W\ TO.
8d< Jaargnni;.
Maandag 12 September 1904.
^BUITENLAND.
FEUILLETON.
FASTE F0RLAND.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco, per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- eh Feestdagen.
Advertcnticn, medcdeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. TelepHoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 1—5 regels f 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement. Eone
circulaire, bevattendo de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnen, KOS
TELOOS toegezonden.
Kennisgevingen.
AANGIFTE VAN VERHUIZING (BINNEN
DE GEMEENTE.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Overwegende dat. de bepalingen der door den
gemeenteraad den 20. Mei 1862 vastgestelde
verordening regelende de verplichting tot het
doen van aangifte van de verhuizingen binnen
de gemeente, niet behoorlijk worden nageleefd
Herinneren den ingezetenen de op hen rusten
de verplichting tot het doen. van aangifte van
verhuizing binnen de gemeente, en brengen
daartoe bij deze te hunner kennis de bepalingen
van gezegde verordening, welke luiden als volgt
1. De Hoofden van huisgezinnen of afzonder
lijk levende Dersonen, binnen de gemeente van
woning veranderende, zijn verplicht, daarvan
binnen ééne maand ten raadhuize aan den Amb
tenaar, belast met het bijhouden van het bevol
kingsregister, aangifte te doen.
2. Zij, die het voornemen hebben te kennen
gegeven om de gemeente te verlaten, en dien
tengevolge oen "Otuigschrift van, verandering
van werkelijke woonplaats hebben ontvangen,
zijn verplicht, indien zij van dit voornemen" af
zien, daarvan ter plaatse en aan den Ambte
naar, in art. 1 vermeld, binnen ééne maand na
de dagteekening van het afgegeven getuigschrift,
kennis te geven.
3. De' overtreding van elke der bepalingen
van deze verordening wordt gestraft met eene
geldboete van ten hoogste zeven gulden.
Gerlaan te Amersfoort, den 10. September
1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. <L. "VTSSER, Wefch., lo.-Barg.
De Secretaris,
IB. W. Th. SAiNDBHRXJ.
AANGIFTE VAN VERTREK UIT EN VAN
VESTIGING IN DE GEMEENTE.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op het Koninklijk besluit van den 27sten
Juli 1887 (Staatsblad no. 141), regelende de ver
plichting der ingezetenen tot het doen van aan
gifte voor de bevolkingsregisters
Herinneren den ingezetenen de op hen rusten
de verplichting tot het doen van aangifte van
vertrek uit en van vestiging in de gemeente, en
brengen daartoe bij deze te hunner kennis de
bepalingen van gezegd Koninklijk besluit, welke
luiden als volgt:
1. Zij, die op den dag der volkstelling in den
vreemde of in eene der koloniën of overzeesche
bezittingen van. het Rijk hebben vertoefd, geven
binnen ééne maand na hunne terugkomst hier
van kennis aan het gemeentebestuur.
Zij, die bij die telling zijn overgeslagen, geven
binnen ééne maand na den dag voor elke tel
ling bepaald, van dit verzuim kennis aan het
bestuur hunner werkelijke woonplaats. Voor de
leden van huisgezinnen rust de verplichting tot
kennisgeving op het hoofd van elk huisgezin.
2. Zij, die uit eene Nederlandsche kolonie,
eene overzeesche bezitting of uit den vreemde
hunne woonplaats overbrengen in eene gemeente
binnen het Rijk, doen hiervan eene verklaring
aan het gemeentebestuur, vergezeld van het ge
bruikelijke getuigschrift voor hen die uit de
koloniën of bezittingen, van een paspoort of
reis- en verblijfpas of andere door de, politie
deugdelijk erkende bewijsstukken voor hen die
uit den vreemde komen.
Deze verklaring geschiedt binnen ééne maand
na hunne aankomst in de gemeente.
3. De kennisgeving in de twee vorige punten
vermeld, gaat vergezeld van de noodige opgaven
om in de bevolkingsregisters te worden inge
schreven.
4. Zij, die hunne werkelijke woonplaats bin
nen het Rijk verlaten om die over te brengen
naar eene Nederlandsche kolonie, eene over
zeesche bezitting af naar den vreemde, doen
hiervan eene verklaring aan het bestuur der ge
meente, welke zij verlaten.
5.Zij die hunne werkelijke woonplaats uit eene
gemeente van het Rijk naar eene andere ge
meente overbrengen, doen hiervan eene verkla
ring aan het bestuur der gemeente die zij ver
laten en waar zij in het bevolkinsregister zijn
ingeschreven, met opgaaf der gemeente, waar zij
wenschen zioh te vestigen.
Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van
verandering van werkelijke woonplaats.
6. Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woon
plaats overbrengen, doen zij uiterlijk binnen
ééne maand na hunne aankomst eene verklaring
aan het gemeentebestuur, met overlegging van
het getuigschrift in het vorige artikel vermeld.
7. Elk hoofd van een huisgezin, geeft uiter
dijk binnen ééne maand kennis aan het ge
meentebestuur van ieder lid dat in het huisge
zin wordt opgenomen of daar uitgaat, inwonende
dienst- en werkboden daaronder begrepen. Om
trent die kennisgeving geldt het bij sub 3 be
paalde.
Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzon
derlijk levende personen, wanneer zij andere
personen in hun. huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen, gestichten en
inrichtingen, niet slaande onder het bestuur of
toezicht van het openbare gezag, waar personen
onder eenig bestuur samenwonen, geven maan
delijks aan het gemeentebestuur kennis van
alle personen, die in de samenwoning zijn op
genomen of daarvan zijn uitgetreden.
De verplichting vervalt, wanneer langs een
anderen weg de vereischte kennisgeving voor
het bevolkingsregister gedaan is.
8. Onverminderd de bovenstaande voorschrif
ten is een ieder, door het gemeentebestuur
daartoe opgeroepen, verplicht tot het doen der
opgaven, die vereischt worden om de bevol
kingsregisters in te vullen.
9. Overtreding dezer biepalingen wordt ge
straft met hechtenis van ten. hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoogste honderd gul
den.
Gedaan te Amersfoort, den. 10. September
1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. li. VTSSEIR. Weth., lo.-Burg.
De Secretaris.
IB. W. Th. SAÜïlDlBIEIRG.
KOSRELOOZE INENTING.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort.
Gelet, op artikel 18 der wet van 4 December
1872 (Staatsblad no. 134)
brengen ter .kennis van belanghebbenden, dat
voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze in
enting wordt gegeven op den eeTsten en tweeden
Maandag van de maanden Januari, April, Juli
en October, -telkens des namiddags te drie ure,
in de daar.toe bestemde Realiteit van het voor
malig schoolgebouw wijk A, Koestraat no. 9.
Gedaan te Amersfoort, den 10. September
1904.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
E. L. "VTSSER. Weth., lo.-Burg.
De Secretaris.
B. W. Th. WANDBERG.
Politiek Overzicht
Engeland in Tibet.
De Engelsche expeditie naar Tibet, wel
ker vertrok met het oog opi den naderenden,
winter op 15 September is bepaa'd, gaat
'liet met ledige handen terugden 7en is
het nieuwe verdrag tusschon Engeland en
Tibet te Lhassa onderteekend. Het was te
verwaenten, dat liet daartoe komen zou, en
de berichten hadden ons daarop re*-ds voor
bereid.
Den len September had er in de woning
van den Uhmeeschen resident' te Lhassa, den
armban, eene plechtige vergadering plaats ge
had, een durbar zooals de technische term
luidt, waarin de regent en de leden van den
lioogen raad uit de handen van kolonel
Youngiiusband het definitieve ontwerp van
liet verdrag in ontvangst namen. Over de
hoofdbepahngen van dit ontwerp was in d'e
vergadering overeenstemming verkregen
alleen tegen het1 bedrag van de schadever
goeding, die Engeland vorderde voor de kos
ten die het had moeten maken tot uitrus
ting van de expeditie, werd van Tibetaan-
sche zijde bezwaar gemaakt. De regent ver
geleek 'li bet met een ezel. dien men een
onmogelijken last wilde opleggen. Kolone'.
Younghusband merkte op, dat men den eze'
niet behoefde te overladende last kon ver
deeld en bij gedeelten gedragen worden De
regent bracht daartegen in, dat de ezel zou
kunnen sterven voordat hij den gcheelen last
had overgebracht, waarop Younghusband ant
woordde, dat de amban er wel voor zou
zorgen, dat de ezel voorzichtig werd gedre
ven en dat men geen al te zware inspan
ning van hem vergde. Toen de Tibetaansche
machthebbenden zieli hadden verwijderd,
merkte Younghusband tegen den amban op,
dat die vergelijking met den ezel niet zoo
kwaad was geweest, en de amban was het
daarmede eens, maar bleef er bij, dat de
Tibetaansche heeren met een erg onwillig
grauwtje moesten vergeleken worden, dat
altijd gezind was te slaan en te bijten.
Deze Chineesche dignitaris schijnt de kunst
te verstaan zich met' beide partijen op goe
den voet te stellen, wat zeker voor zijn diplo
matiek talent pleit. Men hoort "an Engel
sche zijde veel goeds van hem. In de 'aatste
berichten wordt uitdrukkelijk van hem ge
zegd, dat de amban een veel gewichtiger
man is dan vroeger algemeen werd aange
nomen. Hij treedt i» het openbaar met veel
grooter praal en schitterender gevolg op dan
de leden van den hoogen raad cn beschikt
niet alleen over eene lijfwacht, maar ook
over eene bijzondere politiemacht, die hij
bij de onlusten, welke onlangs in Lhassa zijn
voorgekomen, heeft laten uitrukken om de
orde te herstellen. De Ti be tanen hebben ook
meer eerbied voor den veraf wonenden Keizer
van China dan voor den Dalai Lama; geen
lid van den hoogen raad en geen abt. van
een klooster kan zonder toestemming van
den amban benoemd worden.
Nu is door de bemiddeling van den amban
het verdrag tot stand gekomen. Wat het
eigen.ijk inhoudt, is nog niet bekend. Men
verneemt daarover thans enkel, dat zoodani
ge bijzonderheden als men gepast zal oordee-
len openbaar te maken, later zullen worden
medegedeeld, net moet1 dus nog blijken, of
de Engelschen werkelijk reden hebben met
den inhoud tevreden te zijn. De waarschijn
lijkheid pleit daar wel voor, nu het ongeluk
van de Russische wapenen in den oorlog
tegen Japan, dat in geheel Azië een machtigen
indruk heeft gemaakt, indirect aan het Rrit-
sche presuge ten goede is gekomen. Maar
men zal moeten afwachten of de onderteeke»
ning van het verdrag door de bestuurders
van Tibet is geschied met de reservado men-
talis, dat als de Engelschen eerst maar uit
het land zijn, men 't met de naleving van
liet overeengekomene niet1 zoo nauw zal be
hoeven te nemen.
Men mag wel aannemen, dat deze onder
handeling zoo vlot niet zou gegaan zijn, als
Ruslands handen thans niet gebonden wa
ren in Oost-Azië. Maar zeker is daarop ook
van invloed geweest de wenscli van de En
gelschen om zoo spoedig mogelijk Lhassa
weer te kunnen verlaten. Het is hoog tijd
voor de expeditie om naar Indië terug te
keeren, omdat het naderende winter-jaarge-
tijde het Tibetaansche bergland weldra on
begaanbaar zal maken. Reeds nu zal'zij op
haren terugtocht groote bezwaren ontmoeten.
Duitschland.
Bij het in Brunsbüttelkoog (Elbe-mond),
verleden Zaterdag gehouden gastmaal, ter ge
legenheid van de vloot manoeuvres, aan boord
van de MJara, sprak adumraall Koster een toost
uit, waarin hij verklaarde dat do actieve
vloot ten zeerste verblijd was door den lof en
de veelvuldige bewijzen van genade van den
Keizer. Bovenal is de marine echter heden
ten dage bezield met een gevoel van de
grootste dankbaarheid, omdat zij in den Kei
zer ziet den krachtigen, rusteloos vooruit-
zienden grondvester van de zaoh steeds ont
wikkelende, steeds aangroeiende oorlogs
vloot.
De Keizer heeft echter niet alleen het
personeel en het materieel in 't leven geroe
pen, hij heeft ook in de rangen van het
marine-officierskorps eem geest geplant van
militaire flinkheid, die, wanneer het God
behaagt leiden zal tot- groote diingen.
Admiraal Koster besloot zijne rede met
een „Hoera'- voor den Keizer.
De Keizer antwoordde De marine en de
oorlogsvloot zijn doortrokken van den geest,
dien ik daarin wenschte te doen beerschen.
Toen ik aan de regeering kwam, vond ik
©ene marine, waarvan het voortreffelijke of-
ficierskorps niet ten. volle het besef had, dat
het zich met den oersoon van den Keizer
volkomen moest yereenzelvigeoi. Dit kou ook
niet anders zijn bij de historische ©n militair-
politieke ontwikkeling van deze zeemacht. Ik
heb volkomen mijn doel bereikt. Het offi
cierskorps der marine is mijn officierskorps,
de heeren zijn mijne officieren, mijne kame
raden geworden. Dank zij'het tot stand ko
men van dezen nauwen, innigen band, dio
reeds sedert eeuwen bestaat tusschen de of
ficieren van de landmacht en hunne ko
ningen, is het mogelijk geweest de groote taak
te volbrengen, die moest worden volbracht.
Want ook hier geldt: „De letter doodt, do
geest maakt levend."' Ik begroet in dezen
geest van blijde toewijding, opofferenden ar
beid, gehoorzaamheid en tucht de verblijden
de zekerheid voor de toekomst, dat de marine
zal toonen berekend te zijn voor den vollen
omvang van de taak, die zij zal hebben te
vervullen als een goed, betrouwbaar wapen
in mijne hand. In de verwachting, dat flink
heid en moed, toewijding vain goed en bloed
voor koning en vaderland steeds levendig
zullen zijn in de marine, neem ik mijn glas
op met den kreet„Hoera voor de actieve
oorlogsvloot, voor mijne marine/'
Het Keizerpaar kwam gisterenmiddag te
Schweriai aan en werd zeer feestelijk ontvan
gen.
Bij het feestmaal in het slot bracht de
groothertog ecu dronk uit op den Keizer en
de Keizerin en vervolgens op den Kroon
prins.
De Keizer zeide den groothertog dank en
sprak zijne groote vreugde uit over de ver
loving van den kroonprins met hertogin Ce
cilia, die, zeide hij, door- de 'leden van het
keizerlijke huis met open armen ontvangen
en hoog geëerd zal worden, want haar ka
rakter is een waarborg voor het geluk van
zijn zoon en daarmede van zijn huis en van
het vaderland. Z. M. gewaagde vervolgens
van de leger-oefeningen, die nu 'n Mecklen
burg plaats hebben, cn dronk op het welzijn
van het groothertogelijke huis, daarbij wij
zende op de van ouds bestaande innige en
nauwe betrekkingen tusschen de- beide vor
stenhuizen.
Rusland.
De Russische bladen bevatten het verslag
van de zitting van den Senaat van Finland,
waarin de nieuwe gouverneur-generaal, prins
Obolenski eene programrede heeft gehouden,
die volgens hun zeggen in een geest' van
verdraagzaamheid en verzoening is gesteld.
Hij heeft verklaard, dat de Keizer hem vol
strekt niet het nemen van maatregelen van
onderdrukking had bevolen en nog minder
had opgedragen iets te veranderen in het
regeeringsstel-sel van het land. De Keizer
w-eet, dat do Finnen zich beklagen over den
tegenwoorcügen toestand, maar meent', dat
zij dien eenigszins hebben uitgolokt, door
revolutionaire daden goed te keuren. Prins
Obolenski heeft zich bereid verklaard naar
alle oprechte meedingen te luisteren, en hij
voegde daaraantoe, dat de Finnen gelijk
hiadden met trouw te zijn aan hun land od
naijverig op het regeeringsstelse', dat hei-
geniet. Maar hij heeft tegelijk verzekerd,
dat de aanvallen tegen Rusland onrechtvaar
dig waren, en dat hij de rechten van het rijk
ongeschonden zou handhaven. Hij eindigde
met rechtvaardigheid en welwillendheid aan
allen te beloven, en vroeg de Finnen hem
te beoordeelen naar zijne daden en niet. naar
praatjes.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn die voT-gende berichten
Tsingtau, 10 Sept. Japansche officieren
op weg naar Tokio, die hier vandaag door
kwamen, verklaarden, dat hunne verliezen
voor Port Arthur gedurende de laatste da
gen zeer zwaar zijn, ruim vijftien duizend.
Het aantal gedoode en gewonde Japanners
te Liaojang bedraagt meer dan twintig dui
zend.
Liaojang, 7 Sept. De Japansche troepen
zijn geheel uit den bandzij plunderden
brutaal weg gisteren avond. Een bekend
Schotsok zendeling is in de algemeone wan
orde verwond.
Liaojang8 Sept. (Telegraph). Het leger
van Koeroki is teruggeroepen en is nu ge
kampeerd op vijf mijlen ten noordoosten van
Liaojang. De Japanners bereiden eene om
trekkende beweging tegen Moekden voor van
het westen uit zij. zijn ongetwijfeld voorne
mens zich nog dit jaar van Moekden meester
te maken, waarschijnlijk binnen drie weken.
Tokio, 10 Sept. Generaal Koeroki bericht,
dat na het gevecht van Maaradag de Russen
meer dau tienduizend gewonden naar het
Noorden vervoerden. Zij lieten drieduizend
dooden in de omgeving van Liaojang achter.
Londen, 10 Sept. Het Japansche gezant
schap maakt het volgende telegram bekend
dat heden uit Tokio ontvangen is. Maarschalk
Oyama berioht, dat na de gevechten op 4 en
5 September het Japansche rechterlegcr de
kolenmijnen van Yental en den Yoementse-
beuvel hoeft bezet.
Men gelooft, dat de hoofdmacht van de Rus
sen teruggetrokken is ten noorden van de
Hoen-ho. Inlanders verklaren dat do Russen
10.000 dooden en gewonden in treinen weg
voerden. Wij begroeven meer dan 3000 Rus-
Uit het Noorecli
21 VAN
JONAS LIE.
Beneden op straat knikte Faste nu en dan
naar een eerste of twteede verdieping, van
waar men hem groette. Hij kende de families
immers zoo goed I Alleen had hij vroeger de
keerzijde van de medal je gezien. Hij had zie
nu eerst leeren kennen, zooals zij waren.
Werkelijk, volstrekt niet zoo zwart!....
Alleen een beetje kennis, een eenigszins
gunstige ]x>sitie en men staat in een goed
blaadje bij henDie arme menschen, die
zoo gaarne gelukkig willen zijn en tegelij
kertijd gelukkig willem makenzij; zijn
slechts niet hamdig genoeg om in te zien wat
er in een -ander steekt en daardoor doen zij
wantrouwen en vrees ontstaan, wekken zij
wrevel op en plagen, pijnigen en knijpen
duivels, zoodat zulks eindelijk (een
genot voor hen wordt....
„Faste. kijk eens hier," werd er eensklaps
geroepen „hier heb je 't groote, roode
potlood, dat je gisteren avond hebt- verge
ten... Ik zal het je toegooien'. Daar, vang
op!"
Mïna Luders stond voor het open raam
en wietp het hem toe met dezelfde zekerheid
als zij in haar kindertijd een bal hanteerde.
„En. 'hoe gaat het thuis?" vroeg mevrouw
Luders, die haar hoofd uit liet raam stak.
„En met Solvi?" vervolgde zij met een ze
kere bezorgdheid.
„D'aink u, heel wel."
Hij; groette zooals mem goede vrienden
goeden dag zegt en ging verder.
Beneden op de brug stonden drie of vier
jongere handelsmannen uit de stad samen
te praten en spuwden in zee
Johannes ©ockmann, de zoon van den.
bankier, zelf reeds een zelfstandig groothan
delaar in traan en visch, scheidde zich van
de overigen en. kwanii, uit d'e verte wenkend,
naar hem toe.
„Ik weaisch je geluk! Merkwaardig
mensoh1 Dë aandeden stijgen opnieuw.
Was er in den ouden tijd. niet. iemand, die
met een zegewagen/ reed' en. voortdurend wan.
of iets dergelijks dan. kon hij. misschien
mijn traan gebruiken omi zijpt assen mede te
smeren, dacht ik want/ het gaat tegen
woordig heel slecht. Of kun! je mij niet. een
poosje je hoofd leenen, Faste, dab ik er iets
op kan vinden, want zulke eenvoudige hulp
middeltjes om traan van spek en zeehonden
voor levertraan, te verkoopen, deugen niet
meer."
...Maar wat ik zeggen, wilde. Faste, men
wil je kiezen als bestuurslid' vam de hamdels-
vereeniging.Je behoeft er niets voor te
doen. alleen te bestaan, kerel! Dat is de
zegewagen, zie je Feitelijk ben jij nu de
aanvoerder van ons jongeren en wij zijn het
er over eens om je van het eene bestuur i.n.
het andere te rijden, waardoor je aan het
hoofd van. ons jongeren, het roer van deze
stad in handen zult hebben. D'e ouden moe
ten verdwijnen Een. nieuwe tijd' heeft nieuwe
mannen noodig dit is nu Jiet wachtwoord
voor alle lustschepen. Alleen zal het nu niet
met stoom gaan, maar met electricriteit,
keTel
„Hoe drommel, ben jij zoo in vuur en
vlam geraakt, riep Faste uit.
„Ik heb altijd gedacht, dat je geboren was
als een soliede groothandelaar.-'
„Ik kam je zeggen, Faste, dat ik altijd
geloofd heb. er iets bijfzonders in je stakIk
heb nu eenmaal een; scherpen blik, zie je
Het was slechts de quaestie, of je goede geest
al dan niet zou zegevieren... Hoe grooter
geest, hoe grooter beest, weet je, dat vind ik
Maar summa summarumzoo in
die oude sleur voort te gaan met die traan
en visschen heb eene jaar verliezen en het
andere winnen, d'at. gaat werkelijk niet meer
in den tegenwoordigen tijd! Het heeft er
iets van. alsof men wandelt' met de voorva
derlijke slaapmuts over de ooren getrokken,
zoo'n wegkwijnende zaak. Daarom heb
ben drie of vier van ons besloten om de oude
vuile vitfkaart weg te werpen en het spel
opnieuw te beginnen, Ik, bijvoorbeeld, begin
nu voor eigen rekening een chooolade-fabriek
en sajnen met Johan Berg een dito van
spuitwater en. zulk goed. -En," klonk het ge
heimzinnig, „dan hebben wij, ik on een paar
anderen, ons net geworpen over eenige per-
ceclen boseh, aan deni bovenkant der stad,
om een houtslijpcrij op te zetten, in, aandee-
len, Zoioals ie zegt, gebruiken wij behoorlijk
stoom electriciteit, bedoel ik."
„Maar, waar, voor den drommel, krijg je
het geld vandaan riep Faste uit.
„Wel, als men maar eerst wat heeft aan
te bieden, waar iets van te maken valt,
een verdienstelijk idee dan komt in de
tegenwoordige tijden, het geld altijd, het
vloeit evenals water heen waar het noodig isl
Er behooren ondernemingen bij. voor het- ma
ken van de rente, die het kapitaal moet op
brengen, zal het niet fout afloopeni.
Faste wandelde den heuvel op, met- een
wonderlijk feestelijk gevoel... Er was leven
en beweging in do menschen gekomen
werk en geld... De stad was opweg om een
van. de eerste in het land te worden
En hoeveel krachten lagen er niet gebon
den en geketend in zoo'n oude plaats. Hot
is als de vlothouten, die zich hooger en hoo-
ger opstapelen, terwijl het slechts van een
enkelen balk afhangt om weer los te ra
ken.
Maar... maar hem viel iets in wat
mevrouw Luders bedoeld met haar vraag
naar Solvi Zij, Was toch niet ziek of zwak
Hij besloot onmiddellijk zijn moeder daar
naar to vragen.
Thuis gekonien, hield hij op de binnen
plaats stil en zeide Dit lef goeden dag, die
met veel moeite en inspanning er in geslaagd
was om een strak gespannen, drooglijn te la
ten trillen. Hij nam haar tusschen de tan
den en knipte er aan beide kanten tegen
alsof hij do toon met zij.n hersens in overeen
stemming wilde brengen. Nu cn dan liet hij
de lijn weer los en stootte een boem, boem
uit als een geregeld gewone toon
„De kerseboom, moeder zeide Faste, tooit
hij binnenkwam, „wordt geheel leeggeplun
derd, of ik er bij beu of niet. Het ziet er be
paald kaal uit.
Faste was verscheidene dagen niet thuis
geweest, hield tegenwoordig kantoor en woon
de in de benedenstad.
,,Dnt doen Agncte en haar vriendinnen,"
verklaarde mevrouw Forland.
Faste keek met een eigenaardig vorsclicn-
den blik rond.
„Christine Torp en Hantia Brinkman cn
Bera on Dina. Breder? Altijd dezelfden?"
„Bera niet! Ik heb haar in langen tijd
niet gezien. Je weet toch, Faste..."
„Och zij is een onbuigzame, geweldig stei
le natuur, dat is ze. Als zij het met mij on
eens wordt, slaat dat op de geheel© familie
terug niet alleen laat zij dan Solvi en Ag-
nete loopéh, maar zij bezoekt zelfs u niet
meer, moederIk liep vandaag weer tegen
haar op als tegen ©en paal waartegen men
een, wagenrad stuk kan rijden... Alleen wan
neer men het met haar eens is, is zij aan
biddelijk Zij begrijpt, ronduit gezegd, andere
menschen niet."
„Zij is zoo waar en diep," zeide mevrouw
Forland zachtmoedig, „zoo eenvoudig en
begrijpelijk. Faste."
„Ja, en ik ben, helaas, zoo ingewikkeld
Daardoor konden wij het ook niet langer sa
men vinden."
„Zij komt dikwijls naar Solvi zien."
„Ja, dat is waar Solvi, Solvi? Wat
is er toch eigenlijk niet haar gebeurd?"
Wordt vervolgd.