M°. 68. Eerste Blad.
a"6 Jaargang.
Zaterdag 10 September 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
FASTE F0RLAND.
AMERSFOORTSCH DA6RLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idom franco, per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advwteeren in dit Blad bij abonnement Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnen, KOS
TELOOS toegezonden.
Politiek Overzicht-
De kans op vrede.
Onder den indruk van de jobstijdingen
van het oorlogstooneel in Oost-Azië, schijnt
de Petersburgsche pers tot een nieuw leven
gewekt te zijn. Zoo wordt althans aan de
Temps uit Peters burg bericht, die de pers
in de Russische hoofdstad prijst, omdat zij
begint te ontwaken uit de moreele verstij
ving, waarin zij zoolang bevangen was, en
het juk afwerpt van de censuur, die haar
de verplichting oplegt te zwijgen of te her
halen wat van hoogerhand werd gezegd. Mis
schien zal men in 't vervolg do uitwerking
daarvan zien in eene vrijmoedige kritiek van
het regeeringsbeleid. Voor 't oogenblik houdt
de groote vraag, wat er te doen valt na
de bij Liaojang geleden nederlaag, hoofdza
kelijk de pers bezig. Daarin nu toont zij zich
volkomen eenstemmig met de inzichten van
de regeering. Het antwoord van do regeering
kan men vinden in de bevelen, die zijn uit
gevaardigd tot het mobiliseeren van nieuwe
legerkorpsen. Geheel in overeenstemming
daarmco betoogt de Russisch© pers, dat er
van vrede ouder de bestaand© omstandighe
den volstrekt geen sprake kan zijn.
Met eene zinspeling op do bezwaren, die
worden ondervonden om d© plek te vinden,
waar het paleis voor het hof van arbitrage
te 'sGravenhage zal worden gebouwd, schrijft
de Nowoje Wremja„Het blijkt dus, dat
heb niet gemakkelijk is een slot des vredes
te bouwenhoe veel moeielijiker is het dus,
den vrede zelf te doen ontstaan. Voor het
oogenblik verwijdert deze mogelijkheid zich
steeds verder en verder in de onafzienbare
wijdte van de toekomst."
Een medewerker van de Nowoje Wremja
erkent, dat men hier tc doen heeft met een
verschrikkelijk feittegenover de standvas
tigheid en het plichtsbesef van den Russi-
schen soldaat heeft de tegenstander actievere
eigenschappen gesteld. Dit doet dezen Schr.
vragen„Waarmee zullen wij nu te velde
trekken? Want het is wel geboden van de
toekomst te spreken, omdat een half of ook
een geheel oorlogsjaar slechts het begin van
een langen, bardnekkigen, ongehoorden vol-
kerenslag be teekent, do wederopstanding van
het tijdperk van Tamerlan, den roofaanval
op de geestesgoederen, dien de Duitsche
Keizer in zijne bekende allegorische schilderij
zoo profetisch heeft voorspeld. Men moet
ontwaken en bewust handelen. Men mag
niet meer gelooven aan vestingmuren, ter-.
wij(l de tegenstander aan de overwinning ge
looft, en men moet de kracht van den geest
bestrijden met een geest, die sterker en ver
hevener is."
De Nowosti komt op tegen de geneigdheid
om aan den slag bij Liaojang een© beslissende
beteek ©nis voor don uitslag van dezen oorlog
toe te kennen. „Wel zou do slag bij Liaojang
een goweest zijn, die den oorlog besliste, wan
neer w ij de Japanners op bot hoofd gesla
gen hadden. Daar dat echter niet gebeurd
is, zal d© oorlog voortduren, ook al werden
er nog verscheidene zulke slagen geleverd.
Anders kan het niet zijn, want in dezen
oorlog wordt niet om een stuk land gestre
den waarop Rusland en Japan aanspraak
maken, maar om belangen van grooter ge
wicht. Do waardigheid, de eer en de politieke
invloed van Rusland in het verre Oosten
staan op het spel. Onder deze omstandighe
den blijft er niets anders over dan den oor
log zoo lang voort te zetten, totdat al deze
goederen op behoorlijke wijze gewaarborgd
zijn. Wel heeft Rusland den oorlog niet ge-
wenscht, maar aan den andoren kant is Rus
land, geen China en kan het dus slechts een
vrede sluiten, waarvan de voorwaarden het
voldoen, d. w. z. een eervollen en roemrij
ken vrede. Wanneer de Japansohe regeering
zich in dit opzicht nog aan eenige illusie
mocht overgeven, dan zal zij zich bijtijds op
eene teleurstelling moeten voorbereiden."
Dat de Japansche regeering zich aan die
illusie overgeeft, is niet zeer waarschijnlijk;
d'j Keizer van Japan heeft immers zelf in
zijne boodschap, waarin hij het leger geluk-
wensoht met de behaalde overwinning, ver
klaard, dat bet einde van den oorlog ligt in
een ver verschiet. De Japansche pers schijnt
het ook niet te doen. Zij schrijft met groote
kalmte over de behaalde overwinning. Een
leidend orgaan verklaart, dat de oorlog nul
tweede stadium komt. De natie moet
er nu op toezien, dat er noch in energie, noch
in vastberadenheid eene verslapping in
treedt. Zonder te zien op verlies aan men-
schenlevens en geld, moet do taak ten einde
gebracht worden.
Voor hen, die naar den vrede verlangen,
zijn die vooruitzichten dus zeer slecht. De
toestand op het oorlogstooneel is zoodanig,
dat er geen kans op is, dat de Japanners
ooit zullen komen naar Moskou of de Rus
sen naar Tokio, om den vrede te kunnen
■voorschrijven. Eenmaal zullen zij komen tot
het sluiten van den vrede; dat staat vast.
Maar wanneer en waar dat zal geschieden,
daarover doet men 't best zelfs geen gissin
gen te maken. Voor 't oogenblik hebben de
overwinningen van de Japanners slechts tot
gevolg, dat de laissen minder geneigd wer
den tot den vrede, en daar tevens daardoor
de kans vermindert op bet verdrijven van do
Japanners uit Mandsjoerije, zou men tot de
ongerijmde gevolgtrekking moeten komen,
dat de vrede steeds meer onbereikbaar wordt.
Maar te zijner tijd zal de logica hare rechten
wel opeischen.
Oostenrijk.
Minister-president von Koerber is te Wee-
non teruggekeerd van zijne politieke reis
naar Galici en Bukowina. Men spreekt thans
van het samenkomen van den rijksraad en
van de landdagen. De landdagen van Bohe-
men en van Galicië zullen binnen kort wor
den bijeengeroepen, naar men denkt tegen
20 September. Wat den rijksraad betreft,
men verzekert, dat die eerst in November
bijeengeroepen zal worden. Dan zal men zien
of de resultaten van de reis naar Galicië be
antwoorden zullen aan de verwachtingen van
den minister-president.
Turkije.
Het correspondentie-bureau te Weenen be
richt uit Konstantinopel, dat de Porto vau
verschillend© diplomatieke zijdeai ernstige
raadgevingen heeft ontvangen om het bedrijf
van do benden in Armenië snel en krachtig
te onderdrukken, maar daarbij er voor te
waken, dat de troepen van de Koerden
geeno buitensporigheden begaan. De toe
stand in de vilajets Bitlis, Van en Erzeroem
is in den laatsten tijd ongetwijfeld verergerd,
maar is toch niet zoo gevaarlijk als hij veelal
wordt voorgesteld.
De Porto heeft aan hare gezanten mede
gedeeld, dat zij de verwezenlijking van de
pogingen van prins George ten aanzien van
Kreta door de groote mogendheden als eene
flagrante schending van den status quo zou
moeten beschouwenvoor de gevolgen daar
van zou zij elke verantwoordelijkheid moe
ten af wijeen. Van de meeste kabinetten heeft
de Porte geruststellende verzekeringen ont-
vaugqu, volgens welke geen verandering in
den staatsrechtelijken toestand van Kreta
bedoeld wordt.
De nieuwe apostolische gedelegeerde te
Konstantinopel is mgr. Camillo. Vroeger
placht de Fransche regeering veel belang te
stellen in die benoeming, omdat de Fransche
gezant te Konstantinopel aanhoudend met
hem in aanraking behoorde te zijn voor de
vragen in verband staande met het protec
toraat over de christenen in het oosten. Dit
maal is de benoeming natuurlijk gedaan,
zonder dat de regeering der Fransche repu
bliek er van in kennis is gesteld.
Marokko.
De Amerikaan John Perdicaris, die gorui-
men tijd gevangen werd gehouden door den
roever-hoofdman Raisuli, doet in het blad
Outlook het merkwaardige voorstel dezen
roover dien hij beschrijft als een ener
gieke, flinke kerel, wien de ontwikkeling
van het land zeer ter harte gaat op te
dragen weer rust en orde te brengen iu Ma
rokko.
Thibet.
Uit Lliassa wordt 'bericht dat het verdrag
tusschen Engeland en Tibet den 7. ouid/crtee
kend is.
Midden-Amerika.
Na langdurige onderhandelingen tusschen
de Vereeuigde Stalen en Panama is de grens
vastgesteld van bet „pachtgebied" dat lit?
te voltooien kanaal bevat en waar de Ver
eeuigde Staten gezag zullen uitoefenen. Lc
grenzen volgen ter weerszijde de krommin
gen van het kanaal-tracé, maar de steden
Colon en Panama zijn er van uitgezonderd.
Niet ver van de stad Panama wordt echter
een nieuwe gemeente gevormd, waar het
hoofdkwartier ten behoeve der kanaalwer-
ken gevestigd zal wordende nieüwe stad
zal Ancon heeten, en is vermoedelijk ook
bestemd, de stad Panama te overvleugelen.
De eilanden in de golf van Panama zullen
door do Unie gebruikt worden als maritieme
stations.
Voor de nieuwe republiek opent deze re
geling geen bijzonder gunstig vooruitzicht.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berich
ten:
Petersburg, 9 Sept. Het Telegraaf-agent-
schap verklaart, dat het in het buitenland
verspreide bericht omtrent een verwonding
van generaal Koeropatkin van eiken grond!
ontbloot is.
Moekden, 8 Sept. (Van den correspondent
van de Daily Mail bij het Russisdhe hoofd
kwartier). De door den terugtocht veroor
zaakte verwarring hoeft opgehouden. Het
overschot van de troepen en van den trein
komt in goede orde aan. Tot dusver heeft
de Russische terugtocht weinig bemoeielij-
k^ng ondervonden
Tokio, 9 Sept. (Daily Mail). Een© divisie
van liet Japansche rechter-leger, onder Koe-
roki, rukt op Moekden aan.
Londen, 10 Sept. De correspondent van
de Times, die laatstelijk was bij het Japan
sche linkerleger, seint uit Peking van den
9en: De oorlogsbuit, die in handen van de
Japanners gevallen is, was geheel onbedui
dend, in aanmerking nemende de beteeke-
nis van Liaojang als Russische bezitting. Na
tuurlijk was een zekere hoeveelheid door het
vuur ter plaats© vernield, maar de Japan
ners waren niet in staat zich meester te ma
ken van locomotieven, waaraan zij thans de
dringendste behoefte bebben en die voor hen
van veel meer waarde zouden zijn dan zelfs
batterijen artillerie. De taktiek en de stra
tegie van de Japanners beantwoordde niet
aan mijne verwachtingen. Mijne oprechte
meening is, dat er in de leiding van elk der
legers niets was, wat strategisch uitmuntte.
Maar indien er een strategisch succes be
haald is door een der partijen, dan kan Koe
ropatkin er aanspraak op maken, dat hij
het hoofddoel van de Japansche operatiëu
heeft verijdeld.
De oorrespondent van de Daily Mail seint
in een telegram, dat hij, den 5en uit Sdn-
minting zond, eenige bijzonderheden over de
gevechten, welke plaats hadden tot den 31en
Augustus.''
Den 22en Augustus berichtte de Russische
cavalerie in het hoofdkwartier, dat de Ja
panners van het Oosten oprukten. Generaal
Koeropatkin verliet met zijn staf dadelijk de
stad en trok met 50.000 man en 70 stukken
geschut het bergachtige land in, de Tongho
langs.
Groote Japansche troepen-machten met
vele kanonnen marcheerden op de wegen die
leidden naar de buitengewoon sterke Rus
sisch© stellingen.
Twee dagen lang bereidden de Russen zich
op den aanval voor. In den morgen van den
25en begon de slag met een verschrikkelijk
artillerie-duel, dat den geheelen dag aan
hield en eerst eindigde tegen het vallen van
den avond.
De Japansche schoten hadden belangrijke
schade toegebracht aan de Russische verde
digingswerken. Niettegenstaande de groote
verliezen konden de Russen hun stellingen,
behouden. Versterkingstroepen rukten aan.
Beschermd door de duisternis, slopen de
Japanners tot dicht bij, de Russische stellin
gen en overvielen de Russen, toen de maan
opging, met een verwoeden aanval. Een uur
lang waren duizend man in een woest ge
veent van man tegen man gewikkeld. Met
sabel en bajonet werd gevochctn. Wapenge
kletter en bet geschreeuw der soldaten waren
in de verte te hooren.
Tijdens dit gevecht, dat Konsjantoen in
het bezit der Japanners bracht, werd het op
dringen van den vijand op den rechtervleu
gel door het zware vuur uit An ping en An-
sjan ling verhinderd.
Het land was bedekt met dooden en ster
venden. Het gekerm der gewonden was ver
schrikkelijk-
Weer drongen de Japanners, den volgen
den morgen, van alle kanten op. Zij vochten
met nog grootere hardnekkigheid. Hunne
verliezen waren grooter dan die der Russen,
omdat deze dekking hadden tegen het vuur
van den vijand. Niets was echter op den duui
bestand tegen de woede der Japanners. Bij
troepen rukten zij vooruit. De voorsten vie
len, de anderen liepen over de lijken.
's Middags was de kracht van de verde
digers gebroken. De Russen trokken terug.
Den volgenden dag werd de slag hervat.
En langzaam aan, na verwoede gevechten,
ontruimden de Russen stuk voor stuk hun
stellingen.
De Japanners waren vlug a.ls katten. Zij
klauterden tegen berghellingen, steil als huis
muren. Honderden menschea werden naar
beneden geworpen. De beken en vijvers,
waarmede het land bedekt was na de hevige
regens, zagen rood van bloed.
Na den slag vluchtten de meeste inboor
lingen. De weinigen, die achterbleven, be
roofden de lijken.
De meeningen over het eindpunt van den
terugtocht <ler Russen loopen ver uiteen.
Men heeft Tielmg, dat 45 mijlen ten noorden
van Moekden ligt, genoemd a's eene plaats,
die uitmuntend geschikt zou zijn om het
terugtrekkende leger te verzamelen en even
tueel een krachtigen tegenstand te treden
volgens Chineezen-berichten hebben de Rus
sen daar duizenden aan het werk gezet om
versterkingen op te werpen. Dat men zich
in Moekden zal kunnen staande houden,
wordt niet aangenomen. Andereu zijn van
meening, dat Koeropatkin tot naar Charbin
zal teruggaan, daar versterkingen afwachten,
en een nieuw veldtocht&plan ontwerpen.
Behalve de topografische ongeschiktheid
van Moekden, is er nog een reden, die 't voor
de Russen zoowel als voor de Japanners be
zwarend maakt te Moekden te vechten. Om
streeks vier mijlen noordwestelijk van de
stad liggen de graven van de oorspronkelijke
Mandsjoe-voorvaders van de tegenwoordige
keizerlijke dynastie in China, beschermd door
eene drievoudige inslu»tdng. Daar bevindt
zich ook een geneunzinnigeu tempel, dien geen
Europeaan nog o~dt bezocht neeft en waar
men zegt1, dat <_o schat van de doode keizers
begraven 1 gt, die volgens de volkslegende
op milhoenen ponden geschat wordt. Zelfs
o© spoorweg is niet in Moekden mogen bin
nenkomen. Ziijne nabijheid zou eene ontwij
ding van de keizerlijke graven geweest zijn
en de spoorlijn gaat daarom in een halven
cirkel om de stad he n. Zoowel de Russen
als de Japanners hebben zich iu het begin
van den oorlog voorgenomen, daze graven te
ontzien.
Een correspondent van de Nowoje Wremja
meldt, dat cr oen geruime tijd zal moeten
verloopen voordat de taak van oonce atratie
naar het nooraen kan worden volbracht. A'le
Russische berichtgevers melden overeenstem
mend, dat de troepen uitgeput zijn van ver
moeienis, verzwakt door verwo de gevech
ten, door getoroeerde mai'schen op ellendige
wegen, door ziakte en door zedelijke depres
sie, en dat zij daarom dringend behoefte heb
ben aan rust. En daar de rust evenzeer uoo-
dig moet zijn voor de Japansche troepen na
de langdurige, vreeselijke en bloedige gevech
ten en de snelle vervolging van de Russen,
is het aan re nemen, dat de operatiëu nu
tijdelijk oei- langzamer voortgang zulen
nemen.
Bittere klachten bevat een telegram van
de Nowoje Wremja. Het meldt: Het out-
Uit hetNoorsch
20 VAN
JONAS LIE.
„Ik hdb een gevoel, dajt dit een merk
waardige dag in mijn leven wordbl" zeide
Laura... „En zoudt U werkelijk een rol vom
mij hebben, mijnheer For land?'' klonk het
zachtjes.
„Niet alleen één, ik heb er twee beide
uitstekend."
„Het is zulk een wonderlijk, angstig ge
voel, met- een kracht in aanraking te zijn ge
komen, die grooter doel beoogt dan de men-
schen anders in dit treurige, kleingeestige
leven najagen. Onwillekeurig denk ik aan
die groote mannen, die met. de eene band
metselden en bouwden on met de andere
hand kunstwerken in het leven riepen!..."
Zij liep rechtop, met vasten pas en haar
buste en profiel kwamen duidelijk uit.
„Sta eens stil, juffrouw Groth," riep
Faste plotseling uit, houdt u 's even die uit
drukking. Juist zoo heb ik mij mijn jonge
meisje voorgesteld, dat op de kruit ten zit
en dreigt die aan te steken... Eenigszins on
oprecht is haar uitdrukking, want zij weet,
dat do ton leeg is. Het is een spannend
oogenblik, daar beslist zal worden of de Hst
gelukt en men, haar te voet vallen... Nu
begrijp ik uw gezicht en zal de eer hebben
Uw leermeester te zijn... U is een vondst,
een ware vondst! Ik moet met u praten, uw
masker bestudeerenIk kan u zeggen, dat ik
in u den voornaamsten steun heb gevonden
voor de geheel© theateronderneming, degeen
die haar zal verheffenU moet daarvoor
mijn generaal worden, met u zal ik zegevie
ren!' riep hij1 opgewonden.
„Ik heb .een gevoel, alsdf ik langs een
bergstroom ga, die alles met zich meesleept,"
fluisterde Laura.
U hebt talent om iets te zien' en te be
grijpen, juffrouw! En onze lieve Heer heeft
u een gezicht gegeven dat van een krachtige
natuur getuigt... Zulk een steen vaste uit
drukking en die luimigheid die er achter
steekt
„Ik arme meidik kan het buitengewo
ne alleen voelen en bewonderen."
„En onzen aanvoerder volgen wij; blinde
lings," verklaarde Kaïtkinka.
Tona iiep met de parasol over haar schou
der, verdiept in een soubretterol, en neuriede
binnensmonds.
Plotseling legde zij twee vingers tegen haar
mond en keek gewichtig de anderen aan. Om
den hoek kwam Bera Gylling aan.
„Wij zijn boven in het hotelgebouw ge
weest en hebben het. geinspecteerd, Bera
riep Christine, welbespraakt. „Grootseh,
moet ik je zeggen! Heb jiji hot al gezien?"
„Neen, ik heb geen lust omi het te zien,
voor dat het af is," zedde Bera.
„Bera Gylling is een dame, die het. feit on-
amstoofeelijk wil hebben geconstateerd, voor
dat zij er mede wil te doen hebben," merkte
Faste op.
Zijl keken 'elkaar stokstijf aan.
„Het is of het complimenten1 rogent, zoo
dra jij je vertoont, Bera!"
„Je kunt er op aan. dat ik daar ook heel
dankbaar voor ben, Christine."
„Bera Gylling en ik kennen elkaar van
ouds, moet u weten, juffrouw Groth," zeide
Faste „reeds uit. den tijd, dat wij huis
houdentje speelden! U moest eens weten, hoe
dikwijls ik den weg heb afgelegd, neen af
gerend, naar de Gyllings met een inval, die
dan, als ik terugkeerde, iu rook vervlogen
was schoon verdwenen!.... 'Mijn geheele
tegenwoordige onderneming is voor haar ook
slechts rook bestaat eenvoudig niet.
„Ik wist niet, dat je zoo n spotvogel was
geworden, Faste!" zeide Bera kalm.
„Ik vind, dat het een wonderbaar ver
heven gevoel moet geven omi iets nieuws eni
grootsch in zijn geboortestad te zien ont
slaan," sprak Laura. „Maar is het. niet
het gewone lot van het genie om dengene te
ergeren, die het vroeger hulpeloos en ver
nederd heeft gezien
Bera. keek haar plotseling opmerkzaam
aan.
„De gave van inzicht wordt geboren door
naar iets vurig te verlangenmaar waar
niets is!" liet Faste zich vinnig ontvallen.
„Ik vind, diat alleen oen buitengewone
persoonlijkheid gedachten moet opwekken...'
zoide Laura peinzend.
„Weet je wat, Laura,riep Christine,
„hier iu de stad heeft iedereen gezien, dat
Faste een zonderling is. Maar wat daaruit
groeien zou, is eerst nu gebleken!"
„Jij slaat den spijker op den kop, Christi
ne!" lachte Faste. „Zoo heeft mijn oude
vriendin Bera Gylling eigenlijk ook gerede
neerd; zij is alleen een voorzichtiger, die
pere natuur en wil het daarom eerst kant
en klaar zien."
„Ik geef too," zeide Bera met een vreem
den glimlach, „dat ik lang de eenvoudige il
lusie heb gehad, dat je pijlen zoudt afschie
ten, die ver over badge bouwen of dergelijken
zouden heengaan! En, zooals je zegt., Faste,
ik ben zoo langzaam van begrip en heb zoo
weinig verstand van het onderscheid tusschen
geloof en overtuiging, dat ik mij dat bijna
met uit het hoofd kan zetten."
„Dat ken ik, dat ken ik.... het is het
oude. God weet. waarin je mij zou willen
laten verdwijineu! En ik molet je, helaas,
ergeren met het feit., dat de onderneming
loopt, loopt met volle zeilen, dus hebben de
pijlen, waarover je praat, in allen geval doel
getroffen!" zeide Faste met nadruk.
„Ja, ik hoor dezer dagen van niets anders
dan van bouwwerken en paviljoenen en bad
huizen en advertenties en reclames in het
buitenland, dus zijn wij eenigszins allen in
het schuitje," eindigde zij, licht knikkend
en vervolgde haar weg.
Faste keek herhaaldelijk verstrooid achter
zich, alsof bijl er over dacht om te keeren en
haar te volgen....
„De geestkracht moet zich toch uiten in
een of andere zichtbare machine," viel Laura
weer in.
„Nu dag dames, zaken, zaken,...." zedde
Faste.
„Wij komen spoedig het hotel opnieuw in
spect ee ren," fluisterden zij geheimzinnig, ter
wijl alle vier plotseling twee vingers tegen
haar mond hielden en de parasols een muur
van schilden vormden voor een gemeenschap-
pelijiken krijgsraad.
Stop, stop, stop, de duivel hale
zulk loopen, als van dien Forland!" De
oude consul Kluwer stak boneden in de straat
zijn stok tegen hem op.... „De aandeelen
zijn opnieuw gestegen, kerel! Ik kom juist
van den makelaar.... Het gaat «als een sneeuw
bal. Do koopers mopperen, omdat zij niet
vroeger gekocht hebben en de verkoopers
lachen eni steken de winst met vreugd in
hum zak.... Ik was ook in Bockmau-ns bank
om mij eeni beetje vreugde aan t© schaffen,
maar daar was niets meer te krijgen.Maar,
maar hij. koek Faste stijf aan „is er
iets van aan, dat het aandeelenkapitaal zal
worden vergroot?"
„Ik kam u daarop nog niet antwoorden,
koaisul Kluwer, maar wat zeker is, ik heb
geld noodig.... Dat komt, omdat wij een heel
ander, op zijn Europeesch aangelegd park
moeten hebben, met overdekte wandelplaats,
paviljoen, fontein eau wat dies meer zij."
„Ja, ja, mijnheer Forland wij ouden strom
pelen eu gij jongeren springt. Wij komen al-
tij)d te laat, zooals ik nu voor de aandeelen...
Zoo, zoo! park, paviljoen en zijn
voorhoofd rimpelde onder de poging om zich
het overige te herinneren.
„Goeden dag, Foriandj!" klonk de stem
van den havenmeester van den andoren kant
der straat. „Ik kan je mededeolen, dat de
geheele havencommissie, alsmede de douane-
inspecteur de disponent Ek eenstemmig
zijn voor de concessie tot heb aanleggen van
een wand'elpier."
Do oude Kluwer bleef in de houding
staan, met zijn stok in het plaveisel gesto
ken.
„Gij zijt de stadswonderdoenerriep hij
uiit. „Do stadswonderdoener!'fl hij
strompelde verder.
,,A propos, Forland," zeide de havenmees
ter, toen hij verder ging, „als je soms een
zeilboot noodig hebt, do mijne ligt buiten,
de giamsche maand ongebruikt. Je behoeft
maar een boodschap te zenden...."
Wordt vervolgd.