N\ 165.
3de Jaargang.
Woensdag 14 December 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
MIJN GODFRIED
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden roor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Adrertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTESX
- o.i».
Van 1—6 regain
Elke regel meer
Oroote lettert na
Voor handel en bêdrjjf bestaan voordeellge bepalingen.tót
het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Bene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan ken, die met I Januari
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand December
nog zullen verschijnen, KOS
TELOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
De oorlog ter zee.
Volgens de fficieele Japanse he berichten,
heeft de Russische vloot in Port Arthur op
gehouden te bestaan. De linieschepen Pe-
reswjet, Retvisan, Poltawa en Pobjeda zijn
gezonkende kruiser Pallada is naar voren
over gaan hellen, de kruiser Bajan is in
brand geschoten. De kleinere schepen onder
gaan een dergelijk lot het mijnschip Amoer
en de kanonneerboot Gil jak zijn met name
genoemd onder de door de Ja] anscbe gra
naten Lot zinken gebrachte schepen. Alleen
het linieschip Sebastopol, dat in de ooster
haven ligt, schijnt voor de Japansohe kogels
niet bereikbaar 'e zijn. De Russen hebben
deze schepen kalm in den grond laten schie
ten en geen poging gedaan om ze naar de
reede te brengen. Men mag daaruit de con
clusie trekken, dat voordat hun ondergang
bezegeld werd, ze reeds niet meer zeewaardig
waren.
Tót de Russische Port Arthur vloct heb
ben vroeger nog behoord de linieschepen Pe-
tropawlowsk, den 13en April door het stoo-
ten op een mijr verwoest, en Cesarewitsch,
die na de poging om de blokkade te verbre
ken van 10 Augustus, naar Kiaulsjou vlucht
te en daar ontwapend werd; verder de krui
sers Askold en Diana, dio naar Sjanghai
en naar Saigon zijn ontkomen, eindelijk de
Nowik, die bij liet eiland Sachalin door de
Japanners in den grond geboord werd. De
kruiser Bojarin was vroeger reeds door eene
mijn voor Port Arthur vernield.
Van de overige Russische oorlogsschepen
in de Oost-Aziat 'sche wateren werden de
kruiser Warjag en de kanonneerboot Kore-
jetz den 9en Februari, op den twee
den dag van den oorlog, vernie.d
de Bogatyr liep den 22en Mei in de
nabijheid van Wladiwostok op ben rei
en. werd daardoor wrak; de Rurik werd den
14en Augustus in een gevecht met do Ja
panners in den grond geboord; de Rossija
en de Gromoboi hebben in ontredderden
staat bescherming gezocht in de haven van
Wladiwostok en schijnen nog niet weer voor
den strijd gereed te zijn.
Dat is er geworden van de vloot, die Rus
land, toen de oorlog begon, in het verre Oos
ten bijeen had. De meesten van de trotscl e
pantserschepen en kruisers liggen op den
bodem der zeede enkelen, die aan dat lot
ontkomen zijn, zijn waardelooze wrakken.
Men kan, zonder aan do waarheid te kort
te doen, zeggenDe Russische vloot is ver
nietigd.
Toen door de verovering van den 203 me
ter hoogen heuvel op 30 November jl. de
Japanners hun doel bereikt hadden en het
centrale punt in hun bezit was, van waar
uit de krachtdadige beschieting van vesting
en haven mogelijk was, is het eerste gebruik,
dat zij van liet behaalde voordeel hebben ge
maakt. geweest, dat zij hebben gezorgd de
in de haven geborgen Russische vloot voor
goed onschadelijk te maken. Dat is nu ge
schied; met die vloot boboeven zij voortaan
niet meer te rekenen. Dit verschaft hun het
voordeel, dat de blokkade voor den haven
ingang belangrijk kan worden vereenvou
digd. Die heeft nu enkel nog maar ten doel,
den aanvoer van munitie en proviand te be
letten. Dat kan geschieden, door den toegang
tot de haven nauwlettend in het oog te hou
den, maar vele schepen zijn daarvoor niet
"noodig. Het grootste gedeelte van de Japan-
sche vloot kan nu voor Port Arthur worden
gemist en heeft dus gelegenheid om zic'i voor
te bereiden op de ontmoeting met de nieuwe
Russische vloot, die onde. ^eg is.
Wanneer admiraal Rodjeetwensky al zijne
schepen ongeschonden naar Oost-Azië brengt,
dan zal zijne strijdmacht, voor zoover be
kend is, bestaan uit 8 linieschepen, 10 krui
sers en een aantal torpedojagers en torpedo
booten. De sterkte van de nog slagvaardige
Japanscho vloot is, daar de verliezen van
schepen zooveel mogelijk geheim gehouden
zijn, slechts bij benadering bekend. Men ge
looft echter, dat Japan nog vijf linie
schepen en meer dan 20 kruisers met
eene groote torpedcvloot tegenover de
nieuwe Russische macht kan stellen.
Eigenaardig is het, dat juist uit Rus
land stemmen komen, die er op wijden,
dat de Japanners niet alleen tegen de Rus
sen opgewassen zullen zijn, maar zelfs ster
ker zijm dan zij. Een zeker gezaghebbend ge
tuige, de Russische kapitein ter zee KI ado,
heeft in de Nowoje Vremja verklaard, dat
do Russische vloot, die onderweg is, in geen
enkel opzicht opgewassen is tegen de vloot
van admiraal Togo. Zoo min wat het aantal
schepen als wat de middelen van aanval en
verdediging en die geoefendheid van officie
ren en manschappen betreft, kan de Rus
sische vloot zach met die van Japan meten.
Wat de pantser-linieschepen en de pantser
kruisers betreft, geeft hij de volgende ver-
houidingsaijfers334 voor de Russen en 613
voor de Japanner®. Bij de kruisers en de tor-
pediosobjepen moet de wanverhouding nog
sterker zijm. De nog in de Oostzee aanwe
zige nieuwe Russische schepen kunnen eerst
over achttien maanden klaar zijn, en de
oude, gedeeltelijk waardelooze schiepen zou
den ook niet vóór Mei de groote reis naar het
dosten kunnen aanvaarden.
Volgens dit getuigenis zouden de Russen
alles behalve gunstig staan voor de nieuwe
phase van den zee-oorlog, die staat te be
ginnen. Kapitein Klado is niet de eerste de
beste; bij is een vertrouweling van admi
raal Rod'jestwensky, die hem naar Peters-
burg gezonden beeft om den Czaar rapport
uit te brengen over bet Boggersbank-inci-
dent, en zal ook naast admiraal Kasnakow
Rusland vertegenwoordigen in de internatio
nale commissie van onderzoek. Hij is naar
den zin van zijne ahefs al te openhartig voor
zijme meaning uitgekomen en is daarvoor
disciplinair gestraft. Wanneer echter de op
gaven van Klado juist zijn, dan rijst de
vraag: Welk doel beoogt de Russische ad
miraliteit met het uitzenden van het Oost-
zee-eskader naar bet verre oosten? Wanneer
het juist, is, dat dit eskader niet is opgewas
sen tegende vloot van admiraal Togo en in
een strijd liet onderspit zou moeten delven,
dan kan het noch aan Port Arthur ontzet
brengen, noch de verbinding van het in
Mandsjoerije opereerende Japansche leger
met het moederland afsnijden. Wat is dan
het doel? Zal dit eskader zich moeten opoffe
ren voor de eer van Ru3lands vlag en, met
roem bedekt, moeten ondergaan?
D© toekomst zal dit uitwijzen, wanneer
het zoo ver komt, dat de nieuwe Russische
vloot in de Oost-Aziatische wateren ver
schijnt. Dit schijnt nog niet zoo geheel zeker
als men geneigd' ziou zijn aan te nemen met
het oog op de reeds half .volbrachte reds.
Aan de Daily Express wordt uit Peters burg
bericht, dat de Oostzee-vloot bevel heeft ge
kregen de reis niet voort te zetten. Dat zou
niet beteek enen, dat terstond de terugreis
moet worden aangenomen, maar dat de ver
dere reis in langzamer tempo zal geschieden,
totdat allengs het algeaneene inzicht, dat er
geen kans is voor de vloot om succes te beha
len, hare terugroeping zou toelaten. Het zal
wel niet mecir dan een gerucht zijn, dat deze
dagbladcorrespondent vermeldt. En al was
hei anders, zulk oen besluit zal men zeker
niet aan de groote klok hangen. Want dat
zou beteeken en, dat men er rond voor uit
kwam, dat de oorlog ter zee verder niet mo
gelijk zou zijn, dat men buiten staat is Port
Arthur hulp te brengen en Wladiwostok te
veidedigen. Het Oostzee-eskacLer zou dan
voor ondergang zijn behoed. Maar hier staat
meei- op liet spel, dan enkel het lot van dit
eskader. Dat het besef daarvan ook in Rus
land levendig is, bewijst een artikel van de
Russki ja Wjedomosti, waarin wordt gezegd:
„Ei- is nu bijna niemand, die redeneert
tegen bet feit, dat zander den steun van
eene machtige vloot ons landleger de oorlog
niet tot oen voorspoedig einde is te bren
gen. Noch Port Arthur, wanneer het ver
loren gaat, noch Korea kunnen heroverd
worden door generaal Koeropatkin, zoolang
de Japansohe vloot de zee beheersoht. Daar
om zou de te late aankomst van het Oostzee-
eslcader gelijk staan niet alleen met het ver
lies van den zeeveldtocht, maar van den ge-
heden oorlog. Indien dit mocht gebeuren,
dan zou het nauwelijks mogelijk zijn te ho
pen, dat de oorlog veel langer zou duren, of
dat Rusland naai- het verre oosten een an
dere vloot zou kunnen zenden, sterker dan
die van admiraal Rodjestwensky, hetzij in
het aanstaande najaar of in den volgendien
winter."
Frankrijk.
Parijs, 18 Deo. De minister van financiën
Rouvier verdedigde in de Kanier breedvoe
rig het ontwerp der inkomstenbelasting,
waarmee hij eene oplossing wil brengen, die
in staat is alle republikeinen te vereenigen.
Hij verzekert, dat de wet op de arbeiders
pensioenen door de republikeinen moet wor
den aangenomenmen zal in de kosten kun
nen voorzien uit de hulpmiddelen der be-
grooting.
De minister verweet het centrum en den
conservatieven hun tegenstanddaardoor
miskennen zij den modernen tijdgeest, be
zield si door den ademtocht van de solidari
teit onder de mensohen.
Italië.
Rome., 13 Dec. Bij de behandeling van liet
ad es van antwoord op de troonrede verde
digde de socialist Ferri de algemeene werk
staking; hij. vroeg de Regeerinig naar haar
program van sociale hervormingen.
Sonnino verzocht de Regeering hare denk
beelden over het- legervraagstuk en over de
spo rwegquaestie uiteen te zetten.
Minister-president Giolitti zeide dat het
onbillijk zou zijn de regeeimg verantwoorde
lijk te stellen voor de onlusten bij de werk
staking. De aangevallen, troepen verdedigden
zich. Hij beval den -prefecten gematigdheid
in hun optreden aan en drong er op aan, dat
de middelen van oestaan der werklieden uit
gebreid zouden worden. Verbetering van den
toestand van de minstgegoede klassen is een
onderwerp van voortdurende zorg voor de
regeering. Verspreiding van de volkswelvaart
is de beste waarborg voor den bdnnenland-
scben vrede. (Toejuichingen).
Het adres van antwoord werd met groote
meerderheid goedgekeurd.
Oosten rijk.
De universiteit te Weenen is weder ge
opend, nadat eene deputatie van de Deut
sche studenten haar leedwezen had uitge
drukt, dat de manifestatie tegen den rector
ontaard was in een aanval op de kanselarij
van het rectoraat, die als zetel van het hoog
ste academische gezag een heiligdom voor de
studenten behoort te blijven.
Hongarije.
Aan den vooravond van de nieuwe zitting
hebben alle partijen beraadslagingen gehou
den. Van gewicht is de vergadering van de
vereenigde oppositie, die besloot zoo mogelijk
te beletten dat de president in de vergader
zaal komt. Op welke wijze dit moest worden
belet, daarover werd geen afspraak gemaakt,
omdat de oppositie, zooals haar besluit het
uitdrukt, aan de hartstochten den vrijen loop
wil laten en niemand wil tegengaan in 't geen
hij voorheeft. Dit besluit wordt zoodanig op
gevat, dat de oppositie p[resident Perczel
vogelvrij .verklaart en aan ieder het recht
toestaat-, zich feitelijk aan hem te vergrij
pen. Perczel zal worden beschermd door 40
nieuwe zaaldienaars, die gekozen zijn uit on
derofficieren van de gendarmerie.
Onder de leden van de meerderheid
heerscht eene zeer vastberaden stemming, en
men is overtuigd dat de oppositie ook dit
maal de nederlaag zal lijden.
Budapest, 13 Dec. Een kwartier voor de
opening van de zitting van de Kamer van
Afgevaardigden kwamen alle leden der oppo
sitie binnen, roepende tot de gardes die de
doorgangen afgezet hadden, welke naar den
zetel van den president leidden„Schaamt
gij u niet om als Hongaren dezen dienst te
doen?"
De secretaris, die de estrade waarop de ze
tel van den president staat, wilde beklim
men, werd daarin door de gardes verhinderd.
Een aantal leden der oppositie sloeg daarop
die estrade in stukken en wierpen de over
blijfsels op de banken der afgevaardigden.
De wetboeken werden verscheurd, en de
tafels vernield. De parlementaire wacht werd
aangevallen met allerlei stukken hout en
werd uit de zaal gedreven.
De ministerbanken, de fauteuils, de les
senaars, alles werd uit elkander gerukt en
vernield. De zaal ziet er uit alsof de Vaoir
dalen er hadden huds gehouden.
De leden der oppositie vatten post- op de
plaats, waar de estrade van den zetel van
den president gestaan had.
Geen enkel liberaal lid was tegenwoordig.
De liberale partij zal een spoedeischende
vergadering houden om haar houding te
bepalen.
De Kamerzitting zal heden geen voortgang
hebben.
In de herrie van heden middag zijn 4
gardes gewond door stukken hout-.
Boedapest, IS Dec. De zittingen van de
Kameren van het Magnaten-huis zijn tot
morgen uitgesteld. De oppositie, die beslo
ten had in de vergaderzaal te blij,ven, ver
liet het parlementsgebouw om twee uur on
der aanvoering van Apponyi en Kossuth.
In eene bijeenkomst van de liberale partij
verklaarde minister-president graaf Tisza,
dat hij tot zijpie verrassing had gesden, dat
de Kamer het tooneel was van misdadige
woelingen, waarvoor de bedrijvers zich zul
len moeten verantwoorden voor den rech
ter. De regeering zal zich niet laten bang
maken. Indien het onmogelijk blijkt te zijn
zitting te houden, zal onverwijld een be
roep op het volk worden gedaan, maar de re
geering zal niet toelaten dat de arbeid van
het parlement onmogelijk wordt gemaakt
door misdadige handelingen. Er zijn krachti
ger maatregelen noodig.
Graaf Tisza sprak de verwachting uit, dat
iu de liberale partij niemand zal worden
gevonden die terugdeinst- voor deze pijnlijke
noodzakelijkheid op den dag, waarop ze on
vermijdelijk zal zijn geworden. (Daverende
toejuichingen).
Voortgaande wees de minister-president
er op, dat eene poging om de orde op straat-
te verstoren jammerlijk mislukt is. De re
geering, zeide hij, is niet ongezind te luis
teren naar bemiddelingsvoorstellen, strek
kende tot een matige verscherping van het
reglement der Kamer, maar elke bemidde
ling is onmogelijk zoolang de schadelijke ge
beurtenissen van leden niet gestraft zijn.
(Toejuichi ngen)
Men gelooft, diat morgen de zitting der
Kamers zal kunnen doorgaan.
Rusland.
Petersburg, 18 Dec. Uit betrouwbare bron
wordt gemeld, dab de stadhouder van den
Kaukasus, prins Golizyn, zijn ambt neder-
legt. Een opvolger is nog niet benoemd.
Petersburg, 13 Dec. Het vonnis tegen de
moordenaars van minister Plehwe is heden
tegen den avond uitgesproken. Sasonow werd
veroordeeld tot levenslangen, Sikorslky tob
20 jaren dwangarbeid.
Bij de behandeling van de zaak is het
kalm -toegegaan.
Zuld-Afrika
Durban, 13 Dec. Dr. Leyds vertrok heden
naar Dela-goa-baai, aan boord van dè Dover
Castle. Hoewel 't hem niet verboden was,
ging hij hi.er niet aan land
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
Over do beschieting van de Russische vloot
in de haven Port Arthur wordt nader uit
Tokio bericht, dat deskundigen uit de om
standigheid, dat ds oorlogsschepen, alvorens
te zinken, sterk op zij vielen en dat men de
Sebastopol tracht te redden, de gevolgtrek
king maken, dat niet do Russen zelf hunne
schepen hebben laten zinken; voorts meent
men uit de ligging der gezonken scbepsn te
mogen opmaken dat de granaten in het in
wendige der schepen uiteengesprogien zijn.
Ten aanzien van de torpedobooten heerscht
onzekerheid. Men begrijpt niet, waar de»
gebleven zijn. Het Japansche geschut be
strijkt alle hoeken van de haven, maar mis
sohien liggen de torpedo-booten ergens o]
de buitenree de verscholen,
Volgens een door het Japansche gezant
schap te Londen ontvangen telegram, heef.
het belegeringsleger van Port Arthur be
richt, dat door de beschieting het statior
voor draadlooze telegrafie aan den voet vat
den Gouden heuvel belangrijk beschadigd er
een arsenaal in brand gezet werd.
Tsjifoe, 13 Dec. (Telegraph). Een bood
schapper uit Dalny benebt, dat nog een an-
53 Naar het Engelsch
vax
JOHN STRANGE WINTER.
HOOFDSTUK XXVI,
Van aangezicht tot aangezicht.
Alles .was in een oogenblik voorbij. God
fried nam zijn hoed ai, en ik zag, dat lord
Traherne hetzelfde deed, maar het was mij
zoo groen en geel voor de oogen geworden,
dat ik niet had kunnen zien. hoe Godfried
er uitzag, terwijl een hinderlijke brok iu de
keel mij weerhouden had hen aan te spreken
zcoals ik had kunnen doen. Het was niet
eaua tot mijn verstand doorgedrongen, dat
dezo twee bij elkander waren, zoodat ik
evenmin op Hildreds gelaat bad trachten te
lozen, hoe de zaken stonden. Ik wist wer
kelijk niets anders, dan dat Godfried daar
wae, en dat ik geestelijk en lichamelijk in
den grootst mogelijken oliaos verkeerde.
Bijna onmiddelijk hierop ontmoeten wij
de Warringtons, en mevrouw Clements .heet
te mij met een glimlach welkom.
„Wat soheelt er aan, Audrey." fluisterde
Clement- Warrington mij toe.
Ik schudde mijn hoofd. „Niets werke
lijk niets."
„Wijt gij een kop thee gebruiken?" vroeg
hij.
,.0 ja, heel gaarne," antwoordde ik.
„Dan zal ik het Esmé zeggen. Liefste,"
ging hij voort, zijn vrouw toesprekend --
„ik ga oven met Audrey mede, om haar een
kop thee te bezorgen. Gij vindt het toch
goed i"
„O ja! Clement. Ik zal wat met lord Tre*
herne praten, tot gij terug komt.' zeide zij.
Eij zat op een tuinbank en vroeg den lord
naast haar te komen zitten. Clement en ik
gingen naar huis.
„Zijt gij soms wat flauw?' vroeg hij zoo
vriendelijk mogelijk.
Ik bemerkte plotseling, dat ik werkelijk;
flauw was ©n antwoordde dus toestemmend.
„Dood van verveling?" vroeg jiij weder.
„Neen dat niet maar het is warm, is
het niet?" antwoordde ik, want hoe kon het
vervelend zijn, als ik wist, dat Godfried er
was?
Wij .richtten onze schreden naar de tafel
in de eetkamer en, voordat ik het zelf wist,
bevond ik mij niet. ver van Hildred en God
fried.
„Champagne?" vroeg Clement zachtjes.
Ik zeide „Ja" en toen hij hem bracht,
zag ik naar Godfried, om zoo mogelijk een
blik van verstandhouding met hem te wis
selen. Maar Godfried keek niet vnaar mij;
integendeel, hij scheen ,het expres te ver
mijden, want ik was zeker, dat liij weten
moest dat ik er was.
„Gij zijt bepaald ziek, kind," zeide Cle
ment Warrington fluisterend, „gij zijt doods
bleek en beeft als een rietje. Ga nu zitten."
Hij nam mij het gks uit de hand en leidde,
mij naar een stoel aan den tegenovergetel
den kant van de kamer. Ik volgde werktui
gelijk en dronk den wijn uit, zoo volgzaam
als een lam. Ik scheen ©r als nieuw leven
door te krijgen, en ik was in staat naar het
paar te gluren, dat mij zooveel belang in
boezemde en uit hun blikken mijn gevolg
trekkingen te maken. Ik moet bekennen,
dat Hildred er ongelukkiger dan ooit uitzag
en Godfrieds uiterlijk bleek was en boos. Hij
zag in het geheel niet naar mij, maar bewees
Hildred veel attenties, hetgeen haar klaar
blijkelijk erg hinderde,
„Hebt gij mevrouw Tregenna gezien
vroeg Clement, op zijn vriendelijke en ba-
leefde manier.
„Vandaag niet ik heb haar dochter ge
sproken," antwoordde ik mijn stem klonk
mij schor en vreemd in de ooren.
O ja, die pas verloofd is met den jongen
d'Ecie," zeide hij losweg.
„Is dit werkeLijk zoo?" vroeg ik, mijn best
doende op kalmen, gewonen toon te spreken.
„Iemand heeft het mij zooeven verteld
Hij had er geen gedachten aan, dat. elk
woord mijn hart als met een kouden stalen
priem doorboorde. „Ik ben er van overtuigd,
dat ge u niet goed gevoelt, Audrey." zeide
bij weder.
„Niet héél goed," antwoordde ik het
liet veel to wenschen orver.
„Neen, gij zijt te lang met dien ouden
lord opgescheept geweest een goeden
ouden jongen, raaar vervelend, erg verve
lend. En zoon beetje verliefd, thé Audrey?";
met een vroolijk lachje.
„Och, praat zoo niet," zeide ik smeekend.
Oogenblikkelijk veranderde zijn toon. ,,Ik
wilde het niet gelooven," zeid© hij vrij
ernstig.
„Esmée denkt dat er mogelijkheid op is,
ik hoopte van niet." Hij sprak zeer zachtjes
en vlak aan mijn oor. Vol verbazing zag ik
hem aan.
„Esmée is zeer goedhartig. Zij zou u zoo
graag aan een edelman uithuwelijken, u uw
uitzet, uw bruiloft, en wat dies meer zij wil
len geven- Het zou mij zeer spijten, Audrey,
u te verliezen ik dat is te zeggen
wij zouden u vreeselijk misen.
Hij dempte zijn stem tot een zacht geflui
ster eu sprak op zijn liefsteu toon, zooals ik
hem menigmaal tot mevrouw Clement had
hooren spreken. En recht over mij zat mijn
geliefde te praten met een meisje, waarvan
hij bepaald niet hield, en dat hem eenvoudig
niet kon uitstaan. Ik kreeg een gevoel, of ik
een hevig zenuwtoeval of iets vreeeelijks van
dien aard krijgen zou, als ik aan het voorstol
van den ouden lord en de on-bopaalde water-
en-melktaal van mijnheer Warrington dacht
Ik keek naar Godfried die zorgvuldig ver
meed mijn kant uit te zion, en o, had ik toch
maar den moed gehad of het recht, om stout
weg de kamer door te loopen en hem aan te
spieken, en hem te verzoeken mij te recht
vaardigen voor iedereen, die ons samen k,en-
dri Maar noem, Hildred Tregenna was daar
en, als hetgeen er werd verteld, waar was,
had zij het recht bij Godfried te zijn
niet ik.
Ik stond eenigszins onvast op en trachtte
niet eens op zijn dwaze, sontimenteele woor
den, die ik wist, dat hij niet meende, te ant<
woorden, maar zeide zoo onverschillig moge
lijk „Ik zou wel gaarne terug willen. Mis
schien gaat mevrouw Clement vroeg naar
huis."
„Audrey," zeide hij nog eens bezorgd, „ik
hen zeker, dat gij ziek zijt."
„Ja, ja, dat ben ik ook, zie ik er nie
slecht uit?" vroeg ik koortsachtig. „Kot
laat ons teruggaan."
Wij gingen dus terug en vonden mevrom
Clement nog steeds in gesprek inet haa
waarden lord, die er moe en ziek van ver
veling uitzag. Och, lieve hemel, ik vrees, dai
er heel wat menschen dien dag de buiten
partij bij mevrouw Hauterille een mislukt,
pret zullen gevonden hebbenwat mijzn.ll
hetreft-, ik voelde mij zoo diep ongelukkig
dat. als lord Treherne mij nog eens die
hoogst belangrijke vraag gedaan had, ik
misschien „ja" zou gezegd hebben.
Maar hij deed dit niet. Hij kon natuurlijk
uiet zoo in mijn, binnenste zien als ik zelf,
©n zoo zeide hij mij aan het hek gewoon
goeden dag en ytak zijn vinger in de hoogte,
als een tee ken voor den koetsier om met zijn
fraaie victoria voor te rijden. Ik zat achter
uit- geleund, vernietigd en treurig.
„Gij zijt moe, lieve," zeide mevrouw Cle
ment medelijdend.
„Ik heb hoofdpijn, dat is alles, lieve me
vrouw," zeido ik. mijn beet doende te glim
lachen.
Zij hield mijn hand gedurende eenige mi
nuten zeer vertrouwelijk in. de hare, zonder
mij met praten te vermoeien, en toen wij
thuis waren, kwam zij op mijn kamer met
oen giroole flench eau de cologne in de hand.
liet mij in den grooten stoel neerliggen en
begon mijn hoofd nat. te maken.
Wordt vervolgd.