V. S27.
2de Jaargmig.
Vrijdag 10 Juni 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ZIJN WELDOENER.
DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Par 3 maanden voor Amersfoort f L.25.
Idëm franco per post- 1.75.
Afzónderlijke nnmmers- 0.05.
iDeze Courant verschijnt Dagelijks, mot uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft C».
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummcr 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-rö regels
Elke regel nieer
Groote- letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan rooydeel
het herhaald advèrteeren in dit Blad bij abonneiifëhE
circulaire, bevattende de voorwaarden, ifordt op aanvraag
toegezonden.
tot
Politiek Overzicht.
De Tibet-experiitie.
De diplomatieke leider van de Britsche
übet-expeditie, kolonel Younghusband, heeft
m ultimatum gesteld aan de machthebben-
te Lhassa, die stelselmatig vermijden
iet hem in relatie te komen. Hij heeft een
ief geschreven, waarin een termijn gesteld
irdt voor de komst van Tibetaansche af-
aardigden, van behoorlijke volmachten
u-zien, te Gyangtse, oan de aanhangige ge-
chillen to beslechten. Tot 25 Juni zal op
lunno komst worden gewacht.
Deze brief is niet tot zijne bestemming
kokomen. De Tibetaansche bevelhebber van
net fort biji Gyangtse, aan wien hij was ge
tonde n, heeft hem terug laten brengen met
Be boodschap, dat hij zich niet met de be-
rorging kon belasten, waarbij do raad was
jevoegd om den brief aan Chiueezen te geven
er bezorging naar Lhassa. Het stellen van
lezen termijn is dus een geheel doelloos werk.
termijn zal verstrijken, zonder dat er
ets gebeurt, en daarna zal men voor de
rraag staan, wat er nu verder moet gfebeu-
en. Dat de Engolschen liever niet naar
i-hassa zouden gaan, als zij 't maai- ceinigs-
ins konden vermijden, zal ieder, die
nbevangen oordeelt, duidelijk zijn, reeds
net het oog op de bezwaren en gevaren van
en marsch verder het binnenland in en van
le moedelijikheden, die de verzorging van
en paar- duizend gewapende mannen en van
en hen vergezel lend en trein meebrengt. Dat
preekt van zelf. Maar wanneer men in
Jiassa volstrekt geen neiging toont tot toe-
adering, dan is er niet het minste uitzicht,
loe die onaangename noodzakelijkheid zal
ijn te ontgaan. Men zal den tocht wel moe-
en ondernemen, of men wil of niet.
In één opzicht is intusschen het nemen
u dit besluit gemakkelijker geworden, nu
eigens de berichten tusschen Engeland en
tusland eene schikking is tot stand geko-
nen, waarbij Engeland de rechten van Rus
and in Tibet erkent en een modus vivendi
usschon de beide mededingers vastgesteld
rordt. Over den inhoud van deze schikking
rordt uit Petersburg bericht, dat dé Engel-
ch© regeering de verzekering gegeven heeft,
lat de tegenwoordige veldtocht volstrekt
liet tegen Rusland is gericht. Door de ver-
daring, die Engeland heeft afgelegd, dat
'olstrekt geen annexatie-oogmerken werden
koesterd, is de bezorgdheid weggenomen,
io in Rusland bestond, waar men de ex po
litie als de voorbode van de inlijving meen-
1c te moeten opvatten. En nadat op deze
rijze het terrein geëffend was, heeft bet ver-
Ier niet veel moeite meer gekost om tot een
levrodigenden modus vivendi te komen.
Over den inhoud van deze overleggingen
uilen waarschijnlijk binnen kort in het
Iritsche parlement nadere mededeelingen
vorden gedaan. In afwachting daarvan wordt
uin de Neue Freie Presse uit Londen hier-
>ver bericht..Van het eerste begin der
Ti bet-expeditie af, heeft Engeland er naai*
[estreefd zich vrijmoedig met Rusland te
rorstaan en te kennen gegeven, dat het zich
*>n nauwkeurig begrensd programma stelde,
vaarbiji gebiedsuitbreiding niet in de bedoe-
ing lag. Engeland zou er mee tevreden zijn,
vanneer het de uitvoering van de reeds be-
itaande verdragen over handel en verkeer
con gedaan krijgen, en Rusland moest iu
dezen zuren appel bijten. Lord Curzou heeft
natuurlijk niet enkel do zeer geringe mate
rieel© voordeelen van het handelsverkeer op
het oog gehad, toen hij aan het Britsche
volk de ongeweuschte verrassing bracht van
een nieuw avontuur, dat niet. is te overzien
op een allerneteligste plek. Het was er om
te doen in het hart van het boeddhisme voor
het- Britsche prestige op te komen en aan
te tooneu, dat Engeland door denD al ai-Lama
zich met laat imponeeren, terwijl zich voor
Rusl and door vriendelijkheid de achterdeur
opent. Voor bet groote aantal boeddhistische
onderdanen van liet Britsche rijk is het niet
van geringe beteekenis te weten, dat zij op
aarde enkel de Britten als heeren en mees
ters 'boven zich hebben en dat Tibet zich
niets mag veroorloven. Engeland had dus
het hoofddoel bereikt, toen het de onaan
tastbaarheid van het Tibetaansche gebied en
zijne geheimzinnige afsluiting gebro-ken had,
en er was geen bijzondere reden waarom
men niet de Russen volledig zou geruststel
len, dat geen veroveringszucht het staat
kundig beleid ten aanzien van Tibet be
stuurde."
De inmiddels opgekomen oorlogstoestand
heeft in Engeland's opvatting van de Tibet-
kwestie geen verandering gebracht. Enge
land kon dus op Rusland s hernieuw© aan
vrage wat men eigenlijk in Tibet bedoelde,
in hoofdzaak de vroeger afgelegde verzeke
ringen herlialen. Of echter deze oorlogstoe
stand Rusland niet meer gezind heeft ge
maakt om zich bijl Engelands verzekeringen
neer te leggen, is eene andere vraag.
Frankrijk*
Den 7en Juni 1902 werd het kabinet sa
mengesteld, dat oncter leiding van Emile
Combes als minister-president thans het be
wind voert; den lOen Juni trad het met
zijn regeerings-programma voor de Kamer op.
Dit kabinet is nu dus gedurende twee
jaren in functie en is daarmede een der
langst levenden onder de mmisteriën van
de derde republiek geworden. Alleen de ka
binetten, die onder leiding stonden van Ju
les Ferry, Mélme en Waldeck-Rousseau, zijn
langer aan het bewind geweest.
Van het vorige kabinet ging de minister
van buitenlandsche zaken Delcassé in Tiet
kabinet-Combes over. Deze bewindsman heeft
gedurende zes jaren de portefeuille gehad.
In antwoord op eene interpellatie van
den afgevaardigde De Pressensé over Ar
menië, betoogde de minister van buitenland
sche zaken Delcassé, in de kamer, dat Franrijk
steeds zijn best doet om de naleving te ver
zekeren van het verdrag van Berlijn. De iu
vereeniging met- Rusland en Engeland geno
men maatregelen hebben reeds vele malen
de handhaving der orde verzekerd.
De ernst van den tegenwoordigen toestand
moet overdreven zijn.
De tegenwoordigheid der. consuls heeft
reeds een bevredigend resultaat gehad.
Volledige inlichtingen moeten afgewacht
worden, om op te treden tegen de Portc, die
niet ongestraft zich kan onttrekken aan hare
verantwoordelijkheid, evenmin in Macedonië
als iu Armenië.
bngeland.
Bij de behandeling van de begrooting van
buitenlandsche zaken in bet Lagerhuis, bracht
Sir Charles Dilke de quadstie van het bestuur
van den Congostaat ter sprake.
Alle sprekers veroordeelden ten zeerste de
daar gepleegde wreedheden, en drongen er
bij de regeering op aan, dat zij alle pogin
gen in het werk zou stellen om verbetering
tc brengen in den bestaanden toestand.
De vice-staatssecretaris van buitenland
sche zaken, lord Percy, gaf in eene lange
rede een overzicht van den ganschen toe
stand, en wees met klem op de spontane
eenstemmigheid van de publieke opinio in
dit land. Hij kwam op tegen de gedachte,
dat Engeland handelde uit baatzuchtige mo
tieven, en drukte de hoop uit, dat de bo
stuurders van oen Congostaat zich ernstig
zouden wijden, aan het onderzoek, dat zij
plechtig en openlijk hadden toegezegd.
Spanje.
In de Kamer zeide de minister-president
Maura in antwoord op Saimeron en Ramano-
nes, dat de reis van den Koning eene ge
legenheid geweest is om do monarchale ge
voelens tot uiting te brengen.
Maura spreekt tegen, dat Spanje zich bij
den driebond heeft aangeslotenhij t-oont
aan, dat Spanje in den vreemde zeer gezien
is. Op de verklaring van Saimeron, dat
Spanje eerst groot zal zijn wanneer het eene
republiek is, antwoordde Maura„Ik zie
slechts één beletsel voor de republiek, dat is
de datum 1873." (Rumoer).
De zitting werd hierna gesloten.
Oostenrijk-Hongarije.
De Hongaarsche quotum-commissie heeft
besloten denzelfden maatstaf voor de bereke
ning van de bijdragen tot de gemeenschappe-
lijlke uitgaven, die in 'het vorige jaar werd
vastgesteld, ook voor 1904/1905 aan te ne
men in de onderstelling, dat ook de Oosten-
rijksche oommissie daarin zal toestemmen.
Naar dien maatstaf zal Oostenrijk 65.6, Oos
tenrijk-Hongarije 34,4 pet. betalen.
Marokko.
Volgens particuliere berichten, die door
Reuter s correspondent te Tangen worden
vermeld, heeft de Sultan bevolen, dat alle
door den rooverhoofdman Raisuli gestelde
eisohen moeten worden ingewilligd, om de
bevrijding van Perdicaris en zijn schoonzoon
te bespoedigen. In de moskeeën vaai Tanger
is een brief van den Sultan voorgelezen, die
het besluit verkondigt tot afzetting van den
gouverneur van Tanger met benoeming van
El Ha.fid Barrada tot zijn opvolger. Daar
mede is een van de door Raisuli gestelde
voorwaarden vervuld.
Volgens een te Parijs ontvangen bericht
is het niet de troonpretendent Boe Hamara,
maar de hoofdman Boe Amanna, die^ich aan
den Sultan van Marokko onderworpen heeft.
Uit Tanger wordt bericht: Er zijn slechte
twee ongewapende Amerikaausche matrozen
aan land gekomen, om de vrouw van den
Belgischen gezant, die eene Amerikaausche
van geboorte is, gerust te stellen. Haar man
is te Fez.
De troepen van den Sultan liebben bevel
ontvangen zich naar Fez te begeven. Daar
mede wordt één van de voorwaarden van
Raisuli vervuld.
De oorlog in Oost-Azië.
Over den strijd, die in de hoogste regee-
ringskringeu to Petersburg gevoerd is over
het te volgen veldtochtsplan, verneemt do
Petersburgsche correspondent van de Daily
News nader, dat de poging van de partij van
Alexejew, om den Czaar te bewegen, aan Koe
ropatkin het bevel to geven op te trekken
tot ontzet van Port Arthur, wat bet ook
zou kosten, teu slotte mislukt is. De bijzon
dere oorlogsraad, di'e tot overweging van de
zaak was bijeengeroepen, :had met eene kleine
meerderheid besloten, dat Koeropatkin het
bevel zou krijgen zuidwaarts te gaan. De
Czaar, gebruik' makende van zijne keizerlijke
macht, bepaalde zich er toe den opperbevel
hebber te vragen, de poging te wagen als hij
haar uitvoerbaar achtte. Koeropatkin ant
woordde, dat do zaak thans onmogelijk was.
Daarna werden nogmaals pogingen in het
werk gesteld door de Alexejew-partij om den
Czaar te bewegen, het verzoek te veranderen
in een bevel. Maar de Czaar hield voet bij
stuk. Hij drukte zijn vertrouwen uit in Koe
ropatkin en gaf te kennen, dat hij voorne
mens was dézen do handen vrij te laten. Was
het bevel uitgevaardigd, dan is er, volgens
de verzekering van een persoonlijk vriend
van Koeropatkin, geen twijfel aan, of deze
zou het opperbevel 'hebben nedergelegd. Koe
ropatkin zal oprukken, wanneer hij denkt,
dat het tijdstip daarvoor gekomen is, niet
vóór dien tijd- Hij zal geen bevel op dit
punt van Petersburg aannemen, van hoe hoog
geplaatste zijde het ook komt.
Port Arthur zal dus vooreerst op zich zelf
zijn aangewezen om zich staande te houden.
Er is geen twijfel aan of de verdedigers van
de ingesloten vesting zullen weldra voor
lieete vuren komen te staan. Voor de Japan
ners pleit alles er voor om, als dat hun mo
gelijk is, partij te trekken van het tijdperk
van voorbereiding, dat Koeropatkin nog be
hoeft om met den gewenschten nadruk te
kunnen optreden. Ook hierom, omdat er voor
eene krachtige actie slechts een korte tijd
beschikbaar is. Want er is een vijand der
vijanden in aantochtde regentijd, geduren
de welken de stroomende regen alle wegen
onbegaanbaar maakt. Reeds daarom, maar
ook om voor de hand liggende militaire re
denen, mag men spoedig eene groote krachts
inspanning verwachten om de vesting te
nemen.
Volgens sommige berichten van het oor-
logstoonoel is deze zware strijd reeds aan den
gang. Gisteren was onder de telegrammen te
vinden een bericht, d!at het geheel© derde
Japansche leger in den strijd voor Port Ar
thur vernietigd was. Uit Petersburg werd
later bericht, dat men dacht aan eene ver
gissing bij het overseinener zou een derde
van dat leger vernietigd zijn. Van dezelfde
kracht zijn de berichten over den zee-oorlog.
Eenerzijds wordt gemeld, dat alle op de bin
nenreed© ingesloten oorlogsschepen ontwa
pend zijn en dat hunne kanonnen zijn aange
wend tot versterking van de artillerie der
forten. In andere berichten wordt verhaald,
dat het Russische eskader, alle belemmerin
gen troteeerondc, een uitmuntend geslaagden
uitval heeft gedaan en de Japansche vloot
heeft kunnen aanvallen Om twijfel af te
snijden, worden de namen van de Japansche
schepen genoemd, die tot zinken gebracht of
beschadigd zijnzij zijn zóó velen in getal,
dat admiraal Togo nog slechte enkel© kanon-
neerbooten en torpedobooten meer tot zijne
beschikking zou hebben.
Dergelijko berichten zijn natuurlijk eene
ernstige wederlegging met waard. Wanneer
men cr iets uit zou willen afleiden, dan zou
het dit zijn, dat de Russen, die door de na
drukkelijk gehandhaafde insluiting van eigen
berichten verstoken zijn, zijn aangewezen op
producten der verbeelding, die den stempel
der onwaarheid in het aangezicht dragen,
terwijl de Japanners do oensuur met streng
heid toepassen en alleen doorlaten wat hun
past. Juist de klaarblijkelijke overdrijving in
de berichten van het oorlogstooneel komt
ons voor het bewijs te leveren, dat het nog
niet tot ingrijpende gebeux*tenissen voor Port
Arthur gekomen is. Wanneer er iets van
werkelijk belang voorvalt, dan zullen wij
't wel iheorende slagen van Kintsjou en
Nansban zijn ons daarvoor een waarborg.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Tokio, 9 Juni. Admiraal Togo bericht, dat
hij Dinsdag nacht acht kleine torpedoboo
ten van de linieschepen uitzond om ceuo
verkenning te doen van Port Arthur. Zij
gingen ver naar binnen en geraakten bloot
gesteld aan het Russische vuureen matroos
en een subalterne officier werden gedood;
de booten werden niet beschadigd.
Petersburg9 Juni. Het telegraaf-agent-
schap berichtHier wordt aangenomen, dat
in het telegram uit Liaojang van den 8en
over de aanvallen op Port Arthur van den
6en een bij het overseinen gemaakte fout
aanwezig is en dat dientengevolge bij den
afgeslagen aanval op Port Arthur niet het
derde Japansche leger, maar slechts een der
de van dat leger vermeld is.
Tsjifoe, 9 Juni. Een Chineesche bediende
van een machine-magazijn te Port Arthur is
hier heden aangekomen. Hij deelde mede,
dat slechte vijf van do negen grootste Russi
sche schepen geschikt zijn om zee te kiezen,
terwijl slechte drie van dezen op stoom ge
houden worden. Alle kanonnen van do be
schadigde schepen zijn naar de forten over
gebracht en de bemanningen zijin mot do
troepen naar het front gegaan. Torped'oboo-
tcn gaan nu en dau voor een half uur naar
buiten. Groote schepen kunnen den haven
ingang niet passeeren. Ei* werd slechts weinig
werk gedaan in de machinewerkplaateen,
waar telkens eene groote verwarring ontstaat
zoo dikwijls er kanonvuur woi'dt gehoord.
Dat is een gevolg van het feit, dat eenmaal
een bom de gebouwen der fabriek heeft ge
troffen. De machines kregen bij die gelegen
heid geen schade. Een andere bom heeft do
bureelen van de werf l>eschadigd. Driehon
derd vijftig mijnen zijn gelegd langs de roede
De vorige week wisten Japansche spion
nen binnen de stad te komen. Zij verspreid
den onder de Chineezen de verzekering van
een goede behandeling, voor het geval dat de
Japanners de overwinning behaalden.
Tjsifoe, 9 Juni. (Daily Mail). Het gerucht
loopt, dat de Japansche troepen binnen acht
mijlen van Port Arthur zijn. Tot dusver
heeft geen botsing van aanbelang op het land
in de nabijheid van de vesting plaats gehad.
Tokio, 9 Juni. (Chronicle). Ofschoon te
DaJny de vaargeul voor do schepen is gezui
verd, moeten er nog 1600 mijnen opgeruimd
worden in de Talienwanbaai. Twee Russischo
koopvaarders, die niet in staat waren tc ont
komen, zijn daar gezonken. Een groote hoe
veelheid kolen in 400 wagons, is door die Jar
panners vermecsterd.
Tengevolge van het voortdurend loggen
van mijnen en contra-mijtnen ondervinden
de maatregelen tot voorbereiding van den
aanval op Port Arthur vertraging.
Sjanghai, 9 Juni. (Standard). Zoodra do
Talienwan-baai van mijnen gezuiverd en bet
belegeringsgeschut aan land gebracht is, zal
het derde leger onder bevel van generaal
Nogi Port Arthur aantasten, terwijl het
tweede leger, onder bevel van generaal Okoc,
zich zal aansluiten bij het eerste loger, onder
bevel van Koeroki bij don aanval op Liao
jang.
ROMAN
VAX
ALEX. ROMER.
Ellen keek haar broeder na op zijn ruste-
loozo wandeling. ,,Hoo stond het met bom?
Hoe zou zij hem kunnen helpen?'
„Onvriendelijk?" antwoordde zij, „in 't ge
heel niet. Maar dat behoef je mij niet te vra
gen", voegde zij' ei* bij, „je weet zelf heel
goed, hoe je was in dat laatste uur, dat je jc
weldoener zag. Je hebt den man nooit juist
beoordeeld en nooit tegenover hem gestaan,
zooals liij dit verwachten mocht. Maar ge
noeg daarvan. Heb je den doode gezien?"
Leopold, die somber naar- haar geluisterd
bad, zag haar nu schuw aan. Een pooslang
antwoordde hij niet-, toen zei hij zachtjes,
alsof een geheimzinnige macht er hem tegen
zijn wil toe drong; „Ik herkende hem nau
welijks. Er lag een glans over zijn trekken
Zonderling zonderling
Hij liet zich in een stoel neervallen, ging
zitten met het hoofd in de handen en staarde
somber voor zich uit.
Ellen trad op hem toe en legde haar hand
op zijn schouder. „Leo! voel je niet iets van
van ceu licht, dat je leven misschien nog
nooit beschenen heeft?"
Eindelijk sprong hij op, stak zijn armen
omhoog en zei„Och, gekheid, ik heb nu
geen tijd, om over zulke dingen na te den
ken 't is voor mij nu: „dood of leven". Als
de zonderlinge oude man van morgen geen
boosaardige grap heeft uitgehaald
„Eeu stervende, een man van eer, en een
grap?"
„Ochje hebt hem in 't geheel niet ge
kend. Hij| was de zonderlingste man van de
wereld en het zou heel goed kunnen zijn,
dat hij
„Je hebt schulden Leo hoeveel? Zijn
ze niet te betalen, als maar een man als
jij. gezond, jong, begaafd kan toch zichzelf
wel redden, niet waar?"
„Allemaal gekheidnu geen praatjes", zei
hij op ongcduldigen toon. „Hoe kan jij, we
ten, wat voor mij op het spel staat Ik heb
toch geleefd in het geloof aan de erfenis van
een aanzienlijk vermogen en de oude moet
honderdduizenden hebben nagelatenhij
heeft aldoor kapitaal op kapitaal gestapeld.
Maar als het ongehoorde gebeurde en ik
werkelijk gefopt werd hij sprong op van
zijn stoei en bogcm weer op en neer te loo-
pen de woekeraars zitten mij op de hie
len als je het dan weten wiltals gieren
zullen ze op mij neer vallen en toch is dat
alles bijizaak iets anders iets anders
Hij greep naar zijn hoofd met ceu gebaar
van vertwijfeling.
„Woekeraars!" zei Ellen dof. dat woord
klonk haar verschrikkelijk. Volgens haar
meening stond dat gelijk met ondergang.
Het zwaard van Damocles, dat zóólang reeds
Ixiven baar hoofd had gezweefd, viel en ver
pletterde hem en de zijnen. Allerlei gedach
ten dwarrelden door haar hoofd; zij kon zich
niet in zoo'n toestand verplaatsen. Als hij
Adine voii Rodenfels beminde en zij bad
goede redenen om dit te vermoeden en
natuurlijk door haar werd bemind, dan was
cr toch redding te hopen. Adine was rijk
zij begreep, dat Leopold met zijn officieele
aanzoek had willen wachten tot hijj ook rijde
w'as maar nu
„Leopold!" sprak zij aarzelend, „ik ver
moed, ik heb réden, om te denken dat een
liefdé
Zij zweeg; hij zag haar dreigend aan.
„Haltgeen woord! meer wat voor reden
heb je, te denken welke kletskousen heb
ben je die praatjes wijsgemaakt? Wacht, tot
ik spreek tot
Hij zweeg plotseling en zijn gelaat had een
uitdrukking van wilde vertwijfeling.
Zij verbleekte; zijl kreeg modelijden met
hem. De waarheid begon zij te vermoeden.
Hij was niet zeker van haar. Dat ongel uks-
kind zoo was dan alles wankelhij bad
zijn geluk gebauwd op stuifzand, dat bij ei
ken stap onder zijn voeten Wegzonk.
„Ruk je los!" riep zij smeekend. „Leo,
bedenk je, ruk den blinddoek van je oogen.
Je beweegt je aan den rand van een afgrond.
Je hebt geen erfenis noodig voor je geluk,
alleen een helder inzicht in jo toestand kan
je redden. Jo liobt jo trachten wijs te ma
ken, toen je al verder en verdei' daalde,
dat het einde glans en vreugde zou zijn. Hoe
was dat mogelijk? De wereld wordt gere
geerd door eeuwige, onwrikbare wetten, die
voor ons allen gelden. God, is geen straf
fend, 'doch een liefdérijk (God, maar Hij
schiep ons als vrije schepselen en wij schep
pen ons zelf een lot."
Hij zag haar strak aan, met een nietszeg-
gendeu, verstrooiden blik; zij twijfelde of
lïij haar hoorde en begreep.
„Ja ik flphiep mij zelf mijn lot," her
haalde hij zachtjes, „uren vol heimelijk,
onuitsprekelijk genot. Wacht- af, zeg ik je
nog is er een groote vreugde in mijn hart
Zij rilde. Hij kwam haar als krankzinnig
voor; geheel door hartstocht verblind. God
alleen kon hem helpen. Zij liet hem alleen.
Wat- konden woorden hier uitrichten; zij
was machteloos. Niemand' zou hem kunnen
redden, als hij zelf het niet deed. En haar,
op wie hij nog bouwde; die hij nog zijn
groote vreugde noemde Adine
Ellen zag haar voor zich, met haar trot-
sche oogen. in al den glans van haar demo
nische bekoorlijkheid.
Zij haatte haar nu zij haar in het juist©
licht zag.
Do begrafenis van den heer Goldau had
zeer plechtig plaats. Bij het stille en afge
zonderde leven van den ouden hoer was een
zoo algeineeuc deelneming niet te verwach
ten geweest.
Het bleek nu, hoezeer hij de achting ge
noot hoevelen liij in stilto geholpen had.
Leopold volgde den stoet als naast© ver
want. Hij zag cr bleek en ellendig uit en de
monschen dachten, dat, Gold'au's dood hem
meer aandeed dan men gedacht had.
Het testament, moest-, volgons eene beschik
king van den erflater, pas acht dagen na
zijn begrafenis geopend worden.
Ellen zag haar broeder weinig. Hij; had
het heel druk, was weinig tkuas, sprak ook
weinig met zijn moeder, vermeed haar bei
den.
Toen zij na al die gebeurtenissen een wei
nig tot kalmte was gekomen, bracht zij een
bezoek bij mevrouiw Rose, en werd door de
beide dames heel hartelijk ontvangen.
Angelita vond het best, dat die vacant io
wat langer duurde. Ellen kreeg weer den in
druk, dat de gelieele zaak maar een beetje
komedie was. Dè jonge dame bezat geen
greintje ernstigen wil, om haar geest te ont
wikkelen. Alle moeite zou daartoe ook ver
geefs zijn gewëest. Maar lief was ze, zooals
ze was, en dat zou liij, dio baar nu al moest
kennen, ook wel vinden.
Angelita was heel vroolijk, neuriede en
sprak over het aanstaand vertrek van. Wel-
cord heel opgewekt.
„Ik dacht, dat we hinnen kort bruiloft
zouden vieren," zei Ellen, toon Angelita een
poosje uit de kamer was, omdat de verloof
den nu zoo lang zouden moeten scheiden."
„O hemel neen!" zei mevrouw Rose, „het
zou een vrecselijikc gedachte zijn, zoo Ange
lita nul al naar Valparaiso terug moest ?k
•ou nooit in zoo'n scheiding toestemmen. Hij
ziet dat. ook in en heeft het ook niet ge
vraagd."
Een zonderlinge verhouding dacht Ellen
bij zich zelf.
Zij schrikte. Buiten hoorde zij zijn stem
hij lachte en kwam uu lachend en pratend
met Angelita binnen. Zij zag er bekoorlijk
uit en had een bouquet prachtige rozen iu
de hand. ..Kijk eens mama, hoe verrukkelijk!
Don Adolfo, u verwent mij."
Wordt vervolgd.