S*. S3. Eerste Blad. 3"e Jaargang. Zaterdag 24 September 1904. BUITENLAND. vültnimr r FEUILLETON. FASTE F0RLAND. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco.per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 unr 'a morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN' Yan 1—6 regelsf 0.75. Elke regel meer - 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan roordeelige bepalingen tót het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met I October Mm s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnen, KOS TELOOS toegezonden. Kennisgeving. SCHOUW. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gezien art. 22 van hert .Reglement, op het on derhoud en gebruik der wegen in de provincie Utrecht d.d. 8 November 1853 (Provinciaalblad No. 102), alsmede art. 1 der Verordening op de wegen en waterleidingen l>oen te weten, dat de bij voormeld artikel bedoelden najaars-schouw over wegen, slooten en waterleidingen, aan hum toezicht of beheer onderworpen, zal gehouden worden op Woens dag, den 12. October aanstaande en volgende dagen. Wordende bij deze de bepalingen yam boven gemelde reglementen aan de belanghebbenden in herinnering gebracht. Amersfoort, den 22. .September 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretatris, De Burgemeester, B. W. Th. SANDBEIRG. WUUTÏHltö. Politiek Overzicht handelsverdrag -, In Rusland, is men allesbehalve ge sticht over het. Engelsdi-Tha'betaamscihe ver drag. Dit .verdrag heeft ernstige verbit tering tegen Engeland gewekt, en zoowel in de pers als in de kringen der ontwikkelde .personen wordt zelfs de wensch uitgesproken, dat men den oorlog met Japan maar moest beëindigen om alle krachten te verzamelen voor een oorlog met Engeland. Een dergelijke onderneming zou ook bij do liberale tegenstanders der regeering op in stemming kunnen rekenen. De „Rusz", die nog twee maanden gele den beslist. Engelsok-gezind was, zegt nu: „Alle verzekeringen van de Engelsoho staatslieden, op Thibet betrekking hebbende, zijn leugens gebleken. Engeland heeft door het nieuwe verdrag in zeer drukkendeu vorm het protectoraat over Thibet van den Dalai Lama overgenomen. De D'ailai Lama zal moede lijk zijn verplichtingen kunnen nako men, maar dat is juist wat het Foreign Office wensckt, om een motief te hebben om nog krachtiger maatregelen te nemen. De „Swjet" wijst er op, dat Rusland's pres tige bij de aan Rusland onderdanige Lama's ernstig geschokt is. Dat het Anglo-Thibetaansohe verdrag ook in Engeland geen onverdeelde instemming gevonden heeft, kan blijken uit de beschou wing van de Daily News, welk blad ronduit, spreekt van „de annexatie van Thibet". Wij lezen daarin o. a.,,De expeditie was gebaseerd op drie luid-uitgebazuinde motie ven een betreffende de ongeneigdheid der Thibetaiuen om handelsbetrekkingen met an dere naties aan te knoopen zij schijnen verstokte protectionisten te zijn één be treffende enkele nietige oneenighedeu tus- schen veehoeders op de Sikkim-grens en het derde betreffende beweerde intriges van Rusland. Dat laatste argument is het duis terste van alle. Er ia nooit eenige redelijke grond geweest voor een dergelijke onderstel ling. Zij waren een pendant van den Jobain- nisburger-brief, die dien Jameeon-raid tenger volgo had. De rooftocht begon met de nu karakteris tiek geworden huichelarij eener vreedzame missie een vreedzame missie bestaande uit gewapende lieden. Do Thibetanen hadden de onbeschaamd heid zich tegen dien inval te verzetten. Dat ongelukkige volk begreep niet, dat onr der ons Tory-bewind het een onzer privile gies is, om welk land ook, binnen te vallen, a's maar voldaan wordt aan de voorwaarden, dat de bevolking niet in staat is zich te ver dedigen en dat het land goudmijnen bevat. Thibet voldoet aan deze beide voorwaar den en wij hebben er ons nu feitelijk van meester gemaakt.. Zoodra de markt er rijp voor is kan men een Thibetaanscbe „boom" in goud-aandeelen verwachten. De maat schappijen hebben zich reeds gevormd en laten inschrijven. De bezetting van de Tsjoembi-vallei en het protectoraat, dat Engeland zich heeft toegekend, roepen echter, afgezien nog van de quaestie van Engeland's eer een ernstige verantwoordelijkheid en een ernstig gevaar in het leveneen gevaar niet a'leen voortspruitende uit den wrok der Thibeta nen zelf, doch een gevaar, voortkomende uit een voortdurende bron van achterdocht in onze betrekking met de Chineezen. De geheele geschiedenis van deze intrige en het resultaat ervan is al even beschamend! voor Engeland als ook maai- iets in de sohande-over-ons-brengende geschiedenis der laatste acht jaren. De Engelsche regeering denkt er natuur lijk anders over. In een rede. die de minister voor Indië, Brodrick te Bradley gehouden heeft-, betoog- le hij, dat het optreden van Engeland in Thibet, dat door de houding der Thibetanen volkomen gerechtvaardigd was, onder "vol ledige erkenning van de Ohineesobe suzerei ndteit ten doel heeft gehad, den Engelsclien handel achting te verzekeren, de betaling van een schadeloosstelling af te dwingen en een deel der Tsjoembi-vallei tijdelijk te be zetten. Engeland heeft zorgvuldig de ver plichting vooropgesteld om geen Thibetaansdh gebied blijvend te bezetten en zal er ook niet toe .koimen zich blijvend een inmenging in de binnenlamdsche aangelegenheden te verzekeren. Verder betoogde Blrodiriok, dat generaal Kitchener als opperbevelhebber in Indië reeds buitengewone diensten bewezen heeft door de uitwerking van een plan tot. reorga nisatie van het Indische leger. Er waren maatregelen genomen, dat het Indische leger in belangrijk korteren tijd gemobiliseerd kon worden, dan tot nog toe 'het geval was em dat het in staat gesteld is om in geval van nood maanden lang te volde te kunnen blij ven, zonder dat verdere ondersteuning van buiten noodig is. De beste waarborg voor don vrede op de grens is dat zij, die Enge- land's vijanden kunnen worden, erkennen, dat Engeland behoorlijk ten strijde toege rust is. Als laatste nieuws omtrent dit verdrag kan meegedeeld worden, dat de Morning Post den 20. dezer uit Shanghai een be richt ontving, dat de Oliinoeeche regeering bezwaren had ingebracht tegen het verdrag, omdat daardoor die rechten van Ohina in Thibet verkort werden. Zóó snugger is men dan toch nog in Ohina dat men dit inziet. Maar of de protesten veel zullen helpen? Dultschland. De Rijkskanselier graaf Von Bülow, die gisteren uit Friedrichsruh te Hamburg v. d. Höhe is teruggekeerd, ontving in den loop van dèn morgen den eveneens aldaar aange komen Rumeenscthep minister-president Sturdza. Ook de consul-generaal Stemrioh is daar aangekomen. Een en ander staat in verband met de onderhandelingen voor een Duitach- Rumeen9ch handelsverdrag. Te Frankfurt, aan Main zijn gisteren aangekomen de directeur-generaal van de Hamburg-Amerika-lijm Ball inde directeur van diezelfde lijn dr. Eckerde directeur- generaal van de Norddeutsdhe L.cyd dr. Wiegand; de president van den Raad *an Toezicht van de Norddeuteche Lloyd Geo Plate; de directeur van de Nordd. Lloyd V. Helmalt; de directeur van de stoom- scheepvaartmaatschappij Italia :e Genua J. Wilmiick, alsmede de directeuren -an de H.illa ntDAmeri ka-lijn te Rotterdam O. Rfcuohlin, J, G. Reuohlin en jh. Van der Toorn. België. De „Petit Bleu" te Brussel bericht, dat prinses Stephanie voordat zij Parijs ver liet, aan prins Filips van Coburg seinde: „Ik heb Louise gezien. Zij is niet gekker dan gij. Mijn gemoed komt in opstand, ik ben verontwaardigd over uw onrechtvaardigheid jegens deze onschuldige vrouw en ik zal alles doen wat in mijn macht is om haar eer te herstellen, die gij haar ontnomen hebt." Prinses Stephanie zou van plan zijn een audiëntie bij den Keizer van Oostenrijk aan te vragen. Italië. De groepen van de radicalen, de republi keinen en de socialisten van de Italiaansche Kamer van gedeputeerden, hebben te Rome een beraadslaging van verscheidëne uren ge houden, waaraan 05 gedeputeerden deelna men. Ei' werd met het oog op den binnen- landschen toestand besloten de onmiddellijke bijeenroeping van het parlement te eischen, en wanneer dit niet volgen wilde, den 16. October een nieuwe bijeenkomst te houden. Benige leden van de uiterste linkerpartij legden in den loop der debatten verklarin gen af, waarin zij de houding van deze partij afkeurden. In de parlementaire kringen te Rome wordt algemeen aangenomen, dat de bijiecnroeping van het parlement op het ge wone tijdstip volgen zal. Oostenrijk. De onderhandelingen tusschen Oosten rijk en Italië leidden tot een volko men overeenstemming wat betreft het ontwerp van een definitief handelsverdrag en een voorloopige overeenkomst, die het' ver drag dat op 30 Sept. 1904 eindigt, zullen vervangen. Servië. Aan het feestmaal van het diplo matieke korps zeid© de Italiaansche ge zant in oen toost, dat Servië door de kroning de banden heiligen zal, die het aan zijn Koning binden. Wij vertrouwen, dat Servië onder den schepter van den wij zen Koning den weg van orde en voorspoed zal opgaan. De gezant bracht daarop een dronk uit op den Koning. De oplettendheden van het hof jegens Bul garije vielen bijfaouder in het oog. Turkije. In Saloniki werd de commandant der gem darmerie, die zich verzette tegen de invoe ring dei* hervormingen, op verlangen van De Giorgis en den Russischen generaal Sckostats uit zijn betrekking ontzet en verplaatst naar Damascus. Uit Konstantinopcl meldt men dat den twintigsten dezer maand eenigo honderden reservisten uit Syrië, wier terugzending naar hunDC depot-districten in het vijfde Korps- verband Damaskus, wegens achterstallige soldij verschoven werd, te Saloniki ve<e maga zijnen der winkelgalerij geplundj d hebben. De militaire overheden verhinderden verdere plunderingen. l>e nog in Mona&tir toevende burgerlijke ambtenaren gaven om een voor beeld te stellen last, het ontslag der reser visten, die aan de plundering deelgenomen hebben, in te trekken en lieu bij wijze van strafdienen in te deelen bij de troe buiten Macedonië. Deze maatregel schijnt dringend noodig te zijn, omdat in den laatsteu tijd de betoogingen en buitensporigheden tot het afdwingen van ontslag en terugzending, als ook de uitbetaling van achterstallige soldij, zich vermeerderen en, daar dit tengevolge van de mildheid van den Suiltan ongestraft blijft, tot navolging aanzetten Zaterdag werden te lvoko-Schinji 13 KM. ten zuidoosten van Kumanowo (vilajet Us- kjub) negen tot de Servische partij be hoeren de inwoners, waaronder een priester en een onderwijzer, door een volgens opgave 30 tot 40 koppen sterKe Bulgaarsche bende gedood. Er schijnt wraak in 't spel te zijn. Nadere bijzonderheden ontbreken. De gendarmerie- commandant van Uskjub is daarop tot het instellen van een onderzoek werwaarts afge reisd. Perzië* Zooals men zicli herinneren zal, is eenige maanden geleden een broeder van den regee renden Sjah van Perzië Mehmed MirzaChan naar Konstantinopel gevlucht, omdat hem niet toegestaan was een reis naar Europa te ondernemen. Naar thans aan de „Pol. Korr." uit Kon stantinopel bericht wordt, heeft zich de ver standhouding tusschen de beide broeders eenigermate verbeterd. In oen algemeen schrijven aan de vertegenwoordigers van Per- zië in het buitenland had de Sjah laten aan kondigen. dat zijn broeder van al zij:i titels en ambten ontzet was geworden. Thans is een wending ten gunste van den Perzischen prins ingetreden, hetgeen zicli daaruit laat opmaken, dat de Sjah zijn broeder de tot zijn onderhoud noodige gelden toegezonden heeft. Men ziet hierin een voorteeken van de spoedige volledige verzoening. Oost-Azië. Do correspondent van den Temps te To kio schrijft aan Japan het voornemen toe om een invail te doen in Indo-China. De zuöht om veroveringen te maken, is bij ut Japanners zóó levendig, dat de bedoelde cor respondent niet nalaten kan om zijtn lands lieden te wijzen op het ernstige gevaar, dat daarin voor Frankrijk schuilt. Hij schrijft o. a. „Het plan voor. een inval in Indo-China moet biji den Japansctkcn generalem staf ge heel gereed gemaakt zijn. Het wemelt in Indo-China van spionnen in Siam van ver momde officieren; in de zuidelijke provin ciën van China van revolutionaire zendelin gen." Op de vraag wat Frankrijk daartegen te doen heeft, antwoordt hij„Het eenige mid del om Indo-China te behouden is den Ja>- panners to verhinderen troepen aan land te zetten en dat wil dus zeggen, dat Frankrijk moet trachten meester ter zee te zijn. Het is voor ons te hopen, dat Rusland ten slotte overwint, wat ook overigens onze meening over Rusland moge zijn. Van groot belang zal liet daarom ook voor ons zijn, dat Rusland de Oostzee-vloot uitzendt. Geschiedt dat niet en blijft Japan bij het einde van den oorlog in het bezit van een zij het ook verzwakte vloot, dan behoort Frankrijk daar mee onmiddellijk rekening te houden. Het zal dan een bepaalde gedragslijn moeten vol gen ten eerste trachten te voorkomen, hoofdzakelijk door financieele maatregelen, dat Japan zijn vloot weer versterkt en voorts in de MiddeLIandsche zee een sterke vloot gereed houden, die op den eersten alarm roep naar het Oosten vertrekken kan. Reeds nu moet men er op verdacht rijn, de grond slagen te leggen voor een toekomstige actie ter zee tegen Japan. Mogelijk is het dat deze correspondent de toekomst wat duister inziet. Maar kwaad kan het niet, dat hij er even de aandacht op vestigt. Het is het „gele gevaar", waarop hij wijst en beter bijtijds gewaarschuwd dan ge zwegen. De Frauschetu hebben niet voor niets het spreekwoord„un homine averti en vaut. deux." De oorlog in Oost-Azië. Noch van Russische noch van Japansche zijde wordt iets vernomen omtrent de posi ties der beide legers voor en om Moekden. Stilstand in de berichtgeving wil echter nog niet zeggen stilstand in de operaties. Men mag veilig aannemen, dat de voorberei ding tot den grooten slag in gang is, en dat de oogenblikkelijke stilte er een is, die aan een storm vooraf pleegt te gaan. Het is opvallend, dat in die laatste weken de Japansche vloot voor Port Arthur zoo weinig van zich heeft doen spreken. Ook aian de beschieting van d'e stad heeft zij wei nig of geen deel genomen. Bewecru wordt, dat het zware scheepsgeschut zoozeer heeft geleden, dat de trefkans zeer gering gewor den is. Van andere zijde wordt hiertegen over gemeld, dat de Japansche schepen ge legenheid hebben gehad om de kanonnen, die beschadigd of uitgeschoten waren, door nieuwe te vervangen, doch dat verhaal klinkt wel wat al te fantastisch. Zulke verwissel- stukken pleegt men maar niet. in voorraad te hebben. De laatste gfoote aanval op Port Arthur, moet den Japanners eenig voordeel hebben opgeleverd. Twee belangrijke forten, ter weerszijden vain Sjoe-sji-jen gelegen zijn, naar gemeld wordt door lien veroverd. Hier is blijkbaar sprake van een zoogenaamde Koeropatkine-fortenGedurende negentien dagen hadden de Japanners dezen aanval voorbereid. Zij hoopten daardoor de staid zelf te kunnen veroveren, doch daarin zijn zij teleurgesteld. In de eerste plaats wilden de Japanners Ki-kwan-sjan, Erlungsjan en de daartusschen gelegen forten veroveren. Deze aanvallen werden gedurende tien da- gen voortgezet. Gedurende de eerste drie en de laatste vier dagen woedde de strijd het hevigst.. Uit het Noorsch 30 VAK JONAS LIL. De deurwaarder Ulriksen holde hals o\er kop voorbij. Hij hield zijn paard eenigwins in, toen hij Faste zeg, wien de zaak betrek kelijk aanging, maar hij lag er de zweep wei r overen keek slechts een paar keer achterom. Na hem kwam de procureur Meeeelt in sterken draf de straat af.Er was iets aan stekelijk gedrukts in de lucht een voor gevoel als van een soort aardverschuiving of bergstorting. De oude Kluwer kuchte en hield voor Fas te stil, terwijl de douane-inspecteur schoor voetend naderde... „Esn geweldige klap. Een verbazende klap!'' riep Kluwer met een rood gezicht uit. „Ik ben er nog geheel versuft van en kan er mij geen denkbeeld van maken... Alle arbeiders krijgen gedaan in Waggesens villa's aan de overzijde van de baai dat wordt een streep door de rekening voor de badinrichting „Gelukkig in het eerste jaar, consulant woordde Faste, kalm. Hij| gevoelde de nood zakelijkheid van de publieke opinie gerust te stellen. „Men kan er toch niet op rekenen om dadelijk meer noodig te hebben dan het hotel en de kleine huizen langs het strand." „Maar als nu al de aandeeleu van Wagge- sen tegelijk op de markt worden geworpen zeide de douane-inspecteur zenuwachtig. „Ba, over een paar maanden beginnen de gasten te komen en dan werpt niemand ze ker zijn goede geld in do zee," zeide Faste af wijzend. „Niet waar, Kluwer, wanneer meti den gelieelen winter koeien heeft gevoerd scheidt men daar niet mede uit, aoodra er gras komt." „Jij, jij, jij wonderdoener!" Kluwer stak met zijn. stok. naar hem blijkbaar ver licht. „Ja, maar wie blijft er borg voor!" ver volgde de douane-inspecteur. „Ik geloof, dat Waggesens bezittingen nog wel een goed overschot voor de aandeeleu op leveren, nu dat wij juist, bezig zijn de melk af te roomen..." „Zij zijn niet gek", zeide Faste met na druk, toen Luiders en de jonge Bockmann zich bij hen voegden. „Het raakt, de celluloïde nocli de blikjes in het minst," viel Bockmann hem verward in de rede „in geen enkel opzicht... De makelaar noemde het een boerenbankroet. dat eigenlijk de handelswereld in het geheel niet aangaat..." Toen Faste de straat afging, meende hij op den hoek Tryggesen met zijm dikke, heesche stem „zwendelaar... zweudelaar" te hooren roepen. Hij spoedde zich voort. De beraadslaging scheen zich meer en meer verlegd te hebben naar de streek tusschen het postkantoor en het tolkantoor. „Onbegrijpelijk... onbegrijpelijk!" klonk het. Verder was men nog niet gekomen... „Zwendelarij.zwendelarij.-.." klonk het in Faste's ooren, die huiswaarts ging, het was hem niet mogelijk vandaag naar het kantoor te gaan. „Zwendelarijl!"... herhaalde hij plotseling opgewonden. Denkt de kerel soms, dat als ik, duizend kronen of tien duizend of honderd duizend kou winnen of misschien, slechts tien per- oeut, zooals zij zeggen ik met genoegen al die stuurlui en bootslui en den kleinen man met zijn gezin, die kwart of achtste aan deeleu of samen een geheel aandeel hebben gekocht in het ongeluk zou storten. Ik zou hen met vreugde geroosterd en gepij nigd zien, als ik er vijftig kronen mede kon verdienen. Ja, dat denken zij. Eigenlijk een best hoofdstuk voor het boek over Mammon, dat ik in den „gierigaard" kon invoegen. Zuiver twee verschillende opvattingen tweeërlei soort zielen... De een zou het niet over zich kunnen ver krijgen om het voor millioenen en millioenen te doen de andere maakt voor tien percent de gansche wereld ongelukkig. Zeg nu eens dat de Mammon geen god is!... in den eeuwigen strijd tusschen geest en vleesch... Faste opende als naar gewoonte, de deur van de zitkamer om zijn moeder goeden dag te zeggen, vóór dat hij de trap opging naar zijn dakkamertje. Hij schrok toen hij Solvi en Agnete bij zijn moeder zag zitten. Hij huiverde, heb dook als een beeld van vroeger dagen voor hem op... Solvi, zwij gend, met een strak gezicht Agnete gela ten naar het plafond starend, eenigszins naar adem snakkend, en zijn moedei- met groo te koortsachtige oogen, gebukt onder zorgen. En in plaats van los te barsten met het nieuws van Waggesens bankroet, maakte hij plotseling een zwenking. „Het verwondert mij, dat U Ditlef in zijn oude manier van doen hebt, laten terugvallen, om zich op te schikken en dwaas aan te stellen," zeide hij. Daar loopt, hij met vee- ren op zijn hoed en blaast op een vlierhou ten fluitje, de geheele weide aan de beek door. Hij schijnt al het gepeupel om zich heen te willen verzamelen." „Och, beste jongen, men kan nooit goed begrijpen, wat hij in het schild voert," voni mevrouw Forland. „Het zou mij niet verwen deren, als dit een soort concert verbeidt, dat hij voor den spreeuw, bij zijn komst geeft..." „Wel en Waggesen?... Ik ae, dat gehoord hebt, dat..." „Ja, Solvi kwam daarmede bier en de gevolgen er van zijn zeker nog uiet te over zien," vroeg mevrouw Forland, hem angstig aankijkend. „Kom jij er door in mocielijkbeden, Fas te? en de badinrichting?" vroeg Agnete. „ben je ongerust?" „Jas moeder, het kwam bepaald zoo on verwacht, alsof de maan naar omlaag is ge komen Maar men moet het hoofd niet ver liezen Zij zouden in staat zijn daarginds een volkomen paniek te doen ontstaan... Zij staan op straat te praten en kauwen pruim tabak en spuwen en maken eindelijk rit, dat de Noorsche bank zelf gesprongen is. Wegge- sen is failliet gegaan, dat is het nige nuchtere, zeer bedroevende feit!" „Zeg eens, Faste, ik kan er u meer van vertellen!" zeide Solviopgewonden. „Fal- kenberg kwam van morgen om drie uur tliuis uit Wold en vertelde het. De man heeft zicli het leven benomen." „Zoooo, jij. Zoo jij..." Faste stond aan den grond genageld voor zich uit te staren... Waggesens gelaat itond hem hoe langer hoe duidelijker voor den geest, zooals hij daar stond en zeide: .2k doe mede ik doe mede." „Dat liehoef ik mij niet aan te trekken, moeder,'" schreeuwde hij bijna uit; hij wierp zich op de canapé en sprong weer op. „Maar Faste toch! Faste toch!" jam merde Agnete en liep hem in de kamer ach terna... „Wij tasten allen in den blinde," veide mevrouw Forland zacht... „Je hadt Wagge sen toch niet kunnen tegenhoiden in zijm ongelukkige jacht naar geld." „Neen, maar klonk Faste's stem tn- hopig. „O, ik ben gek 1" riep hij uit. „De bad- onderneming zou ik morgen aan den dag <p- nieuw beginnenals dit maar niot was gebeurd Wordt mntolgi.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1