W\ 72. »de Janrgrangg. Woensdag 14 September 1904 fcJUl l LNLAND. FEUILLETON. FASTE FORLAND. RSFOORTSCH ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertontiën, mededcelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C«. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: f 0.7». 0.15. Van 15 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij tujonnement. Eene circnlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met I October a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnen, KOS TELOOS toegezonden. Politiek Overzicht De nii uwe minister van Binnen- landsche Zaken in Rusland. Den 28. Juli j.l. werd de minister van binnenlandsche zaken von Piehwe door een dynamiet aanslag gedood. Den 9. September eerst is dit gewichtige ministerambt weder vervuld door c!e benoeming van pruig Swia- Lopoik-Mirsky tot minister van binnenland sche zaken. Het noemen van deze beide da tums is voldoende om tc doen zien, dat het ditmaal moe»! j gekost heeft eene keuze te doen. De moeielijkheid om den opvolger van Piehwe te kiezen, lag hoofdzakelijk hierin, dat men aan het hof van den Ozaar tot de overtuiging was gekomen, dat de ongeschou- de handhaving van de tot dusver gevoerde politiek onraadzaam was. Zelfs publicisten, vergrijsd in de oude Russische traditie, zooals prins Mestsjrsky en Soeworin, waarschuwden, dat de weg van het starre behoud moest wor den verlaten. Die opvatting vindt men uit gedrukt in bet besluit tot benoeming van prins Swiatopolk-Mirsky. Men legt er nadruk op, dat zijne benoeming is geschied tegen den zin van den procureur-generaal bij de heilige synode Pobedonoszew, wiens candidaat, se nator Platonow, een paar dagen geleden heetto te zijn benoemd. Uit een overoud adellijk geslacht, dat in het gouvernement Ckarkow gevestigd is, ge sproten, werd prins Peter Dmitrijewitscli Swiatopolk-Mirsky in 1857 geboren in den Kaukasus, waar zijn vader destijds plaatsver vanger was van den commandant der troe pen in het Kaukasische militaire district. Hij was voor de militaire loopbaan bestemd en werd ingedeeld b:j het lijfhuzaren-regiment van den Czaar. Maar liefde voor de studie van de militaire wetenschappen bewoog hem de Nicolai-academie van den generalen staf te bezoeken. Vóór de u tbarsting van den oor log van 1877 werd hij toegevoegd aan den opperbevelhebber van de Kaukasische troe pen. Hij diende met onderscheiding in dien oorlog. Bij de bestorming van Kars legde hij veel moed en beleid aan den dag, waarvoor hij beloond werd met liooge orden en met eene benoeming tot ad judant van den Czaar. Later diende hij in d« hoogere militaire rangen, totdat in 1895 Kei zer Nicolaas II, met wien hij persoonlijk be vriend was, hem het ambt van gouverneur van Pensa opdroeg. In den burgerlijken dienst klom hij evcnec-ns opin lf?7 werd hij gou verneur van Jekaterinoslaw, in 1902 gouver neur-generaal van Wilna, Grodno en Kownc. In al die betrekkingen deed hij zich kennen als een man van groote beschaving, vreedza- za.me bedoelingen en zeer verdraagzaam op godsdienstig gebied. In Wilna schafte hij de lijkstraffen af en wist zich op goeden voet te stellen met de Poolsche aristocratie. Nu heeft hij het ministerambt aanvaard op dringend verzoek van den Czaar, met wien hij twee maal daarover een onderhoud heeft gehad, want in het eerst had hij bezwaar do zware verantwoordelijkheid, aan het ambt verbou- den, op zich te nemen. Wat is er van de komst aan het bewind van dezen nieuwen minister to verwachten? Geen groote veranderingen in de binnenland sche politick van Rusland. Dat kan gezegd worden op grond van eene verklaring, die hij zelf heeft afgelegd aan een vertegenwoordiger van de Echo de Paris. In het belangwekken de gesprek, dat de nieuwe bewindsman met dezen dagbladschrijver heeft gehad, zijn zijne denkbeelden over eenige actueele onderwer pen van staatsbeleid vermeld. Op de vraag of hij groote veranderingen dacht aan ie brengen, antwoordde de minister „Geen veranderingen, maar ik wil mij er op toeleggen het programma te volgen, dat is aangegeven in het manifest van Z. M. Nikolaas II in Februari 1903. Steunende op de door den souverein gelegde grondslagen, zal ik trachten mijne daden te bezielen door een echte en breede vrijzinnigheid, voor zoo ver ten minste die vrijzinnigheid niet zal strekken om de gevestigde orde van zaken te veranderen. Als provinciaal en minnaar van de pro vincie, waar ik het grootste gedeelte van mijne loopbaan heb doorgebracht, ben ik een beslist voorstander van de decentralisatie. Ik ben van meening, dat alle zaken niet in Petersburg moeten worden beslist-. Bijgevolg zal ik aan de ljedoelingen van den Keizer beantwoorden, door aan onze provinciale en gemeentelijke vergaderingen, aan de zem- stvo's, de meest mogelijke macht te verlee- nen tot regeling van hunne zaken naarmate van den volkswensch in alle onderwerpen, de scholen, de wegen, de spoorwegen, enz. betreffende. Wij zullen aan de zemstvo's zooveel vrijheden verleenen als wij kunnen. Onze binnenlandsche toestand is, zonder bij zonder ernstig te zijn, ingewikkeld. Waarom zouden wij dat ontkennen? Door de goede regeling van de landelijke en gemeentelijke zemstvo's zullen wij het parlementarisme vermijden, waarvan de uitwerking in andere landen niet bemoedigd voor ons is." Over de politiek, die hij wil volgen in godsdienstzaken, liet prins Swiatopolk zich aldus uit „Ik ben een vijand van godsdienstvervol gingen en voorstander van de grootst moge lijke vrijheid van geweten, maar met eenig voorbehoud. Wij zijn overigens sedert eenige jaren veel vooruitgegaan in Rusland. Ik zal de taak voortzetten, om de verschillende godsdienstige gezindten vreedzaam naast el kaar te laten wonen in het uitgestrekte rijk. Ik ben geen vijand van de Joden, maar als wij aan hen volstrekte vrijheid gaven, zooals aan de orthodoxen, dan zouden zij snel al te veel beteekenis kunnen krijgen. Overigens ben ik besloten jegens hen te handelen met groote welwillendheid en het 'ot van de arme Jodcnklassen te verbeteren. Met goed heid komt men tot gelukkige uitkomsten." Prins Swiatopolk zal zich met blijdschap wijden aan de taak, maar binnen de grens van het bereikbare, om de oorzaken van on tevredenheid weg te nemen, waaruit de poli tieke misdaden voortvloeien. „Wij rijn ver plicht ons te verdedigen tegen de terroristen, maar persoonlijk ben ik zeer geneigd niet eene buitensporige strengheid te toonen je gens de jeugd, wier afdwalingen dikwijls door berouw gevolgd worden. Men moet aan de jongelieden den goeden weg wijzen en hen aantoonen, dat hunne luidruchtige tot niets leiden. Ik ben overigens een vriend van de studenten. Gij moet bedenken, dat zij overal verstandiger worden met de jaren en uitmuntende ambtenaren worden. Hoe zon ik niet zijn voor den vooruitgang, waarvan Rusland de vruchten zal oogsten Wij heb ben vele vorderingen te maken. Ik ben er een voorstander van, zooveel mogelijk de scholen op het platteland te vermeerderen. Daarin denkt mijn vriend en ambtgenoot, de minister van onderwijs generaal Glasow, met mij gelijk. Het is onmogelijk den voor uitgang te vermijden. Ook al bestrijden wij den vooruitgang, dan wordt bij ons toch de baas. Verdient het dan niet de voorkeur hem tegemoet te komen en tot zijne verwezenlij king de hand te bieden?" Eindelijk heeft prins Swiatopolk zich nog uitgelaten over de oorlog in het oosten, waar van hij zeide„Het is mogelijk, dat de oorlog niet populair is. Wij hebben hem niet ge wild wij hebben hem niet voorzienwij waren niet gereed. Maar de openbare mee ning zou nog ontevredener zijn, wanneer wij, nu de wijn getapt is, hem niet dronken tot den laatsten druppel zonder te blijven ste ken. Wij doorloopen cone moeielijke phase van een veldtocht, die op 10,000 werst af stand van de hoofdstad wordt gevoerd. Wij dachten volstrekt niet 't met het Japansche volk aan den stok te zullen krijgen, welks militaire eigenschappen eene verrassing zijn voor de geheele wereld en voor ons in 't bijzonder. Onze soldaten gaan uit plicht den dood tegemoet, rij uit pleirier. Maar op den duur trekken wij toch aan het langste eind." Creta. Pring George van Grilekenlandi, de Har- most van Kreta, ia heden te Peterhof aange komen. Hij werd door eenige grootvorsten ontvangen. Korea. Uit Sëoel wordt aan de Daily Telegraph gemeld, dat de spoorweg, van Foesan naar Sëoel weldra van de hoofdstad uit over een afstand van 326 K.M. bereden zal kunnen worden. Turkije. De laatste te Konstantinopel ontvangen consulaire telegrammen uit Vau houden in, dat de opgestane Armeniërs zich uit de stad in de bergen hebben teruggetrokken. De anders den Armeniërs gunstig gezinde Ame- rikaansche consul voegt daaraan toe, dat de Turksche troepen hierbij groote humaniteit aan den dag legden en dat de overheden met succes er op uit waren, de christelijke be volking gerust te stellen. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn dé vollgende berichten Een Reuter-telegram uit Petersburg ver meldt als gerucht, dat admiraal Alexejew naar men gelooft den Czaar zijn ont- slag gevraagd heeft als stadhouder in het Verre Oosten, doch dat de Czaar nog geen beslissing genomen heeft. Tientsin, 13 Sept. (D'aily Telegraph). Vol gens de laatste berichten uit Moekden, aange bracht door vluchtelingen van wie sommigen beroofd en uitgeschud waren bij Sinmintin, waren er den 7e>n 40.000 Russen bij Moekden. De Japanners, die slecht met paarden kun nen omgaan, hebben vele duizenden paar den, die kreupel rijn of de huid verschrikke lijk ontveld hebben of met zweren bedekt zijn; maar versterkingen in manschappen en paarden en nieuwe munitie-voorraad worden met groote u spoed naar Liaojang gebracht over Nioetsjwang en Dalny. De Japansche troepen houden heimelijk maar krachtig al het noordwaarts langs de Liao-rivier ge legen gebied bezet tot aan Sinmintin. De Tsoengoezen, die in groote georganiseerde benden bijoeu zijn en dikwijls zich verbroe deren met de Chineesche soldaten, worden aangemonsterd voor belangrijke operatiën. Naar het noorden toe hebben de Japan ners de legers van Koeroki, Nodzoe en Okoe bijeengetrokken in drie afdeelingen voor ver- eeuigde operatiën op samengevoegde liniën met een frooit van geen gjrootere uitgestrekt heid dan tien mijlen. Zij zijn voornemens op het open veld voorwaarts te gaan naar Moek den. Do omstandigheden verbieden hen de legers van Koeroki of Nodzoe in gevaar te brengen als gedetacheerde colonnes; daarom zal het de voorkeur verdienen de Russen om te trekken of hen te bevechten in het open veld. De Russische oavallerie vreezen rij niet. Gelukkig voor de bevolking van Mandsjoe- rije is de oogst dit jaar bijzonder overvloedig geweest. Tientsin, 12 Sept. De correspondent van Reuter, die bij de Russen geweest is, bericht uit Liaojang van den 8enj Toen de Japan ners de Russen van dé Sjansampo-heuvels hadden verdreven, gingen de gebrek leidende Russische soldaten, die wisten dat de stad moest vallen, aan 't plunderen van de Chi- neesclie en Europeesche winkels. Zij verniel den wat zij niet noodig hadden of niet mee konden nemenzij maakten balen en kisten open met de bajonet en verspreiden den in houd in de straten. De Russen vonden veel sterken drank. Daardoor werden de soldaten dronken, zoodat zij nog meer uitspattingen bedreven. Toen de Russen waren afgetrokken, zetten Cbineesohe benden het werk van de plunde ring voort. Nadat de Japanners waren aan gekomen, na vijf dagen veohtens, voltooiden de Japansche soldaten, die geen ander voed sel hadden dan droge rijst, het werk. Daar de winkels reeds leeg waren, braken zij de particuliere huizen open. De soldaten zijn nu uit de ommuurde stad verwijderdzij mogen er niet binnenkomen zonder een bij zonderen Een telegram van Reuter uit Tsjifoe meldt, dat de volgende aanval van generaal h.ogi tegen Fort Arthur voornamelijk gemunt zal zijn op de forten Erloengsjan en Kikwansjan, die de sterksfcen zijn op het noordoostelijke front. De stelling van Palitsjwang maakt de basis uit voor de Japansche oorlogstoe bereidselen. In aanmerk'ng nemende het vuur, waaraan de gravers blootstaan, vorde ren de loopgraven hard. Er valt niet aan te twijfelen of de aanvallen op deze forten zullen de zwaarsten zijn. die de Russen nog hebben moeten doorstaan. De geheele nacht, die Port Arthur omringt, bestaat) uit 80,000 soldaten. Het schijnt, dat de munitie-voorraad van do Russen aan 't minderen is. Zij gebruikea nu uitsluitend kruit, dat blijkbaar te Port Arthur zelf vervaardigd is en waarvan de rook aanstonds verraadt waar het vuur van daan komt. Wanneer Erloengsjan en Kikwansjan ver- meesterd zijn, dan zullen de Japanners den toegang tot Port Arthur laags den spoorweg in hunne macht hebben, en zullen zij in staat zijn de andere forten van hunne zwak kere rijde aan te vallen. Zij bereiden zich er op voor, dat de vermeestering van de sleu tels der sta i hun op zware verliezen te staan zal komen. Waarom de Japanners alle krachten in spannen om Port Arthur spoedig te verove ren, wordt in de Marine-rundschau aldus uiteengezet „Wanneer het den Russen gelukt een sterk eskader uit de Oostzee naar het oor- logstooneel te brengen, en dit daar vindt hetzij nog bruikbare overblijfselen van het eerste eskader, hetzij eene door den arbeid van dit eskader nog met een of twee linie schepen verminderde Japansche vloot, dan zou het in staat rijn de Japansche vloot van de zee te verdrijven. Daarmee zou voor het Japansche leger de gelegenheid om re- serven uit het moederland te laten overko men afgesneden zijn, en zonder deze kan het zich zelfs bij de uitstekendste dapperheid en aanvoering op den duur niet handhaven tegenover het Russische operatie-leger, dat door deu spoorweg steeds op nieuw versterkt, ja zelfs geheel vernieuwd kan worden, en zou de oorlog voor Japan verloren kunnen worden. Van dit gevaar is het ver vooruit ziende en maritiem denkende Japan zich ten volle bewust. „Om deze reden spant het thans alle krach ten in om zoo spoedig mogelijk in het be zit van Port Arthur cn de daar aanwezige overblijfselen van het eerste eskader te ge raken om deze reden verzwakt het het in de nauwste voeling met den tegenstander staande veldleger ten gunste van het voor de belegering dienendeom deze reden wordt, terwijl noch bij Port Arthur, noch in Mandsjoerije de werkelijke beslissing ge vallen is, reeds eene derde onderneming op eene op verren afstand gelegen plaats, de aanval tegen Port- Arthur, voorbereid. Alles komt er op aan, dat de Japanners zich zoo spoedig mogelijk in 1 et bezit van de in Oost-Azië aanwezige schepen en maritieme hulpmiddelen stellen, opdat het dreigende Russische Oostzec-eskader aan hen geen houvast en geen ondersteuning meer kan vinden, opdat den Russen de zee-oorlog >n Oost-Azië onmogelijk gemaakt wordteen bijzonder sprekend beeld voor den beslis- senden invloed, dien de zee-oorlog op het voeren van een oorlog in het algemeen en daarmee op de wereldgeschiedenis kan uit oefenen." Inderdaad kan men zeggen, dat alleen het overwicht van de Japanners ter zee hun de tot dusver op het land behaalde overwin ningen mogelijk heeft gemaakt. Wanneer dat hun werd onttrokken, dan zou' er van zelf een keer moeten komen in den oorlog te land. De heerschappij ter zee is de grond slag, waarop de operatiën van het Japansche landleger steunen, on evenzeer als een huis invalt wanneer het fundament ontbreekt, zoo zouden ook Ce grootste overwinningen het Japansche landleger niet kunnen baten wanneer het niet door eene de zee beheer- schende vloot gesteund wordt. Petersburg, 13 Sept. Bij keizerlijke ukase zijn opgeroepen de reservisten uit de distrio- ten Kherson, Bessarabie, Taurië en Yeka- tennoslaw om de naar het oosten gezonden soldaten van het gebied Odessa te vervan gen. Uit het Noorsch 23 v vak JONAS LIE. ..Mag ik eens vragen, wait U daar voor- steldctAsta, de koningin-moeder „Och meenzulk earn vroom, vruchtbaar en aantrekkelijk gezicht houd' ik er niet op na. Mijn trekken moeten altijd ecu weinig scheef zijju, wil er karakter in komen. „S'grid Storraad© dan?" „Terwijl zij deu koning in héb vat duwt' Dat kon tenminste nog een zin hebben. Maai* anders wil ik van al zulke oud© verve lendheden: het. liefst nog li'et spook vau ko ningin Gran'hild buiten op het mos zijn. Maar het allerliefst de heks, die in de asch woelt on graaft. Kunt- U miji zulk een rol niet ge von om beneden in de conned ie te spelen?'' Fast© stond verbaasd. Er sidderde een door hem nooit te voren ojïgemerkte, won derlijk diepe bitter lite id in haar stem en haar oogen knipten levendig. Hij beseft© plotseling, dait rij zich in haar hart ongelukkig kon voelen, niettegenstaan de haar „masker". Haar zoo scherp getce- kend gezicht was misschien ook niet jonge- meisjesaohtig. Fast© kreeg eensklaps het gevoel, dat hij, een vrouw voor zich had, dae treurde en ongelukkig was achter dat lachende, vroo- lijke, dat rij gedwongen was vol tie houden, om haar plaats in deze -wereld in t© nemen. Hier in het -dlagelijksohe leven imi het kleinook een groot treurspel „Maar als ik dan volstrekt moet op biechten waarvoor ik op de trap daarbuiten stil bleef staan," vervolgde Laura in dèzelfde stemming, „zoo was het noch wegens ko ningin Asta,, noch wegens Sigrid Storraade, maar om uw badhotel, dat mijl sprakeloos maakte. De boren daar beneden steekt zoo fees telijk in den winterdag omhoog. Ik herinner mij, nu weer ihet gebouw, de eerste, dut ik daarin, wasboen het nog enkel uit kale muren en veaisleropcniingeu bestond zie zoo duidelijk voor mij de twee bovenste ka- potte tredeïii, waar U miji met zulk een zwaai overheen: hielp... En dau het uitricht, dat mij als in een betooverimg bracht, waarvan ik mijl niet kon losmaken, tot ik hoé langer hoe meer onder den invloed kwam van een vreemde, eigenaardige mannestem, die zoo oppermachtig sprak of zweeg, al naar dat hij, lust had. Er lag zulk een zonderlingen zelt- bewustheid, zulk een kracht an alles wat hij. ze:de, alsof alle tegenwerpingen eenvoudig niet. bestondcu. Dat was mijn kennismaking met u. mijnheer Forland, ik had u nooit te voren, gezien." „Ja", zeide Faste, „nu praat ik eigen lijk iederen dag met u, juffrouw Groth! Ik heb een rol die voor u als geknipt is ik zie u iedere repliek geven.Over drie, vier weken komt de troop voor die repetities bijeen.U wordt natuurlijk de voornaamste steunpilaar." „Ach, mijnheel* Forland, als U wisthoe angstig ik word." „U? met uw groote gaven, angst?" Zij schudde het hoofd. „Neem, niet voor anderen niet, voor het publiek," 'kwam het er weifelend uit „voor u!" „Voor mij?" „Daar juist zegt U iets ©ver bet stuk waar ik niets v'an begrepen heb. En, ds.ni denk ik. dat ik toch gruwelijk dom moet wezen en sidder en beef, dat U zult mer ken, hoe onbeduidend! ik ben. „Als U wist, juffrouw Groth, hoe ik ut hoor spreken als de dochter van deu gierig aard' Kunt -gij' hierdoor niet bewoigen worden dan is uw hart dood gij- rijt een, ijskoud lijk, dlat. rondwaart „Die repliek neem ik mede naar huis omt mij <in te •oefenen," riep Laura uit. „Ik voel mij nu aangewezen als de dochter van dien gierigaard.het doortrilt mij als het» ware ik ben er in, ik hen er iu!" „Dat zegt U daar verkeerd. De sten» klonk ,niet vol. Zeg nog eensik ben er in..." „I'k bon er in 1" -riep zij met geestdrift en zwaaide m-et haar mof. „Doet. U morgein middag mice aan de sle devaart maar Frederikslundl?" vroeg zij zacht, even daarna. „Misschien... Ik had eigenlijk, daarowr niet gedacht of daartoe iets vooraf geschikt» ik lieb geen tijd voor al die stadsgezellig- heid." „Het gaat van konsul Risfciugs uit," ver telde Laura, „er wordt koffie en koud» avondeten medegenomen» en (natuurlijk cham pagne tot besluit... En maneschijn bij het naar huis rijden...' „En mag ik u rijde®Dam kom ïk Dan ga ik mede!" riep hij in vuur en vlami gezet oiv zwaaide met rijn hoed. De duivel haal een vrouw als Laura Grot-hHoé goed' begreep zij hem zij -had een open oog voor alles wat hem be trof... „Oef, ik ben het .toch zoo moe moeder om den gamschen dag maar de pijpen te daiusen van dae onmogelijke menschen, riep Fastj uit toep hiji 's avonds thuis kwam. Dé makelaar koopt en verkoopt. De stad breidt zich uit, ,De aaudeelon stijgen. Het. gaat, als met de spaken van een, wielEafr nu kan -i'k u mededeelen, dat zwager dokter ook einde lijk rijm voordeel heeft ingezien ei\ twee duizend kronen in -aaindeelen belegd. Hij be hoeft er Zaterdag ,maar bij; don makelaar om te vragen en dan heeft hij i«l een mooion duit verdiend, zonder dat hij er voor be hoeft te dokteren. -Maar, moeder, wanneer iemand) als .ik den ganschen dag «iet den god Mammon omgaat en zich meti winst en voordeel op stopt als een, worst, dan leert men ook be hoorlijk dom duivel kennen... Hij is heel merkwaardigMén wordt niet moe van hem in al zijn bochten en verwringingen te be- studecren, zoo verschillend als hij; hev woord voert bij verschillende gelegenheden. En het, potsierlijk tragisch-komieke vam d< geschiedenis is, dat de Mamman <len mensch maakt, in plaats van de mensch den Mam mon. Zeg dan eens, of zoo'n g.'erigen honid van een menechelijk wc zon niet verdient om te worden afgemaakt. JEn onder ons, moeder, u kunt wel be grijpen, dat uw -zoori» Faste niet ter wille van, de zaken hier wan negen uur 's avomicis komt cm om een 'lamp vraagt, cai zich ver maakt met op rijn oud, armoedig kamertje, tot twee. drie uur 's anorgems te zitten schrij ven. Ik geef mij' ©euvoaidig het genoegen van dén duivel uit te solialdoreiu Hij is zoo laag komiek, dat ik geen vrede heb, voor dat ik dén knaap behoorlijk aan de kaak heb gestéld in een klein tooneclstuk voor het zomert heater beneden aan het strand. Ik ric hem roods voor mij in gebarca» (eau taal den rijken man, demi geldschnvper, wiens huisgenooton zijini opgevoed in de fijn us te broeikaslucht van edele gevoelen», terwijl bij zelf de voornaamste moreelo autoriteit van de stad is... Het geheim bestaat alleen daarin, dat hij, rij« vermogen buitenslands belegd heeft, in een aandeolenmaatsclvappiji voor vergifti ge b e h a n g s e 1 s. En terwijl dé fa,mi I e aan hut hoofd staat van stichtingen, weldadig heidsgenootschappen, bazars in het goed- voorbeeld geeft, dwalen, er, door echuld van dau, -vader, duizonde stakkers op aardé rond, die aan- arsenicum-vergiftiging, lijden door de behangsels... Ik kan hem ook wel doon optreden m een maatschappij voor wijiiver- valschiing. En daai laiat men een op d e wijtee opgevoedeiï, moreel verfijnden zoon plotseling achter de waarheid komen tin dc eerdte zijn om h©t schandelijk verworven, ver mogen te verwerpen en zich zelf en zijn aam weelde gewende familie arm en hu'lpoloos te maken... met al de daaraan vei bonden ge volgen...." „Dat kan eeni gewéldig aangrijpenden, in druk maken." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1