Donderdag 21 April 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
W. 881.
2" Jaargang;.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Pot 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advèrtentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 1—0 regels 0.7$.
Elke regel meer0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijf bestaan voordeoljge bepalingen tot
het herhaald advcrteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De Servische koningsmoordenaars.
Wij hebben onlangs aangewezen, dat, het
kenschetsende van den maatregel, waardoor
Koning Peter van Servië de deelnemers aau
do samenzwering van den bloednacht van 10
op 11 Jumi van het hef heeft verwijderd, hier
in gelegen is, dat de koningsmoordenaars wel
van hunne hofbetrekkingen ontheven, zijn,
maar dat dit is geschied met bun eigen goed
vinden, terwijl zij meerendeels bevorderd zijn
tot aanzienlijke ambten in het leger. Dit
gaf aan den maatregel het karakter van
eene schijnvertooning, en dat is nog duidelij
ker uitgekomen, nu Koning Peter deze week
op reis is gegaan om een tocht te doen door
het land. Hij is daarbij vergezeld door drie
ministers, maar ook door den ohef van den
generalen staf Maschin, die in de samenzwe
ring eene gewichtige rol heeft gespeeld, en
een andere samenzweerderkolonel Popo
witsch, maakt de reis mee als eerste adju
dant van den Koning.
Het schijnt inderdaad, dat men van Ko
ning Peter iets vergt wat boven zijne krach
ten gaat, wanneer men van hem verlangt,
dat hij zich zal losmaken van het compro-
mitteerende gezelschap der mannen, die hem
de troonsbeklimming gemakkelijk hebben
gemaakt, door zijn voorganger en diens ge
malin te vermoorden. De beschouwingen, die
door George Vi Uiers in de Temps aan deze
zaak gewijd zijn, kunnen slechts dienen tot
bevestiging van dezen indruk. Hij heeft er
op gewezen, dat de samenzweerders van de
eersten aan het hof de eersten in den staat
geworden zijn. Wat de mystificatie nog dui
delijker maakt, is het lot van de officieren,
die openlijk positie hadden genomen tegen de
samenzweerders; zij. zijn gepensioneerd zon
der eemig blijlk van s' Konings gunst. En
daaraan knoopte hij deze opmerkingen vast
„Allen, Ser.ven of vreemdelingendie in
Belgrado hebben geleefd sedert den droevi
ge n nacht van 11 Juni 1903, vatten hun in
druk samen in deze korte zinsnede: „Dat
kan niet stand houden."
De Koning, zonder eenigen persoonlijken
aanhang in Servië, zwak beschermd door do
historische populariteit van zijn naam tegen
de minachting die zich aan de stichters van
zijine regeering hecht, heeft door zijne laatste
beslissingen bewezen, dat hij niets wil of kan
doen. Men zegt, dat de samenzweerders hem
in hunne macht hebben zoowel door de
vrees die zij liem voor het tegenwoordige in
boezemen, als door de banden die hem in
het verleden met hen verbinden. Men moet
gelooven, dat het zoo is, want op de beide
telegrammen van den Czaar en van den Kei
zer van Oostenrijk, op de gezamenlijke ma
nifestatie van diplomatieke onthouding, die
men de gezanten-staking heeft genoemd,
heeft hij slechts geantwoord met betuigingen
van goeden wil, des te ijdeler naarmate zij,
zich herhalen. Welke ook de verbintenissen
van het verleden zijln, Peter I kan niet an
ders dan wensoben zich daarvan te bevrij
den. Hij verlangt het. Maar hij durft niet.
En zijne regeering, waarvan men gehoopt
had, dat zij zijne komst aan het bewind zou
doen vergeten, blijft derhalve daardoor be-
heersöht.
Wanneer de Koning onmachtig is, dan is
do regcering 't niet minder. Generaal
Groeicsck, de minister-president, heeft eeu
welgevestigdon naam van zwakheid. Men
moet overigens niet vergeten, dat zijine 'beide
zonen aan de samenzwering hebben meege
daan, de eene heeft er zelfs een, zeer werk
zaam deel aan genomen. Hij heeft dezen ge
noodzaakt zijn post als ordonnansofficier bij
den Koning prijs te geven. Maar deze daad'
schijnt zijne energie te hebben uitgeput. En
hij bestuurt zooals de Koning regeertonder
het mes. In zijn ministerie is de minister
van hinnenlandsche zaken, Stojan Protitsck,
een krachtig man. Maar door zijne fortuin
te verbinden aan die der samenzweerders,
heeft hij voor 't oogenblik alle gezag verlo
ren, om zijn land nuttig te dienen. Het mi
nisterie telt niet mee. En de traagheid al
leen houdt het in stand.
Wat het parlement betreft, door een dub
bel verschijnsel wordt het gekenmerkt. Het
eerste is de volslagen ontbinding van de
oude partijen. Het tweede is de middelmatig
heid van het peil der tegenwoordige meer
derheid. De progressisten, voorheen zoo in
vloedrijk, hebben in de Skoepschtina slechts
een enkelen vertegenwoordiger. De liberalen
zijn omstreeks 15 sterk. De radicalen maken
de rest. uit, d. w. z. dat zij op 150 leden
134 tellen. Deze „radicalen die, 't is haast
overbodig het te zeggen, in Servië het be
houdendste, het meest aan de nationale en
agrarische traditiën gehechte elementen zijn,
zi^n in twee groepen verdeeld. Er ziju de
oud-radicalen, die vroeger hebben toegestemd
in de fusie met de progressisten, en de joug-
radicalen, die, daar zij deze fusie hebben bé
st reden, zich on af h ankelijken hebben ge-
doopt.De jonghradicalen men telt er 62 in de
Skoepschtina hebben van den eersten dag
af de samenzweerders geprezen. D© „ouden",
zonder zich zoo te haasten, hebben het vol
dongen feit aanvaard en hunne medewer
king verleend aan de nieuwe dynastie. Gene
raal Groeics, de minister-president, be
hoort tot die partij,. Maar de numerieke
sterkte van de partij, die hem steunt, voor
ziet niet in het gemis van organisatie, waar
van zij het schouwspel biedt. Niemand in
deze Kamer voelt dien lust of de macht in,
zich om de regeering, en door die regeering
den Koning, te noodzaken de moordenaars
to verwijderen. Alle regeeringskrachten ko
men dus samen in de handhaving van den
status quo. En wanneer niemand er aan
twijfelen kan, dat er iets rots is in hot rij,k>
noch aan het hof, noch in het ministerie,
noch in de Kamer verschijnt de noodzake
lijke chirurg.
Blijft over het volk, dat in deze gansche
zaak weinig van zioh heeft doen spreken, eeu
landelijk, krachtig volk, langzaam voor in
drukken vatbaar, die echter daarom des te
dieper zijn.
Toen de tijding van het drama zioh ver
spreidde, was het eerst meer verrast dan
ontroerd. Het gebeurde was zoo afschuwe
lijk, dat eene langdurige ontzetting de open
bar© meening aangreep en verlamde. Intus-
schen gingen de weken, daarna de maanden
voorbij. Men bevond, dat de misdaad van de
omwenteling, waarvoor het. welzijn van het
land alleen eene verontschuldiging had kun
nen opleveren, slechts de sedert lang chroni
sche kwalen verergerd had. De financiën
waren niet in beteren toestand dan onder
Alexander. De onveiligheid van personen en
goederen was erger. Aanhoudende daden van
geweld, waarin veelal officieren de hand had
den, deden het algemeene gevoel van onbe
hagelijkheid tot verbittering stijgen. En wan
neer er eenig natuurlijk ongeval voorkwam,
als hagel, storm, slechte oogst, uaa mompel
den de Servische boereu met hunne Slavi
sche godsdienstigheid angstig: „Het is
rechtvaardig, dat de misdaad wordt gestraft."
Deze v ol kso ntevr eden h ei d bepaa.lt zich niet
enkel tot die burgerlijke bevolking. Het leger
sluit zich er geheel bij aan. De samenzweer
ders vertegenwoordigen het zij nog eens
herhaald geen partij. Zelfs geen militaire
factie. Hun complot is eene op zioh zelf
staande handeling geweest, die geslaagd is
niets meer. Eu de schaamteloosheid, waar
mee zij van dit succes partij getrokken, heb
ben, heeft niet gestrekt om de overige Ser
vische officieren tot hen te brengen, die trouw
ziju aan hun plicht en wien het nationale
belang ter harte gaat.
Boeren en soldaten koesteren tegen den
regeerenden Koning geen persoonlijke vij
andschap. Peter I zou worden aanvaard en
men zou het begin van zijne regeering ver
geten, als zijn wil kenbaar werd, als zijn
arbeid werd uitgeoefend voor hert. welzijn van
Servië. Maar zijne voortdurende zwakheid
tegenover een handvol moordenaars, waar
over de publieke verachting thans voor goed
het vonnis heeft geveld, doet het gevaar ont
staan, dat het nationale gevoel tegen hem
wakker zal worden. Als hij beter de nog on
bestemde maar dreigende aspiratiën van dat
gevoel begreep, dan zou hij. tegelijk partij
trekkende van het voldongen feit en van de
uitroeiing der mededingende dynastie, op
duurzame grondslagen een gezag kunnen ves-
tigeu. dat tot dusver zeer wankelend geble
ven is. De toekomst van zijne regeeriug is
in zijne hand.''
Aldus oordeelt deze Sohr. over den toe
stand in Serv'ë. Men zal moeten toegeven,
dat dit oordeel niet anders dan tot bevesti
ging strekken kan van onze conclusie, dat
er groote onzekerheid bestaat over wat de
toekomst in Servië brengen zal.
Duitsehland.
De New-Yorker Staatszeituug schrijft:
De in den laatsten tijd verspreide geruch
ten over den toestand van den Duitsohen
Keizer zijn te New-York tegengesproken
door ieunand, die daartoe bij uitstek bevoegd
iwias, want niemand was daartoe beter m
staat dan de hoofdlsteward van de stoomboot
„Kaiser Wilhelm II" de heer A. Rabien,
die bijna twee weken in dezelfde betrekking
werkzaam geweest is op de stoomboot „König
Albert'terwijl dit schip zijne Middelland-
acli© zeereis deed, en den Keizer dagelijks
zagen hoorde spreken. Zooals de heer Rabieu
verzekert, was de stem van den Keizer hel
der. Do Keizer leidde steeds de godsdienst
oefening, en na de preek, die een' half uur
duurde, was zijne stem nog even vol en
krachtig als in het begin.
Toen de „König Albert" den 12en Maart
uit de haven stoomde, stond de Keizer met
eenigen van zijn reisgezelschap naast den ka
pitein op de commandobrug en riep zijn
broeder Hedurich tee „Heinrich, nu zal ik
het gezelschap verklaren, waarom het ver
trek geschiedt met het achterdek naar vo
ren". in Gibraltar miste de Keizer eens mi
de rookkamer den Engeischen admiraal lord
Beresford. Hij liet hem zoeken en toon le
admiraal binnenkwam, riep de Keizer hen*
toe„Come on, Charlie, where have yotf
been? I want to talk with you*, (Kom toch
Kareltje, waar ben jc geweest? Ik beb 'net
je te praten). Het gezelschap bleef daarna
gezellig tot na middernacht in de rookka
mer, ondier 't drinken van whiskey en soda
en net roeken van zware havana's.
De Keizer inspecteerde dikwijls de machi
nekamer van het schip en kwam zelfs in de
keuken. Toen hij, daar eens zag, hoe de chef
kok zweette, merkt© hij lachend op „Aha,
zoo worden de oog en in de soep gemaakt!"
Soep at dc Keizer maar eens, toen zijn dok
ter nliet aan tafel was; deze had den mo
narch namelijk het gebruiken van soep en
bier verboden. Dagelijks deed de Keizer
gymnastische oefeningen, en daaraan moest
ook zijn gezelschap meedoen.
België.
In de zaak der nalatenschap van do
Koningin van België heeft- de civiele
kamer der Brusselsche rechtbank heden
uitspraak gedaan in de door de schuld-
eiseliers van de prinsessen Louise en Ste
phanie van België ingestelde vordering tot
nietigverklaring van het testament der Ko
ningin. De rechtbank heeft de vordering af-
g. wezen en de ëischers in de kosten veroor
deeld.
In het vonnis wordt, erkend, dat de akte
van 1853 een diplomatiek verdrag is en dat
de nalatenschap dus moet worden verdeeld
onder het stolsel van schelding van goede
ren.
Frankrijk.
Het bericht van dc Parijsche bladen, dat
te Parijs aangekomen minister van het
Rmsische hof baron Fredericks met de uit
voering van eene officieele opdracht belast
wordt door het Russische gezantschap a's
onjuist gekenschetst. Baron Fredericks, d'e
tun gC7ondheids:edeuen een langdurig verlof
beeft, gekregen, is naar Parijs gekomen, om
zie1' onder geneeskundige behandeling te
stellen, en zal de .est van zijn verlof in eene
badplaats in de V ogee zen door brengen.
Engeland.
In het/ Lagerhuis, deelde de vioe-
minister van buiten landsche zaken, lord
Percy, mede. dat de Russische nota be
treffende de wijze, waarop schepen zullen be
handeld worden, welke correspondenten aan
boord 'hebban, die dcor middel van draadlooze
telegrafie berichten aan den vijand over-
linen, door de Engelsche regeeriug ontvan
gt i i De circulaire is thans b'j 'naar in over-
w 'girg.
Portugal.
Naar aanleiding van de agitatie onder de
minderheid van de Kamer heeft de Koning
een besluit tot ontbinding van het parle
ment onderteekend.
Hongarije
Uit Budapest wordt van gisteren bericht:
Eene spoorwegstaking is in het geheele land
uitgebroken. Geen enkel etrein rijdt op de
staatsspoorwegen. Uit Budapest vertrokken
alleen de treinen van particuliere maatschap
pijen. De stakers verlangen verhooging van
salaris en amnestie voor alle stakers
Nader wo.dt bench 450 spoorwegambte
naren wcrd .n in hechtenis genomen voor dc
opening van de Kamerzitting. De ïnini-.tc-
president deelde mede, dat de regeor;i:g umt
met de stakers in besprekingen kan treden.
Troepen zijn opgeroepen om de orde te
waren Hi-t spoorweg- en telegraafre :'»r-:»:t
zal zorg dragen, dat de treinendiean voort
gaat.
De leiders der staking zuilen ges. aft wor
den.
Een later bericht meldt, dat 500 spoorweg
beambten. die uit Fiume kwamen, zijn gear
resteerd. Het telegraphiscbe verkeer is op
verschillende punten verbroken, daar de star
kers do seintoestellen in 't ongoreede hebben
gebracht.
De minister van koophandel herhaalde in
de Kaaner de vóór do zitting door den mi
nister-president afgelegde ver klaringen.
Deze werkstaking kwam niet geheel onver
wacht. Verleden Zaterdag diende de Min. van
koophandel, tot wiens ressort de spoorwegen
behoor en een wetsontwerp in, om een bedrag
van 7 millioen kronen te besteden tot lots
verbetering van het personeel der spoor
wegen. Hiermede kwam de regeering tege
moet aan den aandrang van de met hun lot
ontevreden spoorweg-ambtenaren. Deze zijn
echter van meening, dat de bepalingen van
dit. wetsontwerp onvoldoende zijn tot bevre
diging van hunne wenschen. Dientengevolge
heerschte onder hen groote verbittering en
opgewondenheid, die zich nu heeft, geuit, iai
de staking, waardoor de dienst op de staats
spoorwegen thans geheel stilstaat.
Over de staking verneemt de Köln. Ztg..
dat deze gisterenmorgen te 8 uur geheel on
verwachts uitbrak aan hert station Rakos.
Toen het bekend werd, dat drie beambten
van dit station ontslagen waren, verklaarden
alle anderen, dat zij hun ontslag namen Een
binnenkomende sneltrein werd aangehouden,
een tweede trein, wiens machinist zijn- ont
slag niet. wilde nemen, werd tot staan ge
bracht, doordat een aantal beambten voor
den trein op dc rails gingen liggen. Van
Rakos uit werd het bericht van de staking
in alle richtingen overgeseind. Twee hoogc
ambtenaren, die zich meester wilden maken
van - de telegraaftoestellen, werden aangeval
len Het eerst sloten zich de beambten van
het. Westerstation te Pest aan, waar sedert
Maandagavond 8 uur geen trein meer ver
trokken of aangekomen was. Op het Ooster-
staition werd de dienst tot gisteren morgen
voortgezet.
De treinen staan öf in de kleinere stations
öf op de open lijnen. De passagiers waren
genoodzaakt uit te stappén. De stakers te
Pest hebben Maandag het. volgende telegram
gezonden aan de beambten in de provincie:
„KameradenDe staking is uitgebroken, ver
laat morgen vroeg den dienst. De duivel
hale de directie."
Nog dienzelfden nacht werd het Wester-
station to Pest door do militairen bezet
van liet Centraalstation vertrokken gisteren
morgen twee treinen, die echter bij bet eerst
komende station weer werden aangehouden.
Na dien tijd vertrok geen enkele trein meer.
Berichten uit de provincie melden, dat de
dienst overal gestaakt- is. behalve langs de
ad Szabadka Te Szolnok werd een machi
nist met den revolver gedwongen de locomo
tief te verlaten. Ook legde men dynamiet,
patronen op de rails. De beambten, welke
een stakeremeeting te Pest bij wilden wonen,
zijn gisteren morgen zonder plaatskaar ten in
het Centraalstation aangekomen. Te Kelen-
föld bij Pest werden gisteren ongeveer 1000
van zulke niet-betalende reizigers door de
politie en de troepen aangehouden. Op het
oogenblik bevinden zich te Peet duizenden
stakers om te beraadslagen wat hun te doen
staat.
Aan het Oosterstation ging volgens do
laatste berichten de dienst nog geregeld door.
naar men zegt. omdat de beambten van dat
station de stakers uit de provincie afwachten
willen en eerst na hun aaukognst bet werk
zullen neerleggen.
ROMAN
van
ALEX. RÖMER.
Tot zdjtn verrassing zag hijj echter zdjini voogd
op het perron' staan; dit roeide hem.
Hij snelde op den, in zijn pels gewikkel-
den, langzaam op en neer stappenden ouden
lieer toe en. gjaf zijn ditmaal ongehuichel
de vreugde te kennen, over zijn komst.
De oude heer scheen werkelijk een weinig
aangedaan zijin gerimpeld gelaat kreeg een
vriendelijke uitdrukking, die er andere zel
den op gezien werd.
De trein stond' reeds voor, de deuren der
waggons stonden open, het kleine groepje
bleef bijieen, de kameraden- lieten zich wach
ten en er waren niet veel reizigers op het
perron. Leopold drukte zijn moeder heime
lijk do hand.
Ellen zag vóór het hek aan den auderen
kant van het station het rijtuig van Roden-
fels staan. Peter zat op den hole. Vreemd
Adine had er niet van gesproken, dat
iemand van haar familie op reis moest van
daag.
Tot haar groote verbazing verscheen haar
vriendin nu in de deur der wachtkamer en
kwam, zoodra ze haar zag, haastig op haar
toe. Zij had een paar frissche rozen in de
band. Kwam Adine om Leo dat zou toch
al te dwaas zijn.
Voordat Ellen haar overdenking ten einde
kon brengen stond] Adine naast baar, in een
licht manteltje en het matrozenhoedje, dat
haar zoo goed stond, op haar lokken.
„OEen plechtstatig afscheid", riep zij
vroolijik uit, „ik reed juist voorbijzag den
trein voor staan, en toen dacht ik er aan
Gelukkige reis, mijnheer Kramer; vindt u
het niet verrukkelijk, zooi vrij en vroölijlt
de wereld in te gaan? O! Kon ik dat ook
maar neem mij mee als 't u blieft!"
Zij zag er uit om te stelen, zoo frisch, zoo
natuurlijk'; zij schudde mevrouw Kramer de
hand. „Geen tranen", riep zij, „gun hem
toch zijn vrijheid1, mevrouwtje!"
Nu wendde ze zich tot den advokaat, die
knorrig op zij was gegaan, wierp hem een
half bedcesden, half brutalen blik toe en
fluisterde„Zoudt u me niet. willen voor
stellen?"
Mevrouw Kramer schrikte; hoe zooi de
vrouwenhater dat opnemen. Zij groep intus-
sdhen Adine's hand en trad op den ouden
heer toe
„Advokaat. Goldau 'Ellens vriendin,
freule von Rodenfels."
De oude heer kwam even aan zijn hoed.
Adine zag hem echter met haar mooie oogen
vlak in t gelaat. „Het doet mij genoegen,
u eindelijk te leercn kennen. Ik heb bij de
familie Kramer zooveel over u gehoord, maar
u was steeds onzichtbaar."
De adivokaat, die tot nu toe verdrietig was
blijven kijken de storing was hem heel on
aangenaam keek nu toch op en zag het
brutale 'bakvischje aanondanks zich zelf
moest hij glimlachen.
Dat was een dromnnelsdhe meid, met die
blinkende tandjes, dat fijn besnedon, aristo
cratisch geriohtje, met oogen, waaruit
eohalksdhhoid, maar ook hoogmoed sprak 1
uit haar zou iets groeien. Arme mannen, die
in haar netten zouden worden gevangen
Daar echter dit gevaar voor hem niet be
stond, keek hij haar met onverholen benvon
der ing aan en mompelde:
„Wel, wel, zoo'n -frisch klein juffertje zaJ
zioh toch wel weinig bekommeren oan een
oud man als ik 'ben."
„O 1 U houdt ons voor veel kinderachtiger
dan wlij! zijnwe zijni al iheel verstandig, niet
waar Ellen?" riep Adine uit e n wierp haar
vriendin ter sluiks zulk een girappigen. blik
toe, dat deze moeite bad, niet in lachen uit
to barsten."
„Maar," ging Adine voort, „de conduc
teurs sluiten de portieren; ui moet instap
pen, mijnbeer Kramer."
Zij hield haar rozen in de hand, wierp een
verstolen 'blik op Leopold, die uit verlegen
heid nog geen drie woorden had gezegd en
deed alsof zij zo hem wou geven. Maar zij
bezon zich, deelde de bouquet in tv.'eeën en
stak hein vliegensvlug twee der rozen in het
knoopsgat,
„Zoo. nu kunt u onderweg aan ons den
ken."
Leo was stom van verbaring, de oond ucteur
drong op instappen aan, zijn moeder drukte
hem do hand met de oogen vol tranon, en
hij stamelde:
„Maar freule, duizendmaal dank, dut is
een onvergetelijk aand enken 1"
Adine lachte hartelijk zij wendde zich nu
tot advokaat Goldau en bood hem met haar
lief.te gericht de overgebleven rozen aan.
„Mag ik?" vroeg zij. mot een vleiend stem
metje. Zij nam een speld van haar mantel
en begon den ouden heer de roos op zijn
jas te bevestigen.
Deze was zoo overrompeld, zoo sprakeloos
van verbaring, dat h.ij geduldig als een lam
bleef staan en bloosde onder zijn per kamen
ten huid. Hij stotterde: „Maar freuletj©
die mooie rozen, uit zulke aardige hand
jes rij't geschikter voer anderen -
Hij zweeg, hij vond opeens, dat ze toch
verschrikkelijk brutaal was. Hij Wou nog wei
geren. maar heb was t-o laat. Zij had haar
taak volbracht, de roos geurde reeds op zijn
jas. Daarna nam ze haastig afscheid, maakte
vcor hom een ceremonieel© buiging,, wendde
rich nog eens naar don trein en wuifde den
'heengaand:- met- haar zakdoek toe.
Daarop nam zo Ellen s arm. liep met haar
een eind met den trein mee. steeds met. haar
zakdoek wuivend.
„Adine! Je bent een ondeugd!" riep Ellen
uit.
Het overmoedige meisje beet zich op de
lippen, om niet. in lachen uit te barsten.
„Het. was hoog tijd. gichelde rij. „nog één
seconde en ik zou het in zijn gericht heb
ben uitgeproestdat gezicht was om t©schil
deren. toen ik hem de roos op don jas stak.
Zeg, Ellen, als ie je voortaan niet beter
houdt, ben je een gansje. Ik zou het hem
wel inpeperen, als hij mij behandelde, zoua1-
jij je moeder het van hem verdragen. Dio
oude perkamentrol!"
„AdineOm Godswil, als hij dat hoorde."
Ellen keek verlegen om, do advokaat en
'haar moeder kwamen, langzaam achter hen
aan, zoodat ze lion gelukkig niet konden
hooQeu.
„Je bent vroeseüjk brutaal," zei ze; zo
voeldo zich onaangenaam aangedaan. „Wat
moet Leopold wel van j© gedacht helbiben."
„Zoo krijg ik oen zedepreek moon
jo misschien dat je broer zich.iets inbeelden
kon?" t f
j „Dat kon hij zeker," zei El lean droogjes,
„maairthij' riet jo nu niet moer; bijbal au-
I der© mooie meisjes ontmoeten en je vergeten.
Ik bedoeld© het voor jo zelf."
„Kom, alsof aoo'n kind als ik, riohi geen
i grap meer veroorloven mocht."
Adine stapte in haar rijtuig en Ellen nam
i haar moedors arm. De advokaat had van den
anderen kant het perron verlaten, zonder
j van do meisjes afscheid te neimefn. De annio
mevrouw Kramer worstelde nog met haar
tranon. „Die kinderachtige Adine was zoo
hinderlijk ik kon geen rustigen indruk van
mijn lieven jongen meenemen bij al de druk
te, die ze maakte. Ziji laten haar thuis voel
te voel vrijheid."
„Adine handelt altijd naar don indruk
van het oogenblik," zei Ellen.
Wordt vervolgd.
i