V. S27. 2de Jaargmig. Vrijdag 10 Juni 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. ZIJN WELDOENER. DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Par 3 maanden voor Amersfoort f L.25. Idëm franco per post- 1.75. Afzónderlijke nnmmers- 0.05. iDeze Courant verschijnt Dagelijks, mot uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft C». Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummcr 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1-rö regels Elke regel nieer Groote- letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan rooydeel het herhaald advèrteeren in dit Blad bij abonneiifëhE circulaire, bevattende de voorwaarden, ifordt op aanvraag toegezonden. tot Politiek Overzicht. De Tibet-experiitie. De diplomatieke leider van de Britsche übet-expeditie, kolonel Younghusband, heeft m ultimatum gesteld aan de machthebben- te Lhassa, die stelselmatig vermijden iet hem in relatie te komen. Hij heeft een ief geschreven, waarin een termijn gesteld irdt voor de komst van Tibetaansche af- aardigden, van behoorlijke volmachten u-zien, te Gyangtse, oan de aanhangige ge- chillen to beslechten. Tot 25 Juni zal op lunno komst worden gewacht. Deze brief is niet tot zijne bestemming kokomen. De Tibetaansche bevelhebber van net fort biji Gyangtse, aan wien hij was ge tonde n, heeft hem terug laten brengen met Be boodschap, dat hij zich niet met de be- rorging kon belasten, waarbij do raad was jevoegd om den brief aan Chiueezen te geven er bezorging naar Lhassa. Het stellen van lezen termijn is dus een geheel doelloos werk. termijn zal verstrijken, zonder dat er ets gebeurt, en daarna zal men voor de rraag staan, wat er nu verder moet gfebeu- en. Dat de Engolschen liever niet naar i-hassa zouden gaan, als zij 't maai- ceinigs- ins konden vermijden, zal ieder, die nbevangen oordeelt, duidelijk zijn, reeds net het oog op de bezwaren en gevaren van en marsch verder het binnenland in en van le moedelijikheden, die de verzorging van en paar- duizend gewapende mannen en van en hen vergezel lend en trein meebrengt. Dat preekt van zelf. Maar wanneer men in Jiassa volstrekt geen neiging toont tot toe- adering, dan is er niet het minste uitzicht, loe die onaangename noodzakelijkheid zal ijn te ontgaan. Men zal den tocht wel moe- en ondernemen, of men wil of niet. In één opzicht is intusschen het nemen u dit besluit gemakkelijker geworden, nu eigens de berichten tusschen Engeland en tusland eene schikking is tot stand geko- nen, waarbij Engeland de rechten van Rus and in Tibet erkent en een modus vivendi usschon de beide mededingers vastgesteld rordt. Over den inhoud van deze schikking rordt uit Petersburg bericht, dat dé Engel- ch© regeering de verzekering gegeven heeft, lat de tegenwoordige veldtocht volstrekt liet tegen Rusland is gericht. Door de ver- daring, die Engeland heeft afgelegd, dat 'olstrekt geen annexatie-oogmerken werden koesterd, is de bezorgdheid weggenomen, io in Rusland bestond, waar men de ex po litie als de voorbode van de inlijving meen- 1c te moeten opvatten. En nadat op deze rijze het terrein geëffend was, heeft bet ver- Ier niet veel moeite meer gekost om tot een levrodigenden modus vivendi te komen. Over den inhoud van deze overleggingen uilen waarschijnlijk binnen kort in het Iritsche parlement nadere mededeelingen vorden gedaan. In afwachting daarvan wordt uin de Neue Freie Presse uit Londen hier- >ver bericht..Van het eerste begin der Ti bet-expeditie af, heeft Engeland er naai* [estreefd zich vrijmoedig met Rusland te rorstaan en te kennen gegeven, dat het zich *>n nauwkeurig begrensd programma stelde, vaarbiji gebiedsuitbreiding niet in de bedoe- ing lag. Engeland zou er mee tevreden zijn, vanneer het de uitvoering van de reeds be- itaande verdragen over handel en verkeer con gedaan krijgen, en Rusland moest iu dezen zuren appel bijten. Lord Curzou heeft natuurlijk niet enkel do zeer geringe mate rieel© voordeelen van het handelsverkeer op het oog gehad, toen hij aan het Britsche volk de ongeweuschte verrassing bracht van een nieuw avontuur, dat niet. is te overzien op een allerneteligste plek. Het was er om te doen in het hart van het boeddhisme voor het- Britsche prestige op te komen en aan te tooneu, dat Engeland door denD al ai-Lama zich met laat imponeeren, terwijl zich voor Rusl and door vriendelijkheid de achterdeur opent. Voor bet groote aantal boeddhistische onderdanen van liet Britsche rijk is het niet van geringe beteekenis te weten, dat zij op aarde enkel de Britten als heeren en mees ters 'boven zich hebben en dat Tibet zich niets mag veroorloven. Engeland had dus het hoofddoel bereikt, toen het de onaan tastbaarheid van het Tibetaansche gebied en zijne geheimzinnige afsluiting gebro-ken had, en er was geen bijzondere reden waarom men niet de Russen volledig zou geruststel len, dat geen veroveringszucht het staat kundig beleid ten aanzien van Tibet be stuurde." De inmiddels opgekomen oorlogstoestand heeft in Engeland's opvatting van de Tibet- kwestie geen verandering gebracht. Enge land kon dus op Rusland s hernieuw© aan vrage wat men eigenlijk in Tibet bedoelde, in hoofdzaak de vroeger afgelegde verzeke ringen herlialen. Of echter deze oorlogstoe stand Rusland niet meer gezind heeft ge maakt om zich bijl Engelands verzekeringen neer te leggen, is eene andere vraag. Frankrijk* Den 7en Juni 1902 werd het kabinet sa mengesteld, dat oncter leiding van Emile Combes als minister-president thans het be wind voert; den lOen Juni trad het met zijn regeerings-programma voor de Kamer op. Dit kabinet is nu dus gedurende twee jaren in functie en is daarmede een der langst levenden onder de mmisteriën van de derde republiek geworden. Alleen de ka binetten, die onder leiding stonden van Ju les Ferry, Mélme en Waldeck-Rousseau, zijn langer aan het bewind geweest. Van het vorige kabinet ging de minister van buitenlandsche zaken Delcassé in Tiet kabinet-Combes over. Deze bewindsman heeft gedurende zes jaren de portefeuille gehad. In antwoord op eene interpellatie van den afgevaardigde De Pressensé over Ar menië, betoogde de minister van buitenland sche zaken Delcassé, in de kamer, dat Franrijk steeds zijn best doet om de naleving te ver zekeren van het verdrag van Berlijn. De iu vereeniging met- Rusland en Engeland geno men maatregelen hebben reeds vele malen de handhaving der orde verzekerd. De ernst van den tegenwoordigen toestand moet overdreven zijn. De tegenwoordigheid der. consuls heeft reeds een bevredigend resultaat gehad. Volledige inlichtingen moeten afgewacht worden, om op te treden tegen de Portc, die niet ongestraft zich kan onttrekken aan hare verantwoordelijkheid, evenmin in Macedonië als iu Armenië. bngeland. Bij de behandeling van de begrooting van buitenlandsche zaken in bet Lagerhuis, bracht Sir Charles Dilke de quadstie van het bestuur van den Congostaat ter sprake. Alle sprekers veroordeelden ten zeerste de daar gepleegde wreedheden, en drongen er bij de regeering op aan, dat zij alle pogin gen in het werk zou stellen om verbetering tc brengen in den bestaanden toestand. De vice-staatssecretaris van buitenland sche zaken, lord Percy, gaf in eene lange rede een overzicht van den ganschen toe stand, en wees met klem op de spontane eenstemmigheid van de publieke opinio in dit land. Hij kwam op tegen de gedachte, dat Engeland handelde uit baatzuchtige mo tieven, en drukte de hoop uit, dat de bo stuurders van oen Congostaat zich ernstig zouden wijden, aan het onderzoek, dat zij plechtig en openlijk hadden toegezegd. Spanje. In de Kamer zeide de minister-president Maura in antwoord op Saimeron en Ramano- nes, dat de reis van den Koning eene ge legenheid geweest is om do monarchale ge voelens tot uiting te brengen. Maura spreekt tegen, dat Spanje zich bij den driebond heeft aangeslotenhij t-oont aan, dat Spanje in den vreemde zeer gezien is. Op de verklaring van Saimeron, dat Spanje eerst groot zal zijn wanneer het eene republiek is, antwoordde Maura„Ik zie slechts één beletsel voor de republiek, dat is de datum 1873." (Rumoer). De zitting werd hierna gesloten. Oostenrijk-Hongarije. De Hongaarsche quotum-commissie heeft besloten denzelfden maatstaf voor de bereke ning van de bijdragen tot de gemeenschappe- lijlke uitgaven, die in 'het vorige jaar werd vastgesteld, ook voor 1904/1905 aan te ne men in de onderstelling, dat ook de Oosten- rijksche oommissie daarin zal toestemmen. Naar dien maatstaf zal Oostenrijk 65.6, Oos tenrijk-Hongarije 34,4 pet. betalen. Marokko. Volgens particuliere berichten, die door Reuter s correspondent te Tangen worden vermeld, heeft de Sultan bevolen, dat alle door den rooverhoofdman Raisuli gestelde eisohen moeten worden ingewilligd, om de bevrijding van Perdicaris en zijn schoonzoon te bespoedigen. In de moskeeën vaai Tanger is een brief van den Sultan voorgelezen, die het besluit verkondigt tot afzetting van den gouverneur van Tanger met benoeming van El Ha.fid Barrada tot zijn opvolger. Daar mede is een van de door Raisuli gestelde voorwaarden vervuld. Volgens een te Parijs ontvangen bericht is het niet de troonpretendent Boe Hamara, maar de hoofdman Boe Amanna, die^ich aan den Sultan van Marokko onderworpen heeft. Uit Tanger wordt bericht: Er zijn slechte twee ongewapende Amerikaausche matrozen aan land gekomen, om de vrouw van den Belgischen gezant, die eene Amerikaausche van geboorte is, gerust te stellen. Haar man is te Fez. De troepen van den Sultan liebben bevel ontvangen zich naar Fez te begeven. Daar mede wordt één van de voorwaarden van Raisuli vervuld. De oorlog in Oost-Azië. Over den strijd, die in de hoogste regee- ringskringeu to Petersburg gevoerd is over het te volgen veldtochtsplan, verneemt do Petersburgsche correspondent van de Daily News nader, dat de poging van de partij van Alexejew, om den Czaar te bewegen, aan Koe ropatkin het bevel to geven op te trekken tot ontzet van Port Arthur, wat bet ook zou kosten, teu slotte mislukt is. De bijzon dere oorlogsraad, di'e tot overweging van de zaak was bijeengeroepen, :had met eene kleine meerderheid besloten, dat Koeropatkin het bevel zou krijgen zuidwaarts te gaan. De Czaar, gebruik' makende van zijne keizerlijke macht, bepaalde zich er toe den opperbevel hebber te vragen, de poging te wagen als hij haar uitvoerbaar achtte. Koeropatkin ant woordde, dat do zaak thans onmogelijk was. Daarna werden nogmaals pogingen in het werk gesteld door de Alexejew-partij om den Czaar te bewegen, het verzoek te veranderen in een bevel. Maar de Czaar hield voet bij stuk. Hij drukte zijn vertrouwen uit in Koe ropatkin en gaf te kennen, dat hij voorne mens was dézen do handen vrij te laten. Was het bevel uitgevaardigd, dan is er, volgens de verzekering van een persoonlijk vriend van Koeropatkin, geen twijfel aan, of deze zou het opperbevel 'hebben nedergelegd. Koe ropatkin zal oprukken, wanneer hij denkt, dat het tijdstip daarvoor gekomen is, niet vóór dien tijd- Hij zal geen bevel op dit punt van Petersburg aannemen, van hoe hoog geplaatste zijde het ook komt. Port Arthur zal dus vooreerst op zich zelf zijn aangewezen om zich staande te houden. Er is geen twijfel aan of de verdedigers van de ingesloten vesting zullen weldra voor lieete vuren komen te staan. Voor de Japan ners pleit alles er voor om, als dat hun mo gelijk is, partij te trekken van het tijdperk van voorbereiding, dat Koeropatkin nog be hoeft om met den gewenschten nadruk te kunnen optreden. Ook hierom, omdat er voor eene krachtige actie slechts een korte tijd beschikbaar is. Want er is een vijand der vijanden in aantochtde regentijd, geduren de welken de stroomende regen alle wegen onbegaanbaar maakt. Reeds daarom, maar ook om voor de hand liggende militaire re denen, mag men spoedig eene groote krachts inspanning verwachten om de vesting te nemen. Volgens sommige berichten van het oor- logstoonoel is deze zware strijd reeds aan den gang. Gisteren was onder de telegrammen te vinden een bericht, d!at het geheel© derde Japansche leger in den strijd voor Port Ar thur vernietigd was. Uit Petersburg werd later bericht, dat men dacht aan eene ver gissing bij het overseinener zou een derde van dat leger vernietigd zijn. Van dezelfde kracht zijn de berichten over den zee-oorlog. Eenerzijds wordt gemeld, dat alle op de bin nenreed© ingesloten oorlogsschepen ontwa pend zijn en dat hunne kanonnen zijn aange wend tot versterking van de artillerie der forten. In andere berichten wordt verhaald, dat het Russische eskader, alle belemmerin gen troteeerondc, een uitmuntend geslaagden uitval heeft gedaan en de Japansche vloot heeft kunnen aanvallen Om twijfel af te snijden, worden de namen van de Japansche schepen genoemd, die tot zinken gebracht of beschadigd zijnzij zijn zóó velen in getal, dat admiraal Togo nog slechte enkel© kanon- neerbooten en torpedobooten meer tot zijne beschikking zou hebben. Dergelijko berichten zijn natuurlijk eene ernstige wederlegging met waard. Wanneer men cr iets uit zou willen afleiden, dan zou het dit zijn, dat de Russen, die door de na drukkelijk gehandhaafde insluiting van eigen berichten verstoken zijn, zijn aangewezen op producten der verbeelding, die den stempel der onwaarheid in het aangezicht dragen, terwijl de Japanners do oensuur met streng heid toepassen en alleen doorlaten wat hun past. Juist de klaarblijkelijke overdrijving in de berichten van het oorlogstooneel komt ons voor het bewijs te leveren, dat het nog niet tot ingrijpende gebeux*tenissen voor Port Arthur gekomen is. Wanneer er iets van werkelijk belang voorvalt, dan zullen wij 't wel iheorende slagen van Kintsjou en Nansban zijn ons daarvoor een waarborg. Over den oorlog zijn de volgende berichten Tokio, 9 Juni. Admiraal Togo bericht, dat hij Dinsdag nacht acht kleine torpedoboo ten van de linieschepen uitzond om ceuo verkenning te doen van Port Arthur. Zij gingen ver naar binnen en geraakten bloot gesteld aan het Russische vuureen matroos en een subalterne officier werden gedood; de booten werden niet beschadigd. Petersburg9 Juni. Het telegraaf-agent- schap berichtHier wordt aangenomen, dat in het telegram uit Liaojang van den 8en over de aanvallen op Port Arthur van den 6en een bij het overseinen gemaakte fout aanwezig is en dat dientengevolge bij den afgeslagen aanval op Port Arthur niet het derde Japansche leger, maar slechts een der de van dat leger vermeld is. Tsjifoe, 9 Juni. Een Chineesche bediende van een machine-magazijn te Port Arthur is hier heden aangekomen. Hij deelde mede, dat slechte vijf van do negen grootste Russi sche schepen geschikt zijn om zee te kiezen, terwijl slechte drie van dezen op stoom ge houden worden. Alle kanonnen van do be schadigde schepen zijn naar de forten over gebracht en de bemanningen zijin mot do troepen naar het front gegaan. Torped'oboo- tcn gaan nu en dau voor een half uur naar buiten. Groote schepen kunnen den haven ingang niet passeeren. Ei* werd slechts weinig werk gedaan in de machinewerkplaateen, waar telkens eene groote verwarring ontstaat zoo dikwijls er kanonvuur woi'dt gehoord. Dat is een gevolg van het feit, dat eenmaal een bom de gebouwen der fabriek heeft ge troffen. De machines kregen bij die gelegen heid geen schade. Een andere bom heeft do bureelen van de werf l>eschadigd. Driehon derd vijftig mijnen zijn gelegd langs de roede De vorige week wisten Japansche spion nen binnen de stad te komen. Zij verspreid den onder de Chineezen de verzekering van een goede behandeling, voor het geval dat de Japanners de overwinning behaalden. Tjsifoe, 9 Juni. (Daily Mail). Het gerucht loopt, dat de Japansche troepen binnen acht mijlen van Port Arthur zijn. Tot dusver heeft geen botsing van aanbelang op het land in de nabijheid van de vesting plaats gehad. Tokio, 9 Juni. (Chronicle). Ofschoon te DaJny de vaargeul voor do schepen is gezui verd, moeten er nog 1600 mijnen opgeruimd worden in de Talienwanbaai. Twee Russischo koopvaarders, die niet in staat waren tc ont komen, zijn daar gezonken. Een groote hoe veelheid kolen in 400 wagons, is door die Jar panners vermecsterd. Tengevolge van het voortdurend loggen van mijnen en contra-mijtnen ondervinden de maatregelen tot voorbereiding van den aanval op Port Arthur vertraging. Sjanghai, 9 Juni. (Standard). Zoodra do Talienwan-baai van mijnen gezuiverd en bet belegeringsgeschut aan land gebracht is, zal het derde leger onder bevel van generaal Nogi Port Arthur aantasten, terwijl het tweede leger, onder bevel van generaal Okoc, zich zal aansluiten bij het eerste loger, onder bevel van Koeroki bij don aanval op Liao jang. ROMAN VAX ALEX. ROMER. Ellen keek haar broeder na op zijn ruste- loozo wandeling. ,,Hoo stond het met bom? Hoe zou zij hem kunnen helpen?' „Onvriendelijk?" antwoordde zij, „in 't ge heel niet. Maar dat behoef je mij niet te vra gen", voegde zij' ei* bij, „je weet zelf heel goed, hoe je was in dat laatste uur, dat je jc weldoener zag. Je hebt den man nooit juist beoordeeld en nooit tegenover hem gestaan, zooals liij dit verwachten mocht. Maar ge noeg daarvan. Heb je den doode gezien?" Leopold, die somber naar- haar geluisterd bad, zag haar nu schuw aan. Een pooslang antwoordde hij niet-, toen zei hij zachtjes, alsof een geheimzinnige macht er hem tegen zijn wil toe drong; „Ik herkende hem nau welijks. Er lag een glans over zijn trekken Zonderling zonderling Hij liet zich in een stoel neervallen, ging zitten met het hoofd in de handen en staarde somber voor zich uit. Ellen trad op hem toe en legde haar hand op zijn schouder. „Leo! voel je niet iets van van ceu licht, dat je leven misschien nog nooit beschenen heeft?" Eindelijk sprong hij op, stak zijn armen omhoog en zei„Och, gekheid, ik heb nu geen tijd, om over zulke dingen na te den ken 't is voor mij nu: „dood of leven". Als de zonderlinge oude man van morgen geen boosaardige grap heeft uitgehaald „Eeu stervende, een man van eer, en een grap?" „Ochje hebt hem in 't geheel niet ge kend. Hij| was de zonderlingste man van de wereld en het zou heel goed kunnen zijn, dat hij „Je hebt schulden Leo hoeveel? Zijn ze niet te betalen, als maar een man als jij. gezond, jong, begaafd kan toch zichzelf wel redden, niet waar?" „Allemaal gekheidnu geen praatjes", zei hij op ongcduldigen toon. „Hoe kan jij, we ten, wat voor mij op het spel staat Ik heb toch geleefd in het geloof aan de erfenis van een aanzienlijk vermogen en de oude moet honderdduizenden hebben nagelatenhij heeft aldoor kapitaal op kapitaal gestapeld. Maar als het ongehoorde gebeurde en ik werkelijk gefopt werd hij sprong op van zijn stoei en bogcm weer op en neer te loo- pen de woekeraars zitten mij op de hie len als je het dan weten wiltals gieren zullen ze op mij neer vallen en toch is dat alles bijizaak iets anders iets anders Hij greep naar zijn hoofd met ceu gebaar van vertwijfeling. „Woekeraars!" zei Ellen dof. dat woord klonk haar verschrikkelijk. Volgens haar meening stond dat gelijk met ondergang. Het zwaard van Damocles, dat zóólang reeds Ixiven baar hoofd had gezweefd, viel en ver pletterde hem en de zijnen. Allerlei gedach ten dwarrelden door haar hoofd; zij kon zich niet in zoo'n toestand verplaatsen. Als hij Adine voii Rodenfels beminde en zij bad goede redenen om dit te vermoeden en natuurlijk door haar werd bemind, dan was cr toch redding te hopen. Adine was rijk zij begreep, dat Leopold met zijn officieele aanzoek had willen wachten tot hijj ook rijde w'as maar nu „Leopold!" sprak zij aarzelend, „ik ver moed, ik heb réden, om te denken dat een liefdé Zij zweeg; hij zag haar dreigend aan. „Haltgeen woord! meer wat voor reden heb je, te denken welke kletskousen heb ben je die praatjes wijsgemaakt? Wacht, tot ik spreek tot Hij zweeg plotseling en zijn gelaat had een uitdrukking van wilde vertwijfeling. Zij verbleekte; zijl kreeg modelijden met hem. De waarheid begon zij te vermoeden. Hij was niet zeker van haar. Dat ongel uks- kind zoo was dan alles wankelhij bad zijn geluk gebauwd op stuifzand, dat bij ei ken stap onder zijn voeten Wegzonk. „Ruk je los!" riep zij smeekend. „Leo, bedenk je, ruk den blinddoek van je oogen. Je beweegt je aan den rand van een afgrond. Je hebt geen erfenis noodig voor je geluk, alleen een helder inzicht in jo toestand kan je redden. Jo liobt jo trachten wijs te ma ken, toen je al verder en verdei' daalde, dat het einde glans en vreugde zou zijn. Hoe was dat mogelijk? De wereld wordt gere geerd door eeuwige, onwrikbare wetten, die voor ons allen gelden. God, is geen straf fend, 'doch een liefdérijk (God, maar Hij schiep ons als vrije schepselen en wij schep pen ons zelf een lot." Hij zag haar strak aan, met een nietszeg- gendeu, verstrooiden blik; zij twijfelde of lïij haar hoorde en begreep. „Ja ik flphiep mij zelf mijn lot," her haalde hij zachtjes, „uren vol heimelijk, onuitsprekelijk genot. Wacht- af, zeg ik je nog is er een groote vreugde in mijn hart Zij rilde. Hij kwam haar als krankzinnig voor; geheel door hartstocht verblind. God alleen kon hem helpen. Zij liet hem alleen. Wat- konden woorden hier uitrichten; zij was machteloos. Niemand' zou hem kunnen redden, als hij zelf het niet deed. En haar, op wie hij nog bouwde; die hij nog zijn groote vreugde noemde Adine Ellen zag haar voor zich, met haar trot- sche oogen. in al den glans van haar demo nische bekoorlijkheid. Zij haatte haar nu zij haar in het juist© licht zag. Do begrafenis van den heer Goldau had zeer plechtig plaats. Bij het stille en afge zonderde leven van den ouden hoer was een zoo algeineeuc deelneming niet te verwach ten geweest. Het bleek nu, hoezeer hij de achting ge noot hoevelen liij in stilto geholpen had. Leopold volgde den stoet als naast© ver want. Hij zag cr bleek en ellendig uit en de monschen dachten, dat, Gold'au's dood hem meer aandeed dan men gedacht had. Het testament, moest-, volgons eene beschik king van den erflater, pas acht dagen na zijn begrafenis geopend worden. Ellen zag haar broeder weinig. Hij; had het heel druk, was weinig tkuas, sprak ook weinig met zijn moeder, vermeed haar bei den. Toen zij na al die gebeurtenissen een wei nig tot kalmte was gekomen, bracht zij een bezoek bij mevrouiw Rose, en werd door de beide dames heel hartelijk ontvangen. Angelita vond het best, dat die vacant io wat langer duurde. Ellen kreeg weer den in druk, dat de gelieele zaak maar een beetje komedie was. Dè jonge dame bezat geen greintje ernstigen wil, om haar geest te ont wikkelen. Alle moeite zou daartoe ook ver geefs zijn gewëest. Maar lief was ze, zooals ze was, en dat zou liij, dio baar nu al moest kennen, ook wel vinden. Angelita was heel vroolijk, neuriede en sprak over het aanstaand vertrek van. Wel- cord heel opgewekt. „Ik dacht, dat we hinnen kort bruiloft zouden vieren," zei Ellen, toon Angelita een poosje uit de kamer was, omdat de verloof den nu zoo lang zouden moeten scheiden." „O hemel neen!" zei mevrouw Rose, „het zou een vrecselijikc gedachte zijn, zoo Ange lita nul al naar Valparaiso terug moest ?k •ou nooit in zoo'n scheiding toestemmen. Hij ziet dat. ook in en heeft het ook niet ge vraagd." Een zonderlinge verhouding dacht Ellen bij zich zelf. Zij schrikte. Buiten hoorde zij zijn stem hij lachte en kwam uu lachend en pratend met Angelita binnen. Zij zag er bekoorlijk uit en had een bouquet prachtige rozen iu de hand. ..Kijk eens mama, hoe verrukkelijk! Don Adolfo, u verwent mij." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1