SS*. 18.
3de Jaargang.
Maandag 18 Juli 1904.
ris
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
HXKTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
P« 8 maanden voor Amersfoortf L26.
Idem franco per post- 1.79.
1 Wonderlijke nummers- 0.09.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgeverst VALKHOFF 0 O».
Utiechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Vaa 1—5 i
Elke regel i
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advérteeren in dit Blad bjj abonnement. Bene
oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt óp aanvraag
Politiek Overzicht-
Heft regentschap in Beieren.
Bij de Beiersche Kamer van afgevaardig
den is een door twintig leden onderteekend
voorstel ingediend, dat strekt om de Kroon
uit te noodigen bij den landdag eene wijzi
ging van de grondwet aanhangig te maken
in dien zin, dat het regentschap een einde
kan nemen ook tijdens het. leven van een
voor goed van het vrije gebruik zijner ver
standelijke vermogens beroofden Koning.
Gedurende vele jaren reeds wordt het ko
ninklijke gezag in Beieren uitgeoefend niet
door den Koning zelf, maar in zijn naam.
door een regent. Den 7en Juni 1886 besloot
de ministerraad, op grond van de medische
verklaring, dat de Koning lijdende was aan
krankzinnigheid, dat er termen bestonden
tot instelling van een regentschap. Prins
Luitpold was, als de naaste agnaat, geroe
pen om de functie van regent op zich te
nemen. Weinige dagen later, den 13en Juni,
vond de ongelukkige Koning Lode wijk II
den dood in het Starnberger meer. Den 14en
Juni aanvaardde prins Luitpold het regent-
sohap in naam van Lodewijk's jongeren
broeder, Koning Otto, die sinds 1875 krank
zinnig was. Sedert lange jaren is de toestand
van Koning Obtg> als ongeneeslijk erkend.
Vandaar dat do wensch is ontstaan, om de
koninklijke waardigheid over te dragen op
den prins, die sedert achttien jaren haar
feitelijk bekleedt. Het thans bij den Land
dag ingediende voorstel is van dien wensch
de uitdrukking.
Of dit voorstel effect zal hebben, en zoo
ja, welk effect dit zal zijn, is eene andere
vraag. Het staat vast, dat prins-regent Luit
pold niet gezind is tot eene verandering van
den bestaan den toestand mede te werken.
Eene 18-jarige regeering als regent heeft
hem zijne plaats in de geschiedenis aange
wezen hij wilde prins-regent blijven en
niet met den écnen voet in het graf nog een
van Beieren s Koningen worden.
Anders staat het geval met den* oudsten
zoon en vermoedelijken opvolger van den
regent, prins Ludwig. Warneer deze de op
vatting van zijn vader mocht deelen, dan
zou er niet veel uitzicht zijn, dat de Kroon
het initiatief zal nemen tot eene verande
ring van den bestaanden toestand. Maar is
het gewenscht, het regentschap tot in 't on
eindige te laten voortduren, ook wanneer
de tegenwoordige meer dan 80-jarige regent
de oogen zal hebben gesloten? Het nu bij de
Kamer ingediende voorstel beoogt, die vraag
onder de oogen te zien en aan de Kroon en
den Landdag gelegenheid te verschaffen daar
over van gedachten te wisselen.
In een anderen Duitschen bondsstaat,
Lippe-Detmold, heerschen ten gevolge van
liet voortduren van het regentschap vooreen
eveneens ongeneeslijken krankzinnigen vorst,
zeer onaangename toestanden, waaraan de
regent, graaf Ernst, met den besten wil niets
kan veranderen. Intriges van aanhangers
van sommige agnat-en en hunne invloedrijke
besohermers, zijn daar voornamelijk oorzaak,
dat het land in onrust en spanning verkeert
In Beieren zijn dergelijke dingen niet te
vTeezenmaar toch kan het niet anders
dan gewenscht zijoi, wanneer de voorloo-
pige toestand, die sedert 1886 bestaat, nu
eindelijk behoorlijk geregeld wordt.
In eene correspondentie uit Müncben van
de Neue Freie Presse wordt in herinnering
gebracht, dat 50 jaren geleden in het. groot
hertogdom Baden een dergelijke toestand
heeft bestaan. Baden had van 1852 tot 1856
eveneens een regentschap voor den krankzin
nigen groothertog Ludwig II. Den 24eu April
1852 nam de nu regeereude groothertog
Friedrich het regentschap op zich. Uitdruk
kelijk werd bij do aanvaarding verklaard,
dat Friedrich in plaats van zijn broeder re
geerde, „tot aan diens verlossing van zijne
zware ziekte". Na vier jaren echter was
men tot het inzicht gekomen, dat deze toe
stand een einde moest nemen, en men zag
er geen bezwaar in aan groothertog Lud
wig II nog bij zijn leven een opvolger te
geven. Den 5en September 1856 werd de
toenmalige regent groothertog Friedrich, of
schoon zijn broeder eerst anderhalf jaar la
ter, den 22en Januari 1858, overleed. Dit is
sleahts één voorbeeld van een aantal geval
len, waarop men zich als antecedenten zou
kunnen lie roepen, wanneer men in Beieren
ïnocht willen overgaan tof beëindiging van
den nu, ten aanzien van de uitoefening van
het koninklijike gezag, sedert 18 jaren be-
staanelen overgangstoestand.
De dood van Kruger.
Londen16 Juli. De regeering lieeft toe
stemming verleend, om het lijk van presi
dent Kruger in Transvaal te begraven.
Pretoria16 Juli. Generaal Botha beeft
«de gewezen officieren, ambtenaren en bur
gers van de voormalige republiek uitgenoo-
digd den dag van 17 Juli te beschouwen als
een rouwdag, gewijd aan Kruger's nagedach
tenis. Hij verzoekt verder alle verdere in
woners gedurende dertig dagen den rouw aan
te nemen.
Botha zegtGeen man in Zuid-Afrika was
zulk een groote macht voor ons land. In-
nigen dank is men aan hem verschuldigd
voor de geestkracht, waarmee hij, zich wijdde
aan de taak om bet Afrikaansche volk tot
eene natie te maken, voor de offers die hij
daarvoor heeft gebracht. Zijn dood is te
droeviger, omdat het hem in zijne laatste
dagen niet vergund was zijn land en zijn
volk te zien. Wij zullen dit altijd diep voe
len, al bewaren wij daarover Het stilzwijgen.
Men seint uit Clareps aan de Petit Pa-
risien
President Loubet heeft het volgende tele
gram aan de familie van president Kruger
gezonden
,,Ik verneem met diepe droefheid het
groote ongeluk dat u treft en ik verzoek u
de uitdrukking mijner oprechte deelneming
te aanvaarden.
Het telegram, dat president Steijn uit Deu
Haag zond, luidde
„Het is niet alleen een pijnlijk verlies voor
zijne familie, maar het is ook een onherstel
baar verlies voor heel het Zuid-Afrikaansche
ras, dat deu rouw draagt van dien zoon, ge
storven als balling en als martelaar. Presi
dent Kruger blijtft voor ons een zoon in
Jez"us Ohristus, een. vereerd© vriend.
„Ook zal zijne nagedachtenis eeuwig in
aandenken blijven onder het Afrikaansche
volk. Ik ween over zijn dood, want hij was
altijd voor mij een rechtschapen broeder en
een allerbeste vriend."
In den gemeenteraad van, Parijs werd Za
terdag op voorstel van Escudier, die in 1900
als ondervoorz. van den raad' de eer had pre
sident Kruger in hc-t stadhuis te ontvangen,
eenstemmig het volgendo besluit genomen
De gemeenteraad zendt aan de familie en aan
de landgenooten van president Kruger de
uitdrukking vari zijne bewondering en van
zijne smartelijke ontroering.
Duitschland.
De Frankf. Ztg. verneemt uit Berlijn, dat
op Norderuey zeer vlijtig en zelfs ingespan
nen gewerkt wordttot ontspanning zijn
de Duitsche en Russische hoeren niet in die
badplaats, zegt het blad. Uit hetgeen men
verneemt, blijkt stellig dat het niet alleen
te doen is om overeenstemming over de be
langrijkste strijdpunten van het haudelstrac-
taat, welke men in eenige conferenties zou
kunnen afdoen, maar dat het geheele trao-
taat in al zijne onderdeelen en met de op
zich zelf staande tariefposten wordt uitge
werkt. Of en wanneer men daarmee op Nor-
derney gereed zal komen, schijnt op het
oogenblik nog niet vast te staan.
Frankrijk.
Een Fransch katholiek afgevaardigde, die
dikwijls mededeelingen van het Vaticaan
ontvangt, beeft aan een medewerker van de
Figaro verklaard, dat de bekendmakingen
over den twist tusschen do Fransohe regee
ring en het Vaticaan, uitsluitend door Com
bes zijn aangestookt en dat het noodig is de
zen twist tot zijn juiste afmetingen terug
te breugen. Rome heeft nooit, noch indi
rect, noch direct, maatregelen van wantrou
wen jegens de aartsbisschoppen van Avignon,
Albi, Rouaan en Algiers en de bisschoppen
van Mende en Tarantaise genomen. Andere
is het ten opzichte van den bisschop Geay
van Laval. In deze diocese heerschte een vol
komen anarchie. Reeds onder Paus Leo XIII
is daaromtrent een onderzoek ingesteld. Doch
wat zijn persoon aangaat, heeft de gest-orven
Paus de zaak laten rusten. De nieuwe Paus
heeft de stukken zelf onderzocht en de te
gen Geay gerezen grieven van zoo ernstigen
aard beschouwd, dat hij hem heeft doen ge-
lasteu deu 23en Juli voor de inquisitie te
verschijnen. Wat deu bisschop van Dyon Le-
nordez betreft, tegen hem wordt het inge
stelde onderzoek voorloopig nog voortgezet.
De curie heeft hem te verstaan gege
ven, in liet belang van den vrede
gedurende het onderzoek in de diocese
van zijn bisschoppelijke bevoegdheden
geen gebruik te maken. Tusschen den
bisschop en de geestelijkheid van de diocese
heerschten echter verschillen van mëening
over de verklaring van deze Pauselijke vin
gerwijzing en dit heeft tot betreurenswaar
dige buitensporigheden geleid. Uit dit alles,
verklaarde de afgevaardigde ten slotte, staat
op den voorgrond, dat de curie in geen enkel
opzicht het concordaat overtreden heeft.
Wanneer het tot afzetting van een bisschop
komen moet, zal de curie dit niet doen,
zonder vooraf te trachten zich met de Fran-
sche regeeriug te verstaan.
Zwitserland.
Kolonel Audéoud, de teruggeroepen Zwib-
sersch© attaché bij het Russische leger in
Mantsjoerije, is te Bern aangekomen, ^xij
heeft ten stelligste verklaard dat hij nooit
iets gezegd heeft ten nadeele van het Russi
sche leger, integendeel de grootste terughou
ding in acht heeft genomen. Hij weet ook
in het geheel niet, waarom Koeropatkin zijn
terugroeping gevraagd heeft. Hij kon geen
opheldering krijgen, en heeft te Petereburg
een schriftelijk y-itest voor den minister
van oorlog achtergelaten.
De Russische regeering heeft nog niet ge
antwoord op het verzoek van de bondsregee-
ring, om haar de redenen van de terugroe
ping te willen mededeelen.
Engeland.
Een bezoek van Keizer Wilhelm aan Enge
land schijnt nu toch in het vooruitzicht te
staan. De Engelsche bladen weten van zulk
een voornemen des Keizers te berichten, dat
in October van dit1 jaar zal worden verwezen
lijkt. De Keizer, -jo wordt er aan toegevoegd,
zal ook ditmaal den Earl of Lonsdale af Low-
th Castle bezoeken. Het sluiten van het En-
gelsch-Duitsche scheidsgerechtverdrag en de
zoo bevredigende afloop van het Duitsche
vlootbezoék te Plymouth zijn in elk geval tot
een op handen zijnde reis des Keizers naar
Engeland goede voorafgaande feiten. Niet de
geringste wanklank heeft het wederzijdsche
verkeer tusschen de Duitsche en de Engel-
sche zeelieden verstoord. Overal waar zij
aan land gingen ontvingen de Duitsche ma
trozen talrijke bewijzen van sympathie en de
meeste Engelsche bladen met de „Times"
voorop, gewaagden in weerdeerende artikelen
van de Duitsche vloot.
Oostenrijk-Hongarije,
Dj Narodui Listv. een Cziechisch blak,
dat te Praag verschijnt, bevat eene aanschrij
ving van den minister-president von Koerber,
aan de voorzitters der rechtbanken, om toe
te zien, dat de candidaten, die dingen naar
rechterlijke betrekkingen in Duitsche streken,
werkelijk de Duitsche taal machtig zijn.
Het blad tast wegens deze aanschrijving
minister von Koerber aan en verklaart deze
beschikking voor een nieuwen aanslag op het
Czechisclie volk.
De civiele lijst, waarover nu in den Hon-
gaarschen rijksdag wordt gedebatteerd, is in
1872 voor 't eerst vastgesteld op het tegen
woordige bedrag. Dit bedrag werd eerst toe
gestaan tot 1879 en in dat jaar en in 1889
telkens voor tien jaren bewilligd. Daarna is
het bedrag ieder jaar toegestaan, om de mo
gelijkheid open te laten voor een voorstel tot
verhooging. Er wordt nu eene verhooging aan
gevraagd van vier millioen kronen. Wanneer
die wordt toegestaan, dan zal de lijst
22.600.000 kronen bedragen, waarvan Oos
tenrijk de eene helft, n.l. 11.300.000 kr. zal
betalen en Hongarije de andere. Hongarije,
dat anders geen 50 in de gemeenschappe
lijke uitgaven betaalt maar omstreeks 35
verlangde in dit geval de helft te storten om
daardoor te doen uitkomen dat het opgelij-
ken rang staat als Oostenrijk.
Dat komt ook uit in het thans door de
oppositie gestelde verlangen, dat de Koning
gedurende de helft van het jaar in Hongarije
zal moeten verblijf houden, en eene speciale
Hongaarsche hofhouding moet inrichten.
Uit Budapest wordt aan de Vossische Ztg.
bericht, dat de oppositie haar best doet
om de behandeling van do voordracht tot ver
hooging van het bedrag voor het koninklijke
huis te doen mislukken of althans te rekken.
Er bestaat echter geen twijfel of dit wets
ontwerp zal in hoogstens twee weken afge
daan zijn. De oppositie is onderling verdeeld
Kanffy en Apponyi staan geheel geïsoleerd
zonder noemenswaardigen aanhang, terwijl de
uiterste linkerzijde maanden zal behoeven al
vorens tot nieuwe krachtsinspanning in staat
te zijn. Heit denkbeeld eener vereeniging
van de verschillende fractiën der oppositie
vindt geen instemming, wegens persoonlijke
verschillen.
Rusland.
De Keizer is Zaterdag namiddag weder
te Peterhof aangekomen.
De onder-gouverneur van het gouverne
ment Jelissaiwetpol (iKaukasufc) Andrjef ia
Zondagavond te Agdsohakent vermoord.
De Standard verneemt uit Constantinopcl,
dat het Russische wachtschip Chernomeretz
van morgen om 9 uur de Bosphorus is door
gestoomd, komende uit die Zwarte Zee.
Turkije,
Men bericht, dat een Bulgaarache bende,
ter sterkte van 70 man, onder Zontöheff en
Yankoff dreigt de stad Melnik in brand to
steken.
De in den laatsten tijd voorgekomen dy-
namietaanslagen tegen spoortreinen hebben
de Porte tot verscherpte maatregelen ge
noopt. Men is in de diplomatieke kringen te
Konstantinopel van meening, dat deze aan
slagen niet kunnen worden opgevat als eene
herleving van de comité-beweging, omdat liet
comité tegenovergestelde instruction gege
ven heeft. Niettemin zullen de maatregelen
aan de Bulgaarsche grens wel verscherpt wor
den. Ook de maatregelen tot demobilisatie
zullen door het gebeurde vertraging onder
gaan. Voorloopig is besloten de helft van de
mobiele redif-bataillons naar huis te zenden en
daartegenover de nizam-bataillons te ver
sterken en tien redii-bataillons 2e klasse op
te roepen.
In verband hicrme<te verdienen de volgen
de opmerkingen van de Köln. Ztg. de aan
dacht
„Zes redif-divisiën, respectievelijk thuis be-
hoorende in Adrianopel, Saloniki, Monastir,
Ueskub, Smyrna en Konia, zijn sedertl het
najaar van 1902 onder de wapenen en gestar
tioneerd in het gebied van Ikü 2e en 3e korps,
Adrianopel en Saloniki. In den loop van den
tijd en in verband met de overtuiging, die
meermalen ontstond, dat de oorlog nabij was,
zijn deze 96 bataillons, die 68.000 a 70.000
strijdbare mannen tellen, tamelijk voldoende
uitgerust. Toen in Konstantinopel de gedach
te opkwam, dat de oorlog weder verdaagd
scheen te zijn, wilde men dez« landweerman
nen, die nu 20 maanden onder de wapenen
zijn, gaarne naar huis zenden en in hunne
plaats de nieuwe divisiën van de vroegere
ilawehs (redifs 2e klasse) oproepen, om
deze naar nieuwe beginselen gevormde troe-
pendeelen eenigszins te oefenen en aan den an
deren kant niet geheel onvoorbereid voor den
oorlog te zijn. Deze gedachte is zeker niet
geheel prijs gegeven. Wanneer nu wordt be
richt, dat de Turksche regeering door de
muiterij van eenige hunne achterstallige
soldij verlangende l-ataillons onaangenaam
heden heeft gehad, dan mag men daaruit niet
de conclusie trekken, dat deze geldkwestie
Turkije zou kunnen weerhouden nieuwe larnl-
weerdivisiën op te rocpeu. Niet alleen de
Turksche soldaat, maar ook de officier krijgt
bij den troep alles wat hij noodig heeft om
te leven, zelfs tabak, zeep voor zijn bad, war
me bade i, ondergoed e i uniform. En daar
ook d> gezinnen van de officieren, dio zijn
uitgerukt, gewoonlijk thuis op afrekening
uitkeeringen van het traktement ontvangen,
ROMAN
VAN
MGRITZ VOS REICHENBACH
DOOK
HERMAN LIND.
Eindigde dus deze avond met een lichte
ontstemming, de volgende was des te vvoo-
1 ijker
Fred hafi den etenstijd voor Kronau op
een laat middaguur eesteld en daarmede-zijn
gewoonte vam het officiers-casino, waar even
eens laat gedineerd werd, op het landgoed
Overgcibradht. Na afloop van den diich kwam
er een Mei-bowl en daarbij bicven de boe
ren in vroolijik gepraat tot een tamelijk ge
vorderd uurtje tijee nWanda was eerst stil
en onder den invloed van allerlei huisvroo-
welijkc zorgen. Van liverlede ontdooide zi;.
Als ..Oud-Berlijner'gelijk hij .zichzelf no-in
de, onderhield luitenant Heroberg baar met.
Berlijmsdbe geschiede nisjes, tot zijl haar nieu
we en daardoor wel wat overdreven huishou
delijke deftigheid had weggelachen. Weldra
praatte zij vroolijk en opgewekt mede en ge
noot zij inderdaad de voor haar zoo vreemde
taak om gasten „ten harent" te mogen ont
vangen, gasten trouwens, die elkander in
beleefdheden de loef poogden af te steken.
„Het is een geluk aan den ecnen kant, dat
toevallig mijn vrouw uit de stad is," zeido
de overste, „want anders had ik op het voor-
redht cm u te leeren kennen moeten waoh- i
ten, tot gij bij ons waart, geweest. Nu kon :1c j
komen en ik ben' er trotsdh op, dat ik u bij
de aanstaande tentoonstelling als een oude
bekende zal mogen begroeten. Als zoodanig
zal ik mij dan ook Ihet recht gunnen, mijzelf
meermalen tussdhen u en den luitenant
Heiv.berg te plaatsen, want dat is een er
kende hofmaker ik waarschuw u voor
hem!'
„Al te veel eer, overste'" riep de luite
nant, die ten stijve, militaire houding aan
nam en daarbij zulk een overdreven dom-
O'iischuldig gezadht zette, dat er een algemeen
gelach opging.
Wanda ladhte mede en Fred was tevre
den, want bij zag gaar na dat zijn vrouw
werd gevierd. In die huldeblijken, al waren
ze dan ook eenigszins burlesque, lagen in elk
geval erkenning eu waardeering.
„Eigenlijk hebben zij u, allemaal bepaald
het hof gemaakt," zeide hij. lachend, toen hij
melt- teiju/ jonge vhxniw' wieden! alLeenl wae(,<
„maai- ik heb gelukkig geen aanleg tot ja- 1
loezie."
Wanda kleurde.
„Waarom zegt hij dat?" dacht zij. „ïk
weet heel goed, dat niet een van die heeren
zelfs in de. verte met Fred kan worden ver
geleken. maar waarom zegt hij, dat bijl geen
aanleg heeft tot jaloezie? G«e:i reden, data
wat anders! Maar geen aanleg? Zou het hein
dan onverschillig zijn, als een ander mij be
ter beviel?"
HOOFDSTUK XIII.
Vroolijk on opgewekt nam Wanda in hot
rijtuig plaats voor het eerste buurtbezoek,
dait zij met Fred ging afleggen, want van
Sagewitz had zij sedeert zij op dat land
goed een paar weken had gelogeerd de
aangenaamste herinneringen bewaard. Nu
Hertha Egdoff met den nepf van Fred was
geëngageerd, mocht zij zich zelve bovendien
reeds beschouwen als tot de familie van de
Egdoffs te beliooren.
„We gaan het eerst naar het kasteel
beval FrëE den koetsier en er kwam een
wolkje op Wanda's voorhoofd. Op t kasteel
zou ziji nu haar liefste vriendin helaas niet
meer vinden.
„Maar zij woont lock nog in 't. park cn
kot- mooie, hove Sagewitz is immers onver
anderd gebleven, dacht zij terslond ook
weer en dat denkbeeld troostte kaar.
Het bezoek bij den gewezen luitenant von
Egdoff, die, door den on verwachten dood
van zijn oom, plotseling majoraatsheer waa
geworden, verschafte Fred en Wanda wei
nig genot, veeleer het tegendeel.
Droevig was*'t om aan te zien, hoe iu
zulk een korten tijd het anders met zooveel
zorg onderhouden park was verwilderd. Het
groote parkliek was en bleef gesloten. De
statige portier, die altijd zooveel indruk op
Wanda had gemaakt als de incarnatie vau
deftigheid en voornaamheid uit de bedien
den-wereld, waa verdwenen en de portiers
woning zag er verlaten en vervallen uit.
Toen niemand op ihlet herhaald© gebral
kwam open doen. herinnerde. Wanda, zich
dat er ook nog oen tweede, veel kleinere in
gang bestond. Daar reden zij heen. Ook daar
vond men ©cn gesloten hek, dat eindelijk
werd open gemaakt door een boerenjongen
met. bolle wangen, die een half uur later,
in livrei gestoken op liet kasteel koffie kwami
ronddienen.
De majoraatslieer, een man van veertig
jarigen leeftijd, lang eu mager ,die zijn ge
brek aan manieren achter een zek» e mili
taire stugheid poogde te verbergen, ontving
de bezoekers in een huisjasje en excuseerde
zijn vrouw, die nog een ©Luig toilet moest
maken.
Fred bracht vrij spoedig het gesprek op
de tentoonstelling en gaf daarbij als zijn
meenmg'te kennen, dat de heer von Sage
witz, wilde deze zijn naam eer aandoen, ook
verplicht mocht worden geacht om enkele
mooie exemplaren, van zijn paarden en zijn
rundvee daarheen te zenden, doch hoe Fredl
ook sprak, het stuitte alles af op den onwil
van den nieuwen heer van Sagewitz.
De vorige majoraatsheea-, vond de tegen
woordige bezitter van liet prachtige landgoed
o, bij zou niets kwaads zeggen van zijn
overleden oom, die in elk geval op en top
ean edelman was geweest maar die vo
rige majorat 'sheer, ziet ge, mijnheer von
Wellcamp, had er maar op los geleefd, en,
werd, zooals nu duidelijk gebleken was, van
allo kanten door zijn voel te groot dienst
personeel beril ogen en bestolen. En wat wa
ren nu do gevolgen geweest? Neen, hij zou
de zaken andere behartigen. Hij had dan
ook zes kinderen, vier jongens en twee meis^
jee, eru als hij moest opstappen, dan zouden
die kinderen althans behoorlijk verzorgd
zijn. Met vee-tentoonstellingen, of al dia
dingen waarin hij,, voor zijn persoon, niets
dan nadeel zag, kon hij zich niet inlaten.
Mevrouw verscheen. Een op het- oog nogi
jeugdige dame met oen ©er schoon dan in
nemend uiterlijk slecht opgemaakt haar en
zeer corpulent, een dikke hals met ecni niet
bepaald helder kraagje, door een scheef zit
tende broche vatgemaakt. Met veel go-
ruiscli opende zij de deur en naderde toen
met langzame bewogingen, voor de gasten
een stijve buiging makend en hum niet de
hand gevend, zooals dat ondier buren op het
land gebruikelijk is.
Na een paar gewon© belteefdheidsfkasieel
kwam het gesprek weder op de landbouw
tentoonstelling, waarvoor Fred zich worke-
lijk interesseerde.
„Al kan ik ook met uw wijze van zien
een heel eind meegaan," zeide hij tot den.
majtxraatsheer, „ik blijf toch bij mijn mee
ning, dat een grondbezit, zooals dat van. Sa
gewitz, ook de verplichting oplegt, het te
representee ren bij eene gelegenheid als do-
ze.",
„Dit is een geheel persoonlijke opvatting,
niet waar? Ik heb h©„ bswustaijn van. mijn
stand als. ieder ander, meer misschien dan
menig ander" bij dien zin knikte zijn
vrouw hem goedkeurend toe „maar jk
geef aam dat bewustzijn, door onmoedig geld-
verepillen geen uiting."
„Ziet ge," mengde zich thans de gravin
von Egdoff in het gesprek, ,.wafc ik ben, dat
b?m ik en dat kan memand mij ontnemen.
En wanneer iemand dat niet is, dan kan hij
zich van top tot toen vergulden, het helpt
volstrekt niet dat's mijn meening."
W.nrdt vervolgd.