W\ TO. 8d< Jaargnni;. Maandag 12 September 1904. ^BUITENLAND. FEUILLETON. FASTE F0RLAND. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco, per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- eh Feestdagen. Advertcnticn, medcdeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. TelepHoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—5 regels f 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement. Eone circulaire, bevattendo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met I October a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnen, KOS TELOOS toegezonden. Kennisgevingen. AANGIFTE VAN VERHUIZING (BINNEN DE GEMEENTE. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Overwegende dat. de bepalingen der door den gemeenteraad den 20. Mei 1862 vastgestelde verordening regelende de verplichting tot het doen van aangifte van de verhuizingen binnen de gemeente, niet behoorlijk worden nageleefd Herinneren den ingezetenen de op hen rusten de verplichting tot het doen. van aangifte van verhuizing binnen de gemeente, en brengen daartoe bij deze te hunner kennis de bepalingen van gezegde verordening, welke luiden als volgt 1. De Hoofden van huisgezinnen of afzonder lijk levende Dersonen, binnen de gemeente van woning veranderende, zijn verplicht, daarvan binnen ééne maand ten raadhuize aan den Amb tenaar, belast met het bijhouden van het bevol kingsregister, aangifte te doen. 2. Zij, die het voornemen hebben te kennen gegeven om de gemeente te verlaten, en dien tengevolge oen "Otuigschrift van, verandering van werkelijke woonplaats hebben ontvangen, zijn verplicht, indien zij van dit voornemen" af zien, daarvan ter plaatse en aan den Ambte naar, in art. 1 vermeld, binnen ééne maand na de dagteekening van het afgegeven getuigschrift, kennis te geven. 3. De' overtreding van elke der bepalingen van deze verordening wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste zeven gulden. Gerlaan te Amersfoort, den 10. September 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. <L. "VTSSER, Wefch., lo.-Barg. De Secretaris, IB. W. Th. SAiNDBHRXJ. AANGIFTE VAN VERTREK UIT EN VAN VESTIGING IN DE GEMEENTE. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op het Koninklijk besluit van den 27sten Juli 1887 (Staatsblad no. 141), regelende de ver plichting der ingezetenen tot het doen van aan gifte voor de bevolkingsregisters Herinneren den ingezetenen de op hen rusten de verplichting tot het doen van aangifte van vertrek uit en van vestiging in de gemeente, en brengen daartoe bij deze te hunner kennis de bepalingen van gezegd Koninklijk besluit, welke luiden als volgt: 1. Zij, die op den dag der volkstelling in den vreemde of in eene der koloniën of overzeesche bezittingen van. het Rijk hebben vertoefd, geven binnen ééne maand na hunne terugkomst hier van kennis aan het gemeentebestuur. Zij, die bij die telling zijn overgeslagen, geven binnen ééne maand na den dag voor elke tel ling bepaald, van dit verzuim kennis aan het bestuur hunner werkelijke woonplaats. Voor de leden van huisgezinnen rust de verplichting tot kennisgeving op het hoofd van elk huisgezin. 2. Zij, die uit eene Nederlandsche kolonie, eene overzeesche bezitting of uit den vreemde hunne woonplaats overbrengen in eene gemeente binnen het Rijk, doen hiervan eene verklaring aan het gemeentebestuur, vergezeld van het ge bruikelijke getuigschrift voor hen die uit de koloniën of bezittingen, van een paspoort of reis- en verblijfpas of andere door de, politie deugdelijk erkende bewijsstukken voor hen die uit den vreemde komen. Deze verklaring geschiedt binnen ééne maand na hunne aankomst in de gemeente. 3. De kennisgeving in de twee vorige punten vermeld, gaat vergezeld van de noodige opgaven om in de bevolkingsregisters te worden inge schreven. 4. Zij, die hunne werkelijke woonplaats bin nen het Rijk verlaten om die over te brengen naar eene Nederlandsche kolonie, eene over zeesche bezitting af naar den vreemde, doen hiervan eene verklaring aan het bestuur der ge meente, welke zij verlaten. 5.Zij die hunne werkelijke woonplaats uit eene gemeente van het Rijk naar eene andere ge meente overbrengen, doen hiervan eene verkla ring aan het bestuur der gemeente die zij ver laten en waar zij in het bevolkinsregister zijn ingeschreven, met opgaaf der gemeente, waar zij wenschen zioh te vestigen. Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van verandering van werkelijke woonplaats. 6. Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woon plaats overbrengen, doen zij uiterlijk binnen ééne maand na hunne aankomst eene verklaring aan het gemeentebestuur, met overlegging van het getuigschrift in het vorige artikel vermeld. 7. Elk hoofd van een huisgezin, geeft uiter dijk binnen ééne maand kennis aan het ge meentebestuur van ieder lid dat in het huisge zin wordt opgenomen of daar uitgaat, inwonende dienst- en werkboden daaronder begrepen. Om trent die kennisgeving geldt het bij sub 3 be paalde. Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzon derlijk levende personen, wanneer zij andere personen in hun. huisgezin opnemen. Bestuurders van instellingen, gestichten en inrichtingen, niet slaande onder het bestuur of toezicht van het openbare gezag, waar personen onder eenig bestuur samenwonen, geven maan delijks aan het gemeentebestuur kennis van alle personen, die in de samenwoning zijn op genomen of daarvan zijn uitgetreden. De verplichting vervalt, wanneer langs een anderen weg de vereischte kennisgeving voor het bevolkingsregister gedaan is. 8. Onverminderd de bovenstaande voorschrif ten is een ieder, door het gemeentebestuur daartoe opgeroepen, verplicht tot het doen der opgaven, die vereischt worden om de bevol kingsregisters in te vullen. 9. Overtreding dezer biepalingen wordt ge straft met hechtenis van ten. hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gul den. Gedaan te Amersfoort, den. 10. September 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. li. VTSSEIR. Weth., lo.-Burg. De Secretaris. IB. W. Th. SAÜïlDlBIEIRG. KOSRELOOZE INENTING. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort. Gelet, op artikel 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134) brengen ter .kennis van belanghebbenden, dat voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze in enting wordt gegeven op den eeTsten en tweeden Maandag van de maanden Januari, April, Juli en October, -telkens des namiddags te drie ure, in de daar.toe bestemde Realiteit van het voor malig schoolgebouw wijk A, Koestraat no. 9. Gedaan te Amersfoort, den 10. September 1904. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Burgemeester, E. L. "VTSSER. Weth., lo.-Burg. De Secretaris. B. W. Th. WANDBERG. Politiek Overzicht Engeland in Tibet. De Engelsche expeditie naar Tibet, wel ker vertrok met het oog opi den naderenden, winter op 15 September is bepaa'd, gaat 'liet met ledige handen terugden 7en is het nieuwe verdrag tusschon Engeland en Tibet te Lhassa onderteekend. Het was te verwaenten, dat liet daartoe komen zou, en de berichten hadden ons daarop re*-ds voor bereid. Den len September had er in de woning van den Uhmeeschen resident' te Lhassa, den armban, eene plechtige vergadering plaats ge had, een durbar zooals de technische term luidt, waarin de regent en de leden van den lioogen raad uit de handen van kolonel Youngiiusband het definitieve ontwerp van liet verdrag in ontvangst namen. Over de hoofdbepahngen van dit ontwerp was in d'e vergadering overeenstemming verkregen alleen tegen het1 bedrag van de schadever goeding, die Engeland vorderde voor de kos ten die het had moeten maken tot uitrus ting van de expeditie, werd van Tibetaan- sche zijde bezwaar gemaakt. De regent ver geleek 'li bet met een ezel. dien men een onmogelijken last wilde opleggen. Kolone'. Younghusband merkte op, dat men den eze' niet behoefde te overladende last kon ver deeld en bij gedeelten gedragen worden De regent bracht daartegen in, dat de ezel zou kunnen sterven voordat hij den gcheelen last had overgebracht, waarop Younghusband ant woordde, dat de amban er wel voor zou zorgen, dat de ezel voorzichtig werd gedre ven en dat men geen al te zware inspan ning van hem vergde. Toen de Tibetaansche machthebbenden zieli hadden verwijderd, merkte Younghusband tegen den amban op, dat die vergelijking met den ezel niet zoo kwaad was geweest, en de amban was het daarmede eens, maar bleef er bij, dat de Tibetaansche heeren met een erg onwillig grauwtje moesten vergeleken worden, dat altijd gezind was te slaan en te bijten. Deze Chineesche dignitaris schijnt de kunst te verstaan zich met' beide partijen op goe den voet te stellen, wat zeker voor zijn diplo matiek talent pleit. Men hoort "an Engel sche zijde veel goeds van hem. In de 'aatste berichten wordt uitdrukkelijk van hem ge zegd, dat de amban een veel gewichtiger man is dan vroeger algemeen werd aange nomen. Hij treedt i» het openbaar met veel grooter praal en schitterender gevolg op dan de leden van den hoogen raad cn beschikt niet alleen over eene lijfwacht, maar ook over eene bijzondere politiemacht, die hij bij de onlusten, welke onlangs in Lhassa zijn voorgekomen, heeft laten uitrukken om de orde te herstellen. De Ti be tanen hebben ook meer eerbied voor den veraf wonenden Keizer van China dan voor den Dalai Lama; geen lid van den hoogen raad en geen abt. van een klooster kan zonder toestemming van den amban benoemd worden. Nu is door de bemiddeling van den amban het verdrag tot stand gekomen. Wat het eigen.ijk inhoudt, is nog niet bekend. Men verneemt daarover thans enkel, dat zoodani ge bijzonderheden als men gepast zal oordee- len openbaar te maken, later zullen worden medegedeeld, net moet1 dus nog blijken, of de Engelschen werkelijk reden hebben met den inhoud tevreden te zijn. De waarschijn lijkheid pleit daar wel voor, nu het ongeluk van de Russische wapenen in den oorlog tegen Japan, dat in geheel Azië een machtigen indruk heeft gemaakt, indirect aan het Rrit- sche presuge ten goede is gekomen. Maar men zal moeten afwachten of de onderteeke» ning van het verdrag door de bestuurders van Tibet is geschied met de reservado men- talis, dat als de Engelschen eerst maar uit het land zijn, men 't met de naleving van liet overeengekomene niet1 zoo nauw zal be hoeven te nemen. Men mag wel aannemen, dat deze onder handeling zoo vlot niet zou gegaan zijn, als Ruslands handen thans niet gebonden wa ren in Oost-Azië. Maar zeker is daarop ook van invloed geweest de wenscli van de En gelschen om zoo spoedig mogelijk Lhassa weer te kunnen verlaten. Het is hoog tijd voor de expeditie om naar Indië terug te keeren, omdat het naderende winter-jaarge- tijde het Tibetaansche bergland weldra on begaanbaar zal maken. Reeds nu zal'zij op haren terugtocht groote bezwaren ontmoeten. Duitschland. Bij het in Brunsbüttelkoog (Elbe-mond), verleden Zaterdag gehouden gastmaal, ter ge legenheid van de vloot manoeuvres, aan boord van de MJara, sprak adumraall Koster een toost uit, waarin hij verklaarde dat do actieve vloot ten zeerste verblijd was door den lof en de veelvuldige bewijzen van genade van den Keizer. Bovenal is de marine echter heden ten dage bezield met een gevoel van de grootste dankbaarheid, omdat zij in den Kei zer ziet den krachtigen, rusteloos vooruit- zienden grondvester van de zaoh steeds ont wikkelende, steeds aangroeiende oorlogs vloot. De Keizer heeft echter niet alleen het personeel en het materieel in 't leven geroe pen, hij heeft ook in de rangen van het marine-officierskorps eem geest geplant van militaire flinkheid, die, wanneer het God behaagt leiden zal tot- groote diingen. Admiraal Koster besloot zijne rede met een „Hoera'- voor den Keizer. De Keizer antwoordde De marine en de oorlogsvloot zijn doortrokken van den geest, dien ik daarin wenschte te doen beerschen. Toen ik aan de regeering kwam, vond ik ©ene marine, waarvan het voortreffelijke of- ficierskorps niet ten. volle het besef had, dat het zich met den oersoon van den Keizer volkomen moest yereenzelvigeoi. Dit kou ook niet anders zijn bij de historische ©n militair- politieke ontwikkeling van deze zeemacht. Ik heb volkomen mijn doel bereikt. Het offi cierskorps der marine is mijn officierskorps, de heeren zijn mijne officieren, mijne kame raden geworden. Dank zij'het tot stand ko men van dezen nauwen, innigen band, dio reeds sedert eeuwen bestaat tusschen de of ficieren van de landmacht en hunne ko ningen, is het mogelijk geweest de groote taak te volbrengen, die moest worden volbracht. Want ook hier geldt: „De letter doodt, do geest maakt levend."' Ik begroet in dezen geest van blijde toewijding, opofferenden ar beid, gehoorzaamheid en tucht de verblijden de zekerheid voor de toekomst, dat de marine zal toonen berekend te zijn voor den vollen omvang van de taak, die zij zal hebben te vervullen als een goed, betrouwbaar wapen in mijne hand. In de verwachting, dat flink heid en moed, toewijding vain goed en bloed voor koning en vaderland steeds levendig zullen zijn in de marine, neem ik mijn glas op met den kreet„Hoera voor de actieve oorlogsvloot, voor mijne marine/' Het Keizerpaar kwam gisterenmiddag te Schweriai aan en werd zeer feestelijk ontvan gen. Bij het feestmaal in het slot bracht de groothertog ecu dronk uit op den Keizer en de Keizerin en vervolgens op den Kroon prins. De Keizer zeide den groothertog dank en sprak zijne groote vreugde uit over de ver loving van den kroonprins met hertogin Ce cilia, die, zeide hij, door- de 'leden van het keizerlijke huis met open armen ontvangen en hoog geëerd zal worden, want haar ka rakter is een waarborg voor het geluk van zijn zoon en daarmede van zijn huis en van het vaderland. Z. M. gewaagde vervolgens van de leger-oefeningen, die nu 'n Mecklen burg plaats hebben, cn dronk op het welzijn van het groothertogelijke huis, daarbij wij zende op de van ouds bestaande innige en nauwe betrekkingen tusschen de- beide vor stenhuizen. Rusland. De Russische bladen bevatten het verslag van de zitting van den Senaat van Finland, waarin de nieuwe gouverneur-generaal, prins Obolenski eene programrede heeft gehouden, die volgens hun zeggen in een geest' van verdraagzaamheid en verzoening is gesteld. Hij heeft verklaard, dat de Keizer hem vol strekt niet het nemen van maatregelen van onderdrukking had bevolen en nog minder had opgedragen iets te veranderen in het regeeringsstel-sel van het land. De Keizer w-eet, dat do Finnen zich beklagen over den tegenwoorcügen toestand, maar meent', dat zij dien eenigszins hebben uitgolokt, door revolutionaire daden goed te keuren. Prins Obolenski heeft zich bereid verklaard naar alle oprechte meedingen te luisteren, en hij voegde daaraantoe, dat de Finnen gelijk hiadden met trouw te zijn aan hun land od naijverig op het regeeringsstelse', dat hei- geniet. Maar hij heeft tegelijk verzekerd, dat de aanvallen tegen Rusland onrechtvaar dig waren, en dat hij de rechten van het rijk ongeschonden zou handhaven. Hij eindigde met rechtvaardigheid en welwillendheid aan allen te beloven, en vroeg de Finnen hem te beoordeelen naar zijne daden en niet. naar praatjes. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn die voT-gende berichten Tsingtau, 10 Sept. Japansche officieren op weg naar Tokio, die hier vandaag door kwamen, verklaarden, dat hunne verliezen voor Port Arthur gedurende de laatste da gen zeer zwaar zijn, ruim vijftien duizend. Het aantal gedoode en gewonde Japanners te Liaojang bedraagt meer dan twintig dui zend. Liaojang, 7 Sept. De Japansche troepen zijn geheel uit den bandzij plunderden brutaal weg gisteren avond. Een bekend Schotsok zendeling is in de algemeone wan orde verwond. Liaojang8 Sept. (Telegraph). Het leger van Koeroki is teruggeroepen en is nu ge kampeerd op vijf mijlen ten noordoosten van Liaojang. De Japanners bereiden eene om trekkende beweging tegen Moekden voor van het westen uit zij. zijn ongetwijfeld voorne mens zich nog dit jaar van Moekden meester te maken, waarschijnlijk binnen drie weken. Tokio, 10 Sept. Generaal Koeroki bericht, dat na het gevecht van Maaradag de Russen meer dau tienduizend gewonden naar het Noorden vervoerden. Zij lieten drieduizend dooden in de omgeving van Liaojang achter. Londen, 10 Sept. Het Japansche gezant schap maakt het volgende telegram bekend dat heden uit Tokio ontvangen is. Maarschalk Oyama berioht, dat na de gevechten op 4 en 5 September het Japansche rechterlegcr de kolenmijnen van Yental en den Yoementse- beuvel hoeft bezet. Men gelooft, dat de hoofdmacht van de Rus sen teruggetrokken is ten noorden van de Hoen-ho. Inlanders verklaren dat do Russen 10.000 dooden en gewonden in treinen weg voerden. Wij begroeven meer dan 3000 Rus- Uit het Noorecli 21 VAN JONAS LIE. Beneden op straat knikte Faste nu en dan naar een eerste of twteede verdieping, van waar men hem groette. Hij kende de families immers zoo goed I Alleen had hij vroeger de keerzijde van de medal je gezien. Hij had zie nu eerst leeren kennen, zooals zij waren. Werkelijk, volstrekt niet zoo zwart!.... Alleen een beetje kennis, een eenigszins gunstige ]x>sitie en men staat in een goed blaadje bij henDie arme menschen, die zoo gaarne gelukkig willen zijn en tegelij kertijd gelukkig willem makenzij; zijn slechts niet hamdig genoeg om in te zien wat er in een -ander steekt en daardoor doen zij wantrouwen en vrees ontstaan, wekken zij wrevel op en plagen, pijnigen en knijpen duivels, zoodat zulks eindelijk (een genot voor hen wordt.... „Faste. kijk eens hier," werd er eensklaps geroepen „hier heb je 't groote, roode potlood, dat je gisteren avond hebt- verge ten... Ik zal het je toegooien'. Daar, vang op!" Mïna Luders stond voor het open raam en wietp het hem toe met dezelfde zekerheid als zij in haar kindertijd een bal hanteerde. „En. 'hoe gaat het thuis?" vroeg mevrouw Luders, die haar hoofd uit liet raam stak. „En met Solvi?" vervolgde zij met een ze kere bezorgdheid. „D'aink u, heel wel." Hij; groette zooals mem goede vrienden goeden dag zegt en ging verder. Beneden op de brug stonden drie of vier jongere handelsmannen uit de stad samen te praten en spuwden in zee Johannes ©ockmann, de zoon van den. bankier, zelf reeds een zelfstandig groothan delaar in traan en visch, scheidde zich van de overigen en. kwanii, uit d'e verte wenkend, naar hem toe. „Ik weaisch je geluk! Merkwaardig mensoh1 Dë aandeden stijgen opnieuw. Was er in den ouden tijd. niet. iemand, die met een zegewagen/ reed' en. voortdurend wan. of iets dergelijks dan. kon hij. misschien mijn traan gebruiken omi zijpt assen mede te smeren, dacht ik want/ het gaat tegen woordig heel slecht. Of kun! je mij niet. een poosje je hoofd leenen, Faste, dab ik er iets op kan vinden, want zulke eenvoudige hulp middeltjes om traan van spek en zeehonden voor levertraan, te verkoopen, deugen niet meer." ...Maar wat ik zeggen, wilde. Faste, men wil je kiezen als bestuurslid' vam de hamdels- vereeniging.Je behoeft er niets voor te doen. alleen te bestaan, kerel! Dat is de zegewagen, zie je Feitelijk ben jij nu de aanvoerder van ons jongeren en wij zijn het er over eens om je van het eene bestuur i.n. het andere te rijden, waardoor je aan het hoofd van. ons jongeren, het roer van deze stad in handen zult hebben. D'e ouden moe ten verdwijnen Een. nieuwe tijd' heeft nieuwe mannen noodig dit is nu Jiet wachtwoord voor alle lustschepen. Alleen zal het nu niet met stoom gaan, maar met electricriteit, keTel „Hoe drommel, ben jij zoo in vuur en vlam geraakt, riep Faste uit. „Ik heb altijd gedacht, dat je geboren was als een soliede groothandelaar.-' „Ik kam je zeggen, Faste, dat ik altijd geloofd heb. er iets bijfzonders in je stakIk heb nu eenmaal een; scherpen blik, zie je Het was slechts de quaestie, of je goede geest al dan niet zou zegevieren... Hoe grooter geest, hoe grooter beest, weet je, dat vind ik Maar summa summarumzoo in die oude sleur voort te gaan met die traan en visschen heb eene jaar verliezen en het andere winnen, d'at. gaat werkelijk niet meer in den tegenwoordigen tijd! Het heeft er iets van. alsof men wandelt' met de voorva derlijke slaapmuts over de ooren getrokken, zoo'n wegkwijnende zaak. Daarom heb ben drie of vier van ons besloten om de oude vuile vitfkaart weg te werpen en het spel opnieuw te beginnen, Ik, bijvoorbeeld, begin nu voor eigen rekening een chooolade-fabriek en sajnen met Johan Berg een dito van spuitwater en. zulk goed. -En," klonk het ge heimzinnig, „dan hebben wij, ik on een paar anderen, ons net geworpen over eenige per- ceclen boseh, aan deni bovenkant der stad, om een houtslijpcrij op te zetten, in, aandee- len, Zoioals ie zegt, gebruiken wij behoorlijk stoom electriciteit, bedoel ik." „Maar, waar, voor den drommel, krijg je het geld vandaan riep Faste uit. „Wel, als men maar eerst wat heeft aan te bieden, waar iets van te maken valt, een verdienstelijk idee dan komt in de tegenwoordige tijden, het geld altijd, het vloeit evenals water heen waar het noodig isl Er behooren ondernemingen bij. voor het- ma ken van de rente, die het kapitaal moet op brengen, zal het niet fout afloopeni. Faste wandelde den heuvel op, met- een wonderlijk feestelijk gevoel... Er was leven en beweging in do menschen gekomen werk en geld... De stad was opweg om een van. de eerste in het land te worden En hoeveel krachten lagen er niet gebon den en geketend in zoo'n oude plaats. Hot is als de vlothouten, die zich hooger en hoo- ger opstapelen, terwijl het slechts van een enkelen balk afhangt om weer los te ra ken. Maar... maar hem viel iets in wat mevrouw Luders bedoeld met haar vraag naar Solvi Zij, Was toch niet ziek of zwak Hij besloot onmiddellijk zijn moeder daar naar to vragen. Thuis gekonien, hield hij op de binnen plaats stil en zeide Dit lef goeden dag, die met veel moeite en inspanning er in geslaagd was om een strak gespannen, drooglijn te la ten trillen. Hij nam haar tusschen de tan den en knipte er aan beide kanten tegen alsof hij do toon met zij.n hersens in overeen stemming wilde brengen. Nu cn dan liet hij de lijn weer los en stootte een boem, boem uit als een geregeld gewone toon „De kerseboom, moeder zeide Faste, tooit hij binnenkwam, „wordt geheel leeggeplun derd, of ik er bij beu of niet. Het ziet er be paald kaal uit. Faste was verscheidene dagen niet thuis geweest, hield tegenwoordig kantoor en woon de in de benedenstad. ,,Dnt doen Agncte en haar vriendinnen," verklaarde mevrouw Forland. Faste keek met een eigenaardig vorsclicn- den blik rond. „Christine Torp en Hantia Brinkman cn Bera on Dina. Breder? Altijd dezelfden?" „Bera niet! Ik heb haar in langen tijd niet gezien. Je weet toch, Faste..." „Och zij is een onbuigzame, geweldig stei le natuur, dat is ze. Als zij het met mij on eens wordt, slaat dat op de geheel© familie terug niet alleen laat zij dan Solvi en Ag- nete loopéh, maar zij bezoekt zelfs u niet meer, moederIk liep vandaag weer tegen haar op als tegen ©en paal waartegen men een, wagenrad stuk kan rijden... Alleen wan neer men het met haar eens is, is zij aan biddelijk Zij begrijpt, ronduit gezegd, andere menschen niet." „Zij is zoo waar en diep," zeide mevrouw Forland zachtmoedig, „zoo eenvoudig en begrijpelijk. Faste." „Ja, en ik ben, helaas, zoo ingewikkeld Daardoor konden wij het ook niet langer sa men vinden." „Zij komt dikwijls naar Solvi zien." „Ja, dat is waar Solvi, Solvi? Wat is er toch eigenlijk niet haar gebeurd?" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1