V'. 293.
2de Jaargang.
Dinsdag 3 Mei 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Par 8 maanden voor Amersfoortf L25.
Idem franco per post- 1.73.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeeüngen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÖN:
Van l-»5 regels
Elke regel meer
Gfbote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bep
het herhaald advêrteèren in dit Blaa bp aborideffl
circulaire, bevattende de voorwaarden) wordt op aanvraag
Politiek Overzicht
De plannen op waterstaatsgebied
in Pruisen.
Het huis van afgevaardigden van den
Pruisischen landdag is thans bezig met de
algemeene Beraadslagingen over de water
staats ontwerpen. Het is een onderwerp van
groot gewicht, dat in dezen bundel wetsont
werpen, vijf in getal, behandeld wordt. D©
vier eersten van deze wetsontwerpen hebben
ten doel, het gevaar van overstrooming,
waaraan thans uitgebreide streken periodiek
zijn blootgesteld, te keeren, door d© afvloeiing
van het water der rivieren te regelen en do
belemmeringen uit den weg t© ruimen, die
daaraan in den weg staan en die, waneer
het water bij ruimen toevoer van boven
wordt opgestuwd, oorzaak zijn dat de rivier
buiten hare oevers treedt met al de treurige
gevolgen, daaraan verbonden. In den bene
denloop van de Oder, de Havel en de Spree
zullen werken worden uitgevoerd tot een ge
zamenlijk bedrag van 60.8 millioen mark,
waai-van de staat vier vijfden zal dragen.
Van minder omvang zijn de werken in do
provincie Brandenburg en in het Havelge-
bied van de provincie Saksendaar zullen
ziji kosten 2,330,000 mark, waarvan de staat
zal dragen 1,864,000 mark. Voor den midden-
en bovenloop van de Oder daarentegen
worden 60 millioen mark gevorderd tot uit
voering van de ontworpen werken. In het
vierde wetsontwerp eindelijk zijn algemeene
regelen opgenomen tot beveiliging van het
stroomgebied van rivieren en stroomen in
de getteeie monarchie tegen de bezwaren van
het hooge oppcrwater.
Het is een algemeen landsbelang bij uit
nemendheid, waarop deze vier wetsontwerpen
betrekking hebben. Bescherming van de na
tionale welvaart tegen d© gevaren, die haar
door overstroomingen bedreigen, behoort on
getwijfeld tot do regeeringszorg, en dat de
geldmiddelen van den staat worden aange
sproken om de werken uit te voeren, die ge
vorderd worden om het water der rivieren
binnen de oevers te houden, daartegen kan
in beginsel geen bezwaar bestaan. Alleen
blijft te onderzoeken, of de voorgestelde
maatregelen aan het doel zullen beantwoor
den en of de kosten naar een billijken maat
staf worden verdeeld.
Van geheel anderen aard is het vijfde
wetsontwerp, dat den aanleg beoogt van wa
terwegen, dio voor de scheepvaart moeten
dienen. Er wordt in de eerste plaats voor
gesteld een scheepvaartkanaal aan te leggen
van den Rijn naar Hannover. Een gedeelte
van dien waterweg bestaat reeds in het ka
naalvak HemeBevergera van het Dort
mundEemskanaal. Een weinig boven Her-
ne zal van dit kanaalvak uitgaan het ver
lengstuk naar den Rijn, dat beneden Ruhrort
in de rivier zal uitmonden. Van Bevergern
uit zal een nieuw kanaal gegraven worden
over Runden naar Hannover met een zijtak
naar Osnabrück. In verband daarmee zal
het Dortmund-Eemskanaal voor het grootere
verkeer, dat daarop te verwachten is, ver
breed en de Weser stroomopwaarts tot
Harneln gekanaliseerd worden. De gezamen
lijke kostenraming is 197,150,000 mark.
De andere werken, die in dit wetsontwerp
zijn opgenomen, zijn43 millioen voor een
voor de groote scheepvaart ingericht kanaal
van Berlijn naar Stettin, 21,1 millioen voor
de verbetering van den waterweg tussoben
de Oder en de Weichsel en van de Warthe.
eindelijk 18,9 millioen voor de kanalisatie
van do Oder van den mond der Glatzer
Neisee tot Breslau. De uitvoering van deze
werken brengt het gezamenlijke bedrag, dat
voor scheepvaart kan alen zal worden uitge
geven, op 280 millioen mark.
Een gewichtige verbindingsschakel ont
breekt echter in het net van waterwegen,
waarvan de aanlog i-ans wordt voorgesteld.
Verscheidene jaren geleden reeds heeft de
regeering, met wanlie instemming van den
Keizer, een groot plan voorgestaan tot het
aanleggen van binnenwaterwegen, waardoor
al de groote rivieren, die Pruisen doorsnij
den, van de Weichsel in het Oosten tot den
Rijn in het Westen, onderling zouden wor
den verbonden. Toen de voordracht in 1899
voor het eerst verscheen, bevatte zijl
eene aanvrage van 261 millioen mark voor
het kanaal van Dortmund naar den Rijn
eenerzijids en voor do verbinding van het
Eemskanaal met de Elbe (het „Mittelland"-
kanaal) anderzijds. Bij do weder-indiening
in 1901 werden 389 millioen verlangd, om
dat inmiddels eenige compensatiën voor het
oosten der monarchie waren opgenomen.
Het zal nog niet vergeten zijn, dat de ka-
naal wet een onderwerp van ernstigen strijd
geweest is tusschen de regeering en de con
servatieve partiji. In 1899 dreigde de toen
malige minister-presiident, vorst Hohenlolie,
dat do behandeling van het Middenland-ka-
naal gevolgen van verre strekking zou heb
ben voor de verhouding tusschen de conser
vatieve partij en de regeering. Den llen
Augustus van dat jaar verklaarde de Keizer
in Dortmund, dat de regeering vast en on
wrikbaar besloten was, dat het Rliddenland-
kanaal er moest komen. In 1901 verklaarde
graaf Biilow: „Do regeering moet het ka
naal-ontwerp als een geheel besclhouwen,
waaruit gewichtige bestandideelen niet kun
nen worden weggenomen, zonder benadeeling
van gewichtige economische belangen." Aan
de taktiek van conservatieve zijde om do be
handeling op de lange baan te schuiven,
maakte graaf Biilow destijds een einde, door
de zitting van den landdag te sluiten.
Nu is de voordracht andermaal ingediend,
maar wanneer men haar bij de vroegere ver
gelijkt, dan ziet men, dat er inderdaad een
gewichtig bestanddeel aan ontbreekthet
gedeelte van Hannover tot de Elbe. Daardoor
zal het kanaal, zooals het nu ontworpen is,
slechts eene verbinding geven tusschen den
Rijn en de Eem en de Weser; maar de ver
binding met de Elbe en' met de verder oost
waarts gelegen rivieren blijft achterwege.
Waarom? OmJdat de regeering begrepen
heeft zich met het bereikbare tevreden te
moeten stellen. De conservatieve partij in den
Pruisischen landdag, waarin de in het oosten
de monarchie oppermachtige agrarische ele
menten den toon aangeven, is een tegenstan
der van dat groote net van waterwegen, waar
langs de binnenscheepvaart zdcli zou
kunnen bewegen van het uiterste oosten naar
het uiterste westen van de Pruisische monar
chie. Zij is gewoon te handelen naar de leuze
„Der Koning absolut. wenn er unsren Wil
len tut." En de regeering is, nu zij het verzet
van do conservatieven niet heeft kunnen bre
ken, geëindigd met zich naar hunnen wil
te voegen. Vandaar dat het wetsontwerp, dat
thans aanhangig is, eenerzijds eene verbin
ding te water zal verschaffen van den Rij|u
tot Hannover en aan den andoren kant 't
mogelijk zal maken per schip binnendoor
van de Elbe tot de Weichsel te komen;
maar het kanaalvak van Hannover tot de
Elbe, de verbindingsschakel tusschen deze
twee netten, waardoor zij zouden worden één
groot, samenhangend net, dat de geheele
monarchie omvat, ontbreekt in de voordracht.
Rlisschien troost de regeering zich met de
gedachte, dat wat nu niet te bereiken is, in
de toekomst mogelijk zal zijn en dat, als een
maal het kanaal van den Rijm tot Ha/nnover
klaar is, de landdag er wel toe te vinden
zal zijn voor de voltooiing naar de Elbe zijne
toestemming te geven. De plannen voor dat
kanaalvak liggen kant en klaar; zij zijn met
een bezwaard gemoed in het archief gebor
gen. Ook de kosten zijn niet onoverkomelijk
zij bedrageu 64 millioen. Maar voor 't oogen-
blik zal het uiterste wat van den landdag
te krijgen is, wel zijn het in Hannover dood-
loopende Rijnkanaal. De rest is toekomst
muziek.
Do beslissing zal overigens eerst in het na
jaar vallen. Aan het einde va/n de nu in
gang zijmde algemeene beraadslagingen zul
len de wetsontwerpen in handen van eene
oommissie gesteld worden. Het rapport van
deze commissie zal do grondslag zijn voor de
to nemon besluiten.
Engeland.
Die minister van koloniën, Lyttelton, heeft
in eene te Londen gehouden rede gezegd,
dat hij hoopte, vóór zijn dood, het Engelsche
en het A frik aan der ras voorgoed vereenigd to
zien, onder de Britsche vlag. De lieer Lyttel
ton behoort tot de jongeren onder de Britsche
staatsliedenmen mag dus deze fraaie zin
snede wel interpreteereu in dien zin, dat hij
den termijn voor deze vereeniging ruim ste'l.
Spanje.
De Spaansolie regeering heeft geweigerd
den gezant aan te nemen, die door do Moor-
sche regeering was gekozen om Koning Al
fonso te Ceuta te begroeten. De reden van
deze weigering is, dat do rang van den ge
zant niet hoog genoog is.
Vereenigde Staten.
De zitting van het congres is gesloten. In
eone vau de laatste vergaderingen werd door
het lid Bartholdi eeti voorstel ingediend, dat
de beschaafde natiën uitnoodigt tot het zen
den van vertegenwoordigers naar een con
gres, dat ten doel heeft eene geleidelijke ver
mindering van de oorlogstoerustingen voor
te bereiden en de instelling van scheidsge
rechten althans bij geschillen van de Unie
met andere staten. Dit voorstel zal in de
volgende zitting behandeld worden.
De oorlog in Oost-Azië.
Schout-bij-nacht Kamirura, bevelhebber
van het eskader dat tegen Wladiwo-
fetok opereerde, rapporteert van Gensan,
dat een ondoordringbare mist hem twee ma
len noopte van een aanval op Wladiwostok
af te zien en aan de Russische vloot gele
genheid gaf zonder slag te leveren te ont
komen.
Toen hij de eerste maal naar het Noorden
stTomde, passeerde hij zeer dichtbij het Rus
sische eskader, dat naar het Zuiden, in de
richting vau Gensan, ging. De beide eska
ders zagen elkaar niet. Toen ten gevolge van
den mist het Japansche eskader terugging,
werd weder het Russische eskader gepas
seerd, dat na de verrassing van Gensan en
de vernietiging van de „Kiushiu-Maroo" te
rugkeerde.
Toen men vernam, dat dit stoomschip ver
mist werd. wendde Kamimura den steven
weer naar het Noorden om het op te zoeken.
Hij ontmoette toen drie stoomsloepen. Aan
de kust ontdekten de Japansche kruisers ver
scheidene door do Russen gelegde mijnen,
welke zij deden springen. Kamimura meldt
ten slotte, dat de voortdurende mist een her
nieuwde poging tot een aanval op Wladiwo
stok sedert Donderdag verhinderde.
Het telegram van stadhouder Alexejew
over de oorzaak vau den ondergang van de
Petropawlowsk luidt in zijn geheel aldus:
„Het door eene bijzondere commissie inge
stelde onderzoek naar de oorzaken van den
ondergang van het pantserachip Petropaw
lowsk heeft tot uitkomst gehad, dat het
pantserschip ongetwijfeld geraakt is op eene
door den vijand gelegde mijn, die zich be
vond in het gebied, dat de vloot gewoon ia
te gebruiken om te manocuvrooren, wanneer
zij den vijand tegemoet vaart. Het gevolg
van de ontploffing dezer mijn onder do toe
stellen en kanners in het voorste gedeelte van
de Petropawlowsk waren, naar de meening
van de commissie van deskundigen, die door
mij wordt gedeeld, achtereenvolgende ont
ploffingen van het schietkatoen in de aan
boord aanwezige mijaien en in de projectielen
van de «T0 cM. stukken, alsmede ontploffin
gen van de kruit- en pat ronen-kamers en van
de cylindrische ketels. Al deze ontploffingen
werden in den loop van twee minuten waar
genomen. Hierna verzonk het in vlammen
gehulde pantsc-rschip in de golven."
In zijn rapport verklaart generaal Kuroki,
dat het vuur van den vijand, ofschoon het
zonder uitwerking bleef, do Japansche aan
valsplannen in de war bracht.
Vrijdag bombardeerden de Russen Widjoe.
De twaalfde divisie, die was aangewezen
cm het eerst over de rivier to gaan, begon
Vrijdag de Russen van den oever tegenover
Suikochina te verdrijven, acht mijlen beue
den Widjoe, zijnde het voor den overtocht
gekozen punt, en ging over tot de samenstel
ling van de pontonbrug.
De overgang over de rivier begon Zaterdag
om drie uur 's morgens, en om zes uur in den
avond van denzelfden dag had de geheele
divisie aan den rechteroever de stelling inge
nomen, die haar was aangewezen voor den
slag van Zondag. De Russen onderhielden
den geheelen dag eene woedende kanonnade.
De verliezen aan Japansche zijde in den loop
van het bombardement van Zaterdag waren
twee manschappen gedood, vijf officieren en
22 man gewond
Eene flottille kanon neer booten, die gede
tacheerd was van het eskader van admiraal
Hosoya, ontmoette aan den rechteroever be
neden Antoeng oen detachement Russische
infanterie cd artillerie, dat werd teruggedre
ven na een lievig gevecht.
De brug, die boven Widjoe over de Yaloe
is geslagen, werd voltooid in den avond van
Zaterdag. De tweede divisie en de garde be
gonnen terstond den overtocht en bezetten
do heuvels, gelegen achter Kosan, teganover
de Russische stelling. De troepen trokken ge
durende den ganschen nacht over de brug.
In den avond van Zaterdag seinde generaal
Kuroki aan don generalen staf, dat hij plan
had den vijand den len Mei met het aan
breken van den dag aan te vallen. Met dat
doel trok hij het vuur van zijne geheele artil
lerie samen tegen de Russische stellingen tus
schen Kialientze en Koshoko. De Russen
antwoordden met het vuur uit al hunne stuk
ken. Om 7 uur was de batterij bij Koshoko
tot zwijgen gebracht, een half uur later gaf
Kuroki bevel tot den aanval over de geheele
lin c. De Japansche infanterie rukte aan met
den looppaszij ging over de rivier Iho, waar
bij het water haar tot de borst, kwam, en be
gon om acht uur den aanval op de hoogten.
Om negen uur had zij de Russische liniën te
ruggedreven tot de andere zijde van de hoog-
vlakte.
Het resultaat, dat liet Japansche leger
verkregen heeft met de gevechten, die ver
leden Zaterdag en Zondag aan de oevers van
de Yaloo zijn gevoerd, is dat de overgang
over dc rivier, die de grens vormt tusschen
Korea en Mandsjoerijc, is geschied op do-
zelfde plek waar dat in 1894 is geschied, en
voorts diat de Russen uit hunne stellingen
aan den rechteroever zijn teruggegaan, en
Kioeliantsjeng, waai' de groote weg naax Pe
king uit Korea in Mandsjoerije komt, en het
zuidwestelijk daarvan gelegen Antoeng ont
ruimd hebben.
De krachtigo uitwerking van het vuur uit
de 12 cM. houwitsers, waartegen de Russen
geen geschut van gelijk kaliber over konden
stellen, is waarschijnlijk niet zonder invloed
geweest, op het door de Japanners behaalde
succes. De Köln. Ztg. beoordeelt dat aldus:
„De Russen deden weder de ondervinding
op, dat eene rivierlinie zeer moeielijk te hou
den is, wanneer de tegenstander ook maar
over even sterke strijdkrachten beschikt. Do
aanvaller is geregeld in staat op één punt
eene overmacht in 't vuur te brengen, en
daardoor den overgang af te dwingen. Gene
raal Kuroki is deu vijandelijken linkeroever
omgetrokken en de Russen moteten, wan
neer zij niet van links af bestookt wilden
worden, teruggegaan Bovendien zullen zij
wel niet de bedoeling gehad hebben, ernsti
gen tegenstand te bieden.
„De beteekenis van den overtocht is eigen
lijk minder gelegen op strategisch of tak-
tisch, dan op moreel gebied. De onderne
mingsgeest van het Japansche leger wordt
door Fiel succes aangevuurd. Ook ditmaal
toont de Japansche generale staf dezelfde
eigenschappen, die hij bij de landingen en
bewegingen in Korea aan den dag legde.
Grondig worden alle bijzonderheden voor den
slag, die moet worden uitgevoerd, voorbereid,
en bij de uitvoering sluit alles als een bus.
Ook de vloot wei kt weer met het landleger
samen zoo, dat beiden elkaar aanvullen.
Hare kanonnen en torpedobooten van gerin
gen diepgang houden den vijaud bezig, be
schieten zijine stellingen en doen kleine po
gingen tot landing, die hun doel als schijn
manoeuvres vervullen Op de schepen zijn
ook. naar alle waarschijnlijkheid, de 12 cM.
houwitsers aangevoerd, welker vervoer over
land door dén slechten toestand van de we
gen belet werd. Uit artilleristisch oogpunt
zal liet van groote beteekenis zijn te verne
men, welke uitwerking het steilvuur (uit de
houwitsers) heeft gehad.
Aan Japansche zijde waren, behalve de
houwitsers, 18 batterijen veldgeschut met
108 snelvurende kanonnen van 7h cM. be
schikbaar. Het berggesehut, dat bovendien
nog aanwezig was, schijnt voor het artillerie-
gevecht. dat uen overtocht moeet dekken,
niet in aanmerking gekomen te zijn.
Voor de Russen zijn de 28 kanonnen, die
bij de aftocht achtergelaten zijn moeten wor
den, geen gering verlies. Twintig van deze
stukken zijn ver mees ter d na een verwoed ge
vecht van man tegen man, waarvan in een
bericht uit Tokio melding gemaakt wordt.
ROMAN
14 YAS
ALEX. RÖMER.
Leopold was het bloed naar het hoofd ge
stegen het suisde hem in de ooren. Hij had
uog nooit gebrek geleden en nog nooit zor
gen voor zijn toekomst gehad. Hij koesterde
heel andere wensclien, dan die van een ge
vestigde positie, die hem wel onafhankelijk
maakte, maar hem ook erg bond, en vele
lastige verplichtingen oplegde. Hij wou liever
blijven in den toestand van den onafhan
kelijke, die nog niet voldoende verdient en
van wien dus n ets kon geëischfc worden.
Hij gaf zich wel geen rekenschap van deze
gevoelens, evenmin als de meeste menschen
zich rekenshcap geven van de oorzaken hun
ner stemmingen.
„Is de oude gek?" dacht hij bij zich zelf.
„Verbeelt hij zich werkelijk, dat ik hier in
dit kleingeestige nest aan zijn leiband ga
loopen en me levenslang wil laten begraven?
Dat is toch onmogelijk."
Hij richtte zich in rijn ganscka lengte op
en dwong zicli tot kalmte. ..Lieve oom wer
kelijk u verrast mij zoo. Ik had an
dere eerzucht ik
„Ja, natuurlijk," viel do oude heer hem
in de rede, heel onaangenaam getroffen. „Je
waant je al president van die rechtbank, of
minister misschien dat ken ik mijn jon
gen dat ken ik opperbest. To Berlijn zit
ten ze bij dozijnen die sollicitanten als
raven stelen zo elkander liet brood uit den
mond, huichelaars, vleiers zijn liet ik
haat dat soort., haat zo in massa."
Zijn stem werd steeds hoonender en meer
bitter.
„En daarom, omdat ik ze ken en haat,
zal iemand, die met mij te doe© heeft, niet
tot 'hen behooreu, noch als omhooggeklom-
mene, noch als gevallene en vertrapte. Je
kent mij en weet nu, dat dit mijn ultimatum
is. Of je richt je leven in naar mijn wensch
eenvoudig, in bepaalde vast© grenzen; of je
gaat vroolijk je erigeu gang, maar daarmee
wil ik niets te doen hebbeen, daartoe reik
ik mijn hand niet en daarvoor draag ik geen
verantwoording."
„Maar beste oom u zult toch iemands
persoonlijke vrijheid niet zoo aan banden
willen leggen ik voel in t geheel geen
roeping voor het
„Vrije beroep van advokaat," viel de oude
hem ui de rede. „Dat is onlogisch, want
mijn plan wil jo juist vrijlioid waarborgen,
de vrijheid van oen onafhankelijk man van
eer. Wat jij wensokt, dat is slavernij en bo
vendien er verschenen eon paar koorts
achtig roode plekken op do magere wangen
van den opgewonden man zooals ik je
reeds dadelijk zei, ik wil niemand dwingen
overleg het bij jezelf. Hoe je, onbemiddeld
als jc bent, de jaren zult doorkomen, waar
in jo nog op geen traktement kunt rekenen
hoe het daarbii met. jo moeder aal gaan, be
grijp ik niet, maar dat zal jij dan wel we
ten. Mijn vrijwillige gelofte aan jo gedaan,
vervul ik op deze wijze en tot op het punt
dat ik mij voorstelde; ik deed mijn plicht,
doe jij nu, wat je good dunkt. En nu vaar
wel, jo kunt ja tot den herfst bedenken en
dan jo ontslag vragenwat je dan hier wacht,
weet je."
De advokaat stond op en Leopold moest
zijn voorbeeld volgen. Het koude zweet brak
hem uit en een machtelooze woede tegen den
„mallen oude" vervulde hem. Zijn uitingen
klonken heel bedenkelijk, bijna alsof hij
voor goed de handen van hem aftrok,
alsof hijt nooit hoop op rijn nalatenschap had
opgewekt.
Hij wou ham niet dwingen vervloekte
manier van spreken en toch oefende hij
den meest ongehoorden dwang op hem uit;
hij maaKte misbruik van zijn hulpbehoevend
heid en toch had hij geen flauw vermoeden,
in welke ïnoeielijkhcden hij Leo zich
bevond, moeielijkheden, waarin hij zich
slechts staande kon houden door het krediet,
dat hij genoot als ergenaam van ^advokaAt
Goldau. Leopold voelde zich geheel versla
gen. Want bij de kennis vau het karakter
van den ouden heer, was het een ijdelc hoop,
diens ijzeren wil te kunnen buigen.
Hij nam bevend zijn hoed van de tafel en
zijn stem haperde, toen hij zei
„U vermoedt wel niet, oom, boe u mijn
leven in de war stuurt," maar hij stokte
en had haast berouw van die woorden, toen
hij zag, hoe de aderen op het voorhoofd van
deu lieer Goldau van toorn opzwollen.
„Zoo zoo ik stuur je leven in de
war ik die hr4 bestuurd "heb dat is de
dauk, dien men oogst in de wereld o ja!
ik weet het al lang, 't is maar een onder
vinding temeer!
Leopold deed zijn best, hem te sussen.
„Val me niet te hard, oom," zei hij op smee
kenden toon, ofschoon hij van binnen kook
te maar heoisch, ik moet ernstig over het
onverwachte voorstel nadenken."
„Doe dat, doe dat, ik geef je tijd, maar
laat mij nu alleen, ik krijg al hartkloppin
gen en asthma, ten slotte schiet het me weêr
in mijn been. Wat weet jelui, jongelui, van
de plagen van den ouden dag en over 'tgc
heel van den last, dion men heeft gehad m
zoo'n eenzaam vreugdeloos leven, waarin,
niemand zich om je bestaan bekommert."
Kuchend en hijgend ging liij door de ka
mer naar liet neven vertrek, zonder om te
zien, steeds klagond en mompelend.
Leopold balde de vuisten in machtelooze
wocdo. Hij vloog, zonder rechts of links te
zien, de stad door naar huis. de nauwe trap
pen op en sloeg er geen acht op, dat- do blec-
ko vrouw, die op zijn komst gewacht had,
hom verschrikt iets vroeg
Hij liet haar vraag onbeantwoord, snelde
haar voorbij en wierp de deur van zijn ka
mer met geweld toe. Dat waren prachtige
vooruitzichten voor hem hier onder hel
toezicht van mama en den oude voor altijd
een doodvervelend leven te leiden. Want la
ter na den dood van Goldau zou er aan
carrière maken, zooals hij dit wenschtc, niet
meer te denken vallen.
Hij ging zitten, het hoofd in de handen
on slaarde voor zich uit: hij knarste op de
tanden. Als hij zich eens vrij maakte,
dien onwaardigen band verscheurde, ja,
onwaardig, want op dit oogenblik voelde
liij het hij loog en huichelde, hij nam
weidaden aan, waarvoor hij dankbaarheid
schuldig was en haatte den man, die ze hem
bewees. Die oude was de vloek van zijn lo
ven.
Toen 'hij dat dacht schrikte hij, hij
had het gevoel alsof er iemand achter hom
stond hij keek angstig om. Onzindie ge
schiedenis maakte hem zoo van streek, dat
hij spoken zag.
Hij mokte verder. Als die uitgedroogde
oude zich nooit om hem bekommerd had, zou
het cr veel beter voor hem uitzien veel
beter. Hij knikte, alsof hij don onzichtbare
naast hem dit vertellen moest. Dan had hij
zich moeiten schikken natuurlijk mis
sel) ie-n 'had ."hij niet kunnen studeeren
goed, dan zou hij oen ander beroep geko
zen hebben of anderen hadden hem ge
holpen verduiveld dat hij ook altijd
geholpen moest worden. Als men in de we
reld werd geschopt toch tegen zijn wil
men had niet eens zijn ouders en zijn om
standigheden voor 't kiezen. dan moeet
de Voorzienigheid wel op de een of andere
manier helpen.
Hij was op do pijnbank gezet, en bleef
or op, 't was om te vertwijfelenHou zou
hi zich redden, met al do schulden, die hij
had en waarvan niemand iets afwist, als de
oude, de vloek van rijn leven, de handen
van hetn aftrok.
Hij zuchtte diep daar werd geklopt;
hij hoorde zijn moeder angstig roepen „Leo!
does toch open. Is er iets gebeurd?"
Wordt vervolgd.