M°. 68. Eerste Blad. a"6 Jaargang. Zaterdag 10 September 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. FASTE F0RLAND. AMERSFOORTSCH DA6RLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idom franco, per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advwteeren in dit Blad bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met I October a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnen, KOS TELOOS toegezonden. Politiek Overzicht- De kans op vrede. Onder den indruk van de jobstijdingen van het oorlogstooneel in Oost-Azië, schijnt de Petersburgsche pers tot een nieuw leven gewekt te zijn. Zoo wordt althans aan de Temps uit Peters burg bericht, die de pers in de Russische hoofdstad prijst, omdat zij begint te ontwaken uit de moreele verstij ving, waarin zij zoolang bevangen was, en het juk afwerpt van de censuur, die haar de verplichting oplegt te zwijgen of te her halen wat van hoogerhand werd gezegd. Mis schien zal men in 't vervolg do uitwerking daarvan zien in eene vrijmoedige kritiek van het regeeringsbeleid. Voor 't oogenblik houdt de groote vraag, wat er te doen valt na de bij Liaojang geleden nederlaag, hoofdza kelijk de pers bezig. Daarin nu toont zij zich volkomen eenstemmig met de inzichten van de regeering. Het antwoord van do regeering kan men vinden in de bevelen, die zijn uit gevaardigd tot het mobiliseeren van nieuwe legerkorpsen. Geheel in overeenstemming daarmco betoogt de Russisch© pers, dat er van vrede ouder de bestaand© omstandighe den volstrekt geen sprake kan zijn. Met eene zinspeling op do bezwaren, die worden ondervonden om d© plek te vinden, waar het paleis voor het hof van arbitrage te 'sGravenhage zal worden gebouwd, schrijft de Nowoje Wremja„Het blijkt dus, dat heb niet gemakkelijk is een slot des vredes te bouwenhoe veel moeielijiker is het dus, den vrede zelf te doen ontstaan. Voor het oogenblik verwijdert deze mogelijkheid zich steeds verder en verder in de onafzienbare wijdte van de toekomst." Een medewerker van de Nowoje Wremja erkent, dat men hier tc doen heeft met een verschrikkelijk feittegenover de standvas tigheid en het plichtsbesef van den Russi- schen soldaat heeft de tegenstander actievere eigenschappen gesteld. Dit doet dezen Schr. vragen„Waarmee zullen wij nu te velde trekken? Want het is wel geboden van de toekomst te spreken, omdat een half of ook een geheel oorlogsjaar slechts het begin van een langen, bardnekkigen, ongehoorden vol- kerenslag be teekent, do wederopstanding van het tijdperk van Tamerlan, den roofaanval op de geestesgoederen, dien de Duitsche Keizer in zijne bekende allegorische schilderij zoo profetisch heeft voorspeld. Men moet ontwaken en bewust handelen. Men mag niet meer gelooven aan vestingmuren, ter-. wij(l de tegenstander aan de overwinning ge looft, en men moet de kracht van den geest bestrijden met een geest, die sterker en ver hevener is." De Nowosti komt op tegen de geneigdheid om aan den slag bij Liaojang een© beslissende beteek ©nis voor don uitslag van dezen oorlog toe te kennen. „Wel zou do slag bij Liaojang een goweest zijn, die den oorlog besliste, wan neer w ij de Japanners op bot hoofd gesla gen hadden. Daar dat echter niet gebeurd is, zal d© oorlog voortduren, ook al werden er nog verscheidene zulke slagen geleverd. Anders kan het niet zijn, want in dezen oorlog wordt niet om een stuk land gestre den waarop Rusland en Japan aanspraak maken, maar om belangen van grooter ge wicht. Do waardigheid, de eer en de politieke invloed van Rusland in het verre Oosten staan op het spel. Onder deze omstandighe den blijft er niets anders over dan den oor log zoo lang voort te zetten, totdat al deze goederen op behoorlijke wijze gewaarborgd zijn. Wel heeft Rusland den oorlog niet ge- wenscht, maar aan den andoren kant is Rus land, geen China en kan het dus slechts een vrede sluiten, waarvan de voorwaarden het voldoen, d. w. z. een eervollen en roemrij ken vrede. Wanneer de Japansohe regeering zich in dit opzicht nog aan eenige illusie mocht overgeven, dan zal zij zich bijtijds op eene teleurstelling moeten voorbereiden." Dat de Japansche regeering zich aan die illusie overgeeft, is niet zeer waarschijnlijk; d'j Keizer van Japan heeft immers zelf in zijne boodschap, waarin hij het leger geluk- wensoht met de behaalde overwinning, ver klaard, dat bet einde van den oorlog ligt in een ver verschiet. De Japansche pers schijnt het ook niet te doen. Zij schrijft met groote kalmte over de behaalde overwinning. Een leidend orgaan verklaart, dat de oorlog nul tweede stadium komt. De natie moet er nu op toezien, dat er noch in energie, noch in vastberadenheid eene verslapping in treedt. Zonder te zien op verlies aan men- schenlevens en geld, moet do taak ten einde gebracht worden. Voor hen, die naar den vrede verlangen, zijn die vooruitzichten dus zeer slecht. De toestand op het oorlogstooneel is zoodanig, dat er geen kans op is, dat de Japanners ooit zullen komen naar Moskou of de Rus sen naar Tokio, om den vrede te kunnen ■voorschrijven. Eenmaal zullen zij komen tot het sluiten van den vrede; dat staat vast. Maar wanneer en waar dat zal geschieden, daarover doet men 't best zelfs geen gissin gen te maken. Voor 't oogenblik hebben de overwinningen van de Japanners slechts tot gevolg, dat de laissen minder geneigd wer den tot den vrede, en daar tevens daardoor de kans vermindert op bet verdrijven van do Japanners uit Mandsjoerije, zou men tot de ongerijmde gevolgtrekking moeten komen, dat de vrede steeds meer onbereikbaar wordt. Maar te zijner tijd zal de logica hare rechten wel opeischen. Oostenrijk. Minister-president von Koerber is te Wee- non teruggekeerd van zijne politieke reis naar Galici en Bukowina. Men spreekt thans van het samenkomen van den rijksraad en van de landdagen. De landdagen van Bohe- men en van Galicië zullen binnen kort wor den bijeengeroepen, naar men denkt tegen 20 September. Wat den rijksraad betreft, men verzekert, dat die eerst in November bijeengeroepen zal worden. Dan zal men zien of de resultaten van de reis naar Galicië be antwoorden zullen aan de verwachtingen van den minister-president. Turkije. Het correspondentie-bureau te Weenen be richt uit Konstantinopel, dat de Porto vau verschillend© diplomatieke zijdeai ernstige raadgevingen heeft ontvangen om het bedrijf van do benden in Armenië snel en krachtig te onderdrukken, maar daarbij er voor te waken, dat de troepen van de Koerden geeno buitensporigheden begaan. De toe stand in de vilajets Bitlis, Van en Erzeroem is in den laatsten tijd ongetwijfeld verergerd, maar is toch niet zoo gevaarlijk als hij veelal wordt voorgesteld. De Porto heeft aan hare gezanten mede gedeeld, dat zij de verwezenlijking van de pogingen van prins George ten aanzien van Kreta door de groote mogendheden als eene flagrante schending van den status quo zou moeten beschouwenvoor de gevolgen daar van zou zij elke verantwoordelijkheid moe ten af wijeen. Van de meeste kabinetten heeft de Porte geruststellende verzekeringen ont- vaugqu, volgens welke geen verandering in den staatsrechtelijken toestand van Kreta bedoeld wordt. De nieuwe apostolische gedelegeerde te Konstantinopel is mgr. Camillo. Vroeger placht de Fransche regeering veel belang te stellen in die benoeming, omdat de Fransche gezant te Konstantinopel aanhoudend met hem in aanraking behoorde te zijn voor de vragen in verband staande met het protec toraat over de christenen in het oosten. Dit maal is de benoeming natuurlijk gedaan, zonder dat de regeering der Fransche repu bliek er van in kennis is gesteld. Marokko. De Amerikaan John Perdicaris, die gorui- men tijd gevangen werd gehouden door den roever-hoofdman Raisuli, doet in het blad Outlook het merkwaardige voorstel dezen roover dien hij beschrijft als een ener gieke, flinke kerel, wien de ontwikkeling van het land zeer ter harte gaat op te dragen weer rust en orde te brengen iu Ma rokko. Thibet. Uit Lliassa wordt 'bericht dat het verdrag tusschen Engeland en Tibet den 7. ouid/crtee kend is. Midden-Amerika. Na langdurige onderhandelingen tusschen de Vereeuigde Stalen en Panama is de grens vastgesteld van bet „pachtgebied" dat lit? te voltooien kanaal bevat en waar de Ver eeuigde Staten gezag zullen uitoefenen. Lc grenzen volgen ter weerszijde de krommin gen van het kanaal-tracé, maar de steden Colon en Panama zijn er van uitgezonderd. Niet ver van de stad Panama wordt echter een nieuwe gemeente gevormd, waar het hoofdkwartier ten behoeve der kanaalwer- ken gevestigd zal wordende nieüwe stad zal Ancon heeten, en is vermoedelijk ook bestemd, de stad Panama te overvleugelen. De eilanden in de golf van Panama zullen door do Unie gebruikt worden als maritieme stations. Voor de nieuwe republiek opent deze re geling geen bijzonder gunstig vooruitzicht. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berich ten: Petersburg, 9 Sept. Het Telegraaf-agent- schap verklaart, dat het in het buitenland verspreide bericht omtrent een verwonding van generaal Koeropatkin van eiken grond! ontbloot is. Moekden, 8 Sept. (Van den correspondent van de Daily Mail bij het Russisdhe hoofd kwartier). De door den terugtocht veroor zaakte verwarring hoeft opgehouden. Het overschot van de troepen en van den trein komt in goede orde aan. Tot dusver heeft de Russische terugtocht weinig bemoeielij- k^ng ondervonden Tokio, 9 Sept. (Daily Mail). Een© divisie van liet Japansche rechter-leger, onder Koe- roki, rukt op Moekden aan. Londen, 10 Sept. De correspondent van de Times, die laatstelijk was bij het Japan sche linkerleger, seint uit Peking van den 9en: De oorlogsbuit, die in handen van de Japanners gevallen is, was geheel onbedui dend, in aanmerking nemende de beteeke- nis van Liaojang als Russische bezitting. Na tuurlijk was een zekere hoeveelheid door het vuur ter plaats© vernield, maar de Japan ners waren niet in staat zich meester te ma ken van locomotieven, waaraan zij thans de dringendste behoefte bebben en die voor hen van veel meer waarde zouden zijn dan zelfs batterijen artillerie. De taktiek en de stra tegie van de Japanners beantwoordde niet aan mijne verwachtingen. Mijne oprechte meening is, dat er in de leiding van elk der legers niets was, wat strategisch uitmuntte. Maar indien er een strategisch succes be haald is door een der partijen, dan kan Koe ropatkin er aanspraak op maken, dat hij het hoofddoel van de Japansche operatiëu heeft verijdeld. De oorrespondent van de Daily Mail seint in een telegram, dat hij, den 5en uit Sdn- minting zond, eenige bijzonderheden over de gevechten, welke plaats hadden tot den 31en Augustus.'' Den 22en Augustus berichtte de Russische cavalerie in het hoofdkwartier, dat de Ja panners van het Oosten oprukten. Generaal Koeropatkin verliet met zijn staf dadelijk de stad en trok met 50.000 man en 70 stukken geschut het bergachtige land in, de Tongho langs. Groote Japansche troepen-machten met vele kanonnen marcheerden op de wegen die leidden naar de buitengewoon sterke Rus sisch© stellingen. Twee dagen lang bereidden de Russen zich op den aanval voor. In den morgen van den 25en begon de slag met een verschrikkelijk artillerie-duel, dat den geheelen dag aan hield en eerst eindigde tegen het vallen van den avond. De Japansche schoten hadden belangrijke schade toegebracht aan de Russische verde digingswerken. Niettegenstaande de groote verliezen konden de Russen hun stellingen, behouden. Versterkingstroepen rukten aan. Beschermd door de duisternis, slopen de Japanners tot dicht bij, de Russische stellin gen en overvielen de Russen, toen de maan opging, met een verwoeden aanval. Een uur lang waren duizend man in een woest ge veent van man tegen man gewikkeld. Met sabel en bajonet werd gevochctn. Wapenge kletter en bet geschreeuw der soldaten waren in de verte te hooren. Tijdens dit gevecht, dat Konsjantoen in het bezit der Japanners bracht, werd het op dringen van den vijand op den rechtervleu gel door het zware vuur uit An ping en An- sjan ling verhinderd. Het land was bedekt met dooden en ster venden. Het gekerm der gewonden was ver schrikkelijk- Weer drongen de Japanners, den volgen den morgen, van alle kanten op. Zij vochten met nog grootere hardnekkigheid. Hunne verliezen waren grooter dan die der Russen, omdat deze dekking hadden tegen het vuur van den vijand. Niets was echter op den duui bestand tegen de woede der Japanners. Bij troepen rukten zij vooruit. De voorsten vie len, de anderen liepen over de lijken. 's Middags was de kracht van de verde digers gebroken. De Russen trokken terug. Den volgenden dag werd de slag hervat. En langzaam aan, na verwoede gevechten, ontruimden de Russen stuk voor stuk hun stellingen. De Japanners waren vlug a.ls katten. Zij klauterden tegen berghellingen, steil als huis muren. Honderden menschea werden naar beneden geworpen. De beken en vijvers, waarmede het land bedekt was na de hevige regens, zagen rood van bloed. Na den slag vluchtten de meeste inboor lingen. De weinigen, die achterbleven, be roofden de lijken. De meeningen over het eindpunt van den terugtocht <ler Russen loopen ver uiteen. Men heeft Tielmg, dat 45 mijlen ten noorden van Moekden ligt, genoemd a's eene plaats, die uitmuntend geschikt zou zijn om het terugtrekkende leger te verzamelen en even tueel een krachtigen tegenstand te treden volgens Chineezen-berichten hebben de Rus sen daar duizenden aan het werk gezet om versterkingen op te werpen. Dat men zich in Moekden zal kunnen staande houden, wordt niet aangenomen. Andereu zijn van meening, dat Koeropatkin tot naar Charbin zal teruggaan, daar versterkingen afwachten, en een nieuw veldtocht&plan ontwerpen. Behalve de topografische ongeschiktheid van Moekden, is er nog een reden, die 't voor de Russen zoowel als voor de Japanners be zwarend maakt te Moekden te vechten. Om streeks vier mijlen noordwestelijk van de stad liggen de graven van de oorspronkelijke Mandsjoe-voorvaders van de tegenwoordige keizerlijke dynastie in China, beschermd door eene drievoudige inslu»tdng. Daar bevindt zich ook een geneunzinnigeu tempel, dien geen Europeaan nog o~dt bezocht neeft en waar men zegt1, dat <_o schat van de doode keizers begraven 1 gt, die volgens de volkslegende op milhoenen ponden geschat wordt. Zelfs o© spoorweg is niet in Moekden mogen bin nenkomen. Ziijne nabijheid zou eene ontwij ding van de keizerlijke graven geweest zijn en de spoorlijn gaat daarom in een halven cirkel om de stad he n. Zoowel de Russen als de Japanners hebben zich iu het begin van den oorlog voorgenomen, daze graven te ontzien. Een correspondent van de Nowoje Wremja meldt, dat cr oen geruime tijd zal moeten verloopen voordat de taak van oonce atratie naar het nooraen kan worden volbracht. A'le Russische berichtgevers melden overeenstem mend, dat de troepen uitgeput zijn van ver moeienis, verzwakt door verwo de gevech ten, door getoroeerde mai'schen op ellendige wegen, door ziakte en door zedelijke depres sie, en dat zij daarom dringend behoefte heb ben aan rust. En daar de rust evenzeer uoo- dig moet zijn voor de Japansche troepen na de langdurige, vreeselijke en bloedige gevech ten en de snelle vervolging van de Russen, is het aan re nemen, dat de operatiëu nu tijdelijk oei- langzamer voortgang zulen nemen. Bittere klachten bevat een telegram van de Nowoje Wremja. Het meldt: Het out- Uit hetNoorsch 20 VAN JONAS LIE. „Ik hdb een gevoel, dajt dit een merk waardige dag in mijn leven wordbl" zeide Laura... „En zoudt U werkelijk een rol vom mij hebben, mijnheer For land?'' klonk het zachtjes. „Niet alleen één, ik heb er twee beide uitstekend." „Het is zulk een wonderlijk, angstig ge voel, met- een kracht in aanraking te zijn ge komen, die grooter doel beoogt dan de men- schen anders in dit treurige, kleingeestige leven najagen. Onwillekeurig denk ik aan die groote mannen, die met. de eene band metselden en bouwden on met de andere hand kunstwerken in het leven riepen!..." Zij liep rechtop, met vasten pas en haar buste en profiel kwamen duidelijk uit. „Sta eens stil, juffrouw Groth," riep Faste plotseling uit, houdt u 's even die uit drukking. Juist zoo heb ik mij mijn jonge meisje voorgesteld, dat op de kruit ten zit en dreigt die aan te steken... Eenigszins on oprecht is haar uitdrukking, want zij weet, dat do ton leeg is. Het is een spannend oogenblik, daar beslist zal worden of de Hst gelukt en men, haar te voet vallen... Nu begrijp ik uw gezicht en zal de eer hebben Uw leermeester te zijn... U is een vondst, een ware vondst! Ik moet met u praten, uw masker bestudeerenIk kan u zeggen, dat ik in u den voornaamsten steun heb gevonden voor de geheel© theateronderneming, degeen die haar zal verheffenU moet daarvoor mijn generaal worden, met u zal ik zegevie ren!' riep hij1 opgewonden. „Ik heb .een gevoel, alsdf ik langs een bergstroom ga, die alles met zich meesleept," fluisterde Laura. U hebt talent om iets te zien' en te be grijpen, juffrouw! En onze lieve Heer heeft u een gezicht gegeven dat van een krachtige natuur getuigt... Zulk een steen vaste uit drukking en die luimigheid die er achter steekt „Ik arme meidik kan het buitengewo ne alleen voelen en bewonderen." „En onzen aanvoerder volgen wij; blinde lings," verklaarde Kaïtkinka. Tona iiep met de parasol over haar schou der, verdiept in een soubretterol, en neuriede binnensmonds. Plotseling legde zij twee vingers tegen haar mond en keek gewichtig de anderen aan. Om den hoek kwam Bera Gylling aan. „Wij zijn boven in het hotelgebouw ge weest en hebben het. geinspecteerd, Bera riep Christine, welbespraakt. „Grootseh, moet ik je zeggen! Heb jiji hot al gezien?" „Neen, ik heb geen lust omi het te zien, voor dat het af is," zedde Bera. „Bera Gylling is een dame, die het. feit on- amstoofeelijk wil hebben geconstateerd, voor dat zij er mede wil te doen hebben," merkte Faste op. Zijl keken 'elkaar stokstijf aan. „Het is of het complimenten1 rogent, zoo dra jij je vertoont, Bera!" „Je kunt er op aan. dat ik daar ook heel dankbaar voor ben, Christine." „Bera Gylling en ik kennen elkaar van ouds, moet u weten, juffrouw Groth," zeide Faste „reeds uit. den tijd, dat wij huis houdentje speelden! U moest eens weten, hoe dikwijls ik den weg heb afgelegd, neen af gerend, naar de Gyllings met een inval, die dan, als ik terugkeerde, iu rook vervlogen was schoon verdwenen!.... 'Mijn geheele tegenwoordige onderneming is voor haar ook slechts rook bestaat eenvoudig niet. „Ik wist niet, dat je zoo n spotvogel was geworden, Faste!" zeide Bera kalm. „Ik vind, dat het een wonderbaar ver heven gevoel moet geven omi iets nieuws eni grootsch in zijn geboortestad te zien ont slaan," sprak Laura. „Maar is het. niet het gewone lot van het genie om dengene te ergeren, die het vroeger hulpeloos en ver nederd heeft gezien Bera. keek haar plotseling opmerkzaam aan. „De gave van inzicht wordt geboren door naar iets vurig te verlangenmaar waar niets is!" liet Faste zich vinnig ontvallen. „Ik vind, diat alleen oen buitengewone persoonlijkheid gedachten moet opwekken...' zoide Laura peinzend. „Weet je wat, Laura,riep Christine, „hier iu de stad heeft iedereen gezien, dat Faste een zonderling is. Maar wat daaruit groeien zou, is eerst nu gebleken!" „Jij slaat den spijker op den kop, Christi ne!" lachte Faste. „Zoo heeft mijn oude vriendin Bera Gylling eigenlijk ook gerede neerd; zij is alleen een voorzichtiger, die pere natuur en wil het daarom eerst kant en klaar zien." „Ik geef too," zeide Bera met een vreem den glimlach, „dat ik lang de eenvoudige il lusie heb gehad, dat je pijlen zoudt afschie ten, die ver over badge bouwen of dergelijken zouden heengaan! En, zooals je zegt., Faste, ik ben zoo langzaam van begrip en heb zoo weinig verstand van het onderscheid tusschen geloof en overtuiging, dat ik mij dat bijna met uit het hoofd kan zetten." „Dat ken ik, dat ken ik.... het is het oude. God weet. waarin je mij zou willen laten verdwijineu! En ik molet je, helaas, ergeren met het feit., dat de onderneming loopt, loopt met volle zeilen, dus hebben de pijlen, waarover je praat, in allen geval doel getroffen!" zeide Faste met nadruk. „Ja, ik hoor dezer dagen van niets anders dan van bouwwerken en paviljoenen en bad huizen en advertenties en reclames in het buitenland, dus zijn wij eenigszins allen in het schuitje," eindigde zij, licht knikkend en vervolgde haar weg. Faste keek herhaaldelijk verstrooid achter zich, alsof bijl er over dacht om te keeren en haar te volgen.... „De geestkracht moet zich toch uiten in een of andere zichtbare machine," viel Laura weer in. „Nu dag dames, zaken, zaken,...." zedde Faste. „Wij komen spoedig het hotel opnieuw in spect ee ren," fluisterden zij geheimzinnig, ter wijl alle vier plotseling twee vingers tegen haar mond hielden en de parasols een muur van schilden vormden voor een gemeenschap- pelijiken krijgsraad. Stop, stop, stop, de duivel hale zulk loopen, als van dien Forland!" De oude consul Kluwer stak boneden in de straat zijn stok tegen hem op.... „De aandeelen zijn opnieuw gestegen, kerel! Ik kom juist van den makelaar.... Het gaat «als een sneeuw bal. Do koopers mopperen, omdat zij niet vroeger gekocht hebben en de verkoopers lachen eni steken de winst met vreugd in hum zak.... Ik was ook in Bockmau-ns bank om mij eeni beetje vreugde aan t© schaffen, maar daar was niets meer te krijgen.Maar, maar hij. koek Faste stijf aan „is er iets van aan, dat het aandeelenkapitaal zal worden vergroot?" „Ik kam u daarop nog niet antwoorden, koaisul Kluwer, maar wat zeker is, ik heb geld noodig.... Dat komt, omdat wij een heel ander, op zijn Europeesch aangelegd park moeten hebben, met overdekte wandelplaats, paviljoen, fontein eau wat dies meer zij." „Ja, ja, mijnheer Forland wij ouden strom pelen eu gij jongeren springt. Wij komen al- tij)d te laat, zooals ik nu voor de aandeelen... Zoo, zoo! park, paviljoen en zijn voorhoofd rimpelde onder de poging om zich het overige te herinneren. „Goeden dag, Foriandj!" klonk de stem van den havenmeester van den andoren kant der straat. „Ik kan je mededeolen, dat de geheele havencommissie, alsmede de douane- inspecteur de disponent Ek eenstemmig zijn voor de concessie tot heb aanleggen van een wand'elpier." Do oude Kluwer bleef in de houding staan, met zijn stok in het plaveisel gesto ken. „Gij zijt de stadswonderdoenerriep hij uiit. „Do stadswonderdoener!'fl hij strompelde verder. ,,A propos, Forland," zeide de havenmees ter, toen hij verder ging, „als je soms een zeilboot noodig hebt, do mijne ligt buiten, de giamsche maand ongebruikt. Je behoeft maar een boodschap te zenden...." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1