a"' Jaargang.
Zaterdag 19 November 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
MIJN GODFRIED
M6. 140. Eerste Blad.
RSFOORT
DAGRLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 mganden roor Amersfoortf 1.35.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels ^.4.78»
Elke regel meer n. 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteéren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt öp aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
In de gemeente Uiflt heeft zich eene commissie
gevormd, welke zich ten doel stelt een fonds te
vormen waaruit de nagelaten betrekkingen van
in zee verongelukte visechers der gemeente Uric
kunnen ondersteund worden.
Mijn ambtgenoot der gemeente ITrik heeft mijne
medewerking ingeroepen ter bevordering, dat ook
in de gemeente Amersfoort eene collecte voor
dit doel zal worden gehouden.
De op den 6. October .1.1. plaats gehad- -heb-
l>ende zeeramp, waardoor Urk zoo zwaar werd
getroffen veertien personen kwamen in dé
golven om gaf mij aanleiding aan die Toepstem
gehoor te geven.
Dientengevolge heeft het College van Burge
meester en Wethoudters hare goedkeuring ge
hecht aan het plan tot het doen inzamelen van
gelden voor het 'bovenomschreven d-oel.
Deze collecte zal eerstdaags plaats hebben met
gesloten bussen. De ingezetenen worden uitge
nood igd door milde bijdragen blijk te gevem van
hun liefdadigheidszin, oodat ook in de toekomst
eenige steun verzekerd; worde aan de .in de .groot
ste armoede nagelaten betrekkingen van hen,
die in de uitoefening van 'hunne brood-winning
den dood vonden.
Amersfoort, den 18. November 1904.
De Burgemeester van Amersfoort,
WLHTEBS.
De Burgemeester en Wethouders van. Amers
foort doen te weten, dat heden zijn uitgeloot
lo. 6 obligation in de geldleening. groot oor
spronkelijk f 210,000. d.d, 30 Augustus 1889,
ieder h f 1000, nos. 11, 78, 160, 169, 197, 207
2o. 2 olbligat-iën in de geldleening groot oor
spronkelijk f 40,000, d.d; 8 Februari 1893, ieder
a f 500, no6. 19, 60
3o. 1 obligatie in de geldleening groot oor
spronkelijk f 20,500, d.d. 29 Sept. en 13 October
1896, van f 500, no. 22
4<>. 4 obligation in de geldleening .groot oor
spronkelijk f 50,000, d.d'. 9 Februari 1897, ieder'
a f 500 nos. 5, 38, 43, 94;
5o. 3 obligation in de geldleening groot oor
spronkelijk f '45,000, d.d. 15 Maart 1898, ieder li
f 500, nos. 9, 29, 60
6o. 10 obligation in de geldleening groot oor
spronkelijk f 375,000, d.d. 6 Juni 1899, ieder
groot f 1000, nos. 92, 99, 219, 227, 239, 255, 278,
297, 325, 356.
De aflossing; heeft plaats 31 December e. k.
ten kantore va-nj dien, gemeente-ontvanger -te
Amersfoort, en wat betreft de dbdAgatiën -bedeeld
su-b 1, 3, 4, 5 en 6 ook ten kantore van de firma,
J. Kol te Amsterdam.
Amersfoort, 17 November 1904.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
-De Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th. SA ND BEUG. WUIJTfERS.
Politiek Overzicht
Hoe lang zal de oorlog nog duren?
Uit pezaghebbenden mond is weder ver
kondigd, dat men in geen geval mag hopeu
op het einde van den oorlog. Uit "Washing
ton wordt de volgende verklaring overge
seind, die de Russische gezant aldaar, graaf
Casaini, heeft afgelegd„Rusland zal den
oorlog tot het einde toe voortzetten, d. w. z.
totdat het heeft ge-zegevierd. Ik reken het
tot mijn plicht te herhalen, dat Rusland in
geen g val zijne militaire toebereidselen in
het uiterste oosten zal staken".
Wij hebben die verklaring bij herhaling
gehooid in den loop van dezen oorlog, die nu
reeds meer dan negen maanden heeft ge
duurd. Maar er is een tijd geweest, waarin
zij me°r indruk maakte dan thans. Dat was
in de dagen, waarin men van Russische zijde
nog onverholen uitkwam voor de geringschat
ting, die men koesterde voor den tegenstan
der uit het land van de rijzende zon. Die
tijd is nu voorbij. De strijd tusjcken Rus
land en Japan heeft althans dit uitgewerkt,
dat er eene omkeering is gekomen in de
schatting, waarin de Japanners bij de Russen
staan. Men is tot het inzicht gekomen, dat
men in Japan een tegenstander heeft, dien
men zich ir'et behoeft te schamen als gelijk
waardig te erkennen. Admiraal Alcxejew,
de gewezen stadhouder van den Czaar in
he'; verre oosten, brengt zelf allen lof aan
het Japansclie bestuur. Het heeft in zijne
oogen slechts ééne fouthet is al te vol
maakt en houdt zich daardoor te veel mot
kleinigheden bezig. Het is mogelijk, dat in
da. opzicht het Japansclie bestuur heeft ,.le
défaut de sa qualité", maar dat doet niets af
aan de waardeering. die Alexejew uitspreekt
voor de eigenschappen van den voorheen zoo
geminachten tegenstander.
Van groote waardeering voor den vijand
getuigen ook de brieven, die de beste van de
Russische oorlogscorrespondenten, Nem'vo-
wit-wli Dantscheuko, van het oorlogstooneel
zendt. In een brief aan de Russkoje Slowo,
den 8en November uit Charbin verzonden,
behandelt hij de vraag, hoe lang de oorlog
nog duren zal. Zi'ne interessante opmei'kin-
gen daarover komen hierop neer
„Het is moeielijk den profeet te spelen
hier echter twijfelt niemand cr aan, dat wij
het bloedige veld misschien nog een jaar lang
zu/Men moeten bewerken. De verwachting,
dat de- krachten van de Japanners zich zou
den uitputte»; zijn niet tot vervulling geko
men. Aan het nabij gelegen reservoir van
48 millioen menschen ontleenen zij nieuwe
legei's. Wel zijn die met oude geweren be
wapend; maar de versoh aankomende krij
gers brengen eene even groote mate van ge
hoorzaamheid, geoefendheid, geestdrift en
dapperheid mee. Vele officieren ontbreken
heden in de gelederen van het Japansclie
legermaar de leemten in de lagere officiers
rangen worden met succes door de in den
oorlog geharde onderofficieren aangevuld.
Wanneer wij beschikten over eene aanzien
lijke overmacht, dan zouden wij natuurlijk
onstuimig tot den aanval overgaan. Nu zijn
wij echter gedwongen ouzo krachten te spa
ren, moeten den vijand tegenhouden, uitput
ten, aan de praat houden. Uuit Japan 1 e-
trekt hij in den koristen tijd via Dalny. uit
China via Inkau kleeren, mondvoorraad,
munitie. Zooals wij liooren, werkt China open
lijk voor hem. Wij) daarentegen zijn in de
ongelukkige omstandigheid, dat wij: alles
10,000 wersten ver over den eensporigen Sibe-
risehen spoorweg moeten laten komen. En
daarbiii is lie',' werkelijk een wonder hoe deze
spoorweg die taak vervult.
„Het- is kinderachtig naïef er op te re
kenen, -dat in Ja-pan de gloed weldra- zal be-
koelen, omdat hét een Aziatisch rijk is. Wij
hebben te dce'n met een volhardend volk
van beschaving en geestkracht, met een oor-
logsstaat vam den eersten rang, die1 zich on
vermoeid zeven jaren lang op den strijd
heeft voorbereid en hot tegenwoordige
oorlogstooneel en den vijand nauwkeurig
bestudeerd heeft. De Japansche soldaten
verstaan het. zeer goed, dat zij een volksoor
log voeren en wij) slechts een oorlog oan
koloniën. Daar staan allen voor één en één
voor allen. Bovendien is de Japansuho sol
daat de eenige in dè heelc wereld, die deai
Russischen soldaat kan staan. In geen Euro-
peesch leger zijn zulke soldaten, en in de
geschiedenis van al onze oorlogen vinden wij
geen dergelijken tegenstander.
„De oorlcg zal waarschijnlijk nog veel ge
duld., offers en geld vorderen. Het is beter
do waarheid onder do oogen te zien, dan
zich door waanvoorstellingen te laten lei
den. De einduitslag van den oorlog is hier
voor nic-mand twijfelachtig. Om hem echter
to vorkrijgen, moeten wij 0119 wapenen met
vasten wol, kalmte en on vermoeiden ijver.
Iedere stap van den tegenstander is vel
overwogen. Hij laat zich in de vervolging
niet meesleepen, hij wil niets op het spel
zetten. Meer dan ecnig ander verstaat onze
opperbevel hebber den vijand en zijne veoht-
kunst. Onlangs, na de gevechten van Liao-
jang, scheen het alsof het Japansclie leger
uitgeput was, zijn geest niet meer de vroe
gere. Nu is hot ovenals het onze uitgerust.;
het heeft zich voör don winter holen onder
den grond gegraven en doze van tafels, bed
den en kachels voorzien. Van levensmidde
len zijn de Japanners ruimschoots voorzien.
Bij de gevallenen vonden wij zakken met ge
droogde garnalen en pakjes miet gepeiste
inktvisch en rijpt. .Verder hadden zij pillen
bij zich, die moeten dienen tot regeling van
den hartslag en andere geheime geneesmid
delen, waarvan sommigen tot opwekking
voor de zieken dienen. E11 ieder was in het
bezit van een dagboek en van eene kaart
van de streek, waarin, zijne afdeeling zich
bevindt."
Wanneer men zulk eon oordeel over de
Japanners leest, dan is men geneigd in te
stommen met de meening, dat het einde van
den oorlog nog in een ver verschiet is. Doch
niet alleen omdat. Rusland zich heeft voor
genomen te overwinnen, wat het ook moge
kosten, maar ook en vooral oou de eigen
schappen, die de Japanners in staat stellen
aa.11 Rusland de zegepraal, welke het behalen
wil, te betwisten.
Dultscliland.
Do Politisohe Korrespondenz verneemt uit
Petersburg, dab de tegenspraken van eene
ophanden zijnde samenkomst tusschen den
Duitschen keizer en den Czaar voorbarig zijn.
To Petersburg beschouwt men de geruchten
dienaangaande niet als geheel ongegrond en
meent men, dat de dementis wel eens bin
nenkort door de feiten weerlegd zouden kun
nen worden.
Uit kringen, die met den Duitschen
bondsraad in betrekking staan, wordt ver
nomen, dat het ontweip der begrooting voor
het volgende jaar het voorstel bevat tot op
richting van een zelfstandig departement
va-n koloniën met een staatssecretaris aa.11
het hoofd. De bondsraad zal dit vooi'Stel
zonder twijfel goedkeuren.
De Duitscke Bondsraad beeft eenstemmig
verklaard zich te voreenigen met het voor
stel om de quaestie van de opvolging in
Lippe to doen beslissen door een uitspraak,
van het rijksgerecht, alsmede goed te keu
ren de voortduring van het tegenwoordig©
regentschap, voor het geval de vorst vóór de
beslissing van het rijksgerecht kwain te ster
ven.
De rijkskanselier heeft het rijksgerecht
onverwijld opgedragen een scheidsgerecht te
benoemen.
De Keizer heeft, nu de Bondsraad de
rechtspositie van den regent heeft geregeld,
de beëediging der Lippesohe troepen bevolen.
Heden voormiddag is bet ba tail Ion van
het vorstendom Lippe-Detmold op den graaf-
regent beëedigd. Men. zal zioh herinneren,
dat de Keizer dit eerst had geweigerd.
Oostenrljk-Hongarije,
De Amerikaansehe gezant te Wee 11 en seint,
dat de Oostenrijk-Hongaarsche regcering zich
bereid heeft verklaard aan dc tweede Uaag-
sche conferentie deel te nemen. Dit is de
eerste ambtelijke aanvaarding van Roose
velt s uitnoodiging, ofschoon reeds bekend is
dat de meeste Europeesch© mogendheden be
reid. zijn, de conferentie bij te '.vuneu, Zoo
dra van de andere mogendheden injden loop
van deze maand bericht is ontvangen dat
zij aan de conferentie willen deelnemen, zul
len de onderhandelingen over de aanvulling
van het program beginnen.
Hongarije
Boedaj)est, IS Noor. In de Kamer stelde
de voorzitter de vraag of de vergadering mee
kon gaan met het voorstel van minister
Tisza om dagelijks twee zittingen te houden
Kossuth verklaarde dat de Hongaarsc.e op
positie nimmer eene dergelijke onwettigh ud
zou goedkeurenhij verliet daarop de zaal,
gevolgd door de leden van de oppositie, die
het Kossuthlied zongen.
De rechterzijde nam het voorstel vervol
gens aan.
Tweede telegram; In de tweede zit
ting, die om 4 uur 's namiddags geopend
werd, viel de socialist Pennerstorfer hevig de
dynastie aan, zonder dat de president hem
tot de orde riep. Mezössy diende een motie
in, verklarende dat de president zich niet
hield aan het reglement yan orde en het ver
trouwen van de Kamer .door zijne houding
heeft verloren.
Apponyi verklaart de zitting voor ouwe'.-
tig. De minister-president co-nstateert, dat
de obstructie heeiBcht. Er blijft niets meer
over dan de natie aan haar lot over te laten.
De president wil een voorstel-Daniel in
stemming brengen. Rakoczy verlangt, d-at
de zitting zal wo-rden gesloten. Do president
weigert dit voorstel aan te nemen. Rakoczy
bedreigt den president, met eono schaar. Do
deurwaarders en eenige afgevaardigden be
schermen dan president.
De Kamer neemt het voorstel-Danicl aan,
dat een tijdelijk reglement van orde van
kracht verklaart.
Terwijl de president verkondigt, dat de
zitting wordt gesloten, vliegen er stoelen,
boeken en inktpotten door dö zaal. De af
gevaardigde Justh., die naar hot voorzitters-
gestoelte vliegt, wordt door een stoel getrof
fen. Een inktpot vliegt dicht bij bet hoofd
van den president voorbij. Het regent scheld
woorden.
De president laat voorlezing doen van een
koninklijk besluit, tot verdaging der zittin
gen van de Kamer.
Rusland en Engeland.
Aan de Echo de Paris wordt uit Peters-
burg bericht, dat de Russische regeering de
overeenkomst over de internationale commis
sie van onderzoek in zake het Doggersbank-
incident weder aan het Engelsch© gezant
schap heeft doen toekomen,, maar dat Enge
land de voorgestelde veranderingen heeft af
gewezen met de verklaring, dat het Rusland
als gebonden beschouwt, omdat graaf Lams-
dorff in naam van den Czaar zich bereid
heeft verklaard den Engelschcn tekst aan to
nemen. Rusland verlangt wijziging van arti
kel 2 der overeenkomst, dat betrekking heeft
op het vaststellen van de verantwoordelijk
heid en de schuld der officieren van het
Russische eskader en stelt eene redactie voor,
die deze vraag geheel buiten aanmerking
laai. De vraag is nu, of graaf Lamsdorff, zoo-
als Engeland beweert, zich werkelijk in naam
van den Czaar heeft verbonden tot aanne
ming van den ongewijzigden tekst, of wel
alleen in beginsel de overeenkomst heeft
aangenomen, zooals Rusland beweert. Da
correspondent beweert, diat deze tweespalt tot
een onaangename gedachteawisseling zal lei
den, en doet tot hare oplossing een beroep
op het Britsche phlegma, omdat de tegen
Engeland verbitterde Russen bij eene uit
dagende houding hunne kalmte bezwaarlijk
zullen bewaren.
Volgens een nader bericht van de Echo
de Paris, heeft graaf Benckendorf, de Rus
sische gezant te Londen, aan zijne regeering
geseind, dat do Russische redactie van de
overeenkomst door de Engelsche regeering
ia aanvaard. De zaak is dus voor goed be
klonken.
Rusland.
Aan do Köln. Ztg. word', uit Petersbui'g
bericht, dat heden daar eene vergadering
plaats heeft van vertegenwoordigers van de
zemstwo'9. Het programma van deze verga
dering bevat dg volgende vragen; Algeinee-
ne voorwaarden, voor de normale ontwikke
ling van liet openbare leven vereischt, maat
regelen ten behoeve van de volksbeschaving,
middelen tot verkrijging van geldmiddelen -
voor do verzorging van <le gezinnen der on
der de wapenen geroepen reservisten, deelne
ming van de zemstwo s aaji de organisatie
tot het verleenen van hulp voor zieke en ge
wonde soldaten op het oorlogstooneel.
Daarentegen wordt aan de Humanité (het
orgaan van Jaurès) bericht, dat de door den
minister van binnenlandsohe zaken goedge-
keurdo verzameling van vertegenwoordigers
der aamstwo's op het laatste oogenblik ver-
b den is. Men ziet hierin eene nederlaag van
prins Swiatopolk en beschouwt diens aftre
den als waarschijnlijk.
VereenIgde Staten.
Washington, 18 Nov. De Noderlandsclie
regeering heeft staatssecretaris Hav kennis
gegeven, dat zij zeer gaarne het voorstel aan
neemt tot het houden van een tweede vie-
dfea-conferentie te '3 Graven-hage. Tot dusver
is nog geen cfficieele aanneming van dè Ame
rikaansehe uitnoodiging, in haar geiheelen
omvang, ontvangen, maar bijiia alle Euro-
pc-esoh© mogendheden hebben reeds to ken
nen gegeven, dat zij de uitnoodiging in be
ginsel aannemen.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Tokio, IS Nov. Een telegram van Moji
(Nogi?) meldt de vernietiging van een twee-
do Russisch arsenaal en magazijn te Port
Arthur. Do Japanners ontdekten de plaats
van het arsenaal en concentreerde hun vuur
daarop. Zij schoten er 200 granaten op af en
slaagden erin het te verwoesten.
Do Japanner-s bobben hunne loopgraven
breeder gemaakt en maken daarvan gebruik
om hunne kanonnen vooruit te brengen.
De Russen gaan voort met het doen vau
krachtige uitvallen. Zij vallen de loopgraven
aan, daarbij gebruik makendo van handgra
naten.
In de volgende dépêche, weerden de ge
ruchten vermeld, die geloof vinden onder de
belegeraars
Het gerucht loopt, dat generaal Stoessel
gewond zou zijn en dat zijn toestand zijne
overbrenging naar het hospitaal noodzake-
35 Naar het Engelsch
VAN
JOHN 8TRANGE WINTER.
HOOFDSTUK XVII.
Ik begin lieht te zien.
Gedurende verscheidene dagen zag ik niets
van de familie beneden.
Mamiselle zeide, dat het niets ongewoons
was, als dit verscheidene weken niet gebeur
de, daar -mevrouw Tregenna bijna noost- in
de kinderkamer kwam en iwiji ons beneden
niet mochten vertooneii, zonder bepaalde
uitnoodiging of oproeping.
Wij leefden dus als machines en deden
ons werk op klokslag on hadden zelfs geen
een courant, behalve de eene, die Mam se!Ie
en ik iederen morgen samen kochten. Eiken
morgen gingen wij naar 'het Park, eiken
middag gaven wij onze lessen en deden wij
een wandeling, en eiken avond zaten wij
samen aan 011s sober avondeten, en verlang
den en hunkerde naar een oomedie of een.
concert te gaan-, niemand ter .wereld kan be
grijpen, hoe erg.
De meisjes kwamen aelfs niet eens boven.
..O, het- zou al heel vreemd zijn, als ze nu
kwamen Mevrouw .heeft a? onder den
duim-," merkte Mam'selle met een veelbetce-
kenend gebaar op.
Eindelijk, toen ik een week in mijn nieuwe
betrekking geweest was, kwam er 's middags
omstreeks 5 uur eeu boodschap aan mijn-
adres, dat Barones d Ecie beneden was en
mij verlangde te zien.
Ik ging naar beneden mijai vriend Jo«-
kins stond weer op -het portaal bij de voor
kamer te wachten en diende mij -weer met-
dezelfde formaliteit in de spreekkamer aan.
Barones d'Ecie, diie het zich op mevrouw
Tregeuna's rustba-nkje bijzonder gemakkelijk
had gemaakt, was alleen. „Wel, lieve kind,'
zeide zij,, „wat ben ik blijde u thui9 te tref
fen, en hoe Wat wilt ge?" opeen anderen
toon tot Jorkins, die in een -wachtende hou
ding was iblijvcn staan.
„Zult u een kop thee gebruiken, me
vrouw?"
„O, als het u belieft," antwoordde zij» en
Jorkins vertrok.
Ik kon het lachen bijna niet laten, zoo in
heb oog vallend dwaas was do verandering in
Jorkins houding.
„Vertel mij nu eens, kind,zeide barones
d'Ecie. terwij-l eiji mij de hand reikte en mij
naast zich op dc rustbank tiok, „zijt ge nu
niet- gelukkig en dankbaar, dat ik zoe n lieve
famiüe voor u gevonden -heb, om mee samen
te wanen?"
„Dat kan ik 1111 juist niet zeggen," zeide
ik. Ik sprak juist niet op bescheiden toon-,
maar ik behoefde toch ook niet te houden,
dat- iik haar dankbaar was, want- dat w.:3
niet waar.
„Niet dankbaar!' gildle zij ibijna. „Zij-t
gij dan niet- gelukkig thierf"
„Niet bijzonder," zeide ik zeer rustig, „niet
half zoo gelukkig als op den Rozetten weg
..Met dien manriep zij verschrikt.
„De eenige man, dien ik bier gezien heb,
is Jorkins (dè bottelier -is veel te voor
naam om zelfs „goeden morgen" te zeggen,
en Jorkins voegt er h's bij in plaats van ze
weg te laten dat is het eenige verschil
„Maar gij- gaat niet om met Jorkins,
zeide zij. op een toon vol afschuw.
„Ik zag mijnheer Poplin*Browne alleen
bij heb ontbijt, en het eten, en dit- laat-ste
nog miet eens altijd," herinnerde ik.
„Gij! zijt eeu dwaas kind, gij weet- niet,
wat- goed voor u is," zeide zij opgeruimd. „Ik
denk, dat mevrouw Poplin-Browne wat
meer drukte voor u gemaakt -heeft dan me
vrouw Tregenna- nu, dat is niet meer
dan .natuurlijk. (Maar, hoe gij met zulk on
mogelijk volk kond-t blijven omgaan, is mij
een raadsel; en 0111 mijnheer Tregenna te
vergelijken met -mijnheer
„Dat ka» ik niet-," viel ik in- de rede, „ik
heb hem nog nooit -gezie-n
„Is hij dan op reis?"
„Dat geloof ik -niet; maar ik zou hem
niet kennen, al viel ik over hem."
„Nu, dat komt er ook niet ;op aan. Gij
kunt hier -ton minste ademhalen en behoeft
u over den. naam niet te schamen. Maar
PopliiuBrowne, wie heeft ooit zoo'11 naam
gehoord als PoplinBrowne? Hij ia in één
woord bespottelijk.
„O! maar wat beduidt nu een naam.'
zeide ik hardop lachend.
„Dat moet gij weten," zeide zij beslist,
„de uwe is goed genoeg."
Op dat, oogenblik kwam dc beleefde Jor
kins binnen, gevolgd door een klein, soort
knecht-je, Robert genaamd. Jorkins droeg
-nooit- theebladen daar was hij veel te
voornaam voor. Het eenige, wat ihij deed,
was hier en (laar op half geheimzinnige, hallf
eerbiedige wijze binnen te sluipen en te acitp
gen, dat -Robert- het blad op dè rechte plaats
zette.
„Ja, geef ons een kop thee," zeide barones
d'Ecie op haar zachtzinnigste» toon, e»
hoogst waarschijnlijk dacht zij al dien tijd.
dat ik een ondankbaar schepsel was, dat niet
verdiend te -hebben, wat men gewoonlijk
noemt „een kruiwagen." „Zod lis hot goed.
Eu, vertel mij. inu eens, lieve kind," aldus
ging zij tot mij voort-, „kunt gij het nogal
met mevrouw Tregenna vinden
„Ik heb haar nog maar eens gezien, ant
woordde ik ontwijkend.
„Wezenlijk? O. zij zal zeker druk met de
twee meisjes moeten uitgaan. En- lioe lx-valt
zij u?"
„Ik vind haar niet- aardig, als u dat be
doelt," zeide ik openhartig.
„E-n dat '.waarom niet?'
„Wel, omdat zij zoo hooghartig en aan
matigend is. Den eeuigen keer, dat ik haar
gezien heb, toen zij mij bij zich had ont
boden, gaf zij mij niet eens een stoel, terwijj
zij mot mij sprak, en zij noemde jnij in mijn
gezicht „een persoon.' liet zou nergens toe
dienen, barones d.Ec.e, te \zeggen, dat ik
haar aardig vind, als -het niet waar is. <k
vind' haar in één -woord afschuwelijk."
In het- eerst keek barones d'Ecie wel wat
verwonderd, maar het volgend oogenonk her
stelde zij zich en zeide „Bi-, ei, ja, natuur
lijk beweegt mevrouw Tregenna zich (enigs
zins moeilijk, ze is niet- van bijzonder hoogt*
geboorte, ten minste dit- meen ik maar
liet ds eigenlijk niet- vam zooveel belang. De
meisjes zijn allerliefst vindt gij* niet
„O ja, die zijn allen heel lief." antwoord
de ik.
„Iiildred .is mijn lieveling," zoo ging baro
nes d'Ecie voort. „Ik -houd veel van Iiil
dred; en dit is goed ook, waart zij: zaïl eens
mijn zoon Godfried trouwen."
Ik voelde, dat mijn- hart onstuimig begon
te kloppen, maar ik moest in geen geval
laten zien, wat er in mijn binnenste omging.
„Zij heeft mij niet verteld, dat zij geën
gageerd *was," -zoide ik, zoo» onverschillig
mogelijk.
„O, liet is ook eigenlijk nog niet publiek,
zeide barones drBc.ie mot een veel'beteeke-
nend gebaar, „maar onder ons is het een
uitgemaakt© zaak. Het zal echter, wat u
aangaat, het best zij», er hier tegen niemand
over <e ppreken, lieve. En, als gij in een-ig
opzicht iHildred tem goede kunt stemmen
tegenover Godfriedi, hoop ik', dat gij het
zonder mankceren doen zult."
Eindelijk begon ik -licht te zienDiaarom
dus moest ik weggeknikkerd worden (ja, ik
weet- vw©l, dat ik daar een leelijjk woord ge
bruik, maar ik kan er op het oogenblik geen
vinden, dat beter uitdrukt, wat ik gevoel),
daarom moest rik verdreven worden uit het
huis, waar -ik onnoemelijk veel vriendelijk
heid eu liefde had ondervonden en ik mij
gelukkig en op imijn gemak had gevoeld, en
uioest ik bier gebracht worden om als hand
langster te dienen voor die akelige, hooghar
tige, -rijke vrouw en thet huwelijk helpen t->-
voidoren van haar dochter met- mijpi God
fried! Ik doorzag a-lles. Ik moest handelen
lijnrecht rin strijd met- de wenschen vam het
arme kind, het geluk van -mijn Godfried ver
nietigen en al den zonneschijn vam mij-n
eigen leven wegnemen
Wordt vervol ff d.