ar. 28. 3de Jaargnng. Donderdag 28 Juli 1904. BUlfËNLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Par 3 maanden roor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post1.75. Ilsónderlijke nnmmers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, mot aitzondering ran Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., geliove men vóór 10 our *s morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers) VALKHOFF ft Co. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTlfiN Vtii 1—8 »g«lif ank Elke rekel meer011B< Oroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordoelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eène ciroolaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. 'De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad. dezer gemeente zal vergaderen op Maan dag, den 1. Augustus aanslaande, des namiddags te l£ ure. Amersfoort, den 27. Juli 1904. De (Burgemeester voornoemd, WTJUTEER8. Politiek Overzicht De jacht naar contrabande. Nog steeds komen berichten van aanhou dingen van haudelsstoomers in de Roode zc-e Dfe beide kruisers van do Russische vrijwil lige vloot hebben blijkbaar de taak ernstig opgevat, die hun door hunne regeering was opgedragen. Die taak mogen zij nu niet ver der uitoefenen. Intusschen is 't er ver van daan, dat er reeds overeenstmmiug verkregen is over de rechten, die deze schepen nu verder zullen kunnen uitoefenen. Niet dan gedwon gen heeft Rusland er in toe gestemd, dat de door de Smolensk en de Petersburg gemaak te prijzen hun weder werden afgenomenhet is dus wel te begrijpen, dat het zoo weinig mogelijk zich wil laten afdingen. Zoo wordt uit Petersburg bericht, dat Rusland niet ge zind is het recht prij^ te geven om schepen van de vrijwillige vloot in oorlogsschepen te veranderen. Ook schijnt het niet te willen liooren van een verbod voor de genoemde schepen, om onder de handelsvlag de zee- engten te passeeren. De overleggingen over die zaalc zijn in vollen gang, maar voorals nog is het einde daarvan nog niet te voor zien; men kan dat zien uit de weigering van minister Balfour om zich in het lager huis uit te latenhij was daar zoo gesloten als een bus. Eene tweede, zoo niet verbeterde dan toch zeker vermeerderde editie van deze inciden ten wordt geleverd door de handelingen van het Russische Wladiwostok-eskader, dat nu weer op een nieuwen kruistocht uit is tot schrik van de handelsvaartuigen, die de Ja- pansche wateren bevaren. Er zijn Japansche koopvaarders in den grond geboord, maar ook schepen onder onzijdige vlag hebben de gevolgen van den oorlogstoestand ondervon den. Een Engelseh stoomschip, de Knight Commander, heeft men latep- zinkeneen Duitsch vaartuig, de Arabia, is naar Wladi wostok opgebracht. Hier ligt het geval eenigszins anders dan met de in de Roode zee aangehouden sche pen. Daar was de rechtmatigheid van de aanhouding betwistbaar, niet alleen wegens den aard van de bestemming van de lading, maar .ook ten gevolge van den bijzonderen toestand van de kruisers, die de aanhouding hadden verricht. Hier zijn heb werkelijke oorlogsschepen, die zijn opgetreden, en kan dus van aangematigde rechten geen sprake zijn. Maar het is verklaarbaar, dat de uit oefening van het oorlogsrecht, en vooral de wijze, waarop dit is geschied in het geval van de Knight Commander, in handelskrin gen groote ontsteltenis heeft verwekt. Aan de Köln. Ztg. wordt hierover uit Londen ge schreven. „De Knight Commander bracht eene Ame- rikaansche lading bruggenmaterieel naar Korea, zoodat men te doen heeft met een dergelijk geval als bij. de Duitsche stoom boot Arabia, die met eene Amerikaansche lading meel naar Wladiwostok opgebracht werd. Bovendien heeft men hier ook nog eene ernstige reden van bezwaar wegens het on- verschoonende optreden tegen het Britsche schip Allentou, dat voor de oorlogverklaring met eene lading voor Japan onderweg was, daarop naar de Britsche haven Singapore ging en nu in "Wladiwostok, ondanks alle protesten, voor goede prijs verklaard wordt „Men is hier in handels- en veelal ook in politieke kringen slecht te spreken over de regeering, omdat zij zich deze zaak niet met meer warmte heeft aangetrokken. Ook in de dagbladpers, inzonderheid in de Morning Post, moet zij daarover harde woorden hoo- ren. In den laatsten tijd wordt nu echter ook de regeering van de Vereenigde Staten mee in de zaken betrokken, omdat in ver schillende gevallen Amerikanen de bezitters van de ladingen van opgebrachte schepen zijn. De beheerders van deze eigendommen hebben dan ook reeds in Washington tegen het iu den grond boren van de Knight Com mander protest ingediend onder opmerking, dat het schip geen oorlogscoutrabande heeft gevoerd. Volgens een bericht uit Washington van de Morning Post heeft onlangs het staats-seoretariaat op eene aanvrage van de Pacific stoomvaartmaatschappij, verklaard, dat de regeering goederen, die niet voor liet gebruik van de oorlogvoerende regeeringen bestemd zijn, niet als oorlogscontrabaaide erkent. Ook laat zij artikelen, die voor mili taire doeleinden kunnen worden gebezigd, slechts dan als contrabande gelden, wanneoi duidelijk bewezen is, dat zij bestemd zijn om t© worden gebruikt door eene oorlogvoeren de partij. Dat is en blijft onwrikbaar de poli tiek van de regeering." Wanneer eene dergelijke opvatting in Washington heersoht, dan zal men er wol spoedig van hooren, dat de regeering der Unie zich de belangen van de benadeelden aantrekt. Ook de Engelsche regeering zal de zaak wel niet laten rusten, nu minister Bal four gisteren in het lagerhuis te kennen gaf, dat hij vreesde, dat er in het geval van de Kuiglit Commander kwestie is van het schen den der internationale wetten. Frankrijk. Het wordt bevestigd, dat het Vaticaan ge zind is in zijn strijd met de Fransche regee ring in zóóverre in te binden, dat zal wor den erkend, dat het optreden van den nun tius in de zaak van de bisschoppen van La- val en Dijon incorrect geweest is. Verder zou het Vaticaan 't er heen willen sturen, dat deze beide bisschoppen, in overleg met d© Fransche regeering, naar andere diocesen werden overgeplaatst. Do Petit Parisien en de Echo de Paris berichten, dat het ant woord van het Vaticaan in dezen zin reeds verzonden is. De Humanité teekent daarbij kort aan„De regeering zal de rechten van den leekenstraat niet prijs geven voor eene beleefdheidsformule, maar men ziet hierin duidelijk waar onze diplomatie op aanstuurt." Hoe de regeering denkt, is op dit oogen blik moeielijk te zeggen. De minister-presi dent is thans afwezig en komt eerst in 't laatst van deze week te Parijs terug. Tot zoo lang zal natuurlijk eene beslissing over eventueele voo stellen van het Vaticaan op zich moeten laten wachten. Engeland. Bij de aanvullingsverkiezing voor Oswestry werd de liberaal Bright gekozen met- 4542 stemmen. De conservatieve tegencandidaat Bridge man kreeg 4157 stemmen. Het vorige lid was conservatief en mot eene meerderheid van 1088 stemmen gekozen. Bij doze verkiezing was de leus: vrijhan del tegen protectie. Voordat de zitting van het Lager huis begon, hield gisteren de defensie-com missie heden een langdurige vergadering in het gebouw van l et ministerie van buiten- landscho zaL.n onder voorzitterschap van. minister Balfour. Ook lord Roberts, generaal Lyttelton, prins Louis van Battenberg, minis- ter Austen Chamberlain en de attorney-gene ral Finlay waren aanwezig. De tegenwoordigheid van dezen laatste, dio gewoonlijk de vergaderingen van de defensie- commissie niet bijwoont, doet veronderstellen dat de commissie do met Rusland aanhan gige zaak be.próken zou hebben, waarbij de attorney-general advies zou gegeven hebben over de vragen van volkenrechtelijken aard, <ue zich daarbij voordoen. Vereenigde Staten. Namens de republikeinsche conventie gaf gisteren eene deputatie te Oyster bay presi dent Roosevelt officieel kennis van zijn ver kiezing als caudidaat voor het presidentschap. In zijn antwoord zeide president Roose velt, dat hij van ganscher harte goedkeurde de verklaringen van de conventie over de to volgen politiek, inzonderheid betreffende den gouden standaard en de veranderingen in de tarieven. Verder, zeide hij nog, dat de betrekkingen van de Unie met alle vreemde volkeren thans van den meest v redelieven den aard zijn. Er is geen wolk aan den horizon. De oorlog in Oost-Azië. Over den oorlog zijn de volgende berichten Petersburg, 27 Juli. (Bericht van het tele- graaf-ageutschap). Bij dagorder van stadhou der Alexejew is grootvorst Boris Wladimiro- witsch tot hoofdofficier yan speciale diensten bij genei-aal Koeropatkin benoemd. Daar door worden do door Fransche bladen ver spreide geruchten over den grootvorst voor goed weerlegd. De Petersburgsche correspondent van de Echo de Pans verzekert, dat de Czaar oen telegram van Koeropatkin uit Hai-tsjong ont vangen heeft, waarin gemeld wordt dat na een tweedaagsch gevecht last gegeven is tot ontruiming van Ta-sji-tsiao. De troepen van Okoe en Nodzoe bezetten de stad. Te St. Petersburg is bericht ontvangen, dat het 2e legercorps nu in zijn geheel op het oorlogsterrein te Moekdeu en Liao-jang is aangekomen; de eerste troepen van het 7e corps zijn er ook. Generaal Koeropatkin is te Liao-jang, om de nieuw aangekomen troepen f iu oogen- schouw te nemen De Birsjefja Wjedomosti verneemt dat de bevolking van Nikolajetsk, aan den mond van de Amoer, naar Chabarofsk vlucht, uit vrees voor een ontscl eping van de Japanners. Tokio, 27 Juli. De verliezen der Japanners in het gevecht bij Tashitsjao bedragen 800 man. Petersburg, 27 Juli. Een" telegram van generaal Koeropatkin bevestigt de bezetting van Dasjitsjao op 25 Juli door de Japanners. Eene divisie Japanners begaf zich op weg naar Haitsjen. Petersburg, 28 Juli. Het Telegraaf-agent- schap bericht van 26 Juli uit MoekdenBij de gevechten op 24 en 25 dezer voerde do commandant van het 4e Siberische legercorps, luitenant-generaal Saroebajew, het bevel over do troepen van ons zuiderfront. Daar in den loop van het gevecht bleek dat de Japanners van den Dalin- en Poesjalinpas in de richting van Sjiunoetsjeng en Haitsjeng oprukten, zag Saroebajew zich gefopt, in overeenstemming met den hem gegeven last1, onzen troepen be vel te geven tot den terugtocht naar het noorden. Do Japanners toonden niet van zins to zijn ons te vervolgen. D© terugtocht van de troepen had in volledige orde plaats. Tokio, 27 Juli. Generaal Okoe begon van Tasjitsjao op te rukken Zaterdag 23 Juli. Do Russen bezetten een heuvelrij ten zuiden van Tasjitsjao, die zich oostelijk en westelijk van den spoorweg uitstrekte. De stelling was versterkt. Het sterkste punt, waar de grootste macht bijeen was, was Taipingling, een berg zuidoostelijk van Tasjitsjao. Vijf Russische batterijen, op hoogen grond geposteerd, openden het vuur en beschoten de oprukkende Japanners krachtig met gra- naten gedurende den morgen van Zondag. De Russen ontwikkelden hunne sterkte gaandeweg in den loop van den dag. Gene raal Okoe schatte hunne macht op vijf di- visiën en honderd kanonnen. Het Russische vuur voorkwam een alge meen oprukken. Okoe besloot de duisternis af te wachten en dan gedurende den nacht den aanval te ondernemen. Twee Russische divisiën waren geposteerd op den weg naar Saitsjeng. Okoe nam voor zorgsmaatregelen, door hen te betrekken in een artillerie-duel, dat met donker ophield. Plotseling om tien uur des avonds, werd de geheele Japansche rechtervleugel met den stormwind tegen de Russen geworpen. De eerste stelling ten oosten en ten westen van Taipingling werd gemakkelijk vermeesterd. De tweede stelling werd te middernacht aangevallen. Met het aanbreken van den dag bezetten de Japanners de hoogten ten oosten van Sjansjitoen en waren de Russen op den terugtocht naar Dasjitsjao. Nioetsjwang, 27 Juli. (Daily Mail). Do Japanners hebben in den slag biji Dasjitsjao een aantal kanonnen veroverd. Koeroki's Hoofdkwartier via Foesan, 26 Juli. Berichten van de Russische troepen te velde melden overeenstemmend dat er vele gevallen van koorts en dysenterie voorko men. Het bericht omtrent het nemen van eenige Russische kanonnen op 19 Juli is onjuist ge bleken. Londen, 27 Juli. In het Lagerhuis ver klaarde de premier Balfcmr dat- hij hoopte morgen een nadere mededeeling te kunnen doen betreffende de quaestie van de Malac ca en de andere stoomschepen, welke in de Roode zee genomen zijn. Ten aanzien van het in den grond boren van de „Knight Commander" verklaarde Balfour, dat de inlichtingen, welke hij ver kregen had, zeer weinig twijfel overlieten, dat deze betreurenswaardige gebeurtenis wer kelijk had plaats gehad. Er is geen quaestie van het verlies van nionschenlevens,zeide hij, „doch ik vrees dat er quaestie is van het schenden der internationale wetten. Algiers, 27 Juli. (Bericht van Lloyd's). De Malacca is hier aangekomen met eene prijs- bcmanniug aan boord. Suez, 27 Juli. (Bericht van Lloyd's.) De stoomboot Holsatie is hier aangekomen met- eene prijsbemanning van een schip van de Russische vrijwillige vloot, maar spoedig weer vrijgelaten. De Formosa is eveneens vrijgela ten. Perim, 27 Juli. (Bericht van Lloyd's.) De Engelsche stoomboot City of Agra, die hier passeerde, seinde, dat zij door een Russisch oorlogsschip is aangehouden op 23 gr. Noor derbreedte en 37 gr. Oosterlengte. Tsjifoe, 27 Juli. Russische vluchtelingen, dio bier zijn aangekomen, deelden mee, dat de Russische torpedojager Luitenant Boeroe- koff en twee andere Russische torpedojagers den 25en door de Japanners zijn getorpe deerd. Zij gingen totaal verloren. Tokio, 27 Juli. Het Wladiwostok-eskader was heden bij het aanbreken van den dag op zestig mijlen afstand van. de Tokio-baai. Het stoomde zuidwaarts. Port Said, 27 Juli. De prijsbomanningen van de Scandia en de Ardova zijn heden namiddag aan boord van de Cesarewitsch naar Odessa, vertrokken. Londen, 28 Juli Do bemanning van do stoomboot „Fostonhall," die to Port-Arthur was tijdens het eerste Japansche bombarde ment, heeft een klacht ingediend bij het Britsche ministerie van buitenlaudsche za ken, omdat de Russen beslag gelegd hadden op al hare goederen. Het departement ver langde eene bezworen verklaring, waarin alle verliezen nauwkeurig omschreven zijn. Washington, 26 Juli. Het departement van buitenlandsche zaken heeft een officieel pro test ontvangen van een advocaat als verte genwoordiger van de „Portland Milling Com pany" betreffende het beslag leggen op Arno rikaansche lading aan boord van de „Arabia" van de Hamburg-Amerikalijn. Het staatsdèpartement is, na zich vooraf op de hoogte te hebben gesteld van de an tecedenten, voornemens snel en krachtig te handelen. De advocaat zegt, dat het meel aan boord van de „Arabia" geen oorlogscontrabande i», omdat het een gewone handels-order is, geen oorlogsorder. Het was niet bestemd voor Ja pan. Er is nog geen protest ingediend betreffen de de Knight Commander". Het staatsde- partement zal ongetwijfeld in de meening deelen, dat het in den grond boren van neu trale schepen volstrekt ong rechtvaardigd is. De Matin heeft uit Petersburg vernomen dat men elkaar de verantwoordelijkheid toe- kaatst voor de jongste voorvallen in do Roo de zee. De minister van buitenlandsche zar ken moet zeer gebeten zijn op zijn ambtge noot voor marine, die verzegelde orders aan de kruisers der vrijwillige vloot meegaf, zon der Lamsdorff op de hoogte te brengen. Toen in de eerste periode van den oorlog de berichten kwamen van de rampen, die de Russische zeemacht troffen, placht men zich in Rusland daarover te troosten met te zeg gen Wacht maar totdat de oorlog te land aan den gang is! Daar moeten de beslissen de slagen vallen Wij zijn nu eenige maanden verder. Sedert het eerste wapenfeit, waardoor, het Japan sche leger zich den overgang van de Yaloc af dwong. zijn de Japansche en Russische legere oij herhaling met elkaar slaags geweest. Het *s waar, beslissende slagen zijn er nog niet ge vallen, maar tot dusver is in alle ontmoetin gen, die in de streek tusscheu de Yaloe en de Liao hebben plaats gehad, het voordeel ROMAN 30 vax MORITZ VON REICHENBACH, DOOR HERMAN LIND. „Wat doet Fred met een raspaard? Hij heeft, dunkt me, paarden genoeg op stal!" „Ja, ziet ge, dat hoort er nu eenmaal zoo bij. Alle voorname hoeren hebben raspaar den, of ze praten, er toch van, cn dan is 't voor Fred niet aangenaam, als hij daar niet van kan meepraten." „Hij kan over verstandiger dingen spre ken." „Neen, Dkaller, „volbloed," begrijpt ge, dat hoort, er nu eenmaal bij, ik heb het duidelijk genoeg bemerkt. Nu wij een voor naam schoonzoon rijk zijn, dient hij ook al les to hebben, wat daarbij behoort, bij het „voornaam-zijn" bedoel ik." „Onzin, vrouw! Vooraaam-zijn is een zaak op zioh zelf, en volbloed paarden er op na houden is ook een zaak op zioh zelf." „Draller, de broer van den minister, met wien jij over hem zoo gaarne zoudt willen spreken, die heeft ook volbloed paarden en die komt vandaag ook hier en die is met Fred bijzonder bevriend! Nu, als die dan 't avond of morgen tegen zijn broer zegt: „Die oommercieraad Draller, de schoonvader van mijin vriendi Wellcamp, dat is een heel achtenswaardig man, een degelijk en royaal mensch f" dan klinkt dat toch veel beter, dan wanneer lnj zou zeggen „Die oude Dral ler is een echte duitendief, die om zoo'n stom dier van een paard een leven als een oordeel maakt, en tooh gemakkelijk genoeg een stal vol raspaarden zou kunnen bekos tigen." Do commercieraad fronste zijn wenkbrau wen, haalde zijn schouders op, maar ant woordde niets. Eerst na een poos te hebben gezwegen, vroeg hij: „Kent Fred dèn minis ter ook?" „Natuurlijk," verzekerde mevrouw, „dat is juist zoo aardig bij 3ie voorname lui, ze kennen mekaar allemaal en bij gevolg ook do aangetrouwde familie. Met onzen naam, Draller, kunnen wij geen opgang maken, we willen dat ook niet eens, maar op welke raa- nict er over ons gesproken wordt, dat mag ons niet- onverschillig zijn, vind ik Op dit oogenblik kwam Fred en dè oude graaf binnen. In plaats van paarden was er thans over de familie des ministers sprake en dè oude graaf verklaarde, dat het hem volstrekt geeu moeite zou kosten, den com mercieraad met den minister zelf een onder houd te verschaffen, een vooruitzicht, dat den heer Draller werkelijk in een aange name stemming bracht. HOOFDSTUK XIX. In do groote zaal van het slot Kronau stond op een soort van altaar de doopvont, waarbij de plechtigheid met een toespraak van den geestelijke daareven had plaats ge had. Wanda en Fred ontvingen do geluk - wenschcn van bloedverwanten en vrienden, die bij het doopen van den stamhouder wa ren tegenwoordig* geweest cn een gouden lente-zonnesclïiju viel door de hoogc vensters op de sierlijke bouquetten van lichtblauwe vergeet-mij-nietjes, waarmede de feestdisch was getooid, maar schitterde tevens op de julvveelen, die Hertha von Wellcamp aan. hals en armen droeg. „Graaf Bertram ziet er haast ai te een voudig uit naast zijn schoone vrouw," vond de overste von Hockwite, dio ook doopge tuige was geweest en nu eenigszins verlicht adem haalde, omdat hij het deftig© gelegen heidsgezicht niet meer behoefde te vertoonen. De aardige vrouw van den ritmeester, tot wie hij zijne opmerking had gericht, was het glimlachend met hem eens. „Maar, voeg de zij er bij, „Hertha Egdoff is als getrouw de vrouw ook veel mooier geworden, vind ik!" „Ja, dat vind ik ook, cn daarbij) heeft zij een' paar oogen, die u letterlijk dwingen, haar te zeggen, d)at zij zoo mooi is!" „Pas op, overste, graaf Bertram verstaat geen scherts." „Och, zoo'n oude man als ik één enkel voordeel mag men bij het toen cane ni van do jaren toch wel hebben Overigens zegt men, dat graaf Bertram lxaast beleedigeudl wei nig jaloersoh is." Hij 'trad op Hertha toe en har© oogen glinsterden om strijd' met hare j u weeion In een fauteuil bij een vensternis was Wanda gezeten. Zij droeg eon in brocde plooien afhangend, gewaad van witte, wol len stof met gouddraad geborduurd, on haar blond hoofd was over de kleine dbopeling heengebogen. „Zie eens, hij heeft de oogen van uw va der," zeide zij tot Fred, die naast do leu ning van haar stoel stond. Fred lachte ver strooid. „Ik moet de tafelorde veranderen, Wanda, daar de grarin Halda zich heeft laten excu- scerou," fluisterde hij. Zij knikte en gaf met een zuchtje het kind aan de baker af. „Waren wij vandaag maar alleen," dacht zij onwillekeurig, maar in 't zelfde oogenblik begreep zij ook, dat een doopfeest in eigen kring toch niet passend) zou zijn voor der erfgenaam en stamhouder van de graven ver Wellccamp. De oude gravin kwam naar haar toe. „In deze zelfde zaal werd ook Fred gedoopt en nu is 't zijn zoon, op wiens eersten feestdag wij hier vereenigd zijn," zeide zij; „het is nin als een droom!" En langs de rimpels, door zorg en ve al riet op het zacht gelaat geteokend, gleed een ge- lukkty lachje en de oude oogeu glinsterden als wilden zij op dezen stond al de vergoten tranen verloochenen. „God zegeue u, mi ju kind!" Zij kuste Wan da op het voorhoofd. De gasten kwamen na derbij en bij den steeds luider wordenden conversatietoon vervloog het overschot van plechtige stemming ook voor Wanda. HOOFDSTUK XX. Bertram en Hertha waren op Kronau ge bleven, toen de ander© gasten vertrokken. Terwijl de heeren de nieuw aa-ngelegde stoe terij bezichtigden, zaten Wanda en Hertha imeT 'eenige geïllustreerde journalen op de veranda. Hertha had juist een artikel over de Afri- kaansoho koloniën gelezen en legde het tijd- I schrift zuchtend ter zijde. „Hebt gij daar ook nog iets over Oost-Afri- ka?" vroeg zijen Wanda zag op. „Neen;" zij bezon zich even, en vroeg toen zacht: „Ook eenig bericht van dien kant?" Heit ha schuddo het hoofd. „Neen, ik heb hoegenaamd niets gehoord. Alleen heb ik uit de courant gezien, dat Oel- ten naai' Oost-Afrika is gegaan, waar hij door bemiddeling van Soden, die hij van vroeger kende, een aanstelling heeft gekregen. Hij wist, toen ik hier zijn blief ontving nog in 't geheel niet, dat ik met Bertram zou trouwen en dat heb ik hem dus dadelijk moeten schrij ven. Sedert dien tijd. heeft hij- niets meer van zich laten hooren." „Dat is toch. eigenlijk ook het beste, nu ge Bertram's vrouw zijt." „Dat vind ik niet. Ik begrijp waarlijk niet, hoe iemand zoo kleinzielig kan oordeelen. In de groote wereld heeft men ruimer begrippen. Men kan natuurlijk maar mot één man trou wen, maar men kan toch andei© mannen een voudig gaarne mogen lij-Jen en zich voor hen irctcreiïeeren. Waarom zou. een gehrouwdew vrouw niet evengoed een vriend mogen hebben als een vriendinEn waarom zou Hans Oelten niet mijn vriend mogen blijven, mij schrij ven, hoe het hem gaat, mij bij gelegenheid eens een huid sturen van een door hemzelf geschoten leeuw als een blijk, dat hij mij niet vergeten heeft, cn daarentegen van mij boekwerken en andere dingen mogen ont vangen, die zeker in Afrika moeilijk te krij gen zijn en die hem een aangename verstrooi ing konden bezorgen? Lieve hemel, ik heb tijd in overvloedl, ik kon hem zulke prettige brieven schrijven, en zou dat uu zulk een on gehoord ding zijn?" Wordt vei volgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1