m 345 Dinsdag 28 Juni 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. 5Sde Jaargttv AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Pêr 8 maanden roor Amersfoort f 1*35. t^em franco per post1.75. ASR)rider 1 ij ke nummers0.05. Déze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advértentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 aur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgever»: VALKHOFF C«. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVESTENTIÈN Tan 1—4 regels Elke regel meer Groots letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad by abonnement Bene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Ongelukkig Armenië. De berichten uit Turksch-Armemë luiden verachillend naar mate van de bron, waaruit zij komen. Maar het is eigenlijk toch maar een gradueel verschil, dat er in valt op te merken. Dat er volslagen anarchie heerscht in de streek, die onder het Saissoen-gebied wordt verstaan, is aan geeu twijfel onder hevig, en evenmin dat de bevolking zwaar lijdt onder de gevolgen, die aan dien toe stand zijn verbonden. Het Sassoen-gebied wordt gevormd door deu keten van den Taurus, die begrepen is tusschen Moescli, Kharpoet en Diarbekir, en in verdeeld in drie districten (kaza's) kaza Saissoen, behoorende tot heb sand jak (arrondissement) Moesch, kaza Mobek, be hoorende tot het sand.jak Bitlis, en kaïza Khoelp, behoorende tot het sandjak Gundj. Het geheel maakt een onderdeel uit van het vilajet (-departement) Bitlis. De gebeurtenissen, die weder do aandacht van buiten op deze rampzalige streek heb ben gevestigd, hebben plaats gehad in de nahié (gemeentel Chotak, waarvan Ghelegu- zan de hoofdplaats is, behoorende tot de kaza Moesch, welke gelegen is buiten het sandjak van dien naam, en voorts in de na- hie Khian, behoorende tot de kaza Khoelp, waarvan Palori de hooidplaats is. Deze beide gemeenten zijn middelpunten van eene uit sluitend Armenische bevolking, terwijl over al elders de bevolking gemengd is. Het eigenlijke dorp Sassoen heeft eene uitslui tend Koerdiscne oevolkmg. De vernielde dorpen zijn 35 in getal, waar van 15 gelegen zijn in de gemeente Chotak en 20 in de gemeente Khian. Zij bevatten meer dan 6000 inwoners, waarvan omstreeks 3500 geuood zijnde overigen zijn gevlucht naar Moesch, waar zij van alles ontbloot zijn en de bitterste armoede lijden, want de onderstand van overheidswege is geheel on voldoende en de door geloofsgenooten gezon den huip bereikt hen slechts uiterst lang zaam. Deze ongelukkigcn zijn nagenoeg allen vrouwen en kinderen. De tegenwoordige beweging in het Sas soen-gebied en hare bloedige onderdrukking door Koerden en Turksche troepen is reeds an het laatst van Februaribegonnen. Het Sassoen-gebied onderscheidt zich van de andere door Armeniërs bewoonde streken hierdoor, dat de bevolking groo- tendeels goed bewapend is en ook in dap perheid de overige Armeniërs vooruit is. De hoofdreden, waarom de opstand opnieuw is uitgebroken, schijnt geweest te zijn het feit, dat de Turksche overheden de sedert 20 jaien achterstallige belastingen, van welker betaling de belastingschuldigen door de algemeene amnestie van 1896 vrijgesteld waren, eensklaps weer invorderden. De Porto trok, toen zij zag dat de Armeniërs aanstal ten maakten om zich te verzetten, 12,000 man troepen met 15 kanonnen in Moesch samen om ze naar Sassoen te zendenook kregen 10,000 gewapende Koerden een wenk zich gereed te houden Bij 't zoeken naar Armenische revolutionairen plunderden en verbrandden de troepen in 't laatst van Fe bruari het dorp Hunan, waarbij 30 inwoners gedood werden. Bij het bekend worden van deze gebeurtenis tastten ook in andere plaat sen van het Sassoen-gebied soldaten en Koerden de Armeniërs aan. De klachten, die over het gebeurde bij de vertegenwoordigers van de mogendheden te Konstantinopel inkwamen, leidden tot het benoemen van eene gemengde commissie van Armenische notabelen en Turksche ambte naren, ciie den Ljen April uit Moesch ver trok om als vredestichter op te treden. Maar deze commissie is zonder succes aan 't werk geweest.; na hare bemoeiingen schijnt zelfs liet- moordwerk eerst recht begonnen te zijn. Op den duur zullen de regeeringen der Euro- peesche mogendheden wel niet in gebreke kunnen blijven om met nadruk hun invloed to doen gelden, opdat aan dit schandelijke bedrijf paal en perk worde gestold. Duitsehland. Gisterenavond had een feestmaal plants van de Keizerlijike Ja<ffltclub. Die Keizer bracht een dronk uit op den Koning van Engeland, waarin hij zeide dat het een grooto eer ep genoegen was den admiraal van de „Royal Yacht Squadron als lid van de club te mogen begroeten. Daarna bedankte hij don Koning voor do wonderschoon© bokaal, welke cieze aan de club geschonken had. Koning Eduard dankte hartelijk voor deze woordenhij verheugde zich over de hem bereide ontvangst. Hij was er trotsch op, lid van de Club geworden te zijn. Duizendmaal zeide hij dank voor de goede wenschen en eindigde met een „Hoch" op den Keizer. Het heeft de aandacht getrokken, dat Koning Eduard niet zijn minister van bui tenlandsche zaken naar Duitsehland heeft meegebracht, maar den lord der admiraliteit, terwijl aan den anderen kant de Duitsche Keizer heeft gezorgd, dat de rijkskanselier in deze dagen in zijne nabijheid is. De Noue Freie Presse verneemt hierover van Engelsche zijde, dat in Engeland niet de gewoonte be staat. dat bij reizen van den monarch de minister van buitenlandsche zaken meegaat. Ook naar Parijs heeft deze minister Koning Eduard niet vergezeld, ofschoon de Parijsche reis eene van groot gewicht was. Het histo risch gewichtige oezoek, dat de Koningin van Engeland indertijd aan Keizer Napoleon III -it gebracht, geschiedde zonder dat de minister -an buitenlandsche zaken haar ver gezelde. In Engeland is cieze minister niet gewoon buitenslands te gaan. Eene uit-zon- 'dering maakte lord Salisbury, die om redenen van gezondheid vreemde badplaatsen moest opzoeken, maar dan altijd incognito reisde en voor zijne bedienden bijzonder© passen liet gereed maken. Frankrijk. De Kamer heeft in behandeling genomen een wetsontwerp, regelend© het toezicht op do levensverzekering. Daaronder worden ge bracht niet enkel de gewone maatschappijen, maar ook alle pensioenkassen en andere in stellingen, die verplichtingen op zich nemen, welke met den levensduur samenhangen en niet door bijzondere wetten geregeld zijn. Flandin, de voorzitter van de commissie van onderzoek naar de millioenen van de Karthuizers, heeft van Pichat telegrafisch bericht ontvangen, dat bij er, in weerwil van zijn aandringen, niet in geslaagd is, de ver tegenwoordigers van de Karthuizers te be wegen, om te komen getuigen, maar dat hij van hen een nieuwen brief heeft gekregeu, dien hij aan de commissie zal overleggen. De commissie van de Kamer voor handel en nijverheid heeft een voorstel van den Pa- rijschen afgevaardigde Gervais aangenomen, om de regeering uit te noodigen in het vol gende jaar eene internationale tentoonstel ling voor automobielen en sport in Parijs te doen houden. Engeland. Op voorstel van den Engelschen mi nister* van koophandel Gerald Balfour, zal dien 7en Juli ten zijnen huize een© vriendschappelijke bespreking gehoud^i worden over de bestaande verschillen van meening tusschen den directeur-generaal Bal- lin (van de HamburgAnierika-lijn) en lord Inverclyde (van de Cunard). Rusland. Aan de Politische Correspondenz wordt uit Konstantinopel bericht, dat volgens over eenstemmende verzekeringen uit Turksche tn Russische bron tot -dusver van Russische zijde geen poging is ondernomen om de machtiging tot den doortocht van Russische oorlogsschepen door de Dardanellen te krijr gun. Dit is. te minder geschied, omdat het zou zdjn.te voorzien, dat het Turksche ant woord in zoodanig geval in den vorm ont wijkend, maar in het we >n afwijzend zou zijn en zou inhouden, dat de toestemming van alle groot© mogendheden daartoe ge- 'vorderd wordt. Ook uit Londen heeft de Pol. Corr. eene mededeeling ontvangen naar aanleiding van de berichten over de pogingen, die van Rus sische zijde zouden zijn gedaan tot bet ope nen van de Dardanellen. Deze mededeeling houdt in, dat de Engelsche regeering in aeze zaak eenvoudig op den grondslag van het verdrag staat. Al schijnt bet ook niet on mogelijk, dat Engeland zou kunnen toe stemmen in wijzigingen van sommige pun ten in eene eventueele nieuwe conferentie van alle betrokken mogendheden en mis schien zelfs daar zelf eenige veranderingen zou voorstellen, het is toch als eene uitge maakte zaak te beschouwen, dat het Lon- densche kabinet beslist zal optreden tegen elke verandering van welke bepalingen ook, die tot gevolg zou hebben eene zoodanige wijziging van de omstandigheden in het oosten teweeg te brengen, dat de Status quo daardoor in gevaar zou komen. Engeland heeft steeds vastgehouden aan het stand punt, dat een© verandering van den Status quo op het Balkan-schiereiland en in het noordoosten van de Middellandsche zee on der alle omstandigheden moet worden ver meden, zoowel in het belang van het afwen den van internationale stoornissen als om op te komen voor gewichtige eigen rijksbelan gen. Turkije. Uit Konstantinopel wordt het bericht te- gongesproken, dat de Engelsche gezant we gens den toestand van do Armeniërs in het vilajet Bitlis met eene vlootdemonstratie zou hebben gedreigd. De Engelsche gezant was wel in deze zaak wat scherper opgetreden dan de Russische en de Fransche; alvorens verdere stappen te <loen, wacht hij echter berichten van de consuls af, in hoever de Koerden hebben deelgenomen aan de uit spattingen tegen de Armeniërs. Uit Saloniki wordt bericht: Ben bataljon uit Verisonitsch is hier aangekomen om zoo snel mogelijk naar Vodena op te rukken, ten einde een militairen opstand, die daar is uitgebroken., te onderdrukken. De oorlog in Oosi-Azië. Het nadere verslag van admiraal Togo over den zeeslag van verleden Donderdag luidt in zijn geheel aldus: „Op 23 Juni viel mijne vereenigde vloot den vijand vroeg in den ochtend bij Port Arthur aan, Het feit dat de linieschepen Pereewjet, Poltawa en Sebastopol met de kruisers Ba jan, Pallada, Diana, Nowik en Askold, voorafgegaan door verscheidene stoombooten die mijnen opvischten, bezig waren om uit de haven te komen, werd mij door ons verkenningsschip met draadlooze telegrafie gemeld. Daarna haastte ik mij, overeenkomstig de vroeger vastgestelde maatregelen tegen een uitval van den vijand, naar de aangewezen verzamelplaats, terwijl ik mijne 4de en 14de flottieljes torpedo-jagers uitzond, om de be wegingen van den vijand gade te slaan. Om elf uur sloten de Cesaréwitsc'.i, Retvisan en Pobjeda zich aan bij de mijnen opvisschen- de stoomschepen, welke begonne.- te kruisen in het mijnenveld en een vaargeul trachtten te maken, terwijl wij hen bestookten. Om drie uur 's middags raakten mijne 4de en 14de flotielj^s slaags met de torpedo-jagers van den vijand, die het opvisschen van de mijnen dekten, en dreven ze op de vlucht. Een van de Russische vaartuigen dat vlam vatte, vluchtte de haven in. De Nowik kwam naar buiten, om de andere flctieljes te dek ken en voegde zich bij de hoofdmacht. Nadat de vijand een vaargeul had gemaakt met be hulp van bovengenoemde stoomschepen, stoomde de Nowik naar buiten. Ons derde eskader lokte den vijand, terwijl het met hem in voeling bleef, zuidwaarts in een zuidoostelijken koers. Ons eerste eskader dat ten zuiden van het eiland Goegan ver scholen lag, wachtte den vijand op en trok al zijne torpedo-jagers samen. Om kwartier over zessen kreeg ons eerste e kader den vijand op acht mijlen ten N.W. van het eiland Goegan in het gezicht. De Cesaréwitsch voer aan het hoofd, met de Nowik en de torpedo-jagers aan hare rechter zijde, en zij stoomden zuidwaarts. Om half acht waren wij op 14 K M. van hen, De vijand veranderde eenigszins zijn koers naar stuurboordszij, en wij volgden hem, trachtende zijne voorhoede naar ons toe te lokken. Om ach uur wijzigde de vijand zijn koers naar het Noorden, en wij draaiden acht stroken en stoomden in linie tot zonsonder gang (half negen) toen wii. acht streken naai bakboordszij uithaalden en ik de torpedo-vaar tuigen beval, om den vijand aan te vallen. Cm half tien deed de 14de flotielje, op een afstand van 5 mijlen van de haven, den eersten aanval op dc achterhoede van den vijand, waarna de 5de volgde. De vijaud ge raakte in verwarring en kon de haven niet bereiken daarom ankerde hij om half elf op de reede, waar wij hem acht malen vóór het aanbreken van den dag aanvielen. Om half elf stoomde onze 16de flottielje van kaap Sjrosen op en lanceerde twee tor pedo's in den boeg van een linieschip dat op de Pereswjct geleek; dit zonk onmiddellijk. Vóór den ochtend konden wij geen andere uit komsten waarnemen Toen zagen wii dat een pantserschip ontbrak en twee schepen van het Sebastop-l- en Diana-typ*. niet in staat waren hunne machines te gebruiken. Op den 24sten Juni ging de vijandelijke vloot de haven binnen, waarbij eenige schepen ge sleept werden en andere onder hun eigen stoom binnen voeren. Het laatste schip ging om 4 uur 's namiddags naar binnen. Velgens een telegram aan de Petit Parisien uit Petersburg is het gezonken schip de Pereewjet. De beide beschadigde scnepen zouden het pantserschip Sebastopol en de kruiser Pallada zijn. Béide zijn zoo zwaar beschadigd, dat het niet mogelijk lijkt, ze te behouden. Admiraal Togo heeft, volgens een beriaht uit Tokio, zijne regcering kennis gegeven, dat de blokkade van het geheele sohiereiland Liaotong nu een voldongen feit is. Blijkens de officieel bekend gemaakte or ganisatie van het opperbevel in Mandsjoe- rije, heeft baron Kodama den titel gekre gen van chef van den generalen staf, niet dien van onder-oammandant. De bevelheb bers te veld© zijn van de ruimste volmachten voorzien. Maarschalk Oyama en generaal Kodama vertrekken den 6en Juli naar Mandsjoerijie. Het bericht, dat markies Oyama tot on derkoning van Mandsjoerije is benoemd, is onjuist Oyama neemt liet. opperbevel op zich van het leger in Mandsjoerije, waarin eöhter de strijdkrachten in Korea niet be grepen zijn. Het telegraaf-agentsohap bericht uit Liao- jang van gisteren: De prins van Bourbon was ooggetuige van de ergerlijke behandeling van Russiscne ge wonden door de Japanners, die zelfs dooden met de bajonet doorstaken Hij heeft bij de ontruiming van het station Wafankou door de Russische troepen eene met groote letters op een muur geschreven mededeeling over de door hem met eigen oogen waargenomen gru welen achtergelatendeze mededeeling was gericht aan de Japansche generaals en offi cieren. Zij besloot met het vertrouwen uit te drukken, dat dergelijke dingen zich niet zou den herhalen. Volgens een Duitsche statistiek zijn uit do volgende staten stoomschepen verkocht aan de beide oorlogvoerende partijen Nederland, Italië en Noorwegen hebban ■ieder één schip verkocht aan Japan. Duitach- land heeit zeven schepen aan Rusland en vier aan Japan verkocht. Engeland heeft aan Ja pan 17 schepen verkocht van een totalen :n- houd van 51.418 ton en aan Rusland één schip, de North-Tyne, an 1.209 ton. Dezo statistiek loopt van het begin der vij andelijkheden tot 15 Juni. Allerlei vHeden zal de „Adelaar van Water loo", het standbeeld van Gérome, op het slagveld worden onthuld. Een eigenaardig heid is, dat een zekere mevrouw Dupuis, 102 jaar oud ze werd geboren te Seneffe den 6den Juni 1802 de plechtigheid zal bijwonen als de eenige getuige van dezen beroemden volkerenslagals dertienjarig meisje hielp zij de gesneuvelden begraven. De „Journal de Charleroi" heeft een auto mobiel beschikbaar gesteld om deze eene- gast van haar huis naar het standbeeld te rijden. vHet eeuwfeest van het Fransche bur gerlijke wetboek, de „Code Napoléon", het welk in verscheidene andere Europeeeclie landen ook Nederland de grondslag van het burgerlijke redht bleef, zal dou 29eu October a.s. te Parijs worden gevierd, on der voorzitterschap van den minister van justitie. ROMAN tan MORITZ VOR REICHENBACH foor HERMAN LIND. Wanda's geweten deed haar een hevig verwijt a, 't was waar, zij had de zaak veel te licht geteld, maar een weinig ernst w'as daarbij toch eok in het spel geweest. Zij voelde, dat ontkennen haar niets hielp; haar blos, haar verlegenheid en zelfs de wijze, waarop zij gelogen had, dat alles had haar duidelijk genoeg verraden en een stormach tig verlangen vervulde haai- om zich te ver dedigen, om het verwijt, dat zoo plosebng in die haar ernstig aanstarende oogen ge komen was, althans eemgermate te verzach ten. „O, neen, geheel en al sdherts was het toch niet, maar ach wat moet gij ,wel van mijl denken?" Haar lippen beefden van ontroerinig en de tranon wareni haar in de oogen geaprongon. Haf scheen 't inderdaad niet te weten, "wat hij vam haar denken moest, want ook zijn ge laat een knap, frisch, mannelijk gelaat toekende verlegenheid. vHij zweeg een poos, boog zich daarop tot Ihaar neer en .vroeg, ter wijl hij haar vast in de oogen zag: ..Moet ik weer gaan zooals ik gekomen ben?" Nu had het zonderlinge verschijnsel plaats, dat juist datgene, wat Wanda een oogenblik geleden' als een redding zou hebben be schouwd, haar plotseling ëeni groote ramp toescheen. Iets van dat gevoel, iets van de niet uitgesproken bede„Neen, neen, blijf moet er wel uit haar blik heblben doorge straald, al kwam er op de door hem gedane vraag ook geen reChtstreeksoh antwoord. het dus neen?" vroeg hij weder „Be hoef ik niet heen te gaan?" Zij hief de gevoUwen .handen half smee- keud naar hem op. „Zeg maar, dat ge 't .mij vergeeft, en ga dan heen „Wat moet. ik u vergeven? Was dus alles wat mij door u geschreven werd, met. de uit- noodiging om hierheen te komen, niet waar? „O, dat- heb 'k niet gezegd, mijnheer... Neen, ik heb niet gelogen. Ik geloof niet, dat ik ooit gelogen heb!" „Alles goed en wel, maar waarom moet ik u dan vergiffenis schenken ©n heengaan? Vindt ge ntij zoo verschrikkelijk?" „O, neen, in 't gëheel niet!" „Ik schaam mij dood!" had zij waarschijn lijk gezegd, als niet juist haar moeder was aangekomen, die den vreemden heer, met wien zij haar dochter in gesprek vond, heel bedaard grotette. „O, mama," kwam er onwillekeurig, dobli nauwelijks .verstaanbaar, over Wandas lip pen, Het toouecl van ver lege nhcid, dat thans onvermijdelijk scheen, werd hierdoor gecoupeerd, dat de vreemde heer zich voor de andere dame. die er in haar met bont afgezetten fluweelen mantel werkelijk deftig uitzag, boog en haar tegelijkertijd zijn «naam noemde. „Graaf We 11 camp ik 'had het genoegen, mejuffrouw uw dochter vroeger te ontmoet- tien en veroorloofd© mij niui juist de vrijheid, haar daaraan te herinneren." „O zeker op het pensionaatU hadt daar waarschijnlijk ook een zusje?" „Ja juist, mevrouw!" „Ja, ja«, er waren daar allemaal freules, ilk heb er dan eigenlijk ook nooit goede vrede mee gehad, dat onze Wanda daar bleef, want ziet ge, later is toch de conversatie- kring ,een beetje anders, en dan maakt men onwillekeurig zoo zijn eigeuaardige vergelij kingen die natuurlijk niet altijd in 't voor deel van de latere kennissen uitvallen." „O, mevrouw, in onzen meer verlachten tiid..." „Ja, in de boeken eu in de couranten zeg gen 'ze wel, dat er in onze dagen geen voor- oordeelen van stand meer bestaan, maar in 't loven is dat zoo niet het, geval Ek zeg al tijd maar, elk voor zich en God voor ons al len, weet geNu, mijnheer de graaf, hoogst aangenaam geweest. Kom, Wanda, kom, kind, het wordt onze tijd „Mijnheer de graaf" boog diep voor de 'beide dames. Onder 'het heengaan zag Wanda nog even, zeer echuohter en zelfs een weinig angstig naar hem om. Na een .oogenblik toevons volgde hij liet tweetal en kwam in de vestibule, toen de betide daan es die niist verlaten hadden. „Kent ge die dames?" vroeg «hiji aan den map, die daar met de controle scheen belast j te zijn. „Wel van uiterlijk, want ze zijn hier 1 meerlmalen geweest, maar hoe zo heeten, zou 1 ik u niet. kunnen zeggen, De oudste dame moet dc vrouw van een commercieraad zijn, maar die zijp er te Berlijn zooweel, dat het lastig zoeken, is." „Eien .malle historie," broande de graai „denkelijk had ik daar vrouw Fortuna bij haar sleep cn nu is zij-mij' weer ontsnapt! Jammer, verduiveld jammer, want zooals de zaak ziah liet aanzien, bdkoefde ik hier niet alleen het nuchtere verstand aan het woord te laten, maar kon er ook <van eenig gevoel sprake zij.nl Moedertje is weliswaar wei nig beschaafd, maar todh wel een brave vrouw en heel toonbaar.maar de kleine heeft be paald een zeer goede opvoeding gehad een beetje overmoedig, nog geheel en al een kind, maar lief, zeer lief' En nu nu laat zij in haar meisjesachtige beschroomdheid natuurlijk niets meer van zidh hooren. Maar juist die beschroomdheid, die schrik voor haar eigen waagstuk bevalt mij eigenlijk het bestIk mag het er niet bij laten, vind ik. Wie eenmaal A gezegd heeft, is zedelijk verplicht ook B te zeggen.. Ik weet, er wel .raad op'... Als drenkeling heb ik het recht naar een stroöhabn te grij pen en hder werd mij een lieve meisjes hand toegestoken." Dan volgenden da'g vond Wanda in een ander nummer ivan dezelfde courant, waarin de huwelijks-advertentie had gestaan, de Volgende annonoo „Maarschalk-Niel-roos „Wees zoo goed mij ,ujw' adres op te gewen Ik verzoek u om dit bewijs van vertrouwen, j anders zal ik moeten gelooven, dat er door u werd geseher t met oen zaak, die mij bitt- tere ernst was. Mijn naam staat er u 'borg voor, dat gij te doen hebt. met een edelman, zoodat het van zelf spreekt, dat gij in gee- nerlëi opzidht kunt geoompriimitteerd wor den. Adres; Graaf W 62, aan het bureel van dit blad." Wanda werd zeer rood, toen -zij die regels las. Vriendelijk waren ze waarlijk niet op gesteld. Hij sprak nog altijd van zijn voor nemen als .van, „bitteren ernst." Hij schroom de zelfs niet, haar een verwijt te doen, en fer lag in die weinige woorden een gevoel van zelfbewustheid en van trots, waarower Wan da zidh eigenlijk had moeten ergeren, en dat niettemin meisjes zijn soms zoo raadsel achtig haar op een eigenaardige wijze aantrok „Hij heeft gelijk in wat hij daar aegt, ©n en hij heeft zulke mooie oogen oogen, die ik niet vergeten kan!' Ziehier ongeveer de slotsom van Wanda's overdenkingen en wat een vleiondc, zelfs sentimenteel© bede misschien niet zou hebben gedaan gekregen, werd integendeel bereikt door deze zakelijke, prozaïsche oproeping, die, gedekt door de rozen vlag der poëzie, in Wan da's handen gevallen was. „Ik zal morgenmiddag tusschen twaalf en drie uur bijl het Rousseau eiland op de ij-baan zij,n. Wanda Draller." Zoo luidde Wanda's antwoord. Den volgenden dag was graaf Wel kramp op 'het bepaalde uur te bestemder plaatse. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1