mogelijk is het om terug te trekken omdat hij nu eenmaal verkiest zich achter zijn vrouw en kinderen te verschuilen." In het verdere verloop van het onderhoud deelde generaal van Heutsz mede, dat de kogels niet alleen grif door de borstwering heengaan, maar ook door de mensohen, die er veilig achter denken te zijn. Als zich daar onder nu vele vrouwen en kinderen bevinden, zooals feitelijk het geval is, vallen er velen. Neemt men dit alles nu in aanmerking, zeide de generaal, dan is het onmogelijk hieraan iets te veranderen, en deze vrouwen en kin deren, die meestal evengoed als mannen ge wapend zijn, alleen de slachtoffers zijn van de lafheid der Gajoes. Nog deelde de generaal aJa zijn meening mede, dat de Gajoe- en Alaslanden eene be volking tellen van op zijn minst 300.000 zie len. Daartusachen ageert nu overste Van DaaJen met een paar honderd man. Geeft hij dus blijken van zwakheid, dan is hij en zijn troep verloren, en als men let op de cijfers der gevallenen in verhouding tot het totaal der bevolking, dan is er geen sprake van „uitroeien." En verder nog zeide generaal Van Heutsz: „Het is alleen, gelijk ala op Atjeh, de pries terpartij die de bevolking al meer aanspoort zich tegen ons te verzetten, en enkele kleine hoofden, die er voordeel bij hebben, dat do anarchie, die er thans heerscht, blijft bestaan. „Deze hoofden vinden in de allereerste plaats een willig oor bij de slechte elementen, die uit bijna alle deelen van Noordelijk Su matra (Atjeh, Tamiaug Langkat enz. enz.) naar de berglandschappen (Gajoe en Alas) zijn uitgeweken om de straf voor gepleegde misdrijven te ontgaan. U kunt dus wel voor stellen, hoe noodig het is voor ons gezag dat aan dien toestand een einde kwam „Voorts liggen de kleinere hoofden voort durend met elkander overhoop en nu kan men zeggen, dat zij daarop recht hebben,, d. w. z. onderling naar hartelust te vechten zoo veel ziji verkiezen, en kan men tegen alle uitbreiding van ons gezag zijn, maar ik ge loof, dat het in het belang der bevolking is wel te onderscheiden van dat der pries ters en der hoofden dat hierin verande ring werd gebracht. Te meer waar die onder linge oorlogen eigenlijk niets anders waren dan wederkeerigen sluipmoord, roof cn brand stichting. „De bevolking is thans arm, maar ik l ij- fel er niet aan, zoodra de wegen, die naar de kust zullen «worden aangelegd n.l. naar Tamiang, Singkel en Pe&angah het pacifi catie werk in de hand werken en de natuur lijke hulpbronnen van dit rijke land geopend worden voor werken des vredes, of de Gajoe- landen gaan een veelbelovende toekomst te gemoet. Bovendien, om in Atjeh de resulta ten te behouden, die wij na zooveel inspan ning verkregen hebben, is de pacificatie der Gajoelanden een absolute vereischte." In verband met het plan van de negen Eerste Kamerleden, om een gedenksteen te doen plaatsen in het geboortehuis van luite nant-generaal Van Heutsz, werd de gemeente Coevorden Zaterdag bezocht door het Eerste Kamerlid den heer J. E. Scholten, van Gro ningen, om met Burgemeester en Wethouders te overleggen hoe daaraan op de beste wijze uitvoering ware te geven. Bij onderzoek bleek dat zich hierbij eigenaardige bezwaren voor deden. Burgemeester en Wethouders deelden toen mede, dat de voorzitter in den Raad had voorgesteld te trdfchten met hulp van belanghebbenden grond aan te koopen van het Rijk tot het stichten van een Van Heutsz-villapark, waartoe eene prachtige ge legenheid bestaat, waarin dan, zoo meende hij, een buste van den generaal als geschenk van die Kamerleden zou kunnen prijken. Eene meer blijvende herinnering zou dan verkregen worden. De heer Scholten kon zich hiermede zeer goed vereenigen en oordeelde dat hiertegen bij zijne medeleden geen bezwaar zou be staan Mocht dit blijken juist te zijn, dan stellen B. en W. zich voor dit plan nader te laten uitwerken, daar de Raad eveneens zijne ingenomenheid hiermede betuigd had. Onder de eerstgenoodigden ter bijwo ning van de opening van den Nieuwen-Maaa- mond, op 18 Augustus e.k., behooren ook de leden van den raad van itate. De heer R. Heering, werktuigkundig ingenieur te 's Gravenhage, verwierf aan de Technische Hochschule te Karlsruhe het di ploma van electro-technisoh ingenieur aBij de vele betuigingen van deelne ming, welke de familie Kruger dezer dagen te Clarens ontving, was er ook eene van de Duitsclie Wereldvereeniging „Kosmopolit" te Neurenberg, die door bemiddeling van haren consul voor Nederland, den heer G. A. Koena Jr., te Utrecht, het navolgende soliriji- ven zond:' „Het rechtgeaard menschdom staat versla gen aan de lijkbaar van Zuid-Afrika's voor- maligen grijzen President. Het staat ont roerd bij de herdenking der diepe smart, die als eou worm aan zijn diefbaar leven knaag de. Diep griefde het indertijd ieder rechtge aard Duitsoher, dat onze machtige Keizer door zijne weigering den gebannen President te ontvangen, hem en zijn door het noodlot vervolgd volk wonden sloeg, die aan de over zijde wel nooit geheel vergeten zullen "wor den. Het Duitsche volk echter toonde mede te lijlden met zijne zoo zwaar beproefde Trans- vaalsche stamverwanten. Van het boek der wereldgeschiedenis is weer eene bladzijde omgeslagen, een brok wereldhistorie is met dezen eerbiedwaardigen man geëindigd; het nageslacht zal moeielijk het evenbeeld van dezen Transvaalschen An dreas Hofer kunnen aanwijzen. Want groot was hij in alles wat hij deed voor den bloei van zijn geliefd en thans zoo diep vernederd1, ongelukkig Zuid-Afrika. Groot was hij bij uitnemendheid, waar hij zijne handelingen toetste aan het Woord Gods, waardoor ieder, die het voorrecht had met dezen indrukwekkenden grijsaard in aan raking te komen, onder den idruk kwam zijner eerbied afdwingende woorden en be zielende belijdenis van zijn onwankelbaar vertrouwen op den Allerhoogste. Om onze sympathie te toonen, werd inder tijd aan onzen vertegenwoordiger in Holland verzocht, zijne handteekening te plaatsen in het complimenteerregister, dat bij gelegen heid van den zegevierenden intocht van Afri ka's grooten pleitbezorger en bij de komst der generaals in Holland, te 's Gravenhage werd neergelegdook thans droegen wij dien consul op, van onze belangstelling in de Transvaalsche tragedie te doen blijken, door het stellen van deze aan de nagedachtenis van den meest populairen man der wereld gewijde woorden. Moge het leven van dezen edelen, god vrucht igen held velen ten voorbeeld strek ken en zijn einde het Transvaalsche voik steeds nader tot elkander brengen." Op dit schrijven ontving de lieer K >iofi van uit Clarens het volgende antwoord #„Innigen dank voor uwe deelneming •u „ons zwaar verlies." De heer en mevrouw F. C. EloffKruger. De President der Zwitsersche Repu bliek heeft ook een telegram van rouwbe klag aan de familie Kruger gezonden. Er worden voor de plechtigheid der bij zetting van het stoffelijk overschot van President Kruger gieen speciale uitnoodigiu- gen gedaan. Aan het station zal gelegenheid zijn kransen aan te bieden. Een ieder kan zich daar of op het kerkhof bij den stoet aansluiten. Op verzoek der familie zullen geen redevoeringen worden gehouden. Ds. Fernhout, van Utrecht, zal een gebed uit spreken. Burg. en eth. van Den Haag en gemeente-secretaris zullen in 2 rijtuigen in den stoet plaats nemen. Treurmuziek zal langs den weg niet worden uitgevoerd.Cor- poratiën kunnen desgewenscht achter de lijk baar volgen. Volgens een door dr. Leyds ontvangen kabeltelegram van peneraal Louis Botha heb ben de autoriteiten in Zuid-Afrika verlof gegeven tot do teraardebestelling van wijlen president Kruger in Transvaal. Prof. Dr. C. A. Lobry Van Trooeton- burg de Bruiijn. Prof. C. A. Lobry de Bruyn, hoog leeraar in de scheikunde en artsenijkunde aan de Amsterdamsche Universiteit, is in den Vrijdag .nacht overleden aan de ziekte (buikvliesontsteking), waaraan hij sinds een tien dagen lijdende was. Hij heeft den leef tijd van 47 jaren bereikt. Prof. dr. Cornelia Adriaan Lobry de Bruyn werd te Leeuwarden geboren, bezocht aldaar de Rijks Hoogere Burgerschool en studeerde daarna aan do Universiteit te Leiden, werd aldaar den 13den October 1883 bevorderd tot doctor in de scheikunde, waarna hij scheikundige bij de marine werd. Den 5den Augustus 1896 werd hij benoemd tot hoogleeraar in de scheikunde aan de Am sterdamsche Universiteit, welk ambt hij den 2. November van dat jaar aanvaardde met een rede, getiteldDe organisoh-chemischo synthese, haar macht en haar toekomst. In verscheiden wetenschappelijke tijdschrif ten verschenen zekere artikelen van de hand des heereu Lobry de Bruyn, waaraan hiji de onderscheiding te danken had aan zijne be noeming tot lid van de Koninklijke Aka- demie van Wetenschappen Standbeeld Adriaan van Bergen. Bij de onthulling van het stand beeld te Leur (N.-Br.) voor Adriaan Van Bergen den turfschipper van Breda, 1590 in September a.s., zal als feestrede naar optreden de heer J. B. Meerkerk, direc teur der hoogere burgerschool te Sappemeer. Bij gelegenheid van de onthulling en do daarmede gepaard gaande feesten wordt een gedenkpenning geslagen in verschillend me taal. Deze peumng zal aan de eene zijde vertoonen het standbeeld met de haven te Leur en omgeving, aan de andere zijde het turfschip, door de ophaalbrug van het kasteel te Breda binnenkomende. Het gymnasium te Doetin- chem. Wij maakten onlangs in 't kort mel ding van het verhandelde in den gemeente raad van Doetinchem, naar aanleiding van het ontslaan van een leeraar aan het gym nasium aldaar. De Graafschap-Bode breugt thans een uitvoerig verslag daarvan, waar aar. wij het volgende ontleenen Door den heer Velsink zijn schriftelijk een tweetal vragen tot het Dagelijksch Bestuur gericht a. Wat weet uw college van de geruchten, die over oneerlijke handelingen bij bet laatst gehouden eind-examen loopen? b. Welke maatregelen denkt u te nemen, als die geruchten feiten blijken te zijn? In antwoord op deze vragen zegt de voor zitter, dat uit do Wet op het Hooger Onder wijs blijkt, dat de gemeente niets met het eindexamen te maken heeft en dit een Rijksaangelegenheid is. Dit blijkt ook hier uit, dat de minister reeds dadelijk, zonder het gemeentebestuur er in te kennen, iemand gezonden beeft om de zaak te onderzoeken. Niettemin hebben B. en W. ook van hun zijde werk gemaakt en aan het college van curatoren om advies gevraagd. De voorzitter leest daarna een van curatoren ingekomen schrijven. Curatoren zeggen, dat de vragen gesteld zijn naar aanleiding van een onjuist berichtje iu „Het Volk" en verklaren, dat volgens hun onderzoek vaststaat, dat do leeraar Der Mouw op 20 Juni 11. den rector Schwartz beschuldigd heeft, dat deze een examinandus met uitzicht op belooning zou hebben ingelicht over het door dezen te ma ken werk. Kort daarna heeft de heer Der Mouw deze beschuldiging mondeling en schriftelijk als ongemotiveerd en ongegrond verklaard, waarna hij poging tot zelfmoord gepleegd heeft. Daarmede is verder onder zoek vervallen en moet de zaak blijven rus ten tot de heer Der Mouw, dio momenteel niet ter plaatse is, kan worden gehoord. D'e heer Velsink protesteert tegen de be wering van het college van curatoren, dat hij de vragen gesteld heeft naar aanleiding van het berichtje in Het Volk. Curatoren kunnen dat niet weten. De toelichtingen, die curatoren verder geven, zijn niet voldoende om het gymnasium to zuiveren van den blaam, dat <>r door leeraren met het examen geknoeid is. Die knoeierijen staan los van cie vraag of de gemeente recht hoeft zich met het eindexamen te bemoeien; waar het gym nasium een gemeente-instelling is, daar heeft de Raad het recht te weten, wat er voorgo- 1 vallen is en kan de Raad, buiten den minis ter om, zelfstandig een commissie benoemen tot onderzoek naar dc waarheid van de loo- pende geruchten. Spr. zal het daarom uit stekend vinden als zulk een commissie wordt benoemd. De heer Van Gorkora erkent, dat zaken betreffende het eindexamen den Raad niet aangaanhij is overtuigd, dat er knoeierij heeft plaats gehad. Spr. komt op tegen do verklaring van curatoren, dat do heer Der Mouw zijn beschuldiging tegen den rector schriftelijk en mondeling ingetrokken Heeft. Men heeft dit gedistilleerd uit een brief, dien de heer Der Mouw noch aan den heer Schwartz, noch aan leeraren, noch aan cura toren, maar aan een vriend geschreven heeft, en wanneer de heer Schwartz van dezen brief gebruik maakt, noemt Spr. zulks un fair. Verder zegt hij, dat er een streven is do zaak in den doofpot te stoppen. Het Doe- tinchemefch gymnasium staat echter sinds tientallen van jaren aan de universiteiten bekend voor de grootste knoeierijen. Als de rector Schwartz de geëxamineerde jongelui schriftelijk heeft laten verklaren, dat zij van hun examenwerk niets wisten, dan hecht Spr. aan een dergelijke verklaring, afgelegd toen de inkt van hun bul nog niet eens droog was cn sommigen nog een herexamen moes ten ondergaan, niet de minste waarde. Onder de jongelui, die hun handteekening onder die verklaring gezet hebben, kent Spr. er dan ook vier. die de stukken voor hun exa men gedeeltelijk hebben geweten. Jaar in, jaar uit wordt er geknoeid. Nadat de voorzitter de heer Van Gorkom een paar maal geïnterrumpeerd heeft, ver volgt laatstgenoemde Ik beschuldig publiek den heer Schwartz, dat hij knoeitdat Schwartz dit jaar som mige jongelui geholpen heeft, met examen- stukken dat hij woordjes gezegd heeft om het hun te vergemakkelijken, dat hij aan een jougmensch een tijicl vóór hot cocamen ge zegd heeft, uit welken schrijver hem een stuk opgegeven zou worden, zoodat dat jong- mensch de andere schrijvers links kon laten liggendat hij op de leeraarskamer het examenwerk heeft laten slingeren. De heer Schwartz heeft een onzettende nonohadance, zoodat het geen moeite kost het werk van hem to stelen, en daar is zijn familie niet vreemd aan. De heer Levenkamp heeft dit jaar tweo jougelui op indirecte wijze geholpen en heeft jaar op jaar de gewoonte, enkele jongelui do stukken zoo aan te duiden, dat zij ze weten. Nog een leeraar heeft voor geld aan een examinandus stukken verschaft, ja hij hooft de opgaveu van een zijner collega's weggeno men en verkocht. Om geen verdenking op onschuldiven to laten rusten, zal ik den naam van dien leeraar ook noemen, het is Van Bakergem. Op deze wijze wordt de naam van het gymnasium slecht gemaakt. Ik heb andere leeraren elders gevraagd wat ziji van den toestand hier dachten en kreeg ten ant woord „als ik aan Doetinchem deuk, denk ik aan leugen en bedrog". De beer Der Mouw is boven allen twijfel onkreukbaar eerlijk, wat van andere leeraren niet gezegd kan worden. Daarom is oen onderzoek noodig dat schoon schip maakt, en opdat we weten wat er van de beschuldiging waar is. Op het onderzoek vaoi curatoren wil ik verder niet anticipeeren, maai- nu een curator ge zegd heeft, Schwartz in alles to golooven, acht ik het gewenscht, naast curatoren nog een onderzoek te laten doen door drie leden van den Raad. Na nog eenige discussie wordt het voor stel van mr. Van Gorkom om een raadscom missie tot onderzoek van de zaak met 7 tegen 4 stemmen aangenomen. Tot leden van die commissie werden benoemd de hoeren mr. Van Gorkom, Velsink en Misset. Voor de feestvergadering van het Kon. Instituut van Ingenieurs, die van 1820 Augustus te Middelburg wordt gehoudeu, is een uitgebreid program samengesteld. Op Dondei-ag 18 Augustus dag der vergadering heeft een lunch plaats, en na de bezichtiging van de tentoonstelling van oude koperwerken, van de abdijgebouwen en van de electrisceh gedreven houtzagerij der. firma Alberts en Co., een gemeenschappe lijke maaitijd. Vrijdag maakt een groep der vergaderden een rijtoer naar Domburg, Westkapelle en zeewering aldaar en Vlissingen. Een ander godeelte bezichtigt dien dag de fabriek der Kon. Maatschappij de Scheld* en een der booten der Maatschappij „Zeeland", waarmede een tochtje zal worden gemaakt. Na afloop daarvan gemeenschappel'jke maaltijd in het Badhotel te Vlissingen. Bij genoegzame deelneming heeft Zaterdag 20 Augustus een boottocht plaats van Mid delburg via Vlissingen naaer de in uitvoering zijoide havenwerken te Zeebrugge. Te Arnhem hield de Rijkspolitie-ver- eeniging hare zesde algemeene vergadering ouder voorzitterschap van den heer Jac. van Waning, burgemeester van Ouderkerk a/d. IJssel, die met voldoening kon wijzen op den bloei der vereeniging, thans tellende onge veer 520 leden, 90 buitengewone leden en 60 donateurs. Met waardeering maakte hij verder ge wag o. a. van de pas verkregen periodieke tractementsverhooging en andcro verbete ringen, waarin hij aanleiding vond voor te stellen den minister van Justitie telegrafisch hulde en dank to brengen voor hetgeen Zijno Exo. deed en voortgaat te doen voor korps en leden. Onder daverende toejuichin gen werd hiertoe besloten. Het verslag van don secretaris zoomede de rekening en verantwoording van den pen ningmeester werden goedgekeurd. Do be groeting werd vastgesteld in ontvangst en uitgaaf tot oen bedrag van f 1366.34, met bepaling der contributie voor 1905 op f 1.50. De periodiek-aftredende secretaris-penning meester, do heer A. Haasbroek, te Zwolle, werd op de meest eervolle wijze herbenoemd. V.-rvolgens hield do voorzitter als voort zetting van rijn bijna twintigjarigen strijd ccn krachtig pleidooi voor cone betere poli tieorganisatie. Hij sprak den wcnsch uit, dat ecu zoo belangrijk onderdeel van Staatszorg als de politie vertegenwoordigt, eindelijk eene volledige, wettelijke organisatie zou to beurt vallen. Een nauwkeurige regeling van do bevoegdheid der politie mocht z. i. zich niet langer laten wachten. Meer dan ooit bestond er noodzakelijkheid dit hoogo rijks belang tot zijn recht te doen komen. De periodieke tractementsvcrhooging werd waardeerend besproken en de prikkel erkend daarin niet gelegd om buitengewone plichts betrachting. Betreffende de voorgenomen woningtoelage was de vergadering evenzeer dankbaar gestemd waar do oplossing der quaosrie nabij is. Verplicht© pensionneering op 65-jarigen leeftijd werd wenschelijk ge acht, men gaf echter de voorkeur aan pen- sienneering na 30 dienstjaren als het beste voor den dienst en voor de beambten zelve. Ter bespoediging van de bevordering werd voorgesteld het getal brigadiers-majoor gelei delijk van 30 op 50 te brengen en tevens om sterke brigades te voorzien van een brigar dier van bijstand. Ten aanzien van de rege ling van den rechtstoestand werd do ver wachting uitgesproken, dat de ambtenaars- wet door de regeering zal worden ter hand genomen. Een nieuwe regeling van do scha deloosstelling voor transporten werd met in stemming besproken. Billijk werd geoordeeld dat waar voor vrije uniformkleeding rijks belasting wordt betaald, de pensioengrond slag met dit bedrag worde verhoogd. Ook achtte men billijk dat de rijksveld wachters in hot bezit worden gesteld van alle tc handhaven rijk wetten in een handig formaat en dc brigade-commandanten vrij gebruik van de telegraaf erlangen voor dienstzaken. Aan het slot der vergadering werd onder toejuichting voorlezing gedaan van een tele gram van den minister van Justitie, met dank voor de hulde on met de bes to wen- schen voor het welslagen van deze zesde al gemeene vergadering. Aan den president, den heer Jac. van Waning, werd door de vergadering dc dank gebracht voor zijne veeljarige, onvermoeide werkzaamheden voor algemeene en bijzon dere politiebelangen. Ouden van dagen. Het bestuur van den Bond voor Scaatspcnsioimeering heeft een enquête ingesteld naar den toestand van ouoeu van dagen, die verpleegd worden door verschil lende vereen igingen. Daartoe zij een aantal vragen opgesteld ter beantwoording, en wel 1. In aam der gemeente, 2. Haam van het gesticht van ouden van dagen, waarover liet onderstaande handelt. 3. Straat, waarin het is gelegen. 4. Door welk zedelijk lichaam wordt het in stand gehouden? (bv. R.-K.. Ned.-Herv., Burgerlijk Armbestuur, enz.). 5. Of het een particulier gesticht, ter wijl ecu gemengd© cmonxissio het beheert 6. Js het een voor oude mannen, voor oude vrouwen, of voor bedden? Welken indruk maakt het van buiten? (13.v gevangenisachtig door traliën voor do ramenvriendelijk door een tuintje voor den gevel; somber, o ^r oud en vervallen aanzien, enz.) 8. Is het een gesticht met groote zalen? of een complex van kleine woningen? 9. Is liet indertijd gebouwd met het oog op de huidige bestemming? Zoo niet, wat was dan vroeger de bestemming? 10. M rnnecr is het gebouwd? of wanneer het laatst aanmerkelijk verbouwd? 11. Ts het gesticht een z.g. „rijk"' ge sticht? of: gewoon? of: noodlijdend? En is er een groote, middelmatig groot©, kleine of geen wandeltuin? 12. Welke zijn de eischen van toelating? (storting, uitrusting, gedrag, leeftijd, enz.). 13. Worden ook do oude echtparen toe gelaten 14. Zoo ja. worden man en vrouw, na opneming gescheiden? 15. Wordt eene kenmerkende gesticht9- kleeding gedragen? 16. Mag de verpleegde eiken dag uit gaan? of enkelo dagen? Op welke uren? 17. Mag do verpleegde bezoek ontvangen? Eiken dag? op welke dagen der week? 18. Wordt plichtmatig gearbeid? Of is de arbeid vrij 19. Zijn familiespelen verbodeh of toe gelaten? (Bv. kaarten, dammen, donrnecrer..) 20. Is er ben bibliotheek in het gesticht? Zoo ja, hoeveel deelen ongeveer? 21. Krijgen de verpleegden zakgeld? Zoo ja, hoeveel. 22. Of betalen zij (of voor hen anderen), eene jaarlijxsche tegemoetkoming? 23. Is de beschikbare ruimte altijd be zet? Zoo ja, hoe lang moeten candidaten ge middeld wachten op opneming? 24. War ruit, bestaat het nachtleger? 25. }~oo dikwijls worden beddenlakens en kusscnsloópcn verwisseld? 26. Zijn er z.g. „gcst.chtsfecstdagen". als wanneer de verpleegden worden onthaald? 27. Worden zij min of meer feestelijk ont haald op godsdienstige of openbare feestda gen? 28. Kunt gij van oen bepaalden datum of liever van eene goheele week het menu opgeven? '29. Is er gelgenheid tot baden? 30. Geef' het bestuur jaarlijks ren ge drukt verslag uit, wordt zoo'n verslag op genomen in het officieel gemeente-verslag? 31. Kunt gij een versing hierbij voegen? 32. Hebt gij bijzondere opmerkingen of mcdedeelingen te doen? (Meenemen van eigen meubeltjes, verplicht kerkgaan, behandeling bij ziekte, enz.). Van de antwoorden op deze vragen zal een bescheiden gebruik gemaakt worden. Spoor weg over wogen Naar aanleiding van het bericht uit Amersfoort, betreffende liet ongeluk met de afsluitings- boomen op den spoorweg, schrijft men van deskundige zijde aan het N. v. d. D. bet volgende Dit vcxyval is geen unicum. Het is enke'» malen meer voorgekomen, dat ecu rijtuig op oen spoorwegoverweg één afsluitboom reeds gepasseerd was, toen de andere werd -1 eer gelaten, terwijl de trein in do onmiddellijke nabijheid was. Het gevaar voor herhaling van dergelijke ongevallen is niet gering te schatten Er is bij wettelijk voorschrift bepaald, dat een overweg drie minuten vóór het passeeren van een trein moet gesloten worden. Niet altijd zal de wachter juist kunnen booordec- len, op welk tijdstip een te verwachten trein zijn post zal voorbijrijden, omdat het aan- kondigiugsscin niet altijd op tijd wofdt ge geven en eene afwijking van ceu enkele mi-» j nuufc noodlottig kan worden. Do uren der dienstregeling mogen niet do eenige grond slag voor de berekening zihi, omdat zoo dik wijls daarvan wordt afgeweken. Nog grooler is het gevaar bij-' óverwegen met heksluithoornen, welke ook op de druk ste lijnen in ons land worden gevonden, waarbij de overwog door iemand op vïfij grooten afstand wordt geopend en gesloten. Eenige vervolgingen, door de justitie in gesteld tegen v chters die do overwegen meer dan drie minuten vóór het passeeren van den trein gesloten hadden, zullen do overwegbeambten er ze kei- niet toe brengen do veiligheid van het verkeer te stellen bo ven het gencf van hen. dio den overweg moeten passeeren. Het zou trouwens -oor het verkeer over de openbare wegen ccn al te grooto belemmering zijn wanneer eenigsrins angstvallig naar nalevoing van hot wettelijk voorschriit word gestreefd. Er zijn een aantal overwegen, welke bij een geregclden treincu- loop uren a hterceu zoo goed als niet ge opend worden. Alleen grote opl ttondheid, zoowel van <le wachters ais van de voetgangers en rijtuigL bestuurders, die den spoorweg oversteken, kan het gevaar voorkomen. Ook zou hrt overweging verdienen on do lijnen met druk verkeer, do gehuwde vrou wen, meestal moeder van een aantal kinde ren, te vervangen door mannen. Verscheidene jaren geleden werd op do lokaalspoorwegen, wegens de geringe snel heid der treinen, de bewaking cn afsluiting van de overwegen opgeheven. Intnsschen is de maximumsnelheid, waarmede treinen op die spoorwegen mogen rijden, van 30 KM. l> 40 KM., en in 1900 van 40 KM. op 50 K.M. per uur gebracht. Zou het nu geen tijd worden om te overleggen of niet de vei ligheid eischt, dat ook hier weder bewaking en afsluiting worde ingesteld? Dc II. IJ Spoor heeft de laatste we ken, alleen uit Beverwijk, 2,668,956 K.G aardbeien naar Duitschland vervoerd. W e 1 E d e 1 g e b o r e n. Het „Haar- lemschc Dbld. zegt over ccn propoctus van „Arti et Amicitiae „Wie voor f T> lid wordt, ontvangt een lot iu do verloting van kunstwerken en als premie een plaatwerk, bevattende zes reproduction naar etsen van Rem brandt. met tekst door den WelEdclGeb. Heer Jan Veth. „Men denkt, dat wc ons hier vergissen, dat er toch niet staan zal Wel E d e I O e b. Heer Jan Veth. Artistcn cn andere be kende personen noem je toch kortweg bij hun naam wc spreken toch niet van den Heer Charles Dickens of van den WelEdcl- Gestrengen Heer Thorbccke ot den WelEdcl- Geboren Heer Willem Maris. Of gaan we wel dien kant op, zooals men haast zou afleiden, uit advertenties, bcginuonde 1111. Kellncrs. of zelfs HH. Grasmaaiers, zooals wc eens onder onze oogeu hebben gehadgaan we wel den weg op van dc wedcrzijdsche titula tuur, da-n dringen wij stellig aan op eerbied voor do dooden cn zal het bestuur van Arti dienen te schrijvenbevattende zes repiv. ductiën naar etsen van den WelEdclGeb.» Heer Rembrandt. „Deze eonsqueiitio beleefd «au het Wel EdclGeb. Bestuur van de WelEdelGeslr. Ver eeniging aangeboden. Uit Drenthe wordt, geklaagd over schade, o. a. aan de boekweit, door j nachtvorsten. Een drieling. Te Noordhorn ia de vrouw van den arbeider H. v. S. bevallen van een drieling, allen meisjes. Moeder *n kroost verheugen zich in blakenden welstand. Verkeerd voorgesteld. In do Alkmaarschc Courant kwam dezer dagen een bericht voor met het opschrift„een driftig burgemeesterwelk bericht ook in ons blad onder het opschrift„een kort aangebonden burgemeester" is opgenomen. Hierin werd gemeld, dat de burgemeester van St. Maar ten in een raadsvergadering ruzie met den secretaris heeft gehad cn dezen ceu vuistslag op den neus toebracht cn dat deze zaak Diusdag jl. voor de rechtbank te Alkmaar werd behandeld. Volgens dit bericht zou dan ook tegen den burgemeester ccn hechtenis van vijf dagen zijn gcëischt. Uit Alkmaar wordt echter daaromtrent gemeld, dat deze zaak zich geheel anders heeft toegedragen. Oj» de secretarie te Sint-Maarten waren oj) den 11. Juli aanwezig do burgemec-ter en de secretaris. Er had in die gemeente ccnc aanbesteding plaats gehad van een*te bouwen school en dit werk was aan een per soon gegund, niet in de gemeente Sint-Maar- ten woonachtig. Hierover waren de inwo ners zeer uit bun humeur en één hunner, zekere Klaas Blok, schilder, ging zelfs zoo ver, dat hij op den 11. Juli do secretarie binnenstormde en en secretaris een vuist slag op den neus toebracht. Do burgemeester, de heer K Blom, maak te van dit standje proces-verbaal op en nu werd de zaak voor de rechtbank tc Alk maar behandeld. Tegen Blok eischte de offi- «ior van justitie ccn straf van 5 dagen hech tenis. Daar de namen Blom en Blok veel overeenstemming hebben, heeft men zich blijkbaar vergist. S p o onvog di o f s t a 11 e n te Rol zen daal. Men meldt aan do N. R. Ct. uit Roosendaal van 22 dezer; Het onderzoek in zake de spoorwegdiefstal len wordt nog steeds ijverig voortgezet. Wer den in den loop dezer weck wederom een tweotal machinisten en een ontslagen wissel- wachter in hechtenis genomen, ook heden heeft men weer ccno aanhouding gedaan. Bij dezen persoon werd ocno volle kar met ver schillende voorwerpen, alles afkomstig van diefstal en tocbehoorende aan do S. 8., in beslag genomen, cn bij eene huiszoeking in de woning van den zich in hechtenis bevin dend i machincpoetsor K. werden eene groo- t partij gestolen manufacturen achterhaald. In dc kazerne der marechaussee lijkt het we] een depot van verschillende goederen, dio nu reeds gevonden zijn, cn ieder oogenblik hebben nog inbeslagnemingen plaate.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 3