S*. S3. Eerste Blad.
3"e Jaargang.
Zaterdag 24 September 1904.
BUITENLAND.
vültnimr r
FEUILLETON.
FASTE F0RLAND.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco.per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 unr
'a morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN'
Yan 1—6 regelsf 0.75.
Elke regel meer - 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan roordeelige bepalingen tót
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I October
Mm s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnen, KOS
TELOOS toegezonden.
Kennisgeving.
SCHOUW.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gezien art. 22 van hert .Reglement, op het on
derhoud en gebruik der wegen in de provincie
Utrecht d.d. 8 November 1853 (Provinciaalblad
No. 102), alsmede art. 1 der Verordening op de
wegen en waterleidingen
l>oen te weten, dat de bij voormeld artikel
bedoelden najaars-schouw over wegen, slooten
en waterleidingen, aan hum toezicht of beheer
onderworpen, zal gehouden worden op Woens
dag, den 12. October aanstaande en volgende
dagen.
Wordende bij deze de bepalingen yam boven
gemelde reglementen aan de belanghebbenden
in herinnering gebracht.
Amersfoort, den 22. .September 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretatris, De Burgemeester,
B. W. Th. SANDBEIRG. WUUTÏHltö.
Politiek Overzicht
handelsverdrag -,
In Rusland, is men allesbehalve ge
sticht over het. Engelsdi-Tha'betaamscihe ver
drag. Dit .verdrag heeft ernstige verbit
tering tegen Engeland gewekt, en zoowel
in de pers als in de kringen der ontwikkelde
.personen wordt zelfs de wensch uitgesproken,
dat men den oorlog met Japan maar moest
beëindigen om alle krachten te verzamelen
voor een oorlog met Engeland.
Een dergelijke onderneming zou ook bij do
liberale tegenstanders der regeering op in
stemming kunnen rekenen.
De „Rusz", die nog twee maanden gele
den beslist. Engelsok-gezind was, zegt nu:
„Alle verzekeringen van de Engelsoho
staatslieden, op Thibet betrekking hebbende,
zijn leugens gebleken. Engeland heeft door
het nieuwe verdrag in zeer drukkendeu vorm
het protectoraat over Thibet van den Dalai
Lama overgenomen. De D'ailai Lama zal
moede lijk zijn verplichtingen kunnen nako
men, maar dat is juist wat het Foreign Office
wensckt, om een motief te hebben om nog
krachtiger maatregelen te nemen.
De „Swjet" wijst er op, dat Rusland's pres
tige bij de aan Rusland onderdanige Lama's
ernstig geschokt is.
Dat het Anglo-Thibetaansohe verdrag ook
in Engeland geen onverdeelde instemming
gevonden heeft, kan blijken uit de beschou
wing van de Daily News, welk blad ronduit,
spreekt van „de annexatie van Thibet".
Wij lezen daarin o. a.,,De expeditie was
gebaseerd op drie luid-uitgebazuinde motie
ven een betreffende de ongeneigdheid der
Thibetaiuen om handelsbetrekkingen met an
dere naties aan te knoopen zij schijnen
verstokte protectionisten te zijn één be
treffende enkele nietige oneenighedeu tus-
schen veehoeders op de Sikkim-grens en het
derde betreffende beweerde intriges van
Rusland. Dat laatste argument is het duis
terste van alle. Er ia nooit eenige redelijke
grond geweest voor een dergelijke onderstel
ling. Zij waren een pendant van den Jobain-
nisburger-brief, die dien Jameeon-raid tenger
volgo had.
De rooftocht begon met de nu karakteris
tiek geworden huichelarij eener vreedzame
missie een vreedzame missie bestaande
uit gewapende lieden.
Do Thibetanen hadden de onbeschaamd
heid zich tegen dien inval te verzetten. Dat
ongelukkige volk begreep niet, dat onr
der ons Tory-bewind het een onzer privile
gies is, om welk land ook, binnen te vallen,
a's maar voldaan wordt aan de voorwaarden,
dat de bevolking niet in staat is zich te ver
dedigen en dat het land goudmijnen bevat.
Thibet voldoet aan deze beide voorwaar
den en wij hebben er ons nu feitelijk van
meester gemaakt.. Zoodra de markt er rijp
voor is kan men een Thibetaanscbe „boom"
in goud-aandeelen verwachten. De maat
schappijen hebben zich reeds gevormd en
laten inschrijven.
De bezetting van de Tsjoembi-vallei en
het protectoraat, dat Engeland zich heeft
toegekend, roepen echter, afgezien nog
van de quaestie van Engeland's eer een
ernstige verantwoordelijkheid en een ernstig
gevaar in het leveneen gevaar niet a'leen
voortspruitende uit den wrok der Thibeta
nen zelf, doch een gevaar, voortkomende uit
een voortdurende bron van achterdocht in
onze betrekking met de Chineezen.
De geheele geschiedenis van deze intrige
en het resultaat ervan is al even beschamend!
voor Engeland als ook maai- iets in de
sohande-over-ons-brengende geschiedenis der
laatste acht jaren.
De Engelsche regeering denkt er natuur
lijk anders over.
In een rede. die de minister voor Indië,
Brodrick te Bradley gehouden heeft-, betoog-
le hij, dat het optreden van Engeland in
Thibet, dat door de houding der Thibetanen
volkomen gerechtvaardigd was, onder "vol
ledige erkenning van de Ohineesobe suzerei
ndteit ten doel heeft gehad, den Engelsclien
handel achting te verzekeren, de betaling
van een schadeloosstelling af te dwingen en
een deel der Tsjoembi-vallei tijdelijk te be
zetten. Engeland heeft zorgvuldig de ver
plichting vooropgesteld om geen Thibetaansdh
gebied blijvend te bezetten en zal er ook
niet toe .koimen zich blijvend een inmenging
in de binnenlamdsche aangelegenheden te
verzekeren.
Verder betoogde Blrodiriok, dat generaal
Kitchener als opperbevelhebber in Indië
reeds buitengewone diensten bewezen heeft
door de uitwerking van een plan tot. reorga
nisatie van het Indische leger. Er waren
maatregelen genomen, dat het Indische leger
in belangrijk korteren tijd gemobiliseerd kon
worden, dan tot nog toe 'het geval was em
dat het in staat gesteld is om in geval van
nood maanden lang te volde te kunnen blij
ven, zonder dat verdere ondersteuning van
buiten noodig is. De beste waarborg voor
don vrede op de grens is dat zij, die Enge-
land's vijanden kunnen worden, erkennen,
dat Engeland behoorlijk ten strijde toege
rust is.
Als laatste nieuws omtrent dit verdrag
kan meegedeeld worden, dat de Morning
Post den 20. dezer uit Shanghai een be
richt ontving, dat de Oliinoeeche regeering
bezwaren had ingebracht tegen het verdrag,
omdat daardoor die rechten van Ohina in
Thibet verkort werden.
Zóó snugger is men dan toch nog in Ohina
dat men dit inziet. Maar of de protesten veel
zullen helpen?
Dultschland.
De Rijkskanselier graaf Von Bülow, die
gisteren uit Friedrichsruh te Hamburg v. d.
Höhe is teruggekeerd, ontving in den loop
van dèn morgen den eveneens aldaar aange
komen Rumeenscthep minister-president
Sturdza.
Ook de consul-generaal Stemrioh is daar
aangekomen. Een en ander staat in verband
met de onderhandelingen voor een Duitach-
Rumeen9ch handelsverdrag.
Te Frankfurt, aan Main zijn gisteren
aangekomen de directeur-generaal van de
Hamburg-Amerika-lijm Ball inde directeur
van diezelfde lijn dr. Eckerde directeur-
generaal van de Norddeutsdhe L.cyd dr.
Wiegand; de president van den Raad *an
Toezicht van de Norddeuteche Lloyd Geo
Plate; de directeur van de Nordd. Lloyd
V. Helmalt; de directeur van de stoom-
scheepvaartmaatschappij Italia :e Genua J.
Wilmiick, alsmede de directeuren -an de
H.illa ntDAmeri ka-lijn te Rotterdam O.
Rfcuohlin, J, G. Reuohlin en jh. Van der
Toorn.
België.
De „Petit Bleu" te Brussel bericht,
dat prinses Stephanie voordat zij Parijs ver
liet, aan prins Filips van Coburg seinde:
„Ik heb Louise gezien. Zij is niet gekker dan
gij. Mijn gemoed komt in opstand, ik ben
verontwaardigd over uw onrechtvaardigheid
jegens deze onschuldige vrouw en ik zal alles
doen wat in mijn macht is om haar eer te
herstellen, die gij haar ontnomen hebt."
Prinses Stephanie zou van plan zijn een
audiëntie bij den Keizer van Oostenrijk aan
te vragen.
Italië.
De groepen van de radicalen, de republi
keinen en de socialisten van de Italiaansche
Kamer van gedeputeerden, hebben te Rome
een beraadslaging van verscheidëne uren ge
houden, waaraan 05 gedeputeerden deelna
men. Ei' werd met het oog op den binnen-
landschen toestand besloten de onmiddellijke
bijeenroeping van het parlement te eischen,
en wanneer dit niet volgen wilde, den 16.
October een nieuwe bijeenkomst te houden.
Benige leden van de uiterste linkerpartij
legden in den loop der debatten verklarin
gen af, waarin zij de houding van deze partij
afkeurden. In de parlementaire kringen te
Rome wordt algemeen aangenomen, dat de
bijiecnroeping van het parlement op het ge
wone tijdstip volgen zal.
Oostenrijk.
De onderhandelingen tusschen Oosten
rijk en Italië leidden tot een volko
men overeenstemming wat betreft het
ontwerp van een definitief handelsverdrag
en een voorloopige overeenkomst, die het' ver
drag dat op 30 Sept. 1904 eindigt, zullen
vervangen.
Servië.
Aan het feestmaal van het diplo
matieke korps zeid© de Italiaansche ge
zant in oen toost, dat Servië door
de kroning de banden heiligen zal, die het
aan zijn Koning binden. Wij vertrouwen,
dat Servië onder den schepter van den wij
zen Koning den weg van orde en voorspoed
zal opgaan. De gezant bracht daarop een
dronk uit op den Koning.
De oplettendheden van het hof jegens Bul
garije vielen bijfaouder in het oog.
Turkije.
In Saloniki werd de commandant der gem
darmerie, die zich verzette tegen de invoe
ring dei* hervormingen, op verlangen van De
Giorgis en den Russischen generaal Sckostats
uit zijn betrekking ontzet en verplaatst naar
Damascus.
Uit Konstantinopcl meldt men dat den
twintigsten dezer maand eenigo honderden
reservisten uit Syrië, wier terugzending naar
hunDC depot-districten in het vijfde Korps-
verband Damaskus, wegens achterstallige
soldij verschoven werd, te Saloniki ve<e maga
zijnen der winkelgalerij geplundj d hebben.
De militaire overheden verhinderden verdere
plunderingen. l>e nog in Mona&tir toevende
burgerlijke ambtenaren gaven om een voor
beeld te stellen last, het ontslag der reser
visten, die aan de plundering deelgenomen
hebben, in te trekken en lieu bij wijze van
strafdienen in te deelen bij de troe buiten
Macedonië. Deze maatregel schijnt dringend
noodig te zijn, omdat in den laatsteu tijd
de betoogingen en buitensporigheden tot het
afdwingen van ontslag en terugzending, als
ook de uitbetaling van achterstallige soldij,
zich vermeerderen en, daar dit tengevolge
van de mildheid van den Suiltan ongestraft
blijft, tot navolging aanzetten
Zaterdag werden te lvoko-Schinji 13 KM.
ten zuidoosten van Kumanowo (vilajet Us-
kjub) negen tot de Servische partij be hoeren
de inwoners, waaronder een priester en een
onderwijzer, door een volgens opgave 30 tot
40 koppen sterKe Bulgaarsche bende gedood.
Er schijnt wraak in 't spel te zijn. Nadere
bijzonderheden ontbreken. De gendarmerie-
commandant van Uskjub is daarop tot het
instellen van een onderzoek werwaarts afge
reisd.
Perzië*
Zooals men zicli herinneren zal, is eenige
maanden geleden een broeder van den regee
renden Sjah van Perzië Mehmed MirzaChan
naar Konstantinopel gevlucht, omdat hem
niet toegestaan was een reis naar Europa
te ondernemen.
Naar thans aan de „Pol. Korr." uit Kon
stantinopel bericht wordt, heeft zich de ver
standhouding tusschen de beide broeders
eenigermate verbeterd. In oen algemeen
schrijven aan de vertegenwoordigers van Per-
zië in het buitenland had de Sjah laten aan
kondigen. dat zijn broeder van al zij:i titels
en ambten ontzet was geworden. Thans is
een wending ten gunste van den Perzischen
prins ingetreden, hetgeen zicli daaruit laat
opmaken, dat de Sjah zijn broeder de tot
zijn onderhoud noodige gelden toegezonden
heeft. Men ziet hierin een voorteeken van
de spoedige volledige verzoening.
Oost-Azië.
Do correspondent van den Temps te To
kio schrijft aan Japan het voornemen toe
om een invail te doen in Indo-China. De
zuöht om veroveringen te maken, is bij ut
Japanners zóó levendig, dat de bedoelde cor
respondent niet nalaten kan om zijtn lands
lieden te wijzen op het ernstige gevaar, dat
daarin voor Frankrijk schuilt. Hij schrijft
o. a.
„Het plan voor. een inval in Indo-China
moet biji den Japansctkcn generalem staf ge
heel gereed gemaakt zijn. Het wemelt in
Indo-China van spionnen in Siam van ver
momde officieren; in de zuidelijke provin
ciën van China van revolutionaire zendelin
gen."
Op de vraag wat Frankrijk daartegen te
doen heeft, antwoordt hij„Het eenige mid
del om Indo-China te behouden is den Ja>-
panners to verhinderen troepen aan land te
zetten en dat wil dus zeggen, dat Frankrijk
moet trachten meester ter zee te zijn.
Het is voor ons te hopen, dat Rusland
ten slotte overwint, wat ook overigens onze
meening over Rusland moge zijn. Van groot
belang zal liet daarom ook voor ons zijn, dat
Rusland de Oostzee-vloot uitzendt. Geschiedt
dat niet en blijft Japan bij het einde van
den oorlog in het bezit van een zij het ook
verzwakte vloot, dan behoort Frankrijk daar
mee onmiddellijk rekening te houden. Het
zal dan een bepaalde gedragslijn moeten vol
gen ten eerste trachten te voorkomen,
hoofdzakelijk door financieele maatregelen,
dat Japan zijn vloot weer versterkt en voorts
in de MiddeLIandsche zee een sterke vloot
gereed houden, die op den eersten alarm
roep naar het Oosten vertrekken kan. Reeds
nu moet men er op verdacht rijn, de grond
slagen te leggen voor een toekomstige actie
ter zee tegen Japan.
Mogelijk is het dat deze correspondent de
toekomst wat duister inziet. Maar kwaad
kan het niet, dat hij er even de aandacht op
vestigt. Het is het „gele gevaar", waarop hij
wijst en beter bijtijds gewaarschuwd dan ge
zwegen. De Frauschetu hebben niet voor
niets het spreekwoord„un homine averti
en vaut. deux."
De oorlog in Oost-Azië.
Noch van Russische noch van Japansche
zijde wordt iets vernomen omtrent de posi
ties der beide legers voor en om Moekden.
Stilstand in de berichtgeving wil echter
nog niet zeggen stilstand in de operaties.
Men mag veilig aannemen, dat de voorberei
ding tot den grooten slag in gang is, en dat
de oogenblikkelijke stilte er een is, die aan
een storm vooraf pleegt te gaan.
Het is opvallend, dat in die laatste weken
de Japansche vloot voor Port Arthur zoo
weinig van zich heeft doen spreken. Ook
aian de beschieting van d'e stad heeft zij wei
nig of geen deel genomen. Bewecru wordt,
dat het zware scheepsgeschut zoozeer heeft
geleden, dat de trefkans zeer gering gewor
den is. Van andere zijde wordt hiertegen
over gemeld, dat de Japansche schepen ge
legenheid hebben gehad om de kanonnen,
die beschadigd of uitgeschoten waren, door
nieuwe te vervangen, doch dat verhaal klinkt
wel wat al te fantastisch. Zulke verwissel-
stukken pleegt men maar niet. in voorraad te
hebben.
De laatste gfoote aanval op Port Arthur,
moet den Japanners eenig voordeel hebben
opgeleverd. Twee belangrijke forten, ter
weerszijden vain Sjoe-sji-jen gelegen zijn, naar
gemeld wordt door lien veroverd. Hier is
blijkbaar sprake van een zoogenaamde
Koeropatkine-fortenGedurende negentien
dagen hadden de Japanners dezen aanval
voorbereid. Zij hoopten daardoor de staid
zelf te kunnen veroveren, doch daarin zijn
zij teleurgesteld. In de eerste plaats wilden
de Japanners Ki-kwan-sjan, Erlungsjan en
de daartusschen gelegen forten veroveren.
Deze aanvallen werden gedurende tien da-
gen voortgezet. Gedurende de eerste drie en
de laatste vier dagen woedde de strijd het
hevigst..
Uit het Noorsch
30 VAK
JONAS LIL.
De deurwaarder Ulriksen holde hals o\er
kop voorbij. Hij hield zijn paard eenigwins
in, toen hij Faste zeg, wien de zaak betrek
kelijk aanging, maar hij lag er de zweep wei r
overen keek slechts een paar keer
achterom.
Na hem kwam de procureur Meeeelt in
sterken draf de straat af.Er was iets aan
stekelijk gedrukts in de lucht een voor
gevoel als van een soort aardverschuiving of
bergstorting.
De oude Kluwer kuchte en hield voor Fas
te stil, terwijl de douane-inspecteur schoor
voetend naderde...
„Esn geweldige klap. Een verbazende klap!''
riep Kluwer met een rood gezicht uit. „Ik
ben er nog geheel versuft van en kan er mij
geen denkbeeld van maken... Alle arbeiders
krijgen gedaan in Waggesens villa's aan de
overzijde van de baai dat wordt een streep
door de rekening voor de badinrichting
„Gelukkig in het eerste jaar, consulant
woordde Faste, kalm. Hij| gevoelde de nood
zakelijkheid van de publieke opinie gerust
te stellen. „Men kan er toch niet op rekenen
om dadelijk meer noodig te hebben dan het
hotel en de kleine huizen langs het
strand."
„Maar als nu al de aandeeleu van Wagge-
sen tegelijk op de markt worden geworpen
zeide de douane-inspecteur zenuwachtig.
„Ba, over een paar maanden beginnen de
gasten te komen en dan werpt niemand ze
ker zijn goede geld in do zee," zeide Faste af
wijzend. „Niet waar, Kluwer, wanneer meti
den gelieelen winter koeien heeft gevoerd
scheidt men daar niet mede uit, aoodra er
gras komt."
„Jij, jij, jij wonderdoener!" Kluwer stak
met zijn. stok. naar hem blijkbaar ver
licht.
„Ja, maar wie blijft er borg voor!" ver
volgde de douane-inspecteur.
„Ik geloof, dat Waggesens bezittingen nog
wel een goed overschot voor de aandeeleu op
leveren, nu dat wij juist, bezig zijn de melk
af te roomen..."
„Zij zijn niet gek", zeide Faste met na
druk, toen Luiders en de jonge Bockmann
zich bij hen voegden.
„Het raakt, de celluloïde nocli de blikjes
in het minst," viel Bockmann hem verward
in de rede „in geen enkel opzicht... De
makelaar noemde het een boerenbankroet.
dat eigenlijk de handelswereld in het geheel
niet aangaat..."
Toen Faste de straat afging, meende hij op
den hoek Tryggesen met zijm dikke, heesche
stem „zwendelaar... zweudelaar" te hooren
roepen.
Hij spoedde zich voort.
De beraadslaging scheen zich meer en meer
verlegd te hebben naar de streek tusschen
het postkantoor en het tolkantoor.
„Onbegrijpelijk... onbegrijpelijk!" klonk
het.
Verder was men nog niet gekomen...
„Zwendelarij.zwendelarij.-.." klonk het
in Faste's ooren, die huiswaarts ging, het
was hem niet mogelijk vandaag naar het
kantoor te gaan. „Zwendelarijl!"... herhaalde
hij plotseling opgewonden.
Denkt de kerel soms, dat als ik, duizend
kronen of tien duizend of honderd duizend
kou winnen of misschien, slechts tien per-
oeut, zooals zij zeggen ik met genoegen
al die stuurlui en bootslui en den kleinen
man met zijn gezin, die kwart of achtste aan
deeleu of samen een geheel aandeel hebben
gekocht in het ongeluk zou storten. Ik
zou hen met vreugde geroosterd en gepij
nigd zien, als ik er vijftig kronen mede kon
verdienen.
Ja, dat denken zij.
Eigenlijk een best hoofdstuk voor het boek
over Mammon, dat ik in den „gierigaard"
kon invoegen.
Zuiver twee verschillende opvattingen
tweeërlei soort zielen...
De een zou het niet over zich kunnen ver
krijgen om het voor millioenen en millioenen
te doen de andere maakt voor tien percent
de gansche wereld ongelukkig.
Zeg nu eens dat de Mammon geen god
is!... in den eeuwigen strijd tusschen geest
en vleesch...
Faste opende als naar gewoonte, de deur
van de zitkamer om zijn moeder goeden dag
te zeggen, vóór dat hij de trap opging naar
zijn dakkamertje.
Hij schrok toen hij Solvi en Agnete bij
zijn moeder zag zitten.
Hij huiverde, heb dook als een beeld
van vroeger dagen voor hem op... Solvi, zwij
gend, met een strak gezicht Agnete gela
ten naar het plafond starend, eenigszins naar
adem snakkend, en zijn moedei- met groo
te koortsachtige oogen, gebukt onder
zorgen.
En in plaats van los te barsten met het
nieuws van Waggesens bankroet, maakte hij
plotseling een zwenking.
„Het verwondert mij, dat U Ditlef in zijn
oude manier van doen hebt, laten terugvallen,
om zich op te schikken en dwaas aan te
stellen," zeide hij. Daar loopt, hij met vee-
ren op zijn hoed en blaast op een vlierhou
ten fluitje, de geheele weide aan de beek
door. Hij schijnt al het gepeupel om zich
heen te willen verzamelen."
„Och, beste jongen, men kan nooit goed
begrijpen, wat hij in het schild voert," voni
mevrouw Forland. „Het zou mij niet verwen
deren, als dit een soort concert verbeidt,
dat hij voor den spreeuw, bij zijn komst
geeft..."
„Wel en Waggesen?... Ik ae, dat
gehoord hebt, dat..."
„Ja, Solvi kwam daarmede bier en de
gevolgen er van zijn zeker nog uiet te over
zien," vroeg mevrouw Forland, hem angstig
aankijkend.
„Kom jij er door in mocielijkbeden, Fas
te? en de badinrichting?" vroeg Agnete.
„ben je ongerust?"
„Jas moeder, het kwam bepaald zoo on
verwacht, alsof de maan naar omlaag is ge
komen Maar men moet het hoofd niet ver
liezen Zij zouden in staat zijn daarginds
een volkomen paniek te doen ontstaan... Zij
staan op straat te praten en kauwen pruim
tabak en spuwen en maken eindelijk rit, dat
de Noorsche bank zelf gesprongen is. Wegge-
sen is failliet gegaan, dat is het nige
nuchtere, zeer bedroevende feit!"
„Zeg eens, Faste, ik kan er u meer van
vertellen!" zeide Solviopgewonden. „Fal-
kenberg kwam van morgen om drie uur
tliuis uit Wold en vertelde het. De man heeft
zicli het leven benomen."
„Zoooo, jij. Zoo jij..."
Faste stond aan den grond genageld voor
zich uit te staren... Waggesens gelaat itond
hem hoe langer hoe duidelijker voor den
geest, zooals hij daar stond en zeide: .2k
doe mede ik doe mede."
„Dat liehoef ik mij niet aan te trekken,
moeder,'" schreeuwde hij bijna uit; hij wierp
zich op de canapé en sprong weer op.
„Maar Faste toch! Faste toch!" jam
merde Agnete en liep hem in de kamer ach
terna...
„Wij tasten allen in den blinde," veide
mevrouw Forland zacht... „Je hadt Wagge
sen toch niet kunnen tegenhoiden in zijm
ongelukkige jacht naar geld."
„Neen, maar klonk Faste's stem tn-
hopig.
„O, ik ben gek 1" riep hij uit. „De bad-
onderneming zou ik morgen aan den dag <p-
nieuw beginnenals dit maar niot was
gebeurd
Wordt mntolgi.