W\ 77. 5de Jaarsans. Maandag 19 September 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. FASTE FORLAND. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco.per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertenticn, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur '8 morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PKIJ8 DER ADVERTENTIES: Van 15 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met I October a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnen, KOS TELOOS toegezonden. Politiek Overzicbt Oe scheiding van Kerk en Staat in Frankrijk. In een interview van den Franschen minis ter van onderwijs Chaumié, dat de Matin onlangs bevatte, werd tamelijk onverbloemd te kennen gegeven, dat er in den boezem van het kabinet verschil van meening bestond over de groote strijdvraag der scheiding van Kerk en Staat Do minister Chaumié heeft zich gehaast de juistheid van dit interview tegen te spreken, en ooi. van andere zijde verneemt men, dat deze berichtgever niet zeer gelukkig geweest is in het weergeven van t geen hij gehoord heeft uit den mond van den bewindsman. Wat gemeld wordt over den geest, die bij de beraadslagingen in den boezem van het kabinet voorzit, geeft vol strekt niet den indruk, dat ,het ministerie- combes door den strijd in eigen boezem over dit vraagstuk zal uiteenvallen. De Dépêche de Toulouse, een der meest in aanzien staande organen van de provinciale pers, schrijft aldus over 't geen tot dusver over deze kwestie in het kabinet is voorgevallen „Door lieden, die zeer goed, ze'fs uitmun tend in de gelegenheid zijn te weten wat er gebeurt wanneer president Loubet den minis terraad bijeenroept, is ons medegedeeld, dal de ministers bij drie verschillende gelegenhe den de mogelijkheid der scheiding van Kerk eu Staat al hadden zij er niet over te beraadslagen, die uitdrukking zooi minder juist zijn - dan toch bespreken hadden. De eer3te van deze besprekingen had plaats m de aan ieder bekende incidenten niet brieven van Merry del Val, die leidden tot dc breuk met het Vaticaau en tot de terug roeping van onzen gezant bij den Heiligen Stoel. Een tweede gesprek over hetzelfde on derwerp v.as het gevolg van het interview van den heer Combes, dat in de Neue lYeie Press© verscheen en waarvan sommige p aat- sen door den minister-president nadrukkelijk bestreden werden. Eindelijk spraken de mi nisters nog eenmaal over de scheiding \óór do rede, die Combes te Auxerre gehouden heeft. Bij geen enkele van de gehouden be sprekingen splitste de ministerraad zich in eene meerderheid en eene minderheid. Chau mié onthield zich van e'ke verklaring, en wanneer Dclcassé het woord nam, dan ge schiedde dit slechts om diplomatieke inlich tingen te geven, die men met belangstelling aanhoorde. De eenige minister, die betreffen de de scheiding meeningen uitsprak afwij kende van die van Combes, was Bouvier. Maar ook hij bestreed niet eens de mogelijk heid, laat staan de rechtmatigheid van deze scheidinghij drukte eenvoudig de bezorgd heid uit, dat deze scheiding, wanneer men aan de Kerk vrijheid liet tot het aannemen van geschenken of legaten, aan de clerical© partii belangrijke middelen van agitatie in handen zou kunnen geven. Deze opmerking heeft zeker gezonden zin. Niemand in den ministerraad maakte echter bezwaar, toen Combes met zijne gewone helderheid bij voor baat in groote trekken de programrede aan gaf, die hij voornemens was in Auxerre te houden. Geen portefeuille werd ter beschik king gesteld, geen hartstochtelijk woord werd gesproken. De ministers zochten eenvoudig aan het einde van den kabinetsraad hunne papieren bijeen en snelden na een hartelijken handdruk vol gemoedsrust en met goeden eetlust huiswaarts om te lunchen, de eenen in den schoot van hun gezin, de anderen aan hunne tafel van vrijgezel." Uit deze mededeelingen vendient inzon derheid de aandacht die aan het slot, dat de minister-president vooraf van zijne rede in Auxerre aan den ministerraad mededee- ling gedaan heeft. Daardoor toch wondt be vestigd, dat de minister-president dóe pro gramrede niet op eigen verantwoordelijk- heid heeft- uitgesproken, maar dat de getheele ministerraad, wat den fed tel ijken toestand betreft, nu op he<t standpunt staat, dat de zaak onder de oogen moet worden gezien. In zijme rede te Auxerre heeft de minister president zirih niet ailleeu in beginsel uit gesproken voor de scheiding va.11 Kerk en Staathij heeft ook gezegd, dat er voor de uitvoering van de saha ding een goede grond slag aanwezig was in het wetsontwerp, dat door den rapporteur van de commissie uit de Kamer, die dft vraagstuk heeft, te onder zoeken, is opgesteld. Men heeft in dat wets ontwerp natuurlijk niete meer te zien dan een grondslag voor de behandeling van dit onderwerp bij de wetgevende macht. De détails van de regeling zijn voor wijziging vatbaar, maar heb ontwerp-Briand is dooi den minister-president gestempeld als een bruikbaar schema voor doze regeling De voornaamste bepalingen laten wij hier vol gen. Het eerste hoofdstuk f-oreekt het begin sel der goidedi'.enst- en gewetensvrijheid uit en de absolute onzijdigheid van den Staat tegen over alle geloofsbelijdenissen. De twee arti kelen van dit hoofdstuk luiden aldus: Art. 1. De republiek waarborgt de vrij heid van geweten. Zij waarborgt- de vrije uitoefening van alle eer ©diensten, enkel be perkt door de volgende, in het belang van de openbare orde gemaakte bepalingen. Artikel 2. De republiek beschermt, be taalt of ondersteunt geen eered;enst, direct noch indirect, onder welken vorm of om welke reden het ook zij. Zij kent geen be dienaar van een ©eredienst en levert zonoot betaling geen lokaal tot uitoefening van een ©eredienst of tot huisvesting van zijne be ddenaren. Het tweede hoofdstuk somt verder de wet ten en besluiten op, die door de nieuwe wet afgeschaft worden, daaronder inzonderheid het concordaathet bepaalt, dat het gezant schap bij het Vaticaan en de directie van de eerediensten in het departement van bin- nenlaindsohe zaken worden opgehevenhet bepaalt dat van den len Januari af, volgende op do afkondiging van de wet. alle uitgaven uit de openbare kas voor de uitoefening en bet onderhoud dear eere diensten ophouden, zoowel die van den Staat als van de departementen en de gemeenten Van denzelfden dag af houdt het gratis-ge- bruf.k op van de gebouwen, voor den eere- dienst bestemd, de kathedralen, kerken, tem pels protestantsche kerken), synagogen, als mede de seminariënbisschoppelijke palei zen en pastorieën, dSe de slaat ter beschik king van de bedienaren van den- ©eredienst stelt. Het roerend en onroerend vermogen van de diooeoen, kerken, pastorieën, consis- toriën enz., wordt na verloop van zes maan den verdeeld onder de godsdienstige genoot- sdhappen, doe zich op grond van de wet zul len hebben gevormd. Van deze verdeeling zal de staat in geen geval voordeel trekken daarentegv zuillen de goederen, afkomstig van schenkingen van den staat, aan den staat terugkomen. De bedienaren van den ©ere dienst zullen, wanneer zij minstens veertig jaren oud zijpj en twintig jaren lang een door den Staat, de departementen of de gemeen ten bezoldigd ambt hebben uitgeoefend, eon levenslang traktement genieten, dat reken;mg houdt met hunne omstandigheden, maar niet. meer dan 1200 francs zal bedragen. Het derde hoofdruk handelt over den eigendom en de verhuring van de voor den eeredienst bestemde gebouwen. De gebouwen, die vóór het concordaat gebezigd werden voor den eeredienst, blijven eigendom van den Staat; de overigen, die na het concordaat werden gebouwd, blijven eigendom van de gemeenten, vereenigingen of bijzondere perso nen, die ze hebben gebouwd. De staatsgebou wen, die voor den eeredienst gediend heb ben, zijn onvervreemdbaar; zij kunnen ech ter verhuurd worden aan de genoot schappen, die zich tot het onderhouden van den eeredienst gevormd hebbende huurprijs mag niet meer dan 10 pet. van de inkomsten van het betrokken genootschap bedragen. Alle herstellingen moeten de huurders dra gen tegen schade door de elementen moe ten zij zich verzekeren. Alle voor den eere dien ~t bestemde gebouwen zijn onderworpen aan de wetten en bepalingen over het onder houd van historische monumenten. Het vierde hoofdstuk bepaalt, dat de ge nootschappen, die zich voor de uitoefening en het onderhouden van den eeredienst vor men, in het algemeen onderworpen zijn aan de bepalingen van de vereenigingswet van 1 Juli 1901. 7erder wordt bepaald: Deze ge nootschappen of godsdienstige vereenigingen kunnen van hunne leden bijdragen heffen, inzamelingen houden, lasten heffen van het gebruik der voorwerpen van den eeredienst enz. Ondersteuning van Staat, departement of gemeente kunnen zij niet krijgende ver huring van voor den eeredienst bestemde ge bouwen wordt niet als zulk eeno ondersteu ning beschouwd. De verschillende vereenigin gen kunnen zich bij elkaar aansluiten tot genootschappen met een centraal bestuur. Het roerende vermogen moet op naam lui den en de opbrengst mag niet grooter zijn dan het gemiddelde bedrag der uitgaven ge durende de laatste rijf jarenmet toestem ming van den raad van state mag zij ook grooter zijn, wanneer dit voor het doel der vereenigingen noodig is. Het bezit van de godsdienstige genootschappen is onderworpen aan dezelfde bepalingen als de overige eigen dommen en bovendien aan de belasting op de goederen in de doodc hand. Het vijfde hoofdstuk bevat politie-bepalin- gen. Het bepaalt dat de genootschappen voor den eeredienst gelijk gesteld zijn met de overige vereenigingen, zonder echter aan alle formaliteiten van de vereenigingswet on derworpen te zijn. De voor den eeredienst bestemde gebouwen mogen niet voor po- Htieke vergaderingen gebruikt worden. Wie pogingen doet, door beleedigingen, be dreigingen of gewelddadigheden een of meer personen te dwingen, tot oe kosten van een eeredienst bij te dragen, of bepaalde gods dienstige feesten te vieren stelt zich bloot aan straf. Hetzelfde is het geval met hem, die een ander belet aan een eeredienst deel te nemen of een bepaalden rustdag in acht te nemen, ook niet in acht te nemen door dwang tot het openhouden van win kels of werkplaatsen. Met boete en gevangenisstraf wordt degene bestraft, die in een voor den eeredienst bestemd gebouw stoornis verwekt of voorwerpen van den eeredienst beschimpt; in het geval van gewelddadigheden wordt de straf verdub beld, onverminderd de verdere aansprakelijk heid tegenover de strafwet. Eindelijk wordt bepaald Ieder bedienaar van den eeredienst. die in de uitoefening van zijn ambt in eene openbare bijeenkomst, hetzij docr het voor lezen van geschriften, hetzij door zijne eigen woorden, een lid van de regeering, van de Kamers of een orgaan van het openbare ge zag beschimpt ot hoont, worot met boete tot 3000 frs. en met gevangenisstraf tot een jaar, te zamen of afzonderlijk, gestraft. Dit is in hoofdtrekken de inhoud van het wetsontwerp, dat bestemd is te dienen als grondslag voor de regeling van de verhou ding tusschen den Staat en de kerkgenoot schappen, nadat tot de scheiding van Kerk en Staat besloten zal zijn. Duitschl&nd. Prins Bismarck is gisteren voormiddag om kwart .hai tien kalkn ontslapen. (Herbert Bismarck, de tweede vorst van Bismarck, was geboren den 28eu December 1849. l>e vorstentitel gaat over op zijn oudste zoontje Otto, die den 25en September 1897 geboren is. Verder zijn uit zijn huwe lijk met gravin Margareiha Hoyos nog vier kindereu geboren, twee zoons en twee doch ters. Met liet- aftreden van zijm grooten vader als rijkskanselier is ook de nu overleden zoon uit den staatsdienst getreden. Hij leefde sedert als ambteloos burger. Wel nam hij een mandaat aan in dein Duitschen rijksdag Van de kinderen van den grooten Bis marck is nu alleen nog de dochter, die ge huwd is met graaf Rantzau, over.) De Germania verneemt, dat de rijksdag tegen 29 November bijeengeroepen zal wor den. Dit was de datum, die bij de verdaging der zittingen in den zomer was bepaald, be houdens het geval, dat zaken, die dringende afdoening vorderden, eene vroegere bijeen roeping wenschelijk zouden maken. Deze dringende zaken, namelijk de nieuwe han delsverdragen, blijven echter voorloopig nog achterwege, omdat er vooreerst nog geen sprake kan zijn van de onderteekening van het handelsverdrag met Oostenrijk-Honga- rije. Men moet ook met de mogelijkheid re-, kenen, dat zelfs den 29en November de nieu we verdragen niet kunnen worden ingediend. Dan zal de rijksdag tot Kerstmis niet veel meer kunnen afdoen dan de algemeene be raadslagingen over de begrooting, en zal de beslissing over de nieuwe handelsverdragen eerst na nieuwjaar kunnen vallen. Turkije. De oproerige beweging in de buurt, van Lioema begonnen, breidt zich uit. Er zijn 12 bataljons troepen gezonden. Het middelpunt van de beweging is Prizrend. Oe oorlog in Oost-Azië. Over den oorlog zijn de volgende berichten Tsjifoe, 18 Sept. De Japanners oefenen grooter waakzaamheid uit tegen do jonken, die maanden achtereen levensmiddelen en brieven hebben binnengesmokkeld. Alle vluchtelingen uit Port-Arthur melden over eenstemmend, dat het onmogelijk wordt door do blokkade heen te breken. Russische burgers zeggen, dat vleesch in bussen nog in overvloed aanwezig is. Het eenige versoho vleesch bestaat echter uit paar- denvleesch. Twaalf paarden werden per dag geslacht. Gedurende de laatste twaalf <"agan is het betrekkelijk rustig geweest in de stad. Allo forten, die beschadigd waren, zijn hersteld eu nu weer zoo goed als nieuw. Londen, 19 Sept. De correspondent van de .Standard te Sjanghai bericht, dat de te Tsjifoe gevestigde correspondent meldt, dat do Russische kanonneerboot Gremid3taky tegen een mijn gevaren en gezonken is, ter wijl zij de haven van Port Arthur verliet om een Fran&ch schip tegemoet te gaan, dat de blokkade wilde verbreken. Do datum, waarop dit geval is gebeurd, wordt niet gemeld. Het kan rijn, dat dit geval hetzelfde is, dat den 19en Augustus werd gemeld. De Nationaltidende uit Kopenhagen be vat een brief, van 16 Augustus gedateerd, die door een te Port Arthur ingesloten Rus van daar verzonden is. De briefschrijver verhaalt, dat het hem volstrekt niet berouwt' de vesting verlaten te hebben, want iets zoo aangrijpends zal hij wel niet meer beleven. Dag en nacht is er aanhoudend wat te d n, en altijd is het zoo interessant, dat het iemand bepaald leed moet doen, verscheide ne uren per dag te verslapen. Maar generaal Stoessel heeft het bevel uitgevaardigd, dan alie mannelijke personen in Port Arthur uit liefde voor Keizer en vaderland hun best moeten doen, om zich minstens zes uren slaap per dag te gunnen. De generaal zelf schijnt echter nooit te slapenoveral ont moet men hem. altiid frisch en opgewekt. „Het gaat prachtig, kinderen!" zegt bij. en hij heeft gelijk. De Japanners zullen ons wel kunnen uithongeren, maar dat zal een half jaar durenmeel, thee en munitie heb ben wij in overvloed; daarentegen zijn wij slechts karig voorzien van conserven on van cigaretten. De Japanners gaan cr als ware duivels op los; soms staan zij beel kalm in het ergste vuur en laten zich neerschieten, heel jonge menschen van 17 a 18 jaar. Een verschrikkelijk gezicht is het, als onze mij nen in .de lucht vliegen, waarvoor wij voor namelijk WhiteHead-torpedo's gebruiken dan wordt de hemel een oogenblik door ïneu- schelijke lichaamsdeelen lieelemaal verdu.8- terd. Duizenden mijnen zijn uitgezethoe zal 't de Japannen gaan als zij de bestor ming van de vesting zelve beginnen?" Petersburg, 17 Sept. Generaal Koeropatkin bericht aan den Czaar dd. 16 Sept. Het geheele Mandsjoerijeche leger is zeer verheugd over de waardeerend© wijze, waar op zijne ontberingen en gevechten door Uwe Majesteit beoordeeld worden. Wij allen zijn zeer doordrongen van den weinsoh om den vijand te overwinnen en het vertrouwen, dat onze opperste veldheer in ons stelt, te recht vaardigen. Ik ben overtuigd, dat de troepen ook in liet vervolg met zelfverloochening hun plicht zullen vervullen. De terugtocht uit Liaojang was in de omstandigheden waaronder hij werd uitge voerd, inderdaad noodzakelijk en, door de bezwaren die er aan waren verbonden, eene daad van groote verdienste. Zelfs onze te genstanders zijn ditmaal uiterst bescheiden. In hunne berichten wordt noch van het g|e>- Uit het Noorsch 26 VAN JONAS LIE. „Maar hier en daar zal toch wel iemand gevonden worden, die de geldswaardige pa pieren wil koopen," dacht Faste. „Ze aanbieden en hier nog wel ge dwongen? terwijl de bank pas geweigerd heeft r De loodgrijze oogen van den makelaar ko ken Faste aan met een soort plechtige uit drukking. „Als ik nu dit gesprek over de firma Her man Wiik eens rondvertelde... Ik vraag u alleen, wat voor gezichten denkt u, dat cr morgen aan den feestmaaltijd voor den dag zouden komen1? Wat gelooft u, dat de men schen zouden zeggen, als zij hoorden, ''at de aandeelen in de badon der neming bij bank in disorediet waren... Neen, neen, roer daar niet in," zeide hij hoofdschuddend. Faste had in een oogwenk den toestand overzien. Hij staarde den makelaar aan, die op zijln nagels stond te bijten. „Maar de aandeelen zijn toch zoo goed als geld, makelaar!" riey hij uit „als geld „Ja-a, maar zij kunnen alleen niet worden aangeboden, nu er juist schaarschte van geld is." „Op het oogenblik, ja; maar over eenige dagen dan, in de volgende week?" „Hm, over eenige dagen in de vol gende week dat is morgen niet-." „Neen, dat is morgen niet"... Faste voelde zich eenigszins duizelig alsof hij met een leeg feestglas in zijn hand stond. „Men zou het- inwijdingsfeest kunen uit stellen. tot die kleine crisis voorbij is vond de makelaar, met. een snellen blik op hem. „Uitstellen Faste zelf het feestglas weg zetten... Het feest uitstellen! Hij zag op hetzelfde oogenblik Wiiks winkelramen met gesloten luiken voor zioh... Neen, klonk het in hem opgehouden, gestopt worden moest het... de toestand moest gered worden )rNieen, ik geef toe, dat zou niet best gaan,'* zeide de makelaar. „En Herman Wiiks bankroet, met bijbehoorend geween en tandengeknars moeten wij toch slikken." Zij stonden beiden te staren naar dat treurige vooruitzicht. „Het is toch. eigenlijk belachelijk een ware comedie dat dit alles zou afhangen van een paar dagen van geldverlegenheid riep Faste uit. „De quaestie kan overmorgen weer in orde wezen..." vulde de makelaar aan. Zij vielen beiden weer in gepeins „Maar zeg mij eens riep de makelaar plotseling vertrouwelijlk uit, alsof hij een in val kreeg. „U kunt toch over geld beschik ken, Forland!" „Dat, wat het badbestuur ter mijner be schikking heeft gesteld voor leverantie»? On mogelijk Faste wees het denkbeeld, onwil lekeurig aarzelend, af. „Voor een paar dagen, tot wij de aan deelen hebben geplaatst. Dat zou een uit komst zijn," zeide de makelaar peinzend. „Voor een paar dagen... Voor een paar dagen... Maar toch... voor den duivel... wat weerga," klonk het besluiteloos. „En zoudt u er mij over een paar dagen weer kunnen uithelpen?" vroeg Faste in diep gepeins, terwijl hij met kleine passen heen en weer liep... „de aandeelen zijn toch zoo goed als geld „Neen, ik kan» niet inzien, dat er eenige risico kan wezen, want zij zijn toch even goed als geld herhaalde hij telkens. „Ja, het is hier toch alleen geld voor geld," bevestigde de makelaar binnensmonds, als in gedachten, „waarschijnlijk is het over morgen of aanstaanden Zaterdag in orde. Een of andere schikking is toch nu, vlak voor het feest, bijna noodzakelijk... En, zooals u zegt, zonder eenige risico, alleen voor den vorm." „In dit buitengewone geval moot men handelen als een chef en niet als een pop!" riep Faste uit... „Vertrouwt men de onder neming, dan vertrouwt men ook de aandee len. Men moet niet achteruit krabbelen!... Laten wij dus dadelijk naar binnen gaan en de zaak in orde maken, makelaar! en u krijgt een cheque van mij," zeide hij vast besloten. „Wij bieden de aandeelen aan, zoodra zij afgelost en goede waar zijn," liet de make laar zich ontvallen. Jawel, welzeker, dat was Bera, die daar tegen vijf uur het kerkpad over, naar huis ging! Faste kreeg plotseling een onbedwingba re n lust om haar te zien eni met haar te praten als het ware binnen te loopen gedurende een korte windstilte, te midden van de verschillende stormen... Zij keek niet om, maar liep haastig voort. „Zeg, Bera Ik zou zoo gaarne willen, dat je morgen uit eigen beweging op het feest kwam." „Ja, als ik cr van af kon komen „Merkwaardig toch, hoe weinig vrouwen personen van zaken kunnen onderscheiden. Zoodra ze een hekel hebben aan den per soon, hebben zij ook een ^ekel aan de zaak alles Wordt over één kam geschoren!" „Dc heb niet bet minst© tegen de bad inrichting, Faste „Wat. niets tegen de badinrichting? Neem mij niet kwalijik, maar ik kan alleen zeg gen, dat je mij versteld doet staan, want ik weet, dat jo nooit joktMaar hier in dit geval, zoo moet ik werkelijk zeggen! Jo schijnt een slecht geheugen te hebben. Of mag ik vragen, wat je bekeerd heeft... Is het som9 de uitslag?" zeide hij scherp. „In geen enkel opzicht heb ik, noch had ik iets tegen de badonderneming." „Zoo, wat dan „Ik had cr alleen tégen, dat jij jij er jo mede zou afgeven. En ik verwonder mij er nog over kan eerlijk niet begrijpen daT iemand met een verbeeldingskracht als jij, zuivere werkelijkheid kan scheppen en een practische zaak ter wereld brengen en dan nog wel op zoo'n groote schaal." „Neen. neen, Bera, je hebt nooit begre pen, dat verbeelding een werkelijke gave is. Zet daar eens een van die droogpruimers van •handeslui daarginds aan en hij zal een nieu we wereld ontdekken, rijjk wordenEn dan praat jij van ter wereld brengenGeen uur geleden heb ik, door een meesterlijken zet als eigenlijke chef en bezielende geest, vastberaden bij den makelaar een ongehoord moeielijiken knoop uit de war gemaakt. Ik kan je niet zeggen, wat het was; ieder die minder tegen de verhoudingen was opgewas sen. of een minder practische man zou zijn blijven steken en jij zou dan aan het on aangename ontkomen zijn, om morgen aan den feestdisch te zitten en een vroolijk ge zicht. te zetten." „Zoo-ooï was het iets, waartoe de make laar je overhaalde?" vroeg zij eensklaps ang stig. „Neen. waar ik zelf toe besloot. Men moet somtijds iets durven wagen, zonder duizelig te worden." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1