Woensdag 27 Juli 1904.
rip
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
i*!u. 27.
3de «iHargHng.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Pot 3 maanden roor Amersfoort L85.
Idéin franco per post- 1.75.
Afsonderlijke nummers0.05.
Déze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertention, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'b morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgever»: VALKHOFF Co.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTTÊN
Van lo^ö regels
i régel meer
II.
Elke
Groote léttera naar plaatsruimte.
toot handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Bene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Aan den Balkan.
Terwijl aller blikken gericht zijn op de ge
beurtenissen in Oost-Azië en op de inciden
ten, die daaruit voortvloeien, is het gemak
kelijk te verklaren, dat men aan 't geen er
voorvalt in de Balkanlanden niet de aan
dacht schenkt, die onder gewone omstandig
heden er aan ten deel zou vallen. Misschien
zal dat spoedig anders worden, wanneer
wordt bewaarheid wat een brief voorspelt,
die in de Daily Express is opgenomen. De
brief is uit de pen gevloeid van den rebellen
aanvoerder Tsontscheff en zegt met ronde
woorden, dat de mogendheden zich maar niet
moeten vleien met de hoop, dat hunne her
vormingen iets hebben bijgedragen om de
gemoederen tot rast te brengende thans
aan den Balkan heerschende rust is veeleer
slechts te vergelijken met de stilte voor den
storm. De schr. zegt:
„De Oosten rij ksche en Russische agenten
zijn volkomen machteloos, en de hervormin
gen in de gendarmerie, waarvan men zich
zoo veel beloofd had, zijn slechts eene klucht.
De Europeesehe officieren hebben geen con
trole en zijn slechts technische instructeurs.
Wij hebben ons gedragen naar de beloften
van de Europeesehe diplomaten, om het be
wijs te leveren, dat wij niet voor ons ge
noegen vechten, en omdat wij wilden too-
nen, dat de Macedoniërs steeds bereid zijn
de wapenen neder te leggen, wanneer zij den
waarborg krijgen van eene goede regeering.
Ook de Bulgaarsche regeering, die men zoo
dikwijls beschuldigd heeft van heimelijke
ondersteuning der opstandelingen, kwam de
Europeesehe diplomatie te hulp, door een
verdrag met Turkije te sluiten. Maar wat
gebeurde er? Hilmi Pacha, do inspecteur-
generaal, is in het volle bezit van de macht
en Macedonië is evenzoo bestuurd a.ls te
voren. De Oostenrijksche en Russische civiele
agenten zijn. slechts toekijkers bij het Turk
sche wanbeheer, en in het bestuur r,i et men
geen verbetering. De Turksche ambtenaren
leven verder van omkooping en bedrog en de
soldaten, die hunne soldij niet krijgen, ver
woesten het land. De vrede is slechts voorbij
gaande, eene stilte voor den storm, en dat is
de reden waarom Bulgarije en Servië, on
danks de Turksch-Bulgnarsc^ overeenkomst,
hun best doen om tot overeenstemming te
geraken. Inmiddels versterken de Macedo
niërs hunne revolutionaire organisatie."
Reeds meermalen is er voorspeld, dat in
den nazomer de opstand op nieuw zou uit
barsten. Eüer beeft men eene herhaling van
deze voorspelling.
Dultschland.
In het proces tegen een aantal sociaal
democraten te Koningsbergen, die wegens
deelneming aan het binnensmokkelen van
revolutionaire geschriften in Rusland terecht
hebben gestaan, beschuldigd van hoogver
raad en samenzwering, is thans uit
spraak gedaan. De aanklacht wegens
hoogverraad betrof niet het Duitsclie
rijk, maar den Russisehen Czaar en
zijn rijk. Van deze aanklacht zijn de be
schuldigden vrijgesproken, omdat die slechts
dan kon gelden, wanneer door een in den ver-
eischten vorm afgekondigd staatsverdrag
den vreemden staat wederkeerigbeid gewaar
borgd was. Zulk een verdrag bestaat echter
niet blijkens de officieele kennisgeving van
het departement van buitenlandsche zaken
en van de Russische regeering. Wel zijn de
beschuldigden veroordeeld wegens samen
zwering; de daarvoor opgelegde straffen var
rieeren tusschen acht weken en drie maan
den.
Frankrijk.
Naar aanleiding van de verklaring van de
„Vooe della .Verita", dat de door de „Ma-
tin" gepubliceerde brieven, die het Vaticaan
gericht heeft tot den bisschop van Dijon,
valsch -waren, schrijft de Matin"„Wij
staan in voor de letterlijke juistheid van
den brief van kardinaal Vanutelli en voor
de strekking der beide brieven van kardi
naal Merry del Val. Wij wedden dat zij die
de brieven schreven en zij, die ze ontvingen,
dit niet kunnen tegenspreken."
Uit Rome wordt aan de „Figaro" bericht,
dat het Vaticaan naar een middel zoekt
om tot een minnelijke schikking te kunnen
gerakenmet de Fransche regeering. Men
zou willen toegeven, dat de nuntius Loren-
zelli door zijn ingrijpen in de quaestie van
den bisschop van Dijon buiten rijine bevoegd
heid is gegaan.
De nota, die de heer de Couroel, de Fransche
zaakgelastigde, verleden Zaterdag aan het
Vaticaan heeft aangeboden, handelt naar 't
schijnt over deze twee punten1. het zenden
door den nuntius van een brief aan mgr. Le
Nordez, bisschop van Dijon, hetgeen eene in
menging van den diplcnnatieken vertegen
woordigen van den Heiligen Stoel in dè bin
nen landsche aangelegenheden van Frankrijk
uitmaakt2. de rechtsmacht van het Heilige
Officium, die niet door de Fransche regeering
kan worden erkend.
In hot Vaticaan bestudeert men de oplos
sing, die aan het geschil gegeven zou kun
nen worden. Sommigen zeggen, dat men zal
toegeven, dat de nuntius buiten zijn boekje
ging, door als geestelijk rechter in Frankrijk
op te treden; In ieder geval wil men blijk
baar do zaken niet overhaasten. Zoo is tegen
mgr. Geay, den bisschop van Laval, nog niet
de excommunicatie uitgesproken, waaraan
die prelaat zich heeft bloot gesteld door aan
de regeering de bijeenroeping van het Heilige
Officium mede te deelen.
Engeland.
Minister Balfour zeide gisteren in het
Lagerhuis, in antwoord; op een aantal
vragen, dat door de Engelsche regeering
geeno stappen, zijn gedaan betreffende de
Dardanellen-quaestie vóór de doorvaart van
de „Petersburg" en „Smolensk Sedert de
nota van 1 Januari 1903 betreffende de door
vaart van Russische torpedo-booten aan de
Por te overhandigd werd, hoorden wij niets
van eenige inbreuk op dit verdrag.
Aan de regeering is niets bekend van eene
overeenkomst tusschen Rusland en Turkije,
waarbij bijzondere bepalingen zijn gemaakt
voor do vaart door de Dardanellen van spe
ciale Russische schepen.
In antwoord op eene vraag, drê in verband
met het jongste optreden van de vrijwillige
vloot van de regeering verlangde, dat zij
zou verklaren, dat zij zich niet langer ge
bonden achtte door de verklaring van Parijs
en het recht voor zich opeischte om het
eigendom van den vijand, dat vervoerd wordt
onder neutrale vlag, te nemen, zeide minis
ter Balfour, dat over de quaestie van den
staat van de vrijwillige vloot besprekingen
gaande zijn tusschen de beide regeeringen.
Hij kon echter geen hoop geven dat de re
geering in de jongste gebeurtenissen aanlei
ding zou vinden tot het houden van vortoo-
gen aan andere mogendheden. De minister
kon niet beloven thans de stukken over te
leggen omtrent de principieele quaestie.
Wat het in den grond boren van het
Britsche schip „Kuight Commander betreft,
zeide minister Balfour, dat de regeering zich
zoo volledig mogelijk op de hoogte tracht te
stellen.
Uit de antwoorden, die minister Balfour
eergisteren in het lagerhuis gaf op de vra
gen, welke gedaan werden naar aanleiding
van het optreden der Russische vrijwillige
vloot, releveeren wij nog, dat op eene vraag
over de doorvaart van de schepen dezer vloot
door de Dardanellen geantwoord werd„De
ze vraag roert datgene aan wat ik voor het
tegenwoordige oogeublik als verboden terrein
moet beschouwen. Zij werpt eene strijdvraag
op, die naar ik geloof beter zal worden op
gelost, wanneer het huis zich voor 't oogen-
blik tevreden stelt met datgene wat ik ge
zegd heb."
Op eene vraag of de minister niet de vraag
wenschte gesteld te zien, die betrekking had
op het feit, dat een schip op één tijd de han-
delsvlag voert en op een anderen tijd het ge
zag van een oorlogsschip uitoefent, merkte
Balfour opDit is eeno vraag van algemeen
recht en ik ben er zeker van, dat niets zou
worden gewonnen door eene poging mijner
zijds om er op te antwoorden.
Italië.
Het derde maf ia-proces te Florence, tegen
Palizzolo en zijn medebeschuldigden wegens
moorcl op Notarba.rt.plo, is geëindigd met vrij
spraak van alle beschuldigden. De moord is
tien jaar geleden gepleegdhet tegenwoor
dige proces heeft meer dan tien maanden
geduurd.
Turkije.
Uit Saloniki wordt berichtEene afdeeling
Turksche troepen verraotte .gisteren bij; Koe-
mauova een Biulgaarsohe bende va.n 52 man,
dito "bezig was 'korenschuren te beschieten,
waarin de oogst w'as geborgen. Dto bende wend
vernietigd op twee man na, die konden
vluchten.
Korea.
Reuter verneemt uit Seoel, dat er eene
beweging onder de Koroanen ontstaan is te
gen land-oonoessiën aan Japanners, die ecu
ernstig karakter aanneemt. Men zegt ook,
dat de Fransche gezant bij het Koreaansche
hof tegen deze conoessiën verzet heeft aan-
geteekend.
Als maatregel van voorzorg tegen deze be
weging hebben de Japanners in Seoel bekend
gemaakt, dat zijl zelf zich zullen belasten
met het politietoezicht tot beschermiug van
hunne belangen en vooral streng er op zullen
letten, dat er geene anti-Japansche bijeen
komsten gehouden worden.
De oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Petersburg, 26 Juli. Het Russische tele
graaf agentschap bericht van gisterenVol
gens geruchten rukken kleine Japansche af-
deelingen op naar Szensihu, gelegen op 10
werst ten oosten van het station Jantan en
naar Sinsintioe. Deze geruchte;, zouden, wan
neer zij bevestigd worden, de bedoeling van
do Japanners verraden om Liaojaug in de
richting naar Moekden om te trekken.
Heden passeerde hier de naar het noor
den gaande sanitaire trein van de Keizerin
met 314 gewonden uit een gevecht hij Tasji
techias op 24 dezer. Bij het vertrek van den
trein duurde de strijd, die van 's morgens 6
uur tot laat in den avond woedde, nog voort.
De Russen handhaafden zich in hunne ^tel
lingen tien .c-rst ten zuiden „van Tisji-
techias. Den 25en werd de strijd, die aan
beide zijden voornamelijk door de artillerie
gevoerd werd, hervat. Over den uitslag en
over de verliezen is nog niets bekend.
Londen', 2G Juli. Eene dépêche van Lloyd
uit Nioetsjwang van heden bericht: Vijftig
man Japansche cavallerie kwamen in Nioet
sjwang binnen. De Fransche vlag waait van
do Russische gebouwen.
De Japansche voorhoede kwam heden mor
gen aan. De stad is rustig.
Tientsin, 26 Juli. De Japanners bezetten
Nioetsjwang gisterenavond om vijf uur.
Tientsin, 26 Juli. Er wordt bericht, dat
een hevig gevecht plaats heeft tusschen Liao-
jang en Moekden.
De Japansche verliezen in het gevecht om
Nioetsjwang van den 24. en 25. bedroegen 380
man.
Petersburg, 26 Juli. Generaal Koeropatkin
seinde gisteren aan den Czaar: Verkennin
gen, die in den laatsten tijd dagelijks onder
nomen werden in de richting van Kaitsjou
en Liahotan, deden zien, dat de vijand den
bergrug en de hoogten ten noorden van Kai
tsjou tusschen de spoorweglijn en het Tsin-
sahé-dal krachtig had versterkt.
Bij Hotsiatoen rukte den 23en 's morgens
om vijf uur de vijand tot den aanval op
met ongeveer acht divisiën. Zijn hoofdmacht
trok hij in de richting van Datsjapoe samen.
Dto opraarsch geschiedde langzaam. Dertig
stukken geschut dekten hem met een.hevig
vuur, dat door de batterijen van onze achter
hoed© met succes beantwoord werd. Onze
achterhoede opende een geweervuur op do
vooruittrekkende Japansche infanterie.
Tegen half tien 'a morgens rukten drie
bataljons uit het Tsinsahé-dal in de richting
van Tasjitsjao op. In den verderen loop van
het gevecht brachten de Japanners in de
richting van Tasjitsjao ongeveer een brigade
infanterie in het vuur, en zonden bovendien
een regiment langs Tsinsahé naar Tantsji.
Tegen vier uiur 's middags staakte de vij
and den opmarsch.
Onze verliezen zijn nog niet vastgesteld,
maar zijn, naar gemeld wordt, onbeduidend.
Daar het dien dag echter warm was, kwa
men gevallen voor van zonnesteek.
Do nacht van den 24en ging kalm voorbij,
's Morgens om vijf uur begon een voorposten
schermutseling in de omstreken van Tantsji.
Petenbr.rg, 26 Juli. Uit Moekden wordt
geseind, dat ter hoogte van Inkau een Ja-
pansch eskader kruist, dat 20 troepen-trar*-
portschepen escorteert.
Tokio, 26 Juli. De militaire attachés bij
het1 derde legercorps zijn heden van Tokio
vertrokken.
Tokio, 26 Juli. De Britsche gezant Mac-
donald stelt een grondig onderzoek in naar
de redenen van het in den grond boren van
het stoomschip de „Knight-Commander."
Londen, 26 Juli. Volgens een Lloyd-be-
richt uit Liverpool, ontvingen de reeders
van het stoomschip Oalchas uit- Hongkong
telegrafisch bericht, dat de Calchas in be
slag genomen is door de Russische vloot.
De Calchas vaart van Pugetsund op Japan
en Hongkong.
Sues, 26 Juli. Het stoomschip ..Formosa"
van de Peninsular and Oriental Steam-Na
vigation Company is in beslag genomen door
do Russen in de Roode Zee. Het schip kwam
'te Suez aan met eene Russische bemanning
en varende ander de Russische vlag.
Sues, 26 Juli. De „Formosa" werd in bo-
slag genomen door de „9molensk". Do con
sul wacht instructiën betreffende do vrijla
ting.
Cairo, 27 Jult. (Telegraph). Een officieel
bericht, dat gisterenavond laat uit Suez ont
vangen werd, houdt in, dat do Formosa he
den morgen om zes uur zou worden vrijge
laten.
De zaak van den Duitschen mailstoomer
Prinz Heiurich is nu ook definitief geregeld.
De Russische regeering heeft zich bereid
verklaard de beide in beslag genomen post
zakken terug te geven en zoowel in dit geval
als in dat van de inbeslagneming vau de
Scandia eene billijke schadevergoeding te ge
ven.
De Nordd. Allg. Zeitung schrijft hierover
„Het strekt ons tot voldoening, dat de zaak
van de inbeslagneming van de stoomboot
Scandia in de Roode zee zoo vlug en grif
bijgelegd is. Zaterdagavond kwam het be
richt, dat de Scandia van de Hamburg-Ame-
rikalijn door den Russisehen hulpkraiser
Smolensk was opgebracht en onder Russische
bemanning door het Suezkanaal terugge
bracht werd. Volgens de verklaring van do
Hainburg-Amerikaliju bracht de Scandia
wel munitie voor de Zuidzee en voor Chinee-
sche rekening naar Sjanghai, maar had zij
overigens slechts koopmansgoed en in 't ge
heel geen contrabande aan boord. Nog den
zelfden dag kreeg de Duitsche gezant te Pe
tersburg aanschrijving, onverwijld protest
bij de Russische regeering in te dienen en
cte vrijlating van de stoomboot te verlangen.
Zondag berichtte do gezant terug, dat er
volgens de verklaring van minister graaf
Latnsdorff reeds bevel was uitgevaardigd om
terstond het schip vrij te laten, en dit ge
schiedde daarop nog denzelfden avond te
Port Said. Gelijktijdig kon de gezant berich
ten, dat voortaan de hulpkrudsers van do
vrijwilligersvioot niet meer gebruikt zouden
worden om neutrale schepen in de Roode zee
te onderzoeken en in beslag' to nemen.
„In de zaak van de Prinz Heinrich is de
officieele Russische verklariug ontvangen,
dat de beide achtergehouden poststukken
zoo spoedig mogelijk teruggegeven zullen
worden en dat voortaan zulke handelingen
van de Russische hulpkruisers niet meer zul
len voorkomen. In dit geval zoowel als in
dat van de Scandia is nog de regeling van
de materieele aanspraken op schadevergoe
ding voorbehouden en van Russische zijde
toegezegd."
Allerlei
v Te Chicago staken thans ongeveer
54,000 arbeiders der fabrieken vau verduur
zaamde levensmiddelen en 35,000 arbeiders
in aanverwante vakken van nijverheid. Daar
bij komen dan nog 50,000 werkstakers in an
dere plaatsen.
Het dagelijksch loonverlies, alleen te Chi
cago, bedraagt 74,000 dollars, en de schade
der patroons zal millioeneu bedragen.
ROMAN
29 tas
MORITZ VOH REICÏÏENBACH
DOOR
HERMAN LIND.
„Maar dat is verschrikkelijk» kind! Heb
je daar nooit mei- Fred over gesproken?"
„Neen, want hij kan er toch niets aan ver
anderen. O, het leven wordt mij ook niet on
aangenaam gemaakt in een vorm, waarover
ik mij ernstig zou kunnen beklagen, maar
dit neemt niet weg, dat het mij zeer doet.
Ik weet wel, dat het bij velen slechts jaloe
zie is. Zij komen ook allemaal 'bij ons aan
huis, zoo dikwijls wij1 ze maar hebben willen,
eigenlijk nog meer, omdat hier altijd veel
jongelui zijn en men zich 'bij ons altijd ver
maakt. Doch ik ben en ik blijf voor hen een
indringster en als de dames onder elkander
rijn, l>en iE zeker, dat zij mij bespotten en
uitlachen."
„Maar kind, hoe kunt ge zoo wantrouwend
zi jin
„De gravin Egdoff heeft het mij ge
leerd, enj
„De gravin Egdoff? Die lieve eoht-voorna-
me dame?"
„O neen, dc oude gravin is altijd goed en
liratelijk voor mij geweest, evenals nertha
en haar zuster. Maar dat rijn ook vrijwel de
eenige uitzonderingen. Ziet ge, mama, als
men zoo vroolijk voortleeft, altijd het huis
vol menschen heeft en de heeren uit be
leefdheid niet Weten wat ze doen zulleD, dan
komt men niet veel tot nadenken en telt
men alles licht, maar nu, in dezen stillen tijd,
heb ik vaak met een bekleand hart over heel
veel dingen nagedacht en ik wil u wel zeg
gen, dat ik ook een beetje tegen het samen
zijn met u opzag, want ik kende u nog zoo
weinig
„Waart "ge 'bang voor mij, ISnd? Had Fred
mij dan als een lastige schoonmama bij u
afgeschilderd
„O, Fred spreekt van u als van een heilige,
doch over 't algemeen spreekt hij niet veel,
dat wil zeggen, over zulke dingen."
Do oude gravin knikte.
„Ja, kind, de mannen schijnen andere be
hoeften te he"bben dan wij, maar ik geloof
toch, dat ge over alles wat u bedrukt eens
openhartig met Fred moest spreken. Het is
niet goed, mijn sekatje, daar zoo alleen onder
gebukt te gaan/'
„Ach, mama, Fred heeft voor al mijn ge
dachten geen tijd!"
..Hij kan daarvoor tijd genoeg vinden
want hij heeft u lief!"
„Mama," Wanda bloosde en haar stem
daalde tot een zacht gefluister „heeft hij
u dat gezegd?"
Ei was iets medelijdends in de wijze, waar
op de gravin Wanda het haar van 't voor
hoofd streek. „Maar kind, hoe kom je aan
zulk een vraag? Ge hadt eens moeten zien
met welk een stralend gezicht hij bij 't af
halen van 't. station tot ons zeide„Mijn
Wanda is een prachtstuk van een lief vrouw
tje!" En wat heeft hij in den tijd van 't en
gagement niet met u gedweept
Wanda verborg haar gelaat in do handen
der oude dame, sloeg daarop hare oogen op
en zeide: „Vergeef me, mama, zoo had ik
het niet bedoeld."
De deur werd geopend en Fred zag naar
binnen.
„Hier zoo alleen?" vroeg hij, in de kamer
komend. „"Waar is uw vader, Wanda?"
En terwijl Wanda hem antwoordde, trad
hij op rijn moeder toe en greep haar hand,
die hij zachtkens streelde. „Is u tevreden, ma
maatje
„Ik ben gelukkig, Fred, want ik zie, dat
gij het rijt en dat jelui elkander liefhebt!"
„Dat 's weer net iets voor mama!" Hij
sloeg zijn aim om Wanda's hals en drukte
haar hoofd tegen rijn schouder.
„Zoo is t goed! Houd haar vast iu uw
arm! Wanda is een lief, lief kind, en nooit
mag jo het dulden, Fred, dat haar ecnig leed.
wordt aangedaan 1"
„Haar? Eenig leed, mama? Wat is er da»
gebéurd, Wanda?"
„Jftets» Fred werkelijk niets."
Zij lachte tegen haar man en de oude gra
vin knikte haar toe. Toen Fred weg was ge
gaanom den commercieraad op te zoeken,
zeide zij: „Kom, kind, ga nu weer hier zit
ten, net als daareven. Zie zoo! Wil ik u nu
eens zeggen, Wat mij bij alle moeilijkheden
van 't leven en die waren niet weinig of
niet licht heeft staande gehouden, en mij
telkens op nieuw met levenskracht en levens
vreugde heeft bezield, zelfs in do donkerste
diagen
Zij bracht het grijze hoofd dicht hij, de
blonde lokkeu der jonge vrouiw om fluisterde
haar toe„Ik heb mijn man altijd onuit
sprekelijk liefgehad, van den eersten dag af,
dab onze harten elkander hadden leeren ver
staan. Hij is een mensok met mensohelijfce
'zwakheden, tekortkomingen wellicht, maar
ik heb hem nu nog even lief als voor dertig
jaar, met zijn zwakheden en met zijn tekort
komingen, ja, misschien juist omdat ik die
zoo goed ken. Ziet ge, kind, de liefde maakt
niet blind, maar als ik het zoo eens zeggen
mag, verstandig, toegeeflijk, en boven alles
gelukkig! Al klinkt het op mijn jaren
wat dwaas, ik kan u toch verzekeren, dat
mijfn liefde mijn talisman is geweest en ge
bleven en de innigste wensch van mijn hart
is, dat het bij u ook zoo zijn moge!"
„Een talismanMet schitterende oogen
zag Wanda de moeder aan van den man,
dien zij liefhad. „Ja, ge heb gelijk, duizend
maal gelijk
HOOFDSTUK XVHI.
De commercieraad was zijp; vrouw gevolgd
naar de eetzaal, waar een ontbijt gereed
stond.
„Mijnheer mijn schoonzoon maak fchet zich
gemakkelijk met zijn plichten als gastheer,"
luidde zij,nc opmerking, terwijl hij het ont
plooide servet met een dot tussohen zijn
boord stopte. Movrouiw Draller had meer
aandacht op het servet dan voor de woorden
van haar man.
„Maar Draller, 't is hier in huis de ge-
woouto niet om het servet als een slabbetje
voor te doen!"
,,'t Is mij totaal onverschillig!"
„Ja, maar mij niet! Ik pas hier goed op
mijn tellen, en we hebben ook haast altijd
bezoek, meest heeren natuurlijk, die om
Fred komen. Toen heb ik gastvrouw ge
speeld, want Wanda kon niet, en ter dego
op alles gelet. "t. Waren altijd fijne lui, Dral-
ler, graven, baronnen, en officieren, maar
nog nooit heb ik er een zóó zijn servet in
zijn hals zien steken en daarom moet jij het
ook niet doen.
Met grenzeulooee verbazing zag do oom
mercieraad rijn vrouw aan, die nu voor 't
eerst, zoo lang als rij getrouwd waren ,zich
veroorloofde een aanmerking op zijn manie
ren te maken. De ergernis won het ten slotte
van do verbazing.
..Laat mij met rust met uw graven- en
haronneukoorts, dio je hier naar 't hoofd
schijnt te zijn gevlogen
„N, nu, bedaar maar manIk meen alleen
dat wij, burgermenschen, verstandig doen,
met ons zoo'n beetje te schikken naar die
meer deftige omgeving."
„Hier heeft men zich' meer te schikken
naar mij begrijp dat goed1, vrouw!
dan ik het mij naar anderen heb te doen.
Ik heb trouwens met mijnheer mijn schoon
zoon nog een paar ernstige woorden te spre
ken!" Hij dronk rijn glas in een teug leeg,
zette een gezicht, alsof de wijn bitter ware,
on verschrikt zag zijn wederhelft hem aan.
,,Kom, kom, Draller, jo moet niet dadelijk
zoo kwalijk nemend rijnFred had bij je
komst juist iets to doen. Daar was, geloof
ik, een koopman met een pr'aard, waarover
hij al lang in onderhandeling was een
raspaard, weet jo, „Luohtschippcr" noemen
rij het."
Wordt vei volgd.