3»5
S',c Jnargunu.
Dinsdag 17 Mei 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
DAGBLA
ABONNEMENTSPRIJS:
3 maanden roor Amersfoortf 1*23
dom franco per post- 1.75.
sónderlijke nummers- 0.05.
Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Jon- en Feestdagen.
vortentiön, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'«morgens bij de Uitgevers in te zonden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTE NTIËN
Van 1—5 regelaf 0,7».
Elke regel meer- 5.11).
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
"VVAJdtSöH'U WENK*
)p uituoodiging van Zijne Excellentie den
uster van Bmnenlandsche Zaken waarsch—wt
burgemeester van Amersfoort jonge vrouwen,
zich naar elders, bepaaldelijk naar een der
oto steden in c-ns land in dienstbetrekking
ischen te begeven, daarheen niet te vertrek-
alvorens nadere inlichtingen te hebben in
ruimen, waartoe zjj zich ten Raadhuize kun-
i vervoegen.
)e Nederland sche Yereeniging ter beharti-
g van de belangen der jonge meisjes, de Ne-
landsche Vrouwenbond ter rerhooging van
zedelijk bewustzijn en de R.-C. V'ereeniging
bescherming van meisjes, die in de meeste
atsen afdeelingen of correspondentschappen
)beii, zijn steeds bereid hulp en voorlichting
verschaffen.
Amersfoort, 14 Mei 1904.
De Burgemeester van Amersfoort,
WUUHEJKS.
Poliuek Overzicbc
Servië en Bulgarije.
Sedert eeiiigc-n tijd reeds is er sprake van
derhandelingen tuschen Servië en Bulga-
b, maar wat het onderwerp daarvan was
icf in het duister. Nu eens sprak men van
derhandelingen over een nieuw handels-
rdrag, dan veer vaxi een oorlog betreffen-
i Macedonië. Dat er eene toenadering tus-
hen de regeeringen van de beide landen
left plaats geüad, blijkt uit de samen-
mist, die Koning Peter van Servië verle-
!n Zaterdag te Nisch met den vorst van
ilgarije heeft gehad, toen deze op zijne
is naar Weenen. door het Servische geb'.td
cam.
Althans er wordt naar toenadering ge
reefd, en. de loop van de zaken aan deD
ilkan toont duidelijk genoeg, welke ge-
achten en bedoelingen daarbij voorzitten,
o betrekkingen tusschen Belgrado en Sofia
jn langen tijd niet geweest zooals zij tus-
len vriendschap houdende buren be hoer
en te zijn. Men was in Servië altijd be-
ttgti, dat de Bulgaarsche pogingen tot uit-
ftung van ae sfeer der bemoeiingen afbreuk
tmdeii doen aan de eigen Oud-Servische
Bpiratiën. „Het was, zegt de Neue Freie
een wederzijdscfi diep wantrouwen,
at de betrekkingen tusschen Belgrado en
ofia ook tijdens den ganscihen uuur van den
lacedonisclïen opstand beheerschte. Bulga-
ije stuurde met zijne Macedonische politiek
p het Groot-Bulgaarsche doel af, zonder
ich te bekommeren om de aanspraken, die
ervië maakte op het Servische volkselement
n Macedonië, en het iou die ook
eker niet in aanmerking genomen heb-
en, wanneer het den moed ede kracht
iad gehad, in strijd met den wil van Oos-
•nrijik-Honganje en van Rusland den oor-
og met Turkije te ri&keeren. Maar evenzeer
ils Bulgarije voor zich alleen ten slotte is
eruggedeinsd voor het gevaar van een Tuik-
chen oorlog en er de voorkeur aan gaf, zich
net Turkije te verstaan, was Servië zich be-
vaist. van zijne zwakte naar binnen en naar
luiten."
Nu door de bemoeiingen van Oostenrijk
en Rusland het Macedonische vuur is be
dwongen en Bulgarije bewogen is vrede met
Turkije to {.luiten, cht men zoowel in Bel
grado als in Sofia het oogenblik gekomen
om toenadering te zoeken, en om dat aan
de buitenwereld te verkondigen, is de samen
komst tussohen Koning Peter en vorst Fer
dinand to Nisch beraamd. De Servische pers
scbnjft- eene groote beteekeuis toe aan deze
gebeurtenis. Men spreekt zelfs van 't sluiten
van een of- en defensief verbond en van een
accoora, dat gesloten zal worden betreffende
Macedonië. Zoo'n vaart zal het echter wel
niet loopen. In eene mededeeling, die de
Politiscno Correspondenz uit Belgrado heeft
ontvangen, wordt de aard van deze out
moetiug als volgt toegelicht:
„Het zou stellig voor carïg zijn, uit deze
samenkomst te conclude&ren tot het tot
stand komen van eenig politiek accoord tus
schen Servië en Bulgarije. Men kan deze
ontmoeting wel als het begin, maar niet als
de oekromtig van eene toenaderingspolitiek
beschouwen. De samenkomst moet nog pas
het ijs tot smelten brengen, dat tot dusver
in ue Deirekkingeu tusschen Servië en Bul
garije heerscuGe. Deze betrekkingen waren
namelijk zoo gespannen, dat zelts officie use
Bulgaarsche en Servische bladen nog onlangs
artikelen trachten, die alles behalve er op
uit waren, eene vriendschappelijke richting
in de politiek van de beide ragceringen te
bevorderen. Daar zulk eene verhouding niet
alleen op de betrokken staten een onaange
name n indruk maakte, omdat er gemakke
lijk botsingen en wrijvingen uit konden
voortvloeien, niaar ook op de binnenland-
sche ontwikkeling van de beide landen sto
rend werkte, is het gemakkelijk te begrijpen,
dat de hoogst geplaatste organen van het ge
zag in do beide landen hun invloed aanwend
den om hieraan een einde te maken, en in
dezen zin voortdurend werkzaam zijn, zon
der dat dit zou beteekenen, dat men tot
een positief resultaat gekomen is. Men kan
dus deze ontmoeting beschouwen als een
gunstig bewijs voor de vele bemoeiingen tot
verbetering van de wedcrzijdsche verhoudin
gen, maar enkel als dat en niets meer."
In overeenstemming hiermede is ook de
Neue Freie Press» van oordeel, dat deze
samenkomst, ook al heeft zij eene toenade
ring tusscihen Bulgarije en Servië ten ge
volge, een rechtsGeekschen invloed op den
loop der zaken aan den Balkan vooreerst
toch slechts in dezen zin zal hebben, dat de
ijverzucht en de rivaliteit van deze beide
Balkanstaten wordt verzacht.
Duitsehland.
Do Koning van Engeland heeft aangekon
digd, dat hij den Duitschen Keizer zal be
zoeken tijdens de Kiclsche week, aan water
sport gewijd.
In het Pruisische huis van afgevaardig
den is een voorstel aangenomen, dat was in
gediend gezamenlijk door de beide oonservar
tievc partijen en de nationaal-liberalen, met
het doel eene regeling te verkrijgen van de
sints lang reeds hangende kwestie van het
onderhoud der scholen. Het voorstel strekt
om de regeering uit te noodigen in de vol
gende zitting een wetsontwerp in te dienen
over het onderhoud van de openbare volks
scholen op de volgende grondslagen: 1. De
onderhoudsplicht van de openbare volksscho
len rust op de burgerlijke gemeenten, onder
eeno bijdrage van den staat tot bestrijding
van do kosten. 2. Tot uitvoering van art. 24
J der grondwet, waarbij is bepaald dat bij de
inrichting van de openbare volksscholen do
confessioneele toestanden zooveel mogelijk
moeten worden in acht genomen, worden do
j volgende regelen vastgestelda In den regel
moeten de leerlingen van eene school tot de
zelfde godsdienstige gezindte behooren en
door ouderwijzers van. hunne gezindte onder
wezen worden, b. Uitzonderingen zijn slechts
toegelaten om bijzondere redenen, inzonder
heid om nationale overwegingen of daar,
waar dit beantwoordt aan de historische ont
wikkeling. Onderwijzers, die tot het verlee-
neu van godsdienstonderwijs voor confessio
neele minderheden aan soliolen van eene an
dere confessie zijn aangesteld, kunnen voor
volledig onderwijs in aanmerking komen,
c. Wanneer het aantal schoolplichtige Kinde
ren van eene ooilfe&sioueele minderheid eeno
behoorlijke hoogte bereikt, dan heeft deze
minderheid aanspraak op inrichting van eene
school van hare gezindte, d. Tot regeling van
de sohoolzaken moeten in de steden en op
het platteland schoolbesturen worden opge
richt, waarbij aan de kerk, de gemeente en
de onderwijzers eene behoorlijke vertegen
woordiging moet worden verleend.
Verder wordt de regeering uitgenoodigd
bij de regeling van den onderhoudsjilicht van
de scholen tegelijk te zorgen voor het weg
nemen van onbillijke ongelijkheden in den op
verschillende gemeenten rustenden last en in
het bedrag der bezoldiging van de ouderwij
zers.
Namens de regeering zeido de minister
van eeredienst, tot wiens ressort de onder
wijszaken behooren, welwillende overweging
van dit voorstel toe. In de eenstemmigheid,
die over de hoofdzaken bleek te bestaan, zag
de minister een gunstig voorteeken voor het
tot stand komen van eene wet tot regeling
van de onderhoudsplicht van de volksschool.
Frankrijk.
Bij twee senator-verkiezingen, die verle
den Zondag hebben plaats gehad, z;jn geko
zen in Belfort de heer Philippe Berger, lid
van het Instituut en hoogleeraar aan het
Collége do Fr4nce, in Ille-et-Vilaino do heer
Brager do la Villemoysan. De eerste is minis
terieel, de tweede anti-ministerieel.
De Humanité bevat den tekst van
het rpotest van den Paus tegen de
reis van president Loubet naar Rome-
De Paus zegt, dat deze reis eene buitenge
woon ernstige zaak is. Hij beroept zich op
zijne onvervreemdbare rechten, die Frank
rijk meer dan de andere natiën moest er
kennen. Wanneer de muntius is Parijs bleef,
dan was dat om ernstige redenen. Het bezoek
were door Italië nagestreefd om de rechten
van den Heiligen Stoel te verzwakken en zijne
waardigheid te krenken. De Paus protesteert
om een precedent te vermijden.
In eene bespreking van dit protest zegt
Jaurès, dat hiermede de diplomatieke breuk
tusschen Frankrijk en het pausdom eigenlijk
voltrokken is.
Italië.
In antwoord op eon© interpellatie
in de Kamer, verklaarde de minister
president Giolitti wat Bcnadir betreft, dat
de regeering bovenal het oog moet hebben
op voorziening in de binnenlandsohe behoef
ten van het land. Wij kunnen geen imperia
listische politiek volgen. Dat. zou zijn op
nieuw m Bcnadir den misslag begaan, dien
men in Eritrea heeft bedreven.
Oostenrijk-Hongarije,
In zijn eocposé van den politieken toestand
aan do delegation deelde minister Coluchows-
ky mede, dat in dien toestand ternauwernood
een verandering is gekomen, die de moeite
waard is genoemd te worden.
Onze betrekkingen zijn zonder uitzonde
ring zeer goed zoowel met onze bondgenoo-
ten als met' do andere mogendheden, speciaal
met Rusland.
Bon. gedachten wisseling mot don Italiaan-
schen minister van buitenlandscho zaken Tit-
toui vormt een nieuwe waarborg voor d©
handhaving van den orde.
Goluchowsky betreurt de gebeurtenissen iu
het uiterste Oosten, omdat die noodlottig
zijn voor den handel. Hij vraagt zich af,
of er geen middel zou zijn, dat er maatrege
len genomen werden om te ontkomen aan
clc buitengewoon scherpe bepalingen betref
fend© do oorlogs-contrabande door gemeen
overleg der mogendheden.
In het vervolg van zijne hede ver
klaarde minister Goluchowski, dat de
handhaving van de stiptste onzijdigheid in
het Oosten een onderwerp van voortdurende
zorg der regeering zal zijn. Men mag wel
aannemen, dat do strijd gelocaliseerd zal blij
ven.
De vorderingen, die do hervormingen op
het Balkan-schiereiland maken, zijn aanzien
lijk en bevredigend, ondanks dc bezwaren,
door Turkije veroorzaakt.
De hervorming van do gendarmerie is,
dank zij onze vasthoudendheid, thans prac-
tisch begonnen. Wij zullen niet rusten voor
dat het programma der hervormingen in al
zijne bijzonderheden is uitgevoerd en zoolang
niet do geregelde werking van de door ons
iu het leven geroepen instellingen is verze
kerd. Turkije zal, naar wij hopen, begrijpen,
dat wij alleon handelen in het belang van
zijn behoud.
Rusland.
Voor de reis, die keizer Nikolaas thans
doet door het land, zijn langs den geheelen
weg en op alle stations omvangrijke veilig
heidsmaatregelen genomen. De keizerlijke
trein zal slechts 40 K.M. in het urn- afleggen.
Eerst neemt de Czaar afscheid van het
17e, daarna van het 10e legercorps. In het
gevolg gaan mede de troonopvolger, groot
vorst Scrgius, de minister van oorlog en ecni-
ge hooggeplaatste militairen. Dinsdag wordt
do stoet te Charkof verwacht. Daarna wor-
deu achtereenvolgens Poltawa, Orel, Kaloe-
ga, Toela aangedaan, waarna de Czaar twee
dagen te Moskou blijft. Do heele reis zal een
dag of tien duren.
Uit Kroonstad meldt het Russische tele-
graaf-agentschapMaandag werden aan
boord van het Eugelsche stoomschip „Cam-
ross", komende van Cardiff, twee bedienden
en een machinist gevangen genomen. Heden
werd aan boord van een Duiteche stoomboot
een verdacht persoon gearresteerd. De gear
resteerden, die uit Indo-China beweren af
komstig te zijn, schijnen Japanners te zijn.
Zij gedragen zich zeer onbehoorlijk.
Thibet.
Volgens een bericht uit Gyangtse wordt
de beschieting van het Eugelsche kamp dooi
de Tibetancn voortgezet. Het land voor het
kamp is in een toestand van gisting. Lama's
doortrokken het land en prediken den heili
gen oorlog. Het land achter het kamp is ge
heel open. De Engclschen nemen aHe voor
zorgsmaatregelen
Midden-Amerika.
Tol hoofdingenieur voor den aanleg van
het Panamakanaal is benoemd de heer Wal
lace, directeur-generaal van den Illinois Cen
tral-spoorweg. Voor de voorbereidende werk
zaam heden, wawrp<*ssingen en hygiënische
maatregelen rekent men twee jaren noodig
te hebben, voor do werkzaamheden aan het
kanaal zelf tien jaar.
Zuid-Afrika.
Do Engelsche bezettingstroepen in Zuid-
Afrika zijn van 1 April af tot op 21.500 man
verminderd.
De oorlog in Oosf-Azië.
Uit Tsjifoe wordt bericht: Men verwacht
een gecombineerden aanval op Port-Arthur
door de zee- en de landmacht tusschen 20 en
23 Mei.
De Japanners hopen Dalni binnen enkele
dagen te kunnen bezetten.
Na het vernietigen der mijnen voor Tar
lienwan zijn de Japanners voornemens daar
nog meer troepen aan land te zetten en dan
den aanval op Port-Arthur te beginnen.
Een Japauscli officier heeft verklaard, dat
de Japanners bereid zijn 2000 man bij den
aanval op te offeren.
Chineezcn, die het weten kunnen, verkla
ren dat de haveningang van Port-Arthur
niet versperd is.
Men bericht, dat Port Arthur geen gebrek
ean provisiën lieeft en dat een goede geest
heorscht, zoowel onder do burgerlijke als
onder do militaire bevolking.
Van Russische zijde wordt ten stelligste
verzekerd, dat de toegang tot do haven van
Port Arthur niet versperd is en dat de krui
ser Askold meermalen zonder eenige moeie-
lijkheid in- en uitgegaan is.
De commando's te Port Arthur zijn als
volgt verdeeldAlgemeen bevelhebber van
do verdediging van het schiereialnd Liaotong
generaal Stoessel, commandant van do ves
ting Port Arthur generaal Smyrnow, com
mandant van do artillerie generaal Belik.
commandant van de genietroepen generaal
Boelewsky, commandant van do troepen voor
de buitenversterkingen generaal Fock.
De aanwezigheid van een zoo aanzienlijk
aantal opperofficieren duidt aan, dat do ver
dediging met ernst zal worden gevoerd.
De Petit Parisien verneemt uit Tokio, dat
de Japansche torpedo-flottielje, blijkens oen
officieel rapportop den 11. mijnen gelegd
heeft ter roede van Port Arthur.
Het Journal verneemt uit Petersburg dat
de trein met munitie, die kolonel Spiridonof
nog naar Port Arthur heeft kunnen bren
gen, ook een ondcrae-oscke boot, in sectiën,
meevoerde. Het garnizoen van Dalni moet,
na al wat don Japanners van dienst had kun
nen zijn, vernield te hebben, behouden to
Port. Arthur aangekomen zijn om de bezet
ting van die plaats te versterken.
De Japansche dépêche-boot Miyako ia eer
gisteren in do Kerrbaai op een mijn gestoo
ten en vernield. Acht personen zijn daarbij
verongelukt.
Over het. vergaan van de Miyako wordt
nader uit Tokio bericht, dat dit is geschied
bij het opruimen van Russisch» mijnen in
dc Kerrbaai. Admiraal Kataoka was giste
ren daarheen teruggekeerd met eene afdee-
ling van het derde eskader ter bescherming
van tweo torpedoflottillcs, aan wie het werk
der opruiming was opgedragen. Vijf mijnen
waren ontdekt en vernield en het werk was
juist voor dezen dag gestaakt, toen do
„Miyako" op een verborgen mijn stiet, die
met geweldige kracht onder het schip ont
plofte. De romp werd vreeselijk beschadigd,
maar fcodh bleef het schip nog twee en twintig
minuten drijvende. Tweo matrozen werden
gedood, zes gewond. De overige leden der be
manning werden gered.
ROMAN
21 VA s
ALEX. RÖMER.
Voor haar moeder had zij weinig respekt
zij gaf dikwijls norsche antwoorden. Zij keek
Ellen, haar toekomstige leer arcs, onderzoe
kend, half sahuw, half wantrouwend aan,
maar verklaarde ten slotte, dat zij het goed
vond nog wat te leereu, als de juffrouw haar
niet wou plagen.
Ellen kreeg den indruk, dat haai- taak bij
dit verwende poppetje niet gemakkelijk zou
zijn. Seuorita Angela groette bevallig haar
bewegingen waren bekoorlijk en ging do
kamer uit.
Haar moeder zag haar met eon gelukkigen,
trotschen blik na. „Zij is mooi eu elke weusch
van haar is steeds vervuld; ik zou haar in
't geheel niet meer willen plagen met stu-
deeren, als niet haar toekomstige verloofde,
die nu nog op reis is. heel dringend had te
kennen gegeven, dat hij wenschte, dat er iets
voor haar wetenschappelijke opleiding zou
worden gedaan. Hij is een Duitsoher, weet u,
eu Duitscher3 houden van grondige kennis.
Een Spanjaard zou nooit op zoo'n denkbeeld
zijai gekomen."
„Is de jonge dame dus al verloofd?" riep
Ellen verrast uit, „dat wist ik niet".
„Ja, verloofd, zooals men dat hier noemt.
Do heer Adolf Weioord is de zoon van den
compagnon van mijn overleden ma-n en kwam
pas te Valparaiso, toen wij reeds van daar
wanen gegaan. Het plan van het huwelijk
waa reeds lang geleden door de vaders ge
maakt dat geoeurt dikwijls daax ginds
de beide vermogens kwamen overeen en het
was aan alle kanten geschikt."
Don Adolfo werd juist verwacht, toen mijn
man plotseling stierfik was geheed versla
gen en had maar een, weusch naar het va
derland terug te keeren. Wij zijn dus op reis
gegaan vóór Don Adolfo aankwam en zoo
doende hebben c elkander nog ni:t-ontmoet
Hij is uu te Napels en wij zullen hem. hoop
ik, spo:dig hier zien. Hij is een voortreffelijk
man en heel rijk."
„U kent mijnheer natuurlijk", merkte El
ien op, om toch iet» te zeggen. Die geschie
denis van de verloving van twee elkander
geheel onbekende menrchen interesseerde
haar weinig. Zij kon zich geen voorstelling
makeu, hoe een volwassen meisje toestem
men kon in plannen, die haar persoon aan
een volkomen vreemde overleverden.
„Ik?" vroeg mevrouw verwonderd, „neen,
ik 'ken hem ook niet Hoe zou ik? Hij
was n' t to Valparaiso, zoolang ik daar woon
de; hij woonde te Hamburg, later te New-
York, in Wert-Indië, langen tijd op Haïti
o! hii was overal, bi» heeft de halve we
reld rondgereisd. Hii is heel verstandig en
heel goed'"
Zij zei dat laatste zoo beslist, alsof zij
daarvoor den besten waarborg had, alleen
niet diie van haar eigen oordeel, waaraan
trouwens niet veel te hechten was. „Ik heb
hier zijn portret, dat hii onlangs aan Angela
zond. Wilt u het eens zien?"
Mevrouw nam van de étagère, naast do
sofa. een portret in kabinetformaat, in een
fraai lijstje, ©n reikte het Ellen over.
Deze wierp er een vluohtigen blik op eu
kreeg toen een pbotselingen schrik. Dat wat»
1 immers hetzelfde gelaat-, dat zij nog zoo dik-
wijls voor zich zag; het gelaat van den on-
bekende, dien zit clueu nacht op do „Vienna"
gezien had!
Zij kreeg een kleur als bloed, die gelukkig
niet door mevrouw Rose werd opgemerkt
1 haar 'hart klopte onstuimig; dat was toch
zeker wel vreemd on onverklaarbaar.
I Haar handen beefden, toein zij het portret
teruggaf en op den «meest onverschilligen
toon zet; „een heel prettig gezicht".
1 „Niet waax? O! hij gaat ook door voor
een moöien man. Hij was ook verrukt van
Angela s portret, dat wc hem te Napels zon-
1 denz»j. is ook zoo mooi als een sprookje".
Uiterlijke schoonheid was hier dus do
hoofdeisch.
Ellen had een onbestemd gevoel, dat zij
van den vreemdeling, wiens trekken eu wiens
stem haar zoo sympathiek waren geweest, iets
anders had verwachthot was alsof zij een
teleurstelling ondervond. Zij had plotseling
een gevoel van leegte, dat zij niet begreep
I en nam, spoedig afscheidover de lessen was
I needs het noodige afgesproken.
Toen zij -beneden onder dc veranda kwam,
hield een cavalcade stil voor net naburige
huis.
Luid gelach en vroolijk gestherts drongen
in haar oor er waren bekende i-rtemmen bij.
De ruiters waren meest-al officierenslechts
één heer in burgeik leoding, een slanke, ele
gante verschijning, die haar den rug toekeer
de, was onder hen.
Hij lachte en boog zich over tot zijn buur
vrouw, een trotsclie amazone, in een groene
japon, met wie hij vertrouwelijk fluisterde.
Ellen stond als versteend dat was Leo
pold, zeker zij za.g nu zijn gelaat- en profil
en do dame was Adino vou Rodenfels.
Zij kon zich geen rekenschap geven, van
da •gedachten, die haar bestorinden. Het
groepje klapte in de handen en riep luid:
„Mevrouw Lodoiska, mevrouw v. Trembow!"
en allen zagen -omhoog, ifaar het mooie huis.
Nu veracneen do dam» in de veranda on
-kwam in den voortuin; zij was eveneens in
amazone kostuum en nag bezig haar hand
schoenen d'icht te knoopen Haar kolossale
figuur kwam niet voordeelig uit. Om den
lioogen hooa, die haar dik h'oofd bedekte,
was een -grijze sluier gewenden, dien zij vast
knoopt». „Bedaard, dames en lueeron ge
duld riep zij met krijschende stem en op
vallend buitonla-ndsch accent.
„Mijnheer Kramer, u bewijst me wel Weer
den dienst u is steeds de „chevalier saus
peur et saus rcproche' Bonjour, Adientjc
hm! Bloedrood© anjelieren in liet knoops
gat vandaag bet zinnebeeld van -een ge
lukkig huwelijk."
Zij lachte luid en leclijk.
Leopold was van zijn paard gesprongen en
hielp behendig de niet -zeer vlugge amazone
in den zadel. Grappen en plagerijen worden
gcWiveKi, die Ellen van uit haar hoek en
aoor liet getr;i-pj»el dor hoeven met meer kon
verstaan.
De ruitergroep zette zich in beweging.
Leopold reed tusscihen do beid» dames, tij
k wannen n,iicn, die zich achter een pilaar
verborgen had, voorbij. Adine zag er frisch
en heel mooi u)it; zij had bloedrood© anje
lieren op de ixirst gestoken en onderhield
zich zeer levendig mot haar buurman en met
I do achter haar rijdend» officieren.
„Wat was dat?" vroeg Ellen zioh af.
„AdineGing die met mevrouw Lodoiska
om? En haar hoofd -duizeldezij waagde
l*t niet door te denken.
In gedachten verdiept ging zij naar huis.
Zij had heel wat onvoorziens ondervonden.
Zij zou dus haar onbekende van de boot hier
weer ontmoeten. Waarom kwam zijn beeld
onder au» indrukken en aorgen weer boven?
at- ging hij, de verloofd© van dat mooie,
oppervlakkige meisje haar aan? Hoe kw.un
htet, flat zijl zich zooveel mot hem bezighield?
Zij had op reis vele vreemdelingen ont
moet zij kon zich daarvan gceai enkele her
inneren. Waarom bleef deze dan zoo iu haar
geheugen
Zij schudde het hoofd over zichzelfdat
kwam van het niots doen, waaraan zo niet
gewend was.
Nog vóór Kerstmis begon Ellen met An-
gelita's onderwijs. Da moeder der jonge dar
me maakte er haast meezij beschouwde
het als een onaangenamer plicht, die zoo
spoedig en zoo snel mogelijk moest worden
vervuld. Men verwachtte van Ellen, dat zij
het meisje de noodige wetenschap bij groote
hoe voel heden zou inpompen cn dat er bin
nenkort schitterende resultaten zouden wor
den bereikt.
Ellen stond verstomd van de ongeloofelij-
ke onwetendheid der jonge dame. Ondor het
oppervlakkige vernisjc was oen absoluut le
dige ruimte.
Hoe een begin te maken?
Wordt vervolgd.