N\ 165. 3de Jaargang. Woensdag 14 December 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. MIJN GODFRIED AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden roor Amersfoort f 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Adrertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTESX - o.i». Van 1—6 regain Elke regel meer Oroote lettert na Voor handel en bêdrjjf bestaan voordeellge bepalingen.tót het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Bene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan ken, die met I Januari a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand December nog zullen verschijnen, KOS TELOOS toegezonden. Politiek Overzicht De oorlog ter zee. Volgens de fficieele Japanse he berichten, heeft de Russische vloot in Port Arthur op gehouden te bestaan. De linieschepen Pe- reswjet, Retvisan, Poltawa en Pobjeda zijn gezonkende kruiser Pallada is naar voren over gaan hellen, de kruiser Bajan is in brand geschoten. De kleinere schepen onder gaan een dergelijk lot het mijnschip Amoer en de kanonneerboot Gil jak zijn met name genoemd onder de door de Ja] anscbe gra naten Lot zinken gebrachte schepen. Alleen het linieschip Sebastopol, dat in de ooster haven ligt, schijnt voor de Japansohe kogels niet bereikbaar 'e zijn. De Russen hebben deze schepen kalm in den grond laten schie ten en geen poging gedaan om ze naar de reede te brengen. Men mag daaruit de con clusie trekken, dat voordat hun ondergang bezegeld werd, ze reeds niet meer zeewaardig waren. Tót de Russische Port Arthur vloct heb ben vroeger nog behoord de linieschepen Pe- tropawlowsk, den 13en April door het stoo- ten op een mijr verwoest, en Cesarewitsch, die na de poging om de blokkade te verbre ken van 10 Augustus, naar Kiaulsjou vlucht te en daar ontwapend werd; verder de krui sers Askold en Diana, dio naar Sjanghai en naar Saigon zijn ontkomen, eindelijk de Nowik, die bij liet eiland Sachalin door de Japanners in den grond geboord werd. De kruiser Bojarin was vroeger reeds door eene mijn voor Port Arthur vernield. Van de overige Russische oorlogsschepen in de Oost-Aziat 'sche wateren werden de kruiser Warjag en de kanonneerboot Kore- jetz den 9en Februari, op den twee den dag van den oorlog, vernie.d de Bogatyr liep den 22en Mei in de nabijheid van Wladiwostok op ben rei en. werd daardoor wrak; de Rurik werd den 14en Augustus in een gevecht met do Ja panners in den grond geboord; de Rossija en de Gromoboi hebben in ontredderden staat bescherming gezocht in de haven van Wladiwostok en schijnen nog niet weer voor den strijd gereed te zijn. Dat is er geworden van de vloot, die Rus land, toen de oorlog begon, in het verre Oos ten bijeen had. De meesten van de trotscl e pantserschepen en kruisers liggen op den bodem der zeede enkelen, die aan dat lot ontkomen zijn, zijn waardelooze wrakken. Men kan, zonder aan do waarheid te kort te doen, zeggenDe Russische vloot is ver nietigd. Toen door de verovering van den 203 me ter hoogen heuvel op 30 November jl. de Japanners hun doel bereikt hadden en het centrale punt in hun bezit was, van waar uit de krachtdadige beschieting van vesting en haven mogelijk was, is het eerste gebruik, dat zij van liet behaalde voordeel hebben ge maakt. geweest, dat zij hebben gezorgd de in de haven geborgen Russische vloot voor goed onschadelijk te maken. Dat is nu ge schied; met die vloot boboeven zij voortaan niet meer te rekenen. Dit verschaft hun het voordeel, dat de blokkade voor den haven ingang belangrijk kan worden vereenvou digd. Die heeft nu enkel nog maar ten doel, den aanvoer van munitie en proviand te be letten. Dat kan geschieden, door den toegang tot de haven nauwlettend in het oog te hou den, maar vele schepen zijn daarvoor niet "noodig. Het grootste gedeelte van de Japan- sche vloot kan nu voor Port Arthur worden gemist en heeft dus gelegenheid om zic'i voor te bereiden op de ontmoeting met de nieuwe Russische vloot, die onde. ^eg is. Wanneer admiraal Rodjeetwensky al zijne schepen ongeschonden naar Oost-Azië brengt, dan zal zijne strijdmacht, voor zoover be kend is, bestaan uit 8 linieschepen, 10 krui sers en een aantal torpedojagers en torpedo booten. De sterkte van de nog slagvaardige Japanscho vloot is, daar de verliezen van schepen zooveel mogelijk geheim gehouden zijn, slechts bij benadering bekend. Men ge looft echter, dat Japan nog vijf linie schepen en meer dan 20 kruisers met eene groote torpedcvloot tegenover de nieuwe Russische macht kan stellen. Eigenaardig is het, dat juist uit Rus land stemmen komen, die er op wijden, dat de Japanners niet alleen tegen de Rus sen opgewassen zullen zijn, maar zelfs ster ker zijm dan zij. Een zeker gezaghebbend ge tuige, de Russische kapitein ter zee KI ado, heeft in de Nowoje Vremja verklaard, dat do Russische vloot, die onderweg is, in geen enkel opzicht opgewassen is tegen de vloot van admiraal Togo. Zoo min wat het aantal schepen als wat de middelen van aanval en verdediging en die geoefendheid van officie ren en manschappen betreft, kan de Rus sische vloot zach met die van Japan meten. Wat de pantser-linieschepen en de pantser kruisers betreft, geeft hij de volgende ver- houidingsaijfers334 voor de Russen en 613 voor de Japanner®. Bij de kruisers en de tor- pediosobjepen moet de wanverhouding nog sterker zijm. De nog in de Oostzee aanwe zige nieuwe Russische schepen kunnen eerst over achttien maanden klaar zijn, en de oude, gedeeltelijk waardelooze schiepen zou den ook niet vóór Mei de groote reis naar het dosten kunnen aanvaarden. Volgens dit getuigenis zouden de Russen alles behalve gunstig staan voor de nieuwe phase van den zee-oorlog, die staat te be ginnen. Kapitein Klado is niet de eerste de beste; bij is een vertrouweling van admi raal Rod'jestwensky, die hem naar Peters- burg gezonden beeft om den Czaar rapport uit te brengen over bet Boggersbank-inci- dent, en zal ook naast admiraal Kasnakow Rusland vertegenwoordigen in de internatio nale commissie van onderzoek. Hij is naar den zin van zijne ahefs al te openhartig voor zijme meaning uitgekomen en is daarvoor disciplinair gestraft. Wanneer echter de op gaven van Klado juist zijn, dan rijst de vraag: Welk doel beoogt de Russische ad miraliteit met het uitzenden van het Oost- zee-eskader naar bet verre oosten? Wanneer het juist, is, dat dit eskader niet is opgewas sen tegende vloot van admiraal Togo en in een strijd liet onderspit zou moeten delven, dan kan het noch aan Port Arthur ontzet brengen, noch de verbinding van het in Mandsjoerije opereerende Japansche leger met het moederland afsnijden. Wat is dan het doel? Zal dit eskader zich moeten opoffe ren voor de eer van Ru3lands vlag en, met roem bedekt, moeten ondergaan? D© toekomst zal dit uitwijzen, wanneer het zoo ver komt, dat de nieuwe Russische vloot in de Oost-Aziatische wateren ver schijnt. Dit schijnt nog niet zoo geheel zeker als men geneigd' ziou zijn aan te nemen met het oog op de reeds half .volbrachte reds. Aan de Daily Express wordt uit Peters burg bericht, dat de Oostzee-vloot bevel heeft ge kregen de reis niet voort te zetten. Dat zou niet beteek enen, dat terstond de terugreis moet worden aangenomen, maar dat de ver dere reis in langzamer tempo zal geschieden, totdat allengs het algeaneene inzicht, dat er geen kans is voor de vloot om succes te beha len, hare terugroeping zou toelaten. Het zal wel niet mecir dan een gerucht zijn, dat deze dagbladcorrespondent vermeldt. En al was hei anders, zulk oen besluit zal men zeker niet aan de groote klok hangen. Want dat zou beteeken en, dat men er rond voor uit kwam, dat de oorlog ter zee verder niet mo gelijk zou zijn, dat men buiten staat is Port Arthur hulp te brengen en Wladiwostok te veidedigen. Het Oostzee-eskacLer zou dan voor ondergang zijn behoed. Maar hier staat meei- op liet spel, dan enkel het lot van dit eskader. Dat het besef daarvan ook in Rus land levendig is, bewijst een artikel van de Russki ja Wjedomosti, waarin wordt gezegd: „Ei- is nu bijna niemand, die redeneert tegen bet feit, dat zander den steun van eene machtige vloot ons landleger de oorlog niet tot oen voorspoedig einde is te bren gen. Noch Port Arthur, wanneer het ver loren gaat, noch Korea kunnen heroverd worden door generaal Koeropatkin, zoolang de Japansohe vloot de zee beheersoht. Daar om zou de te late aankomst van het Oostzee- eslcader gelijk staan niet alleen met het ver lies van den zeeveldtocht, maar van den ge- heden oorlog. Indien dit mocht gebeuren, dan zou het nauwelijks mogelijk zijn te ho pen, dat de oorlog veel langer zou duren, of dat Rusland naai- het verre oosten een an dere vloot zou kunnen zenden, sterker dan die van admiraal Rodjestwensky, hetzij in het aanstaande najaar of in den volgendien winter." Frankrijk. Parijs, 18 Deo. De minister van financiën Rouvier verdedigde in de Kanier breedvoe rig het ontwerp der inkomstenbelasting, waarmee hij eene oplossing wil brengen, die in staat is alle republikeinen te vereenigen. Hij verzekert, dat de wet op de arbeiders pensioenen door de republikeinen moet wor den aangenomenmen zal in de kosten kun nen voorzien uit de hulpmiddelen der be- grooting. De minister verweet het centrum en den conservatieven hun tegenstanddaardoor miskennen zij den modernen tijdgeest, be zield si door den ademtocht van de solidari teit onder de mensohen. Italië. Rome., 13 Dec. Bij de behandeling van liet ad es van antwoord op de troonrede verde digde de socialist Ferri de algemeene werk staking; hij. vroeg de Regeerinig naar haar program van sociale hervormingen. Sonnino verzocht de Regeering hare denk beelden over het- legervraagstuk en over de spo rwegquaestie uiteen te zetten. Minister-president Giolitti zeide dat het onbillijk zou zijn de regeeimg verantwoorde lijk te stellen voor de onlusten bij de werk staking. De aangevallen, troepen verdedigden zich. Hij beval den -prefecten gematigdheid in hun optreden aan en drong er op aan, dat de middelen van oestaan der werklieden uit gebreid zouden worden. Verbetering van den toestand van de minstgegoede klassen is een onderwerp van voortdurende zorg voor de regeering. Verspreiding van de volkswelvaart is de beste waarborg voor den bdnnenland- scben vrede. (Toejuichingen). Het adres van antwoord werd met groote meerderheid goedgekeurd. Oosten rijk. De universiteit te Weenen is weder ge opend, nadat eene deputatie van de Deut sche studenten haar leedwezen had uitge drukt, dat de manifestatie tegen den rector ontaard was in een aanval op de kanselarij van het rectoraat, die als zetel van het hoog ste academische gezag een heiligdom voor de studenten behoort te blijven. Hongarije. Aan den vooravond van de nieuwe zitting hebben alle partijen beraadslagingen gehou den. Van gewicht is de vergadering van de vereenigde oppositie, die besloot zoo mogelijk te beletten dat de president in de vergader zaal komt. Op welke wijze dit moest worden belet, daarover werd geen afspraak gemaakt, omdat de oppositie, zooals haar besluit het uitdrukt, aan de hartstochten den vrijen loop wil laten en niemand wil tegengaan in 't geen hij voorheeft. Dit besluit wordt zoodanig op gevat, dat de oppositie p[resident Perczel vogelvrij .verklaart en aan ieder het recht toestaat-, zich feitelijk aan hem te vergrij pen. Perczel zal worden beschermd door 40 nieuwe zaaldienaars, die gekozen zijn uit on derofficieren van de gendarmerie. Onder de leden van de meerderheid heerscht eene zeer vastberaden stemming, en men is overtuigd dat de oppositie ook dit maal de nederlaag zal lijden. Budapest, 13 Dec. Een kwartier voor de opening van de zitting van de Kamer van Afgevaardigden kwamen alle leden der oppo sitie binnen, roepende tot de gardes die de doorgangen afgezet hadden, welke naar den zetel van den president leidden„Schaamt gij u niet om als Hongaren dezen dienst te doen?" De secretaris, die de estrade waarop de ze tel van den president staat, wilde beklim men, werd daarin door de gardes verhinderd. Een aantal leden der oppositie sloeg daarop die estrade in stukken en wierpen de over blijfsels op de banken der afgevaardigden. De wetboeken werden verscheurd, en de tafels vernield. De parlementaire wacht werd aangevallen met allerlei stukken hout en werd uit de zaal gedreven. De ministerbanken, de fauteuils, de les senaars, alles werd uit elkander gerukt en vernield. De zaal ziet er uit alsof de Vaoir dalen er hadden huds gehouden. De leden der oppositie vatten post- op de plaats, waar de estrade van den zetel van den president gestaan had. Geen enkel liberaal lid was tegenwoordig. De liberale partij zal een spoedeischende vergadering houden om haar houding te bepalen. De Kamerzitting zal heden geen voortgang hebben. In de herrie van heden middag zijn 4 gardes gewond door stukken hout-. Boedapest, IS Dec. De zittingen van de Kameren van het Magnaten-huis zijn tot morgen uitgesteld. De oppositie, die beslo ten had in de vergaderzaal te blij,ven, ver liet het parlementsgebouw om twee uur on der aanvoering van Apponyi en Kossuth. In eene bijeenkomst van de liberale partij verklaarde minister-president graaf Tisza, dat hij tot zijpie verrassing had gesden, dat de Kamer het tooneel was van misdadige woelingen, waarvoor de bedrijvers zich zul len moeten verantwoorden voor den rech ter. De regeering zal zich niet laten bang maken. Indien het onmogelijk blijkt te zijn zitting te houden, zal onverwijld een be roep op het volk worden gedaan, maar de re geering zal niet toelaten dat de arbeid van het parlement onmogelijk wordt gemaakt door misdadige handelingen. Er zijn krachti ger maatregelen noodig. Graaf Tisza sprak de verwachting uit, dat iu de liberale partij niemand zal worden gevonden die terugdeinst- voor deze pijnlijke noodzakelijkheid op den dag, waarop ze on vermijdelijk zal zijn geworden. (Daverende toejuichingen). Voortgaande wees de minister-president er op, dat eene poging om de orde op straat- te verstoren jammerlijk mislukt is. De re geering, zeide hij, is niet ongezind te luis teren naar bemiddelingsvoorstellen, strek kende tot een matige verscherping van het reglement der Kamer, maar elke bemidde ling is onmogelijk zoolang de schadelijke ge beurtenissen van leden niet gestraft zijn. (Toejuichi ngen) Men gelooft, diat morgen de zitting der Kamers zal kunnen doorgaan. Rusland. Petersburg, 18 Dec. Uit betrouwbare bron wordt gemeld, dab de stadhouder van den Kaukasus, prins Golizyn, zijn ambt neder- legt. Een opvolger is nog niet benoemd. Petersburg, 13 Dec. Het vonnis tegen de moordenaars van minister Plehwe is heden tegen den avond uitgesproken. Sasonow werd veroordeeld tot levenslangen, Sikorslky tob 20 jaren dwangarbeid. Bij de behandeling van de zaak is het kalm -toegegaan. Zuld-Afrika Durban, 13 Dec. Dr. Leyds vertrok heden naar Dela-goa-baai, aan boord van dè Dover Castle. Hoewel 't hem niet verboden was, ging hij hi.er niet aan land De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Over do beschieting van de Russische vloot in de haven Port Arthur wordt nader uit Tokio bericht, dat deskundigen uit de om standigheid, dat ds oorlogsschepen, alvorens te zinken, sterk op zij vielen en dat men de Sebastopol tracht te redden, de gevolgtrek king maken, dat niet do Russen zelf hunne schepen hebben laten zinken; voorts meent men uit de ligging der gezonken scbepsn te mogen opmaken dat de granaten in het in wendige der schepen uiteengesprogien zijn. Ten aanzien van de torpedobooten heerscht onzekerheid. Men begrijpt niet, waar de» gebleven zijn. Het Japansche geschut be strijkt alle hoeken van de haven, maar mis sohien liggen de torpedo-booten ergens o] de buitenree de verscholen, Volgens een door het Japansche gezant schap te Londen ontvangen telegram, heef. het belegeringsleger van Port Arthur be richt, dat door de beschieting het statior voor draadlooze telegrafie aan den voet vat den Gouden heuvel belangrijk beschadigd er een arsenaal in brand gezet werd. Tsjifoe, 13 Dec. (Telegraph). Een bood schapper uit Dalny benebt, dat nog een an- 53 Naar het Engelsch vax JOHN STRANGE WINTER. HOOFDSTUK XXVI, Van aangezicht tot aangezicht. Alles .was in een oogenblik voorbij. God fried nam zijn hoed ai, en ik zag, dat lord Traherne hetzelfde deed, maar het was mij zoo groen en geel voor de oogen geworden, dat ik niet had kunnen zien. hoe Godfried er uitzag, terwijl een hinderlijke brok iu de keel mij weerhouden had hen aan te spreken zcoals ik had kunnen doen. Het was niet eaua tot mijn verstand doorgedrongen, dat dezo twee bij elkander waren, zoodat ik evenmin op Hildreds gelaat bad trachten te lozen, hoe de zaken stonden. Ik wist wer kelijk niets anders, dan dat Godfried daar wae, en dat ik geestelijk en lichamelijk in den grootst mogelijken oliaos verkeerde. Bijna onmiddelijk hierop ontmoeten wij de Warringtons, en mevrouw Clements .heet te mij met een glimlach welkom. „Wat soheelt er aan, Audrey." fluisterde Clement- Warrington mij toe. Ik schudde mijn hoofd. „Niets werke lijk niets." „Wijt gij een kop thee gebruiken?" vroeg hij. ,.0 ja, heel gaarne," antwoordde ik. „Dan zal ik het Esmé zeggen. Liefste," ging hij voort, zijn vrouw toesprekend -- „ik ga oven met Audrey mede, om haar een kop thee te bezorgen. Gij vindt het toch goed i" „O ja! Clement. Ik zal wat met lord Tre* herne praten, tot gij terug komt.' zeide zij. Eij zat op een tuinbank en vroeg den lord naast haar te komen zitten. Clement en ik gingen naar huis. „Zijt gij soms wat flauw?' vroeg hij zoo vriendelijk mogelijk. Ik bemerkte plotseling, dat ik werkelijk; flauw was ©n antwoordde dus toestemmend. „Dood van verveling?" vroeg jiij weder. „Neen dat niet maar het is warm, is het niet?" antwoordde ik, want hoe kon het vervelend zijn, als ik wist, dat Godfried er was? Wij .richtten onze schreden naar de tafel in de eetkamer en, voordat ik het zelf wist, bevond ik mij niet. ver van Hildred en God fried. „Champagne?" vroeg Clement zachtjes. Ik zeide „Ja" en toen hij hem bracht, zag ik naar Godfried, om zoo mogelijk een blik van verstandhouding met hem te wis selen. Maar Godfried keek niet vnaar mij; integendeel, hij scheen ,het expres te ver mijden, want ik was zeker, dat liij weten moest dat ik er was. „Gij zijt bepaald ziek, kind," zeide Cle ment Warrington fluisterend, „gij zijt doods bleek en beeft als een rietje. Ga nu zitten." Hij nam mij het gks uit de hand en leidde, mij naar een stoel aan den tegenovergetel den kant van de kamer. Ik volgde werktui gelijk en dronk den wijn uit, zoo volgzaam als een lam. Ik scheen ©r als nieuw leven door te krijgen, en ik was in staat naar het paar te gluren, dat mij zooveel belang in boezemde en uit hun blikken mijn gevolg trekkingen te maken. Ik moet bekennen, dat Hildred er ongelukkiger dan ooit uitzag en Godfrieds uiterlijk bleek was en boos. Hij zag in het geheel niet naar mij, maar bewees Hildred veel attenties, hetgeen haar klaar blijkelijk erg hinderde, „Hebt gij mevrouw Tregenna gezien vroeg Clement, op zijn vriendelijke en ba- leefde manier. „Vandaag niet ik heb haar dochter ge sproken," antwoordde ik mijn stem klonk mij schor en vreemd in de ooren. O ja, die pas verloofd is met den jongen d'Ecie," zeide hij losweg. „Is dit werkeLijk zoo?" vroeg ik, mijn best doende op kalmen, gewonen toon te spreken. „Iemand heeft het mij zooeven verteld Hij had er geen gedachten aan, dat. elk woord mijn hart als met een kouden stalen priem doorboorde. „Ik ben er van overtuigd, dat ge u niet goed gevoelt, Audrey." zeide bij weder. „Niet héél goed," antwoordde ik het liet veel to wenschen orver. „Neen, gij zijt te lang met dien ouden lord opgescheept geweest een goeden ouden jongen, raaar vervelend, erg verve lend. En zoon beetje verliefd, thé Audrey?"; met een vroolijk lachje. „Och, praat zoo niet," zeide ik smeekend. Oogenblikkelijk veranderde zijn toon. ,,Ik wilde het niet gelooven," zeid© hij vrij ernstig. „Esmée denkt dat er mogelijkheid op is, ik hoopte van niet." Hij sprak zeer zachtjes en vlak aan mijn oor. Vol verbazing zag ik hem aan. „Esmée is zeer goedhartig. Zij zou u zoo graag aan een edelman uithuwelijken, u uw uitzet, uw bruiloft, en wat dies meer zij wil len geven- Het zou mij zeer spijten, Audrey, u te verliezen ik dat is te zeggen wij zouden u vreeselijk misen. Hij dempte zijn stem tot een zacht geflui ster eu sprak op zijn liefsteu toon, zooals ik hem menigmaal tot mevrouw Clement had hooren spreken. En recht over mij zat mijn geliefde te praten met een meisje, waarvan hij bepaald niet hield, en dat hem eenvoudig niet kon uitstaan. Ik kreeg een gevoel, of ik een hevig zenuwtoeval of iets vreeeelijks van dien aard krijgen zou, als ik aan het voorstol van den ouden lord en de on-bopaalde water- en-melktaal van mijnheer Warrington dacht Ik keek naar Godfried die zorgvuldig ver meed mijn kant uit te zion, en o, had ik toch maar den moed gehad of het recht, om stout weg de kamer door te loopen en hem aan te spieken, en hem te verzoeken mij te recht vaardigen voor iedereen, die ons samen k,en- dri Maar noem, Hildred Tregenna was daar en, als hetgeen er werd verteld, waar was, had zij het recht bij Godfried te zijn niet ik. Ik stond eenigszins onvast op en trachtte niet eens op zijn dwaze, sontimenteele woor den, die ik wist, dat hij niet meende, te ant< woorden, maar zeide zoo onverschillig moge lijk „Ik zou wel gaarne terug willen. Mis schien gaat mevrouw Clement vroeg naar huis." „Audrey," zeide hij nog eens bezorgd, „ik hen zeker, dat gij ziek zijt." „Ja, ja, dat ben ik ook, zie ik er nie slecht uit?" vroeg ik koortsachtig. „Kot laat ons teruggaan." Wij gingen dus terug en vonden mevrom Clement nog steeds in gesprek inet haa waarden lord, die er moe en ziek van ver veling uitzag. Och, lieve hemel, ik vrees, dai er heel wat menschen dien dag de buiten partij bij mevrouw Hauterille een mislukt, pret zullen gevonden hebbenwat mijzn.ll hetreft-, ik voelde mij zoo diep ongelukkig dat. als lord Treherne mij nog eens die hoogst belangrijke vraag gedaan had, ik misschien „ja" zou gezegd hebben. Maar hij deed dit niet. Hij kon natuurlijk uiet zoo in mijn, binnenste zien als ik zelf, ©n zoo zeide hij mij aan het hek gewoon goeden dag en ytak zijn vinger in de hoogte, als een tee ken voor den koetsier om met zijn fraaie victoria voor te rijden. Ik zat achter uit- geleund, vernietigd en treurig. „Gij zijt moe, lieve," zeide mevrouw Cle ment medelijdend. „Ik heb hoofdpijn, dat is alles, lieve me vrouw," zeido ik. mijn beet doende te glim lachen. Zij hield mijn hand gedurende eenige mi nuten zeer vertrouwelijk in. de hare, zonder mij met praten te vermoeien, en toen wij thuis waren, kwam zij op mijn kamer met oen giroole flench eau de cologne in de hand. liet mij in den grooten stoel neerliggen en begon mijn hoofd nat. te maken. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1