1°. 343. Tweede JBlad. 2de Jaargang. Zaterdag 25 Juni 1904. KOLONIËN. BINNENLAND. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post. 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C<>. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels TT Elke regel meer - 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. cf: Voor handel on bedrijf bestaan voordeoligo bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Êette circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt'op aanvraag toegezonden. OOST-INDlE. De correspondent der N. R. Ct. te Ba tavia zond gisteren de volgende telegram men aan dat blad „Overste Van Daalen nam Rehrek in de Alas-landen. Volgens het bericht van eau spion had de vijand 670 dooden. Onze verliezen zijn on bekend. Radja Pader vluchtte naar de Battak- landen." „In de suikerfabriek Poendoen in Djokja zijn drie opstandelingen gevangen genomen, waaronder een heilig verklaarde knaap". De N. Ct. heeft het volgende telegram uit Batavia ontvangen „Ook te Djokdja is een godsdienstige be weging ontdekt. Ook daar zijn fanatici be gonnen den „heiligen oorlog' te prediken. Men vreest, dat de beweging vertakkingen heeft over ganse h Java." WEST-INDI E Buitenlandsch verlof verleend, een jaar, wegens langdurigen dienst aan den rechter hij liefc oostelijk ommegaand gerecht, J. da Costa, vijf maanden aan den hoofdinspec- teus der 2e klasse bij den waterstaat eu 's lands burgerlijke openbare werken in Ned. Indië, tijdelijk chef van het bouwdeparte ment en onder-voorzitter van den raad van bestuur: D. II. Have laar. O. W. Men schrijft aan Onze West: Op Zondag den 29. Mei vergaderden in het lokaal van het Annetta Bedehuis een 35-tal van de Hollandsche boeren, afstammelinge u en aanverwanten, ter bespreking eener op te richten vereeniging ter betere bevordering hunner belangen. Staande de vergadering is besloten eene vereeniging op te richten, waaraan de naam zal gegeven worden vanNederlandsche Boe- renvereeniging in Suriname. Voorts zijn de statuten ontworpen en gelezen; 32 leden zijn tot de vereeniging toegetreden. Het bestuhur is samengesteld uit de heerenR. A. Tam- menga, (voorz.) 'i. Veldhuizen, G. Rijsdijk, F. A. van Brussel, D. C. Rijsdijk, J. Tammen- ga en G. van Dijk, (leden). Pokken in Demerara. Onze West schrijft: „Nadat onge\ er een maand de ge meenschap met Britsch Guyana volledig her steld was geweest, ontving de gouverneur den 28. Mei een telegram dat weder 6 nieuwe gevallen der pokziekte zich in Demerara heb ben voorgedaan, zoodat opnieuw quarantaine tegen die kolonie is uitgeschreven» „Het valt niet te ontkennen, dat er ge vaar dreigt voor onze kolonie. Wij meeneu dat, o.m. per Royal Mail, de laatste weken verscheidene Demerarianen als dekpassagiers bier zijn gekomen, terwijl nu blijkt dat de pokken bij onze naburen nog niet volkomen zijn uitgewoed. Het zal nu wel te laat ziju om die immigranten te isoleeren of althans on der toezicht te stellen. „De loop van zaken geeft ons aanleiding om terug te komen op hetgeen wij reeds vroeger in overweging gaven beperking van den maildienst ParamariboNickerieGeor getown, tot ParamariboNickerie. Het door varen naar Demerara zoolang de quarantaine duurt, levert zooals wij destijds uiteenzet ten geen noemenswaardige voordeelen op, doch alleen nadeelen. Ook uit een financieel oogpunt is de voorgestelde beperking aan te bevelen. „Het zal afhangen van de communicatie, die er geweest is tusschen Deanerara en Nic kerie, of ook tegen dit district tijdelijk qua rantaine zal worden uitgeschreven." Treurig. De Surinamer schrijft „Marienbosch, een onderneming, welke een waarde vertegenwoordigt' van 4| ton goud, is verkocht voor den spotprijs van f 9100, zegge een en negentig honderd gulden. „Deze verkoop is een slag in het aangezicht onzer kolonie. De toestand zal daardoor erger schijnen dan hij in waarheid is. Het reeds geschokte vertrouwen in onze kolonie zal nog verminderen. Nederlandsche kapitalen zullen bezwaarlijk nog in Surinaamsche onderne mingen worden gestoken. „Is de slag verdiend? „Wij houden niet van die pessimisten, die geen opkomst der cacaocultuur meer zieu kunnen. „Men hebbe gedold! Gelijk in Saramacca, zal ook in de andere districten de ziekte lang zamerhand verdwijnen. „Voorwaar, hier wordt bewaarheid, dat wie geen tegenspoed gewoon is, lichtelijk zich laat verontmoedigen." Do Arbeidswet. Aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal is door het bestuur der Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers een adres ge richt omtrent het ontwerp „Arbeidswet 1904," met daarbij gevoegde „Nota," om trent dit ontwerp op voordracht van den secretaris der vereeniging voornoemd jhr, mx. H. Smissaert door de leden-vergadering be krachtigd, zoodat de daarin gevoede beschou wingen en gemaakte opmerkingen het ge voelen van de leden dezer Vereeniging weer geven. Deze nota bevat een motiveering van de navolgende conclusies in zake verschillende bepalingen van het ontwerp lo. dat in het algemeen bij de uitbrei ding der bepalingen nopens bescherming van den arbeid, moet worden overwogen of eu in hoever zoodanige bescherming, welke de vrij heid des arbeiders beperkt, inderdaad nood zakelijk isoverwogen ook of niet door uit breiding der geldende bepalingen dc „Con- currenzfahigkeitvan ondernemingen, ten nadeel© van ondernemers en van arbeiders zal wonden geschaad; 2o. dat de veiliooging van den leeftijd der „meisjes' van 16 op 17 jaar de vraag doet rijzen of een gehuiwde 16-jarige in den zin van het ontwerp is een (gehuwd) meisje of een vrouw; dat toit een verkorting van den arbeidsdag voor jongens, meisjes en vrouwen van 11 op 10 uur niet moet worden overge gaan dat de daarvoor door de Regeering aangevoerde redenen allerminst afdoende en de practische bezwaren (ook voor de arbei ders) geheel overwegend zijn, terwijl de tegemoetkoming daaraan door don Minister geen aannemelijke oplossing der moeilijk heden biedt; 3o dat de qualificatie'van keukens, waar spijzen onz. niet voor onmiddellijk verbruik worden bereid, als werkplaatsen een bena deeling van het koks- en banketbakkersbe drijf en een bevoordeeling van restaurateurs meebrengt, weshalve op gelijkstelling van zoodanige keukens moet worden aangestuurd 4o dat in zake het leerlingenstelsel de wet zelve nauwkeurig behoort te omschrij ven de soorten van werkzaamheden, welke al of niet tot het gebied der leerovereenkomst zullen behoorendat overigens de wetgevei een regeling als in dit hoofdstuk ontworpen facultatief stelle 5o. dat het arbeidsverbod voor vrouwe lijke personen in de laatste 4 weken der zwangerschap toejuiching verdient, doch dat daarbij vast moge staan dat het hoofd (be stuurder) niet strafbaar is, wanneer hem geen attest is vertoond en hij dus te goeder trouw de vrouw binnen den verboden tijd heeft doen arbeiden 6o. dat duidelijk uit de wet behoort te blijken wie uit het oogpunt der verantwoor delijkheid geldt als hoofd of bestuurder en geregeld worde de vorm, waarin de patroon oekere taak kan opdragen en daarmee zeker deel van zijn aansprakelijkheid kan overdra gen aan een ander 7. dat aanvulling der Arbeidswet bij be stuursmaatregel beperkt worde ten aanzien van ge-heel nieuwe bedrijfstakken of ten aan zien van ingrijpende wijzigingen in de tech niek van bedrijven 8. dat de wet zekerheid behoort te geven dat dc eenmaal (vooraf) gegeven goedkeu- ring van het bouwplan door den ambte naar niet weder door andere op- of aanmer kingen gedeeltelijk worde te niet gedaan; 9° dat af&cbaffing van nachtarbeid in bak kerijen met behoud vait art. 266a een aan merkelijke bevoorrechting brengt aan alleen of gezamenlijk werkende patroons, die, als dan wel des nacht zullen mogen arbeiden; dat de wetgever, wil hij do billijkheid be trachten en tevens het noodzakelijk artikel 266a handhaven, voor het verbod van nacht arbeid een beperkende regeling van nacht arbeid in de plaats moet stellen 10. dait de regeling, volgens welke onder bepaalde voorwaarden de werkgever bevoegd ,is af te wijken van do wettelijke reden no pens arbeidsduur van jonge meisjes en vrou wen, als een practische bepaling toejuiching verdient 11. dat de .verplichting tot het doorbren gen van schafttijden buiten de fabriek, (werkplaats) waar geen geschikt schaftlokaal bestaat, de werklieden tot hot bezoeken van café s en kroegen zal brengen eu dus beden kelijke gevolgen kan hebben 12. dat in de wet zelve en dus onder de waarborgen, die de wet oplevert, moet wor den uitgemaakt en vastgesteld, tot hoever de arbeidsduur beperking van volwassen man nen gaan zal, en dat de wet- althans op het voetspoor der Engelsche wet van 1901 waar borgen behoort te geven, dat de te maken regeling vooraf ter kennis worde gebracht van patroons en arbeiders en dat dezen daarop invloed kunnen uitoefenen 13. dat het verplicht doorbrengen van de rusttijden der mannen buiten de fabriek het o-vergroote nadeel meebrengt, dat iu zoo danige inrichtingen midden onder den ar beid geen personeel voor het toezicht op de fabriek, op de ketels en machines, noch ook voor het onderhouden dor vuren kan worden gehouden, tenzij daarvoor speciaal personeel wordt aangesteld, wat practisch ondoenlijk is; 14. dat het hoofd of de bestuurder in be perkte mate bevoegd moet zijn van het Zon- dagsarbeid-verbod af te wijken 15. dat de bepaling van art. 385 als strek kende ter vereenvoudiging van de verplich ting nopens de arbeidslijst toejuiching ver dient; dat echter de verplichting tot het i opzenden van, een tweede exemplaar der j arbeidslijrt aan den armbtenaar zeer be zwaarlijk is. 16. dat behoud der oorspronkelijke bepa ling, volgens welke de arbeidskaart na het einde, der arbeidsbetrekking, aan den burge meester moet worden teruggegeven, verkic- seliïk is. De verdeeling van 'sGra ven hag t. De lijst van onderwerpen, te behandelen in de as zomervergadering der Staten van Zuid-Holland .s aan die vergade ring toeg. zonden. O. a. wordt overgelegd een schrijven van den minister van Binnenlandsche zaken, waarbij aan Haar oordeel wordt onderwor pen het- ontwerp eener deze provincie betref fende wijziging van tabel A, bedoeld in de wet van 5 November 1852. Het ontwerp beoogt het tegenwoordig kiesdistrict 's Gra- venhage voor de verkiezing van leden der Provinciale Staten te splitsen in drie districten 's Graven li age I, 's Gravenhage II en 's Gravenhage III eu in verband daar mede het getal leden der vergadering te ver meerderen met twee en mitsdien te brengen op 84. Ged. Staten meenen dat de juistheid der gronden tot motiveering van het hoofdbe ginsel van het ontwerp aangevoerd moeilijk kan worden betwist. Bij de omsclirijving van het ontworpen kiesdistrict 's Gravenhage I brengen Ged. Staten onder de aandacht de tot stand ge komen wijziging der grens tusschen de ge meenten 's Gravenhage eu Rijswijk. In het ontwerp aanwijzende hoeveel van de in het- tegenwoordige district 's Graven hage benoemde leden geacht zullen worden gekozen te zijn, in ioder der nieuwe distric ten wordt voorgesteld dat dit aantal zal zijn in de nieuwe kiesdistricten 's Gravenhage I vier leden, 's Gravenhage II drie leden, 's Gravenhage III drie leden. Ged. Staten stellen daarom de vraag of niet beter naar deze verhouding de thans zitting hebbende leden over de drie districten worden verdeeld, aldus's Gra-venhage I drie leden, 's Gravenhage II drie leden, 's Gra venhage III vier leden. Op grond van deze beschouwingen stellen zij der vergadering voor hen op te dragen den minister mede te deelen dat het ontwerp Haar tot geen andere opmerkingen aanlei ding geeft dan die hiervoor zijn aangegeven. In zijne nota van toelichting acht de Minister het gewenscht 's Gravenhage, dat welhaast driemaal zooveel kiezers zal tellen, even als de overige groote steden thans mede voor de Statenverkiezingen te splitsen, en het. ligt voor de hand daarbij insgelijks de indeeling te volgen, die voor de Kamerverkiezingen is aangenomen. De drie districten 's Gravenhage I, 's Gra venhage II en 's Gravenhage III loopen in zielental en in getal kiezers wel eenigvT- mate udteen, doch niet zoozeer dat aan ééq daarvan een grooter getal statenleden zou moeten worden toegekend dau aan de an deren. Het zielental toch bedroeg op 1 Januari 1904 onderscheidenlijk 82894, 75241 en 71705; dat der kiezers voor de Provinciale Staten volgens de onlangs vastgestelde lijst daarentegen 7559, 8051 en 8390. Voorgesteld wordt daarom het getal leden voor elk dier districten op 4 te bepalen. Het getal leden van de Staten van Zuid- Holland zal dan met 2 moeten worden ver meerderd, wat geen bezwaar oplevert. Gelijk bekend is, werd dooi' den bur gemeester van Smallingerland vergunning geweigerd voor het houden van het turn- feest te Drachten van hot Noordergewest van het Ned. Gymuastiekverbond op een Zondag. Het gevolg daarvan is geweest, dat dit feest nu gehouden zal worden te Heerenveen op Zondag 10 Juli a.s. Deze weigering van den burgemeester heeft bij vele ingezetenen, vooral bij de ne ringdoenden, groot misnoegen verwekt. De raadsleden Jansonius en Boonstra hebben nu bij den gemeenteraad een voorstel inge diend, om eenige artikels in het Algemeene Politiereglement te schrappen, waardoor aan den burgemeester het recht tot het verlee- nen van vergunning wordt ontnomen. De heer L. Dutrksz, oud-wethouder van Smallingerland, heeft naar aanleiding hier van in een plaatselijk blad zijne meeniug over deze zaak uiteengezet. Hij zegt, dat een burgemeester behoort te staan boven de ver schillende richtingen en alzoo, binnen de grenzen van de goede orde en .e zedelijk heid, zooveel mogelijk aan de weuschen en behoeften dier richtingen tegemoet te ko men, zonder anderstien kenden te hinderen. In vele dorpen en steden mogen op Zondag wèl wedrennen, feesten, muziekuitvoeringen, enz. worden gehouden, doch in andere niet. Hij meent; dat zulke zaken niet aan de in zichten van één persoon belhocven te wor den toevertrouwd, maar aan den raad moe ten worden overgelaten. Merkwaardig noemt hij het, dat terwijl II. M. de Koningin, de Koningin-Moeder en de commissaris der Ko ningin medailles voor dit feest hebben uit geloofd, de burgemeester van Smallinger land heeft geweigerd om dit feest op Zoo dag toe te laten. De lieer D. betuigt zijne volkomen in- stemming met het voorstel der raadsleden Jansonius en Boonstra. Het handhaven va" i de orde blijft toch, volgens art. 188 der G<; meen te wet, aan de politie opgeldragen. In de eerstvolgende raadsvergadering zal het voorstel in behandeling komen. Zonderlinge ontvangst van Neder 1. oorlogschepen te Leitli. In de „Edinburgh Evening Dispatch" is op genomen een schrijden van den Nederland- schen consul te Leith, den heer Turnbull, waarin deze itiedodeelingen doet over een weigering van den haven- en dokmeester te Leith, om de Nederlandsche oorlogsschepen De Ruyter en Hertog Hendrik in de dok ken toe te laten. Toon de consul vernam, dat de beide Ne derlandsche oorlogsvaartuigen eenige dagen iu do haven van Leith zouiden verblijven, verzodht hij den dokmeester hem te willen meedeelen of de schepen ged/urende dien tijd in de dokken konden worden opgeno men of dat zij in elk geval gelegenheid zou den kunnen krijgen kolen en water in te nemen. Het bleek al dadelijk, dat de dokmeeste1* allerlei bezwaren liad in de eerste plaats ten aanzien van dè grootte en de inrichting der schepen, bezwaren welke door den con sul werden weerlegd. Besloten werd ton dot te eerst de aankomst der schepen af io wachten en dan verder een beslissing te nemen. Zaterdag 11 Juni kwamen de schepen aan. Maandag d. a. v. be- gaven de beide commandanten en een eerste officier zich aan wal oan het verzoek over te brengen de schepen te mo gen dokken. Ook hen werden deze'fde vra' gen gedaan omtrent de grootte en den bouw der schepen, waarbij de verzekering werd gegeven, dat geen enkel bezwaar ten dezen opzichte bestond om de schepen in de dokkeu toe te laten. Ook bleek, dat de toegangen naar de dok ken van voldoende breedte waren en 'het eenige beletsel zou zijn de niet voldoende diepte. Met het oog hierop werd door do commandanten aangeboden een paai' dagen te wachten, totdat het getij het binnenko men der dokken zou toelaten. Zoo waren dus naar men zou meenen do bezwaren opgelost, maar de dokmeester wil de niet toegeven en hij verklaarde ten slot te, „dat hij geen oorlogsschepen in de dok ken wenschte". Daar hij geen verdere inlichtingen over dit standpunt wensohte te geven, was elko andere discussie dus nutteloos en de Neder landsohe officieren wendde zich daarom met den consul tot den lord-provoost, die zich zeer hoffelijk en tegemoetkomend bet-oonde en onmiddellijk den dokmeester inlichtingen vroeg, maar ook hij kreeg slechts ten ant woord, dat de dokmeester geen oorlogssche pen in het dok wilde hebben. De houding van dezen ambtenaar maalde natuurlijk op de officieren der Nedcriand- sche schepen een zeer onaangenamen indruk en de meerderheid van bemanning en «Hat- major zag er in deze omstandighed:-n n af een bezoek aan wal af te leggen. Ook in Edinburgh en Leith zelf wordt de hojdiog van den haven- en dokmeester streng afge keurd In de te 's Gravenhage gehouden ver gadering der Vereeniging voor Levensver zekering werd door mr. dr. W. P. J. Bok toegelicht do vraagwelk oordeel is van het standpunt der vereeniging uit te spre ken voor de plaats gehad hebbende opkoo- ping der aandeelen van de Nederlandsche Verzekeringsbank door do levensverzeke ring-maatschappij ..Utrecht" Na ampele discussie werd met algemeene stemmen eene uitvoerige motie aangenomen, waarvan do conclusie luidt, dat het ten zeerste is af te keuren dat de levensverzeke ring-maatschappij „Utrecht" zich tot een dergelijk bedrijf heeft laten verlokken. De vergadering acht het in het algemeen belang der levensverzekering en in dat van de Ver eeniging. dat aan dit oordeel door de pers openbaarheid wordt gegeven. Tegen de vogelmoor d. De af- deel ing Frederiksoord der Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde heeft zich ge wend tot de raden der omliggende gemeen ten met het verzoek strafbepalingen in het leven te roepen tegen den steeds grooter wordenden vogolmoord door het vangen van allerlei vogels en tegen het uithalen en ver nielen van vogelnesten. Wij hopen zeer, dat niet alleen do omliggende gemeenten van Frederiksoord, maar elke gemeente van Ne derland strafbepalingen maakt tegen de uit roeiers van onze vogelenwereld. Wij zijn dit voorjaar in de gelegenheid ge weest te zien, wat ue kleine huishouding van het aardige Winterkoninkje Troglodytes europaeus noodig hoeft. Wat werd elk takje, naadje en schors van boom en hees ter onderzocht, of cr zich ook insecten of eieren van dezo bevonden, die dan spoedig iu de keclen der kleintjes verdwenen. Wie dat gezien heeft, beschermt de vogel en zorgt voor de toekomst. Het. wordt hoog tijd, dat er aan dat stel selmatig vogelvangen een einde wordt ge maakt. Het Museum van Oudheden j te Leiden. Zooals wij eenigen tijd gele den mededeelden aldus lezen wij in liet Hbld. onderwerpt de hoogleeraar direc teur prof. dr. A. E J. Hol werd a te beginnen met de Egyptische afdeeling, het Museum van Oudheden aan een reorganisatie. De aanwezige voorwerpen en monumenten zijn naar tijdsorde gerangschikt en in drie groe pen verdeeldhet Oude, het Middel en het Nieuwe Egyptisdhe Rijk vertegenwoordi- i gend. I De nieuw aangebouwde zaal voor het I ouide Rijk xs bijna geheel gevuld met de j kapel van liet graf van Konng Acket-Hc- teip, dloor mr. A. E. H. Goekoop aangekódht cn aan het museum ten geschenke gegeven. Do opstelling van dit belangrijk monument iheeft heel wat werk gekost, daar de groote stele die den achterwand vormt sterk ver weerd was, zoo zelfs dat de inscriptie ten deele was afgeschilferd. Dank zij het advies van den museum-dhemicus prof. Rathgen te Berlijn heeft men vender kwaad weten te i voorkomen. Verder vindt men in deze afdeelng beel den, vaatwerk, steenen werktuigen cn wape nen uit dit tijdperk. De afdeelingen van bet Middel en Oude Rijk ieder in een afzonderlijke ruime zaal ten toon gesteld, bevatten tempels, altaren, lijkvazen, kastjes, sarcophagen on graf- stèlo's. Op de voornaamste voorwerpen zijn eti- quetten aangebracht, vermeldende wat het voorwerp is zooveel mogelijk met tijdbepa- ling en vindplaats. Door deze indeeling is de belangrijke ver zameling van Egyptische voorwerpen nog zeer in waarde gewonnen. Gisteren namiddag werden deze zalen voor het publiek geopend, waarbij de belangstel ling zeer groot was. School- en Kerknieuws. De hoofde n-quaestie. ^Naasat do afd. van den Bond vana Necl. Onderwijzers bestaat er in AmsteikLam nog eene andere vereeniging van klasseonderwijzers, die ook een eigen orgaan bezitten, „Ons Blad" «j- heeten. In liet laatste nummer van dit blad komt in een redactioneel artikel o. a.het volgende voor „Het is onz^ vaste overtuiging, dat de ver antwoordelijkheid van het hoofd der school zoor goed bestaan kan naast het medezeg- gingsschap in schoolzakcn van den onder wijzer. ij althans hebben de ondervinding opgedaan, dat bij gemeen overleg de zaken uitstekend marcheerenbeter, dan wanneer één zijn wil a^ wet doet gelden. Maar, en hier komt feitelijk de gekeele zaak op neer, dan moet er vertrouwen bestaan tusschen hoofd en onderwijzers, en dat vertrouwen nu is in do laatste jaren, mede door toedoen van vele voormannen in den Bond. geschokt. Er is wantrouwen gezaaid tegen de hoofden en de wetenschap, dat iemand hoofd is, is bij velen reeds voldoende, om in hem oen verdacht individu en vijand te zien. Dat noé- men wij, treui'j en dit is het groote struikel blok voor eene goede samen werking. Waar, door een van weerszijden elkaar begrijpen, dat vertrouwen ongeschokt is gebleven, daar wordt, de ware samenwerking gevonden. Het onhebbelivk optreden van enkelen i» dc oor zaak geworden, dat sommige hoofden, zelfs voorstanders van het medezcggingsschap der onderwijzers, den laatstcn rijd veel autocra tisclier optreden, dan zij zelf wel wilden." Zoover „Ons B! i Bene aardige aanvul ling is hierbij, wat de bekende soc.-dam. Dbr- drechtsche onderwijzer, de lieer J. A. Berg- meijer, onlangs te Winschoten zei. toen hij aldaar in eene afdoelingsvergadering van den Boud v. Ned, Oud. optrad met het onder werp: „De zelfstandigheid van den klasse onderwijzer''. Onder meer zei hij toen „Den strijd voor de emancipatie van den klasse-onderwijzer zullen wij uitvechten, in do eerste plaats voor het onderwijs zelf en daarbij zullen wij regelrecht aansturen op de republikeinsche school. Hier staat vlak achter dat wij willen hebben geheel bevoegde leerkrachten. Schoolvergaderingen moeten niet de olie wezen, om den storm te doen bedaren. t Is voor onzen ti,U veel boter, dat de hoofden echte conservatieven zijn dan van die aardige, lieve mannen. Dat is ook zoo goed voor sommige naturen onder de klasse-on derwijzers, die eerst de ijzeren hand moeten gevoelen, vóór zo pogen hun slavenjuk af te schudden om met fier zelfbewustzijn hun hoofd op te richten." De heer A. Taal, te Schovenin^en, randi- daat tot don H. Dienst bij do Geref. kerk. beeft een beroep voor predikant aangenomen bij de Goref. gemeente te Krimpen a a. Lek.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1