3 De heer V isser. Mijnheer de voorzitter, ik geloof den heer Jorissen te kunnen gerust stellen. Het lokaal in de Koestraat is voor de koepokinentingen zeer goed te gebruiken. Als wachtkamer voor de armen wordt het slechts Dinsdagavond en Woensdagsmorgens om de veertien d'agen gebruikt. Er schiet dus zooveel tijd over, waarin het beschikbaar is, dat daarheen kan worden overgebracht dat gene, hetwelk volgens het door den heer Jo rissen te berde gebracht in „de Poth" zou blijven nadat het is ontruimd als zdekeninrichting. Het ziekenhuis werd vroe ger al weinig gebruikt; dan zal het heele- maal niet meer gebruikt worden. Wat zal de gemeente er dan mee doen? Het gebouw! moet onderhouden en schoon gehouden wor den. Wijl hebben in dat deel van de ge meente al de leegstaande oude gasfabriek. Dat geeft allemaal last en kost jaarlijks een vrij aanmerkelijke som aan onderhoud en schoonhouden. Waarom zouden wij een gebouw, dat wij nergens anders voor kunnen gebruiken, niet van de hand doen? B. en W. meenen dus vrijheid te hebben om voor te stellen het bod, dat door Regenten is gedaan, aan te nemen. Er zal een nieuw brandspuithuisje gebouwd moeten worden maar overigens zal dit ge bouw best kunnen worden gemist. Verwon dingen, die dadelijk hulp noodig maken, ko men zoo weinig voor, dat daarvoor het ge bouw niet behoeft te worden aangenouden voor dit gedeelte der gemeente zou een lokaal in de ledigstaande oude gasfabriek, daarvoor genomen kunnen worden. De heer van Esveld. Mijnheer de voorzitter, ofschoon ik steeds tegengestemd heb Wanneer het gold bezittingen van dë hand te doen, moet ik zeggen, dat dit een bijzonder geval is. Indertijd hebben re genten van .,de Armen de Poth" de goed heid gehad dit gebouw aan de ge meente te verkoopenomdat de ge meente eene inrichting moest- maken voor de verpleging van lijders aan be smettelijke ziekten en nergens anders terecht kon. Regen te i hebben toon het gebouw voor een heel garingen prijs verkooht om bij de stad in 't gevlei te komen. Nu heeft de gemeente het gebouwi niet meer noodig. Het is dus bil lijk, dat het aan het gesticht terugkeert. Het- gesticht heeft er behoefte aan; het wil tot bevordering van een gemeentebelang het inrichten voor kosteloozo woningen. Nu zou het onbillijk zijn het gebouw niet terug te geven. Regenten willen het gaarne terug heb ben, omdat het midden in de bezittingen van het gesticht ligt; zij willen er een goe den prijs voor geven, meer dan eens zooveel als zij indertijd er voor ontvangen hebben. Waarschijnlijk heeft dë gemeente er wel wat onkosten aan gedaan, zoodat het nu in bete ren toestand is dan toen zij| het kreeg. Maar die verbeteringen hebben voor het gesticht geen waarde het gebouw zal worden afge broken om plaats te maken voor woningen. Wanneer particulieren een dienst hebben ge daan aan de gemeente, dan moet de gemeen te, als dit kan, ook gezind zijn een weder dienst te bewijzen. Hier kan dat geschieden, door het gebouw weder te verkoopen aan den vroe-geren bezitter. Het zou geen navolgens waardige handelwijze zijn, wanneer Regenten vroeger hunne gezindheid hebben getoond om dc gemeente ter wille te zijn, nu hen daar voor te beloonen op eene wijze, die niet fraai zou zijn. Zooals ik reeds zeidë, ik ben er in het algemeen tegen gebouwen, die aan de gemeente behooren, van de hand te doen Maar in dit geval komt het mij alles zins billijk voor, dat de gemeente aan het gesticht „de Armen de Poth" dit gebouw weder afstaat. Ik zal dus voor de voordracht stemmen. Dë heer J orissön. Mijnheer de voorzit ter, de heer Visser heeft mij straks verkeerd begrepen. Ik ben er niet tegen, dat dit ge bouw aan het gesticht de Poth wordt ver kocht als de gemeente het kan missen. Mijne vraag was alleen: Geeft de gemeente niet iets wëg wat kan blijken noodig te rijn? Nu de heer Visser zegt, dat dë gemeente atan die rijde van de stad nog een lokaal heeft en dat des noods de oude gasfabriek dienst kan doen het andere plan met de fabriek schijnt dus op den achtergrond te komen ben ik tevreden. Mijne vraag was alleenKunnen wij, het gebouw missen? Maar als dit het ge val is, dan ben ik er niet op gesteld het te behouden. Dë heer Heyligers. Mijnheer de voor zitter, in aansluiting aan wiat de heer Joris sen heeft gezegd, wil ik opmerken, dat iiet dioel, waarvoor in vroegere jaren dat gebouw 'is ingericht, nu heeft opgehouden. Maar be halve lijders aan besmettelijke riekten, wer den in het gebouw ook opgercuien men- schen, die onderweg een ongeluk hebben be komen. De oude gezondheidscommissie heeft over dit dubbele gebruik menige corres pondentie gevoerd met het gemeentebe stuur. Ik zou gaarne vernemen, waar B en W. voornemens zijn dergelijke lijders in bet vervolg te brengen. Al komt het zelden oor, liet kan toch voorkomen, dat daarvoor .ene gelegenheid moet rijn. De Voorzitter. Wanneer de barak in het Aldegonde-gasthuis klaar is, dan zullen daar de lijders aan besmettelijke ziekten ver pleegd worden, maar het contract, dat door het gemeentebestuur gesloten is met den eigenaar van dat gasthuis, verplicht de direc tie van het gasthuis ook de personen op te nemen, die door ongelukken getroffen zijn. De heer Heyligers. Dank u. Wordt z. h. o. copform net voorstel be sloten. ij. Voorstel tot het verleenen van pen noen en gratificatie aan den eervol ontslagen commies ter secretarie W. Frans. Het voorstel strekt om den heer Frans toe te kennen een pensioen van f 384 eu als gratificatie een bedrag van f 334, bene vens vrije woning in het thans door hem bewoonde huis aan de Breedcstraat no. 21. Wordt z. h. o. conform besloten. 7. Voorstel met ontwerp-virocdening be treffende den burgerlijken stand. Het voorstel strekt tob vaststelling van eene verordening volgens art 149 der ge meentewet, zooals dit wordt gelezen krach tens art. 15 der wet van den len Februari 1904 tot wijziging van 3e gemeentewet (Staatsblad no. 25). Ter benoeming tot ambtenaren van den burgerlijken stand bevelen B. en W. aan I. Voor de categorie bedoeld sub C van art. 3 van bijgaande verordening, de thans in functie zijnde titularissen nl. de beeren M. L. Celosse. E. L. Visser, jhr. J. W. A. Barchman Wuijtiers' en mr. P. J. F. van Voorst Vader. II. Voor de categorie bedoeld sub A van art. 3 den ambtenaar ter secretarie L. A. barou van Ittersum. UT. Voor de categorie bedoeld snib B van art. 3 den ambtenaar ter secretarie J. Boe- schoten. De artt. 1 en 2 worden z. h. o. voorloopig goedgekeurd. Art. 3. Dë heer Kleber. Mijnheer de voorzit ter, in dit artikel is o. a. bepaald, dat de ambtenaren van de categorie C in den regel do huwelijken voltrekken, waarvoor rechten geheven worden. Ik wil voorstellen de woor den „waarvoor rechten geheven worden" te doen vervallen. Ik meen, dat bij de voltrek king van huwelijken geen verschil gemaakt moet worden of er rechten voor betaald wor den of niet. Bëvendien is, wanneer de woor den vervallen, de tegenwoordigheid van een der ambtenaren van de categorie C nog niet absoluut noodig, want het artikel bepaalt verder, dat de huwelijksvoltrekking bij hunne verhindering of ontstentenis geschiedt door den sub A bedoelden ambtenaar. Het voorstel van den hoer Kleber wordt ondersteund. De heer Plomp. Mijpheer de Voorzitter, ik zie ook geen reden, om voor de voltrek king van het huwelijk onderscheid te maken tusschen de huwelijken, waarvoor rechten betaald worden, en die waarvoor dat niet ge schiedt. B. en W. willen aan dc niet-bezo'- digde ambtenaren van den burgerlijken stand de huwelijksvoltrekking opdragen als er wel rechten worden betaald, waaruit dus volgt, dat huwelijken, waarvoor geen rechten wor den betaald, door de bezoldigde ambtena ren zullen worden voltrokken. Waartoe moot die onderscheiding gemaakt worden? Als de verordening wordt aangenomen zooals zijl daar ligt, zal het gevolg waarschijnlijk zijn, dat eene zekere categorie van menschen zich voor de voltrekking van het huwelijk komt aanmelden op de dagen, waarop rechten wor den geheven. Maar het moet niet in de be doeling van het gemeentebestuur liggen om van het voltrekkenvan de huwelijken een weeldezaak te maken en daar iets uit te slaan. Het komt mij veel billij;ker en juister voor, alle huwelijken gelijk te stellen en hunne vol trekking of als regel op te dragen aan do onbezoldigde ambtenaren van den burgerlij ken stand, of de bezoldigde ambtenaren daar mee te belasten, onverschillig of er rechten voor betaald worden of niet. De Voorzitter. Ik kan mcdcdeelen, dat B. en W. hot voorstel van den heer Kleber overnemen, zoodat het geen afzon derlijk onderwerp van beraadslaging meer uitmaakt. Art. 3 wordt z. h. o. voorloopig goedge keurd, evenals daarna de artt. 4 en 5. De verordening wordt z. h. o. vastgesteld. Daarna wordt overgegaan tot de benoe ming van ambtenaren van den burgerlijken stand. Voor categorie C worden benoemd de liee- ren M. L. Celosse met 15, E. L. Visser met 15, jhr. J. W. A. Barchman Wuvtiers met 16 en mr. P. J. F. van Voorst Vader met 15 stemmen. Op den heer Heyligers waren 2 stemmen uitgebracht. Voor categorie A wordt benoemd de heer L. A. baron van Ittersum met 16 stemmen, voor categorie B de heer J. Boeschoten, even eens met 16 stemmen. De bezoldiging van den ambtenaar catego rie A wordt bepaald op f 100, die van den ambtenaar categorie B op f 25 per jaar. 8. Voorstel in zake de toekenning van eene toelage aan de leden der sub-eommissJe uit de gezondheidscommissie voor een syste matisch woningonderzoek. B. en W. vragen machtiging om aan de gezondheidscommissie te berichten, dat tegen eene toelage aan de twee deskundige leden der sub-commissie voor het systematisch wo ning-onderzoek van hoogstens f 0.40 per lid en per woning, geen bezwaar Ijcstaat, mits de betrokken begrootingspost hierdoor niet worde overschreden. Wordt z. b. o. conform besloten. 9. Voorstel tot het verleenen van een crediet voor inrichting van het kookonder- wijs op de herhalingsschool. Bi. en W. stellen voor, hen voor het kook- onderwijs in 1904 een crediet van f 500 te verleenen, waarvan omstreeks f 325 voor inrichting, omstreeks f 125 voor leermidde len en omstreeks f 50 voor salaris en reis kosten der onderwijzeres benoodigd zal zijn. Wordt z. h. o. conform besloten. 10. Vaststelling van het kohier der in komstenbelasting, dienst 1904. Wordt z. h. o. vastgesteld tot oen bedrag van f 76959. 11. Benoeming van een lid der commissie tot wering van schoolverzuim (vacature mr. W. D. Oaudri) vierde categorie.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 7