scheen werkelijk een weinig aangedaan zijin gerimpeld gelaat kreeg een vriendelijke uitdrukking, die er andere zel den op gezien werd. De trein stond' reeds voor, de deuren der waggons stonden open, het kleine groepje bleef bijieen, de kameraden- lieten zich wach ten en er waren niet veel reizigers op het perron. Leopold drukte zijn moeder heime lijk do hand. Ellen zag vóór het hek aan den auderen kant van het station het rijtuig van Roden- fels staan. Peter zat op den hole. Vreemd Adine had er niet van gesproken, dat iemand van haar familie op reis moest van daag. Tot haar groote verbazing verscheen haar vriendin nu in de deur der wachtkamer en kwam, zoodra ze haar zag, haastig op haar toe. Zij had een paar frissche rozen in de band. Kwam Adine om Leo dat zou toch al te dwaas zijn. Voordat Ellen haar overdenking ten einde kon brengen stond] Adine naast baar, in een licht manteltje en het matrozenhoedje, dat haar zoo goed stond, op haar lokken. „OEen plechtstatig afscheid", riep zij vroolijik uit, „ik reed juist voorbijzag den trein voor staan, en toen dacht ik er aan Gelukkige reis, mijnheer Kramer; vindt u het niet verrukkelijk, zooi vrij en vroölijlt de wereld in te gaan? O! Kon ik dat ook maar neem mij mee als 't u blieft!" Zij zag er uit om te stelen, zoo frisch, zoo natuurlijk'; zij schudde mevrouw Kramer de hand. „Geen tranen", riep zij, „gun hem toch zijn vrijheid1, mevrouwtje!" Nu wendde ze zich tot den advokaat, die knorrig op zij was gegaan, wierp hem een half bedcesden, half brutalen blik toe en fluisterde„Zoudt u me niet. willen voor stellen?" Mevrouw Kramer schrikte; hoe zooi de vrouwenhater dat opnemen. Zij groep intus- sdhen Adine's hand en trad op den ouden heer toe „Advokaat. Goldau 'Ellens vriendin, freule von Rodenfels." De oude heer kwam even aan zijn hoed. Adine zag hem echter met haar mooie oogen vlak in t gelaat. „Het doet mij genoegen, u eindelijk te leercn kennen. Ik heb bij de familie Kramer zooveel over u gehoord, maar u was steeds onzichtbaar." De adivokaat, die tot nu toe verdrietig was blijven kijken de storing was hem heel on aangenaam keek nu toch op en zag het brutale 'bakvischje aanondanks zich zelf moest hij glimlachen. Dat was een dromnnelsdhe meid, met die blinkende tandjes, dat fijn besnedon, aristo cratisch geriohtje, met oogen, waaruit eohalksdhhoid, maar ook hoogmoed sprak 1 uit haar zou iets groeien. Arme mannen, die in haar netten zouden worden gevangen Daar echter dit gevaar voor hem niet be stond, keek hij haar met onverholen benvon der ing aan en mompelde: „Wel, wel, zoo'n -frisch klein juffertje zaJ zioh toch wel weinig bekommeren oan een oud man als ik 'ben." „O 1 U houdt ons voor veel kinderachtiger dan wlij! zijnwe zijni al iheel verstandig, niet waar Ellen?" riep Adine uit e n wierp haar vriendin ter sluiks zulk een girappigen. blik toe, dat deze moeite bad, niet in lachen uit to barsten." „Maar," ging Adine voort, „de conduc teurs sluiten de portieren; ui moet instap pen, mijnbeer Kramer." Zij hield haar rozen in de hand, wierp een verstolen 'blik op Leopold, die uit verlegen heid nog geen drie woorden had gezegd en deed alsof zij zo hem wou geven. Maar zij bezon zich, deelde de bouquet in tv.'eeën en stak hein vliegensvlug twee der rozen in het knoopsgat, „Zoo. nu kunt u onderweg aan ons den ken." Leo was stom van verbaring, de oond ucteur drong op instappen aan, zijn moeder drukte hem do hand met de oogen vol tranon, en hij stamelde: „Maar freule, duizendmaal dank, dut is een onvergetelijk aand enken 1" Adine lachte hartelijk zij wendde zich nu tot advokaat Goldau en bood hem met haar lief.te gericht de overgebleven rozen aan. „Mag ik?" vroeg zij. mot een vleiend stem metje. Zij nam een speld van haar mantel en begon den ouden heer de roos op zijn jas te bevestigen. Deze was zoo overrompeld, zoo sprakeloos van verbaring, dat h.ij geduldig als een lam bleef staan en bloosde onder zijn per kamen ten huid. Hij stotterde: „Maar freuletj© die mooie rozen, uit zulke aardige hand jes rij't geschikter voer anderen - Hij zweeg, hij vond opeens, dat ze toch verschrikkelijk brutaal was. Hij Wou nog wei geren. maar heb was t-o laat. Zij had haar taak volbracht, de roos geurde reeds op zijn jas. Daarna nam ze haastig afscheid, maakte vcor hom een ceremonieel© buiging,, wendde rich nog eens naar don trein en wuifde den 'heengaand:- met- haar zakdoek toe. Daarop nam zo Ellen s arm. liep met haar een eind met den trein mee. steeds met. haar zakdoek wuivend. „Adine! Je bent een ondeugd!" riep Ellen uit. Het overmoedige meisje beet zich op de lippen, om niet. in lachen uit te barsten. „Het. was hoog tijd. gichelde rij. „nog één seconde en ik zou het in zijn gericht heb ben uitgeproestdat gezicht was om t©schil deren. toen ik hem de roos op don jas stak. Zeg, Ellen, als ie je voortaan niet beter houdt, ben je een gansje. Ik zou het hem wel inpeperen, als hij mij behandelde, zoua1- jij je moeder het van hem verdragen. Dio oude perkamentrol!" „AdineOm Godswil, als hij dat hoorde." Ellen keek verlegen om, do advokaat en 'haar moeder kwamen, langzaam achter hen aan, zoodat ze lion gelukkig niet konden hooQeu. „Je bent vroeseüjk brutaal," zei ze; zo voeldo zich onaangenaam aangedaan. „Wat moet Leopold wel van j© gedacht helbiben." „Zoo krijg ik oen zedepreek moon jo misschien dat je broer zich.iets inbeelden kon?" t f j „Dat kon hij zeker," zei El lean droogjes, „maairthij' riet jo nu niet moer; bijbal au- I der© mooie meisjes ontmoeten en je vergeten. Ik bedoeld© het voor jo zelf." „Kom, alsof aoo'n kind als ik, riohi geen i grap meer veroorloven mocht." Adine stapte in haar rijtuig en Ellen nam i haar moedors arm. De advokaat had van den anderen kant het perron verlaten, zonder j van do meisjes afscheid te neimefn. De annio mevrouw Kramer worstelde nog met haar tranon. „Die kinderachtige Adine was zoo hinderlijk ik kon geen rustigen indruk van mijn lieven jongen meenemen bij al de druk te, die ze maakte. Ziji laten haar thuis voel te voel vrijheid." „Adine handelt altijd naar don indruk van het oogenblik," zei Ellen. Wordt vervolgd. i

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1