mogelijk is het om terug te trekken omdat
hij nu eenmaal verkiest zich achter zijn vrouw
en kinderen te verschuilen."
In het verdere verloop van het onderhoud
deelde generaal van Heutsz mede, dat de
kogels niet alleen grif door de borstwering
heengaan, maar ook door de mensohen, die
er veilig achter denken te zijn. Als zich daar
onder nu vele vrouwen en kinderen bevinden,
zooals feitelijk het geval is, vallen er velen.
Neemt men dit alles nu in aanmerking, zeide
de generaal, dan is het onmogelijk hieraan
iets te veranderen, en deze vrouwen en kin
deren, die meestal evengoed als mannen ge
wapend zijn, alleen de slachtoffers zijn van
de lafheid der Gajoes.
Nog deelde de generaal aJa zijn meening
mede, dat de Gajoe- en Alaslanden eene be
volking tellen van op zijn minst 300.000 zie
len. Daartusachen ageert nu overste Van
DaaJen met een paar honderd man. Geeft hij
dus blijken van zwakheid, dan is hij en zijn
troep verloren, en als men let op de cijfers
der gevallenen in verhouding tot het totaal
der bevolking, dan is er geen sprake van
„uitroeien."
En verder nog zeide generaal Van Heutsz:
„Het is alleen, gelijk ala op Atjeh, de pries
terpartij die de bevolking al meer aanspoort
zich tegen ons te verzetten, en enkele kleine
hoofden, die er voordeel bij hebben, dat do
anarchie, die er thans heerscht, blijft bestaan.
„Deze hoofden vinden in de allereerste
plaats een willig oor bij de slechte elementen,
die uit bijna alle deelen van Noordelijk Su
matra (Atjeh, Tamiaug Langkat enz. enz.)
naar de berglandschappen (Gajoe en Alas)
zijn uitgeweken om de straf voor gepleegde
misdrijven te ontgaan. U kunt dus wel voor
stellen, hoe noodig het is voor ons gezag dat
aan dien toestand een einde kwam
„Voorts liggen de kleinere hoofden voort
durend met elkander overhoop en nu kan
men zeggen, dat zij daarop recht hebben,, d.
w. z. onderling naar hartelust te vechten zoo
veel ziji verkiezen, en kan men tegen alle
uitbreiding van ons gezag zijn, maar ik ge
loof, dat het in het belang der bevolking
is wel te onderscheiden van dat der pries
ters en der hoofden dat hierin verande
ring werd gebracht. Te meer waar die onder
linge oorlogen eigenlijk niets anders waren
dan wederkeerigen sluipmoord, roof cn brand
stichting.
„De bevolking is thans arm, maar ik l ij-
fel er niet aan, zoodra de wegen, die naar
de kust zullen «worden aangelegd n.l. naar
Tamiang, Singkel en Pe&angah het pacifi
catie werk in de hand werken en de natuur
lijke hulpbronnen van dit rijke land geopend
worden voor werken des vredes, of de Gajoe-
landen gaan een veelbelovende toekomst te
gemoet. Bovendien, om in Atjeh de resulta
ten te behouden, die wij na zooveel inspan
ning verkregen hebben, is de pacificatie der
Gajoelanden een absolute vereischte."
In verband met het plan van de negen
Eerste Kamerleden, om een gedenksteen te
doen plaatsen in het geboortehuis van luite
nant-generaal Van Heutsz, werd de gemeente
Coevorden Zaterdag bezocht door het Eerste
Kamerlid den heer J. E. Scholten, van Gro
ningen, om met Burgemeester en Wethouders
te overleggen hoe daaraan op de beste wijze
uitvoering ware te geven. Bij onderzoek bleek
dat zich hierbij eigenaardige bezwaren voor
deden. Burgemeester en Wethouders deelden
toen mede, dat de voorzitter in den Raad
had voorgesteld te trdfchten met hulp van
belanghebbenden grond aan te koopen van
het Rijk tot het stichten van een Van
Heutsz-villapark, waartoe eene prachtige ge
legenheid bestaat, waarin dan, zoo meende
hij, een buste van den generaal als geschenk
van die Kamerleden zou kunnen prijken.
Eene meer blijvende herinnering zou dan
verkregen worden.
De heer Scholten kon zich hiermede zeer
goed vereenigen en oordeelde dat hiertegen
bij zijne medeleden geen bezwaar zou be
staan Mocht dit blijken juist te zijn, dan
stellen B. en W. zich voor dit plan nader te
laten uitwerken, daar de Raad eveneens zijne
ingenomenheid hiermede betuigd had.
Onder de eerstgenoodigden ter bijwo
ning van de opening van den Nieuwen-Maaa-
mond, op 18 Augustus e.k., behooren ook de
leden van den raad van itate.
De heer R. Heering, werktuigkundig
ingenieur te 's Gravenhage, verwierf aan de
Technische Hochschule te Karlsruhe het di
ploma van electro-technisoh ingenieur
aBij de vele betuigingen van deelne
ming, welke de familie Kruger dezer dagen
te Clarens ontving, was er ook eene van de
Duitsclie Wereldvereeniging „Kosmopolit" te
Neurenberg, die door bemiddeling van haren
consul voor Nederland, den heer G. A.
Koena Jr., te Utrecht, het navolgende soliriji-
ven zond:'
„Het rechtgeaard menschdom staat versla
gen aan de lijkbaar van Zuid-Afrika's voor-
maligen grijzen President. Het staat ont
roerd bij de herdenking der diepe smart, die
als eou worm aan zijn diefbaar leven knaag
de.
Diep griefde het indertijd ieder rechtge
aard Duitsoher, dat onze machtige Keizer
door zijne weigering den gebannen President
te ontvangen, hem en zijn door het noodlot
vervolgd volk wonden sloeg, die aan de over
zijde wel nooit geheel vergeten zullen "wor
den. Het Duitsche volk echter toonde mede
te lijlden met zijne zoo zwaar beproefde Trans-
vaalsche stamverwanten.
Van het boek der wereldgeschiedenis is
weer eene bladzijde omgeslagen, een brok
wereldhistorie is met dezen eerbiedwaardigen
man geëindigd; het nageslacht zal moeielijk
het evenbeeld van dezen Transvaalschen An
dreas Hofer kunnen aanwijzen.
Want groot was hij in alles wat hij deed
voor den bloei van zijn geliefd en thans zoo
diep vernederd1, ongelukkig Zuid-Afrika.
Groot was hij bij uitnemendheid, waar hij
zijne handelingen toetste aan het Woord
Gods, waardoor ieder, die het voorrecht had
met dezen indrukwekkenden grijsaard in aan
raking te komen, onder den idruk kwam
zijner eerbied afdwingende woorden en be
zielende belijdenis van zijn onwankelbaar
vertrouwen op den Allerhoogste.
Om onze sympathie te toonen, werd inder
tijd aan onzen vertegenwoordiger in Holland
verzocht, zijne handteekening te plaatsen in
het complimenteerregister, dat bij gelegen
heid van den zegevierenden intocht van Afri
ka's grooten pleitbezorger en bij de komst
der generaals in Holland, te 's Gravenhage
werd neergelegdook thans droegen wij dien
consul op, van onze belangstelling in de
Transvaalsche tragedie te doen blijken, door
het stellen van deze aan de nagedachtenis
van den meest populairen man der wereld
gewijde woorden.
Moge het leven van dezen edelen, god
vrucht igen held velen ten voorbeeld strek
ken en zijn einde het Transvaalsche voik
steeds nader tot elkander brengen."
Op dit schrijven ontving de lieer K >iofi
van uit Clarens het volgende antwoord
#„Innigen dank voor uwe deelneming •u
„ons zwaar verlies."
De heer en mevrouw F. C. EloffKruger.
De President der Zwitsersche Repu
bliek heeft ook een telegram van rouwbe
klag aan de familie Kruger gezonden.
Er worden voor de plechtigheid der bij
zetting van het stoffelijk overschot van
President Kruger gieen speciale uitnoodigiu-
gen gedaan. Aan het station zal gelegenheid
zijn kransen aan te bieden. Een ieder kan
zich daar of op het kerkhof bij den stoet
aansluiten. Op verzoek der familie zullen
geen redevoeringen worden gehouden. Ds.
Fernhout, van Utrecht, zal een gebed uit
spreken. Burg. en eth. van Den Haag en
gemeente-secretaris zullen in 2 rijtuigen in
den stoet plaats nemen. Treurmuziek zal
langs den weg niet worden uitgevoerd.Cor-
poratiën kunnen desgewenscht achter de lijk
baar volgen.
Volgens een door dr. Leyds ontvangen
kabeltelegram van peneraal Louis Botha heb
ben de autoriteiten in Zuid-Afrika verlof
gegeven tot do teraardebestelling van wijlen
president Kruger in Transvaal.
Prof. Dr. C. A. Lobry Van Trooeton-
burg de Bruiijn.
Prof. C. A. Lobry de Bruyn, hoog
leeraar in de scheikunde en artsenijkunde aan
de Amsterdamsche Universiteit, is in den
Vrijdag .nacht overleden aan de ziekte
(buikvliesontsteking), waaraan hij sinds een
tien dagen lijdende was. Hij heeft den leef
tijd van 47 jaren bereikt.
Prof. dr. Cornelia Adriaan Lobry de Bruyn
werd te Leeuwarden geboren, bezocht aldaar
de Rijks Hoogere Burgerschool en studeerde
daarna aan do Universiteit te Leiden, werd
aldaar den 13den October 1883 bevorderd
tot doctor in de scheikunde, waarna hij
scheikundige bij de marine werd.
Den 5den Augustus 1896 werd hij benoemd
tot hoogleeraar in de scheikunde aan de Am
sterdamsche Universiteit, welk ambt hij den
2. November van dat jaar aanvaardde met
een rede, getiteldDe organisoh-chemischo
synthese, haar macht en haar toekomst.
In verscheiden wetenschappelijke tijdschrif
ten verschenen zekere artikelen van de hand
des heereu Lobry de Bruyn, waaraan hiji de
onderscheiding te danken had aan zijne be
noeming tot lid van de Koninklijke Aka-
demie van Wetenschappen
Standbeeld Adriaan van
Bergen. Bij de onthulling van het stand
beeld te Leur (N.-Br.) voor Adriaan Van
Bergen den turfschipper van Breda,
1590 in September a.s., zal als feestrede
naar optreden de heer J. B. Meerkerk, direc
teur der hoogere burgerschool te Sappemeer.
Bij gelegenheid van de onthulling en do
daarmede gepaard gaande feesten wordt een
gedenkpenning geslagen in verschillend me
taal. Deze peumng zal aan de eene zijde
vertoonen het standbeeld met de haven te
Leur en omgeving, aan de andere zijde het
turfschip, door de ophaalbrug van het kasteel
te Breda binnenkomende.
Het gymnasium te Doetin-
chem. Wij maakten onlangs in 't kort mel
ding van het verhandelde in den gemeente
raad van Doetinchem, naar aanleiding van
het ontslaan van een leeraar aan het gym
nasium aldaar. De Graafschap-Bode breugt
thans een uitvoerig verslag daarvan, waar
aar. wij het volgende ontleenen
Door den heer Velsink zijn schriftelijk een
tweetal vragen tot het Dagelijksch Bestuur
gericht
a. Wat weet uw college van de geruchten,
die over oneerlijke handelingen bij bet
laatst gehouden eind-examen loopen?
b. Welke maatregelen denkt u te nemen,
als die geruchten feiten blijken te zijn?
In antwoord op deze vragen zegt de voor
zitter, dat uit do Wet op het Hooger Onder
wijs blijkt, dat de gemeente niets met het
eindexamen te maken heeft en dit een
Rijksaangelegenheid is. Dit blijkt ook hier
uit, dat de minister reeds dadelijk, zonder
het gemeentebestuur er in te kennen, iemand
gezonden beeft om de zaak te onderzoeken.
Niettemin hebben B. en W. ook van hun
zijde werk gemaakt en aan het college van
curatoren om advies gevraagd. De voorzitter
leest daarna een van curatoren ingekomen
schrijven. Curatoren zeggen, dat de vragen
gesteld zijn naar aanleiding van een onjuist
berichtje iu „Het Volk" en verklaren, dat
volgens hun onderzoek vaststaat, dat do
leeraar Der Mouw op 20 Juni 11. den rector
Schwartz beschuldigd heeft, dat deze een
examinandus met uitzicht op belooning zou
hebben ingelicht over het door dezen te ma
ken werk. Kort daarna heeft de heer Der
Mouw deze beschuldiging mondeling en
schriftelijk als ongemotiveerd en ongegrond
verklaard, waarna hij poging tot zelfmoord
gepleegd heeft. Daarmede is verder onder
zoek vervallen en moet de zaak blijven rus
ten tot de heer Der Mouw, dio momenteel
niet ter plaatse is, kan worden gehoord.
D'e heer Velsink protesteert tegen de be
wering van het college van curatoren, dat
hij de vragen gesteld heeft naar aanleiding
van het berichtje in Het Volk. Curatoren
kunnen dat niet weten. De toelichtingen, die
curatoren verder geven, zijn niet voldoende
om het gymnasium to zuiveren van den
blaam, dat <>r door leeraren met het examen
geknoeid is. Die knoeierijen staan los van
cie vraag of de gemeente recht hoeft zich met
het eindexamen te bemoeien; waar het gym
nasium een gemeente-instelling is, daar heeft
de Raad het recht te weten, wat er voorgo-
1 vallen is en kan de Raad, buiten den minis
ter om, zelfstandig een commissie benoemen
tot onderzoek naar dc waarheid van de loo-
pende geruchten. Spr. zal het daarom uit
stekend vinden als zulk een commissie wordt
benoemd.
De heer Van Gorkora erkent, dat zaken
betreffende het eindexamen den Raad niet
aangaanhij is overtuigd, dat er knoeierij
heeft plaats gehad. Spr. komt op tegen do
verklaring van curatoren, dat do heer Der
Mouw zijn beschuldiging tegen den rector
schriftelijk en mondeling ingetrokken Heeft.
Men heeft dit gedistilleerd uit een brief,
dien de heer Der Mouw noch aan den heer
Schwartz, noch aan leeraren, noch aan cura
toren, maar aan een vriend geschreven heeft,
en wanneer de heer Schwartz van dezen
brief gebruik maakt, noemt Spr. zulks un
fair.
Verder zegt hij, dat er een streven is do
zaak in den doofpot te stoppen. Het Doe-
tinchemefch gymnasium staat echter sinds
tientallen van jaren aan de universiteiten
bekend voor de grootste knoeierijen. Als de
rector Schwartz de geëxamineerde jongelui
schriftelijk heeft laten verklaren, dat zij van
hun examenwerk niets wisten, dan hecht
Spr. aan een dergelijke verklaring, afgelegd
toen de inkt van hun bul nog niet eens droog
was cn sommigen nog een herexamen moes
ten ondergaan, niet de minste waarde. Onder
de jongelui, die hun handteekening onder
die verklaring gezet hebben, kent Spr. er
dan ook vier. die de stukken voor hun exa
men gedeeltelijk hebben geweten. Jaar in,
jaar uit wordt er geknoeid.
Nadat de voorzitter de heer Van Gorkom
een paar maal geïnterrumpeerd heeft, ver
volgt laatstgenoemde
Ik beschuldig publiek den heer Schwartz,
dat hij knoeitdat Schwartz dit jaar som
mige jongelui geholpen heeft, met examen-
stukken dat hij woordjes gezegd heeft om
het hun te vergemakkelijken, dat hij aan
een jougmensch een tijicl vóór hot cocamen ge
zegd heeft, uit welken schrijver hem een
stuk opgegeven zou worden, zoodat dat jong-
mensch de andere schrijvers links kon laten
liggendat hij op de leeraarskamer het
examenwerk heeft laten slingeren. De heer
Schwartz heeft een onzettende nonohadance,
zoodat het geen moeite kost het werk van
hem to stelen, en daar is zijn familie niet
vreemd aan.
De heer Levenkamp heeft dit jaar tweo
jougelui op indirecte wijze geholpen en heeft
jaar op jaar de gewoonte, enkele jongelui do
stukken zoo aan te duiden, dat zij ze weten.
Nog een leeraar heeft voor geld aan een
examinandus stukken verschaft, ja hij hooft
de opgaveu van een zijner collega's weggeno
men en verkocht. Om geen verdenking op
onschuldiven to laten rusten, zal ik den
naam van dien leeraar ook noemen, het is
Van Bakergem.
Op deze wijze wordt de naam van het
gymnasium slecht gemaakt. Ik heb andere
leeraren elders gevraagd wat ziji van den
toestand hier dachten en kreeg ten ant
woord „als ik aan Doetinchem deuk, denk
ik aan leugen en bedrog". De beer Der Mouw
is boven allen twijfel onkreukbaar eerlijk,
wat van andere leeraren niet gezegd kan
worden. Daarom is oen onderzoek noodig
dat schoon schip maakt, en opdat we weten
wat er van de beschuldiging waar is. Op
het onderzoek vaoi curatoren wil ik verder
niet anticipeeren, maai- nu een curator ge
zegd heeft, Schwartz in alles to golooven,
acht ik het gewenscht, naast curatoren nog
een onderzoek te laten doen door drie leden
van den Raad.
Na nog eenige discussie wordt het voor
stel van mr. Van Gorkom om een raadscom
missie tot onderzoek van de zaak met 7
tegen 4 stemmen aangenomen. Tot leden van
die commissie werden benoemd de hoeren
mr. Van Gorkom, Velsink en Misset.
Voor de feestvergadering van het Kon.
Instituut van Ingenieurs, die van 1820
Augustus te Middelburg wordt gehoudeu, is
een uitgebreid program samengesteld.
Op Dondei-ag 18 Augustus dag der
vergadering heeft een lunch plaats, en na
de bezichtiging van de tentoonstelling van
oude koperwerken, van de abdijgebouwen en
van de electrisceh gedreven houtzagerij der.
firma Alberts en Co., een gemeenschappe
lijke maaitijd.
Vrijdag maakt een groep der vergaderden
een rijtoer naar Domburg, Westkapelle en
zeewering aldaar en Vlissingen.
Een ander godeelte bezichtigt dien dag de
fabriek der Kon. Maatschappij de Scheld* en
een der booten der Maatschappij „Zeeland",
waarmede een tochtje zal worden gemaakt.
Na afloop daarvan gemeenschappel'jke
maaltijd in het Badhotel te Vlissingen.
Bij genoegzame deelneming heeft Zaterdag
20 Augustus een boottocht plaats van Mid
delburg via Vlissingen naaer de in uitvoering
zijoide havenwerken te Zeebrugge.
Te Arnhem hield de Rijkspolitie-ver-
eeniging hare zesde algemeene vergadering
ouder voorzitterschap van den heer Jac. van
Waning, burgemeester van Ouderkerk a/d.
IJssel, die met voldoening kon wijzen op den
bloei der vereeniging, thans tellende onge
veer 520 leden, 90 buitengewone leden en
60 donateurs.
Met waardeering maakte hij verder ge
wag o. a. van de pas verkregen periodieke
tractementsverhooging en andcro verbete
ringen, waarin hij aanleiding vond voor te
stellen den minister van Justitie telegrafisch
hulde en dank to brengen voor hetgeen
Zijno Exo. deed en voortgaat te doen voor
korps en leden. Onder daverende toejuichin
gen werd hiertoe besloten.
Het verslag van don secretaris zoomede de
rekening en verantwoording van den pen
ningmeester werden goedgekeurd. Do be
groeting werd vastgesteld in ontvangst en
uitgaaf tot oen bedrag van f 1366.34, met
bepaling der contributie voor 1905 op f 1.50.
De periodiek-aftredende secretaris-penning
meester, do heer A. Haasbroek, te Zwolle,
werd op de meest eervolle wijze herbenoemd.
V.-rvolgens hield do voorzitter als voort
zetting van rijn bijna twintigjarigen strijd
ccn krachtig pleidooi voor cone betere poli
tieorganisatie. Hij sprak den wcnsch uit, dat
ecu zoo belangrijk onderdeel van Staatszorg
als de politie vertegenwoordigt, eindelijk
eene volledige, wettelijke organisatie zou to
beurt vallen. Een nauwkeurige regeling van
do bevoegdheid der politie mocht z. i. zich
niet langer laten wachten. Meer dan ooit
bestond er noodzakelijkheid dit hoogo rijks
belang tot zijn recht te doen komen.
De periodieke tractementsvcrhooging werd
waardeerend besproken en de prikkel erkend
daarin niet gelegd om buitengewone plichts
betrachting. Betreffende de voorgenomen
woningtoelage was de vergadering evenzeer
dankbaar gestemd waar do oplossing der
quaosrie nabij is. Verplicht© pensionneering
op 65-jarigen leeftijd werd wenschelijk ge
acht, men gaf echter de voorkeur aan pen-
sienneering na 30 dienstjaren als het beste
voor den dienst en voor de beambten zelve.
Ter bespoediging van de bevordering werd
voorgesteld het getal brigadiers-majoor gelei
delijk van 30 op 50 te brengen en tevens
om sterke brigades te voorzien van een brigar
dier van bijstand. Ten aanzien van de rege
ling van den rechtstoestand werd do ver
wachting uitgesproken, dat de ambtenaars-
wet door de regeering zal worden ter hand
genomen. Een nieuwe regeling van do scha
deloosstelling voor transporten werd met in
stemming besproken. Billijk werd geoordeeld
dat waar voor vrije uniformkleeding rijks
belasting wordt betaald, de pensioengrond
slag met dit bedrag worde verhoogd.
Ook achtte men billijk dat de rijksveld
wachters in hot bezit worden gesteld van
alle tc handhaven rijk wetten in een handig
formaat en dc brigade-commandanten vrij
gebruik van de telegraaf erlangen voor
dienstzaken.
Aan het slot der vergadering werd onder
toejuichting voorlezing gedaan van een tele
gram van den minister van Justitie, met
dank voor de hulde on met de bes to wen-
schen voor het welslagen van deze zesde al
gemeene vergadering.
Aan den president, den heer Jac. van
Waning, werd door de vergadering dc dank
gebracht voor zijne veeljarige, onvermoeide
werkzaamheden voor algemeene en bijzon
dere politiebelangen.
Ouden van dagen. Het bestuur
van den Bond voor Scaatspcnsioimeering
heeft een enquête ingesteld naar den toestand
van ouoeu van dagen, die verpleegd worden
door verschil lende vereen igingen.
Daartoe zij een aantal vragen opgesteld
ter beantwoording, en wel
1. In aam der gemeente,
2. Haam van het gesticht van ouden van
dagen, waarover liet onderstaande handelt.
3. Straat, waarin het is gelegen.
4. Door welk zedelijk lichaam wordt het
in stand gehouden? (bv. R.-K.. Ned.-Herv.,
Burgerlijk Armbestuur, enz.).
5. Of het een particulier gesticht, ter
wijl ecu gemengd© cmonxissio het beheert
6. Js het een voor oude mannen, voor
oude vrouwen, of voor bedden?
Welken indruk maakt het van buiten?
(13.v gevangenisachtig door traliën voor do
ramenvriendelijk door een tuintje voor
den gevel; somber, o ^r oud en vervallen
aanzien, enz.)
8. Is het een gesticht met groote zalen?
of een complex van kleine woningen?
9. Is liet indertijd gebouwd met het oog
op de huidige bestemming? Zoo niet, wat
was dan vroeger de bestemming?
10. M rnnecr is het gebouwd? of wanneer
het laatst aanmerkelijk verbouwd?
11. Ts het gesticht een z.g. „rijk"' ge
sticht? of: gewoon? of: noodlijdend?
En is er een groote, middelmatig groot©,
kleine of geen wandeltuin?
12. Welke zijn de eischen van toelating?
(storting, uitrusting, gedrag, leeftijd, enz.).
13. Worden ook do oude echtparen toe
gelaten
14. Zoo ja. worden man en vrouw, na
opneming gescheiden?
15. Wordt eene kenmerkende gesticht9-
kleeding gedragen?
16. Mag de verpleegde eiken dag uit
gaan? of enkelo dagen? Op welke uren?
17. Mag do verpleegde bezoek ontvangen?
Eiken dag? op welke dagen der week?
18. Wordt plichtmatig gearbeid? Of is
de arbeid vrij
19. Zijn familiespelen verbodeh of toe
gelaten? (Bv. kaarten, dammen, donrnecrer..)
20. Is er ben bibliotheek in het gesticht?
Zoo ja, hoeveel deelen ongeveer?
21. Krijgen de verpleegden zakgeld? Zoo
ja, hoeveel.
22. Of betalen zij (of voor hen anderen),
eene jaarlijxsche tegemoetkoming?
23. Is de beschikbare ruimte altijd be
zet? Zoo ja, hoe lang moeten candidaten ge
middeld wachten op opneming?
24. War ruit, bestaat het nachtleger?
25. }~oo dikwijls worden beddenlakens en
kusscnsloópcn verwisseld?
26. Zijn er z.g. „gcst.chtsfecstdagen". als
wanneer de verpleegden worden onthaald?
27. Worden zij min of meer feestelijk ont
haald op godsdienstige of openbare feestda
gen?
28. Kunt gij van oen bepaalden datum
of liever van eene goheele week het menu
opgeven?
'29. Is er gelgenheid tot baden?
30. Geef' het bestuur jaarlijks ren ge
drukt verslag uit, wordt zoo'n verslag op
genomen in het officieel gemeente-verslag?
31. Kunt gij een versing hierbij voegen?
32. Hebt gij bijzondere opmerkingen of
mcdedeelingen te doen? (Meenemen van eigen
meubeltjes, verplicht kerkgaan, behandeling
bij ziekte, enz.).
Van de antwoorden op deze vragen zal een
bescheiden gebruik gemaakt worden.
Spoor weg over wogen Naar
aanleiding van het bericht uit Amersfoort,
betreffende liet ongeluk met de afsluitings-
boomen op den spoorweg, schrijft men van
deskundige zijde aan het N. v. d. D. bet
volgende
Dit vcxyval is geen unicum. Het is enke'»
malen meer voorgekomen, dat ecu rijtuig op
oen spoorwegoverweg één afsluitboom reeds
gepasseerd was, toen de andere werd -1 eer
gelaten, terwijl de trein in do onmiddellijke
nabijheid was. Het gevaar voor herhaling
van dergelijke ongevallen is niet gering te
schatten
Er is bij wettelijk voorschrift bepaald, dat
een overweg drie minuten vóór het passeeren
van een trein moet gesloten worden. Niet
altijd zal de wachter juist kunnen booordec-
len, op welk tijdstip een te verwachten trein
zijn post zal voorbijrijden, omdat het aan-
kondigiugsscin niet altijd op tijd wofdt ge
geven en eene afwijking van ceu enkele mi-» j
nuufc noodlottig kan worden. Do uren der
dienstregeling mogen niet do eenige grond
slag voor de berekening zihi, omdat zoo dik
wijls daarvan wordt afgeweken.
Nog grooler is het gevaar bij-' óverwegen
met heksluithoornen, welke ook op de druk
ste lijnen in ons land worden gevonden,
waarbij de overwog door iemand op vïfij
grooten afstand wordt geopend en gesloten.
Eenige vervolgingen, door de justitie in
gesteld tegen v chters die do overwegen
meer dan drie minuten vóór het passeeren
van den trein gesloten hadden, zullen do
overwegbeambten er ze kei- niet toe brengen
do veiligheid van het verkeer te stellen bo
ven het gencf van hen. dio den overweg
moeten passeeren. Het zou trouwens -oor het
verkeer over de openbare wegen ccn al te
grooto belemmering zijn wanneer eenigsrins
angstvallig naar nalevoing van hot wettelijk
voorschriit word gestreefd. Er zijn een aantal
overwegen, welke bij een geregclden treincu-
loop uren a hterceu zoo goed als niet ge
opend worden.
Alleen grote opl ttondheid, zoowel van
<le wachters ais van de voetgangers en rijtuigL
bestuurders, die den spoorweg oversteken,
kan het gevaar voorkomen.
Ook zou hrt overweging verdienen on do
lijnen met druk verkeer, do gehuwde vrou
wen, meestal moeder van een aantal kinde
ren, te vervangen door mannen.
Verscheidene jaren geleden werd op do
lokaalspoorwegen, wegens de geringe snel
heid der treinen, de bewaking cn afsluiting
van de overwegen opgeheven. Intnsschen is
de maximumsnelheid, waarmede treinen op
die spoorwegen mogen rijden, van 30 KM.
l> 40 KM., en in 1900 van 40 KM. op 50
K.M. per uur gebracht. Zou het nu geen
tijd worden om te overleggen of niet de vei
ligheid eischt, dat ook hier weder bewaking
en afsluiting worde ingesteld?
Dc II. IJ Spoor heeft de laatste we
ken, alleen uit Beverwijk, 2,668,956 K.G
aardbeien naar Duitschland vervoerd.
W e 1 E d e 1 g e b o r e n. Het „Haar-
lemschc Dbld. zegt over ccn propoctus van
„Arti et Amicitiae
„Wie voor f T> lid wordt, ontvangt
een lot iu do verloting van kunstwerken
en als premie een plaatwerk, bevattende
zes reproduction naar etsen van Rem
brandt. met tekst door den WelEdclGeb.
Heer Jan Veth.
„Men denkt, dat wc ons hier vergissen,
dat er toch niet staan zal Wel E d e I O e b.
Heer Jan Veth. Artistcn cn andere be
kende personen noem je toch kortweg bij
hun naam wc spreken toch niet van den
Heer Charles Dickens of van den WelEdcl-
Gestrengen Heer Thorbccke ot den WelEdcl-
Geboren Heer Willem Maris. Of gaan we wel
dien kant op, zooals men haast zou afleiden,
uit advertenties, bcginuonde 1111. Kellncrs.
of zelfs HH. Grasmaaiers, zooals wc eens
onder onze oogeu hebben gehadgaan we
wel den weg op van dc wedcrzijdsche titula
tuur, da-n dringen wij stellig aan op eerbied
voor do dooden cn zal het bestuur van Arti
dienen te schrijvenbevattende zes repiv.
ductiën naar etsen van den WelEdclGeb.»
Heer Rembrandt.
„Deze eonsqueiitio beleefd «au het Wel
EdclGeb. Bestuur van de WelEdelGeslr. Ver
eeniging aangeboden.
Uit Drenthe wordt, geklaagd over
schade, o. a. aan de boekweit, door j
nachtvorsten.
Een drieling. Te Noordhorn ia
de vrouw van den arbeider H. v. S. bevallen
van een drieling, allen meisjes. Moeder *n
kroost verheugen zich in blakenden welstand.
Verkeerd voorgesteld. In do
Alkmaarschc Courant kwam dezer dagen een
bericht voor met het opschrift„een driftig
burgemeesterwelk bericht ook in ons blad
onder het opschrift„een kort aangebonden
burgemeester" is opgenomen. Hierin werd
gemeld, dat de burgemeester van St. Maar
ten in een raadsvergadering ruzie met den
secretaris heeft gehad cn dezen ceu vuistslag
op den neus toebracht cn dat deze zaak
Diusdag jl. voor de rechtbank te Alkmaar
werd behandeld. Volgens dit bericht zou dan
ook tegen den burgemeester ccn hechtenis
van vijf dagen zijn gcëischt.
Uit Alkmaar wordt echter daaromtrent
gemeld, dat deze zaak zich geheel anders
heeft toegedragen.
Oj» de secretarie te Sint-Maarten waren
oj) den 11. Juli aanwezig do burgemec-ter
en de secretaris. Er had in die gemeente
ccnc aanbesteding plaats gehad van een*te
bouwen school en dit werk was aan een per
soon gegund, niet in de gemeente Sint-Maar-
ten woonachtig. Hierover waren de inwo
ners zeer uit bun humeur en één hunner,
zekere Klaas Blok, schilder, ging zelfs zoo
ver, dat hij op den 11. Juli do secretarie
binnenstormde en en secretaris een vuist
slag op den neus toebracht.
Do burgemeester, de heer K Blom, maak
te van dit standje proces-verbaal op en nu
werd de zaak voor de rechtbank tc Alk
maar behandeld. Tegen Blok eischte de offi-
«ior van justitie ccn straf van 5 dagen hech
tenis. Daar de namen Blom en Blok veel
overeenstemming hebben, heeft men zich
blijkbaar vergist.
S p o onvog di o f s t a 11 e n te Rol
zen daal. Men meldt aan do N. R. Ct. uit
Roosendaal van 22 dezer;
Het onderzoek in zake de spoorwegdiefstal
len wordt nog steeds ijverig voortgezet. Wer
den in den loop dezer weck wederom een
tweotal machinisten en een ontslagen wissel-
wachter in hechtenis genomen, ook heden
heeft men weer ccno aanhouding gedaan. Bij
dezen persoon werd ocno volle kar met ver
schillende voorwerpen, alles afkomstig van
diefstal en tocbehoorende aan do S. 8., in
beslag genomen, cn bij eene huiszoeking in
de woning van den zich in hechtenis bevin
dend i machincpoetsor K. werden eene groo-
t partij gestolen manufacturen achterhaald.
In dc kazerne der marechaussee lijkt het
we] een depot van verschillende goederen, dio
nu reeds gevonden zijn, cn ieder oogenblik
hebben nog inbeslagnemingen plaate.