SP. 388.
2ae Jaargang.
Donderdag 28 April 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Par S maanden voor Amersfoort ƒ1.25.
Idéfe franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zón- ën Feestdagen.
Ad^ertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ABVERTENTIÉN
Tan 1—rö regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsroimte.
Voor handel en bedrijf bestaan roordeeljge bepaling
het herhaald advêrteeren in dit Blad bij abonnemóhË tuene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
tot
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien art. 35 der Kieswet,
'Brengt ter kennas van belanghebbenden, dat
de door het gemeentebestuur, op het ingekomen
verzoekschrift tot verbetering van de kiezers
lijst dezer gemeente voor 1904/1905, .genomen
beslissing voor eeni ieder Ier Secretarie ter inzage
is nedergelegd en in afschrift tegen betaling der
kosten verkrijgbaar gesteld.
Amersfoort, 26 April 1904.
De Burgemeester voornoemd,
WUÏJTEEBS.
Politiek Overzicht.
Frankrijk en de oorlog*
Geen ernstige politieke partij in Frankrijk
durft er voor opkomen, dat Frankrijk voor
den Russisclien bondgenoot het zwaard moet
trekken en zijne marine in dienst van de
zaak van Rusland stellen. Alleen de monar
chale partijen, die niet zonder een slecht af
loopend avontuur van de republiek bevrijd
kunnen worden, beproeven, hoezeer nog
uiterst bescheiden, een beroep te doen op liet
eergevoel van de Fransehen en het voor den
in ongelegenheid verkeerenden bondgenoot
aan te roepen.
Onlangs lieeft generaal Zurlinden, bekend
door de rol die hij in de Dreyfuszaak ge
speeld heeft en die na zijn ontslag uit den
dienst in nationalistische organen zijne denk
beelden van tijd tot tijd verkondigt, in de
Gaulois het leedwezen van de Franschen uit
gedrukt, dat zij niet ten behoeve van Rus
land tusschen beide kunnen komen. Het
schijnt, dat generaal Zurlinden dit leedwezen
diep voelt, want hij schrijft zelfs, dat Frank
rijk daarover „wanhopig is".
In de Matin antwoordt Harduin op dit
artikel in tamelijk krasse woordenhij
schrijft: ,,Zijn wij wanhopig? Zijt gij daar
van wel zeker, hoog geschatte collega? Tus
schen beide komen, dat wil zeggen om
streeks 50,000 Franschen ten doode noemen
en oenige millarden uitgeven om Mandsjoe-
riie te verdedigen. Onze wanhoop zal dus
wel niet zoo diep zijp als de generaal meent.
De waarheid, de verschrikkelijke waarheid is,
dat wij er uitermate verheugd over zijn, dat,
daair ons verdrag met Rusland den Russen
niet de verplichting oplegt den oorlog te ver
klaren, opdat wij Elzas-Lotharingen terug
krijgen, wij ook niet verplicht zijn, den Ja
panners Mandsjoerije te ontnemen."'
Of generaal Zurlinden hierover wanhopig
is, doet ec'ter minder ter zake. Hoofdzaak
is het feit, dat door zijne verklaring, in den
mond van oene militaire autoriteit, een ge
wezen minister van oorlog, van dubbele be-
teekenis, geconstateerd wordt, dat Frankrijk
in dit geval Rusland niet kan helpen. Waarom
kan Frankrijk niet metterdaad ten gunste
van Rusland optreden? Omdat zulk een optre
den van Frankrijk dat van Engeland ten be
hoove van Japan tengevolge zou hebben, het-
geen daartegen meer dan opweegt. Engeland
is de bondgenoot van Japan tot bescherming
van beider gemeenschappelijke belangen in
Oost-Azië, die staan tegenover de belangen
en oogmerken van Rusland in die gewesten.
De tegenstrijdigheid tussohen de Engelsche
er. de Russische belangen bestaat echter niet
alleen in Oost-Azië, maar evenzeer in Tibet,
in Afghanistan, in Perzië, aan de Dardanel-
len en op den Balkan, en voor al deze pun
ten is 't met het kunnen of liever het niet-
kunnen van Frankrijk om zijne militaire!
macht voor Rusland in de schaal te leggen,
precies zoo gesteld als in Oost-Azië. De feite
lijke toestand, die door de woorden van ge
neraal Zurlinden bevestigd wordt, is dus deze,
dat het overwicht van Engeland ter zee aan
het bondgenootschap van Frankrijk voor het
to on eel van de Russische belangen in Azië
overal een uit militair oogpunt zuiver nega
tieve waarde verleent.
Hieruit volgt, dat de tweebond voor Rus
land, wat bet gebruiken betreft van de
kracht, die Frankrijk beschikbaar kan stel
len, slechts eene continentale beteek en is
heeft. De beteekenis daarvan wordt in eene
correspondentie uit Parijs van de Köln. Ztg.
aldus aangewezen
„De gebeurtenissen in Oost-Azië hebben
gemaakt, dat de mógelijkheid om de gemeen
schap van belangen van den tweebond prak
tisch in toepassing te brengen, zich tot
Europa bepaalt. De militair© macht van
Frankrijk is voor Rusland een factor, dien
het slechts voor zijn Europeesch belang in
rekening kan brengen, en dit belang berust
op de handhaving van den vrede. De tegen
strijdigheid tusschen zijne expansieve levens
belangen en die van Engeland in Azië ver
lamt deze macht voor elk optreden van
Frankrijk, dat deze belangen zon kunnen
dienen. Frankrijk zelf beproeft aan den an
deren kant in zijne continentale politiek, aan
den tweebond het zuiver defensieve karak
ter te ontnemen, dat Rusland er in legde,
omdat het aan zijne belangen in Europa be
antwoordt. Het belang van den algemeenen
vrede zoowel als de dichterbij liggende be
langen van zijne binnen- en buitenlandsche
welvaart wijzen Rusland naar andere en hech
tere waarborgen, die meer zouden overeenko
men met eene natuurlijke en duurzame, meer
omvattende gemeenschap van belangen, dan
de toevallige, voorbijgaande, beperkt© en op
den keper beschouwd tegenstrijdige gemeen
schap van belangen in den tweebond het
biedt. Tweebond en driebond zijn uit den
engen kring der Europeesche politiek
voortgekomen en daarop berekend. De uit
zetting van deze politiek en van hare be
langen tot eene wereldpolitiek en tot wereld
belangen moet noodzakelijk den weg bereiden
voor nieuwe systemen."
Duitschland.
De Rijksdag zette gisteren de al
gemeen© beraadslagingen voort over het
wetsontwerp tot wijziging der Beurswet.
Schmidt, afgevaardigde van Berlijn, polemi
seerde tegen graaf Kanitz. Hij w&nschte op
heffing van het verbod van termijnhandel cn
zeide dat niet de termijnhandel, maar het
kapitalisme, dat de goederen van de markt
hield, oorzaak was van de stijging der graan
prijzen in Amerika. Voornamelijk moest men
bestrijden de politieke macht van de beurs
en de onderdrukking der arbeiders.
Burlage (Centrum) verklaarde dat de cen
trumpartij bereid is iu de commissie te on
derzoeken iu hoeverre het noodig is de be
weerde onzedelijke gevolgen van de Beurswet
tegen te gaan. Het centrum bestrijdt echteï
het voorstel, om den Bondsraad over te laten
te bepalen wat als wettige handelszaken op
tijd moet worden beschouwd.
Minister MöMer wees er op, dat de grond
slagen van de Beurswet van 1896 onveran-
dei a blijven, maar dat de bescherming van
den handelsstand tegen eerlooze lieden noo
dig is. Het voorstel om den Bondsraad de
bestreden bevoegdheid te verleeuen ging niet
van de regeeriug uit, maar van de beurs-com-
missie, met inbegrip van de agrarische leden.
Morgen voortzetting van dit {leba-t.
De mondelinge onderhandelingen over het
Duitsch-Oostenrijksohe handelsverdrag begin
nen in het begin van Mei. In eene nota-, die
500 .bladzijden druks beslaat, stelt Oostenrijk
veranderingen voor in het Duitsche tarief;
inzonderheid betreffen dezen de artikelen
hout, eieren, vee en graan. Een© dergelijke
nota is door de Duitsche regeering gezonden
aan het departement van buitenlandsche
zaken te Weenen.
Behalve met Oostenrijk-Hongarije, is do
Duitsche regeering in onderhandeling met
Rusland. Italië, Zwitserland en België.
Italië.
President Loubet was eergisteravond met
het Italiaansche koningspaar de gast van
het gemeentebestuur van Rome in het schit
terend verlichte Capitool. Ook vertegen
woordigers van het stedelijk bestuur van Pa
rijs waren daar aanwezig.
Als aandenken aan zijn bezoek aan Rome
heeft de president van zijn gastheer een aan
tal zilveren kunstvoorwerpen gekregen, eene
verkleinde afbeelding van de voornaamste
kunstvoorwerpen die gevonden zijn bij de
opgravingen van Pompeji.
Belangwekkende 'bijzonderheden over da
voorzorgen, die worden genomen voor da
veiligheid van den president, inzonderheid
wanneer hij op reis is, worden door de Pres-
se vermeld op het gezag van een hoogen amb
tenaar bij den dienst der politie. Na eene be
schrijving van de algemeene voorzorgen op
den spoorweg, bruggen, overwegen, stations
enz., deelt deze zegsman mede, dat tien van
zij no ambtenaren „tres gentleman"
deel uitmaken van het gevolg van den pre
sident en nooit afwezig zijn, onder welke
omstandigheden ook. Bovendien zijn Fran-
sehe politie-ambtcnaren die Italiaansch ken
nen, te Rome en op elke plaats, waar de trein
van den president stopt of 'oorbijgaat, ge
posteerd.
Hij verhaalt, dat president Carnot, door
geen voorzorgen in acht te nemen, zijn le
ven heeft verloren Mevrouw Caraot-, die
anonieme waarschuwingen had ontvangen,
trachtte den president terug te brengen van
zijn voornemen om naar Lyou te gaan, waar
hij den dood vond. Maar Carnot ging toch;
hij gaf zelfs aan de politic bevel, dat zij
het volk moest toestaan zijn rijtuig te nade
ren. „Wij moesten gehoorzamen.Wat papa
Loubet betreft père Loubet hij ver
schaft aan onze politie veel hoofdbrekens.
Hij houdt er niet van in 't oog gehouden 'te
worden. Hij verbiedt het zelfs. Maar wij
doen het toch. „Le petit père Combes" is
precies zoo n dergelijk slag.
Spanje.
Over den tweeden aanslag op den Spaan
se hen minister-president Maura verneemt d©
Matin nader: Een troep mannen, ongeveer
30 tot 40 in getal en gewapend met revol
vers, viel den trein aan, waarin zich minister
Maura bevond op het oogeublik, dat deze hot
station Alicante verliet. Eenige reizigers ver
zekeren, dat 2 van de aanvallers door de gen
darmes werden neergeschoten en dat 35 tot
40 schoten gewisseld werden.
Dezelfde mannen keerden later in de stad
terug en wierpen daar de ruiten van een
klooster in.
Do trein draagt meer dan 10 sporen van
kogels en steenen.
De heer Maura deelde aan den Madrid»
scben correspondent van de Kóln. Ztg. mede,
dat de aanslagen van Barcelona cn Alicante
geen verandering kunnen brengen iu zijne
hadelingen. Zijne vijanden moeten beter
mikken om hem af te brengen van den
eenmaal gekozen weg.
De Spaansche bladen veroordeelen eent-,
stemmig deze aanslagensommigen echter
zeggen, dat de politiek van den lieer Maura
er voor aansprakelijk is en dat zij eene waar
schuwing voor den premier zijn om niet over
te gaan tot reactionnaire maatregelen. In
politieke kringen hecht men veel beteekenis
aan den aanslag te Alicante, meer dan aan
dien te Barcelona. Er zijn iu Alicante 15
personen gearresteerd
Oostenrijk-Hongarije.
De verschillen, die eenige dagen geleden
to Budapest aan den dag kwamen tusschen
de ministers van koophandel en van oorlog
over de aanvrage van een aanvullingsorediet
van 25 millioeu voor liet aanschaffen van
nieuwe kanonnen, zijn niet uit den weg ge
ruimd kunnen worden in den onder voorzit
terschap van den Keizer gehouden kroonraad.
Een nieuwe kroonraad zal waarschijnlijk te
Budapest gehouden worden na de komst van
Keizer Frans Jozef, die op den len of 2en
Mei is bepaald.
Daardoor zullen de delegatiën niet in het
begin van Mei bijeengeroepen kunnen wor
den, zooals men aanvankelijk voornemens
wae.
Servië.
Uit Belgrado wordt aan de Vossischc Ztg.
bericht, dat ingevolge de persoonlijke be
moeiing van den Koning van Engeland de
politieke betrekkingen van Engeland met
Servië afgebroken blijven, zoolang de konings
moordenaars niet bestraft worden. De Brit-
sche gezant Bonham, die sedert Juni van het
vorige jaar afwezig is, keert niet terug. Het
gezantschap te Belgrado wordt geheel ont
bonden en er blijft slechts een consul achter
De Duitsche gezant, de heer von Voigt-
Rhetz, wacht te Berlijn de terugkomst van
den Keizer van zijne Middellandsche ze©
reis af en zal zich dan naar Belgrado be
geven.
Turkije.
De Russische vordering, die door het Haag-
sche arbitragehof zal worden uitgemaakt,
bedraagt in hoofdsom 380,000 Turksche pon
den. Deze hoofdsom wiordt van Turksche zij
de niet betwist, wel de daarnaast gestelde
eisch van rente en rente op rente, waardoor
de hoofdsom tot 925,000 Turksche ponden
is verboagu.
Thibet
Aan de Times wordt uit Gyangtse van den
21 en dezer over de Engelsche Ti bet .-expeditie
bericht, dat de Chineesclie amban te Lbassa,
dait hoogstens vier dagreizen van Lhasse
verwijderd ligt, op den brief van kolonel
Young husband, waarin deze mededeelde," dat
hij bi] zijne komst te Gyangtse den amban
daar met hooge Tibet aansche ambtenaren
hoopte aan te treffen om een verdrag te slui
ten, geantwoord heeft met het voorstel om
over drie weken met een Tibetaanschen ver
tegenwoordiger van ondergeschikten rang
Gyaugtse te bezoeken. Het blad voegt hier
aan toe, aat de Dalai Lama dus zijne uitstel-
politiek voortzet, omdat hij, voor 't oogen-
bilik nog steeds hoopt op Ruslands bijstand.
De bewoners van Lhas&a zijn door liet voor
uitzicht vian het oprukken der Engclschen
niet verontrust, omdat de tot dusver opge
dane ondervinding hen heeft geleerd, dat hun
geen leed geschiedt. Slechts eene kleine strijd
macht beeft voor den vorm deu weg naar
Lliassa bezet.
In het lagerhuis heeft de staatssecretaris
voor Indië. de heer Rrodrick, verklaard,
dat de 'iiuet-expeditie niet verder zal gaan
dan Gyangtse. Van den Dalai Lama is goen
antwoord ontvangen.
De oorlog in Oost-Azië.
Admiraal Skrydlow heeft gisteren Petors-
bur gverlaten ,om via Sebastopol naar het
oorlogstaonecl to vertrokken. Het publiek
op straat juichte hem hartelijk boe. Aan het.
station waren grootvorst Alexander Michai-
lowitsch, admiraal Avelan, do chef van don
marinestaf Roschdestweusky en anderen var-
schenen, om afscheid te nemen. De metropo
liet. overhandigde den admiraal een heiligen
beeld.
Bij dagorder van stadhouder Alexejow is
aan generaal Linevitsch opgedragen de zorg
voor de verdediging van het Amoergebied en
de waarneming van het ambt van gouver
neur-generaal iu dit gebied. Het militaire
en civiele bestuur van het Trans-Baikal-ge-
bied staat niet onder zijn leiding.
Het gisteren te Petereburg ontvangen
telegrafische rapport van stadhouder Alexe
jow1 over het gebeurde in de haven van
Gensan luidtSchout-bij-uacht Jeasen, die
zich met kruisers en torpedobooten op zee
bevond, zond deze laatste naar Gensan. Do
torpedobooten boorden op de reede een Ja-
pansch handelsvaartuig iu den grond; vooraf
was de bemanning aan wal gezonden. Daar
na keerden de torpedobooten op denzelfden
dag weder naar het eskader terug.
Aan het Telegraaf agentschap wordt van
heden van het. eiland Sachalin gemeld, dat
daar alles rustig is. Op order van Alexejew
komt heden een Engelsche stoomboot van
Japan t© Korsakova om de daar nog vertoe
vende Japanners op te nemen.
Volgent te Moekden ontvangen be
richten is oen Japansche troepenafdeeling
gisteren bij het aanbreken van den dag in
de nabijheid van het dorp Sindagoo de
Yaloe overgegaan. Een Russische afdooliug,
die tot verkenning was uitgezonden, beschoot
do Japanners.
De Russisch© artillerie heeft een ten noor
den van Widjoe door de Japanners geslagen
brug vernield. Daarop trokken de Japanners
ten zuiden van Widjoe op pontons over do
rivier. Een deel van de infanterie, mot een
batterij overgezet, rukte tegen de Russische
stolling bij Toenschen op, maar werd terug
geslagen, zoo vlug dat de batterij het vuur
niet ©ens kou openen.
Volgens een telegram van generaal Pflug
uit Port Arthur van den 24on. is het bericht
van de Morning Post, dat de Japanners-over
tic Yaloe zijn gbgaau, van allen grond ont
bloot.
Uit Sjanghai wordt bericht, dab den
20en dezer do mobilisatie is bevolen van de
5e, i 'e en lie divisiën, die het derde Japan
sche leger uitmaken. Het vierde leger zal
mogelijk later gemobiliseerd worden.
Eon bericht uit Koapantzo meldt, dat de
Russen pontons leggen over de Liao-rivier,
twintig mijlen boven Tiiisjwantai. Zij ge
bruiken groote booten voor dit doel.
Een gisteren uit Nioctsjwang te Tsjifoo
aangekomen stoomboot bericht, dat de beide
oevers van de Liao-rivier verstrekt zijn met
aardewerken, bewapend met groote stukken
ROMAN
11 VAX
ALEX. ROMER.
Hoe de toekomst worden moest, daaraan
dacht zaji in 't geheel niet. Elke opmerking
van Eill©n daaromtrent bleef onbegrepen
dat wist Leo allemaal wel en ziji waren zoo
gelukkig! Nu zij bovendien nog een ueve,
hartelijke zuster had gevonden, w<as haar g©
luk volmaakt.
Het was Ellen angstig te moede bij die
roerende, lieve uitingen. Zij. was van plan
geweest, Suze attent te maken op de beden
kelijke zijde van haar geheime verhouding
tot een jongen man, die nog jaren lang van
anderen moest afhangenhaar te waarschu
wen. voor iil te blijmoedige verwachtingen;
Iiiaar het onwaardige van al die listen en
leugens onder het oog te brengen. Ziji wou,
dat Suzes vader in 't geheim werd genomen.
Maar bij dat voorstel zette het kleintje
zoo'n doodelijk verschrikt gezicht, en sidder
de zij als een blad aan een boom. Neen dat
kon niet. Wat moest ze beginnen met die
kinderlijke naiveteit, die niets van de wereld
afwist. Het viel haar andere zoo gemakke
lijk te zeggen, wat zij dacht, maar uu kon
zij, woorden noch uitdrukkingen vinden
Zij kon het niet over haar hart brengen, om
het geluk, misschien een ijdel kaarten
huis van dit gelukkige kind te verwoes
ten zelfs niet om er een schaduw over te
werpen.
De zon gluurde door de, met prachtig
jong groen prijkende takken boven hun hoof
den, en verguldde het blonde kopje van het
meisje, dat haar hoed had afgenomen en over
haar arm gehangen, en dat met een zalig
lachje omhoog keek.
't. Mas Ellen als een visioen; alsof een
engel zijn lichte wiekjes achter haar uitbreid
de de tranen sprongen haar in "de oogen
„Leo was toch een goed mensch en zijn
toekomst was volstrekt niet duister hij
zou hij moest haar trouw blijven, ze
ker, dati zou hij."
„Suzeals ik maai' een eind kon maken
aan al dat geheim© gedoe," zei ze, „als die
'.•.ston en leugens staan mij zoo tegen. En
de familie, bij wie je logeert, past ook niet
b,j je en bij den stand, dien je later zult in
nemen.'
„O! zij ziju zoo goed en zoo vriendelijk
voor mij," riep Suze vol geestdrift uit, „ik
zal hun eeuwig dankbaar zijn."
Ellen zag in, dat zij zich niet verstaanbaar
korf maken.
Er klonk oen roep uit de verte, die boomen
kraakten, Leopold sprong uit het kreupel
hout te voorschijn.
„Maar waar hebben jelui je toch verëlopt?
Niemand wist waar jelui (gebleven waren.
Als ie zoo voortloopt kom je in Hagcnfeld
aan.'
„Suzeliefje, gauw een paar kussen
de dametjes zijm achter die heg."
Ze lagen in elkanders armen en Suze's ge
zichtje gloeide oaider zijn liefkoozingen.
Eileu wendde zich af en schudde het hoofd.
Hier viel niet meer te raden en te waarsohu-
wen. Mocht haar beschermengel haar ter zij
de staan.
Dm volgenden morgen wandelde* Ellen,
vaar de villa Rodenfels. Het was nog vroeg,
maar zij hoopte haar schoolvriendin nu 't
best en ongestoord te treffen.
In de dagverdeeling van Adine, de gran
de dame, zou later op den dag misschien
weinig plaats zijn voor de misschien reeds
halt vergeten Ellen Kramer.
De correspondentie, die ze gevoerd hadden
gedurende 't eerst© jaar na hun scheiding,
wa. bijna geheel opgehouden. Adine was een
ti age briefschrijfster.
Ellen liep langzaam den mooien weg langs
het meer op; zij was verlangend om Adin©
te zien.
Gisteren het natuurkind, vandaag de da
me van de wereld, dacht zij bij zichzelf en
zij lachtezdj gebruikte haar vacautie voor
de studie- van mensch-exemplaren. Gisteren
had zij in een helderen spiegel geblikt, van
daag zou zich misschien menige sluier tus
schen haar en de waarheid plaatsen.
De uitdrukking van Adine's gezicht, toen
zij gisteren Leopold groette, had haar niet
bevallen. Haar kennissen hadden later nog
allerlei van haar leven verteld. Ziji zou een
bekende figuur zijn te Montê Carlo, waar zij
steeds door een groep heeren omringd was,
en zij met haar'zieke moeder aan do Riviera
vertoefde. Zij zou zelf heel hoog en meestal
gelukkig spelen. Boven de publieke opinie
voelde zij zich verheven. Ellen kon zich dat
alles zoo voorstellen als kind was Adine
al min of meer bandeloos geweest-. Nu -
misschien werd zij niet eens ontvangen, dan
was die laat-st© band verscheurd en de herin
neringen der kindschheid in rook en damp
vervlogen.
Zij was bij de villa aangekomen en stapte
door de steenen poort met de beide sfinxen
van graniet-. Het was stil. eenzaam in de
zen, geheel door vlierstruiken en struikrozen
ingesloten voortuin, waar -op hdt gladge
schoren, heerlijk groene grasperk, uit dol
fijnen met wijdgeopenden mond het water
klaterend neerviel in een groefbekkon.
De vogels zongen in het bo&ch. Ellen hoor
de het grint onder haar voetsappen kraken,
zag omhoog naar het statige gebouw, waar
van zij elke kamer en de bestemming er van
kende.
In het midden der eerst© verdieping lagen
«le gezelschapskamer, do eet- en danszaal
rechts d© vertrekken van mevrouwdo ka
mers van deu heer des huizes waren bene
den. Adine's slaap- en werkkamer bevonden
zich vroeger links, met uitzicht op het meer.
Nu zouden wel andere, grootero kamera voor
haar ingericht zijn.
Bij het hoekvenster stond een piano open,
©en wit gordijn woei in den wind heen en
weêr cn Koko ia juist! Koko, do goede
oude bakendie met de goudgroene voeren,
schommelde in zijn kooi nu liet ©en van zijn
leeJijke, schalie tooncn hooren. Zij knakt©
hem, als vroeger, too en toen belde zij aan.
Barnckow, de deftige, grijze knecht, deed
open eent oud trouw gezicht, 't-Eerst©
©ogenblik vertrok hij geen spier, maar toen
vloog oen lachje van herkenning over zijn
trekken: „O! juffrouw Kramer.'
„Ja Barn&kow, ken je mij dus nog? Is
freule Adine thuis?"
..Ja, om dezen tijd is zij nog thuis; voor
zoover ik weet- gaat ze niet, rijden van mor
gen ik zal dadelijk Hendrik naar boven
zouden en u laten aandienen."
Ellen zac iu de vestibule om zioh hoen;
die mooie geweien aan de muren kende zo
alle. O, dat mooie daar, met zestien tak-
keu was er bijgekomen.
„Kijk! kijk! Do juffrouw is nog goed op
do hoogte," zei Barnekow verheugd. „Zieker,
die hoeft de baron voor tweo jaar zelf ge
schoten 't wae een prachtig dier."
Hendrik, een knecht dio Ellen niet ken
de, kwam van de trap met de boodschap, dat
de freule do juffrouw boveu wachtte en El
len snelde do trappen op.
Adine kwam haar reeds op dien drempel
van haar kamer tegemoet, in een witt©, rijk
met kant versierde ochtendjapon, het zwarte
baar hoog opgestoken on met een gouden
kam aan het achterhoofd beijengehoudon.
Ellen was in 't eerst© oogenblik verrast
door de verblindend schoone, indrukwek
kend.' verschijning.
„Ellen! ben je daar! Dat is lief cn harte
lijk van je! Mama zoi gisteren tegen mij:
hel» je Ellen niet herkend? En ik had je
in 't geheel niet gezien. Alleen je broer, dien
jeugdigen Apollo en het aardige meisje naast
hem. Ik dacht bij* me zelfdie is zeker ver
loofd! Ik had geen idéé, dat je hier waart-."
Adine's begroeting was heel hartelijk
zij trok haar vriendin naar het venster, om
haar beter te kunnen zien, naar zc zei.
Wordt vervolgd.