W\ 72.
»de Janrgrangg.
Woensdag 14 September 1904
fcJUl l LNLAND.
FEUILLETON.
FASTE FORLAND.
RSFOORTSCH
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertontiën, mededcelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF C«.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
f 0.7».
0.15.
Van 15 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij tujonnement. Eene
circnlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnen, KOS
TELOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
De nii uwe minister van Binnen-
landsche Zaken in Rusland.
Den 28. Juli j.l. werd de minister van
binnenlandsche zaken von Piehwe door een
dynamiet aanslag gedood. Den 9. September
eerst is dit gewichtige ministerambt weder
vervuld door c!e benoeming van pruig Swia-
Lopoik-Mirsky tot minister van binnenland
sche zaken. Het noemen van deze beide da
tums is voldoende om tc doen zien, dat het
ditmaal moe»! j gekost heeft eene keuze te
doen. De moeielijkheid om den opvolger van
Piehwe te kiezen, lag hoofdzakelijk hierin,
dat men aan het hof van den Ozaar tot de
overtuiging was gekomen, dat de ongeschou-
de handhaving van de tot dusver gevoerde
politiek onraadzaam was. Zelfs publicisten,
vergrijsd in de oude Russische traditie, zooals
prins Mestsjrsky en Soeworin, waarschuwden,
dat de weg van het starre behoud moest wor
den verlaten. Die opvatting vindt men uit
gedrukt in bet besluit tot benoeming van
prins Swiatopolk-Mirsky. Men legt er nadruk
op, dat zijne benoeming is geschied tegen den
zin van den procureur-generaal bij de heilige
synode Pobedonoszew, wiens candidaat, se
nator Platonow, een paar dagen geleden
heetto te zijn benoemd.
Uit een overoud adellijk geslacht, dat in
het gouvernement Ckarkow gevestigd is, ge
sproten, werd prins Peter Dmitrijewitscli
Swiatopolk-Mirsky in 1857 geboren in den
Kaukasus, waar zijn vader destijds plaatsver
vanger was van den commandant der troe
pen in het Kaukasische militaire district. Hij
was voor de militaire loopbaan bestemd en
werd ingedeeld b:j het lijfhuzaren-regiment
van den Czaar. Maar liefde voor de studie van
de militaire wetenschappen bewoog hem de
Nicolai-academie van den generalen staf te
bezoeken. Vóór de u tbarsting van den oor
log van 1877 werd hij toegevoegd aan den
opperbevelhebber van de Kaukasische troe
pen. Hij diende met onderscheiding in
dien oorlog. Bij de bestorming van
Kars legde hij veel moed en beleid
aan den dag, waarvoor hij beloond werd met
liooge orden en met eene benoeming tot ad
judant van den Czaar. Later diende hij in d«
hoogere militaire rangen, totdat in 1895 Kei
zer Nicolaas II, met wien hij persoonlijk be
vriend was, hem het ambt van gouverneur
van Pensa opdroeg. In den burgerlijken dienst
klom hij evcnec-ns opin lf?7 werd hij gou
verneur van Jekaterinoslaw, in 1902 gouver
neur-generaal van Wilna, Grodno en Kownc.
In al die betrekkingen deed hij zich kennen
als een man van groote beschaving, vreedza-
za.me bedoelingen en zeer verdraagzaam op
godsdienstig gebied. In Wilna schafte hij de
lijkstraffen af en wist zich op goeden voet te
stellen met de Poolsche aristocratie. Nu heeft
hij het ministerambt aanvaard op dringend
verzoek van den Czaar, met wien hij twee
maal daarover een onderhoud heeft gehad,
want in het eerst had hij bezwaar do zware
verantwoordelijkheid, aan het ambt verbou-
den, op zich te nemen.
Wat is er van de komst aan het bewind
van dezen nieuwen minister to verwachten?
Geen groote veranderingen in de binnenland
sche politick van Rusland. Dat kan gezegd
worden op grond van eene verklaring, die hij
zelf heeft afgelegd aan een vertegenwoordiger
van de Echo de Paris. In het belangwekken
de gesprek, dat de nieuwe bewindsman met
dezen dagbladschrijver heeft gehad, zijn zijne
denkbeelden over eenige actueele onderwer
pen van staatsbeleid vermeld. Op de vraag
of hij groote veranderingen dacht aan ie
brengen, antwoordde de minister
„Geen veranderingen, maar ik wil mij er
op toeleggen het programma te volgen, dat
is aangegeven in het manifest van Z. M.
Nikolaas II in Februari 1903. Steunende op
de door den souverein gelegde grondslagen,
zal ik trachten mijne daden te bezielen door
een echte en breede vrijzinnigheid, voor zoo
ver ten minste die vrijzinnigheid niet zal
strekken om de gevestigde orde van zaken
te veranderen.
Als provinciaal en minnaar van de pro
vincie, waar ik het grootste gedeelte van
mijne loopbaan heb doorgebracht, ben ik een
beslist voorstander van de decentralisatie.
Ik ben van meening, dat alle zaken niet in
Petersburg moeten worden beslist-. Bijgevolg
zal ik aan de ljedoelingen van den Keizer
beantwoorden, door aan onze provinciale en
gemeentelijke vergaderingen, aan de zem-
stvo's, de meest mogelijke macht te verlee-
nen tot regeling van hunne zaken naarmate
van den volkswensch in alle onderwerpen,
de scholen, de wegen, de spoorwegen, enz.
betreffende. Wij zullen aan de zemstvo's
zooveel vrijheden verleenen als wij kunnen.
Onze binnenlandsche toestand is, zonder bij
zonder ernstig te zijn, ingewikkeld. Waarom
zouden wij dat ontkennen? Door de goede
regeling van de landelijke en gemeentelijke
zemstvo's zullen wij het parlementarisme
vermijden, waarvan de uitwerking in andere
landen niet bemoedigd voor ons is."
Over de politiek, die hij wil volgen in
godsdienstzaken, liet prins Swiatopolk zich
aldus uit
„Ik ben een vijand van godsdienstvervol
gingen en voorstander van de grootst moge
lijke vrijheid van geweten, maar met eenig
voorbehoud. Wij zijn overigens sedert eenige
jaren veel vooruitgegaan in Rusland. Ik zal
de taak voortzetten, om de verschillende
godsdienstige gezindten vreedzaam naast el
kaar te laten wonen in het uitgestrekte rijk.
Ik ben geen vijand van de Joden, maar als
wij aan hen volstrekte vrijheid gaven, zooals
aan de orthodoxen, dan zouden zij snel al te
veel beteekenis kunnen krijgen. Overigens
ben ik besloten jegens hen te handelen met
groote welwillendheid en het 'ot van de
arme Jodcnklassen te verbeteren. Met goed
heid komt men tot gelukkige uitkomsten."
Prins Swiatopolk zal zich met blijdschap
wijden aan de taak, maar binnen de grens
van het bereikbare, om de oorzaken van on
tevredenheid weg te nemen, waaruit de poli
tieke misdaden voortvloeien. „Wij rijn ver
plicht ons te verdedigen tegen de terroristen,
maar persoonlijk ben ik zeer geneigd niet
eene buitensporige strengheid te toonen je
gens de jeugd, wier afdwalingen dikwijls door
berouw gevolgd worden. Men moet aan de
jongelieden den goeden weg wijzen en hen
aantoonen, dat hunne luidruchtige
tot niets leiden. Ik ben overigens een vriend
van de studenten. Gij moet bedenken, dat zij
overal verstandiger worden met de jaren en
uitmuntende ambtenaren worden. Hoe zon
ik niet zijn voor den vooruitgang, waarvan
Rusland de vruchten zal oogsten Wij heb
ben vele vorderingen te maken. Ik ben er
een voorstander van, zooveel mogelijk de
scholen op het platteland te vermeerderen.
Daarin denkt mijn vriend en ambtgenoot,
de minister van onderwijs generaal Glasow,
met mij gelijk. Het is onmogelijk den voor
uitgang te vermijden. Ook al bestrijden wij
den vooruitgang, dan wordt bij ons toch de
baas. Verdient het dan niet de voorkeur hem
tegemoet te komen en tot zijne verwezenlij
king de hand te bieden?"
Eindelijk heeft prins Swiatopolk zich nog
uitgelaten over de oorlog in het oosten, waar
van hij zeide„Het is mogelijk, dat de oorlog
niet populair is. Wij hebben hem niet ge
wild wij hebben hem niet voorzienwij
waren niet gereed. Maar de openbare mee
ning zou nog ontevredener zijn, wanneer wij,
nu de wijn getapt is, hem niet dronken tot
den laatsten druppel zonder te blijven ste
ken. Wij doorloopen cone moeielijke phase
van een veldtocht, die op 10,000 werst af
stand van de hoofdstad wordt gevoerd. Wij
dachten volstrekt niet 't met het Japansche
volk aan den stok te zullen krijgen, welks
militaire eigenschappen eene verrassing zijn
voor de geheele wereld en voor ons in 't
bijzonder. Onze soldaten gaan uit plicht den
dood tegemoet, rij uit pleirier. Maar op den
duur trekken wij toch aan het langste eind."
Creta.
Pring George van Grilekenlandi, de Har-
most van Kreta, ia heden te Peterhof aange
komen. Hij werd door eenige grootvorsten
ontvangen.
Korea.
Uit Sëoel wordt aan de Daily Telegraph
gemeld, dat de spoorweg, van Foesan naar
Sëoel weldra van de hoofdstad uit over een
afstand van 326 K.M. bereden zal kunnen
worden.
Turkije.
De laatste te Konstantinopel ontvangen
consulaire telegrammen uit Vau houden in,
dat de opgestane Armeniërs zich uit de stad
in de bergen hebben teruggetrokken. De
anders den Armeniërs gunstig gezinde Ame-
rikaansche consul voegt daaraan toe, dat de
Turksche troepen hierbij groote humaniteit
aan den dag legden en dat de overheden met
succes er op uit waren, de christelijke be
volking gerust te stellen.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn dé vollgende berichten
Een Reuter-telegram uit Petersburg ver
meldt als gerucht, dat admiraal Alexejew
naar men gelooft den Czaar zijn ont-
slag gevraagd heeft als stadhouder in het
Verre Oosten, doch dat de Czaar nog geen
beslissing genomen heeft.
Tientsin, 13 Sept. (D'aily Telegraph). Vol
gens de laatste berichten uit Moekden, aange
bracht door vluchtelingen van wie sommigen
beroofd en uitgeschud waren bij Sinmintin,
waren er den 7e>n 40.000 Russen bij Moekden.
De Japanners, die slecht met paarden kun
nen omgaan, hebben vele duizenden paar
den, die kreupel rijn of de huid verschrikke
lijk ontveld hebben of met zweren bedekt
zijn; maar versterkingen in manschappen en
paarden en nieuwe munitie-voorraad worden
met groote u spoed naar Liaojang gebracht
over Nioetsjwang en Dalny. De Japansche
troepen houden heimelijk maar krachtig al
het noordwaarts langs de Liao-rivier ge
legen gebied bezet tot aan Sinmintin. De
Tsoengoezen, die in groote georganiseerde
benden bijoeu zijn en dikwijls zich verbroe
deren met de Chineesche soldaten, worden
aangemonsterd voor belangrijke operatiën.
Naar het noorden toe hebben de Japan
ners de legers van Koeroki, Nodzoe en Okoe
bijeengetrokken in drie afdeelingen voor ver-
eeuigde operatiën op samengevoegde liniën
met een frooit van geen gjrootere uitgestrekt
heid dan tien mijlen. Zij zijn voornemens op
het open veld voorwaarts te gaan naar Moek
den. Do omstandigheden verbieden hen de
legers van Koeroki of Nodzoe in gevaar te
brengen als gedetacheerde colonnes; daarom
zal het de voorkeur verdienen de Russen om
te trekken of hen te bevechten in het open
veld. De Russische oavallerie vreezen rij niet.
Gelukkig voor de bevolking van Mandsjoe-
rije is de oogst dit jaar bijzonder overvloedig
geweest.
Tientsin, 12 Sept. De correspondent van
Reuter, die bij de Russen geweest is, bericht
uit Liaojang van den 8enj Toen de Japan
ners de Russen van dé Sjansampo-heuvels
hadden verdreven, gingen de gebrek leidende
Russische soldaten, die wisten dat de stad
moest vallen, aan 't plunderen van de Chi-
neesclie en Europeesche winkels. Zij verniel
den wat zij niet noodig hadden of niet mee
konden nemenzij maakten balen en kisten
open met de bajonet en verspreiden den in
houd in de straten. De Russen vonden veel
sterken drank. Daardoor werden de soldaten
dronken, zoodat zij nog meer uitspattingen
bedreven.
Toen de Russen waren afgetrokken, zetten
Cbineesohe benden het werk van de plunde
ring voort. Nadat de Japanners waren aan
gekomen, na vijf dagen veohtens, voltooiden
de Japansche soldaten, die geen ander voed
sel hadden dan droge rijst, het werk. Daar
de winkels reeds leeg waren, braken zij de
particuliere huizen open. De soldaten zijn nu
uit de ommuurde stad verwijderdzij mogen
er niet binnenkomen zonder een bij zonderen
Een telegram van Reuter uit Tsjifoe meldt,
dat de volgende aanval van generaal h.ogi
tegen Fort Arthur voornamelijk gemunt zal
zijn op de forten Erloengsjan en Kikwansjan,
die de sterksfcen zijn op het noordoostelijke
front. De stelling van Palitsjwang maakt
de basis uit voor de Japansche oorlogstoe
bereidselen. In aanmerk'ng nemende het
vuur, waaraan de gravers blootstaan, vorde
ren de loopgraven hard. Er valt niet aan
te twijfelen of de aanvallen op deze forten
zullen de zwaarsten zijn. die de Russen nog
hebben moeten doorstaan. De geheele nacht,
die Port Arthur omringt, bestaat) uit 80,000
soldaten.
Het schijnt, dat de munitie-voorraad van
do Russen aan 't minderen is. Zij gebruikea
nu uitsluitend kruit, dat blijkbaar te Port
Arthur zelf vervaardigd is en waarvan de
rook aanstonds verraadt waar het vuur van
daan komt.
Wanneer Erloengsjan en Kikwansjan ver-
meesterd zijn, dan zullen de Japanners den
toegang tot Port Arthur laags den spoorweg
in hunne macht hebben, en zullen zij in
staat zijn de andere forten van hunne zwak
kere rijde aan te vallen. Zij bereiden zich er
op voor, dat de vermeestering van de sleu
tels der sta i hun op zware verliezen te staan
zal komen.
Waarom de Japanners alle krachten in
spannen om Port Arthur spoedig te verove
ren, wordt in de Marine-rundschau aldus
uiteengezet
„Wanneer het den Russen gelukt een
sterk eskader uit de Oostzee naar het oor-
logstooneel te brengen, en dit daar vindt
hetzij nog bruikbare overblijfselen van het
eerste eskader, hetzij eene door den arbeid
van dit eskader nog met een of twee linie
schepen verminderde Japansche vloot, dan
zou het in staat rijn de Japansche vloot van
de zee te verdrijven. Daarmee zou voor
het Japansche leger de gelegenheid om re-
serven uit het moederland te laten overko
men afgesneden zijn, en zonder deze kan
het zich zelfs bij de uitstekendste dapperheid
en aanvoering op den duur niet handhaven
tegenover het Russische operatie-leger, dat
door deu spoorweg steeds op nieuw versterkt,
ja zelfs geheel vernieuwd kan worden, en
zou de oorlog voor Japan verloren kunnen
worden. Van dit gevaar is het ver vooruit
ziende en maritiem denkende Japan zich ten
volle bewust.
„Om deze reden spant het thans alle krach
ten in om zoo spoedig mogelijk in het be
zit van Port Arthur cn de daar aanwezige
overblijfselen van het eerste eskader te ge
raken om deze reden verzwakt het het in
de nauwste voeling met den tegenstander
staande veldleger ten gunste van het voor
de belegering dienendeom deze reden
wordt, terwijl noch bij Port Arthur, noch
in Mandsjoerije de werkelijke beslissing ge
vallen is, reeds eene derde onderneming op
eene op verren afstand gelegen plaats, de
aanval tegen Port- Arthur, voorbereid. Alles
komt er op aan, dat de Japanners zich zoo
spoedig mogelijk in 1 et bezit van de in
Oost-Azië aanwezige schepen en maritieme
hulpmiddelen stellen, opdat het dreigende
Russische Oostzec-eskader aan hen geen
houvast en geen ondersteuning meer kan
vinden, opdat den Russen de zee-oorlog >n
Oost-Azië onmogelijk gemaakt wordteen
bijzonder sprekend beeld voor den beslis-
senden invloed, dien de zee-oorlog op het
voeren van een oorlog in het algemeen en
daarmee op de wereldgeschiedenis kan uit
oefenen."
Inderdaad kan men zeggen, dat alleen het
overwicht van de Japanners ter zee hun
de tot dusver op het land behaalde overwin
ningen mogelijk heeft gemaakt. Wanneer
dat hun werd onttrokken, dan zou' er van
zelf een keer moeten komen in den oorlog
te land. De heerschappij ter zee is de grond
slag, waarop de operatiën van het Japansche
landleger steunen, on evenzeer als een huis
invalt wanneer het fundament ontbreekt,
zoo zouden ook Ce grootste overwinningen
het Japansche landleger niet kunnen baten
wanneer het niet door eene de zee beheer-
schende vloot gesteund wordt.
Petersburg, 13 Sept. Bij keizerlijke ukase
zijn opgeroepen de reservisten uit de distrio-
ten Kherson, Bessarabie, Taurië en Yeka-
tennoslaw om de naar het oosten gezonden
soldaten van het gebied Odessa te vervan
gen.
Uit het Noorsch
23 v vak
JONAS LIE.
..Mag ik eens vragen, wait U daar voor-
steldctAsta, de koningin-moeder
„Och meenzulk earn vroom, vruchtbaar
en aantrekkelijk gezicht houd' ik er niet op
na. Mijn trekken moeten altijd ecu weinig
scheef zijju, wil er karakter in komen.
„S'grid Storraad© dan?"
„Terwijl zij deu koning in héb vat duwt'
Dat kon tenminste nog een zin hebben.
Maai* anders wil ik van al zulke oud© verve
lendheden: het. liefst nog li'et spook vau ko
ningin Gran'hild buiten op het mos zijn.
Maar het allerliefst de heks, die in de asch
woelt on graaft. Kunt- U miji zulk een rol
niet ge von om beneden in de conned ie te
spelen?''
Fast© stond verbaasd. Er sidderde een
door hem nooit te voren ojïgemerkte, won
derlijk diepe bitter lite id in haar stem en haar
oogen knipten levendig.
Hij beseft© plotseling, dait rij zich in haar
hart ongelukkig kon voelen, niettegenstaan
de haar „masker". Haar zoo scherp getce-
kend gezicht was misschien ook niet jonge-
meisjesaohtig.
Fast© kreeg eensklaps het gevoel, dat hij,
een vrouw voor zich had, dae treurde en
ongelukkig was achter dat lachende, vroo-
lijke, dat rij gedwongen was vol tie houden,
om haar plaats in deze -wereld in t© nemen.
Hier in het -dlagelijksohe leven imi het
kleinook een groot treurspel
„Maar als ik dan volstrekt moet op
biechten waarvoor ik op de trap daarbuiten
stil bleef staan," vervolgde Laura in dèzelfde
stemming, „zoo was het noch wegens ko
ningin Asta,, noch wegens Sigrid Storraade,
maar om uw badhotel, dat mijl sprakeloos
maakte.
De boren daar beneden steekt zoo fees
telijk in den winterdag omhoog. Ik herinner
mij, nu weer ihet gebouw, de eerste, dut ik
daarin, wasboen het nog enkel uit kale
muren en veaisleropcniingeu bestond zie
zoo duidelijk voor mij de twee bovenste ka-
potte tredeïii, waar U miji met zulk een zwaai
overheen: hielp... En dau het uitricht, dat
mij als in een betooverimg bracht, waarvan
ik mijl niet kon losmaken, tot ik hoé langer
hoe meer onder den invloed kwam van een
vreemde, eigenaardige mannestem, die zoo
oppermachtig sprak of zweeg, al naar dat hij,
lust had. Er lag zulk een zonderlingen zelt-
bewustheid, zulk een kracht an alles wat hij.
ze:de, alsof alle tegenwerpingen eenvoudig
niet. bestondcu. Dat was mijn kennismaking
met u. mijnheer Forland, ik had u nooit
te voren, gezien."
„Ja", zeide Faste, „nu praat ik eigen
lijk iederen dag met u, juffrouw Groth!
Ik heb een rol die voor u als geknipt is
ik zie u iedere repliek geven.Over drie,
vier weken komt de troop voor die repetities
bijeen.U wordt natuurlijk de voornaamste
steunpilaar."
„Ach, mijnheel* Forland, als U wisthoe
angstig ik word."
„U? met uw groote gaven, angst?"
Zij schudde het hoofd.
„Neem, niet voor anderen niet, voor
het publiek," 'kwam het er weifelend uit
„voor u!"
„Voor mij?"
„Daar juist zegt U iets ©ver bet stuk
waar ik niets v'an begrepen heb. En, ds.ni
denk ik. dat ik toch gruwelijk dom moet
wezen en sidder en beef, dat U zult mer
ken, hoe onbeduidend! ik ben.
„Als U wist, juffrouw Groth, hoe ik ut
hoor spreken als de dochter van deu gierig
aard'
Kunt -gij' hierdoor niet bewoigen worden
dan is uw hart dood gij- rijt een, ijskoud
lijk, dlat. rondwaart
„Die repliek neem ik mede naar huis omt
mij <in te •oefenen," riep Laura uit. „Ik
voel mij nu aangewezen als de dochter van
dien gierigaard.het doortrilt mij als het»
ware ik ben er in, ik hen er
iu!"
„Dat zegt U daar verkeerd. De sten»
klonk ,niet vol. Zeg nog eensik ben er
in..."
„I'k bon er in 1" -riep zij met geestdrift en
zwaaide m-et haar mof.
„Doet. U morgein middag mice aan de sle
devaart maar Frederikslundl?" vroeg zij zacht,
even daarna.
„Misschien... Ik had eigenlijk, daarowr
niet gedacht of daartoe iets vooraf geschikt»
ik lieb geen tijd voor al die stadsgezellig-
heid."
„Het gaat van konsul Risfciugs uit," ver
telde Laura, „er wordt koffie en koud»
avondeten medegenomen» en (natuurlijk cham
pagne tot besluit... En maneschijn bij het
naar huis rijden...'
„En mag ik u rijde®Dam kom ïk
Dan ga ik mede!" riep hij in vuur en
vlami gezet oiv zwaaide met rijn hoed.
De duivel haal een vrouw als Laura
Grot-hHoé goed' begreep zij hem zij -had
een open oog voor alles wat hem be
trof...
„Oef, ik ben het .toch zoo moe moeder
om den gamschen dag maar de pijpen te
daiusen van dae onmogelijke menschen, riep
Fastj uit toep hiji 's avonds thuis kwam. Dé
makelaar koopt en verkoopt. De stad breidt
zich uit, ,De aaudeelon stijgen. Het. gaat, als
met de spaken van een, wielEafr nu kan -i'k
u mededeelen, dat zwager dokter ook einde
lijk rijm voordeel heeft ingezien ei\ twee
duizend kronen in -aaindeelen belegd. Hij be
hoeft er Zaterdag ,maar bij; don makelaar om
te vragen en dan heeft hij i«l een mooion
duit verdiend, zonder dat hij er voor be
hoeft te dokteren.
-Maar, moeder, wanneer iemand) als .ik
den ganschen dag «iet den god Mammon
omgaat en zich meti winst en voordeel op
stopt als een, worst, dan leert men ook be
hoorlijk dom duivel kennen... Hij is heel
merkwaardigMén wordt niet moe van hem
in al zijn bochten en verwringingen te be-
studecren, zoo verschillend als hij; hev
woord voert bij verschillende gelegenheden.
En het, potsierlijk tragisch-komieke vam d<
geschiedenis is, dat de Mamman <len mensch
maakt, in plaats van de mensch den Mam
mon. Zeg dan eens, of zoo'n g.'erigen honid
van een menechelijk wc zon niet verdient om
te worden afgemaakt.
JEn onder ons, moeder, u kunt wel be
grijpen, dat uw -zoori» Faste niet ter wille
van, de zaken hier wan negen uur 's avomicis
komt cm om een 'lamp vraagt, cai zich ver
maakt met op rijn oud, armoedig kamertje,
tot twee. drie uur 's anorgems te zitten schrij
ven. Ik geef mij' ©euvoaidig het genoegen
van dén duivel uit te solialdoreiu Hij is zoo
laag komiek, dat ik geen vrede heb, voor
dat ik dén knaap behoorlijk aan de kaak
heb gestéld in een klein tooneclstuk voor
het zomert heater beneden aan het strand. Ik
ric hem roods voor mij in gebarca» (eau taal
den rijken man, demi geldschnvper, wiens
huisgenooton zijini opgevoed in de fijn us te
broeikaslucht van edele gevoelen», terwijl
bij zelf de voornaamste moreelo autoriteit
van de stad is...
Het geheim bestaat alleen daarin, dat hij,
rij« vermogen buitenslands belegd heeft, in
een aandeolenmaatsclvappiji voor vergifti
ge b e h a n g s e 1 s. En terwijl dé fa,mi I e aan
hut hoofd staat van stichtingen, weldadig
heidsgenootschappen, bazars in het goed-
voorbeeld geeft, dwalen, er, door echuld van
dau, -vader, duizonde stakkers op aardé rond,
die aan- arsenicum-vergiftiging, lijden door
de behangsels... Ik kan hem ook wel doon
optreden m een maatschappij voor wijiiver-
valschiing. En daai laiat men een op d e
wijtee opgevoedeiï, moreel verfijnden zoon
plotseling achter de waarheid komen tin dc
eerdte zijn om h©t schandelijk verworven, ver
mogen te verwerpen en zich zelf en zijn aam
weelde gewende familie arm en hu'lpoloos te
maken... met al de daaraan vei bonden ge
volgen...."
„Dat kan eeni gewéldig aangrijpenden, in
druk maken."
Wordt vervolgd.