ar. 28.
3de Jaargnng.
Donderdag 28 Juli 1904.
BUlfËNLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Par 3 maanden roor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post1.75.
Ilsónderlijke nnmmers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, mot aitzondering ran
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., geliove men vóór 10 our
*s morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers) VALKHOFF ft Co.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTlfiN
Vtii 1—8 »g«lif ank
Elke rekel meer011B<
Oroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordoelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eène
ciroolaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
'De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 41 der gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad. dezer gemeente zal vergaderen op Maan
dag, den 1. Augustus aanslaande, des namiddags
te l£ ure.
Amersfoort, den 27. Juli 1904.
De (Burgemeester voornoemd,
WTJUTEER8.
Politiek Overzicht
De jacht naar contrabande.
Nog steeds komen berichten van aanhou
dingen van haudelsstoomers in de Roode zc-e
Dfe beide kruisers van do Russische vrijwil
lige vloot hebben blijkbaar de taak ernstig
opgevat, die hun door hunne regeering was
opgedragen. Die taak mogen zij nu niet ver
der uitoefenen. Intusschen is 't er ver van
daan, dat er reeds overeenstmmiug verkregen
is over de rechten, die deze schepen nu verder
zullen kunnen uitoefenen. Niet dan gedwon
gen heeft Rusland er in toe gestemd, dat de
door de Smolensk en de Petersburg gemaak
te prijzen hun weder werden afgenomenhet
is dus wel te begrijpen, dat het zoo weinig
mogelijk zich wil laten afdingen. Zoo wordt
uit Petersburg bericht, dat Rusland niet ge
zind is het recht prij^ te geven om schepen
van de vrijwillige vloot in oorlogsschepen te
veranderen. Ook schijnt het niet te willen
liooren van een verbod voor de genoemde
schepen, om onder de handelsvlag de zee-
engten te passeeren. De overleggingen over
die zaalc zijn in vollen gang, maar voorals
nog is het einde daarvan nog niet te voor
zien; men kan dat zien uit de weigering
van minister Balfour om zich in het lager
huis uit te latenhij was daar zoo gesloten
als een bus.
Eene tweede, zoo niet verbeterde dan toch
zeker vermeerderde editie van deze inciden
ten wordt geleverd door de handelingen van
het Russische Wladiwostok-eskader, dat nu
weer op een nieuwen kruistocht uit is tot
schrik van de handelsvaartuigen, die de Ja-
pansche wateren bevaren. Er zijn Japansche
koopvaarders in den grond geboord, maar
ook schepen onder onzijdige vlag hebben de
gevolgen van den oorlogstoestand ondervon
den. Een Engelseh stoomschip, de Knight
Commander, heeft men latep- zinkeneen
Duitsch vaartuig, de Arabia, is naar Wladi
wostok opgebracht.
Hier ligt het geval eenigszins anders dan
met de in de Roode zee aangehouden sche
pen. Daar was de rechtmatigheid van de
aanhouding betwistbaar, niet alleen wegens
den aard van de bestemming van de lading,
maar .ook ten gevolge van den bijzonderen
toestand van de kruisers, die de aanhouding
hadden verricht. Hier zijn heb werkelijke
oorlogsschepen, die zijn opgetreden, en kan
dus van aangematigde rechten geen sprake
zijn. Maar het is verklaarbaar, dat de uit
oefening van het oorlogsrecht, en vooral de
wijze, waarop dit is geschied in het geval
van de Knight Commander, in handelskrin
gen groote ontsteltenis heeft verwekt. Aan
de Köln. Ztg. wordt hierover uit Londen ge
schreven.
„De Knight Commander bracht eene Ame-
rikaansche lading bruggenmaterieel naar
Korea, zoodat men te doen heeft met een
dergelijk geval als bij. de Duitsche stoom
boot Arabia, die met eene Amerikaansche
lading meel naar Wladiwostok opgebracht
werd. Bovendien heeft men hier ook nog eene
ernstige reden van bezwaar wegens het on-
verschoonende optreden tegen het Britsche
schip Allentou, dat voor de oorlogverklaring
met eene lading voor Japan onderweg was,
daarop naar de Britsche haven Singapore
ging en nu in "Wladiwostok, ondanks alle
protesten, voor goede prijs verklaard wordt
„Men is hier in handels- en veelal ook in
politieke kringen slecht te spreken over de
regeering, omdat zij zich deze zaak niet met
meer warmte heeft aangetrokken. Ook in de
dagbladpers, inzonderheid in de Morning
Post, moet zij daarover harde woorden hoo-
ren. In den laatsten tijd wordt nu echter
ook de regeering van de Vereenigde Staten
mee in de zaken betrokken, omdat in ver
schillende gevallen Amerikanen de bezitters
van de ladingen van opgebrachte schepen
zijn. De beheerders van deze eigendommen
hebben dan ook reeds in Washington tegen
het iu den grond boren van de Knight Com
mander protest ingediend onder opmerking,
dat het schip geen oorlogscoutrabande heeft
gevoerd. Volgens een bericht uit Washington
van de Morning Post heeft onlangs het
staats-seoretariaat op eene aanvrage van de
Pacific stoomvaartmaatschappij, verklaard,
dat de regeering goederen, die niet voor liet
gebruik van de oorlogvoerende regeeringen
bestemd zijn, niet als oorlogscontrabaaide
erkent. Ook laat zij artikelen, die voor mili
taire doeleinden kunnen worden gebezigd,
slechts dan als contrabande gelden, wanneoi
duidelijk bewezen is, dat zij bestemd zijn om
t© worden gebruikt door eene oorlogvoeren
de partij. Dat is en blijft onwrikbaar de poli
tiek van de regeering."
Wanneer eene dergelijke opvatting in
Washington heersoht, dan zal men er wol
spoedig van hooren, dat de regeering der
Unie zich de belangen van de benadeelden
aantrekt. Ook de Engelsche regeering zal de
zaak wel niet laten rusten, nu minister Bal
four gisteren in het lagerhuis te kennen gaf,
dat hij vreesde, dat er in het geval van de
Kuiglit Commander kwestie is van het schen
den der internationale wetten.
Frankrijk.
Het wordt bevestigd, dat het Vaticaan ge
zind is in zijn strijd met de Fransche regee
ring in zóóverre in te binden, dat zal wor
den erkend, dat het optreden van den nun
tius in de zaak van de bisschoppen van La-
val en Dijon incorrect geweest is. Verder zou
het Vaticaan 't er heen willen sturen, dat
deze beide bisschoppen, in overleg met d©
Fransche regeering, naar andere diocesen
werden overgeplaatst. Do Petit Parisien en
de Echo de Paris berichten, dat het ant
woord van het Vaticaan in dezen zin reeds
verzonden is. De Humanité teekent daarbij
kort aan„De regeering zal de rechten van
den leekenstraat niet prijs geven voor eene
beleefdheidsformule, maar men ziet hierin
duidelijk waar onze diplomatie op aanstuurt."
Hoe de regeering denkt, is op dit oogen
blik moeielijk te zeggen. De minister-presi
dent is thans afwezig en komt eerst in 't
laatst van deze week te Parijs terug. Tot zoo
lang zal natuurlijk eene beslissing over
eventueele voo stellen van het Vaticaan op
zich moeten laten wachten.
Engeland.
Bij de aanvullingsverkiezing voor Oswestry
werd de liberaal Bright gekozen met- 4542
stemmen. De conservatieve tegencandidaat
Bridge man kreeg 4157 stemmen.
Het vorige lid was conservatief en mot
eene meerderheid van 1088 stemmen gekozen.
Bij doze verkiezing was de leus: vrijhan
del tegen protectie.
Voordat de zitting van het Lager
huis begon, hield gisteren de defensie-com
missie heden een langdurige vergadering in
het gebouw van l et ministerie van buiten-
landscho zaL.n onder voorzitterschap van.
minister Balfour. Ook lord Roberts, generaal
Lyttelton, prins Louis van Battenberg, minis-
ter Austen Chamberlain en de attorney-gene
ral Finlay waren aanwezig.
De tegenwoordigheid van dezen laatste, dio
gewoonlijk de vergaderingen van de defensie-
commissie niet bijwoont, doet veronderstellen
dat de commissie do met Rusland aanhan
gige zaak be.próken zou hebben, waarbij de
attorney-general advies zou gegeven hebben
over de vragen van volkenrechtelijken aard,
<ue zich daarbij voordoen.
Vereenigde Staten.
Namens de republikeinsche conventie gaf
gisteren eene deputatie te Oyster bay presi
dent Roosevelt officieel kennis van zijn ver
kiezing als caudidaat voor het presidentschap.
In zijn antwoord zeide president Roose
velt, dat hij van ganscher harte goedkeurde
de verklaringen van de conventie over de to
volgen politiek, inzonderheid betreffende den
gouden standaard en de veranderingen in de
tarieven.
Verder, zeide hij nog, dat de betrekkingen
van de Unie met alle vreemde volkeren
thans van den meest v redelieven den aard
zijn. Er is geen wolk aan den horizon.
De oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Petersburg, 27 Juli. (Bericht van het tele-
graaf-ageutschap). Bij dagorder van stadhou
der Alexejew is grootvorst Boris Wladimiro-
witsch tot hoofdofficier yan speciale diensten
bij genei-aal Koeropatkin benoemd. Daar
door worden do door Fransche bladen ver
spreide geruchten over den grootvorst voor
goed weerlegd.
De Petersburgsche correspondent van de
Echo de Pans verzekert, dat de Czaar oen
telegram van Koeropatkin uit Hai-tsjong ont
vangen heeft, waarin gemeld wordt dat na
een tweedaagsch gevecht last gegeven is tot
ontruiming van Ta-sji-tsiao. De troepen van
Okoe en Nodzoe bezetten de stad.
Te St. Petersburg is bericht ontvangen,
dat het 2e legercorps nu in zijn geheel op
het oorlogsterrein te Moekdeu en Liao-jang
is aangekomen; de eerste troepen van het
7e corps zijn er ook.
Generaal Koeropatkin is te Liao-jang, om
de nieuw aangekomen troepen f iu oogen-
schouw te nemen
De Birsjefja Wjedomosti verneemt dat de
bevolking van Nikolajetsk, aan den mond
van de Amoer, naar Chabarofsk vlucht, uit
vrees voor een ontscl eping van de Japanners.
Tokio, 27 Juli. De verliezen der Japanners
in het gevecht bij Tashitsjao bedragen 800
man.
Petersburg, 27 Juli. Een" telegram van
generaal Koeropatkin bevestigt de bezetting
van Dasjitsjao op 25 Juli door de Japanners.
Eene divisie Japanners begaf zich op weg
naar Haitsjen.
Petersburg, 28 Juli. Het Telegraaf-agent-
schap bericht van 26 Juli uit MoekdenBij
de gevechten op 24 en 25 dezer voerde do
commandant van het 4e Siberische legercorps,
luitenant-generaal Saroebajew, het bevel over
do troepen van ons zuiderfront. Daar in den
loop van het gevecht bleek dat de Japanners
van den Dalin- en Poesjalinpas in de richting
van Sjiunoetsjeng en Haitsjeng oprukten, zag
Saroebajew zich gefopt, in overeenstemming
met den hem gegeven last1, onzen troepen be
vel te geven tot den terugtocht naar het
noorden. Do Japanners toonden niet van zins
to zijn ons te vervolgen. D© terugtocht van
de troepen had in volledige orde plaats.
Tokio, 27 Juli. Generaal Okoe begon van
Tasjitsjao op te rukken Zaterdag 23 Juli.
Do Russen bezetten een heuvelrij ten zuiden
van Tasjitsjao, die zich oostelijk en westelijk
van den spoorweg uitstrekte. De stelling
was versterkt. Het sterkste punt, waar de
grootste macht bijeen was, was Taipingling,
een berg zuidoostelijk van Tasjitsjao.
Vijf Russische batterijen, op hoogen grond
geposteerd, openden het vuur en beschoten
de oprukkende Japanners krachtig met gra-
naten gedurende den morgen van Zondag.
De Russen ontwikkelden hunne sterkte
gaandeweg in den loop van den dag. Gene
raal Okoe schatte hunne macht op vijf di-
visiën en honderd kanonnen.
Het Russische vuur voorkwam een alge
meen oprukken. Okoe besloot de duisternis
af te wachten en dan gedurende den nacht
den aanval te ondernemen.
Twee Russische divisiën waren geposteerd
op den weg naar Saitsjeng. Okoe nam voor
zorgsmaatregelen, door hen te betrekken in
een artillerie-duel, dat met donker ophield.
Plotseling om tien uur des avonds, werd
de geheele Japansche rechtervleugel met den
stormwind tegen de Russen geworpen. De
eerste stelling ten oosten en ten westen van
Taipingling werd gemakkelijk vermeesterd.
De tweede stelling werd te middernacht
aangevallen. Met het aanbreken van den
dag bezetten de Japanners de hoogten ten
oosten van Sjansjitoen en waren de Russen
op den terugtocht naar Dasjitsjao.
Nioetsjwang, 27 Juli. (Daily Mail). Do
Japanners hebben in den slag biji Dasjitsjao
een aantal kanonnen veroverd.
Koeroki's Hoofdkwartier via Foesan, 26
Juli. Berichten van de Russische troepen te
velde melden overeenstemmend dat er vele
gevallen van koorts en dysenterie voorko
men.
Het bericht omtrent het nemen van eenige
Russische kanonnen op 19 Juli is onjuist ge
bleken.
Londen, 27 Juli. In het Lagerhuis ver
klaarde de premier Balfcmr dat- hij hoopte
morgen een nadere mededeeling te kunnen
doen betreffende de quaestie van de Malac
ca en de andere stoomschepen, welke in de
Roode zee genomen zijn.
Ten aanzien van het in den grond boren
van de „Knight Commander" verklaarde
Balfour, dat de inlichtingen, welke hij ver
kregen had, zeer weinig twijfel overlieten,
dat deze betreurenswaardige gebeurtenis wer
kelijk had plaats gehad. Er is geen quaestie
van het verlies van nionschenlevens,zeide
hij, „doch ik vrees dat er quaestie is van
het schenden der internationale wetten.
Algiers, 27 Juli. (Bericht van Lloyd's). De
Malacca is hier aangekomen met eene prijs-
bcmanniug aan boord.
Suez, 27 Juli. (Bericht van Lloyd's.) De
stoomboot Holsatie is hier aangekomen met-
eene prijsbemanning van een schip van de
Russische vrijwillige vloot, maar spoedig weer
vrijgelaten. De Formosa is eveneens vrijgela
ten.
Perim, 27 Juli. (Bericht van Lloyd's.) De
Engelsche stoomboot City of Agra, die hier
passeerde, seinde, dat zij door een Russisch
oorlogsschip is aangehouden op 23 gr. Noor
derbreedte en 37 gr. Oosterlengte.
Tsjifoe, 27 Juli. Russische vluchtelingen,
dio bier zijn aangekomen, deelden mee, dat
de Russische torpedojager Luitenant Boeroe-
koff en twee andere Russische torpedojagers
den 25en door de Japanners zijn getorpe
deerd. Zij gingen totaal verloren.
Tokio, 27 Juli. Het Wladiwostok-eskader
was heden bij het aanbreken van den dag
op zestig mijlen afstand van. de Tokio-baai.
Het stoomde zuidwaarts.
Port Said, 27 Juli. De prijsbomanningen
van de Scandia en de Ardova zijn heden
namiddag aan boord van de Cesarewitsch
naar Odessa, vertrokken.
Londen, 28 Juli Do bemanning van do
stoomboot „Fostonhall," die to Port-Arthur
was tijdens het eerste Japansche bombarde
ment, heeft een klacht ingediend bij het
Britsche ministerie van buitenlaudsche za
ken, omdat de Russen beslag gelegd hadden
op al hare goederen. Het departement ver
langde eene bezworen verklaring, waarin
alle verliezen nauwkeurig omschreven zijn.
Washington, 26 Juli. Het departement van
buitenlandsche zaken heeft een officieel pro
test ontvangen van een advocaat als verte
genwoordiger van de „Portland Milling Com
pany" betreffende het beslag leggen op Arno
rikaansche lading aan boord van de „Arabia"
van de Hamburg-Amerikalijn.
Het staatsdèpartement is, na zich vooraf
op de hoogte te hebben gesteld van de an
tecedenten, voornemens snel en krachtig te
handelen.
De advocaat zegt, dat het meel aan boord
van de „Arabia" geen oorlogscontrabande i»,
omdat het een gewone handels-order is, geen
oorlogsorder. Het was niet bestemd voor Ja
pan.
Er is nog geen protest ingediend betreffen
de de Knight Commander". Het staatsde-
partement zal ongetwijfeld in de meening
deelen, dat het in den grond boren van neu
trale schepen volstrekt ong rechtvaardigd is.
De Matin heeft uit Petersburg vernomen
dat men elkaar de verantwoordelijkheid toe-
kaatst voor de jongste voorvallen in do Roo
de zee. De minister van buitenlandsche zar
ken moet zeer gebeten zijn op zijn ambtge
noot voor marine, die verzegelde orders aan
de kruisers der vrijwillige vloot meegaf, zon
der Lamsdorff op de hoogte te brengen.
Toen in de eerste periode van den oorlog
de berichten kwamen van de rampen, die de
Russische zeemacht troffen, placht men zich
in Rusland daarover te troosten met te zeg
gen Wacht maar totdat de oorlog te land
aan den gang is! Daar moeten de beslissen
de slagen vallen
Wij zijn nu eenige maanden verder. Sedert
het eerste wapenfeit, waardoor, het Japan
sche leger zich den overgang van de Yaloc af
dwong. zijn de Japansche en Russische legere
oij herhaling met elkaar slaags geweest. Het
*s waar, beslissende slagen zijn er nog niet ge
vallen, maar tot dusver is in alle ontmoetin
gen, die in de streek tusscheu de Yaloe en
de Liao hebben plaats gehad, het voordeel
ROMAN
30 vax
MORITZ VON REICHENBACH,
DOOR
HERMAN LIND.
„Wat doet Fred met een raspaard? Hij
heeft, dunkt me, paarden genoeg op stal!"
„Ja, ziet ge, dat hoort er nu eenmaal zoo
bij. Alle voorname hoeren hebben raspaar
den, of ze praten, er toch van, cn dan is 't
voor Fred niet aangenaam, als hij daar niet
van kan meepraten."
„Hij kan over verstandiger dingen spre
ken."
„Neen, Dkaller, „volbloed," begrijpt ge,
dat hoort, er nu eenmaal bij, ik heb het
duidelijk genoeg bemerkt. Nu wij een voor
naam schoonzoon rijk zijn, dient hij ook al
les to hebben, wat daarbij behoort, bij het
„voornaam-zijn" bedoel ik."
„Onzin, vrouw! Vooraaam-zijn is een zaak
op zioh zelf, en volbloed paarden er op na
houden is ook een zaak op zioh zelf."
„Draller, de broer van den minister, met
wien jij over hem zoo gaarne zoudt willen
spreken, die heeft ook volbloed paarden en
die komt vandaag ook hier en die is met
Fred bijzonder bevriend! Nu, als die dan
't avond of morgen tegen zijn broer zegt:
„Die oommercieraad Draller, de schoonvader
van mijin vriendi Wellcamp, dat is een heel
achtenswaardig man, een degelijk en royaal
mensch f" dan klinkt dat toch veel beter,
dan wanneer lnj zou zeggen „Die oude Dral
ler is een echte duitendief, die om zoo'n
stom dier van een paard een leven als een
oordeel maakt, en tooh gemakkelijk genoeg
een stal vol raspaarden zou kunnen bekos
tigen."
Do commercieraad fronste zijn wenkbrau
wen, haalde zijn schouders op, maar ant
woordde niets. Eerst na een poos te hebben
gezwegen, vroeg hij: „Kent Fred dèn minis
ter ook?"
„Natuurlijk," verzekerde mevrouw, „dat
is juist zoo aardig bij 3ie voorname lui, ze
kennen mekaar allemaal en bij gevolg ook
do aangetrouwde familie. Met onzen naam,
Draller, kunnen wij geen opgang maken, we
willen dat ook niet eens, maar op welke raa-
nict er over ons gesproken wordt, dat mag
ons niet- onverschillig zijn, vind ik
Op dit oogenblik kwam Fred en dè oude
graaf binnen. In plaats van paarden was er
thans over de familie des ministers sprake
en dè oude graaf verklaarde, dat het hem
volstrekt geeu moeite zou kosten, den com
mercieraad met den minister zelf een onder
houd te verschaffen, een vooruitzicht, dat
den heer Draller werkelijk in een aange
name stemming bracht.
HOOFDSTUK XIX.
In do groote zaal van het slot Kronau
stond op een soort van altaar de doopvont,
waarbij de plechtigheid met een toespraak
van den geestelijke daareven had plaats ge
had. Wanda en Fred ontvingen do geluk -
wenschcn van bloedverwanten en vrienden,
die bij het doopen van den stamhouder wa
ren tegenwoordig* geweest cn een gouden
lente-zonnesclïiju viel door de hoogc vensters
op de sierlijke bouquetten van lichtblauwe
vergeet-mij-nietjes, waarmede de feestdisch
was getooid, maar schitterde tevens op de
julvveelen, die Hertha von Wellcamp aan.
hals en armen droeg.
„Graaf Bertram ziet er haast ai te een
voudig uit naast zijn schoone vrouw," vond
de overste von Hockwite, dio ook doopge
tuige was geweest en nu eenigszins verlicht
adem haalde, omdat hij het deftig© gelegen
heidsgezicht niet meer behoefde te vertoonen.
De aardige vrouw van den ritmeester, tot
wie hij zijne opmerking had gericht, was
het glimlachend met hem eens. „Maar, voeg
de zij er bij, „Hertha Egdoff is als getrouw
de vrouw ook veel mooier geworden, vind
ik!"
„Ja, dat vind ik ook, cn daarbij) heeft zij
een' paar oogen, die u letterlijk dwingen,
haar te zeggen, d)at zij zoo mooi is!"
„Pas op, overste, graaf Bertram verstaat
geen scherts."
„Och, zoo'n oude man als ik één enkel
voordeel mag men bij het toen cane ni van do
jaren toch wel hebben Overigens zegt men,
dat graaf Bertram lxaast beleedigeudl wei
nig jaloersoh is." Hij 'trad op Hertha toe
en har© oogen glinsterden om strijd' met
hare j u weeion
In een fauteuil bij een vensternis was
Wanda gezeten. Zij droeg eon in brocde
plooien afhangend, gewaad van witte, wol
len stof met gouddraad geborduurd, on haar
blond hoofd was over de kleine dbopeling
heengebogen.
„Zie eens, hij heeft de oogen van uw va
der," zeide zij tot Fred, die naast do leu
ning van haar stoel stond. Fred lachte ver
strooid.
„Ik moet de tafelorde veranderen, Wanda,
daar de grarin Halda zich heeft laten excu-
scerou," fluisterde hij.
Zij knikte en gaf met een zuchtje het kind
aan de baker af.
„Waren wij vandaag maar alleen," dacht
zij onwillekeurig, maar in 't zelfde oogenblik
begreep zij ook, dat een doopfeest in eigen
kring toch niet passend) zou zijn voor der
erfgenaam en stamhouder van de graven ver
Wellccamp.
De oude gravin kwam naar haar toe. „In
deze zelfde zaal werd ook Fred gedoopt en
nu is 't zijn zoon, op wiens eersten feestdag
wij hier vereenigd zijn," zeide zij; „het is
nin als een droom!"
En langs de rimpels, door zorg en ve al riet
op het zacht gelaat geteokend, gleed een ge-
lukkty lachje en de oude oogeu glinsterden
als wilden zij op dezen stond al de vergoten
tranen verloochenen.
„God zegeue u, mi ju kind!" Zij kuste Wan
da op het voorhoofd. De gasten kwamen na
derbij en bij den steeds luider wordenden
conversatietoon vervloog het overschot van
plechtige stemming ook voor Wanda.
HOOFDSTUK XX.
Bertram en Hertha waren op Kronau ge
bleven, toen de ander© gasten vertrokken.
Terwijl de heeren de nieuw aa-ngelegde stoe
terij bezichtigden, zaten Wanda en Hertha
imeT 'eenige geïllustreerde journalen op de
veranda.
Hertha had juist een artikel over de Afri-
kaansoho koloniën gelezen en legde het tijd-
I schrift zuchtend ter zijde.
„Hebt gij daar ook nog iets over Oost-Afri-
ka?" vroeg zijen Wanda zag op.
„Neen;" zij bezon zich even, en vroeg toen
zacht: „Ook eenig bericht van dien kant?"
Heit ha schuddo het hoofd.
„Neen, ik heb hoegenaamd niets gehoord.
Alleen heb ik uit de courant gezien, dat Oel-
ten naai' Oost-Afrika is gegaan, waar hij door
bemiddeling van Soden, die hij van vroeger
kende, een aanstelling heeft gekregen. Hij
wist, toen ik hier zijn blief ontving nog in 't
geheel niet, dat ik met Bertram zou trouwen
en dat heb ik hem dus dadelijk moeten schrij
ven. Sedert dien tijd. heeft hij- niets meer
van zich laten hooren."
„Dat is toch. eigenlijk ook het beste, nu ge
Bertram's vrouw zijt."
„Dat vind ik niet. Ik begrijp waarlijk niet,
hoe iemand zoo kleinzielig kan oordeelen. In
de groote wereld heeft men ruimer begrippen.
Men kan natuurlijk maar mot één man trou
wen, maar men kan toch andei© mannen een
voudig gaarne mogen lij-Jen en zich voor hen
irctcreiïeeren. Waarom zou. een gehrouwdew
vrouw niet evengoed een vriend mogen hebben
als een vriendinEn waarom zou Hans Oelten
niet mijn vriend mogen blijven, mij schrij
ven, hoe het hem gaat, mij bij gelegenheid
eens een huid sturen van een door hemzelf
geschoten leeuw als een blijk, dat hij mij
niet vergeten heeft, cn daarentegen van mij
boekwerken en andere dingen mogen ont
vangen, die zeker in Afrika moeilijk te krij
gen zijn en die hem een aangename verstrooi
ing konden bezorgen? Lieve hemel, ik heb
tijd in overvloedl, ik kon hem zulke prettige
brieven schrijven, en zou dat uu zulk een on
gehoord ding zijn?"
Wordt vei volgd.