I'. 137. Woensdag 16 November 1904. buiténLand. FEUILLETON. MIJN GODFRIED Jaargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco, per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Dqze Courant vorschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertcntiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVKBTENTIÉN Van 1—5 regels 0.75. Elke regel moer <r» O.IO. Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voorde'elige bepalingen tót het herhaald adrerteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat 'het door den Directeur van 's rijks directe belastingen enz. te Amsterdam executoir verklaard kohier no. 4 van de belasting op be drijf»- en andere inkomsten over het dienstjaar 1904/1905 aan den Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 15. Novem ber 1904. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Politiek Overzicbt Het aftreden van generaal André. Het aftreden van generaal André als minister van oorlog komt niet geheel on verwacht. De stemmingen in de Kamer over zijn beleid bewezen, dab zijn ministerieel leven aan een zijden draadje hing; de voor laatste maal ontkwam hij met slechts een paar stemmen aan een votum van afkeuring, de laatste maal was het de klap van Syve- ton. die hem redding bracht. Dergelijke middelen om een minister op de been te houden, zijn echter minder gebruikelijk en ook niet aan te bevelen. Nu is generaal André vrijlwillig gegaan, oan door zijn aftreden een element van on- eemigheid onder de meerderheid weg te ne men. De aanwijzing van zijn opvolger bewijst, dat men hier te doen heeft met eene ver wisseling van personen, niet met eene ver andering van stelsel. De afgevaardigde Berteaux is rapporteur geweest van het wetsontwerp tot invoering van den tweejari gen dienst voor de militie. Wat de inwendige organisatie van het leger betreft, zal hij den.zelf.don weg volgen als zijn voorganger. Het teekent den toestand in het leger, dat nu als hoofd van het departement vain oorlog een burger is opgetreden. Aan het departe ment van marine heeft men echter reeds meermalen een burger-minister gehad, en ook nu. Ook voor een burger-minister van oorlog bestaat een antecedent; in de regeering der nationale verdediging was Freycinet, een burgerlijk ingenieur, als minister van oorlog de medestander van Gambetta. D'at was wel is waar in geheel abnormale omstandigheden, maar ook nu kan men den toestand in het Fransche leger niet geheel als normaal be schouwen. Engeland en Rusland. Het sohijnt verbaizend moeielijik voor En- gelschen en Russen te zijn elkaar te verstaan. Een bewijs daarvan levert de slechte in druk, dien de vredelievende rede van den Engelschen minister van buitenlandsohe za ken, lord Lansdowne, op het Guildhall-ban- ket te Petersburg heeft gemaakt, voor zoo ver men daarover kan oordeelen naar de op merkingen, die de pers daarover heeft ge maakt. Do Nowoje Wremja merkt, schamper op, dat lord Lansdowne „klaarblijkelijk een nieuweling in de diplomatie is en er niet aan gewend is de woorden te wikken en te wegen die hij in het openbaar, als is het ook op een feestmaal, spreekt.." Dat is nu zeker geen bil lijk oordeel, want lord Lansdowne heeft ge toond een zeer voorzichtig man te zijn. De toorn van de Russen is opgewekt door eene opmerking van den Engelschen minis ter, dat de commissie van onderzoek naar het incident bij Doggersbank ook haar advies zal hebben uit te brengen over de mate van verantwoordelijkheid en over de straf van de' eventueele schuldigen. Over deze opmer king, die ook een ambtgenoot van lord Lans downe, de minister van koloniën Brodrick, te Guildford heeft gemaakt, is de Nowoje Vr^mja bitter gegriefd. Niet mmder is dat het geval met de verzekering, die er aan weid toegevoegd, dat door Rusland toezeg gingen waren gedaan, dat de officieren, die schuldig werden bevonden, zouden worden gestraft. Het blad zegt, naar aanleiding daar van „Wanneer zulke dwaasheden worden verkondigd door de jingo-pers, dan kan men slechts daarom lachen, maar wanneer Engel- sohe ministers kalm en bedaard de bedoelin gen van de Russische regeering verkeerd voorstellen, kan men dan onverschillig blij ven?" Geen enkele regeering zal er, meent de Nowoje Wremja, op ingaan aan eenig in ternationaal forum het recht toe te staan, haie officieren te vonnissen en te bestraffen. Daarom is het dan ook volstrekt niet te doen in het onderhavige geval. De commissie moet alleen onderzoeken, wien de verantwoordelijk heid treft voor de beschieting van de Engel- sclie vis&chers, en wanneer blijken mocht, dat Russische officieren eene bepaalde schuld op zich geladen hebben, dan zullen zij door den Keizer van Rusland, niet door de com missie van onderzoek bestraft worden. Zoo luidt de zeer stellige toezegging- van den Gzaar tegenover de Engelsohe regeering. Van Russische gevoeligheid getuigt ook eene opmerking van de Russ, die schrijft„Op de Russische openbare meening, die in den gan- schen tijd van het conflict een voorbeeld ge geven heeft van de volledige zelfbeheersching, die de Engelsche samenleving althans in hare pers geheel verloren had, kan het geen gun- stigen indruk maken, dat de Engelsche staats lieden niet alleen de verhalen van onze zee lieden ignoreeren, maar ook de duidelijke en stellige telegrammen van admiraal Rodjest- wensk"". Het getuigt zeker van gemis aan objectiviteit, wanneer men, zooals de Engel schen doen, van te voren aanneemt, dat do verklaringen van de Engelsche visschers op zuivere waarheid, die van de Russen daaren tegen op leugen berusten. Men moet althans de mogelijkheid openlaten, dat vergissing en zelfmisleiding kunnen voorkomen op de een© zoowel als o*> de andere zijde. Een verdediger van den Russischen admi- raa1 is overigens opgestaan in den Duiitschen gepensioneerden admiraal Kühne, die in eene voordracht te Lübeck verklaard heeft dat de Russische vlootvoogd rechtmatig gehandeld heeft. Naa~ zijne meening kan men zich een Janpanschen aanval volkomen goed voorstel len, omdat iedere boot kan worden uitgerust met inrichtingen om torpedo's te lanoeeren en mijnen te leggen. Het was hem bekend, dat de Russische admiraal talrij|ke waarschu wingen van beraamde aanvallen had ontvan gen en dat de Russische regeering den admi raal van bijzondere instruction had voorzien. Frankrijk. Bij afwezigheid van den nog altijd zieken minister van financiën Rouvier, is de Kamer verleden Maandag begonnen met de behan deling van de begroeting, en wel bij liet hoofdstuk Onderwijs. Parijs, 15 Nov. In een brief aan den minister-president neemt generaal André ontslag als minister van oorlog. De generaal zegt, dat hij geen oogenblik zelfs de onder stelling zou willen 'aannamen, dat hij oor zaak zou kunnen zijn van oneeniglieid in de ministerieele meerderheid. Het ontslag werd aangenomen. De portefeuille van oorlog is aangeboden aan den afgevaardigde van Seine et Oise, Berteaux, die haar aanvaardde. Het offi- cieele besluit zal morgen ochtend verschijnen. Engeland. Portsmouth, 15 Nov. Het Portugeesche koningspaar is hier om kwart na elf aange komen. Het werd hartelijk begroet door den prins van Wales. Om 1.10 vertrok liet naa.r Windsor. De verzameling oorlogsschepen, die bijeen was, herinnerden aan de kroningsrevue. Het weer was prachtig. Windsor, 15 Nov. De trein met den Koning en de Koningin van Portugal kwam te 3 nu*- 15 aan. De koninklijke gasten werden aan het station door het Engelsche koningspaar ontvangen. Onder toejuichingeh reed de stoet door de fraai versierde straten naar het kasteel. Italië. De nieuwe Italiaansche Kamer zal, volgens een voorloopige berekening, bestaan uit 339 ministerieelen, 58 conservatieven. 33 radika- len (die in de meeste gevallen te beschouwen zijn als hulptroepen voor de regeering), 22 republikeinen en 29 socialisten. Het Duitscüi-Oostenrijkeche handelsverdrag* Onder voorzitterschap van graaf Gohi- chowski heeft er een gerneensohlappelijiko ver gadering van Oostenrijksche en Hongaarsoho ministers plaats gehad in zake het handels- verdra.j met Duitschland. De bezwaren in zonderheid betreffende d© invoerrechten op vee en de veterinaire conventie zijn zeer be langrijk en in de laatste dagen zijn de voor uitzichten op overeenstemming eerder slech ter geworden. Men hoopt eerstdaags tot eene beslissing te komen. Graaf Posadowsky blijft voorloopig nog in Weenen, Da Dardenellankinreatle. Do in den laatst©n tijd weder opgekomen, uit Engelsche bron afkomstige berichten, volgens weLke Rusland er op uit is, die ver gunning van de Porte te verkrijgen voor het passeeren van een deel der Zwartezee-vloot door de Dardanellen, worden door de beide betrokken partij|en tegengesproken. Over eenige dagen zullen de beide laatste Rus sische stoomschepen met kolen en water voor de Oostzee-vloot de zee-engten passee- ren. Vereenigde Staten. De marine-secretaris Marton is voorn© mens van het congres der Unie de middelen te verlangen voor eene aanzienlijke vermeer dering van bet aantal officieren en man schappen der oorlogsmarine. Voor de beman ning van die reeidis gebouwde en nog in aan bouw zijnde scihepen zijn 2087 Officieren en 62.368 man noodig, d. i. meer dian het dub bele van het thans aanwezige aantal. Zuid-Amerika. Rio de Janeiro, 15 Nov. De revolutionaire beweging is onderdrukt en do orde geheel hersteld. Senator Lauro Sodre en de afge vaardigde Barboza Lima, die de leiders der beweging waren, hebben de vlucht genomen; anderen, die er in betrokken waren, ziju ge vangen genomen. Er zijn vele dooden en ge wonden. Tweede bericht. Dc onderdrukking van den opstand is te danken aan de krach tige maatregelen, die de regeering gisteren avond genomen heeft. Gisterenmiddag ver soheen generaal Travassos in de militaire school, waar hij onder toejuiching van de officieren en cadetten het hoofd van de school uit zijn amibt ontsloeg. Generaal Tra vassos bracht daarop de cadetten naar Rio de Janeiro, waar zij met de politie en met eene afdeeling soldaten slaags raakten. In dit gevecht werd generaal Travassos gewond en zijn adjudant gedood. De cadetten trok ken toen terug naar de school, waar de troe pen hen aanvielen. De cadetten werden ge dwongen zich over te gevenallen werden gevangen genomen. Er was ook beproefd de cadetten van de artillerieschool tot deelneming aan het op roer over te halen, maar dit was niet ge lukt. Majoor Gomes Castro, die dit op touw had gezet, werd gearresteerd. De geheele be weging was uitgelokt door fanatieke milita risten en <ntevreden politici, die gebruik maakten van de aanstaande invoering van de impopulaire wet op de verplichte vaccinatie om de bevolking tot oproer aan te zetten. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Petersburg, 15 Nov. De Czaar ontving he den namiddag stadhouder Alexejew in audiën tie. Petersburg, 15 Nov. D© correspondent van de „Birschewija Wjedomosti" te Tsjitfoe, sednt aan zijtn blad van gisteren De dinuemiiing van het fort Itsjan door de Japanners zou een belangrijk succes voor de belegeraars ziju, want het fort Itsjan is de sleutel van. de binnenste verdedigingswerken. Intusschen is tot dusver geen bevestiging van het be richt van den val van Itsjan ontvangen. Hier wanende Japanners erkennen, dat Port Art hur het nog wel tot Januari kan uithou den. Volgens mededeelingen uit betrouwbare bron lijidt generaal Nogi aan eene gevaariijike ziekte. De naar Mandsjoerije gezonden a£- deelingeu van het belegeringsleger zijn weder voor Port Arthur teruggekeerd, omdat, het leger van Oyama versterkingen uit Japan ontvangt.. Het weder is thans mooi. Moekden, Uf Not*. Een onafgebroken bom bardement met belegeringsgeschut 50 a 60 projectielen per uur begon heden in don vroegen morgen tegen de Japansche stel lingen aan de Shaho. Het bombardement ein digde eerst toen de nacht invoel. Meer dan 500 groote projectielen waren in de sterkste Japansche stelling geworpen, met het doel den aanleg van de versterkingen, waaraan in de laatste vier weken druk is gewerkt, te belemmeren. Aan beide zijden heeft men rich nacht en ig zoo versterkt, dat het artillerievuur, evenals bij Port Arthur, nagenoeg geen uit werking heeft. Do munitie is bijna geheel Verbruikt. Beidé partijen zijn tot deze er kenning gekomenzij beschieten elkaar nu met hun zwaar geschut, de gewone veldartil lerie wordt slechts nu en dan gebruikt. Moekden, 15 Nov. (Russische telegraaf- agentschap.) Admiraal .Skrydlow is uit Da- trapoe hier terug gekeerd. In alle stellingen lieerscht rustde kanonuade is verstoord. Gisterenavond hebben de Japanners eon groot aantal belegeringskanonnen opgesteld. Tokio, 15 Nov. De generale staf verklaart het uit Russische bron gesproken gerucht van den dood van generaal Koeroki voor ab surd. Tokio, 15 Nov. De correspondent van Reu ter bij het linker leger van do Japanners bericht via Foesan van 14 November: Eon eskadron Russische kavallerie viel gisteren de Japanners aan in de buurt van Likiatoen, maar werd teruggedreven door een voorpost van de Japansche kavallerie met zwaar ver- lie«. De Russen zoeken in 't donker nog naar hunne dooden en gewonden. Stadhouder Alexejew heeft rich laten in terviewen door een correspondent van de Petit Parisien. Hij ontkent, dat er Ooit eenige vijandschap geweest as tusschen gene raal Koeropabkm en hem. Eir is verschil van inzicht en van meenig geweest., maar van daar tot een onverzoenlijk antagonisme is de afstand groot. Tegen de verdenking, dat op hem de ver antwoordelijkheid zou rusten van den Rus sische Japanschen oorlog, verdedigt hij rich in deze woorden„Welk een kluchtMen zogt, dat ik den oorlog ben begonnen. Maar Japan bereid dé zich sedert jaren daarop voor; het besteedde sints jaren het natio nale vermogen om rich daarvoor te wapenen. Deze oorlog, die reeds dreigdte toen wii be gonnen Siberië te organiseeren, is van den dag af, waarop wij den voet hebben gezet in Mansjoerije, onvermijdelijk geworden. Men doet mij bijzonder veel eer aan met t© onderstellen, dat ik de macht heb sou- vcrein dergelijike dingen uit maken. Niet al leen. ben ik den oorlog ruiet begonnen, maar ik heb alles gedaan wat ik kon om hem te verhinderen ik heb hem voorspeld en ik heb ook naast het kwaad, het geneesmid del aangewezen. De kwade trouw van de Japanners ecnerzijds, ons al te groot ver trouwen anderzijds, hebben de rest gedaan." Dit al te groote vertrouwen van de Rus sen, door den admiraal zelf erkend, had hen in het begin van dén oorlog op onherstel bare nederlagen te staan kunnen komen. .Maar de veldtocht is goed geleid, wat men ook moge zeggen, en de Japanners hebben geen partij van dit voordeel weten te trek ken. „Port Arthur, goed versterkt en van levensmiddelen vorzien. heeft zich bewonde renswaardig staande gehouden en houdt zich nog staande. Deze prachtige tegenstand stel de ons in staat al onze strijd krachten haast ©ven snel samen te trekken als Japan. In April hadden wij 100,000 man, nu hebben wij 400,000." Over het weerstandsvermogen van Port Arthur ondervraagd, zeide de admiraal „Ik hoop, dat Port Arthur rich zal kun nen staande houden tot. de aankomst van het Oostzee-esk ader. De tegenstand van da vesting heeft ons in staat gestelde onze con centratie uit te voeren onder zoodanige om standigheden, dat wij er zellfs do hoop niet op dhrfden hebbenmaar als de vesting valt, dan zal het, daaraan behoeft gij niet te twijfelen, zijn ten koste van nieuwe en reusachtige offers, door de Japanners toe gestemd, want Stoessel zal zich nooit over geven." Ton slotte deed Alexejew de volgende ver klaring over eene mogelijke tusschen komst van China in den strijd„China zal thans niet tusschen beide komen, want daarvoor staat het a:l te goed onder toericht, en of schoon onderkoning Yoeansjiliai en generaal Ma beslist anti-Russisch gezind zijn, durft Peking hen niet te laten begaan, uit vrees voor eene gewapende tussclienkomst van de Europeesche staten." 32 Naar hot Engelseh VAX JOHN STRANGE WINTER. Potter zag op miji neer met ©en toege vend glimlachje. „Gij: zijt zeker niet aan zuilke groote huizen gewoon-, juffrouw," merkte riji op. „Neen", zeide ik, na tweemaal naai- adem gehijgd te hebben. „Och! na een poosje zult u er wei aan wennen," zeide zij op overtuigeuden*toon, „dat is te zeggen, uw hart en langen zul len er zich naar sdliikken, uw beenen nim mer." „De uwe schijnen er niet veel last van te hebben', Potter," (bracht ik er na lang durig gehijg uit. „U moest ze maar eens voelen, juffrouw," zeide zijl veelbeteekenend. Op dat oogenblik had ik opeens een ge voel, of mijn beenen niet meer voortkonden. Echter dat moest verbeelding zijn, en ik stond dan ook op en ging naar oen der ven sters maar lieve hemeldé menschen lekeni wel vliegen. „Ik had geen idee, dat wiji zoo hoog wanen." „O, er zijn nog twee verdiepingen hon ger, Juffrouw," vertelde Potter mij, „al de slaapkamers der bedienden en de rommel kamers zijn onder het dak. Die slaapver trekjes zijn echter aardig genoeg al do kaïmers boven hebben rondé ramen, als schietgaten." „Slapen1 wij dus allen op deze verdieping vroeg ik. „Ja, Juffrouw' behalve ik. Jongeheer Jantje heeft altijd in de kamer van Juffrouw Mordaunt geslapen, naast deze, en de jonge dames hebben de kamer daar achter, en liier is Mademoiselle's kamertje. Ge zult Mam'selle wel aardig vinden; liet is een heel lief mensch." „O, jai, ik kan nog al gemakkelijk met alle menschen omgaan en zal wel veel vaia dé kinderen ook heulden!," hernam ik. „Misschien wel!" antwoordde zij twijfel achtig. „Jongeheer Jantje is anders een eerste deugniet, aan hem alleen heeft men zijn handen al vol! De meisjes zijn ouder, jongejuffrouw- Mabel is bijna tien jaar en jongejuffrouw Kitty is nog geen acht." „En jongeheer Jantje?" vroeg ik. „Och die is pas zes jaar," zeide zij ©n voiegdë er toen met een opwelling vani gevoel bij, „het is toch een. engel van een lrind', al is hij erg ondeugend1. Zouidt u nu uw kamer eens Willen zien, Juffrouw? Ik hdb uw koffers boven hooreni brengen." Ik vond mijn kamer van pleirierigc grootte, zeer eenvoudig gemeubileerd en zonder overgordijnen als in de kinderkamer. Er somden twee ledikantjes, en het was er licht en gezellig, ondanks den eenvoud en het totale gebrek aan. gemakken. Ik deed imijin goedJ uit, legdé liet wég én gfng toen naai' die kinderkamer, waar ik bij- liet vuur ging zitten en het boek opensloeg, dat ik van huis had meegebracht en op reis niet had kunnen uitlezen. Spoedig daarop kwamen do Fransche gou vernante en de kinderen binnen. „O, zijt gij. daar, juffrouw Nugent," riep Mamvselle in het Engelseh, maar met oen sterk Franech accent. „Hoe vaart u? Ik spreekt het Engelseh niet zeer zuiver, maar ik ben zeer blijde u he zien." Ik vond, dat zij hot nog al vloeiend sprak, en zeide haar dit. ,,Neen, neen," zeide zij met een afwerend gebaar. Mabel, ga eens naar juffrouw Nugent toe." Het kind naderde eenigszins onwillig en stak mij vrij' onvriendelijk een handje toe; een jongere editie volgde onmiddellijk en zag mij wantrouwend en met merkbaren af keer aan. „Wilt gij mij geen kus gevenlieve kin deren?" vroeg ik vriendelijk. Ik voelde mij zoo eenzaam in dit groote huis onder al die vreemdelingen, dat ik het, onuitstaanbaar Vond op die onaangenamewantrouwende wijze te worden aangegluurd. „Als we er eenigszins buiten konden, kus ten wo juffrouw Mordauint nooit," zeide Ma- bel op duidelijk vreesachtigen toon. „Maar ik ben juffrouw Mordaunt niet," antwoordde ik glimlachend. „Ik verzeker u, dat ik heel vriendelijk ben, en dat ik gaar ne zou willen, dat gij veel van mij gingt hou den. Ik zou met u allen gaarne goede vrien den rijn." „ïs dat heusch waar?" riepen zij ver baasd. „Ja zeker," zeide ik ernstig. „Jluffrouw Mordaunt," lichtte Mam'sollo toe„was niet zoo'n aardig mensch, zeer wantrouwend, altijd kwaadsprekend en nooit in haar schik, als rij niet iemand in moei lijkheid had gebracht. Wij hielden geen van allen van juffrouw Mordaunt." „Dat wil ik dan wél gelooven," riep ik openhartig, én Mabel naar mij toe trekkend zeide ik: „Waarschijnlijk was juffrouw Mor daunt een klikspaan, maar dat ben ik niet, kinderen." „Wij noemden haar altijd „beest", zeide Kitty binnensmonds, „en toen zij dit eens gehoord had, kreeg ik een pak slaag. Ik had een hekel aan haar." „Dat hadden we allemaal," stemde Mabel in. „Eén pak slaag," herhaalde ik van wie?" „Van Mama," zeide Kitty zachtjes. In deze soort huishouding was ik dus aan geland! Nu, door mij zouden die arme kin deren ten minste geen pak slaag opdoen. „Hoe lang is juffrouw Mordaunt- hier ge weest vroeg ik. „O, ongeveer drie jaar," antwoordde Mam- selle, „toen de oudste meisjes de schoolkamer verlieten, vertelden ze 'liaa-r moeder naar waarheid eens, hoe ze eigenlijk was. Eu toen heeft mevrouw Tregenna, die een zeer net te dame ishaar gezegd dat ze vertrekken kon."" „En nu daoht gij zeker, kiifderen, dat ik net eender zou1 rijn;" zeide ik, „maar weest maai' niet bang, ik ben zeker, dat wij goed© maatjes zullen worden." „O ja," riepen zij' allen tegelijk. Daarna gingen wij' geze'lig bij elkander ritten en spoedig daarop kwamen Potter en een hijgende keukenmeid met ons diner bo ven. Wij kregen niet veel en, wat er werd opgedischt, was van de eenvoudigste soort een lamschouder, klaarblijkelijk in don oven gebraden, met aardappelen, een sdio- tel met zeer onsmakelijk toebereide kool, een rijfstepoddinkjo met voel rijst en weinig melk, en een klein schoteltje met appelmoes, om er bij te gebruiken. Ik merkte op, dat het een zeer slordig toebereid en even slor dig opgedischt diner was voor zoo'n groot huis, volstrekt niet in overeenstemming met dien voornamen en vriendelijkon heeren- knooht, mijnheer Jorkins. HOOFDSTUK XVI. Het nieuwe tehuis. Ik zag mevrouw Tregenna dien morgen niet. Er waren gasten aan het twoedo ont bijt, en zij hadden, wat ons betrof, evengoed in China of aan de Noord-Pool kunnen zit ten eten, zoo weinig hoorden of zagen wij van hen. Wij' gaven dien middag geen les, maar ik hoorde van Mam'selle het een en ander van de dagclijksehe gewoonten in ons départe ment. Het ontbijt werd precies te half negen in de kinderkamer gebruikt; do lessen begon nen te negen uur en duurden tot twaalf voort; zelfs kleine Jan moest zich aan de regels van tilt© en orde houden, hoewel hij niet zoo lang les -kreeg. Later ondérvond ik echter, dat hiji nooit drie uur achter elkan der stil bleef, ofschoon het van hem werd verwadht. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1