I'. 137.
Woensdag 16 November 1904.
buiténLand.
FEUILLETON.
MIJN GODFRIED
Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco, per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Dqze Courant vorschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertcntiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVKBTENTIÉN
Van 1—5 regels 0.75.
Elke regel moer <r» O.IO.
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voorde'elige bepalingen tót
het herhaald adrerteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat 'het door den Directeur van 's rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam executoir
verklaard kohier no. 4 van de belasting op be
drijf»- en andere inkomsten over het dienstjaar
1904/1905 aan den Ontvanger van 's rijks directe
belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien
ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de
wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 15. Novem
ber 1904.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicbt
Het aftreden van generaal André.
Het aftreden van generaal André als
minister van oorlog komt niet geheel on
verwacht. De stemmingen in de Kamer over
zijn beleid bewezen, dab zijn ministerieel
leven aan een zijden draadje hing; de voor
laatste maal ontkwam hij met slechts een
paar stemmen aan een votum van afkeuring,
de laatste maal was het de klap van Syve-
ton. die hem redding bracht. Dergelijke
middelen om een minister op de been te
houden, zijn echter minder gebruikelijk en
ook niet aan te bevelen.
Nu is generaal André vrijlwillig gegaan,
oan door zijn aftreden een element van on-
eemigheid onder de meerderheid weg te ne
men.
De aanwijzing van zijn opvolger bewijst,
dat men hier te doen heeft met eene ver
wisseling van personen, niet met eene ver
andering van stelsel. De afgevaardigde
Berteaux is rapporteur geweest van het
wetsontwerp tot invoering van den tweejari
gen dienst voor de militie. Wat de inwendige
organisatie van het leger betreft, zal hij
den.zelf.don weg volgen als zijn voorganger.
Het teekent den toestand in het leger, dat
nu als hoofd van het departement vain oorlog
een burger is opgetreden. Aan het departe
ment van marine heeft men echter reeds
meermalen een burger-minister gehad, en ook
nu. Ook voor een burger-minister van oorlog
bestaat een antecedent; in de regeering der
nationale verdediging was Freycinet, een
burgerlijk ingenieur, als minister van oorlog
de medestander van Gambetta. D'at was wel
is waar in geheel abnormale omstandigheden,
maar ook nu kan men den toestand in het
Fransche leger niet geheel als normaal be
schouwen.
Engeland en Rusland.
Het sohijnt verbaizend moeielijik voor En-
gelschen en Russen te zijn elkaar te verstaan.
Een bewijs daarvan levert de slechte in
druk, dien de vredelievende rede van den
Engelschen minister van buitenlandsohe za
ken, lord Lansdowne, op het Guildhall-ban-
ket te Petersburg heeft gemaakt, voor zoo
ver men daarover kan oordeelen naar de op
merkingen, die de pers daarover heeft ge
maakt. Do Nowoje Wremja merkt, schamper
op, dat lord Lansdowne „klaarblijkelijk een
nieuweling in de diplomatie is en er niet aan
gewend is de woorden te wikken en te wegen
die hij in het openbaar, als is het ook op een
feestmaal, spreekt.." Dat is nu zeker geen bil
lijk oordeel, want lord Lansdowne heeft ge
toond een zeer voorzichtig man te zijn.
De toorn van de Russen is opgewekt door
eene opmerking van den Engelschen minis
ter, dat de commissie van onderzoek naar
het incident bij Doggersbank ook haar advies
zal hebben uit te brengen over de mate van
verantwoordelijkheid en over de straf van
de' eventueele schuldigen. Over deze opmer
king, die ook een ambtgenoot van lord Lans
downe, de minister van koloniën Brodrick,
te Guildford heeft gemaakt, is de Nowoje
Vr^mja bitter gegriefd. Niet mmder is dat
het geval met de verzekering, die er aan
weid toegevoegd, dat door Rusland toezeg
gingen waren gedaan, dat de officieren, die
schuldig werden bevonden, zouden worden
gestraft. Het blad zegt, naar aanleiding daar
van „Wanneer zulke dwaasheden worden
verkondigd door de jingo-pers, dan kan men
slechts daarom lachen, maar wanneer Engel-
sohe ministers kalm en bedaard de bedoelin
gen van de Russische regeering verkeerd
voorstellen, kan men dan onverschillig blij
ven?" Geen enkele regeering zal er, meent
de Nowoje Wremja, op ingaan aan eenig in
ternationaal forum het recht toe te staan,
haie officieren te vonnissen en te bestraffen.
Daarom is het dan ook volstrekt niet te doen
in het onderhavige geval. De commissie moet
alleen onderzoeken, wien de verantwoordelijk
heid treft voor de beschieting van de Engel-
sclie vis&chers, en wanneer blijken mocht,
dat Russische officieren eene bepaalde schuld
op zich geladen hebben, dan zullen zij door
den Keizer van Rusland, niet door de com
missie van onderzoek bestraft worden. Zoo
luidt de zeer stellige toezegging- van den
Gzaar tegenover de Engelsohe regeering.
Van Russische gevoeligheid getuigt ook eene
opmerking van de Russ, die schrijft„Op de
Russische openbare meening, die in den gan-
schen tijd van het conflict een voorbeeld ge
geven heeft van de volledige zelfbeheersching,
die de Engelsche samenleving althans in hare
pers geheel verloren had, kan het geen gun-
stigen indruk maken, dat de Engelsche staats
lieden niet alleen de verhalen van onze zee
lieden ignoreeren, maar ook de duidelijke en
stellige telegrammen van admiraal Rodjest-
wensk"". Het getuigt zeker van gemis aan
objectiviteit, wanneer men, zooals de Engel
schen doen, van te voren aanneemt, dat do
verklaringen van de Engelsche visschers op
zuivere waarheid, die van de Russen daaren
tegen op leugen berusten. Men moet althans
de mogelijkheid openlaten, dat vergissing en
zelfmisleiding kunnen voorkomen op de een©
zoowel als o*> de andere zijde.
Een verdediger van den Russischen admi-
raa1 is overigens opgestaan in den Duiitschen
gepensioneerden admiraal Kühne, die in eene
voordracht te Lübeck verklaard heeft dat de
Russische vlootvoogd rechtmatig gehandeld
heeft. Naa~ zijne meening kan men zich een
Janpanschen aanval volkomen goed voorstel
len, omdat iedere boot kan worden uitgerust
met inrichtingen om torpedo's te lanoeeren
en mijnen te leggen. Het was hem bekend,
dat de Russische admiraal talrij|ke waarschu
wingen van beraamde aanvallen had ontvan
gen en dat de Russische regeering den admi
raal van bijzondere instruction had voorzien.
Frankrijk.
Bij afwezigheid van den nog altijd zieken
minister van financiën Rouvier, is de Kamer
verleden Maandag begonnen met de behan
deling van de begroeting, en wel bij liet
hoofdstuk Onderwijs.
Parijs, 15 Nov. In een brief aan den
minister-president neemt generaal André
ontslag als minister van oorlog. De generaal
zegt, dat hij geen oogenblik zelfs de onder
stelling zou willen 'aannamen, dat hij oor
zaak zou kunnen zijn van oneeniglieid in
de ministerieele meerderheid.
Het ontslag werd aangenomen.
De portefeuille van oorlog is aangeboden
aan den afgevaardigde van Seine et Oise,
Berteaux, die haar aanvaardde. Het offi-
cieele besluit zal morgen ochtend verschijnen.
Engeland.
Portsmouth, 15 Nov. Het Portugeesche
koningspaar is hier om kwart na elf aange
komen. Het werd hartelijk begroet door den
prins van Wales. Om 1.10 vertrok liet naa.r
Windsor.
De verzameling oorlogsschepen, die bijeen
was, herinnerden aan de kroningsrevue. Het
weer was prachtig.
Windsor, 15 Nov. De trein met den Koning
en de Koningin van Portugal kwam te 3 nu*-
15 aan. De koninklijke gasten werden aan
het station door het Engelsche koningspaar
ontvangen. Onder toejuichingeh reed de stoet
door de fraai versierde straten naar het
kasteel.
Italië.
De nieuwe Italiaansche Kamer zal, volgens
een voorloopige berekening, bestaan uit 339
ministerieelen, 58 conservatieven. 33 radika-
len (die in de meeste gevallen te beschouwen
zijn als hulptroepen voor de regeering), 22
republikeinen en 29 socialisten.
Het Duitscüi-Oostenrijkeche
handelsverdrag*
Onder voorzitterschap van graaf Gohi-
chowski heeft er een gerneensohlappelijiko ver
gadering van Oostenrijksche en Hongaarsoho
ministers plaats gehad in zake het handels-
verdra.j met Duitschland. De bezwaren in
zonderheid betreffende d© invoerrechten op
vee en de veterinaire conventie zijn zeer be
langrijk en in de laatste dagen zijn de voor
uitzichten op overeenstemming eerder slech
ter geworden. Men hoopt eerstdaags tot eene
beslissing te komen. Graaf Posadowsky blijft
voorloopig nog in Weenen,
Da Dardenellankinreatle.
Do in den laatst©n tijd weder opgekomen,
uit Engelsche bron afkomstige berichten,
volgens weLke Rusland er op uit is, die ver
gunning van de Porte te verkrijgen voor het
passeeren van een deel der Zwartezee-vloot
door de Dardanellen, worden door de beide
betrokken partij|en tegengesproken. Over
eenige dagen zullen de beide laatste Rus
sische stoomschepen met kolen en water
voor de Oostzee-vloot de zee-engten passee-
ren.
Vereenigde Staten.
De marine-secretaris Marton is voorn©
mens van het congres der Unie de middelen
te verlangen voor eene aanzienlijke vermeer
dering van bet aantal officieren en man
schappen der oorlogsmarine. Voor de beman
ning van die reeidis gebouwde en nog in aan
bouw zijnde scihepen zijn 2087 Officieren en
62.368 man noodig, d. i. meer dian het dub
bele van het thans aanwezige aantal.
Zuid-Amerika.
Rio de Janeiro, 15 Nov. De revolutionaire
beweging is onderdrukt en do orde geheel
hersteld. Senator Lauro Sodre en de afge
vaardigde Barboza Lima, die de leiders der
beweging waren, hebben de vlucht genomen;
anderen, die er in betrokken waren, ziju ge
vangen genomen. Er zijn vele dooden en ge
wonden.
Tweede bericht. Dc onderdrukking
van den opstand is te danken aan de krach
tige maatregelen, die de regeering gisteren
avond genomen heeft. Gisterenmiddag ver
soheen generaal Travassos in de militaire
school, waar hij onder toejuiching van de
officieren en cadetten het hoofd van de
school uit zijn amibt ontsloeg. Generaal Tra
vassos bracht daarop de cadetten naar Rio
de Janeiro, waar zij met de politie en met
eene afdeeling soldaten slaags raakten. In
dit gevecht werd generaal Travassos gewond
en zijn adjudant gedood. De cadetten trok
ken toen terug naar de school, waar de troe
pen hen aanvielen. De cadetten werden ge
dwongen zich over te gevenallen werden
gevangen genomen.
Er was ook beproefd de cadetten van de
artillerieschool tot deelneming aan het op
roer over te halen, maar dit was niet ge
lukt. Majoor Gomes Castro, die dit op touw
had gezet, werd gearresteerd. De geheele be
weging was uitgelokt door fanatieke milita
risten en <ntevreden politici, die gebruik
maakten van de aanstaande invoering van de
impopulaire wet op de verplichte vaccinatie
om de bevolking tot oproer aan te zetten.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Petersburg, 15 Nov. De Czaar ontving he
den namiddag stadhouder Alexejew in audiën
tie.
Petersburg, 15 Nov. D© correspondent van
de „Birschewija Wjedomosti" te Tsjitfoe,
sednt aan zijtn blad van gisteren De dinuemiiing
van het fort Itsjan door de Japanners zou
een belangrijk succes voor de belegeraars
ziju, want het fort Itsjan is de sleutel van.
de binnenste verdedigingswerken. Intusschen
is tot dusver geen bevestiging van het be
richt van den val van Itsjan ontvangen.
Hier wanende Japanners erkennen, dat Port
Art hur het nog wel tot Januari kan uithou
den. Volgens mededeelingen uit betrouwbare
bron lijidt generaal Nogi aan eene gevaariijike
ziekte. De naar Mandsjoerije gezonden a£-
deelingeu van het belegeringsleger zijn weder
voor Port Arthur teruggekeerd, omdat, het
leger van Oyama versterkingen uit Japan
ontvangt.. Het weder is thans mooi.
Moekden, Uf Not*. Een onafgebroken bom
bardement met belegeringsgeschut 50 a
60 projectielen per uur begon heden in
don vroegen morgen tegen de Japansche stel
lingen aan de Shaho. Het bombardement ein
digde eerst toen de nacht invoel. Meer dan
500 groote projectielen waren in de sterkste
Japansche stelling geworpen, met het doel
den aanleg van de versterkingen, waaraan
in de laatste vier weken druk is gewerkt, te
belemmeren.
Aan beide zijden heeft men rich nacht en
ig zoo versterkt, dat het artillerievuur,
evenals bij Port Arthur, nagenoeg geen uit
werking heeft. Do munitie is bijna geheel
Verbruikt. Beidé partijen zijn tot deze er
kenning gekomenzij beschieten elkaar nu
met hun zwaar geschut, de gewone veldartil
lerie wordt slechts nu en dan gebruikt.
Moekden, 15 Nov. (Russische telegraaf-
agentschap.) Admiraal .Skrydlow is uit Da-
trapoe hier terug gekeerd. In alle stellingen
lieerscht rustde kanonuade is verstoord.
Gisterenavond hebben de Japanners eon groot
aantal belegeringskanonnen opgesteld.
Tokio, 15 Nov. De generale staf verklaart
het uit Russische bron gesproken gerucht
van den dood van generaal Koeroki voor ab
surd.
Tokio, 15 Nov. De correspondent van Reu
ter bij het linker leger van do Japanners
bericht via Foesan van 14 November: Eon
eskadron Russische kavallerie viel gisteren
de Japanners aan in de buurt van Likiatoen,
maar werd teruggedreven door een voorpost
van de Japansche kavallerie met zwaar ver-
lie«. De Russen zoeken in 't donker nog
naar hunne dooden en gewonden.
Stadhouder Alexejew heeft rich laten in
terviewen door een correspondent van de
Petit Parisien. Hij ontkent, dat er Ooit
eenige vijandschap geweest as tusschen gene
raal Koeropabkm en hem. Eir is verschil van
inzicht en van meenig geweest., maar van
daar tot een onverzoenlijk antagonisme is
de afstand groot.
Tegen de verdenking, dat op hem de ver
antwoordelijkheid zou rusten van den Rus
sische Japanschen oorlog, verdedigt hij rich
in deze woorden„Welk een kluchtMen
zogt, dat ik den oorlog ben begonnen. Maar
Japan bereid dé zich sedert jaren daarop
voor; het besteedde sints jaren het natio
nale vermogen om rich daarvoor te wapenen.
Deze oorlog, die reeds dreigdte toen wii be
gonnen Siberië te organiseeren, is van den
dag af, waarop wij den voet hebben gezet in
Mansjoerije, onvermijdelijk geworden. Men
doet mij bijzonder veel eer aan met
t© onderstellen, dat ik de macht heb sou-
vcrein dergelijike dingen uit maken. Niet al
leen. ben ik den oorlog ruiet begonnen, maar
ik heb alles gedaan wat ik kon om hem
te verhinderen ik heb hem voorspeld en
ik heb ook naast het kwaad, het geneesmid
del aangewezen. De kwade trouw van de
Japanners ecnerzijds, ons al te groot ver
trouwen anderzijds, hebben de rest gedaan."
Dit al te groote vertrouwen van de Rus
sen, door den admiraal zelf erkend, had hen
in het begin van dén oorlog op onherstel
bare nederlagen te staan kunnen komen.
.Maar de veldtocht is goed geleid, wat men
ook moge zeggen, en de Japanners hebben
geen partij van dit voordeel weten te trek
ken.
„Port Arthur, goed versterkt en van
levensmiddelen vorzien. heeft zich bewonde
renswaardig staande gehouden en houdt zich
nog staande. Deze prachtige tegenstand stel
de ons in staat al onze strijd krachten haast
©ven snel samen te trekken als Japan. In
April hadden wij 100,000 man, nu hebben
wij 400,000."
Over het weerstandsvermogen van Port
Arthur ondervraagd, zeide de admiraal
„Ik hoop, dat Port Arthur rich zal kun
nen staande houden tot. de aankomst van
het Oostzee-esk ader. De tegenstand van da
vesting heeft ons in staat gestelde onze con
centratie uit te voeren onder zoodanige om
standigheden, dat wij er zellfs do hoop
niet op dhrfden hebbenmaar als de vesting
valt, dan zal het, daaraan behoeft gij niet
te twijfelen, zijn ten koste van nieuwe en
reusachtige offers, door de Japanners toe
gestemd, want Stoessel zal zich nooit over
geven."
Ton slotte deed Alexejew de volgende ver
klaring over eene mogelijke tusschen komst
van China in den strijd„China zal thans
niet tusschen beide komen, want daarvoor
staat het a:l te goed onder toericht, en of
schoon onderkoning Yoeansjiliai en generaal
Ma beslist anti-Russisch gezind zijn, durft
Peking hen niet te laten begaan, uit vrees
voor eene gewapende tussclienkomst van de
Europeesche staten."
32 Naar hot Engelseh
VAX
JOHN STRANGE WINTER.
Potter zag op miji neer met ©en toege
vend glimlachje. „Gij: zijt zeker niet aan
zuilke groote huizen gewoon-, juffrouw,"
merkte riji op.
„Neen", zeide ik, na tweemaal naai- adem
gehijgd te hebben.
„Och! na een poosje zult u er wei aan
wennen," zeide zij op overtuigeuden*toon,
„dat is te zeggen, uw hart en langen zul
len er zich naar sdliikken, uw beenen nim
mer."
„De uwe schijnen er niet veel last van
te hebben', Potter," (bracht ik er na lang
durig gehijg uit.
„U moest ze maar eens voelen, juffrouw,"
zeide zijl veelbeteekenend.
Op dat oogenblik had ik opeens een ge
voel, of mijn beenen niet meer voortkonden.
Echter dat moest verbeelding zijn, en ik
stond dan ook op en ging naar oen der ven
sters maar lieve hemeldé menschen
lekeni wel vliegen. „Ik had geen idee, dat
wiji zoo hoog wanen."
„O, er zijn nog twee verdiepingen hon
ger, Juffrouw," vertelde Potter mij, „al de
slaapkamers der bedienden en de rommel
kamers zijn onder het dak. Die slaapver
trekjes zijn echter aardig genoeg al do
kaïmers boven hebben rondé ramen, als
schietgaten."
„Slapen1 wij dus allen op deze verdieping
vroeg ik.
„Ja, Juffrouw' behalve ik. Jongeheer
Jantje heeft altijd in de kamer van Juffrouw
Mordaunt geslapen, naast deze, en de jonge
dames hebben de kamer daar achter, en liier
is Mademoiselle's kamertje. Ge zult
Mam'selle wel aardig vinden; liet is een
heel lief mensch."
„O, jai, ik kan nog al gemakkelijk met
alle menschen omgaan en zal wel veel vaia
dé kinderen ook heulden!," hernam ik.
„Misschien wel!" antwoordde zij twijfel
achtig. „Jongeheer Jantje is anders een
eerste deugniet, aan hem alleen heeft men
zijn handen al vol! De meisjes zijn ouder,
jongejuffrouw- Mabel is bijna tien jaar en
jongejuffrouw Kitty is nog geen acht."
„En jongeheer Jantje?" vroeg ik.
„Och die is pas zes jaar," zeide zij ©n
voiegdë er toen met een opwelling vani gevoel
bij, „het is toch een. engel van een lrind',
al is hij erg ondeugend1. Zouidt u nu uw
kamer eens Willen zien, Juffrouw? Ik hdb
uw koffers boven hooreni brengen."
Ik vond mijn kamer van pleirierigc
grootte, zeer eenvoudig gemeubileerd en
zonder overgordijnen als in de kinderkamer.
Er somden twee ledikantjes, en het was er
licht en gezellig, ondanks den eenvoud en
het totale gebrek aan. gemakken.
Ik deed imijin goedJ uit, legdé liet wég én
gfng toen naai' die kinderkamer, waar ik bij-
liet vuur ging zitten en het boek opensloeg,
dat ik van huis had meegebracht en op reis
niet had kunnen uitlezen.
Spoedig daarop kwamen do Fransche gou
vernante en de kinderen binnen.
„O, zijt gij. daar, juffrouw Nugent," riep
Mamvselle in het Engelseh, maar met oen
sterk Franech accent. „Hoe vaart u? Ik
spreekt het Engelseh niet zeer zuiver, maar
ik ben zeer blijde u he zien."
Ik vond, dat zij hot nog al vloeiend sprak,
en zeide haar dit. ,,Neen, neen," zeide zij
met een afwerend gebaar. Mabel, ga eens
naar juffrouw Nugent toe."
Het kind naderde eenigszins onwillig en
stak mij vrij' onvriendelijk een handje toe;
een jongere editie volgde onmiddellijk en zag
mij wantrouwend en met merkbaren af
keer aan.
„Wilt gij mij geen kus gevenlieve kin
deren?" vroeg ik vriendelijk. Ik voelde mij
zoo eenzaam in dit groote huis onder al die
vreemdelingen, dat ik het, onuitstaanbaar
Vond op die onaangenamewantrouwende
wijze te worden aangegluurd.
„Als we er eenigszins buiten konden, kus
ten wo juffrouw Mordauint nooit," zeide Ma-
bel op duidelijk vreesachtigen toon.
„Maar ik ben juffrouw Mordaunt niet,"
antwoordde ik glimlachend. „Ik verzeker u,
dat ik heel vriendelijk ben, en dat ik gaar
ne zou willen, dat gij veel van mij gingt hou
den. Ik zou met u allen gaarne goede vrien
den rijn."
„ïs dat heusch waar?" riepen zij ver
baasd.
„Ja zeker," zeide ik ernstig.
„Jluffrouw Mordaunt," lichtte Mam'sollo
toe„was niet zoo'n aardig mensch, zeer
wantrouwend, altijd kwaadsprekend en nooit
in haar schik, als rij niet iemand in moei
lijkheid had gebracht. Wij hielden geen van
allen van juffrouw Mordaunt."
„Dat wil ik dan wél gelooven," riep ik
openhartig, én Mabel naar mij toe trekkend
zeide ik: „Waarschijnlijk was juffrouw Mor
daunt een klikspaan, maar dat ben ik niet,
kinderen."
„Wij noemden haar altijd „beest", zeide
Kitty binnensmonds, „en toen zij dit eens
gehoord had, kreeg ik een pak slaag. Ik had
een hekel aan haar."
„Dat hadden we allemaal," stemde Mabel
in.
„Eén pak slaag," herhaalde ik van
wie?"
„Van Mama," zeide Kitty zachtjes.
In deze soort huishouding was ik dus aan
geland! Nu, door mij zouden die arme kin
deren ten minste geen pak slaag opdoen.
„Hoe lang is juffrouw Mordaunt- hier ge
weest vroeg ik.
„O, ongeveer drie jaar," antwoordde Mam-
selle, „toen de oudste meisjes de schoolkamer
verlieten, vertelden ze 'liaa-r moeder naar
waarheid eens, hoe ze eigenlijk was. Eu toen
heeft mevrouw Tregenna, die een zeer net
te dame ishaar gezegd dat ze vertrekken
kon.""
„En nu daoht gij zeker, kiifderen, dat ik
net eender zou1 rijn;" zeide ik, „maar
weest maai' niet bang, ik ben zeker, dat wij
goed© maatjes zullen worden."
„O ja," riepen zij' allen tegelijk.
Daarna gingen wij' geze'lig bij elkander
ritten en spoedig daarop kwamen Potter en
een hijgende keukenmeid met ons diner bo
ven. Wij kregen niet veel en, wat er werd
opgedischt, was van de eenvoudigste soort
een lamschouder, klaarblijkelijk in don
oven gebraden, met aardappelen, een sdio-
tel met zeer onsmakelijk toebereide kool, een
rijfstepoddinkjo met voel rijst en weinig
melk, en een klein schoteltje met appelmoes,
om er bij te gebruiken. Ik merkte op, dat
het een zeer slordig toebereid en even slor
dig opgedischt diner was voor zoo'n groot
huis, volstrekt niet in overeenstemming met
dien voornamen en vriendelijkon heeren-
knooht, mijnheer Jorkins.
HOOFDSTUK XVI.
Het nieuwe tehuis.
Ik zag mevrouw Tregenna dien morgen
niet. Er waren gasten aan het twoedo ont
bijt, en zij hadden, wat ons betrof, evengoed
in China of aan de Noord-Pool kunnen zit
ten eten, zoo weinig hoorden of zagen wij
van hen.
Wij' gaven dien middag geen les, maar ik
hoorde van Mam'selle het een en ander van
de dagclijksehe gewoonten in ons départe
ment.
Het ontbijt werd precies te half negen in
de kinderkamer gebruikt; do lessen begon
nen te negen uur en duurden tot twaalf
voort; zelfs kleine Jan moest zich aan de
regels van tilt© en orde houden, hoewel hij
niet zoo lang les -kreeg. Later ondérvond ik
echter, dat hiji nooit drie uur achter elkan
der stil bleef, ofschoon het van hem werd
verwadht.
Wordt vervolgd.