die tot de oprichting er van den stoot gaven,
dat ik namens onze comités tot Uwe Excel
lentie het eerbiedig verzoek richt, aan dat
fonds uwen naam te willen verbinden, en
het nationale blijk van hulde, u en hot In
dische leger daarin aangeboden, te willen
aanvaarden.
Ik kan tot mijne groote vreugde hieraan
de hoogst verblijdende mededeeling toevoe
gen, dat Zijne Koninklijke Hoogheia de Prins
der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg,
mi} gemachtigd heeft, heden alhier namens
Hoogstdeuzelvc te verklaren, dat Zijne Ko
ninklijke Hoogheid ter zijner tijd, wanneer
het fonds zal zijn tot stand gekomen, bereid
zal worden gevbnden, om alsdan een verzoek,
0 mhet beschermherrschap over het fonds te
aanvaarden, in gunstige overweging te ne
men. Ook voor deze voorloopige bereidver
klaring spreek ik, namens onze beide comité's,
onze diepgevoelde erkentelijkheid uit.
Wat de bestemming van het fonds aangaat,
wij stellen ons voor, dat het meer en beter
dan zulks tot nu toe mogelijk was, zal kun
nen bevorderen, dat de kinderen van mili
tairen beneden den rang van officier die in
Indië gevallen zijn in den dienst van Koning
in en Vaderland worden opgevoed en opge
leid tot nuttige leden der maatschappij. Wij
maken voor dit doel geenerlei voorbehoud;
stellen daarvoor geenerlei beperking."
Gouverneur-generaal Van Heutsz antwoord
de het volgende:
Dames en heeren, jongelingen van het
7e bataljon, generaal Snijders en mijnheer
Solkesz" (de heer Solkesz is een oud-onderof
ficier van het instructie-bataljon, die het
denkbeeld het eerst heeft geopperd om den
naam van generaal Van Heutsz bij het in
structie-bataljon te vereeuwigen op de wijze
als thans is geschied. Red. U. D.)
,.Ik behoef u niet te zeggen, hoe diep ge
troffen dat ik ben voor de waardeering, die
ik hier mocht ondervinden, en die zich ge
uit heeft in zulke schoone bewoordingen van
den generaal Snijders en den heer Solkesz,
namens de beide comité's, die het denkbeeld
opvatten con een fonds van zulk een blijken
den aard te stichten voor een doel, dat mij
zoo na aan het hart ligtde verzorging van
de weduwen en kinderen van de mindere
manschappen. Er was geen schooner hulde
blijk mogelijk. Wij, hoogere militairen, heb
ben het geluk, gehuldigd en geëerd te wor
den, maar do eenvoudige soldaat staat steeds
met den dood voor oogen, trouw aan zijn
vaandel blijvende tot in den dood.
Het was voor mij; een groote vreugde te
vernemen, dat het 7e bataljon in b'oei voor
uitgaat. Dit bataljon vormt het kiader niet
alléén van het HoLlandscho leger, maar ook
van het legeT in Indië. Dit kader heeft tot
taak in moeielijke oogenblikken zijn plicht
te doen, en dat het dit doet, heeft bet ook
voor een groot gedeelte te danken aan de
vorming hier door de officieren genoten.
Als dat in het oog gehouden wordt, jonge
lingen, ca het is met overtuiging dat ik dit
zeg, dian mag ik hier de hoop van het leger
voor oogen zien. Men leeft in Indië mede
met het Nederlandsche leger, en toen ten
vongen jaro zich moeielijke omstandigheden
voordeden, twijfelden wij; niet of het leger
zou zijn plicht doen, en we werden niet be
schaamd.
Wat ook de geest des tijds moge worden
en hoe ook de loop der dingen moge zijn, als
deze e"genschappen maar blijven onder het
leger, dan is het zeker, dat het land zal mo
gen vertrouwen dat gewaakt zal worden voor
(koningin en vaderland.
U in het bijzonder, generaal Snijders, en
lat ik dit zeggen mag doet mij groot genoe-
;en, dank ik voor een groot gedeelte ook mijn
vorming, toen ik het voorrecht bad onder u
)ij, het 6e regiment al® korporaal en daarna
ils onderofficier te mogen dienen. U waart
oen instructeur en u was gezien, omdat u
>ovenal ook toen reeds zoo verstond vat u
nij nu met zooveel lof hebt toegezwaaid do
•omving van het karakter. Die gaven van
ioofd en hart, van karakter en phvsiek door
zooeven genoemd, heb ik in hoofdzaak aan
1 te danken.
Generaal Snijders! het huldeblijk mij zoo
iven aangeboden en verkregen door krachtige
lulp van handel en particulieren, voorgegaan
loor H. M. de Koningin en deai Prins der
Nederlanden, zal ik gaarne aanvaarden, en
k stel er hoogen oriis op, dab mijn naam
an dit fonds zal worden verbonden, doch ik
loet een kleine restrictie maken.
Thans weet ieder, hoe dat fonds is ontstaan,
laar het is noodig, dat ook voor de toekomst
it duidelijk blijft. Thans bestaat er reeds een
lein Van Heutsz-fonds, en wel te Venlo,
aar de komimandant der marine Van Heutsz
jn nalatenschap heeft vermaakt aan die stad.
Èt fonds is geheel iets anders. Het is noo-
ig, dat voor do toekomst helder en duidelijk
lijft bewaard, hoe het is ontstaan en wat
et is. Het moet dus worden gestipuleerd,
lab niet ik dit fonds heb gesticht, maar dat
jet gevormd is door een com missie met bij
lragen uit het gansche land. Dit moeten ook
je soldaten weten, die trouw tot iu den dood
lun plicht doen. Zij moeten niet denken, dat
leneraal Van Heutsz voor hun weduwen en
(inderen heeft gezorgd, maar dat zij dit te
tanken hebben aan edele hulp uit het gansckn
i U, mijnheer Solkesz! ben ik ook dank
ühuldig voor deze hulde niet alleen aan mij,
laar aan het gansche Indische leger. Want
it Jeger heeft het gedaan, de officdei-en en
>1 cl aten hebben geen oogenblik versaagd.
Xiarom aanvaard ik gaarne deze schilderij,
ooals gij ziet, sta ik op deze schilderij met
lijn staf op ecu plaats, waar slechts toeval-
effers ons kunnen raken, maar mijne offi-
eren en soldaten zijn het-, die onversaagd hier
un plicht doen en met een hoera voor Ko-
ingin en vaderland den dood tegemoet sucl-
n.
Jongelingen van het 7e bataljon, aanvaardt
eze schilderij ->vereenkomst;" het verzoek,
eheel naar mijn hart bied ik bet u aan.
oge het een plvrts innemen zoo in het oog
rllend, dat alle jongelingen kunnen zien,
oe hunne voorgangers deden, dat ook gij.
s de nood aan den man komt, uw plicht
oogt doen onder het Oranjevaandel.'
Er volgde op deze rede een luid applaus.
Hierna volgde een rijtoer door Kampen,
1 vervolgens werd de lunch gebruikt in het
otel „het Collcgie.'' In een fraai versierde
tal van dit hotel stond de keurig gedekte
ifel in H-vorm, waaraan een 40 personen
Inzaten.
Hier werd gesproken door generaal Snij
ders, door jhr. Quarles van Ufford, voorzitter
van het ee re-comité, den heer Kok, voorzit
ter van don bond van Oud-onderofficieren,
den heer Van Bloinmestein, burgemeester van
Kampen en de heeren Koolemaus Beijmen en
Merens. Op al deze toespraken dankte gene
raal Van Heutsz in hartelijke woorden.
Om 2.15 vertrok de gouverneur-generaal
per trein, onder luid gejubel van hot publiek.
Aan d© loden der vorstelijke familie zijn
telegrammen verzonden. Dat aan H. M. de
Koningin luidde als volgt:
Het ecre-oomité en het uitvoerend comité
voor een nationale hulde aan Generaal Van
Heutsz brachten Uwer Maejsteit, bij de plech
tige aanbieding van dat huldeblijk, welke
heden in de kazerne van ïïet Instructie-batal
jon plaats had, hunnen diepgevoelde» dank
voor Hoogstderzolver belangstelling en vor
stelijke gift ten behoeve van het Van Heutsz-
fonds. Thans met generaal Van Heutsz ver-
eenigd aan eon collation, drinken allen met
geestdrift Uwer Majesteits gezondheid.
Luitenant-generaal
SNIJDERS,
Eere-voorzitter.
Hot geschonken kapitaal
van Carnegie. Men schrijft aan de Re
sidentiebode
„In de bladen circuleerde dezer dagen een
stukje van den Haagschen correspondent der
Zutph. Ct1., als zou het kapitaal, door den
heer Carnegie geschonken, renteloos bij de
Nederlandsche Bank liggen. Onder dagteeke-
ning van 21 November 1902 is echter reeds
door den minister van buitenlandsche zaken
bij 4 van de memorie van antwoord betref
fende zijn begrooting medegedeeld, dat wel
het geld door tusschenkomst van de Neder
landsche Bank is overgemaakt', maar dat het
daarna door dé regeering in de consignatie
kas is gestort. Het ligt daar dus wel rente-
gevend."
De V redestempel. Ook het be
stuur van de vereeniging „Die Haghe heeft
den gemeenteraad de bezwaren van die ver
eeniging kenbaar gemaakt tegen de aanwij
zing van den Koekamp als plaats voor het
Vredespaleis, tengevolge waarvan, naar
adress. zegt, dit gedeelte van het Bosch voor
immer dreigt- geschonden te worden.
Bij de Vrijdag te Maastricht gehouden
verkiezing vian een lid van de Provinciale
Staten werd gekozen de lieer Ernest Régout
met 1630 stemmen. Op den heer J. Kleinen
waren 1113 s'emmen uitgebracht.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat het
onlangs uitgevaardigde verbod tot het dra
gen van uniform in het buitenland niet van
toepassing is op de officieren, behoorende
tot Hr. Ms. militaire huis of voor de offi
cieren, aan wie door de Koningin een par
ticuliere zending wordt opgedragen.
Biii beschikking van 27 Augustus 1904,
no. 3814, a-fdeeling Arbeid, heeft de minster
van binnenlandsche zaken zijne beschikking
van 11 Augustus 1904, no. 581, Kabinet, in
getrokken, voor zoover daarbij, met ingang
van 16 September 1904, zijn benoemd bot
tweede-klerk bi> de Rijksverzekeringsbank te
AmsterdamG. Visser, te Deersum, thans
wonende te 's Gravenhage, en J. H. Chr.
Oudraad. boekhouder te Roermond, thans
wonende te 's Gra-venhage.
De Ingenieur meldt-, dat de civiel-in-
genieur A. Groothoff benoemd is tot tijde
lijk opzichter bij den bouw van een steenen
hoofd aan den Westerdokdijk te Amsterdam
en do civiel-ingenieur H. van der Veen dezer
dagen naar China vertrekt om als ingenieur
werkzaam te zijn bij een Fransche maatschap
pij voor aanleg en exploitatie van spoorwe
gen.
Verplaatst van Zwolle naar Ommen
de adjunct-ingenieur van den rijks-water
staat F. L. Schlingemann.
In den ouderdom van 60 jaar i9 te
Deventer overleden de heer G. J. Leonard
Ankersmit, industrieel, lid der Provinciale
Staten van Overijssel, oud-wethouder van
Deventer, voorzitter der Kamer van Koop
handel.
Vereeniging van Leeraren M. O.
In de „Harmonie" te Groningen is
Donderdagavond de 39ste algemeene verga
dering van de Vereeniging van Leeraren aan
Inrichtingen van Middelbaar Onderwijs be
gonnen.
De voorzitter, de heer A. Borgman, van
Enschedé, sprak een kort openingswoord.
Aanwezig waren ook de .heeren dr. Cam-
pert, inspecteur van het M. O. te 's Gra
venhage, en dr. Van Geer, rector van het
gymnasium te Groningen, die beiden door
den voorzitter werden welkom geheeten.
Di-. J. Bergsma, van Groningen, heette,
namens de regelings-commissie, de vergade
ring welkom m Groningen.
De secretaris, dr. N. Quint, van 's Gra
venhage, deed hierna mededeeling van de
ingekomen stukken en bracht daarna het
jaarverslag uit.
Hieruit bleek, dat het ledental op 1 Sept.
a. s. 846 zal bedragen, hetgeen eene ver
meerdering aanwijst van 12 leden.
Het verslag werd onder dankbetuiging
vastgesteld.
De verslagen van het departement zullen
op de gewone wijze bekend gemaakt worden.
De rekening van den penningmeester, den
heer dr. B. Dijksterhuis, van Tilburg, wees
aan in ontvangsten f 2797.08&, in uitgaven
f 2774.47A. Er is dus een batig saldo van
f 22.61.
Het verslag der pensioen-commissie werd
uitgebracht door den heer Meder, van
Utrecht, en wijst er op dat d© commissie
het hoofdbestuur heeft gediend van advies
in zaken betreffende wijzigingen in bet aan
hangige pensioen-vraagstuk.
Het verslag werd onder dank vastgesteld,
hetgeen ook het geval was met dat- der pers-
commissie, uitgebracht door mej. A. C. v. d.
Bergh. Bij acclamatie werd aangenomen het
voorstel om een subsidie van f 50 aan het
Schoolmuseum te verleenen.
Hierna kwam aan de orde het voorstel
van het hoofdbestuur om de Kon. goedkeu
ring te vragen op de nieuwe statuten.
De heer dr. E. Kruisinga van Winterswijk,
leidde daarop het volgende punt in:
„Is het billijk en in- heb belang van bet
onderwijs, dat de leeraren aan H. B. 9. met
3-jarigen curus lager bezoldigd worden dan
die aan scholen met 5-iarigen cursus bijl go-
lijiko bevoegdheid."
Aan het debat werd deelgenomen door dc
heeren dr. J. C. Costcrus Heijman, die geen
volkomen gelijikstolling vrenschelijik achtte en
De Boer, die aan de zijde van den inleider
stond.
De heeren Costcrus en Kruisinga zullen
hunne meeningen nader in het Weekblad
uiteenzetten en dan zal het Hoofdbestuur
handelen zooals liet vermeent te moeten' doen.
Vooraf was namelijk besloten om een referen
dum over de kwestie uit te lokken.
In de gisteren morgen te half tien. her
opende vergadering leidde do lieer C. Heij
man, van Haarlem, het volgende punt in
„Moet er iets, en zoo ja, wat moet er door de
Vereeniging gedaan worden ten aanzien van
de Berlitz scholen?"
De inleider ontwikkelde o. a. de stellingen
1. De Berlitz-scholen stellen zich opzette
lijk en- stelselmatig buiten de wet.
2. Aangezien de Berlitz-soliolen geenerlei
waarborgen bieden, <'at het onderwijs gegeven
wordt door wettelijk bevoegden, ligt het op
den weg der Vereeniging een beslissing uit
te lokken of hare practijken, die misschien
ook leeraren bij het M. O. zouden kunnen
sohadën, geoorloofd zijn of niet.
Do vergadering was het er over eens dat
er iets tegen de Berlitz-scholen gedaan be
hoorde te worden, doch besloot de wijze,
waarop dit geschieden zou, aan de prudentie
van liet- hoofdbestuur over te laten.
Daarna haddcax sectievergaderin
gen plaat- over de vraag, welke eiscben op
het eindexamen der n. B. S. 5-jarigen curus
gesteld mogen worden.
In Sectie A (Mechanica en Kosmographie)
trad als inleider on dr. J. W. Lem Van
Leiden, en voor Physical, inleider dr. Z. P.
Bouwman, van Amsterdam.
In Sectie B voor natuurlijke historie was
inleider dr. J. C. Costerus. van Amsterdam.
In Sectie C voor geschiedenis, inleider de
heer Heiman Snijders, van Middelburg, en
voor aardrijkskunde, inleider de beer J. Bran-
bergen, van Leeuwarden.
In Sectie D voor talen, was inleider de
heer C. Grondhoud, van Amsterdam.
Hierna leidde de beer A. de Weerd, van
Leeuwarden, de volgende vraag in „Het is
wensclielijk, dat er door de Vereeniging een
blijvende commissie worde gevormd, die raac
kan geven bij de keuze van werken der Ned.
letterkunde voor de oprichting en aanvulling
van bibliotheken, verbonden aan Openbare
Hoogere Burgerscholen."
De Voorzitter stelde voor het koofdbestuur
in overweging te geven deze quaestie aan
hangig te maken in de departementen, opdat
deze zaak, goed voorbereid, aanstaande jaar
in de algemeen© vergadering kan worden be
handeld.
De penningmeester, dr. B. Dijksterhuis,
wees op den slechten geldelijken toestand
der vereeniging. L«? departementen moeten
daarom meteen "itzien lioe de financiën kun
nen worden versterkt, anders blijft de zaak
tot de vrome wenscken belmoren.
De groote meerderheid der vergadering
vond do vorming van zoo'» commissie wen-
schelijk.
Het door den voorzitter gedane voorstel
werd daarna aangenomen.
Hierna werd pauze gehouden.
In de middag-vergadering werd door den
voorzitter o. m. welkom geheeten jhr. mr.
E. Tjarda van Starken borgh Stachouwer, bur
gemeester van Groningen, de gemeente waar,
zooals spreker zei, het onderwijs vanaf de
hoogescliool tot de leeraarsckool bloeit.
Daarna werden aan de orde gesteld de con
clusies, welke in de secties aangenomen zijn.
Over de inrichting der eerste middelbare
school sprak de heer Grondhoud. Spreker
lichtte de volgende stellingen van het- hoofd
bestuur toe, zeide het te betreuren dat han
denarbeid niet wenschelijk werd geacht en
hoopte vooral dat de leerlingen, die mogen
gaan van de eerste naar de tweede, niet de
dupe mogen worden van deze concessie
De stellingen luiden
1. De eerste middelbare school heeft een
algemeene, ontwikkelende strekking.
2. Het onderwijs dient zóó ingericht te
worden, dat de aanleg van den leerling in
de eene of andere richting duidelijk aan den
dag treedt.
3. Er moet onderwijs gegeven warden in
vakken, zoowel van mathematischen als van
litterarisohen aard.
4. Er behoort gestreefd te worden naar
het leggen van verband tusschen gelijksoor
tige vakken, ook door het onderwijs daarin
zooveel mogelijk te brengen in óén haind.
5. Met inachtneming van de noodige en
wenschelijike beperking moet het onderwijs
zóó zijn ingericht, dat zuiver wetenschappe
lijk onderwijs op de tweede middelbare school
daarbij kan aansluiten.
6. De werkzaamheid der leerlingen buiten
de schooluren moet beperkt worden tot het
allernoodzakelijkste.
7. Het onderwijs dient bij het- stellen van
eiscben aan de leerlingen rekening te houden
met dat gedeelte der opvoeding, dat buiten
de school ligt.
8. Er worde voldoende aandacht geschon
ken ook aan andere dan intellectueel© ont
wikkeling.
In stelling 5 werd het woordje „zuiver"
vervangen door „meer."
De stellingen van het hoofdbestuur en het
ontworpen programma der vakken werden na
eenige discussie in principe goedgekeurd.
Mej. F. J. Eldering behandelde vervolgens
de vraag: Hoe staat het met- den bloei der
middelbare meisjesscholen? Zij ontwikkelde
de volgende stellingen
1. Het aantal leerlingen op de H. B. S.
v. M. neemt, vergeleken met dat- op de H. B.
g. v. J. en met 't aantal meisjes, dat mid
delbaar onderwijs geniet, te weinig toe.
2. Zoolang de programma's van dc H. B.
S. v. J. en van de Gymnasia niet gewijzigd
zijn, voorzien de middelbare meisjesscholen
in een bepaalde behoefte.
3. Reorganisatie van de scholen, waarbij
naast algemeene ontwikkeling aansluiting
aan de praktijk wordt erkregen, is wensclie
lijk en mogelijk.
4. Splitsing in de hoogere klassen met
facultatiefstelling van alle vakken is daar
voor noodig.
5. Hei verdient overweging bij die reorga
nisatie het schoolgeld in dc eerste klassen te
verlaten, desnoods met verhooging in de hoo
gere klassen.
6. De Staai onthoudt ten. onrechte aan
de middelbare meisjesscholen alle subsidie.
De Voorzitter bedankte dc spreekster voor
haar voordracht en verder allen, die tot het
welslagen van de algemeene vergadering had
den meegewerkt.
De heer Reehorst bracht daarna eenige
warme woorden van hulde aan de scheidende
bestuursleden dr. Quint (secretaris) en Grond
houd, waarbij de voorzitter zich namens liet
bestuur aansloot en de aanwezigen hun luide
instemming betuigden.
De 39ste algemeene vergadering werd daar
na gcSiöten.
Men schrijft
„Naar men weet, is op de onlangs gehou
den algemeene vergadering van het Neder
landsche Onderwijzers-genootschap een be
langrijk deel van de besprekingen gevrijd
aan de voorgesteld© wijzigingen in de wet
op het lager onderwijs; eene scherp gestelde
motie omtrent de wachtgelden is toen o. a.
aa.n den minister van binnenlandsche zaken
opgezonden.
Het hoofdbestuur van den Bond van Ne-
derlandeobe onderwijzers acht nu ook den
tijd gekomen, om de afdeelingen van dien
bond omtrent de verschillende wijzigingen te
hooren, ten einde bij' de samenstelling van
een adres aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal met de te houden stemming en de
te maken opmerkingen rekening te kunnen
houden. Wat het beginsel van de subsi-
dieoring der bijzondere school aangaat, is
door de meerderheid van het hoofdbestuur de
volgende motie voorgesteldDe Bond van
Nederlandsche Onderwijzers, overwegende,
dat de Staat, die eene school geheel of voor
een belangrijk deel bekostigt, den plicht
heeft en de bevoegdheid moet hebben alles
uit die school te weren, wat hij in strijd
acht met het algemeene staats- of maat
schappelijke belang, met dien verstande,
„dat de onderwijzer zich onthande van iets
te leeren, te doen of toe te laten, wat strij
dig is met den eerbied, verschuldigd aan de
godsdienstige begrippen van andersdenken
den". van oordeel, dat aan deze voorwaarden
alleen voldoet de openbare school, kennis ge
nomen hebbende van de voorstellen dezer re
geering tot belangrijke verhooging van de
subsidie aan de bijzondere school, die aan
den boven omschreven eisch niet voldoet en
niet voor allen toegankelijk is, ziet in die
subsidie-ver hooging eene niet gerechtvaar
digde bevoordeeling van een gedeelte der
burgerij in strijd met het algemeene maat
schappelijke belang, acht de voorstellen on
aannemelijk en besluit met kracht tegen dit
ontwerp en tegen iedere subsidie aan de bij
zondere school te ageeren.
De grootst mogelijke minderheid van het
hoofdbestuur van den Bond van Nederland
sche onderwijzers is tegen deze motie. Eén
deel van die minderheid wensclit wel de
gelijk de bijzondere school van overheids
wege te ondersteunenhoewel zij niet min
der besliste voorstanders van het openbare
neutrale onderwijs zijn als dé voorstemmers
van de motie, willen zij propaganda voor
die openbare school voeren, door het volk
meer en meer van het nut er van in het be
lang van het kind te kunnen overtuigen,
niet door de ouders te dwingen, hunne kin
dereu er been te zenden. Wie erkent, dat
eene regeerings-meerderbeidi het recht heeft,
de openbare neutrale school feitelijk ver
plicht te stellen door haar alleen uit de open
bare kassen te steunen, moet tevens erken
nen, dat eene andersgezinde regeeringsmeer-
derheid, zooals we nu hebben, het recht moet
hebben alleen de niet-neutrale, de kerkelijke
school te subsidieeren. Uit gedeelte van de
minderheid wil dan ook wel subsidie toe
staan, maar onder de noodige toestanden
voor goed onderwijs, voor gelijke toestanden
in het algemeen als bij die openbare scholen."
Standbeeld van Adriaan
van Bergen. Het programma der feeste
lijkheden bij de plechtige onthulling te Leur
van bet standbeeld van den turfsolrpper
Adriaan van Bergen, op Donderdag 8 Sep
tember. luidt als volgt:
's Namiddags If uur bijeenkomst van au
toriteiten en genoodigden in de Harmonie
zaal bij den heer J. C. van Beekhoven. Aan
bieding van clen eerewijn. Optocht naar het
feestterrein.
24 uur. Feestrede, uit te spreken door
den heer B. Meerkerk, directeur der H.
B. School te Sappemeer.
Bij het vallen van het doek zal door Bre
da's Mannenkoor, directeur de heer Jan In-
genhoven, onder begeleidin van koper, wor
den uitgevoerd„Hollands Glorie" van Ri
chard Hol.
Voortzetting der feestrede. Plaatsing der
oorkonde. Overdracht, van het. monument
aan het gemeentebestuur van Ette'n en Leur.
In de tusschenpoozen zullen door genoemd
Mannenkoor eenige nummers worden ten ge
hoor© ge'oracnt.
46 uur. Concert te geven door de Siaf-
muzick van het 6e. reg. infanterie.
6 uur. Volkswedstrijden, oplaten van bal
lons enz.
De harmonie» Apollo", „Vlijt, en Volhar
ding" en „Constantia" van Etten en Leur
zullen met hare muziek de verschillende
nummers opluisteren.
Oudheden. Bij een bezoek aan do
terp te Irnsum ontving de directie van het
Friesch Museum te Leeuwarden dezer dagen
van den terpeigenaar, den heer Zeldenrust,
eere fraai bewerkte bronzen naald of pen,
lang 15.5 cM„ eene middeleeuwscho ruiter-
spoor en eene schijfvormige broche of man
telspeld van brons.
De mantelspeld, dio omstreeks do negende
eeuw na Christus vervaardigd werd, ver
toont, hoewel vrij verweerd, nog de voorstel
ling van een vogel met uitgespreide vleugels
(duif?) omgeven door een parelrand, gelijk
gewoonlijk bij mantelspelden uit dien tijd
voorkomt.
Op de terp zelf werden nog opgeraapt de
sckorven van een lichtgeel, hard gebakken
potje, versierd met bruine verfstrepen.
Dergelijk aardewerk, waarvan het Friesob,
Museum eenigo mooie, gave exemplaren be
zit, behoort tot den tijd van Karei den
Groote en werd op verschillende plaatsen iu
Friesland, vooral in Stavoren, gevonden.
De aanwezigheid van dit aardewerk toont
weer eens aan hoezeer Friesland onder in
vloed van de Karolingers gestaan heeft. H^t
inbeemsche aardewerk verschilde nogal aan
merkelijk van het bovenbedoelde.
L. Ct.
Prijsvragen.
Het Algemeene Nederlandsche Ver
bond vraagt.
I. Ontwerp voor een reclame-plaat, too
nende de bedoeling van het A. NI V. en
dienstbaar aan de verbreiding zijner begin
selen.
Prijzen f 150 en f 50.
II. Ontwerp voor een geschrift van pl. m.
16 bladz., wa iron op bevattelijke wijize dooi
en werking van het A. N. V. wordt uiteen
gezet, geschikt om, in wijden kring verspreid,
algemeene bekendheid te geven aan het Ver-
boud.
Prijzen f 75 en f 25.
Algemeene bepalingen. De mededinging
naar bovengemelde prijsvragen staat open.
voor alle Nederlanders en afstammelingen
van Nederlanders, waar ook wonende.
De ontwerpen moeten vóór 1 Jan. 1905
vraohtvrii worden toegezonden aan het kan
toor van het Algemeene Secretariaat te Dor
drecht, Wijnstraat 81.
Bij alle ontw.rpen moet gevoegd zijn een
verzegelde naam brief en een adres voor brief
wisseling om zoo noodig met den ontwerper
in onderhandeling te treden.
Alle teekeningcn, bandschriften of stukken,
die bij de inzending behooren, moeten voor
zien zijn van een teeken of motto.
Prijisvraag. Door het Surin. On
derwijzers genootschap wordt uitgeloofd eene
gouden medaille of de waarde van f 100 voor
het1 beste Lees-leerboekje voor de hoogste
klassen der volksschool, handelende over:
de belangrijkste Surinaamscihe vruchten en
voedingsmiddelen uit he<t plantenrijk.
Internationale Honden-t e n-
toonstelling der Kynologen-
Vereeniging „Nederland" te
's Graven bag e. De zilveren medaille,
uitgeloofd door H. M. de Koningin-Moedor
voor de(n) beste(n) kampioen of kampioen-
schapsprijswinner van de tentoonstelling
werd verworven door mevr. Hoogeveenv.
Walcheren, te 's Gravenhage.
De monumentale zilveren-vergulde eere
beker, uitgeloofd door wijlen den beer
L R. H. Dobbelman, Rotterdam, voor den
besten hond (alle rassen) der tentoonstel-
ling, gefokt door en het eigendom van een
gewoon lid der K. V. N. werd behaald door
A. v. Hattem, te Rotterdam, die tevens een
fraai bewerkte cup verwierf, uitgeloofd door
den heer A. Gouka, voor den besten niet-
jacht hond, eigendom van een gewoon lid
van de K. V. „Nederland".
De minister van buitenlandsche zaken
brengt tea- kennis van belanghebbenden, dat,
blijkens bericht van Hr. Ms. minister-resi
dent te Bucarest, de uitvoer uit Rumenië van
elke soort van veevoeder tot nader orde ver
boden is.
De minister van buitenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat,
blijkens bericht van den Amerikaanschen ge
zant, de kanaal-zone van de landengte van
Panama door d© Amenloaansche regeering
voor den handel met bevriende Staten opgè-#
steld is met Ancon en Crystobai als toegangs-
h a vens.
Een stofvrije Beurs. Sedert
eenige weken wordt op de Effectenbeurs te
Amsterdam een woef genomen met Wcst-
rumité, schrijft het N. v. N. Door heb on
ophoudelijk heen cn weer geloop in het do.-<-
gaans propvolle lokaal, ontstond er tot dui
ver gaandeweg een stofwolk, die de adem
haling bemoeilijkte en de kleeren m<et een
grijze laag overdekte. Na tweemaal den vloer
met Westrumité bewerkt te hebben, is, nu
reeds gedurende veertien dagen, van stof geen
spoor meer te bekennen. Het middel is ech
ter vriji duur, zooals men weet. Het zal nu
afhangen van den duur van heb gunstig resul
taat, dat men verkregen heeft, of men het
geregeld kan blijven toepassen.
Boycot van de pers een dom
heid. In het Weekblad van den A. N. D.
B herinnert de lieer Polak aan het vol
gende
„Enkele weken geleden had te Amsterdam
een internationaal congres van metaalbewer
kers plaats, ter gelegenheid waarvan een
openbare vergadering werd gehouden, met
verschillende buitenlandsche afgevaardigden
als sprekers. Toen de voorzitter de bijeen
komst geopend had, las hij een brief voor
van het Typografenbestuur, waarin verzocht
werd den Telegraaf-verslaggever den toe
gang tot de vergadering te ontzeggen. De
voorzitter vroeg, of een reporter van dat
blad aanwezig was, en toen dat het geval
bleek te zijn, verzocht hij dezen heen te
gaan. Aan dat verzoek werd voldaan. Doch
toen stonden alle aanwezige verslaggevers op
(behalve die van „Het Volk") en verlieten
dc zaal met him uitgebannen collega/'
Alleen Het Volk gaf een verslag der ver
gadering. De heer Polak schrijft naar aan
leiding hiervan o. m.
„Voor haar propaganda, voor het bewer
ken der openbare meening, voor haar strijd
en actie, hebben de vak- en andere arbei-
dersvercenigingen de dagbladpers noodig.
Door het uitspreken van een boycot, zooals
do Typografenbond nu doet, over een of
meer organen der dagbladpers, met de vor
dering dat hij door alle andere arbeidersver-
ocnigingen op de boven omschreven wij zo zal
worden toegepast en doorgevoerd, werden die
organisaties van een belangrijk strijd- e»
propagandamiddel beroofd, daar, zooals to
voorzien was, ook door de journalisten soli
dariteit aan don dag gelegd wordt.
En nu wensch ik nadrukkelijk te betoo-
gen, dat geen vakvereeniging het recht heeft
op dergelijke wijze te beschikken over an
dere vakvereenigingen, zonder hun toestem
ming, zonder hun voorkennis zelfs. Dat oen
enkele organisatie aldus beschikt over de
propaganda en de actie van alle andere
dat gaat mij wat te ver."
De Typografenbond had, alvorens tot
het uitspreken van den boycot over te gaan,
do Amsterdamsche vakvereenigingen bijeen
moeten roepen en om hun medewerking moe-