W\ 77.
5de Jaarsans.
Maandag 19 September 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
FASTE FORLAND.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco.per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertenticn, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'8 morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PKIJ8 DER ADVERTENTIES:
Van 15 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnen, KOS
TELOOS toegezonden.
Politiek Overzicbt
Oe scheiding van Kerk en Staat
in Frankrijk.
In een interview van den Franschen minis
ter van onderwijs Chaumié, dat de Matin
onlangs bevatte, werd tamelijk onverbloemd
te kennen gegeven, dat er in den boezem van
het kabinet verschil van meening bestond
over de groote strijdvraag der scheiding van
Kerk en Staat Do minister Chaumié heeft
zich gehaast de juistheid van dit interview
tegen te spreken, en ooi. van andere zijde
verneemt men, dat deze berichtgever niet
zeer gelukkig geweest is in het weergeven
van t geen hij gehoord heeft uit den mond
van den bewindsman. Wat gemeld wordt over
den geest, die bij de beraadslagingen in den
boezem van het kabinet voorzit, geeft vol
strekt niet den indruk, dat ,het ministerie-
combes door den strijd in eigen boezem over
dit vraagstuk zal uiteenvallen. De Dépêche
de Toulouse, een der meest in aanzien
staande organen van de provinciale pers,
schrijft aldus over 't geen tot dusver over
deze kwestie in het kabinet is voorgevallen
„Door lieden, die zeer goed, ze'fs uitmun
tend in de gelegenheid zijn te weten wat er
gebeurt wanneer president Loubet den minis
terraad bijeenroept, is ons medegedeeld, dal
de ministers bij drie verschillende gelegenhe
den de mogelijkheid der scheiding van Kerk
eu Staat al hadden zij er niet over te
beraadslagen, die uitdrukking zooi minder
juist zijn - dan toch bespreken hadden.
De eer3te van deze besprekingen had plaats
m de aan ieder bekende incidenten niet
brieven van Merry del Val, die leidden tot
dc breuk met het Vaticaau en tot de terug
roeping van onzen gezant bij den Heiligen
Stoel. Een tweede gesprek over hetzelfde on
derwerp v.as het gevolg van het interview
van den heer Combes, dat in de Neue lYeie
Press© verscheen en waarvan sommige p aat-
sen door den minister-president nadrukkelijk
bestreden werden. Eindelijk spraken de mi
nisters nog eenmaal over de scheiding \óór
do rede, die Combes te Auxerre gehouden
heeft. Bij geen enkele van de gehouden be
sprekingen splitste de ministerraad zich in
eene meerderheid en eene minderheid. Chau
mié onthield zich van e'ke verklaring, en
wanneer Dclcassé het woord nam, dan ge
schiedde dit slechts om diplomatieke inlich
tingen te geven, die men met belangstelling
aanhoorde. De eenige minister, die betreffen
de de scheiding meeningen uitsprak afwij
kende van die van Combes, was Bouvier.
Maar ook hij bestreed niet eens de mogelijk
heid, laat staan de rechtmatigheid van deze
scheidinghij drukte eenvoudig de bezorgd
heid uit, dat deze scheiding, wanneer men
aan de Kerk vrijheid liet tot het aannemen
van geschenken of legaten, aan de clerical©
partii belangrijke middelen van agitatie in
handen zou kunnen geven. Deze opmerking
heeft zeker gezonden zin. Niemand in den
ministerraad maakte echter bezwaar, toen
Combes met zijne gewone helderheid bij voor
baat in groote trekken de programrede aan
gaf, die hij voornemens was in Auxerre te
houden. Geen portefeuille werd ter beschik
king gesteld, geen hartstochtelijk woord werd
gesproken. De ministers zochten eenvoudig
aan het einde van den kabinetsraad hunne
papieren bijeen en snelden na een hartelijken
handdruk vol gemoedsrust en met goeden
eetlust huiswaarts om te lunchen, de eenen
in den schoot van hun gezin, de anderen aan
hunne tafel van vrijgezel."
Uit deze mededeelingen vendient inzon
derheid de aandacht die aan het slot, dat
de minister-president vooraf van zijne rede
in Auxerre aan den ministerraad mededee-
ling gedaan heeft. Daardoor toch wondt be
vestigd, dat de minister-president dóe pro
gramrede niet op eigen verantwoordelijk-
heid heeft- uitgesproken, maar dat de getheele
ministerraad, wat den fed tel ijken toestand
betreft, nu op he<t standpunt staat, dat de
zaak onder de oogen moet worden gezien.
In zijme rede te Auxerre heeft de minister
president zirih niet ailleeu in beginsel uit
gesproken voor de scheiding va.11 Kerk en
Staathij heeft ook gezegd, dat er voor de
uitvoering van de saha ding een goede grond
slag aanwezig was in het wetsontwerp, dat
door den rapporteur van de commissie uit
de Kamer, die dft vraagstuk heeft, te onder
zoeken, is opgesteld. Men heeft in dat wets
ontwerp natuurlijk niete meer te zien dan
een grondslag voor de behandeling van dit
onderwerp bij de wetgevende macht. De
détails van de regeling zijn voor wijziging
vatbaar, maar heb ontwerp-Briand is dooi
den minister-president gestempeld als een
bruikbaar schema voor doze regeling De
voornaamste bepalingen laten wij hier vol
gen.
Het eerste hoofdstuk f-oreekt het begin
sel der goidedi'.enst- en gewetensvrijheid uit en
de absolute onzijdigheid van den Staat tegen
over alle geloofsbelijdenissen. De twee arti
kelen van dit hoofdstuk luiden aldus:
Art. 1. De republiek waarborgt de vrij
heid van geweten. Zij waarborgt- de vrije
uitoefening van alle eer ©diensten, enkel be
perkt door de volgende, in het belang van de
openbare orde gemaakte bepalingen.
Artikel 2. De republiek beschermt, be
taalt of ondersteunt geen eered;enst, direct
noch indirect, onder welken vorm of om
welke reden het ook zij. Zij kent geen be
dienaar van een ©eredienst en levert zonoot
betaling geen lokaal tot uitoefening van een
©eredienst of tot huisvesting van zijne be
ddenaren.
Het tweede hoofdstuk somt verder de wet
ten en besluiten op, die door de nieuwe wet
afgeschaft worden, daaronder inzonderheid
het concordaathet bepaalt, dat het gezant
schap bij het Vaticaan en de directie van de
eerediensten in het departement van bin-
nenlaindsohe zaken worden opgehevenhet
bepaalt dat van den len Januari af,
volgende op do afkondiging van de wet.
alle uitgaven uit de openbare kas voor de
uitoefening en bet onderhoud dear eere
diensten ophouden, zoowel die van den Staat
als van de departementen en de gemeenten
Van denzelfden dag af houdt het gratis-ge-
bruf.k op van de gebouwen, voor den eere-
dienst bestemd, de kathedralen, kerken, tem
pels protestantsche kerken), synagogen, als
mede de seminariënbisschoppelijke palei
zen en pastorieën, dSe de slaat ter beschik
king van de bedienaren van den- ©eredienst
stelt. Het roerend en onroerend vermogen
van de diooeoen, kerken, pastorieën, consis-
toriën enz., wordt na verloop van zes maan
den verdeeld onder de godsdienstige genoot-
sdhappen, doe zich op grond van de wet zul
len hebben gevormd. Van deze verdeeling
zal de staat in geen geval voordeel trekken
daarentegv zuillen de goederen, afkomstig
van schenkingen van den staat, aan den staat
terugkomen. De bedienaren van den ©ere
dienst zullen, wanneer zij minstens veertig
jaren oud zijpj en twintig jaren lang een door
den Staat, de departementen of de gemeen
ten bezoldigd ambt hebben uitgeoefend, eon
levenslang traktement genieten, dat reken;mg
houdt met hunne omstandigheden, maar niet.
meer dan 1200 francs zal bedragen.
Het derde hoofdruk handelt over den
eigendom en de verhuring van de voor den
eeredienst bestemde gebouwen. De gebouwen,
die vóór het concordaat gebezigd werden
voor den eeredienst, blijven eigendom van den
Staat; de overigen, die na het concordaat
werden gebouwd, blijven eigendom van de
gemeenten, vereenigingen of bijzondere perso
nen, die ze hebben gebouwd. De staatsgebou
wen, die voor den eeredienst gediend heb
ben, zijn onvervreemdbaar; zij kunnen ech
ter verhuurd worden aan de genoot
schappen, die zich tot het onderhouden van
den eeredienst gevormd hebbende huurprijs
mag niet meer dan 10 pet. van de inkomsten
van het betrokken genootschap bedragen.
Alle herstellingen moeten de huurders dra
gen tegen schade door de elementen moe
ten zij zich verzekeren. Alle voor den eere
dien ~t bestemde gebouwen zijn onderworpen
aan de wetten en bepalingen over het onder
houd van historische monumenten.
Het vierde hoofdstuk bepaalt, dat de ge
nootschappen, die zich voor de uitoefening
en het onderhouden van den eeredienst vor
men, in het algemeen onderworpen zijn aan
de bepalingen van de vereenigingswet van 1
Juli 1901. 7erder wordt bepaald: Deze ge
nootschappen of godsdienstige vereenigingen
kunnen van hunne leden bijdragen heffen,
inzamelingen houden, lasten heffen van het
gebruik der voorwerpen van den eeredienst
enz. Ondersteuning van Staat, departement
of gemeente kunnen zij niet krijgende ver
huring van voor den eeredienst bestemde ge
bouwen wordt niet als zulk eeno ondersteu
ning beschouwd. De verschillende vereenigin
gen kunnen zich bij elkaar aansluiten tot
genootschappen met een centraal bestuur.
Het roerende vermogen moet op naam lui
den en de opbrengst mag niet grooter zijn
dan het gemiddelde bedrag der uitgaven ge
durende de laatste rijf jarenmet toestem
ming van den raad van state mag zij ook
grooter zijn, wanneer dit voor het doel der
vereenigingen noodig is. Het bezit van de
godsdienstige genootschappen is onderworpen
aan dezelfde bepalingen als de overige eigen
dommen en bovendien aan de belasting op
de goederen in de doodc hand.
Het vijfde hoofdstuk bevat politie-bepalin-
gen. Het bepaalt dat de genootschappen
voor den eeredienst gelijk gesteld zijn met
de overige vereenigingen, zonder echter aan
alle formaliteiten van de vereenigingswet on
derworpen te zijn. De voor den eeredienst
bestemde gebouwen mogen niet voor po-
Htieke vergaderingen gebruikt worden.
Wie pogingen doet, door beleedigingen, be
dreigingen of gewelddadigheden een of meer
personen te dwingen, tot oe kosten van een
eeredienst bij te dragen, of bepaalde gods
dienstige feesten te vieren stelt zich bloot aan
straf. Hetzelfde is het geval met hem, die
een ander belet aan een eeredienst deel te
nemen of een bepaalden rustdag in acht te
nemen, ook niet in acht te nemen door
dwang tot het openhouden van win
kels of werkplaatsen. Met boete en
gevangenisstraf wordt degene bestraft,
die in een voor den eeredienst bestemd
gebouw stoornis verwekt of voorwerpen van
den eeredienst beschimpt; in het geval van
gewelddadigheden wordt de straf verdub
beld, onverminderd de verdere aansprakelijk
heid tegenover de strafwet. Eindelijk wordt
bepaald Ieder bedienaar van den eeredienst.
die in de uitoefening van zijn ambt in eene
openbare bijeenkomst, hetzij docr het voor
lezen van geschriften, hetzij door zijne eigen
woorden, een lid van de regeering, van de
Kamers of een orgaan van het openbare ge
zag beschimpt ot hoont, worot met boete tot
3000 frs. en met gevangenisstraf tot een jaar,
te zamen of afzonderlijk, gestraft.
Dit is in hoofdtrekken de inhoud van het
wetsontwerp, dat bestemd is te dienen als
grondslag voor de regeling van de verhou
ding tusschen den Staat en de kerkgenoot
schappen, nadat tot de scheiding van Kerk
en Staat besloten zal zijn.
Duitschl&nd.
Prins Bismarck is gisteren voormiddag om
kwart .hai tien kalkn ontslapen.
(Herbert Bismarck, de tweede vorst van
Bismarck, was geboren den 28eu December
1849. l>e vorstentitel gaat over op zijn
oudste zoontje Otto, die den 25en September
1897 geboren is. Verder zijn uit zijn huwe
lijk met gravin Margareiha Hoyos nog vier
kindereu geboren, twee zoons en twee doch
ters.
Met liet- aftreden van zijm grooten vader
als rijkskanselier is ook de nu overleden zoon
uit den staatsdienst getreden. Hij leefde
sedert als ambteloos burger. Wel nam hij
een mandaat aan in dein Duitschen rijksdag
Van de kinderen van den grooten Bis
marck is nu alleen nog de dochter, die ge
huwd is met graaf Rantzau, over.)
De Germania verneemt, dat de rijksdag
tegen 29 November bijeengeroepen zal wor
den. Dit was de datum, die bij de verdaging
der zittingen in den zomer was bepaald, be
houdens het geval, dat zaken, die dringende
afdoening vorderden, eene vroegere bijeen
roeping wenschelijk zouden maken. Deze
dringende zaken, namelijk de nieuwe han
delsverdragen, blijven echter voorloopig nog
achterwege, omdat er vooreerst nog geen
sprake kan zijn van de onderteekening van
het handelsverdrag met Oostenrijk-Honga-
rije. Men moet ook met de mogelijkheid re-,
kenen, dat zelfs den 29en November de nieu
we verdragen niet kunnen worden ingediend.
Dan zal de rijksdag tot Kerstmis niet veel
meer kunnen afdoen dan de algemeene be
raadslagingen over de begrooting, en zal de
beslissing over de nieuwe handelsverdragen
eerst na nieuwjaar kunnen vallen.
Turkije.
De oproerige beweging in de buurt, van
Lioema begonnen, breidt zich uit. Er zijn 12
bataljons troepen gezonden. Het middelpunt
van de beweging is Prizrend.
Oe oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Tsjifoe, 18 Sept. De Japanners oefenen
grooter waakzaamheid uit tegen do jonken,
die maanden achtereen levensmiddelen en
brieven hebben binnengesmokkeld. Alle
vluchtelingen uit Port-Arthur melden over
eenstemmend, dat het onmogelijk wordt door
do blokkade heen te breken.
Russische burgers zeggen, dat vleesch in
bussen nog in overvloed aanwezig is. Het
eenige versoho vleesch bestaat echter uit paar-
denvleesch. Twaalf paarden werden per dag
geslacht.
Gedurende de laatste twaalf <"agan is het
betrekkelijk rustig geweest in de stad. Allo
forten, die beschadigd waren, zijn hersteld eu
nu weer zoo goed als nieuw.
Londen, 19 Sept. De correspondent van
de .Standard te Sjanghai bericht, dat de te
Tsjifoe gevestigde correspondent meldt, dat
do Russische kanonneerboot Gremid3taky
tegen een mijn gevaren en gezonken is, ter
wijl zij de haven van Port Arthur verliet om
een Fran&ch schip tegemoet te gaan, dat de
blokkade wilde verbreken. Do datum, waarop
dit geval is gebeurd, wordt niet gemeld. Het
kan rijn, dat dit geval hetzelfde is, dat den
19en Augustus werd gemeld.
De Nationaltidende uit Kopenhagen be
vat een brief, van 16 Augustus gedateerd,
die door een te Port Arthur ingesloten Rus
van daar verzonden is. De briefschrijver
verhaalt, dat het hem volstrekt niet berouwt'
de vesting verlaten te hebben, want iets zoo
aangrijpends zal hij wel niet meer beleven.
Dag en nacht is er aanhoudend wat te d n,
en altijd is het zoo interessant, dat het
iemand bepaald leed moet doen, verscheide
ne uren per dag te verslapen. Maar generaal
Stoessel heeft het bevel uitgevaardigd, dan
alie mannelijke personen in Port Arthur uit
liefde voor Keizer en vaderland hun best
moeten doen, om zich minstens zes uren
slaap per dag te gunnen. De generaal zelf
schijnt echter nooit te slapenoveral ont
moet men hem. altiid frisch en opgewekt.
„Het gaat prachtig, kinderen!" zegt bij. en
hij heeft gelijk. De Japanners zullen ons
wel kunnen uithongeren, maar dat zal een
half jaar durenmeel, thee en munitie heb
ben wij in overvloed; daarentegen zijn wij
slechts karig voorzien van conserven on van
cigaretten. De Japanners gaan cr als ware
duivels op los; soms staan zij beel kalm in
het ergste vuur en laten zich neerschieten,
heel jonge menschen van 17 a 18 jaar. Een
verschrikkelijk gezicht is het, als onze mij
nen in .de lucht vliegen, waarvoor wij voor
namelijk WhiteHead-torpedo's gebruiken
dan wordt de hemel een oogenblik door ïneu-
schelijke lichaamsdeelen lieelemaal verdu.8-
terd. Duizenden mijnen zijn uitgezethoe
zal 't de Japannen gaan als zij de bestor
ming van de vesting zelve beginnen?"
Petersburg, 17 Sept. Generaal Koeropatkin
bericht aan den Czaar dd. 16 Sept.
Het geheele Mandsjoerijeche leger is zeer
verheugd over de waardeerend© wijze, waar
op zijne ontberingen en gevechten door Uwe
Majesteit beoordeeld worden. Wij allen zijn
zeer doordrongen van den weinsoh om den
vijand te overwinnen en het vertrouwen, dat
onze opperste veldheer in ons stelt, te recht
vaardigen. Ik ben overtuigd, dat de troepen
ook in liet vervolg met zelfverloochening hun
plicht zullen vervullen.
De terugtocht uit Liaojang was in de
omstandigheden waaronder hij werd uitge
voerd, inderdaad noodzakelijk en, door de
bezwaren die er aan waren verbonden, eene
daad van groote verdienste. Zelfs onze te
genstanders zijn ditmaal uiterst bescheiden.
In hunne berichten wordt noch van het g|e>-
Uit het Noorsch
26 VAN
JONAS LIE.
„Maar hier en daar zal toch wel iemand
gevonden worden, die de geldswaardige pa
pieren wil koopen," dacht Faste.
„Ze aanbieden en hier nog wel ge
dwongen? terwijl de bank pas geweigerd
heeft r
De loodgrijze oogen van den makelaar ko
ken Faste aan met een soort plechtige uit
drukking.
„Als ik nu dit gesprek over de firma Her
man Wiik eens rondvertelde... Ik vraag u
alleen, wat voor gezichten denkt u, dat cr
morgen aan den feestmaaltijd voor den dag
zouden komen1? Wat gelooft u, dat de men
schen zouden zeggen, als zij hoorden, ''at
de aandeelen in de badon der neming bij
bank in disorediet waren... Neen, neen, roer
daar niet in," zeide hij hoofdschuddend.
Faste had in een oogwenk den toestand
overzien. Hij staarde den makelaar aan, die
op zijln nagels stond te bijten.
„Maar de aandeelen zijn toch zoo goed
als geld, makelaar!" riey hij uit „als
geld
„Ja-a, maar zij kunnen alleen niet worden
aangeboden, nu er juist schaarschte van geld
is."
„Op het oogenblik, ja; maar over eenige
dagen dan, in de volgende week?"
„Hm, over eenige dagen in de vol
gende week dat is morgen niet-."
„Neen, dat is morgen niet"... Faste voelde
zich eenigszins duizelig alsof hij met een
leeg feestglas in zijn hand stond.
„Men zou het- inwijdingsfeest kunen uit
stellen. tot die kleine crisis voorbij is
vond de makelaar, met. een snellen blik op
hem.
„Uitstellen Faste zelf het feestglas weg
zetten... Het feest uitstellen! Hij zag op
hetzelfde oogenblik Wiiks winkelramen met
gesloten luiken voor zioh...
Neen, klonk het in hem opgehouden,
gestopt worden moest het... de toestand
moest gered worden
)rNieen, ik geef toe, dat zou niet best
gaan,'* zeide de makelaar. „En Herman
Wiiks bankroet, met bijbehoorend geween
en tandengeknars moeten wij toch slikken."
Zij stonden beiden te staren naar dat
treurige vooruitzicht.
„Het is toch. eigenlijk belachelijk een
ware comedie dat dit alles zou afhangen
van een paar dagen van geldverlegenheid
riep Faste uit.
„De quaestie kan overmorgen weer in orde
wezen..." vulde de makelaar aan.
Zij vielen beiden weer in gepeins
„Maar zeg mij eens riep de makelaar
plotseling vertrouwelijlk uit, alsof hij een in
val kreeg. „U kunt toch over geld beschik
ken, Forland!"
„Dat, wat het badbestuur ter mijner be
schikking heeft gesteld voor leverantie»? On
mogelijk Faste wees het denkbeeld, onwil
lekeurig aarzelend, af.
„Voor een paar dagen, tot wij de aan
deelen hebben geplaatst. Dat zou een uit
komst zijn," zeide de makelaar peinzend.
„Voor een paar dagen... Voor een paar
dagen... Maar toch... voor den duivel... wat
weerga," klonk het besluiteloos.
„En zoudt u er mij over een paar dagen
weer kunnen uithelpen?" vroeg Faste in diep
gepeins, terwijl hij met kleine passen heen
en weer liep... „de aandeelen zijn toch zoo
goed als geld
„Neen, ik kan» niet inzien, dat er eenige
risico kan wezen, want zij zijn toch even
goed als geld herhaalde hij telkens.
„Ja, het is hier toch alleen geld voor
geld," bevestigde de makelaar binnensmonds,
als in gedachten, „waarschijnlijk is het over
morgen of aanstaanden Zaterdag in orde.
Een of andere schikking is toch nu, vlak voor
het feest, bijna noodzakelijk... En, zooals u
zegt, zonder eenige risico, alleen voor den
vorm."
„In dit buitengewone geval moot men
handelen als een chef en niet als een pop!"
riep Faste uit... „Vertrouwt men de onder
neming, dan vertrouwt men ook de aandee
len. Men moet niet achteruit krabbelen!...
Laten wij dus dadelijk naar binnen gaan
en de zaak in orde maken, makelaar! en
u krijgt een cheque van mij," zeide hij vast
besloten.
„Wij bieden de aandeelen aan, zoodra zij
afgelost en goede waar zijn," liet de make
laar zich ontvallen.
Jawel, welzeker, dat was Bera, die daar
tegen vijf uur het kerkpad over, naar huis
ging!
Faste kreeg plotseling een onbedwingba
re n lust om haar te zien eni met haar te
praten als het ware binnen te loopen
gedurende een korte windstilte, te midden
van de verschillende stormen...
Zij keek niet om, maar liep haastig voort.
„Zeg, Bera Ik zou zoo gaarne willen, dat
je morgen uit eigen beweging op het feest
kwam."
„Ja, als ik cr van af kon komen
„Merkwaardig toch, hoe weinig vrouwen
personen van zaken kunnen onderscheiden.
Zoodra ze een hekel hebben aan den per
soon, hebben zij ook een ^ekel aan de zaak
alles Wordt over één kam geschoren!"
„Dc heb niet bet minst© tegen de bad
inrichting, Faste
„Wat. niets tegen de badinrichting? Neem
mij niet kwalijik, maar ik kan alleen zeg
gen, dat je mij versteld doet staan, want ik
weet, dat jo nooit joktMaar hier in
dit geval, zoo moet ik werkelijk zeggen!
Jo schijnt een slecht geheugen te hebben.
Of mag ik vragen, wat je bekeerd heeft...
Is het som9 de uitslag?" zeide hij scherp.
„In geen enkel opzicht heb ik, noch had
ik iets tegen de badonderneming."
„Zoo, wat dan
„Ik had cr alleen tégen, dat jij jij er
jo mede zou afgeven. En ik verwonder mij
er nog over kan eerlijk niet begrijpen
daT iemand met een verbeeldingskracht als
jij, zuivere werkelijkheid kan scheppen en
een practische zaak ter wereld brengen en
dan nog wel op zoo'n groote schaal."
„Neen. neen, Bera, je hebt nooit begre
pen, dat verbeelding een werkelijke gave is.
Zet daar eens een van die droogpruimers van
•handeslui daarginds aan en hij zal een nieu
we wereld ontdekken, rijjk wordenEn
dan praat jij van ter wereld brengenGeen
uur geleden heb ik, door een meesterlijken
zet als eigenlijke chef en bezielende geest,
vastberaden bij den makelaar een ongehoord
moeielijiken knoop uit de war gemaakt. Ik
kan je niet zeggen, wat het was; ieder die
minder tegen de verhoudingen was opgewas
sen. of een minder practische man zou zijn
blijven steken en jij zou dan aan het on
aangename ontkomen zijn, om morgen aan
den feestdisch te zitten en een vroolijk ge
zicht. te zetten."
„Zoo-ooï was het iets, waartoe de make
laar je overhaalde?" vroeg zij eensklaps ang
stig.
„Neen. waar ik zelf toe besloot. Men moet
somtijds iets durven wagen, zonder duizelig
te worden."
Wordt vervolgd.