V'. 293. 2de Jaargang. Dinsdag 3 Mei 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. ZIJN WELDOENER. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Par 8 maanden voor Amersfoortf L25. Idem franco per post- 1.73. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeeüngen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÖN: Van l-»5 regels Elke regel meer Gfbote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bep het herhaald advêrteèren in dit Blaa bp aborideffl circulaire, bevattende de voorwaarden) wordt op aanvraag Politiek Overzicht De plannen op waterstaatsgebied in Pruisen. Het huis van afgevaardigden van den Pruisischen landdag is thans bezig met de algemeene Beraadslagingen over de water staats ontwerpen. Het is een onderwerp van groot gewicht, dat in dezen bundel wetsont werpen, vijf in getal, behandeld wordt. D© vier eersten van deze wetsontwerpen hebben ten doel, het gevaar van overstrooming, waaraan thans uitgebreide streken periodiek zijn blootgesteld, te keeren, door d© afvloeiing van het water der rivieren te regelen en do belemmeringen uit den weg t© ruimen, die daaraan in den weg staan en die, waneer het water bij ruimen toevoer van boven wordt opgestuwd, oorzaak zijn dat de rivier buiten hare oevers treedt met al de treurige gevolgen, daaraan verbonden. In den bene denloop van de Oder, de Havel en de Spree zullen werken worden uitgevoerd tot een ge zamenlijk bedrag van 60.8 millioen mark, waai-van de staat vier vijfden zal dragen. Van minder omvang zijn de werken in do provincie Brandenburg en in het Havelge- bied van de provincie Saksendaar zullen ziji kosten 2,330,000 mark, waarvan de staat zal dragen 1,864,000 mark. Voor den midden- en bovenloop van de Oder daarentegen worden 60 millioen mark gevorderd tot uit voering van de ontworpen werken. In het vierde wetsontwerp eindelijk zijn algemeene regelen opgenomen tot beveiliging van het stroomgebied van rivieren en stroomen in de getteeie monarchie tegen de bezwaren van het hooge oppcrwater. Het is een algemeen landsbelang bij uit nemendheid, waarop deze vier wetsontwerpen betrekking hebben. Bescherming van de na tionale welvaart tegen d© gevaren, die haar door overstroomingen bedreigen, behoort on getwijfeld tot do regeeringszorg, en dat de geldmiddelen van den staat worden aange sproken om de werken uit te voeren, die ge vorderd worden om het water der rivieren binnen de oevers te houden, daartegen kan in beginsel geen bezwaar bestaan. Alleen blijft te onderzoeken, of de voorgestelde maatregelen aan het doel zullen beantwoor den en of de kosten naar een billijken maat staf worden verdeeld. Van geheel anderen aard is het vijfde wetsontwerp, dat den aanleg beoogt van wa terwegen, dio voor de scheepvaart moeten dienen. Er wordt in de eerste plaats voor gesteld een scheepvaartkanaal aan te leggen van den Rijn naar Hannover. Een gedeelte van dien waterweg bestaat reeds in het ka naalvak HemeBevergera van het Dort mundEemskanaal. Een weinig boven Her- ne zal van dit kanaalvak uitgaan het ver lengstuk naar den Rijn, dat beneden Ruhrort in de rivier zal uitmonden. Van Bevergern uit zal een nieuw kanaal gegraven worden over Runden naar Hannover met een zijtak naar Osnabrück. In verband daarmee zal het Dortmund-Eemskanaal voor het grootere verkeer, dat daarop te verwachten is, ver breed en de Weser stroomopwaarts tot Harneln gekanaliseerd worden. De gezamen lijke kostenraming is 197,150,000 mark. De andere werken, die in dit wetsontwerp zijn opgenomen, zijn43 millioen voor een voor de groote scheepvaart ingericht kanaal van Berlijn naar Stettin, 21,1 millioen voor de verbetering van den waterweg tussoben de Oder en de Weichsel en van de Warthe. eindelijk 18,9 millioen voor de kanalisatie van do Oder van den mond der Glatzer Neisee tot Breslau. De uitvoering van deze werken brengt het gezamenlijke bedrag, dat voor scheepvaart kan alen zal worden uitge geven, op 280 millioen mark. Een gewichtige verbindingsschakel ont breekt echter in het net van waterwegen, waarvan de aanlog i-ans wordt voorgesteld. Verscheidene jaren geleden reeds heeft de regeering, met wanlie instemming van den Keizer, een groot plan voorgestaan tot het aanleggen van binnenwaterwegen, waardoor al de groote rivieren, die Pruisen doorsnij den, van de Weichsel in het Oosten tot den Rijn in het Westen, onderling zouden wor den verbonden. Toen de voordracht in 1899 voor het eerst verscheen, bevatte zijl eene aanvrage van 261 millioen mark voor het kanaal van Dortmund naar den Rijn eenerzijids en voor do verbinding van het Eemskanaal met de Elbe (het „Mittelland"- kanaal) anderzijds. Bij do weder-indiening in 1901 werden 389 millioen verlangd, om dat inmiddels eenige compensatiën voor het oosten der monarchie waren opgenomen. Het zal nog niet vergeten zijn, dat de ka- naal wet een onderwerp van ernstigen strijd geweest is tusschen de regeering en de con servatieve partiji. In 1899 dreigde de toen malige minister-presiident, vorst Hohenlolie, dat do behandeling van het Middenland-ka- naal gevolgen van verre strekking zou heb ben voor de verhouding tusschen de conser vatieve partij en de regeering. Den llen Augustus van dat jaar verklaarde de Keizer in Dortmund, dat de regeering vast en on wrikbaar besloten was, dat het Rliddenland- kanaal er moest komen. In 1901 verklaarde graaf Biilow: „Do regeering moet het ka naal-ontwerp als een geheel besclhouwen, waaruit gewichtige bestandideelen niet kun nen worden weggenomen, zonder benadeeling van gewichtige economische belangen." Aan de taktiek van conservatieve zijde om do be handeling op de lange baan te schuiven, maakte graaf Biilow destijds een einde, door de zitting van den landdag te sluiten. Nu is de voordracht andermaal ingediend, maar wanneer men haar bij de vroegere ver gelijkt, dan ziet men, dat er inderdaad een gewichtig bestanddeel aan ontbreekthet gedeelte van Hannover tot de Elbe. Daardoor zal het kanaal, zooals het nu ontworpen is, slechts eene verbinding geven tusschen den Rijn en de Eem en de Weser; maar de ver binding met de Elbe en' met de verder oost waarts gelegen rivieren blijft achterwege. Waarom? OmJdat de regeering begrepen heeft zich met het bereikbare tevreden te moeten stellen. De conservatieve partij in den Pruisischen landdag, waarin de in het oosten de monarchie oppermachtige agrarische ele menten den toon aangeven, is een tegenstan der van dat groote net van waterwegen, waar langs de binnenscheepvaart zdcli zou kunnen bewegen van het uiterste oosten naar het uiterste westen van de Pruisische monar chie. Zij is gewoon te handelen naar de leuze „Der Koning absolut. wenn er unsren Wil len tut." En de regeering is, nu zij het verzet van do conservatieven niet heeft kunnen bre ken, geëindigd met zich naar hunnen wil te voegen. Vandaar dat het wetsontwerp, dat thans aanhangig is, eenerzijds eene verbin ding te water zal verschaffen van den Rij|u tot Hannover en aan den andoren kant 't mogelijk zal maken per schip binnendoor van de Elbe tot de Weichsel te komen; maar het kanaalvak van Hannover tot de Elbe, de verbindingsschakel tusschen deze twee netten, waardoor zij zouden worden één groot, samenhangend net, dat de geheele monarchie omvat, ontbreekt in de voordracht. Rlisschien troost de regeering zich met de gedachte, dat wat nu niet te bereiken is, in de toekomst mogelijk zal zijn en dat, als een maal het kanaal van den Rijm tot Ha/nnover klaar is, de landdag er wel toe te vinden zal zijn voor de voltooiing naar de Elbe zijne toestemming te geven. De plannen voor dat kanaalvak liggen kant en klaar; zij zijn met een bezwaard gemoed in het archief gebor gen. Ook de kosten zijn niet onoverkomelijk zij bedrageu 64 millioen. Maar voor 't oogen- blik zal het uiterste wat van den landdag te krijgen is, wel zijn het in Hannover dood- loopende Rijnkanaal. De rest is toekomst muziek. Do beslissing zal overigens eerst in het na jaar vallen. Aan het einde va/n de nu in gang zijmde algemeene beraadslagingen zul len de wetsontwerpen in handen van eene oommissie gesteld worden. Het rapport van deze commissie zal do grondslag zijn voor de to nemon besluiten. Engeland. Die minister van koloniën, Lyttelton, heeft in eene te Londen gehouden rede gezegd, dat hij hoopte, vóór zijn dood, het Engelsche en het A frik aan der ras voorgoed vereenigd to zien, onder de Britsche vlag. De lieer Lyttel ton behoort tot de jongeren onder de Britsche staatsliedenmen mag dus deze fraaie zin snede wel interpreteereu in dien zin, dat hij den termijn voor deze vereeniging ruim ste'l. Spanje. De Spaansolie regeering heeft geweigerd den gezant aan te nemen, die door do Moor- sche regeering was gekozen om Koning Al fonso te Ceuta te begroeten. De reden van deze weigering is, dat do rang van den ge zant niet hoog genoog is. Vereenigde Staten. De zitting van het congres is gesloten. In eone vau de laatste vergaderingen werd door het lid Bartholdi eeti voorstel ingediend, dat de beschaafde natiën uitnoodigt tot het zen den van vertegenwoordigers naar een con gres, dat ten doel heeft eene geleidelijke ver mindering van de oorlogstoerustingen voor te bereiden en de instelling van scheidsge rechten althans bij geschillen van de Unie met andere staten. Dit voorstel zal in de volgende zitting behandeld worden. De oorlog in Oost-Azië. Schout-bij-nacht Kamirura, bevelhebber van het eskader dat tegen Wladiwo- fetok opereerde, rapporteert van Gensan, dat een ondoordringbare mist hem twee ma len noopte van een aanval op Wladiwostok af te zien en aan de Russische vloot gele genheid gaf zonder slag te leveren te ont komen. Toen hij de eerste maal naar het Noorden stTomde, passeerde hij zeer dichtbij het Rus sische eskader, dat naar het Zuiden, in de richting vau Gensan, ging. De beide eska ders zagen elkaar niet. Toen ten gevolge van den mist het Japansche eskader terugging, werd weder het Russische eskader gepas seerd, dat na de verrassing van Gensan en de vernietiging van de „Kiushiu-Maroo" te rugkeerde. Toen men vernam, dat dit stoomschip ver mist werd. wendde Kamimura den steven weer naar het Noorden om het op te zoeken. Hij ontmoette toen drie stoomsloepen. Aan de kust ontdekten de Japansche kruisers ver scheidene door do Russen gelegde mijnen, welke zij deden springen. Kamimura meldt ten slotte, dat de voortdurende mist een her nieuwde poging tot een aanval op Wladiwo stok sedert Donderdag verhinderde. Het telegram van stadhouder Alexejew over de oorzaak vau den ondergang van de Petropawlowsk luidt in zijn geheel aldus: „Het door eene bijzondere commissie inge stelde onderzoek naar de oorzaken van den ondergang van het pantserachip Petropaw lowsk heeft tot uitkomst gehad, dat het pantserschip ongetwijfeld geraakt is op eene door den vijand gelegde mijn, die zich be vond in het gebied, dat de vloot gewoon ia te gebruiken om te manocuvrooren, wanneer zij den vijand tegemoet vaart. Het gevolg van de ontploffing dezer mijn onder do toe stellen en kanners in het voorste gedeelte van de Petropawlowsk waren, naar de meening van de commissie van deskundigen, die door mij wordt gedeeld, achtereenvolgende ont ploffingen van het schietkatoen in de aan boord aanwezige mijaien en in de projectielen van de «T0 cM. stukken, alsmede ontploffin gen van de kruit- en pat ronen-kamers en van de cylindrische ketels. Al deze ontploffingen werden in den loop van twee minuten waar genomen. Hierna verzonk het in vlammen gehulde pantsc-rschip in de golven." In zijn rapport verklaart generaal Kuroki, dat het vuur van den vijand, ofschoon het zonder uitwerking bleef, do Japansche aan valsplannen in de war bracht. Vrijdag bombardeerden de Russen Widjoe. De twaalfde divisie, die was aangewezen cm het eerst over de rivier to gaan, begon Vrijdag de Russen van den oever tegenover Suikochina te verdrijven, acht mijlen beue den Widjoe, zijnde het voor den overtocht gekozen punt, en ging over tot de samenstel ling van de pontonbrug. De overgang over de rivier begon Zaterdag om drie uur 's morgens, en om zes uur in den avond van denzelfden dag had de geheele divisie aan den rechteroever de stelling inge nomen, die haar was aangewezen voor den slag van Zondag. De Russen onderhielden den geheelen dag eene woedende kanonnade. De verliezen aan Japansche zijde in den loop van het bombardement van Zaterdag waren twee manschappen gedood, vijf officieren en 22 man gewond Eene flottille kanon neer booten, die gede tacheerd was van het eskader van admiraal Hosoya, ontmoette aan den rechteroever be neden Antoeng oen detachement Russische infanterie cd artillerie, dat werd teruggedre ven na een lievig gevecht. De brug, die boven Widjoe over de Yaloe is geslagen, werd voltooid in den avond van Zaterdag. De tweede divisie en de garde be gonnen terstond den overtocht en bezetten do heuvels, gelegen achter Kosan, teganover de Russische stelling. De troepen trokken ge durende den ganschen nacht over de brug. In den avond van Zaterdag seinde generaal Kuroki aan don generalen staf, dat hij plan had den vijand den len Mei met het aan breken van den dag aan te vallen. Met dat doel trok hij het vuur van zijne geheele artil lerie samen tegen de Russische stellingen tus schen Kialientze en Koshoko. De Russen antwoordden met het vuur uit al hunne stuk ken. Om 7 uur was de batterij bij Koshoko tot zwijgen gebracht, een half uur later gaf Kuroki bevel tot den aanval over de geheele lin c. De Japansche infanterie rukte aan met den looppaszij ging over de rivier Iho, waar bij het water haar tot de borst, kwam, en be gon om acht uur den aanval op de hoogten. Om negen uur had zij de Russische liniën te ruggedreven tot de andere zijde van de hoog- vlakte. Het resultaat, dat liet Japansche leger verkregen heeft met de gevechten, die ver leden Zaterdag en Zondag aan de oevers van de Yaloo zijn gevoerd, is dat de overgang over dc rivier, die de grens vormt tusschen Korea en Mandsjoerijc, is geschied op do- zelfde plek waar dat in 1894 is geschied, en voorts diat de Russen uit hunne stellingen aan den rechteroever zijn teruggegaan, en Kioeliantsjeng, waai' de groote weg naax Pe king uit Korea in Mandsjoerije komt, en het zuidwestelijk daarvan gelegen Antoeng ont ruimd hebben. De krachtigo uitwerking van het vuur uit de 12 cM. houwitsers, waartegen de Russen geen geschut van gelijk kaliber over konden stellen, is waarschijnlijk niet zonder invloed geweest, op het door de Japanners behaalde succes. De Köln. Ztg. beoordeelt dat aldus: „De Russen deden weder de ondervinding op, dat eene rivierlinie zeer moeielijk te hou den is, wanneer de tegenstander ook maar over even sterke strijdkrachten beschikt. Do aanvaller is geregeld in staat op één punt eene overmacht in 't vuur te brengen, en daardoor den overgang af te dwingen. Gene raal Kuroki is deu vijandelijken linkeroever omgetrokken en de Russen moteten, wan neer zij niet van links af bestookt wilden worden, teruggegaan Bovendien zullen zij wel niet de bedoeling gehad hebben, ernsti gen tegenstand te bieden. „De beteekenis van den overtocht is eigen lijk minder gelegen op strategisch of tak- tisch, dan op moreel gebied. De onderne mingsgeest van het Japansche leger wordt door Fiel succes aangevuurd. Ook ditmaal toont de Japansche generale staf dezelfde eigenschappen, die hij bij de landingen en bewegingen in Korea aan den dag legde. Grondig worden alle bijzonderheden voor den slag, die moet worden uitgevoerd, voorbereid, en bij de uitvoering sluit alles als een bus. Ook de vloot wei kt weer met het landleger samen zoo, dat beiden elkaar aanvullen. Hare kanonnen en torpedobooten van gerin gen diepgang houden den vijaud bezig, be schieten zijine stellingen en doen kleine po gingen tot landing, die hun doel als schijn manoeuvres vervullen Op de schepen zijn ook. naar alle waarschijnlijkheid, de 12 cM. houwitsers aangevoerd, welker vervoer over land door dén slechten toestand van de we gen belet werd. Uit artilleristisch oogpunt zal liet van groote beteekenis zijn te verne men, welke uitwerking het steilvuur (uit de houwitsers) heeft gehad. Aan Japansche zijde waren, behalve de houwitsers, 18 batterijen veldgeschut met 108 snelvurende kanonnen van 7h cM. be schikbaar. Het berggesehut, dat bovendien nog aanwezig was, schijnt voor het artillerie- gevecht. dat uen overtocht moeet dekken, niet in aanmerking gekomen te zijn. Voor de Russen zijn de 28 kanonnen, die bij de aftocht achtergelaten zijn moeten wor den, geen gering verlies. Twintig van deze stukken zijn ver mees ter d na een verwoed ge vecht van man tegen man, waarvan in een bericht uit Tokio melding gemaakt wordt. ROMAN 14 YAS ALEX. RÖMER. Leopold was het bloed naar het hoofd ge stegen het suisde hem in de ooren. Hij had uog nooit gebrek geleden en nog nooit zor gen voor zijn toekomst gehad. Hij koesterde heel andere wensclien, dan die van een ge vestigde positie, die hem wel onafhankelijk maakte, maar hem ook erg bond, en vele lastige verplichtingen oplegde. Hij wou liever blijven in den toestand van den onafhan kelijke, die nog niet voldoende verdient en van wien dus n ets kon geëischfc worden. Hij gaf zich wel geen rekenschap van deze gevoelens, evenmin als de meeste menschen zich rekenshcap geven van de oorzaken hun ner stemmingen. „Is de oude gek?" dacht hij bij zich zelf. „Verbeelt hij zich werkelijk, dat ik hier in dit kleingeestige nest aan zijn leiband ga loopen en me levenslang wil laten begraven? Dat is toch onmogelijk." Hij richtte zich in rijn ganscka lengte op en dwong zicli tot kalmte. ..Lieve oom wer kelijk u verrast mij zoo. Ik had an dere eerzucht ik „Ja, natuurlijk," viel do oude heer hem in de rede, heel onaangenaam getroffen. „Je waant je al president van die rechtbank, of minister misschien dat ken ik mijn jon gen dat ken ik opperbest. To Berlijn zit ten ze bij dozijnen die sollicitanten als raven stelen zo elkander liet brood uit den mond, huichelaars, vleiers zijn liet ik haat dat soort., haat zo in massa." Zijn stem werd steeds hoonender en meer bitter. „En daarom, omdat ik ze ken en haat, zal iemand, die met mij te doe© heeft, niet tot 'hen behooreu, noch als omhooggeklom- mene, noch als gevallene en vertrapte. Je kent mij en weet nu, dat dit mijn ultimatum is. Of je richt je leven in naar mijn wensch eenvoudig, in bepaalde vast© grenzen; of je gaat vroolijk je erigeu gang, maar daarmee wil ik niets te doen hebbeen, daartoe reik ik mijn hand niet en daarvoor draag ik geen verantwoording." „Maar beste oom u zult toch iemands persoonlijke vrijheid niet zoo aan banden willen leggen ik voel in t geheel geen roeping voor het „Vrije beroep van advokaat," viel de oude hem ui de rede. „Dat is onlogisch, want mijn plan wil jo juist vrijlioid waarborgen, de vrijheid van oen onafhankelijk man van eer. Wat jij wensokt, dat is slavernij en bo vendien er verschenen eon paar koorts achtig roode plekken op do magere wangen van den opgewonden man zooals ik je reeds dadelijk zei, ik wil niemand dwingen overleg het bij jezelf. Hoe je, onbemiddeld als jc bent, de jaren zult doorkomen, waar in jo nog op geen traktement kunt rekenen hoe het daarbii met. jo moeder aal gaan, be grijp ik niet, maar dat zal jij dan wel we ten. Mijn vrijwillige gelofte aan jo gedaan, vervul ik op deze wijze en tot op het punt dat ik mij voorstelde; ik deed mijn plicht, doe jij nu, wat je good dunkt. En nu vaar wel, jo kunt ja tot den herfst bedenken en dan jo ontslag vragenwat je dan hier wacht, weet je." De advokaat stond op en Leopold moest zijn voorbeeld volgen. Het koude zweet brak hem uit en een machtelooze woede tegen den „mallen oude" vervulde hem. Zijn uitingen klonken heel bedenkelijk, bijna alsof hij voor goed de handen van hem aftrok, alsof hijt nooit hoop op rijn nalatenschap had opgewekt. Hij wou ham niet dwingen vervloekte manier van spreken en toch oefende hij den meest ongehoorden dwang op hem uit; hij maaKte misbruik van zijn hulpbehoevend heid en toch had hij geen flauw vermoeden, in welke ïnoeielijkhcden hij Leo zich bevond, moeielijkheden, waarin hij zich slechts staande kon houden door het krediet, dat hij genoot als ergenaam van ^advokaAt Goldau. Leopold voelde zich geheel versla gen. Want bij de kennis vau het karakter van den ouden heer, was het een ijdelc hoop, diens ijzeren wil te kunnen buigen. Hij nam bevend zijn hoed van de tafel en zijn stem haperde, toen hij zei „U vermoedt wel niet, oom, boe u mijn leven in de war stuurt," maar hij stokte en had haast berouw van die woorden, toen hij zag, hoe de aderen op het voorhoofd van deu lieer Goldau van toorn opzwollen. „Zoo zoo ik stuur je leven in de war ik die hr4 bestuurd "heb dat is de dauk, dien men oogst in de wereld o ja! ik weet het al lang, 't is maar een onder vinding temeer! Leopold deed zijn best, hem te sussen. „Val me niet te hard, oom," zei hij op smee kenden toon, ofschoon hij van binnen kook te maar heoisch, ik moet ernstig over het onverwachte voorstel nadenken." „Doe dat, doe dat, ik geef je tijd, maar laat mij nu alleen, ik krijg al hartkloppin gen en asthma, ten slotte schiet het me weêr in mijn been. Wat weet jelui, jongelui, van de plagen van den ouden dag en over 'tgc heel van den last, dion men heeft gehad m zoo'n eenzaam vreugdeloos leven, waarin, niemand zich om je bestaan bekommert." Kuchend en hijgend ging liij door de ka mer naar liet neven vertrek, zonder om te zien, steeds klagond en mompelend. Leopold balde de vuisten in machtelooze wocdo. Hij vloog, zonder rechts of links te zien, de stad door naar huis. de nauwe trap pen op en sloeg er geen acht op, dat- do blec- ko vrouw, die op zijn komst gewacht had, hom verschrikt iets vroeg Hij liet haar vraag onbeantwoord, snelde haar voorbij en wierp de deur van zijn ka mer met geweld toe. Dat waren prachtige vooruitzichten voor hem hier onder hel toezicht van mama en den oude voor altijd een doodvervelend leven te leiden. Want la ter na den dood van Goldau zou er aan carrière maken, zooals hij dit wenschtc, niet meer te denken vallen. Hij ging zitten, het hoofd in de handen on slaarde voor zich uit: hij knarste op de tanden. Als hij zich eens vrij maakte, dien onwaardigen band verscheurde, ja, onwaardig, want op dit oogenblik voelde liij het hij loog en huichelde, hij nam weidaden aan, waarvoor hij dankbaarheid schuldig was en haatte den man, die ze hem bewees. Die oude was de vloek van zijn lo ven. Toen 'hij dat dacht schrikte hij, hij had het gevoel alsof er iemand achter hom stond hij keek angstig om. Onzindie ge schiedenis maakte hem zoo van streek, dat hij spoken zag. Hij mokte verder. Als die uitgedroogde oude zich nooit om hem bekommerd had, zou het cr veel beter voor hem uitzien veel beter. Hij knikte, alsof hij don onzichtbare naast hem dit vertellen moest. Dan had hij zich moeiten schikken natuurlijk mis sel) ie-n 'had ."hij niet kunnen studeeren goed, dan zou hij oen ander beroep geko zen hebben of anderen hadden hem ge holpen verduiveld dat hij ook altijd geholpen moest worden. Als men in de we reld werd geschopt toch tegen zijn wil men had niet eens zijn ouders en zijn om standigheden voor 't kiezen. dan moeet de Voorzienigheid wel op de een of andere manier helpen. Hij was op do pijnbank gezet, en bleef or op, 't was om te vertwijfelenHou zou hi zich redden, met al do schulden, die hij had en waarvan niemand iets afwist, als de oude, de vloek van rijn leven, de handen van hetn aftrok. Hij zuchtte diep daar werd geklopt; hij hoorde zijn moeder angstig roepen „Leo! does toch open. Is er iets gebeurd?" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1