SS*. 18. 3de Jaargang. Maandag 18 Juli 1904. ris BUITENLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. HXKTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS P« 8 maanden voor Amersfoortf L26. Idem franco per post- 1.79. 1 Wonderlijke nummers- 0.09. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgeverst VALKHOFF 0 O». Utiechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Vaa 1—5 i Elke regel i Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advérteeren in dit Blad bjj abonnement. Bene oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt óp aanvraag Politiek Overzicht- Heft regentschap in Beieren. Bij de Beiersche Kamer van afgevaardig den is een door twintig leden onderteekend voorstel ingediend, dat strekt om de Kroon uit te noodigen bij den landdag eene wijzi ging van de grondwet aanhangig te maken in dien zin, dat het regentschap een einde kan nemen ook tijdens het. leven van een voor goed van het vrije gebruik zijner ver standelijke vermogens beroofden Koning. Gedurende vele jaren reeds wordt het ko ninklijke gezag in Beieren uitgeoefend niet door den Koning zelf, maar in zijn naam. door een regent. Den 7en Juni 1886 besloot de ministerraad, op grond van de medische verklaring, dat de Koning lijdende was aan krankzinnigheid, dat er termen bestonden tot instelling van een regentschap. Prins Luitpold was, als de naaste agnaat, geroe pen om de functie van regent op zich te nemen. Weinige dagen later, den 13en Juni, vond de ongelukkige Koning Lode wijk II den dood in het Starnberger meer. Den 14en Juni aanvaardde prins Luitpold het regent- sohap in naam van Lodewijk's jongeren broeder, Koning Otto, die sinds 1875 krank zinnig was. Sedert lange jaren is de toestand van Koning Obtg> als ongeneeslijk erkend. Vandaar dat do wensch is ontstaan, om de koninklijke waardigheid over te dragen op den prins, die sedert achttien jaren haar feitelijk bekleedt. Het thans bij den Land dag ingediende voorstel is van dien wensch de uitdrukking. Of dit voorstel effect zal hebben, en zoo ja, welk effect dit zal zijn, is eene andere vraag. Het staat vast, dat prins-regent Luit pold niet gezind is tot eene verandering van den bestaan den toestand mede te werken. Eene 18-jarige regeering als regent heeft hem zijne plaats in de geschiedenis aange wezen hij wilde prins-regent blijven en niet met den écnen voet in het graf nog een van Beieren s Koningen worden. Anders staat het geval met den* oudsten zoon en vermoedelijken opvolger van den regent, prins Ludwig. Warneer deze de op vatting van zijn vader mocht deelen, dan zou er niet veel uitzicht zijn, dat de Kroon het initiatief zal nemen tot eene verande ring van den bestaanden toestand. Maar is het gewenscht, het regentschap tot in 't on eindige te laten voortduren, ook wanneer de tegenwoordige meer dan 80-jarige regent de oogen zal hebben gesloten? Het nu bij de Kamer ingediende voorstel beoogt, die vraag onder de oogen te zien en aan de Kroon en den Landdag gelegenheid te verschaffen daar over van gedachten te wisselen. In een anderen Duitschen bondsstaat, Lippe-Detmold, heerschen ten gevolge van liet voortduren van het regentschap vooreen eveneens ongeneeslijken krankzinnigen vorst, zeer onaangename toestanden, waaraan de regent, graaf Ernst, met den besten wil niets kan veranderen. Intriges van aanhangers van sommige agnat-en en hunne invloedrijke besohermers, zijn daar voornamelijk oorzaak, dat het land in onrust en spanning verkeert In Beieren zijn dergelijke dingen niet te vTeezenmaar toch kan het niet anders dan gewenscht zijoi, wanneer de voorloo- pige toestand, die sedert 1886 bestaat, nu eindelijk behoorlijk geregeld wordt. In eene correspondentie uit Müncben van de Neue Freie Presse wordt in herinnering gebracht, dat 50 jaren geleden in het. groot hertogdom Baden een dergelijke toestand heeft bestaan. Baden had van 1852 tot 1856 eveneens een regentschap voor den krankzin nigen groothertog Ludwig II. Den 24eu April 1852 nam de nu regeereude groothertog Friedrich het regentschap op zich. Uitdruk kelijk werd bij do aanvaarding verklaard, dat Friedrich in plaats van zijn broeder re geerde, „tot aan diens verlossing van zijne zware ziekte". Na vier jaren echter was men tot het inzicht gekomen, dat deze toe stand een einde moest nemen, en men zag er geen bezwaar in aan groothertog Lud wig II nog bij zijn leven een opvolger te geven. Den 5en September 1856 werd de toenmalige regent groothertog Friedrich, of schoon zijn broeder eerst anderhalf jaar la ter, den 22en Januari 1858, overleed. Dit is sleahts één voorbeeld van een aantal geval len, waarop men zich als antecedenten zou kunnen lie roepen, wanneer men in Beieren ïnocht willen overgaan tof beëindiging van den nu, ten aanzien van de uitoefening van het koninklijike gezag, sedert 18 jaren be- staanelen overgangstoestand. De dood van Kruger. Londen16 Juli. De regeering lieeft toe stemming verleend, om het lijk van presi dent Kruger in Transvaal te begraven. Pretoria16 Juli. Generaal Botha beeft «de gewezen officieren, ambtenaren en bur gers van de voormalige republiek uitgenoo- digd den dag van 17 Juli te beschouwen als een rouwdag, gewijd aan Kruger's nagedach tenis. Hij verzoekt verder alle verdere in woners gedurende dertig dagen den rouw aan te nemen. Botha zegtGeen man in Zuid-Afrika was zulk een groote macht voor ons land. In- nigen dank is men aan hem verschuldigd voor de geestkracht, waarmee hij, zich wijdde aan de taak om bet Afrikaansche volk tot eene natie te maken, voor de offers die hij daarvoor heeft gebracht. Zijn dood is te droeviger, omdat het hem in zijne laatste dagen niet vergund was zijn land en zijn volk te zien. Wij zullen dit altijd diep voe len, al bewaren wij daarover Het stilzwijgen. Men seint uit Clareps aan de Petit Pa- risien President Loubet heeft het volgende tele gram aan de familie van president Kruger gezonden ,,Ik verneem met diepe droefheid het groote ongeluk dat u treft en ik verzoek u de uitdrukking mijner oprechte deelneming te aanvaarden. Het telegram, dat president Steijn uit Deu Haag zond, luidde „Het is niet alleen een pijnlijk verlies voor zijne familie, maar het is ook een onherstel baar verlies voor heel het Zuid-Afrikaansche ras, dat deu rouw draagt van dien zoon, ge storven als balling en als martelaar. Presi dent Kruger blijtft voor ons een zoon in Jez"us Ohristus, een. vereerd© vriend. „Ook zal zijne nagedachtenis eeuwig in aandenken blijven onder het Afrikaansche volk. Ik ween over zijn dood, want hij was altijd voor mij een rechtschapen broeder en een allerbeste vriend." In den gemeenteraad van, Parijs werd Za terdag op voorstel van Escudier, die in 1900 als ondervoorz. van den raad' de eer had pre sident Kruger in hc-t stadhuis te ontvangen, eenstemmig het volgendo besluit genomen De gemeenteraad zendt aan de familie en aan de landgenooten van president Kruger de uitdrukking vari zijne bewondering en van zijne smartelijke ontroering. Duitschland. De Frankf. Ztg. verneemt uit Berlijn, dat op Norderuey zeer vlijtig en zelfs ingespan nen gewerkt wordttot ontspanning zijn de Duitsche en Russische hoeren niet in die badplaats, zegt het blad. Uit hetgeen men verneemt, blijkt stellig dat het niet alleen te doen is om overeenstemming over de be langrijkste strijdpunten van het haudelstrac- taat, welke men in eenige conferenties zou kunnen afdoen, maar dat het geheele trao- taat in al zijne onderdeelen en met de op zich zelf staande tariefposten wordt uitge werkt. Of en wanneer men daarmee op Nor- derney gereed zal komen, schijnt op het oogenblik nog niet vast te staan. Frankrijk. Een Fransch katholiek afgevaardigde, die dikwijls mededeelingen van het Vaticaan ontvangt, beeft aan een medewerker van de Figaro verklaard, dat de bekendmakingen over den twist tusschen do Fransohe regee ring en het Vaticaan, uitsluitend door Com bes zijn aangestookt en dat het noodig is de zen twist tot zijn juiste afmetingen terug te breugen. Rome heeft nooit, noch indi rect, noch direct, maatregelen van wantrou wen jegens de aartsbisschoppen van Avignon, Albi, Rouaan en Algiers en de bisschoppen van Mende en Tarantaise genomen. Andere is het ten opzichte van den bisschop Geay van Laval. In deze diocese heerschte een vol komen anarchie. Reeds onder Paus Leo XIII is daaromtrent een onderzoek ingesteld. Doch wat zijn persoon aangaat, heeft de gest-orven Paus de zaak laten rusten. De nieuwe Paus heeft de stukken zelf onderzocht en de te gen Geay gerezen grieven van zoo ernstigen aard beschouwd, dat hij hem heeft doen ge- lasteu deu 23en Juli voor de inquisitie te verschijnen. Wat deu bisschop van Dyon Le- nordez betreft, tegen hem wordt het inge stelde onderzoek voorloopig nog voortgezet. De curie heeft hem te verstaan gege ven, in liet belang van den vrede gedurende het onderzoek in de diocese van zijn bisschoppelijke bevoegdheden geen gebruik te maken. Tusschen den bisschop en de geestelijkheid van de diocese heerschten echter verschillen van mëening over de verklaring van deze Pauselijke vin gerwijzing en dit heeft tot betreurenswaar dige buitensporigheden geleid. Uit dit alles, verklaarde de afgevaardigde ten slotte, staat op den voorgrond, dat de curie in geen enkel opzicht het concordaat overtreden heeft. Wanneer het tot afzetting van een bisschop komen moet, zal de curie dit niet doen, zonder vooraf te trachten zich met de Fran- sche regeeriug te verstaan. Zwitserland. Kolonel Audéoud, de teruggeroepen Zwib- sersch© attaché bij het Russische leger in Mantsjoerije, is te Bern aangekomen, ^xij heeft ten stelligste verklaard dat hij nooit iets gezegd heeft ten nadeele van het Russi sche leger, integendeel de grootste terughou ding in acht heeft genomen. Hij weet ook in het geheel niet, waarom Koeropatkin zijn terugroeping gevraagd heeft. Hij kon geen opheldering krijgen, en heeft te Petereburg een schriftelijk y-itest voor den minister van oorlog achtergelaten. De Russische regeering heeft nog niet ge antwoord op het verzoek van de bondsregee- ring, om haar de redenen van de terugroe ping te willen mededeelen. Engeland. Een bezoek van Keizer Wilhelm aan Enge land schijnt nu toch in het vooruitzicht te staan. De Engelsche bladen weten van zulk een voornemen des Keizers te berichten, dat in October van dit1 jaar zal worden verwezen lijkt. De Keizer, -jo wordt er aan toegevoegd, zal ook ditmaal den Earl of Lonsdale af Low- th Castle bezoeken. Het sluiten van het En- gelsch-Duitsche scheidsgerechtverdrag en de zoo bevredigende afloop van het Duitsche vlootbezoék te Plymouth zijn in elk geval tot een op handen zijnde reis des Keizers naar Engeland goede voorafgaande feiten. Niet de geringste wanklank heeft het wederzijdsche verkeer tusschen de Duitsche en de Engel- sche zeelieden verstoord. Overal waar zij aan land gingen ontvingen de Duitsche ma trozen talrijke bewijzen van sympathie en de meeste Engelsche bladen met de „Times" voorop, gewaagden in weerdeerende artikelen van de Duitsche vloot. Oostenrijk-Hongarije, Dj Narodui Listv. een Cziechisch blak, dat te Praag verschijnt, bevat eene aanschrij ving van den minister-president von Koerber, aan de voorzitters der rechtbanken, om toe te zien, dat de candidaten, die dingen naar rechterlijke betrekkingen in Duitsche streken, werkelijk de Duitsche taal machtig zijn. Het blad tast wegens deze aanschrijving minister von Koerber aan en verklaart deze beschikking voor een nieuwen aanslag op het Czechisclie volk. De civiele lijst, waarover nu in den Hon- gaarschen rijksdag wordt gedebatteerd, is in 1872 voor 't eerst vastgesteld op het tegen woordige bedrag. Dit bedrag werd eerst toe gestaan tot 1879 en in dat jaar en in 1889 telkens voor tien jaren bewilligd. Daarna is het bedrag ieder jaar toegestaan, om de mo gelijkheid open te laten voor een voorstel tot verhooging. Er wordt nu eene verhooging aan gevraagd van vier millioen kronen. Wanneer die wordt toegestaan, dan zal de lijst 22.600.000 kronen bedragen, waarvan Oos tenrijk de eene helft, n.l. 11.300.000 kr. zal betalen en Hongarije de andere. Hongarije, dat anders geen 50 in de gemeenschappe lijke uitgaven betaalt maar omstreeks 35 verlangde in dit geval de helft te storten om daardoor te doen uitkomen dat het opgelij- ken rang staat als Oostenrijk. Dat komt ook uit in het thans door de oppositie gestelde verlangen, dat de Koning gedurende de helft van het jaar in Hongarije zal moeten verblijf houden, en eene speciale Hongaarsche hofhouding moet inrichten. Uit Budapest wordt aan de Vossische Ztg. bericht, dat de oppositie haar best doet om de behandeling van do voordracht tot ver hooging van het bedrag voor het koninklijke huis te doen mislukken of althans te rekken. Er bestaat echter geen twijfel of dit wets ontwerp zal in hoogstens twee weken afge daan zijn. De oppositie is onderling verdeeld Kanffy en Apponyi staan geheel geïsoleerd zonder noemenswaardigen aanhang, terwijl de uiterste linkerzijde maanden zal behoeven al vorens tot nieuwe krachtsinspanning in staat te zijn. Heit denkbeeld eener vereeniging van de verschillende fractiën der oppositie vindt geen instemming, wegens persoonlijke verschillen. Rusland. De Keizer is Zaterdag namiddag weder te Peterhof aangekomen. De onder-gouverneur van het gouverne ment Jelissaiwetpol (iKaukasufc) Andrjef ia Zondagavond te Agdsohakent vermoord. De Standard verneemt uit Constantinopcl, dat het Russische wachtschip Chernomeretz van morgen om 9 uur de Bosphorus is door gestoomd, komende uit die Zwarte Zee. Turkije, Men bericht, dat een Bulgaarache bende, ter sterkte van 70 man, onder Zontöheff en Yankoff dreigt de stad Melnik in brand to steken. De in den laatsten tijd voorgekomen dy- namietaanslagen tegen spoortreinen hebben de Porte tot verscherpte maatregelen ge noopt. Men is in de diplomatieke kringen te Konstantinopel van meening, dat deze aan slagen niet kunnen worden opgevat als eene herleving van de comité-beweging, omdat liet comité tegenovergestelde instruction gege ven heeft. Niettemin zullen de maatregelen aan de Bulgaarsche grens wel verscherpt wor den. Ook de maatregelen tot demobilisatie zullen door het gebeurde vertraging onder gaan. Voorloopig is besloten de helft van de mobiele redif-bataillons naar huis te zenden en daartegenover de nizam-bataillons te ver sterken en tien redii-bataillons 2e klasse op te roepen. In verband hicrme<te verdienen de volgen de opmerkingen van de Köln. Ztg. de aan dacht „Zes redif-divisiën, respectievelijk thuis be- hoorende in Adrianopel, Saloniki, Monastir, Ueskub, Smyrna en Konia, zijn sedertl het najaar van 1902 onder de wapenen en gestar tioneerd in het gebied van Ikü 2e en 3e korps, Adrianopel en Saloniki. In den loop van den tijd en in verband met de overtuiging, die meermalen ontstond, dat de oorlog nabij was, zijn deze 96 bataillons, die 68.000 a 70.000 strijdbare mannen tellen, tamelijk voldoende uitgerust. Toen in Konstantinopel de gedach te opkwam, dat de oorlog weder verdaagd scheen te zijn, wilde men dez« landweerman nen, die nu 20 maanden onder de wapenen zijn, gaarne naar huis zenden en in hunne plaats de nieuwe divisiën van de vroegere ilawehs (redifs 2e klasse) oproepen, om deze naar nieuwe beginselen gevormde troe- pendeelen eenigszins te oefenen en aan den an deren kant niet geheel onvoorbereid voor den oorlog te zijn. Deze gedachte is zeker niet geheel prijs gegeven. Wanneer nu wordt be richt, dat de Turksche regeering door de muiterij van eenige hunne achterstallige soldij verlangende l-ataillons onaangenaam heden heeft gehad, dan mag men daaruit niet de conclusie trekken, dat deze geldkwestie Turkije zou kunnen weerhouden nieuwe larnl- weerdivisiën op te rocpeu. Niet alleen de Turksche soldaat, maar ook de officier krijgt bij den troep alles wat hij noodig heeft om te leven, zelfs tabak, zeep voor zijn bad, war me bade i, ondergoed e i uniform. En daar ook d> gezinnen van de officieren, dio zijn uitgerukt, gewoonlijk thuis op afrekening uitkeeringen van het traktement ontvangen, ROMAN VAN MGRITZ VOS REICHENBACH DOOK HERMAN LIND. Eindigde dus deze avond met een lichte ontstemming, de volgende was des te vvoo- 1 ijker Fred hafi den etenstijd voor Kronau op een laat middaguur eesteld en daarmede-zijn gewoonte vam het officiers-casino, waar even eens laat gedineerd werd, op het landgoed Overgcibradht. Na afloop van den diich kwam er een Mei-bowl en daarbij bicven de boe ren in vroolijik gepraat tot een tamelijk ge vorderd uurtje tijee nWanda was eerst stil en onder den invloed van allerlei huisvroo- welijkc zorgen. Van liverlede ontdooide zi;. Als ..Oud-Berlijner'gelijk hij .zichzelf no-in de, onderhield luitenant Heroberg baar met. Berlijmsdbe geschiede nisjes, tot zijl haar nieu we en daardoor wel wat overdreven huishou delijke deftigheid had weggelachen. Weldra praatte zij vroolijk en opgewekt mede en ge noot zij inderdaad de voor haar zoo vreemde taak om gasten „ten harent" te mogen ont vangen, gasten trouwens, die elkander in beleefdheden de loef poogden af te steken. „Het is een geluk aan den ecnen kant, dat toevallig mijn vrouw uit de stad is," zeido de overste, „want anders had ik op het voor- redht cm u te leeren kennen moeten waoh- i ten, tot gij bij ons waart, geweest. Nu kon :1c j komen en ik ben' er trotsdh op, dat ik u bij de aanstaande tentoonstelling als een oude bekende zal mogen begroeten. Als zoodanig zal ik mij dan ook Ihet recht gunnen, mijzelf meermalen tussdhen u en den luitenant Heiv.berg te plaatsen, want dat is een er kende hofmaker ik waarschuw u voor hem!' „Al te veel eer, overste'" riep de luite nant, die ten stijve, militaire houding aan nam en daarbij zulk een overdreven dom- O'iischuldig gezadht zette, dat er een algemeen gelach opging. Wanda ladhte mede en Fred was tevre den, want bij zag gaar na dat zijn vrouw werd gevierd. In die huldeblijken, al waren ze dan ook eenigszins burlesque, lagen in elk geval erkenning eu waardeering. „Eigenlijk hebben zij u, allemaal bepaald het hof gemaakt," zeide hij. lachend, toen hij melt- teiju/ jonge vhxniw' wieden! alLeenl wae(,< „maai- ik heb gelukkig geen aanleg tot ja- 1 loezie." Wanda kleurde. „Waarom zegt hij dat?" dacht zij. „ïk weet heel goed, dat niet een van die heeren zelfs in de. verte met Fred kan worden ver geleken. maar waarom zegt hij, dat bijl geen aanleg heeft tot jaloezie? G«e:i reden, data wat anders! Maar geen aanleg? Zou het hein dan onverschillig zijn, als een ander mij be ter beviel?" HOOFDSTUK XIII. Vroolijk on opgewekt nam Wanda in hot rijtuig plaats voor het eerste buurtbezoek, dait zij met Fred ging afleggen, want van Sagewitz had zij sedeert zij op dat land goed een paar weken had gelogeerd de aangenaamste herinneringen bewaard. Nu Hertha Egdoff met den nepf van Fred was geëngageerd, mocht zij zich zelve bovendien reeds beschouwen als tot de familie van de Egdoffs te beliooren. „We gaan het eerst naar het kasteel beval FrëE den koetsier en er kwam een wolkje op Wanda's voorhoofd. Op t kasteel zou ziji nu haar liefste vriendin helaas niet meer vinden. „Maar zij woont lock nog in 't. park cn kot- mooie, hove Sagewitz is immers onver anderd gebleven, dacht zij terslond ook weer en dat denkbeeld troostte kaar. Het bezoek bij den gewezen luitenant von Egdoff, die, door den on verwachten dood van zijn oom, plotseling majoraatsheer waa geworden, verschafte Fred en Wanda wei nig genot, veeleer het tegendeel. Droevig was*'t om aan te zien, hoe iu zulk een korten tijd het anders met zooveel zorg onderhouden park was verwilderd. Het groote parkliek was en bleef gesloten. De statige portier, die altijd zooveel indruk op Wanda had gemaakt als de incarnatie vau deftigheid en voornaamheid uit de bedien den-wereld, waa verdwenen en de portiers woning zag er verlaten en vervallen uit. Toen niemand op ihlet herhaald© gebral kwam open doen. herinnerde. Wanda, zich dat er ook nog oen tweede, veel kleinere in gang bestond. Daar reden zij heen. Ook daar vond men ©cn gesloten hek, dat eindelijk werd open gemaakt door een boerenjongen met. bolle wangen, die een half uur later, in livrei gestoken op liet kasteel koffie kwami ronddienen. De majoraatslieer, een man van veertig jarigen leeftijd, lang eu mager ,die zijn ge brek aan manieren achter een zek» e mili taire stugheid poogde te verbergen, ontving de bezoekers in een huisjasje en excuseerde zijn vrouw, die nog een ©Luig toilet moest maken. Fred bracht vrij spoedig het gesprek op de tentoonstelling en gaf daarbij als zijn meenmg'te kennen, dat de heer von Sage witz, wilde deze zijn naam eer aandoen, ook verplicht mocht worden geacht om enkele mooie exemplaren, van zijn paarden en zijn rundvee daarheen te zenden, doch hoe Fredl ook sprak, het stuitte alles af op den onwil van den nieuwen heer van Sagewitz. De vorige majoraatsheea-, vond de tegen woordige bezitter van liet prachtige landgoed o, bij zou niets kwaads zeggen van zijn overleden oom, die in elk geval op en top ean edelman was geweest maar die vo rige majorat 'sheer, ziet ge, mijnheer von Wellcamp, had er maar op los geleefd, en, werd, zooals nu duidelijk gebleken was, van allo kanten door zijn voel te groot dienst personeel beril ogen en bestolen. En wat wa ren nu do gevolgen geweest? Neen, hij zou de zaken andere behartigen. Hij had dan ook zes kinderen, vier jongens en twee meis^ jee, eru als hij moest opstappen, dan zouden die kinderen althans behoorlijk verzorgd zijn. Met vee-tentoonstellingen, of al dia dingen waarin hij,, voor zijn persoon, niets dan nadeel zag, kon hij zich niet inlaten. Mevrouw verscheen. Een op het- oog nogi jeugdige dame met oen ©er schoon dan in nemend uiterlijk slecht opgemaakt haar en zeer corpulent, een dikke hals met ecni niet bepaald helder kraagje, door een scheef zit tende broche vatgemaakt. Met veel go- ruiscli opende zij de deur en naderde toen met langzame bewogingen, voor de gasten een stijve buiging makend en hum niet de hand gevend, zooals dat ondier buren op het land gebruikelijk is. Na een paar gewon© belteefdheidsfkasieel kwam het gesprek weder op de landbouw tentoonstelling, waarvoor Fred zich worke- lijk interesseerde. „Al kan ik ook met uw wijze van zien een heel eind meegaan," zeide hij tot den. majtxraatsheer, „ik blijf toch bij mijn mee ning, dat een grondbezit, zooals dat van. Sa gewitz, ook de verplichting oplegt, het te representee ren bij eene gelegenheid als do- ze.", „Dit is een geheel persoonlijke opvatting, niet waar? Ik heb h©„ bswustaijn van. mijn stand als. ieder ander, meer misschien dan menig ander" bij dien zin knikte zijn vrouw hem goedkeurend toe „maar jk geef aam dat bewustzijn, door onmoedig geld- verepillen geen uiting." „Ziet ge," mengde zich thans de gravin von Egdoff in het gesprek, ,.wafc ik ben, dat b?m ik en dat kan memand mij ontnemen. En wanneer iemand dat niet is, dan kan hij zich van top tot toen vergulden, het helpt volstrekt niet dat's mijn meening." W.nrdt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1