V. SOI.
Vrijdag 13 Mei 1904.
r m
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
3" Jaargang:.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post. - 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgever.i VALKHOFF ft Co.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DSR ADVERTRJSTIÊJJ
Oftottl&êri naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrMf bestaan voordeejige bepfUngfa tót
het herhaald adverteeren in dit Él£d by atonrieimmV Eteö
circulaire, bevattende de voorwaarden, worqt op aanvraag
toegezonden.
Politick Overzicht
De parlementaire anarchie in
Oostenrijk.
De rijksraad van Oostenrijk is naar 1 uis
gezonden en zal niet vóór laat in het najaar
weder bijeenkomen. Eigenlijk zou 't geen
schade doen, als men hem heelemaaJ thuis
liet, want, zoolang de toestand van hopeloo-
ze verwarring, die nu reeds sedert verschei
dene jaren in het huis va.n afgevaardigden
heerseht, niet verandert, is er tooh iret3
mee te beginnen. Dat huis is in den tegen-
woordigentoestand erger dan een vijfde
rad aan den wagen; het maakt eiken wet-
genden arbeid onmogelijk.
Kort n ai Pasdhen i9 het huis bijeengeroe
pen. Men had het liefst thuis willen laten,
maar voor ééne zaak was de medewerking
van het huis van afgevaardigden onvermij
delijk noodig. Het moest medewerken tot- de
verkiezing van de delegatiëneen soort
groote commissie, die de rijksbegrooting
(voor de aiensttakken die Oostenrijk en Hon
garije nog gemeen hebben) moet onderzoe
ken en vaststellen. Vóór Paschen was dat
met gelukt daarom moest het huis na i a
schen andermaal opgeroepen worden. Door
een kunstgreep is het gelukt die verkiezing
aan de orde te stellen en, ondanks de pogin
gen van de obsti uctionisten om dat te ver-
hindere i, tot een goed einde te brengen
Maar dat is ook de eenige positieve arbeid,
dien liet huis heeft kunnen volbrengen.
In de openbare zitting voerde de obstruc
tie aauhoudend de heerschappij,; de tij>d
werd doodgemaakt met het voorlezen van
petitiën en met stemmingen, afgewisseld nu
en dan door een klein standje, waarin men
met woorden, aan de kroegentaai ontleend,
elkaar te lijf ging. Achter de parlementaire
coulissen werd met grooten ijver gewerkt, om
voor het onoplosbare vraagstuk der verzoe-
ning van Duitsohers en Czechen eeue oplos
sing te vinden. „Veranderlijk als Aprilweer
schrijft een dagblad-oorrespondent
waren de berichten, die uit de vergaderloka
len der verschillende partijen naar buiten
kwamen, en wanneer des morgens de verzoe-
nings-barmoter op „gunstig" stond, dan
daalde hij tegen den niiaciag zeker tot „ver
anderlij k" en was des avonds tot het laagste
punt van wanhopigheid gezonken. Zoo ging
het dag aan dag."
Het waren de Poolsche leden, die zich als
bemiddelaars opwierpen tussohen de verte
genwoordigers van de beide rassen, wier vij
andschap (het Oosten rij ksche parlement op
het doode punt heeft gebracht. Maar zij zijn
in hunne pogingen met kunnen slagen en
krijgen nu tot dank van beide kanten ver
wijten ie hooren. Van Cfcechischc zijde heeft
men den voornaamsten onderhandelaar, den
voorzitter van de Poolsche fractie Jaworski,
beschuldigd van partijdigheid jegens de
Duitschers. Van den Duitschen kant ver
dacht men hem, de regeering al te zeer naai
de oogen te zien bij het verzoeningswerk.
Vóór Paschen had de heer Jaworski rechts-
streeks en afwisselend, maar zonder succes,
met de Duitsche en Ozedhische fractiën
onderhandeld. Later nam hij de regeering in
den arm, in de hoop da.n beter te zullen
slagen. Maar toen werden de Duitschers
weerspannig, die, terecht of ten onrechte,
aan de regeering de bedoeling toeschreven,
hen achteruit te zetten bii de Czechen. De
Neue Freie Prosse voorspelde, dat in dat ge
val de heele onderhandeling in 't honderd
zou loopen; de obstructie van de Duiisdbers
zou in de plaats komen van die der Czechen.
Daarmee zou men er nog veel erger aan t-oa
zijn dan te voren, want de Ozecbeu, die al
woken lang aan het obstrueeren waren, deden
't niet meer met hart en zielde Duitschers
daarentegen zouden zich kersversoh in de
obstructie begeven en zich er geheel en al
aan wijden.
Hoe men intusschen moge denken over het
beleid, waarmee de bemiddelaars ziah van
hunne taak hebben gekweten, men mag het
wel voor zeker houden, dat aan de onver
zoenlijkheid van de lieden, die zij tot elkaar
moesten brengen, hun échec voornamelijk te
wijten is. Aan beide kanten werden eischen
gesteld, die niet waren te vereenigen. De
Czechen verlangden als minimumde er»
kenning van het Czech isdh als taal voor den
inwendigen dienst in Bohémien, en eene Cze-
ohische universiteit in Moravië. Doch daal
de Duitschers over deze punten niet eens in
debat wilden treden, was eene verzoening
onmogelijk. De obstructie is dus in werking
gebleven, misschien wat minder hevig dan
vroeger, maar niet minder afdoende. Elke
arbeid werd daardoor onmogelijk gemaakt
Zoo 13 het gebleven tot liet einde toe.
Maar door ae obstructie is ook een voor
stel onafgedaan gebleven, van de groep der
Gzedhen zelve afkomstig, om het ministerie-
von Koerber in staat van beschuldiging te
stellen. Het vergrijp van dit kabinet tegen
de grondwet zou zijn, dat het een al te
overvloedig gebruik maakt van art. 14 der
grondwet, het bekende noodartikel, dat toe
laat, bij afwezigheid van het parlement bij
keizerlijk besluit den onvermijdelijk noodigen
wetgevenden arbeid te verrichten. Die be-
beschuldiging was zeker heelemaal misplaatst
want het ministerie zou natuurlijk niets 'ie-
ver verlangd hebben, dan dat het geen ge
bruik van dat artikel had behoeven te ma
ken. Het heeft dat zijns ondanks gedaan,
omdat het parlement niet bij machte was
het recht te gebruiken, dat liet ministerie
heet.te,4>gbb«ü- geschonden. Nu heeft de re
geermg- Tiet parlement naar huis moeten
laten gaan omdat er niets mee te beginnen
was, en dat is op nieuw een afdoend bewijs
hoe noodig dat grondwetsartikel voor Oos
tenrijk is als het middel om het land voor
de gevolgen der parlementaire anarchie te
behoeden.
Engeland.
Op de vraag van Bryco of en- mededeelingen
omtrent de Thibet-expeditiei 'waren gewis
seld tusschen de Russische en Britsclie regie
ringen sedert 17 Nevember 1903, ant
woordde lord Percy in het Lagerhuis, dat.
de tusscheu de vertegenwoordigers van de
beide regeeringen gewisselde brieven van niet-
officieelen en particulieren aard waren ge
weest er waren geene stukken over deze
zaak, die gepubliceerd kouden worden.
Minister Brodrick deelde mede, dat dë re
geering totde overtuiging was gekomen, dat
de jjongste gebeurtenissen te Thibet het opruk
ken der missie naar Lhassa onvermijdelijk
maakten. De Indische regeering is gemach
tigd' den Chineesehen gevolmachtigde mee te
deelen, dat, indien binnen een door haar vast
te stellen termijn geen bevoegd Thibetaansch
onderhandelaar met hem te Gyangtse ver
schijnt, de Eugelschen maatregelen zullen
nemen om tc Lhassa de onderhandelingen te
voeren.
Alle noodige maatregelen zullen worden
genomen tot verzekering van de gemeenschap
met de grens.
Minister Lyttelton verklaarde, dat de En-
gelsoh-Chineesche overeenkomst betreffende
den invoer van Chineesche arbeidskrachten
in Transvaal morgen aal worden geteekend.
Oostenrijk.
Bij het huis van afgevaardigden is een
wetsontwerp ingediend, waarbij een bedrag
van 159.574.000 kronen wordt aangevraagd
voor verschillende openbare werken. Daar
van zijn 60 millioen bestemd voor de nieu
we groote Alpenspoorwegen, tot uitvoering
van de noodzakelijk gebleken uitbreiding van
het oorspronkelijke programma en tot dek
king van de meerdere uitgaven, voortvloei
ende uit de buitengewoon groote en onvoor
ziene terreinbezwaren. Het geld zal gevon
den worden door uitgifte van eene leening.
Servië.
Koning Peter heeft een dienst bijgewoond
in de St. Marcuskerk, waar Koning Alexan
der en Koningin Draga begraven liggen,
bij gelegenheid van het naamfeest van dien
heilige. Men schrijft daaraan de bedoeling
toe, dat de Koning openlijk het bewijs heeft
willen leveren, dat hij niet betrokken is ge
weest in de misdaad, waarvan zijn voorgan
ger het slachtoffer geworden is, en dat hij
niet zoozeer beheensoht is door dë konings
moordenaars onder de officieren als men al
gemeen denkt.
De correspondent van de Zeit, die het
laatste sensatiebericht over een staatsgreep,
die in voorbereiding zou zijn, in d© wereld
heeft gebracht, is het land uitgezet.
Van de kroning van den Koning heeft
men afgezien; hij zal nu alleen gezalfd wor
den op den verjaardag van zijne proclamatie.
Er bestaat in Servië geen historische konings
kroon en ook zijn er geen kroon-insignes.
Bij de in Servië heersahend© democratische
ideeën, volgens welke de oorsprong van liet
•koningschap berust in den volkswil, ver
langt men ook niet dat Servië eene moderne
koningskroon bezit, eerder het tegendeel.
Turkije
Over de wijze waarop het incident, van
Smyrna is bijgelegd, wordt aan de Neue
Freie Presse uit officieele Turksche bron
medegedeeld, dat de Grieksche regeering, na
dat zij hare deelneming geweigerd had aan
het onderzoek, waarmee twee hooge Turksche
ambtenaren belast waren, ten slotte verklaar
de zich te willen vergenoegen met een bezoek
van den adjunct van den gouverneur op het
Grieksche consultant, dat leedwezen over het
gebeurde uitsprak. Dit voorstel had de Parte
aangenomen onder voorwaarde, dat de con
sul zou worden teruggeroepen en het bezoek
werd gebracht aan den waarnemenden con
sul. Dit is geschied, en sedert is de Grieksohe
consul-generaal Antopoulos van Smyrna naar
Cettinje overgeplaatst.
Men bericht, dat het Atheensche kabinet
zich gewend heeft tob do groote mogendheden
met het verzoek hunne gezanten te Kon-
stantinopel op te dragen, hun invloed aan
te wenden tot het verkrijgen van eene
scheidsrechtelijkc beslissing van het geschil
betreffende de bedrijfsbelasting, dat de aan
leiding geweest is tot het in Smyrna voor
gevallene.
Over de onlusten in Armenië wordt uit
Konstantinopel aan de Frankf. Ztg. bericht
De Turksche troepen bezetten het in de
uabijheid dei- Perzische grens gelegen plaats
je Hassankale, waarheen veel Armenische
opstandelingen gevlucht waren, en dwongen
dezen tot de overgave. De oproerige bewe
ging schijnt door het krachtig ingrijpen der
autoriteiten het einde nabij.
Zuidwest-Afrika.
De Nordd. Alig. Zeitung spreekt het be
richt uit Windhoek, dat kolonel Leut wei n, do
gouverneur van deze kolonie, besloten heeft
naar Duitschland terug te keeren, zoodra hij
de zaken heeft overgedaan aan generaal Von
Troth ain deze woorden tegen „Wijl uouden
dit bericht voor gedieel onjuist, want het ia in
volstrekte tegenspraak met verklaringen, die
kolonel Leutwein uit eigen beweging aan
zijne superieuren gegeven heeft.
Uit den vorm van deze tegenspraak is dui
delijk te zien, dat de gouverneur niet te re
kenen heeft op de inwilliging van een even
tueel verzoek om ontslag of verlof. Hij moet
als soldaat op zijn post blijven, al gaat het
oppergezag over op generaal Von Trotha.
De oorlog in Oost-Azië.
Over de gebeurtenissen op het oorlogstoo-
neel ontbreken voor 't oogenblik stellige be
richten. De wederzijdsche berichten spreken
elkaar tegen.
Van Russische zijde is het herstel van de
gemeenschap met Port Arthur gemeld. Een
geheele trein met oorlogsvoorraden zou bin
nen de vesting gebracht zijn. Uit Tokio
daarentegen wordt bericht, dat een officieel
onderzoek heeft aangetoond, dat de Russische
stadhouder een onjuist bericht in de wereld
heeft gezonden.
Met- de ontruiming van Nioetsjwang is het
evenzoo. Wat daarover werd bericht, wordt
door den chef van den Russischen generalen
staf tegengesproken.
De berichten over een veldslag bij Liao
jang, die weer met eene nederlaag van de
Russen geëindigd zou zijn, redueeeren zich
volgens andere berichten tot eene ontmoeting
met struikroovers, en deze kuinnen de
Russen natuurlijk wel baas.
De gevochten bij Anjoe, dus een tamelijk
eind Korea in. waarvan de telegrammen
gewagen, zijn een gevolg- van een stouttnoe-
digen verkenningstocht, die door eene afdee-
ling kozakken is onder,nomon. De opgaven
van de geleden verliezen wijzen uit, dat hier
bij over en weer slechts geringe troepenaf-
deelingen betrokken zijn.
De berichten over den opmarsch van de
Japanners in Mandsjoerije doen- zien, dat
langs de verschillende wegen, die van den
beneden- en midden loop van de Yaloe naar
Moekden gaan, Japansche troepen op weg zijn.
Op het laatste oogenblik ontvingen wij.
het bericht der vernieling van Dalny door
de Russen. De reusachtige havenwerken, die
daar ten koste van milLioen achats zijn aan
gelegd, zijai door de Russen met eigen hand
onbruikbaar gemaakt. Dalny was bestemd tot
de handelshaven van het verre Oostendie
ozu daar de gelegenheid vinden am zich te
ontwikkelen, terwijl Port Arthur de oorlogs
haven zou zijin. Dat alles is nu door de bouw
meesters zelf aan dc vernieling prijs gegeven.
De werken des vredes zijn met den oorlog
onbestaanbaar.
De particuliere correspondent van Reu
ter te Petersburg meildt, dat de Czaar
Zaterdag naar Moskou gaat om, in het. Sergius-
klooster te bidden voor de zegepraal der Rus
sische wapenen. De Czaar zal eenige dagen te
Moskou blijven en daar afechedd nemen van
het 10e en 17e legercorps, die naar het front
zullen vertrekken.
Uit Tokio wordt bericht: Admiraal Togo
rapporteert, dat sints den 6en Mei veelvul
dige ontploffingen gehoord werden in Port
Arthur. Men heeft niet kunnen gewaar wor
den wat daarvan de oorzaak is. De iudruk
is hier, dat de Russen aan dc verdediging
wain hopende, hunne eigen schepen vernielen,
alvorens de vesting te ontruimen.
Uit Tokio wordt berichtEen officieel
onderzoek heeft aangetoond', dat heb bericht
van admiraal Alexejew omtrent het herstel
van do spoorwegverbinding met Port Athur
onjuist is.
Volgens door den. genoralen staf ontvangen
berichten rukken de Japanners, die bij Pi-tse-
wo landden, langzaam op naar Kin-tsjou, dat
genoemd wordt een vooruitgeschoven stelling
tot verdediging van het Russische Gibraltar
in .het Verre Oosten. Slechts eene kleine
macht is afgezonden om de verbinding met
Poelantien af te snijdenhet verschijnen
van deze afdeeling was oorzaak van het ont
staan van het bericht der landing van de
Japanners te Port-Adams.
De Russen hebben de SÜsthaobaai, aan de
oostzijde van Liaotong bezetzij hebben
geen plan verder naar het zuiden terug te
gaan, integedeel duidt aller aan, dat zij zich
gereed maken om een hardnekkigen weer
stand te bieden.
De aanwezigheid van generaal Fock, waar
van in officieele berichten wordt melding ge
maakt, kan beteekenen dat het garnizoen veel
sterker is dan men dacht. Men gelooft, dat
generaal Fock bevel voort over de vierde
Siberische schorpschutto-s-divLsie10000 man
sterk. Indien deze divisie zich op het schier
eiland Liaotong bevindt, moet generaal Stös-
sel minstens 30000 man tot zijne beschikking
hebben. Eene macht van zoodanige sterkte
zou de insluiting van Port Arthur zeer moei
lijk maken, tenziij de Japanners een drie
malen zoo groote strijdmacht bijeen zouden
kunnen brengen. De geruchten over het af
snijden van den watertoevoer van Port
Arthur worden eene dwaasheid genoemd, om
dat deze stad in hoofdzaak het noodige water
verkrijgt door hef oondenseeren van zeewater.
Alleeivde Chineezen maken gebruik van put
ten-
De bijzondere correspondent van Reuter
te Petersburg bericht, dat volgens een ge
rucht stadhouder Alexejew den Ozaar heeft
geseind, dat do Russen de dokkon en kaden
te Dalny door dynamiet hebben vernield,
vermoedelijk om eene landing van de Japan
ners daar moeielijker to maken.
Latere telegrammen melden, dat do ge
heele haven van Dalny is verwoest. De Rus
sen hebben millioenou roebels uitgegeven
voor den aanleg van deze Eaven.
Een troep Russen, naar schatting 200 man
sterk, deed volgens een bericht uit Seoel, een
aanval op Anjoe. Het Japansdhe garnizoen
verdedigt de stad' hardnekkig.
Volgens dö laatste officieele rappor
ten behoorde de strijdmacht, die An
joe aanviel tot de ruiter-colonne onder gene
raal Mandaritof, bestaande uit G00 Tranv
baik&l-kooakkon en 100 Oessoeri-kozakken.
De colonne, van Liaojang afgezonden, 'egt
dagelijks 25 mijlen af. Volgens de verzeke
ring van gevangenen voert zij slechts voor
twaalf dagen levensmiddelen mee.
Uit Sjanhaikwan wordt bericht: De Rus
sen blijven nog in do buurt van Nioetejwang
sommigen keerden in de stad terug. De ar
tillerie van Tansji-kao ('bij Ndletsjwang) is
ROMAN
21 VAN
ALEX. RÖMER.
Op dat oogenblik keerde de oudste zich
nog eens om hij bad zijn sigarenkoker laten
liggen en kwam die liailen. Zij' stonden nu
vlak tegenover elkaar.
Haar capuchon was afgegleden het licht
der maan bescheen haar donkere vlechten eB
een hevige blos kleurde haar wangen.
Hij schrikte, 't was hem een raadsel, van
waar deze verschijning zoo plotseling was op
gedoken, op de plaats, die hij pas verlaten
had. Hij keek haar doordringend aanzij
stonden beide een oogenblik sprakeloos,
Toen greep zij moed en ging met een lichte
hoofdbuiging hem voorbij, naar liet voordek,
waar de trap naar de kajuit zich bevond.
De vreemdeling zag haar na en bleef nog
een poosje onbewegelijk staan, toen vroeg hij
aan een der manschappen
„Waar kwam die dame vandaan? Ik heb
hier een lieele poos gezeten en haar niet. ge
zien rij had mij toch voorbij moeten gaan,
als zij van don anderen kant was gekomen?"'
De man keerde zich log om en vroeg:
„Wie bedoelt u, mijnheer?''
„Wel, die dame, die daar pas naar beneden
ging. Heb je in 't laatste kwartior hier
niemand gezien buiten ons beiden?"
„Neen mijnheer, ik heb niets gezien, zij
is misschien uit de zee gekomen, maar als
rij u heeft toegelachen, dat. bef eekent geluk."
„De vreemdeling nam zijn sigarenkoker en
keek nog eens naar alle kanten om zich
heendie plaats had' geen anderen uitgang
wonderlijk!" mompelde hij. „Maar een
wezen van vleesch en bloed was riji; zij had
niets van een geest. Ik wil morgen vroeg naar
haar uitkijken, haar gezicht ken ik onder
duizenden terug.'
„Ellen was den volgendon morgen, een der
eersten,, die aan land ging; zij zag den vreem
deling nog eens uit de verte, ontweek hem
echter, want riji zou verlogen geworden, zijn.
als zij hem bij dag had teruggezien. Zij. nam
plaats in den trein en zette onafgebroken
haar reis voort.
s Middags van den volgenden dag was
Ellen bij, haar moeder. De arme vrouw lag
zwak, mager, geheel uitgeput te bed.
Ellen lag op de knieën voor haar ledikant
en streelde de doorschijnende handen der
zieke. Zij moest zich opgewekt voordoen cn
haar plotselinge thuiskomst mocht geen reden
van zorg worden voor de zieke Dit kostte
haar moeite, want zij was zelf dood af en
zenuwachtig.
Eerst had het gelaat van haar moeder ge
straald van geluk bijl 'haar onverwachte bin
nenkomst; maar spoedig daarna vroeg zij
verschrikt
„Maar kind, wat betoekent dat? Waarom
kom je zoo onverwacht thuis?"'
„Ik moest even naar u zien en weten hoe
het met u ging; ik verlangde zoo naar u en
toen mevrouw Bj-oding mij, schreef, dat u
ongesteld was
De zieke richtte zich op; haar mager
lichaam beefde; zij snakte naar adem. Mijn
God, wat zag zij, er slecht uit; haar handen
waren koud en vochtig. Ellen moest zich op
de lippen bijten, om uiet in tranen uit te
barsten.
„Mevrouw Breding?" riep mevrouw Kra
mer ontsteld uit. „Wat heeft zijl je geschre
ven? Dat had rij niet moeten doen Jij kunt
hier tooh niet balpen."
Doodmoe zonk rij in de kussens terug. Die
paar worden hadden haar geheel uitgeput.
Ellen keek om zich "Ween en legde hoed en
mantel af. Wat was haar deze omgeving
vreemd. Groote, gedeeltelijk nieuw ingerich
te kamers; haar kwamen ze kaal en onge
zellig voor. Haar moeder, aan overgrooto
zuinigheid gewend, had zeker .niet de kunst
verstaan, ze aardig in te richten. Oud ea
nieuw was op leelijke wijze door elkander
gehaspeld in de slaapkamer van de oude
vrouw zag het er erg kaaltjes uit.
Boven in de kamers van haar broeder was
Ellen nog niet geweest. Hij was niet thuis,
zei het boersche dienstmeisje. In 'het kan
toor, dat zij voorbij moest, toen zijl 'binnen
kwam, had zij stemmen gehoord en vernomen
dat de klerk daar was met een paar wachten
de boeren. Mijnheer zou vandaag echter niet
op het. spreekuur komenhij was uit zeilen.
Ellen greep opnieuw de hand harer moeder
en ging op den rand van Tiaar ledikant zitten.
„U moet vertroeteld worden, moedertje,'
zei ze, „kan het. meisje koken en zorgt, zij
voor u?"
„Acb, Ellen, het is zoo ongelukkig, dat ik
nu zoo hulpbehoevend ben geworden. Zoo'n
meisje, dat kan je wel denken als zo zon
der toezicht is, dan doet ze .niets goed"
Leopold .eet nu in 'het- Hotel dui Norddat
vindt 'hij prettiger en ik ik heb weinig
noodig.''
„Leopold ia niet thuis, hoor ik,-' zee Ellen,
terwijl zij bet gordijn op rij schoof, om
beter te kunnen zien.
Mevrouw Kramer zag haar dochter angstig
aan.
„Hij moest zeker voor zaken uit," zei ze op
weifelenden toon. Of er klanten, rijn?
„Een paar boeren maar hijj is naai- een
zeilpartij."
„O Ellen nu jo er toch eenmaal bent
moet ik je zeggen, dat het een groote
zegen is, mijn lieve kind. Ik was zelf al bang,
dat het niet anders kon. Ik vreet niet, wat
Leo heeft, maar rijn praktijk neemt erg af.
Eu als hij niets verdient, hoe moet het dan
gaan biji liet leven., dat hij leidt. Hij verkeert
hier in de hoogste knngeui o Ellen, het
doet me zoo'n pleieier, dat hij zoo gezien is en
er aoo gedistingeerd uitziet. Maar dat alle*
koet geld en ik ben zoo bang, dat
Ellen zweeg. Daarop zei ze„wc zullen nu
niet dadelijk alles in het eerste uurtje be
handelen. Ik zal eerst maar eens in de keuken
rondzien en voor iets warms zorgen."
Zij was treurig gestemd. Wat zij in dat
eerste uur gezien en gehoord had, was niet
geschikt om haar te troosten. Er was bijna
niets in huis en naar wat ze opmaakte uit
dc verhalen van hot welwillende, maar zeer
onhandige dienstmeisje, werd er voor de ver
pleging van haar moeder niets gedaan.
Met eon zwaar hart namn zij de teugels
van het- huisbewind in lianden eoi zorgde
voor do eerste noodzakelijke inkoopen. Zij
maakte, grootcndools eigenhandig, een krach
tig maal goreed voor haar en haar moeder,
cn hoe weinig verstand rij ook van koken
had, met goeden wil bereikt men veol, en rij
had dan ook de voldoening, dat haar moeder
heerlijk ut van haar krachtig soepje.
Middags ging Ellen naar boven, naar de
kamers vau haar broer, waar het dienst
meisje juist bezig was.
Zij was verbaasd over de weelde, die daar
keerechte. Die vertrokken, met gemakke-
lijko stoelen, zware overgordijnen, prachtige
schilderijen aan de wanden, vele vazen en
kunst versierselen, geleken meer op de salons
van een verwende dame, dan op do kamers
van een man, die een moeielijk beroep uit
oefent, Do rookkamer was in Turkschen stijl,
de slaapkamer een Sybaritisch vertrek met
zachte tijgerhuiden en een ledikant met
prachtige draperiën.
Numijnheer Iajo liet het rich in ied«r
geval aau niet* ontbreken.
Eon elegant wandeloostuum, zooals dio roil-
gens dë laatste mode in Engeland werden,
gedragen, hing over oen stoelop dc kraag
van ae jas stond de stempel van een Lon-
deuache firma, de duiuiste en meest chique
die zij daar kende. Het stond haar tegen hier
rond te zien, terwijl de eigenaar afwezig
was, dus was zij van plan, de kamer to ver
laten, toen zij tegen een verfrommeld papier
schopte, dat zeker inet Tiet. stof afnemen
van de schrijftafel waa gevallen.
Ellen bukte rich en raapte het op. Het
was een sterk geparfumeerd briefje, open, in
elkaar gefrommeld. Zij las, de klaarblijkelijk
door ©en dame gesch re ven woorden
„Vandaag om twaalf uur, zeilpartij,
lunch op het- liefde-eiland in bekend ge
zelschap, allergezelligst deux a deux.
LUDOE3KA."
Wordi vervolgd.