3
Benoeming van d{ie leden van de oom-
missie van toezicht op het lager onderwijs
wegens periodieke aftreding met 1 Januari
1904.
Do heeren N. Veis Heyn, C. M. M. Ver
molen en J. Bolk worden herbenoemd res
pectievelijk met 15, 14 en 15 stemmen.
Benoeming van negen leden der oommissie
tot wering van schoolverzuim wegens aftre
ding met 1 Januari 1904. Overgelegd wordt
eene missive waarbij do fungeerende leden
ter wille van de regelmatigheid in benoeming
hun mandaat tegen dien datum ter beschik
king stellen.
Ter benoeming van de leden uit de ouders
worden uitgebracht op de heeren J. van
Eeden, J. A. Stoopend aal en F. F. Spieker-
man 15 stemmen, die derhalve benoemd
zijn. Verder worden uitgebracht op de hee
ren Bianchi en das Tombe ieder 7 stemmen.
Bij de nieuwe stemming krijgen de hee
ren Bianchi en des Tombe weder ieder 7
stemmen, 1 briefje is blanco. Bij de daarop
volgende herstemming worden uitgebracht 8
stemmen op den heer T. J. H. Bianchi, die
derhalve benoemd is. Verder werden uitge
bracht 6 stemmen op den heer des Tombe en
1 briefje was blanco.
De benoeming van de leden der drie
overige rubrieken geschiedt op één briefje.
Benoemd werden de heeren N. van Veen,
J. van der Horst, P. de Groot, M. van Lin-
gen en mr. W. D. Caudri, allen met 15 stem
men.
De Voorzitter betuigt den leden van het
stembureau dank voor de genomen moeite.
7. Out worp-besluit tot vaststelling van
jaarwedden van onderwijzend personeel bij
het lager onderwijs in 1904 overeenkomstig
de daaromtrent geldende bepalingen.
Wordt z. h. o. conform besloten.
8. Reclames tegen aanslagen in de inkom
stenbelasting mot advies van de recla^ae-
oommissie en (afwijzend) advies van B. en W.
De heer K 1 e b e r. Mijnheer de voorzitter,
is het uw voornemen het afwijzend advies
van B'. en W. in stemming te brengen?
De Voorzitter. Ja, het advies van B.
en W. komt in stemming.
De heer Kleber. Dan wensoh ik wel
even het woord. Ik weet wel, dat als het
advies van B. en W. wordt aangenomen, dat
zal zijn overeenkomstig de verordening. Vol
gens de letter van de verordening kan aan
dien reclamant geen vermindering van aan
slag verleend worden. Maar aan den ande
reu leant is het zeer onbillijk, dat als iemand
ophoudt gemeente-ambtenaar te zijn en de
gemeente hem dus slechts een gedeelte van
zijn jaarlijksch traktement betaald, hij het
volle jaar door belasting moet betalen van
een inkomen, dat de gemeente hem onthoudt,
althans hem niet meer geeft. Het wil mij
voorkomen, dat deze reclamant op 1 Jar
nuari eigenlijk niet zijn volle traktement
had, omdat nij jaarlijks moest werden her
benoemd met ingang van 1 September. Den
leu Januari kon hij dus slechts rekenen op
twee derden van het traktement, over een
vol jaar gerekend; langer kan hij er geen
aanspraak op maken. Nu beroepen B. en W.
zich er op, dat hiji te laat heeft gereclameerd.
Maar wie draagt daarvan de schuld De man
kon niet vroeger reclameeren. Indirect is
dus de gemeente de schuld van de te late
reclame. Ik zou willen voorstellen, dat men
in dit geval eene exceptie maakte en de re
clame nog deed gelden, omdat de gemeente
er zelf oorzaak van is, dat de tijid van re
clame verstreken is.
De heer van Beek. Mijnheel- de voorzit
ter, wat de heer Kleber zegt, is in zekeren
zin wel juist. De commissie meende hierin
echter geen uitspraak te moeten doen. Deze
persoon heeft gereclameerd, maar het lag
niet aan de oonunissie om daarover te be
slissen. De late indiening van de reclame is
ook besprokener is wel iets voor te zeggen,
dat de man 't niet eerder heeft kunnen doen,
want hij heeft niet geweten dat hij, niet zou
worden herbenoemd. Wanneer hij meent
rechten te kunnen doen gelden, dan moet hij
zich niet tot de oommissie wenden, maar tot
den raad. Dat is de eenvoudigste weg om tot
eene oplossing te komen. Zoo is de bedoeling
van de commissie. Dit is eene zaak, die aan
den raad behoort, maar waarop de oommissie
niet kan ingaan.
De Voorzitter. Ik moet opmerken,
dat volgens art. 14 van de verordening eene
verandering in dien financieelen toestand van
dén aangeslagene in den loop van het jaar
geen wijziging in den aanslag kan teweeg
brengen. De raad zou afwijken van de ver
ordening, als hij op dit verzoek om vermin
dering inging. Dat is het bezwaar.
De heer Kleber. Mijnheer de voorzitter,
ik heb zoo straks eene andere stelling opge
worpen. Er is niet in den loop van het jaar
verandering giekomen in den toestand, maar
de toestand van den reclamant was in Jar
nuari een andere dian die, waarnaar hij is
aangeslagen. Heeft hij maar aanspraak op
acht maanden traktement, dan bedraagt
zijn inkomen over het volle jaar slechts
twee derden. Feitelijk had hij den len
Januari slechts twee derden van het in
komen, waarvoor hij, is aangeslagen. Zoo
moet men de zaak beschouwen. Alle leden
zullen 't wel met mij, eens zijn, dat het on
billijk is iemand te laten betalen van het
inkomen, dat de gemeente heeft opgehou
den hem te verschaffen.
De heer Plomp. Mijnheer de voorzitter,
als wij de redeneering van den heer Kleber
willen volgen, dan moeten wijl iets anders
weten, namelijkHoe luidt het aangiftebil
jet? Van een te hoogen aanslag kan geen
sprake zijn, als de man zijn inkomen zoo
opgeeft. Dan zou de grond voor de redenee
ring van den heer Kleber dus vervallen.
De heer Kleber. De man kon niet an
ders denken, dan dat hij gecontinueerd zou
worden, en dat heeft de gemeente niet ge
daan.
De Voorzitter. Ik zal het voorstel
van B. en W. in stemming brengen.
De heer Croockewit. Mag ik dat voor
stel nog eens hooren, mijnheer de voorzit
ter?
De Voorzitter. Heft voorstel strekt
tot afwijzing van het verzoek van den recla
mant.
De heer Croookeiwit. Wanneer het
voorstel wordt afgestemd, zal dan het ver
zoek zijn toegestaan?
De Voorzitter. Als het voorstel van
B. en W. verworpen wordt, dan moet er
een nieuw voorstel gedaan worden.
De heer Hamers. Kan u zeggen of de
reclamant zelf de aangifte heeft gedaan?
De Voorzitter. Ja, hijj heeft haar zelf
gedaan.
De heer van Esveld. Ja, maar toen
wist hij niet, dat hij niet zou worden gecon
tinueerd.
In stemming gebracht, wordt het voorstel
van B. en W. verworpen met 9 tegen 6
stemmen. Voor stemden de heeren Plomp,
van Voorst Vader, Heyligers, Hamers, Vis
ser en Celosse.
Zonder h. o. wordt betreffende de overige
■reclames overeenkomstig het advies beslo
ten.
De Voorzitter. Ik stel voor het rekest
aan de reclame-commissie terug te zenden en
haar een nieuw advies te vragen.
Aldus wordt z. h. o. besloten.
9. Voorstel tot vaststelling van de jaar
wedden van het personeel der Burgeravond
school en tot vaststelling van den pensioens
grondslag voor de beide vaste leeraren.
Wordt z. h. o. conform besloten.
Niets meer aan de orde zijinde, wordt de
vergadering gesloten.