S". SS. Tweede JBlad
3de Jaargang.
Vrijdag 23 September 1904.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentie!!, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 15 regelsf 0.75.
Elke regel meer0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeolige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
OOST-INDIË.
De Bataklanden. Wij lezen in de
Ja.va-Bode van 18 Augustus:
Heden vertrok, na een verblijf van onge
veer twee maanden op Java, weder naar het
land, waar hij sedert 1888 nagenoeg voortdu
rend het veld zijner werkzaamheid vond, de
assistent-resident C. J. Westenberg, door
wiens ijverige bemoeiingen het zuid-oostelijk
deel der Bataklanden langzaam aan onder
ons gezag is gebracht. Eerst in de
laatste jaren vonden zijn voorstellen tot dat
doel bij de regeering ingang, en vooral dank
zij den steun van den tegemvoordigen resi
dent van Sumatra's Oostkust, denheer G.
Schaap, werd het mogelijk, de bewoners dei-
hoogvlakte van het Batakgebied langs den
weg van vreedzame aanrakingen tot onder
werping te brengen. Tengevolge van deze,
sedert ongeveer 6 jaren gevolgde politiek,
hebben zich do districten Dolok en Poer ba
ïeeds volledig onderworpen, zoodat dit ter
rein nu reeds als rechtstreeksch gouverne
menteel gebied, moet worden beschouwd. De
daaraan grenzende ocroeng Silau, een onder-
hoorigheid van Dolok, is kortelings eveneens
onder ons gezag gebracht, zoomede de Lima
Kota en Sip 1 toe Kota, met de hoofdplaats
Baroe Djahé. Vermoedelijk zullen de land
schappen Sipitoe, Kota Teugging en Si Anam
Kota weldra volgen.
Naar het Westen liggen echter nog tal van
landschappen, waar de hoofden het met el
kander nog niet eens zijn, of zij zich al dan
niet aan ons gezag zullen onderwerpen. Zij
zijn geen van allen het gouvernement vij
andig gezindwel bestaan er vele onderlinge
veeiten.
Een belangrijke en gunstige factor voor de
geleidelijke onderwerping van dit gebied
is de omstandigheid, dat de Islam hier geen
remmenden invloed kan uitoefenen, de Ba
takkers zijn namelijk heidenen; een nadee-
lige is de vrees, die vele Bataklioofden koes
teren, dat de tabaksplanters van Deli in hun
land kebons zullen gaan aanleggen. Die vrees
behoeft echter, naar ons de heer Westenberg
mededeelde, geenszins te bestaan, waar in de
eerste plaats het land zoo dicht bevolkt is,
dat geen terreinen van eenige beteekemis voor
den tabaksbouw beschikbaar zouden zijn
ook is het klimaat voor deze cultuur minder
gunstig.
Door den resident van Sumatra's Oostkust
zijn aan de regeering, in verband, met liet
verder optreden in het nog onafhankelijke
gebied, voorsbellen gedaan, welke door den
gouverneur-generaal zijn goedgekeurd. De
heer Westenberg zal, na aankomst in Deli,
zich vestigen in liet centrum van het reeds
onderworpen gebied van Dolok en Poerba.
Daar zal hij beginnen met een zuivering te
houden in de toestanden der onderworpen
strekenhij zal plannen maken voor den
aanleg van wegen door het gansche gebied en
tegelijk aanrakingen onderhouden met de
hoofden der thans nog onafhankelijke landen,
om door vriendschappelijke onderhandeling
met hen tot een vredelievende schikking te
komen. De plaats, waai' de heer Westenberg
zich vestigen zal, is vastgesteld in de omge
ving van Si Lima Kota. Voorts zaïl binnen
kort een controleur benoemd worden, waar
schijnlijk de controleur van Soenggal, do
Munnick, over Simalo&ngoen in de boveu-
streek van Batoe Bahra, wiens afdeeling zal
komen te staan onder den assistent-resident
Westenberg. Verder is voorgesteld de aanleg
van een grooten weg van Bangoen Poerba
naar Poerba bij liet Toba-meer, waarvoor
f 75,000 zijn gevraagd.
Zooals bekend, zijn de streken aan den
zuidelijken, westelijken en noordelijken oever
van het Toba-meer reeds aan ons gezag on
derworpen. De nieuwe weg zal leiden langs
de grenzen van het nog onafhankelijke ge
bied, waardoor de aanraking met de bevol
king ten zeerste zal worden vergemakkelijkt.
Uit een en ander blijkt dus, dat de alge-
heele onderwerping van dit gebied slechts
e^n kwestie is van tijd.
Onder dagteekening van 19 Augustus sein
de de resident van Palembang als volgt
Bij patrouillecommandant te tantau Lang-
kap (Boven-Batang Hari) meldde zich Raden
Katan, schoonzoon van Ta-ha. Het spoor van
Pangeran Siugo werd teruggevonden in de
#Kctalo, waar hij wordt achtervolgd.
Blijkens een telegram van den legercom
mandant van 22 Augustus is in Djambi le
vensgevaarlijk gewond de Europeesche fuse
lier Ulrich. (Java Ct.)
Van den gouverneur van Sumatra's West
kust is onder dagteekening van den I7en de
zer het volgende telegram ontvangen
Controleur Smgkel seintGosong Telaga
nacht 14 dezer door vier kwaadwilligen be
zocht een er van werd door bevolking af
gemaakt. Hij droeg kleeding gelijksoortig
aan die van onlangs te Singkel neergelegde
kwaadwilligen. Gisterennacht werd Gosong
Telaga andermaal door kwaadwilligen aan
gevallen, vermoedelijk twee in getal. Twee
'lieden van Gosong Telaga bekwfunen lichte
verwondingen door klewangs. Ik ga heden
met militaire patrouille daarheen.
Onder dagteekening van den len Augustus
seinde de resident van Arqboina als volgt
Algemeene politieke toestand goed. Mili
taire patrouille van West-Ceram bereikte de
alfoersche bergnegorij ilonitetoe, zonder dat
onzerzijds actief behoefde te worden opge
treden. Ook andere alfoersche negorijen wer
den bezocht.
Enkele gevallen van pokziekte kwamen
nog voor op Ambon en Boeroeoverigens
wa#> «U gezondheidstoestand vrij goed.
Blijkens een telegram van den legercom
mandant van 20 Augustus, zijn in de Zuider
en Ooster-afdeeling van Borneo gesneuveld
de Europeesche fuselier Van Lun, levensge
vaarlijk gewond de Europeesche sergeant
Savelberg, en niet levensgevaarlijk gewond
de Europeesche fuselier li-emstra.
Naar men aan het Bat. Nbld. bericht
zal de als commandant der Zudder- eu Oos-
terafdeeling van Borneo geëvacueerde luite
nant-kolonel P. A. Gallas ah zoodanig ver
vangen worden door den overste S. A. Drij-
ber.
Telegraphiscli informeerend naar de
juistheid van het bericht, dat de gouverneur
van Celebes Kroeseu met pensioen zou gaan,
kreeg het Soer. Hbl. van den gouverneur be
richt, dat hij waarschijnlijk in 1906 den
dienst zal verlaten.
Examens Oostersche talen.
Geslaagd in het examen voor de Javaansche
taal de kapitein der infanterie C. F. H. Du-
mont en de le luit. van dat wapen L. F. van
Gent. In het examen voor de Maleische taal
slaagden de kapitein der infanterie E. van
Harencarspel, de le luit. der artillerie W. H.
C Holle, de le luit. der cavalerie C. L. E. de
Rruijn de le luit. der inf. E. A. Ebbink, de
le luitenant der artillerie J. D. A. de Freme-
ry, de le luit. der cavalerie H. Philippi, de
luits. der infanterie E. P. C. Scheffer en P.
D. Visser en de luitenant-adjudant van dat
wapen B. B. Visscher.
Binds eenige wekeui bevindt zich te 9oe-
kaboemi een der leden van de z.g. Rameh
Union, eeai vereeniging, die zich voorstelt
de cultuur der ramehplant, waarover thans
in de vakbladen zoo druk wordt geschreven,
in deze gewesten ten entameeren. Zo heeft
haar hoofdzetel in het Twentsche nijverheids
centrum Enschedé, en haar vertegenwoordi
ger reist van Soekaboemi uit Java rond, om
uit te zien naar gronden, die gunstig zijn
voor de jonge cultuur.
Hoogstwaarschijnlijk zullen ook de groote
uitgestrektheden on bebouwden grond, die
om Soekaboemi maar voor het aanvragen
liggen, in aanmerking komen om tot dit doel
ontgonnen te worden, schrijft de oorrespon-
den van „De Locomotief". In die richting
kan hier wellicht nog veel geschieden, vooral
wanneer het chronisch gebrek aan werkvolk,
veroorzaakt door te sohaarsohe bevolking de
zer streken, door emigratie van do bevolking
uit Midden- en Oost-Java kan worden be
streden. Reeds nu heeft die emigratie vanzelf
geleidelijk maar langzaam nog plaats, en ves
tigden zich reeds vele Javanen in en om
Soekaboemi, maar oen krachtige steun ia noo-
dig, om de emigratie ook hier in de gewenscih-
to banen te leiden.
Moge zulks het geval zijn, en de zich hier
vestigende vroeger noodlijdende Javanen, ook
in het planten en bewerken der rameh een
bron van bestaan kunnen vinden. Bij meer
dere bevolking zullen deze streken veel meer
tot haar recht komen, en dat is en moet
zijn de grondige wensch van een ieder, die
het goed meent met dit mooie land en zijn
sympathieke bevolking. J.-B.
Kameroverzicht
Eerste Kamer.
Vergadering van Donderdag 22 Sept.
Geopond li£ ure.
De Voorzitter deelt mede, dat de af-
deelingen tot voorzitters hebben benoemd de
heeren Rauusen, Van Houten, Reekers, Ve
iling Meinesz en Van Zinuicq Bergmann.
tot onder-voorzitters dc heeren Woltjer,
Godin de Beaufort, Sickinga, v. d. Does de
Willebois en Have laar.
tot leden der Commissie van redactie voor
het concept-adres van Antwoord op de Troon
rede, de heeren Scholten, Godin de Beaufort,
Van Ascli van \Vijek, Van Nieropen 'tHooft.
De Voorzitter deelt mede, dat het ont-
werp-adres van antwoord gereed is en aan
do leden is rondgedeeld lieden 11 uur kwam
het i" openbare behandeling..
Adres van Antwoord op de Troonrede.
Mevrouw 1
1. De Eerste Kamer der Staten-Generaal
verheugt, zich, dat Uwe Majesteit, vergezeld
van Hare Majesteit de Koningin-Moeder en
van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins
der Nederlanden, de gewone zitting der Sta
ten-Generaal heeft mogen openen, ditmaal
voor het eerst in de historische Ridderzaal
op het Binnenhof.
2. Met ingenomenheid vernemen wij de
mededeelir.g, dat de betrekkingen van Ne
derland met de buitenlandsche mogendheden
van den meest vriendsch appel ij ken aard
bleven.
3. Uwer Majesteit» verklaring, dat zee- en
landmacht voortgingen zich op loffelijke
wijze van haren plicht te kwijten en het
corps burgerlijke ambtenaren bij voortduring
reden gaf tot tevredenheid, wordt door ons
zeer gewaardeerd.
4. Met belangstelling ontvangen wij van
Uwe Majesteit de inlichtingen omtrent den
algemeenen toestand van land- en tuinbouw,
handel» scheepvaart en nijverheid.
5. Dat de verdere l>evestiging van hetgeen
tot dusver in Noord-Sumntra verkregen
werd. opnieuw niet onbelangrijke vorderin
gen maakte en dat de bevolking va.n Java
in iets minder gedrukten toestand verkeert,
vernemen wij met groote voldoening.
6. Terwijl wij het vertrouwen van Uwe
Majesteit op onze voortvarendheid en onze
toewijding aan de belangen van het Vader
land bij do vervulling onzer taak op den
hoogsteu prijs stellen, vereenigen wij ons
met Haar in de bede, dat Gods zegen op
onze werkzaamheden moge rusten.
Benoemd worden tot leden der oommissie
voor de verzoekschriften de heeren Van dei
Does de Willebois, Havelaar, Dojes, v. d.
Feltz en Regout.
Tot leden voor de gemengde oommissie
voor de stenographic de heeren Vening-
Meinesz, Raku9en en Woltjer, en tot leden
der huishoudelijke commissie de heeren Van
Weideren baron Renners en Van Ziuninoq
Bergmann.
Daarna wordt overgegaan tot het opma
ken der rooster van aftreding der leden.
De uitslag der loting is dat in 1907 zullen
aftreden de heeren Sassen, v. Zinnincq Berg
mann, v. Limburg Stiruni, v. Lamsweerde, v.
Waterschoot v. d. Gracht, Woltjer, Bever9,
Havelaar, Kist, Laan, Breebaart, v. Asch v.
Wijck. Van Houten, Scholten, v. d. Feltsz
en Brouwers.
o In 1910 de heeren Merkelbach, v. d.
Does de Willebois, Schiinmelpenninck v. d.
Oye, v. Berckel, Vermeulen, Von Fisenne,
v. Leeuwen, Rahuseu, Veiling Meinesz.
Hovy, Bosch van Drakenstein, v. Beyina,
Dojes, Willinge, Regout en het ontbrekend
lid voor Zuid-Holland (v. Heeckeren v.
Keil).
In 1913 de heeren Prinzen, v. d. Biesen.
Reekers, 't Hooft, v. Wassenaar v. Rosande.
Waller, v. Velzen, v. Nierop, De Jong, Bult
man, Godin de Beaufort, v. Weideren Ren-
gers, Sickinga, Welt, Mich iels v. Kessenich.
De vergadering wordt gesloten.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 22 September,
voornuddags lralf twaalf.
Tijdelijk voorzitter de heer Van Alphen.
Ingekomen zijn o. a. de volgende wetsont
werpen Vesting begrooting voor 1905Aan
vulling en wijziging der wet van 21 Juli
1890 tot regeling van het militair onderwijs
bij de landmacht, enz.wijziging en aanvul
ling van het Wetboek van Strafrecht; defi
nitieve vaststelling van de Kolonia'e huis
houdelijke begrooting van Curasao voor
1905; begrooting van Suriname voor
1905 ondernandsche verkoop van het k'oos-
ter der Augustinessen, genaamd „Soeter-
beek'' te Deursenverhooging van den ac
cijns op het gedistilleerdinlichtingen >p
verschillende adressen; additioneele overeen
komst met de Vereenigde Staten van Ameri
ka, ter uitbreiding van het uitleveringsver
drag van 2 Juni 1887 tot de wederzijdse he
koloniën en insulaire bezittingen, zoomede
het algemeene jaarlijksche verslag omtrent
tie vestingwerken.
Voorts is ingekomen het Koninklijke be
sluit van de benoeming van baron Mackay
I tot voorzitter, gedurende dit zittingjaar.
Do tijdelijke voorzitter, de heer
Van Alpen, houdt daarop de volgende
toespraak
Hooggeachte Heer Mackay!
„Zwaarder dan immer te voren was de laat
ste maal in deze Kamer de taak des Voorzit
ters talrijker dan in ééne der vorigen, wa
len in de afgeloopen zitting hare bijeenkom
sten, maar onze physiek - en intellectueele
krachten bleken daartegen opgewassen. De
Kamer neeft u erkentelijk te zijn voor uwen
arbeid in de voorbereiding en in de leiding
van zóó aanhoudend en langdurig samenzijn,
en ik mag het voor ons als een voorrecht
rekenen dat gij niet aarzelt, onder deze in-
derdaaa zoo zware taak opnieuw den krach-
tigen schouder te zetten. De Kamer toonde
op uwe bereidvaardigheid daartoe een vrij
moedig beroep te doen, en Hare Majesteit
de Koningin bekrachtigde door uwo benoe
ming het verlangen dezer vergadering.
Wij mogen ons gelukwenschen met die be
noeming, gelijk met de vereeren de onderschei
ding. Wil met dezelfde onverdroten toewij
ding. de leiding onzer werkzaamheden bewa
ken en de Kamer daardoor opnieuw aan u
verplichten. En moge uwe bereidvaardigheid
door den steun van den Heere onzen God
gesterkt, door Zijn licht in mocaelijko omstan
digheden verhelderd, de roeping ook nu niet
onuitvoerbaar Dcvinden.
Ik heb de eer u te verzoeken den Voorzit-
terstoel van mij te willen overnemen."
Do heer Mackay aanvaardde daarop het
voorzitterschap met dc volgende rede:
Mijne Heeren!
„Door xx. M. de Koningin, op uwe voor
dracht, voor dit laatste jaar van de vierjari
ge zittingsperiode, benoemd tot uwen -oor-
zitter, ben ik. oereid de leiding dezer verga
dering weaerom op mij te nemen, in het ver
trouwen dat ik daarbij ook thans op uwen
steun en uwe welwillende medewerking zat
kunnen rekenen.
Zullen wij het in de Troonrede uitgespro
ken vertrouwen op onze voortvarendheid niet
teleurstellen, uan zal bij de te voeren discus
sies zelfneperking, waartoe ik u bij eene
vroegere gelegenneid reeds aanspoorde, meer
dan tot nog toe betracüt moeten worden.
Niet alleen dat, zooals een onzer staatsle
den onlangs schreef, onze redevoeringen in
lengte en breedte winnen, wat zij in diepte
verliezen, maar vooral dreigt- het parlemen
taire stelsel in discrediet te komen, als door
te veel praten te weinig resultaten van onzen
arbeid worden gezien. Het is een schrale
trooet te wijzen op andere parlementen die
in nog sterker mate aan het zelfde euvel
lijden, maar men vergete daarbij niet dat
reeds h.er eu daar maatregelen, en daaronder
zeer krasse, moesten worden genomen om
het kwaad te keer te gaan, door o.a. slechts
een beperkt aantal tiageu beschikbaar te
stellen voor de behandeling van een wetsont
werp en na het verstrijken van den daar
voor gestelden term'jn alle discussie onver
biddelijk te sluiten en onmiddellijk over te
gaan tot de Stemming, ook over de niet be
handelde en niet besproken artikelen. Wij
zouden bijkans geneigd zijn te zeggen„que
le remède est pire que le mal maar dat men
tot zulke middelen de toevlucht moet ne
meu bewijst wei het hoogst ernstige van de
kwaal.
Bij gebreke van dergelijke bepalingen, zijn
wij genoodzaakt, willen wij, althans ten deele
met het werk gereed komen, den arbeidsduur
te verlengen, hetgeen afmatting veroorzaakt
en daardoor van schadelijken invloed is op
het werk. En toch wordt door velen, ook
door velen onder u, erkend en beleden, dat
juist verkorting van arbeidsduur ten goede
komt, zoowel quautitatief als qualitatiel aan
den te verrichten arbeöd.
Welnu, waarom dan niet dien gulden re
gel in d© eerste piaats toegepast bij den ar-
be d op dit parlementaire arbeidsveld, waar
gij als arbeiders, zeiven het voor een goed
deel in de hand hebt den arbeidsduur te re
gelen en te verkorten zonder dat gij in het
minst bevreesd behoeft to zijn dlat u zulks
kwalijk zal genomen worden door den werk
gever.
Moge kortheid en bondigheid uw stre
ven zijn en moge God mij do kracht geven
om nog voor diit jaar uwo vergaderingen te
leiden.
Hiermede aanvaard ik het voorzitterschap
dezer Kamer.
Interpellatie Troelstra.
De heer Troelstra vraagt en verkrijgt
verlof om op nader te bepalen dag tot de
Min sters van Binnen.aiidsohe Zaken, Jus
titie en Buitenlandsche Zaken eenige vragen
te richten naar aanleiding van het optreden
der Amsterdamsohc recherche inzake de Rus
sische afgevaardigden op het Internationaal
Socialistisch Congres.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter deelt mede dat 't ontwerp
adies van antwoord op de Troonrede is ge
drukt en aan dc leden rondgedeeld. Hij ver
zoekt de leden ingevolge besluit der Centrale
Sectie zich onverwijld met het onderzoek
in de afdeelingen beaig te houden.
De vergadering würdt geschorst tot half
vier, als wanneer de Staatsbegrooting voor
1905 wordt aangeboden.
j Redevoering, uitgesproken door den Minis
ter van Financiën bij de aanbieding der
Staatsbegrootiug voor 1905.
I Mijne Heeren
Door de Koningin daartoe gemachtigd heb
ik de eer, de ontwerpen der algemeene be-
grootingswetten voor het dienstjaar 1905
over te leggen.
Alvorens net nieuwe budget te behandelen
zal ik, als gebruikelijk, eenige mededeclin
gen omtrent de twee vorige dienstjaren en
het thans nog loopende dienstjaar doón voor
afgaan.
Voor liet'
dienstjaar 1902
bedroegen de ontvangsten f 161.142.410,50}
de uitgaven - 162.155.455,40
rige middelen ruim, zoo waren het tooh in
het bijzonder de successierechten en de sui
keraccijns, die tot deze overschrijding bijdroe
gen Te zamen leverden deze beide middelen
ongeveer f 4.500.000 meer dan waarop was
gerekend. In de tweede plaats kenmerkte
het jaar 1902 zich doordien de feitelijke uit
gaven in zeer ongewone mate bleven beneden
de oorspronkelijk toegestane creaieten. De
?-g. besparing op de uitgaven toch beliep niet
minder dan f 5.178.000.
De uitkomst van het
dienstjaar 1903
is aanmerkelijk gunstiger dan bij de aanbie
ding van de begrootingsontwerpen voor dat
jaar werd becijferd.
In piaats van het toen berekende nadeelig
saldo van f 8.069.909,94 i zal dit dienstjaar
waarschijnlijk een overschot aanwijzen van
f 1.335.576,73. In dat geval is het resultaat
geheel te danken aan de buitengewoon hoog1
opbrengst van cte middelen. Reeds ten vori
gen jare kon ik mededeelen, dat deze ver
moedelijk meer zouden opbrengen dan oor
spronkelijk geraamd werd; doch ook toen
nog viel niet te onderstellen, dat dit zoozeer
het geval zou zijn als de uitkomst heeft aan
getoond. Immers de ontvangsten, die geraamd
werden op f 156.504,2bo, hebben het cijfer
bereikt van f I66.000.33o, zoodat de raming
met f 9.4yo.075 werd overtroffen.
Het waren wederom de successierechten
en de siukeraccijns, die het meest tot Je
sterke stijging der ontvangsten bijdroegen.
De successierechten, die zooals bekend <s
uiterst moeielijk te ramen vallen, brachten
meer op f 3.606.388, terwijl de suiker
1 1.472.266 meer dan waarop was gerekend
voor de schatkist afwierp. Deze vermeerde
ring der opbrengst van den suikeraccijns
wijst intusschen niet voor het volle bedrag
op uitbreiding van verbruik. In het ovenge
noemde cijfer van f 1.472.266 toch is begre
pen een oedrag van f 328.801,22^ dat aan
premiën is bespaard, doordien de fabrikan
ten wegens beperking dor productie niet op
het bij de wet toegekende maximum-bedrag
der premiën aanspraak konden doen gelden.
Buitendien vloeiden in 1903 schier alia
andere middelen nog zeer ruim. Zoo brach
ten méér dan de raming op:
de grondbelasting f 115.000,00
de personeele belasting - 235.000,00
de vermogensbelasting 157.000,00
het .gedistilleerd - 152.000,00
het geslacnt - 246.000,00
d© zegelrechten - 453.000,00
de registratierechten 800.000,00
de hypotheekrechten - 116.000,00
do reenten op den invoer 746.000,00
de posterijen - 330.000,00
de njkstelegrafen - 147.000,00
de loodsgelden - 353.000,00
het aandeel van het Rijk ia
de opbrengst van de exploitatie
der Staatsspoorwegen - 114.000,00
de inkomsten voortvloeiende
uit den arbeid der gevangenen - 142,000,09
de baten van 's Rijks Munt 157.000,09
het aandeel van den Staat in
de winsten der Nederlandsche
Bank - 729.000,09
Dank zij dezen gunstigen loop van zaken,
sluit het jaar met een overschot, niettegen
staande de feitelijke uitgaven, die, voor zoo
veel thans is na te gaan, f 164.664.758,34
zullen beioopen, vermoedelijk slechts f 592,940
beneden de oorspronkelijke toegestane be
dragen zullen blijven.
Hier ter plaatse volgo het gebruikelijke
overzicht van de uitkomsten der dienstjaren,
welker saldi nog niet zijn afgeboekt, waarbij
ook thans de als conversie van schuld te be
schouwen af'ossingen der Rhijnspoorwegobli
gatiën, buiten aanmerking zijn gelaten
overschot tekort
1892 f 1.974.247,94
1893 "f 8.118.105,85*
1894 - 1.645.603,01
zoodat dit dienstjaar een
tekort aanwijst van f 1.013.044.89*
welk tekort echter f 1.338.667,59 minder
bedraagt i.an een jaar geleden werd •■er-
wacht.
I>e uitgaven zijn nl. f 1.128.163,67* lager,
de ontvangsten daarentegen f 210.503,91*
hooger gebleken, dan uit de toenmaals voor
handen gegevens kon worden afgeleid
Dat het definitieve tekort voor 1902 aan
merkelijk lager uitviel dan bij do indiening
der Staatsocgrooting voor dat jaar werd ge
vreesd, is toe te schrijven aan de werking
van twee verschillende factoren. Vooreerst
beliepen de ontvangsten in totaal f 7.140.090
meer dan de raming. Al vloeiden ook de ove
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903 geraamd - 1.335.576,73
- 1.323.580,22$
1.209.360,62^
1 229.896,81
1.043.319,67
839.105,50
2.542.389,83}
2.974.479,60
1.013.044,89}
f 9.761 585,02 f 15.487 125,68}
zoodat dit twaalfjarig tijdvak een tekort'
oplevert- van f 5.725.540,66}.
Omtrent de vermoedelijke uitkomsten van
het loopende
dienstjaar 1904
zijn de vooruitzichten weinig bevredigend.
Bii de oorspronkelijke begrootingwetten \s
liet, eindcijfer van de uitgaven vastgesteld
°P f 175.881 429,51
Verhoogd werden
Hoofdstuk III bij de wet
van 18 Juli 1904 (Staats
blad no. 188) uitbreiding
personeel der ambtenaren) f 4.533,33
Hoofdstuk IV bij de wet
van 30 Jan. 1904 (Staats
blad no. 18) (kosten kin
derwetten) - 729.050,00
Hoofdstuk V bij de wet
van 15 Juli 1904 (Staats
blad no. 158) (subsidiön