V. SOI. Vrijdag 13 Mei 1904. r m BUITENLAND. FEUILLETON. ZIJN WELDOENER. 3" Jaargang:. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post. - 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgever.i VALKHOFF ft Co. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DSR ADVERTRJSTIÊJJ Oftottl&êri naar plaatsruimte. Voor handel en bedrMf bestaan voordeejige bepfUngfa tót het herhaald adverteeren in dit Él£d by atonrieimmV Eteö circulaire, bevattende de voorwaarden, worqt op aanvraag toegezonden. Politick Overzicht De parlementaire anarchie in Oostenrijk. De rijksraad van Oostenrijk is naar 1 uis gezonden en zal niet vóór laat in het najaar weder bijeenkomen. Eigenlijk zou 't geen schade doen, als men hem heelemaaJ thuis liet, want, zoolang de toestand van hopeloo- ze verwarring, die nu reeds sedert verschei dene jaren in het huis va.n afgevaardigden heerseht, niet verandert, is er tooh iret3 mee te beginnen. Dat huis is in den tegen- woordigentoestand erger dan een vijfde rad aan den wagen; het maakt eiken wet- genden arbeid onmogelijk. Kort n ai Pasdhen i9 het huis bijeengeroe pen. Men had het liefst thuis willen laten, maar voor ééne zaak was de medewerking van het huis van afgevaardigden onvermij delijk noodig. Het moest medewerken tot- de verkiezing van de delegatiëneen soort groote commissie, die de rijksbegrooting (voor de aiensttakken die Oostenrijk en Hon garije nog gemeen hebben) moet onderzoe ken en vaststellen. Vóór Paschen was dat met gelukt daarom moest het huis na i a schen andermaal opgeroepen worden. Door een kunstgreep is het gelukt die verkiezing aan de orde te stellen en, ondanks de pogin gen van de obsti uctionisten om dat te ver- hindere i, tot een goed einde te brengen Maar dat is ook de eenige positieve arbeid, dien liet huis heeft kunnen volbrengen. In de openbare zitting voerde de obstruc tie aauhoudend de heerschappij,; de tij>d werd doodgemaakt met het voorlezen van petitiën en met stemmingen, afgewisseld nu en dan door een klein standje, waarin men met woorden, aan de kroegentaai ontleend, elkaar te lijf ging. Achter de parlementaire coulissen werd met grooten ijver gewerkt, om voor het onoplosbare vraagstuk der verzoe- ning van Duitsohers en Czechen eeue oplos sing te vinden. „Veranderlijk als Aprilweer schrijft een dagblad-oorrespondent waren de berichten, die uit de vergaderloka len der verschillende partijen naar buiten kwamen, en wanneer des morgens de verzoe- nings-barmoter op „gunstig" stond, dan daalde hij tegen den niiaciag zeker tot „ver anderlij k" en was des avonds tot het laagste punt van wanhopigheid gezonken. Zoo ging het dag aan dag." Het waren de Poolsche leden, die zich als bemiddelaars opwierpen tussohen de verte genwoordigers van de beide rassen, wier vij andschap (het Oosten rij ksche parlement op het doode punt heeft gebracht. Maar zij zijn in hunne pogingen met kunnen slagen en krijgen nu tot dank van beide kanten ver wijten ie hooren. Van Cfcechischc zijde heeft men den voornaamsten onderhandelaar, den voorzitter van de Poolsche fractie Jaworski, beschuldigd van partijdigheid jegens de Duitschers. Van den Duitschen kant ver dacht men hem, de regeering al te zeer naai de oogen te zien bij het verzoeningswerk. Vóór Paschen had de heer Jaworski rechts- streeks en afwisselend, maar zonder succes, met de Duitsche en Ozedhische fractiën onderhandeld. Later nam hij de regeering in den arm, in de hoop da.n beter te zullen slagen. Maar toen werden de Duitschers weerspannig, die, terecht of ten onrechte, aan de regeering de bedoeling toeschreven, hen achteruit te zetten bii de Czechen. De Neue Freie Prosse voorspelde, dat in dat ge val de heele onderhandeling in 't honderd zou loopen; de obstructie van de Duiisdbers zou in de plaats komen van die der Czechen. Daarmee zou men er nog veel erger aan t-oa zijn dan te voren, want de Ozecbeu, die al woken lang aan het obstrueeren waren, deden 't niet meer met hart en zielde Duitschers daarentegen zouden zich kersversoh in de obstructie begeven en zich er geheel en al aan wijden. Hoe men intusschen moge denken over het beleid, waarmee de bemiddelaars ziah van hunne taak hebben gekweten, men mag het wel voor zeker houden, dat aan de onver zoenlijkheid van de lieden, die zij tot elkaar moesten brengen, hun échec voornamelijk te wijten is. Aan beide kanten werden eischen gesteld, die niet waren te vereenigen. De Czechen verlangden als minimumde er» kenning van het Czech isdh als taal voor den inwendigen dienst in Bohémien, en eene Cze- ohische universiteit in Moravië. Doch daal de Duitschers over deze punten niet eens in debat wilden treden, was eene verzoening onmogelijk. De obstructie is dus in werking gebleven, misschien wat minder hevig dan vroeger, maar niet minder afdoende. Elke arbeid werd daardoor onmogelijk gemaakt Zoo 13 het gebleven tot liet einde toe. Maar door ae obstructie is ook een voor stel onafgedaan gebleven, van de groep der Gzedhen zelve afkomstig, om het ministerie- von Koerber in staat van beschuldiging te stellen. Het vergrijp van dit kabinet tegen de grondwet zou zijn, dat het een al te overvloedig gebruik maakt van art. 14 der grondwet, het bekende noodartikel, dat toe laat, bij afwezigheid van het parlement bij keizerlijk besluit den onvermijdelijk noodigen wetgevenden arbeid te verrichten. Die be- beschuldiging was zeker heelemaal misplaatst want het ministerie zou natuurlijk niets 'ie- ver verlangd hebben, dan dat het geen ge bruik van dat artikel had behoeven te ma ken. Het heeft dat zijns ondanks gedaan, omdat het parlement niet bij machte was het recht te gebruiken, dat liet ministerie heet.te,4>gbb«ü- geschonden. Nu heeft de re geermg- Tiet parlement naar huis moeten laten gaan omdat er niets mee te beginnen was, en dat is op nieuw een afdoend bewijs hoe noodig dat grondwetsartikel voor Oos tenrijk is als het middel om het land voor de gevolgen der parlementaire anarchie te behoeden. Engeland. Op de vraag van Bryco of en- mededeelingen omtrent de Thibet-expeditiei 'waren gewis seld tusschen de Russische en Britsclie regie ringen sedert 17 Nevember 1903, ant woordde lord Percy in het Lagerhuis, dat. de tusscheu de vertegenwoordigers van de beide regeeringen gewisselde brieven van niet- officieelen en particulieren aard waren ge weest er waren geene stukken over deze zaak, die gepubliceerd kouden worden. Minister Brodrick deelde mede, dat dë re geering totde overtuiging was gekomen, dat de jjongste gebeurtenissen te Thibet het opruk ken der missie naar Lhassa onvermijdelijk maakten. De Indische regeering is gemach tigd' den Chineesehen gevolmachtigde mee te deelen, dat, indien binnen een door haar vast te stellen termijn geen bevoegd Thibetaansch onderhandelaar met hem te Gyangtse ver schijnt, de Eugelschen maatregelen zullen nemen om tc Lhassa de onderhandelingen te voeren. Alle noodige maatregelen zullen worden genomen tot verzekering van de gemeenschap met de grens. Minister Lyttelton verklaarde, dat de En- gelsoh-Chineesche overeenkomst betreffende den invoer van Chineesche arbeidskrachten in Transvaal morgen aal worden geteekend. Oostenrijk. Bij het huis van afgevaardigden is een wetsontwerp ingediend, waarbij een bedrag van 159.574.000 kronen wordt aangevraagd voor verschillende openbare werken. Daar van zijn 60 millioen bestemd voor de nieu we groote Alpenspoorwegen, tot uitvoering van de noodzakelijk gebleken uitbreiding van het oorspronkelijke programma en tot dek king van de meerdere uitgaven, voortvloei ende uit de buitengewoon groote en onvoor ziene terreinbezwaren. Het geld zal gevon den worden door uitgifte van eene leening. Servië. Koning Peter heeft een dienst bijgewoond in de St. Marcuskerk, waar Koning Alexan der en Koningin Draga begraven liggen, bij gelegenheid van het naamfeest van dien heilige. Men schrijft daaraan de bedoeling toe, dat de Koning openlijk het bewijs heeft willen leveren, dat hij niet betrokken is ge weest in de misdaad, waarvan zijn voorgan ger het slachtoffer geworden is, en dat hij niet zoozeer beheensoht is door dë konings moordenaars onder de officieren als men al gemeen denkt. De correspondent van de Zeit, die het laatste sensatiebericht over een staatsgreep, die in voorbereiding zou zijn, in d© wereld heeft gebracht, is het land uitgezet. Van de kroning van den Koning heeft men afgezien; hij zal nu alleen gezalfd wor den op den verjaardag van zijne proclamatie. Er bestaat in Servië geen historische konings kroon en ook zijn er geen kroon-insignes. Bij de in Servië heersahend© democratische ideeën, volgens welke de oorsprong van liet •koningschap berust in den volkswil, ver langt men ook niet dat Servië eene moderne koningskroon bezit, eerder het tegendeel. Turkije Over de wijze waarop het incident, van Smyrna is bijgelegd, wordt aan de Neue Freie Presse uit officieele Turksche bron medegedeeld, dat de Grieksche regeering, na dat zij hare deelneming geweigerd had aan het onderzoek, waarmee twee hooge Turksche ambtenaren belast waren, ten slotte verklaar de zich te willen vergenoegen met een bezoek van den adjunct van den gouverneur op het Grieksche consultant, dat leedwezen over het gebeurde uitsprak. Dit voorstel had de Parte aangenomen onder voorwaarde, dat de con sul zou worden teruggeroepen en het bezoek werd gebracht aan den waarnemenden con sul. Dit is geschied, en sedert is de Grieksohe consul-generaal Antopoulos van Smyrna naar Cettinje overgeplaatst. Men bericht, dat het Atheensche kabinet zich gewend heeft tob do groote mogendheden met het verzoek hunne gezanten te Kon- stantinopel op te dragen, hun invloed aan te wenden tot het verkrijgen van eene scheidsrechtelijkc beslissing van het geschil betreffende de bedrijfsbelasting, dat de aan leiding geweest is tot het in Smyrna voor gevallene. Over de onlusten in Armenië wordt uit Konstantinopel aan de Frankf. Ztg. bericht De Turksche troepen bezetten het in de uabijheid dei- Perzische grens gelegen plaats je Hassankale, waarheen veel Armenische opstandelingen gevlucht waren, en dwongen dezen tot de overgave. De oproerige bewe ging schijnt door het krachtig ingrijpen der autoriteiten het einde nabij. Zuidwest-Afrika. De Nordd. Alig. Zeitung spreekt het be richt uit Windhoek, dat kolonel Leut wei n, do gouverneur van deze kolonie, besloten heeft naar Duitschland terug te keeren, zoodra hij de zaken heeft overgedaan aan generaal Von Troth ain deze woorden tegen „Wijl uouden dit bericht voor gedieel onjuist, want het ia in volstrekte tegenspraak met verklaringen, die kolonel Leutwein uit eigen beweging aan zijne superieuren gegeven heeft. Uit den vorm van deze tegenspraak is dui delijk te zien, dat de gouverneur niet te re kenen heeft op de inwilliging van een even tueel verzoek om ontslag of verlof. Hij moet als soldaat op zijn post blijven, al gaat het oppergezag over op generaal Von Trotha. De oorlog in Oost-Azië. Over de gebeurtenissen op het oorlogstoo- neel ontbreken voor 't oogenblik stellige be richten. De wederzijdsche berichten spreken elkaar tegen. Van Russische zijde is het herstel van de gemeenschap met Port Arthur gemeld. Een geheele trein met oorlogsvoorraden zou bin nen de vesting gebracht zijn. Uit Tokio daarentegen wordt bericht, dat een officieel onderzoek heeft aangetoond, dat de Russische stadhouder een onjuist bericht in de wereld heeft gezonden. Met- de ontruiming van Nioetsjwang is het evenzoo. Wat daarover werd bericht, wordt door den chef van den Russischen generalen staf tegengesproken. De berichten over een veldslag bij Liao jang, die weer met eene nederlaag van de Russen geëindigd zou zijn, redueeeren zich volgens andere berichten tot eene ontmoeting met struikroovers, en deze kuinnen de Russen natuurlijk wel baas. De gevochten bij Anjoe, dus een tamelijk eind Korea in. waarvan de telegrammen gewagen, zijn een gevolg- van een stouttnoe- digen verkenningstocht, die door eene afdee- ling kozakken is onder,nomon. De opgaven van de geleden verliezen wijzen uit, dat hier bij over en weer slechts geringe troepenaf- deelingen betrokken zijn. De berichten over den opmarsch van de Japanners in Mandsjoerije doen- zien, dat langs de verschillende wegen, die van den beneden- en midden loop van de Yaloe naar Moekden gaan, Japansche troepen op weg zijn. Op het laatste oogenblik ontvingen wij. het bericht der vernieling van Dalny door de Russen. De reusachtige havenwerken, die daar ten koste van milLioen achats zijn aan gelegd, zijai door de Russen met eigen hand onbruikbaar gemaakt. Dalny was bestemd tot de handelshaven van het verre Oostendie ozu daar de gelegenheid vinden am zich te ontwikkelen, terwijl Port Arthur de oorlogs haven zou zijin. Dat alles is nu door de bouw meesters zelf aan dc vernieling prijs gegeven. De werken des vredes zijn met den oorlog onbestaanbaar. De particuliere correspondent van Reu ter te Petersburg meildt, dat de Czaar Zaterdag naar Moskou gaat om, in het. Sergius- klooster te bidden voor de zegepraal der Rus sische wapenen. De Czaar zal eenige dagen te Moskou blijven en daar afechedd nemen van het 10e en 17e legercorps, die naar het front zullen vertrekken. Uit Tokio wordt bericht: Admiraal Togo rapporteert, dat sints den 6en Mei veelvul dige ontploffingen gehoord werden in Port Arthur. Men heeft niet kunnen gewaar wor den wat daarvan de oorzaak is. De iudruk is hier, dat de Russen aan dc verdediging wain hopende, hunne eigen schepen vernielen, alvorens de vesting te ontruimen. Uit Tokio wordt berichtEen officieel onderzoek heeft aangetoond', dat heb bericht van admiraal Alexejew omtrent het herstel van do spoorwegverbinding met Port Athur onjuist is. Volgens door den. genoralen staf ontvangen berichten rukken de Japanners, die bij Pi-tse- wo landden, langzaam op naar Kin-tsjou, dat genoemd wordt een vooruitgeschoven stelling tot verdediging van het Russische Gibraltar in .het Verre Oosten. Slechts eene kleine macht is afgezonden om de verbinding met Poelantien af te snijdenhet verschijnen van deze afdeeling was oorzaak van het ont staan van het bericht der landing van de Japanners te Port-Adams. De Russen hebben de SÜsthaobaai, aan de oostzijde van Liaotong bezetzij hebben geen plan verder naar het zuiden terug te gaan, integedeel duidt aller aan, dat zij zich gereed maken om een hardnekkigen weer stand te bieden. De aanwezigheid van generaal Fock, waar van in officieele berichten wordt melding ge maakt, kan beteekenen dat het garnizoen veel sterker is dan men dacht. Men gelooft, dat generaal Fock bevel voort over de vierde Siberische schorpschutto-s-divLsie10000 man sterk. Indien deze divisie zich op het schier eiland Liaotong bevindt, moet generaal Stös- sel minstens 30000 man tot zijne beschikking hebben. Eene macht van zoodanige sterkte zou de insluiting van Port Arthur zeer moei lijk maken, tenziij de Japanners een drie malen zoo groote strijdmacht bijeen zouden kunnen brengen. De geruchten over het af snijden van den watertoevoer van Port Arthur worden eene dwaasheid genoemd, om dat deze stad in hoofdzaak het noodige water verkrijgt door hef oondenseeren van zeewater. Alleeivde Chineezen maken gebruik van put ten- De bijzondere correspondent van Reuter te Petersburg bericht, dat volgens een ge rucht stadhouder Alexejew den Ozaar heeft geseind, dat do Russen de dokkon en kaden te Dalny door dynamiet hebben vernield, vermoedelijk om eene landing van de Japan ners daar moeielijker to maken. Latere telegrammen melden, dat do ge heele haven van Dalny is verwoest. De Rus sen hebben millioenou roebels uitgegeven voor den aanleg van deze Eaven. Een troep Russen, naar schatting 200 man sterk, deed volgens een bericht uit Seoel, een aanval op Anjoe. Het Japansdhe garnizoen verdedigt de stad' hardnekkig. Volgens dö laatste officieele rappor ten behoorde de strijdmacht, die An joe aanviel tot de ruiter-colonne onder gene raal Mandaritof, bestaande uit G00 Tranv baik&l-kooakkon en 100 Oessoeri-kozakken. De colonne, van Liaojang afgezonden, 'egt dagelijks 25 mijlen af. Volgens de verzeke ring van gevangenen voert zij slechts voor twaalf dagen levensmiddelen mee. Uit Sjanhaikwan wordt bericht: De Rus sen blijven nog in do buurt van Nioetejwang sommigen keerden in de stad terug. De ar tillerie van Tansji-kao ('bij Ndletsjwang) is ROMAN 21 VAN ALEX. RÖMER. Op dat oogenblik keerde de oudste zich nog eens om hij bad zijn sigarenkoker laten liggen en kwam die liailen. Zij' stonden nu vlak tegenover elkaar. Haar capuchon was afgegleden het licht der maan bescheen haar donkere vlechten eB een hevige blos kleurde haar wangen. Hij schrikte, 't was hem een raadsel, van waar deze verschijning zoo plotseling was op gedoken, op de plaats, die hij pas verlaten had. Hij keek haar doordringend aanzij stonden beide een oogenblik sprakeloos, Toen greep zij moed en ging met een lichte hoofdbuiging hem voorbij, naar liet voordek, waar de trap naar de kajuit zich bevond. De vreemdeling zag haar na en bleef nog een poosje onbewegelijk staan, toen vroeg hij aan een der manschappen „Waar kwam die dame vandaan? Ik heb hier een lieele poos gezeten en haar niet. ge zien rij had mij toch voorbij moeten gaan, als zij van don anderen kant was gekomen?"' De man keerde zich log om en vroeg: „Wie bedoelt u, mijnheer?'' „Wel, die dame, die daar pas naar beneden ging. Heb je in 't laatste kwartior hier niemand gezien buiten ons beiden?" „Neen mijnheer, ik heb niets gezien, zij is misschien uit de zee gekomen, maar als rij u heeft toegelachen, dat. bef eekent geluk." „De vreemdeling nam zijn sigarenkoker en keek nog eens naar alle kanten om zich heendie plaats had' geen anderen uitgang wonderlijk!" mompelde hij. „Maar een wezen van vleesch en bloed was riji; zij had niets van een geest. Ik wil morgen vroeg naar haar uitkijken, haar gezicht ken ik onder duizenden terug.' „Ellen was den volgendon morgen, een der eersten,, die aan land ging; zij zag den vreem deling nog eens uit de verte, ontweek hem echter, want riji zou verlogen geworden, zijn. als zij hem bij dag had teruggezien. Zij. nam plaats in den trein en zette onafgebroken haar reis voort. s Middags van den volgenden dag was Ellen bij, haar moeder. De arme vrouw lag zwak, mager, geheel uitgeput te bed. Ellen lag op de knieën voor haar ledikant en streelde de doorschijnende handen der zieke. Zij moest zich opgewekt voordoen cn haar plotselinge thuiskomst mocht geen reden van zorg worden voor de zieke Dit kostte haar moeite, want zij was zelf dood af en zenuwachtig. Eerst had het gelaat van haar moeder ge straald van geluk bijl 'haar onverwachte bin nenkomst; maar spoedig daarna vroeg zij verschrikt „Maar kind, wat betoekent dat? Waarom kom je zoo onverwacht thuis?"' „Ik moest even naar u zien en weten hoe het met u ging; ik verlangde zoo naar u en toen mevrouw Bj-oding mij, schreef, dat u ongesteld was De zieke richtte zich op; haar mager lichaam beefde; zij snakte naar adem. Mijn God, wat zag zij, er slecht uit; haar handen waren koud en vochtig. Ellen moest zich op de lippen bijten, om uiet in tranen uit te barsten. „Mevrouw Breding?" riep mevrouw Kra mer ontsteld uit. „Wat heeft zijl je geschre ven? Dat had rij niet moeten doen Jij kunt hier tooh niet balpen." Doodmoe zonk rij in de kussens terug. Die paar worden hadden haar geheel uitgeput. Ellen keek om zich "Ween en legde hoed en mantel af. Wat was haar deze omgeving vreemd. Groote, gedeeltelijk nieuw ingerich te kamers; haar kwamen ze kaal en onge zellig voor. Haar moeder, aan overgrooto zuinigheid gewend, had zeker .niet de kunst verstaan, ze aardig in te richten. Oud ea nieuw was op leelijke wijze door elkander gehaspeld in de slaapkamer van de oude vrouw zag het er erg kaaltjes uit. Boven in de kamers van haar broeder was Ellen nog niet geweest. Hij was niet thuis, zei het boersche dienstmeisje. In 'het kan toor, dat zij voorbij moest, toen zijl 'binnen kwam, had zij stemmen gehoord en vernomen dat de klerk daar was met een paar wachten de boeren. Mijnheer zou vandaag echter niet op het. spreekuur komenhij was uit zeilen. Ellen greep opnieuw de hand harer moeder en ging op den rand van Tiaar ledikant zitten. „U moet vertroeteld worden, moedertje,' zei ze, „kan het. meisje koken en zorgt, zij voor u?" „Acb, Ellen, het is zoo ongelukkig, dat ik nu zoo hulpbehoevend ben geworden. Zoo'n meisje, dat kan je wel denken als zo zon der toezicht is, dan doet ze .niets goed" Leopold .eet nu in 'het- Hotel dui Norddat vindt 'hij prettiger en ik ik heb weinig noodig.'' „Leopold ia niet thuis, hoor ik,-' zee Ellen, terwijl zij bet gordijn op rij schoof, om beter te kunnen zien. Mevrouw Kramer zag haar dochter angstig aan. „Hij moest zeker voor zaken uit," zei ze op weifelenden toon. Of er klanten, rijn? „Een paar boeren maar hijj is naai- een zeilpartij." „O Ellen nu jo er toch eenmaal bent moet ik je zeggen, dat het een groote zegen is, mijn lieve kind. Ik was zelf al bang, dat het niet anders kon. Ik vreet niet, wat Leo heeft, maar rijn praktijk neemt erg af. Eu als hij niets verdient, hoe moet het dan gaan biji liet leven., dat hij leidt. Hij verkeert hier in de hoogste knngeui o Ellen, het doet me zoo'n pleieier, dat hij zoo gezien is en er aoo gedistingeerd uitziet. Maar dat alle* koet geld en ik ben zoo bang, dat Ellen zweeg. Daarop zei ze„wc zullen nu niet dadelijk alles in het eerste uurtje be handelen. Ik zal eerst maar eens in de keuken rondzien en voor iets warms zorgen." Zij was treurig gestemd. Wat zij in dat eerste uur gezien en gehoord had, was niet geschikt om haar te troosten. Er was bijna niets in huis en naar wat ze opmaakte uit dc verhalen van hot welwillende, maar zeer onhandige dienstmeisje, werd er voor de ver pleging van haar moeder niets gedaan. Met eon zwaar hart namn zij de teugels van het- huisbewind in lianden eoi zorgde voor do eerste noodzakelijke inkoopen. Zij maakte, grootcndools eigenhandig, een krach tig maal goreed voor haar en haar moeder, cn hoe weinig verstand rij ook van koken had, met goeden wil bereikt men veol, en rij had dan ook de voldoening, dat haar moeder heerlijk ut van haar krachtig soepje. Middags ging Ellen naar boven, naar de kamers vau haar broer, waar het dienst meisje juist bezig was. Zij was verbaasd over de weelde, die daar keerechte. Die vertrokken, met gemakke- lijko stoelen, zware overgordijnen, prachtige schilderijen aan de wanden, vele vazen en kunst versierselen, geleken meer op de salons van een verwende dame, dan op do kamers van een man, die een moeielijk beroep uit oefent, Do rookkamer was in Turkschen stijl, de slaapkamer een Sybaritisch vertrek met zachte tijgerhuiden en een ledikant met prachtige draperiën. Numijnheer Iajo liet het rich in ied«r geval aau niet* ontbreken. Eon elegant wandeloostuum, zooals dio roil- gens dë laatste mode in Engeland werden, gedragen, hing over oen stoelop dc kraag van ae jas stond de stempel van een Lon- deuache firma, de duiuiste en meest chique die zij daar kende. Het stond haar tegen hier rond te zien, terwijl de eigenaar afwezig was, dus was zij van plan, de kamer to ver laten, toen zij tegen een verfrommeld papier schopte, dat zeker inet Tiet. stof afnemen van de schrijftafel waa gevallen. Ellen bukte rich en raapte het op. Het was een sterk geparfumeerd briefje, open, in elkaar gefrommeld. Zij las, de klaarblijkelijk door ©en dame gesch re ven woorden „Vandaag om twaalf uur, zeilpartij, lunch op het- liefde-eiland in bekend ge zelschap, allergezelligst deux a deux. LUDOE3KA." Wordi vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1