1%°. 169. Tweede Blad.
Zaterdag 17 December 1904.
BINNENLAND.
3d* Jaargang.
FOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
P«f,.S maanden voor Amersfoortf 1.85.
'Idém (rapco per post. - 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zón- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'a morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnumtner 66.
PRIJS DEB ADVERTENTIËN
Van 1—5 regels f.OSTti.
Elke regel meer - 0.15.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen, tot
het herhaald adverteéren in dit Blad by abonnement. Eone
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter openbare kennis, dat op Woensdag,
4 Januari 1905. van des voormiddags 9 tot des
namiddags 4 ure ton Stad hui ze bij den Burge
meester gelegenheid bestaat, tot het inleveren
van opgaven van candidate», ter verkiezing va»
een lid van den "Gemeenteraad van Amemoort,
in het. 1ste district, Ier voorziening in de vaca
ture, ontstaan, door de ontslagname van Mr. J.
C\ H. Prikken.
De formulieren vani opgave van candidate»
zijn ter Secretarie .kosteloos verkrijgbaar gedu
rende 14 dagen vóór en op den dag der verkie
zing.
Deze opgaven moeten inhouden de namen, de
voorletters en woonplaatsen van de candidate»
e» onderteekend zijn door minstens 13 kiezers
uit gemekt district.
I)e stemming en herstemming, aoo noo lig, zul
le» plaats hebben op 17 Januari en 24 Januari
1904.
'Amersfoort, 13 Deeeml>er 1904.
Burgemeester eu Wethouders van Amersfoort.,
De Burgemeester,
WUIJTTHRS.
De fd. Secretaris,
VAN' REIGERSBERG VERSLUIS.
De 'Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet,
'Brengen ter kennis van hot publiek, dat een
door G. van 'Eist ingediend verzoek, met bijla
ge», om vergunning tot het oprichten van eene
zecppoederfabriek en plaatsing van eene stoom
ketel van 5 p.k., in het perceel .alhier gelegen
aan de Kampstraat no. 90, bij het kadaster be
kend onder Sectie E, no. 4079, op de Secretarie
der gemeente ter visie ligt, en. dat op Donderdag,
den 29. December a. s., des voorm. te half elf
uren, gelegenheid ten Randhuize wordt gegeven;
om, 'ten overstaan van het Gemeentebestuur of
van een of meer zijner leden, bezwaren tegen hot
oprichten van de inrichting in te brengen.
Amersfoort, den 15. December 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester,
WrUTEHRS.
De fd. Secretaris,
VAN 'RFaXJiERSBiEaiÖ VERSLUIS.
Kameroverzicht.
Tweede Kamer.
Vergadering van Vrijdag 16 December.
Geopend 1Q£ ure.
Staatsbegrooting 1905.
Hoofdstuk IX (W. H. cn N.)
Spoorwegen.
De beraadslaging wordt voortgezet.
De heer Ter Laan verzoekt verbetering
van do los- en laadplaatsen, aan de stations
Hoogezant en Kropswolde, en dringt aan op
medewerking van het Rijk voor de tot stand-
koming van het stoomt ramplan in Gronin
gen.
De heer Helsdingen klaagt over slecht
Ille-klasse-materieel op de spoorwegen.
Ook klaagt Spr. over den eisoh van waar borg
stelling bij het verstrekken van kilometer-
Ivoekjes.
De heer Van Kol wenscht dubbel spoor
op do lijn HengoioEnschedé.
Do heer S m e e u g e betuigt zich ook een
voorstander van Zondagsrust, maar niet ten
korte van dat reizende publiek, dat dikwijls
niet anders dan 's Zondags er eens uit kan
trekken en dringt voorts aan op de voltooiing.
D|e heer M. a r c h a. n t brengt voor de
vierde maal de lijdensgeschiedenis in herin
nering van het station Deventer en dringt,
aan op spoedige voltooiing.
De heer Drucker uit den wensch dat
er spoedig tijd gevonden zal worden om de
motie-Fokker c. s. te behandelen eu daar
mede onze geheel© spoorwegpolitiek, inzon
derheid de tarieven-quaestie. In afwachting
daarvan laat Spr. en zijn politieke vrienden
waar de tijd nu zoo schaars ia toegemeten,
dci?£. zaak rusteoi.
De heer Mela hers constateert, dat er
nog niets ten gunste der spoorwegarbeiders
is gedaan, niettegenstaande het lijvig rapport
der Enquête-commissie is verschenen.
De heer T r o u b klaagt over de langzame
voltooiing van don. N.-O. lokaalspoorweg en
dringt aan op bespoediging.
De heer Morckelbaoli dringt aan op
aanleg van een verbinding van Maastricht
met Vaals en op bevordering van tra.maa.n-
Jeg, in het algemeen in het zuidieu des Lands.
Do heer De Stuers klaagt over den
slechten toestand van het station Maastricht,
dat eerder den naam van oavalje dan van
station verdient.
De heer Janssen vraagt spoedigeu aan
leg van een lijn EindhovenWeeit en dub-
1»1 spoor op tie lijn RoermondMaastricht.
Do heer van G ij n verzoekt den minister
bij do dienstregeling van do tram in den
Hoekschen Waard het qog tc houden op de
verbinding met Dordrecht.
De lieer Brants sluit zich aan bij het
geen gezegd is door den heer van Asek van
Wijek over Zondagsheiliging en Zondagsrust
Ook spr. heeft van een conducteur gehoord
dat do man bijna nooit Zondagsrust had.
Spr. spoort om op ondag niet te sporen niet
te rooken en te spuwen.
De heer Lioftinck vraagt den minis
ter te zongen dat er voor het vervoer va.n
vroegere aardappelen en groenten in de streek
tussoheu Leeuwarden eu Harliiigen voldoen
de spoorwagens zijn.
j De heer N o 11 i n g vraagt een spoorweg-
halte in den omtrek van de Haarlemmer-
i poort te Amsterdam.
j De heer Hugenholtz ondersteunt den
j aandrang tot het voltooien der Hrentschi-
j Friesche spoorwegplannen', do heer Rocssangh
j dien tot voltooiing dor Drentsch-Friesche
spoorwegplannen en dringt mede aan op af
werking van den N.-O. locaalspoorweg.
De heer Talma vei'dedigt de regeering
tegenover den heer Melchers. Hij vindt het
uiterst gewaagd om hier de stelling te ver-
dedigen dat- de Enquête-oommissie de soc.-
j dem. in het gelijk heeft gesteld tegenover
i de spoorweg-maatschappijen. In dat rapport
j staat o.m. dat do directiën der spoorweg-
j maatschappijen in vergelijking met andere
groote werkgevers in hunne plichten tegen
over het personeel niet hebben verwaar
loosd. Met staatsexploitatie is de zaak niet
uit te maken.
De Minister, die met groote belang
stelling de voorgaande redo gevolgd heeft,
wijst ook op de moeielij kheden aan Staats
exploitatie verbonden, doch al komt men er
toe, dan zal, in afwachting daarvan, krach
tens het Kon. besluit van 9 April 1903, het
bestaande zoo goed mogelijk worden gere-
geld.
Nu komt de minister tot de détails.
De minister is zeer voor Zondagsrust,
maar deze is slechts te krijgen door inkrim
ping van den dienst op meer personeel. Voor
inkrimping van den dienst bleek het pu
bliek niet, en met het oog op de post- en
internationale treinen, kan de inkrimping
niet te groot zijn. Een geheele opheffing van
het gocdrenvervoer zou eene onmogelijke op
hooping veroorzaken. De besteldienst zal we1-
licht kunnen worden opgeheven met de in
voering van de Zondagswet, die spoedig zal
inkomen. De oplossing dient hoofdzakelijk
gevonden te worden in uitbreiding van he:
personeel, dat nu slechts 8 vrije Zondagen
heeft. Het personeel om de 2 weken een
vrijen Zondag te geven, acht de minister een
illusie.
De minister is het eens, dat ruimer ont
heffing van dienst zal moeten worden ver
leend) en hij hoopt te verkrijgen, wat te ver
krijgen i3. De minister wil trachten het aan
tal vrije Zondagen te vermeerdereu.
Wat heeft het personeel nu reeds verkre
gen? vroeg de heer Melchers. De minister
antwoordt: in de eerste plaats gedeeltelijke
rechtszekerheid door de instelling der scheids
gerechten, waardoor reeds een zekere schroom
valligheid bij de directiën bestaat in het
opleggen van straffen. Aan geen administra
tie kan het recht tot ontslag worden ont
zegd. De minister zou het voorbarig achten
een advies over te leggen, zoolang nog geen
beslissing genomen is. Hij acht het 't beste
vast te houden aan het stelsel van 1899
regeling van den diensttijd. Regeling van
den arbeidstijd heeft daarmede niets te ma
ken. Regeling van den arbeidstijd is goed
voor fabrieken, maar niet voor de spoorwe
gen. Daar verdient regeling van den dienst
tijd do voorkeur. De diensttijd) rekent van
het oogenblik af, dat de man zich ter be
schikking stelt, niet van af het oogenblik
dat hij aan den arbeid gaat. Ontheffingen
die kunnen worden ingepast, behooren te
worden ingepast. De minister betoogt voorts,
dat ook vereenigingeii door de Comm. vau
Enquête zijn gehoord en de minister be
hoefde ze dus niet nogmaals te hooren. Van
onheusoliheid is hier geeu sprake.
Nu de detailpunten.
Voor tienrittenboekjes is geen waarborgsom
noodig omdat dit papier aan toonder is. Voor
abonnementen kan de waarborgsom niet ge
mist worden. Voor kilometerboekjes ware af
schaffing te overwegen.
Van de tariefklaohten in de Avond
post heeft do regecring kennis genomen,
maar zij zijn wel eens overdreven.
Aan de quaestie van een doorgaand tarief
wil de Min. zijn aandacht schonken, eu even
eens aan de aansluitingen waarover geklaagd
is. De overgangen zijn reeds ruimer genomen
ook iu het belang der schoolbevolking. Voor
faciliteiten aan Dordrecht voelt do minister
veel, maar deze zaak ligt niet in 's Minister's
handen. Getracht zal worden tegemoet te
komen aan het bezwaar van niet-rookers; aan
het gemis van closets; aan de klacht van te
weinig wagens voor goederen on groenten-
vervoer; aan die over slechte verlichting dier
wagons en aau die over onvoldoende los- en
laadplaatsen. De vraag waar dubbel spoor
noodig is kan men gerust aau de Maatschap
pijen overlaten.
De datum van de opening der N.-O. lokaal
spoorweg kan nog niet worden bepaald. Het
vak OmmenHardenberg is zoo goed als go-
reed en zal weldi'a geopend worden. De min.
betreurt dat te weinig voortgang wordt ge
maakt met de spoorweg-exploitatie.
De min. weet niet hoe het komt dat nu het
noodige geld gevonden is, er nog niets gedaan
wordt om do Drentsch-Friqsch|e spoorweg
plannen tot uitvoering te brengen.
Wat de tramwegen in het noordon betreft,
is de min. van oordeel, dat te veel to gelijk
wordt aangepakt en do provinciën daardoor
geen voldoend subsidio kunnen geven. Ten
aanzien van Limburg heeft de minister zich
gehouden aan zijn stelsel om geen langer
respijt te verleenen aan ooncessionnanssen
die hun verplichtingen niet nakomen.
Na replieken van verschillende leden en
na antwoord van den minister, wordt do be
raadslaging over de af deeling spoorwegen ge
sloten. Heden avond 8 uur voortzetting
van liet hoofdstuk Marine.
Besloten wordt Maandag aan te vangen
met Tioofdstuk V (Binnen 1. zaken,) en wan
neer morgen hoofdstuk IX tijdig afloopt te
beginnen met hoofdstuk IV (justitie), en de
behandeling gelijk reeds besloten is
Maandagavond voort te zetten.
Avondvergadering van Vrijdag J6 Dec.
8 ure.
Voorzitter mr. JE. baron Mackay.
Maria e-b egrooting.
De beraadslaging wordt voortgezet bij de
a fcet-ling personeel. Achtereen volgens voeren
het woord du heeren Verhey. Hugeniho'tz,
Duymaesr van Twist, Nolting, De Savonnn
Lobman, Van Wassenaar van Catwijck en.
Van der Zwaag, die door den minister wer
den.
De Minister van Marine (db heer
Ellis) zegt dat hij materieel of personeel
niet hoojger stelt. Maar hij) achtte 't hoog)
tijd aan de verwildering* van het personeel
paal en perk te stellen. Die verwildering
was strijdig met dien militairen geest en
dreigde de marine te desorganiseeren. Het
bleek hem, dat de schepelingen werktuigen
waren van hen, die slechts eigenbelang be
oogden. Hij moest de onderofficieren en offi
cieren doordringen van de noodzakelijkheid
om, ongeacht de tegenwerking van het per
soneel, de krijgstucht te 'bandhaven. D|e
minister moest ook meer aandacht wijden
aan de geestelijke belangen en verbetering
brengen in den materieeion toestand van het
personeel der zeemacht. Roods bii zijn optre
den wist hij wat hij to doen had. (De heer
Hugenholtz. Een Augiasstal opruimen).
Ei- moesten dus wel slagen vallen. Maair te
hardhandig is hij niet werk gegaan, veeleer
tc lankmoedig. Men moot echter het roer
banteeren op eigen kompas en» zich niet door
stuurlui aau wal laten leidien. Van. alge-
meene ontevredenheid is güen quaestie. Er
zijn geen groote misstanden. Maar er wordt
door een stelsel van spionnage alles aange
bracht wat op modder gelijkt en hier be
sproken. De matrozen worden niet minder
good bejegend, omdat zij; sociaal-democraten
zijn. Hij vraagt niet wat de mannen zijn,
maar wanneer zij zich uiten in anti-militai
ren geest, worcllen zij gecorrigeerd'; en wordt
het te erg, dan gaan zij er uit.
Wat de werving betreft, dikwijls wordt be
kend gemaakt, dat opleiding aan de kweek
school te Leiden geen veredschte is voor
dienfetaiemóng. Het dienstverband wordt
daarna n'et te zwaai- gemaakt; maar men
kan de jongens niet dadelijk ontslaan als zij
't vragen. (Do heer Hugenholtz. Men
moet zo zeker eerst do vinger afhakken).
Maar de minister heeft gelast dat bij vraag
om ontslag hen een tijd! wordt gelaten om
le toonen waarom hijs geen zin meen* in dien
dienst heeft.
Wat het. adres van den Stokershond be
treft, 'heeft de minister alleen medegedeeld,
dat zij, hunne klachten bij de militaire chefs
kuntieu indienen. Het hoofdbestuur van den
Stokershond kon dit ook doen, maar den
hiërarchische», weg te volgen is véél beter.
Dat, is geen schending van het petitierecht,
want cle minister leest toch het adres, be
schikt er op of legt het naast zich neder.
In zake de beweerde schending van het
briefgeheim, daarvan kan geen sprake zijn
ten opzichte van» personen, die voor hun cor
respondentie geen vrijheid hebben.
Tegenover de schepelingen aan boord
wordt de verantwoordelijkheid van den com
mandant bepaald door de veiligheid1 van het
soliip. Hij mag, in gegeven gevallen, zelfs
handelen in strijd: met de wet. (Herhaalde
protesten van socialistische -zijde).
In het hier bedoelde geval was do brief
met „Het Anker" gericht aan den „Secre
taris van den Bond voor marine-matrozen
De commandant heeft echter vermoed wat
er voorviel, en dat bleek een goed vermoe
den. Het verzet conoentroert zicli. juist in
„Het Anker". Dat is een anti-militair blad.
Het is de grootste vijjand van de discipline.
En waar de Matrozenbond in moeielijke om-
standigheden verkeert,, is „Het, Anker" het
1 plechtanker voor den lieer Hugenholtz. Daar-
I om mag" men den commandant, niet te hard
vallen, die de tucht wil bewaren.
Voor de voeding aan boord van de sche-
pen in IndTö zorgt de minister van koloniën.
Deze draagt daarvoor de verantwoordeiijk-
heid en voor de goede hoedanighoid.
I Het rapport over de inrichting van de
nieuwe mariniers-kazerne te Rotterdam heeft
de minister nog niet ontvangen; maar hij
vertroulwt, dat het- gebouw aan billijke
eischen zal voldoen.
Als bij de reorganisatie van het corps
mariners het zwaard van Damocles zal val
len, dan zal dat zooals de heer Verhey op
merkte, een aangename sensatie geven.
De straf-statistieken worden niet inge
richt als middel van correctie van den com
mandant door de Kamer. Tot beVordering
iler aanwerving is al het mogelijke gedaan.
Voordeelige voorwaarden zijn gesteld voor
het blijven van matrozen na het eerste dienst
verband.
De Zondagsrust voor do muzikanten bij
het marineoorps iu Den Helder kan de mi
nister niet toestaan. Het geven van concer
ten is noodig voor de instandhouding van
'het corps. De .minister kan hier ook niet in
grijpen. Als hij dat, doet, dan gaan dé goede
solisten naar den minister van oorlog en de
minder goede blijven over.
Do plaatsing vau het militaire kerkschip
verdedigende, zegt* de minister dat er een
centraal vereenigingspunt voor de schepelin
gen moet zijn, waar zij zich voor hunne gods
dienstige belangen kunnen vervoegen. Hij
had even goed een pas&antehuis daarvoor
kunnen kiezen.
De minister verdedigt voorts de pensioen
regeling voor het personeel der Rijkswerf;
hij zal van do opmerkingen van den heer
Noltiug goede nota nemen.
De heer Verhey maakt bezwaar tegen
de voortzetting van het debat. (Het is half
één ure.)
De Voorzitter zegt dat hij ook niet
voor zijn genoegen zoo lang zit, maar in 't
belang eener goede orde der werkzaamheden
moet deze beraadslaging vanavond afloopen.
Na replieken worden de ailgemeetno beraad
slagingen gesloten.
Bij de onderdeelen vraagt de heer H e Is-
dingen periodieke tractement&verhooging
voor de scheerders Wj de marine, ten einde
„verwildering"' van de hoofden der officieren
te voorkomen. Voorts wil hij: een aparte
golegenheid voor het scheerdersbedrijf, niet
biijj de plaats waar het eten bereid wordt.
Do M uister zal trachten aan dezen
laatsten wensch tegemoet te komen.
De heer V e r li e v wilde nog opmerkingen
maken over de opleiding bij de zeemacht.
Doch hij zou dat op een ander oogenblik wil
len doen.
De Voorzitter meent niets te mogen
t oogeven wat de tijdige afdrangvan de bo-
grooting kan lieletten.
Dte heer Verhey iziet dan van 't woord
af.
De Voorzitter. Het spijt mijl wel.
De heer C rem er, den minister hulde
lnengende voor hetgeen de minister wil
docix voor de verlichting van onze vuurto
rens, wijst er op dat de minister op enkele
punten van de voordracht der commissie ad
hoc is afgeweken. Naar deskundig oordeel had
aan de lichtsterkte moeten aangenomen wor
den die de commissie heeft voorgesteld.
Hoofdstuk VI (Marine) in zijn geheel
wordt aangenomen rad, 46 tegen 8stem
men, die van de heeren Helsdingen. Ketelaar,
Ter Laan, Melchers, Schaper, Hugenholtz,
Van Kol, Van der Zwaag.
Goedgekeurd wordt het wetsontwerp be
trekkelijk verstrekkingen voor marine en
aanvulling begrooting.
De Kamer gaafc te 1.15 ure in den nacht
uiteen.
Berichten.
Kruger's politiek testament.
Wij zijn m staat gesteld het schrijven,
dat door wijlen president Kruger is gezonden
in antwoord op een kabelgram en schrij
ven van het Boeren-oongres in Med jl. te
Pretoria gehouden, mede te deden.
Dit schrijven dat oenigszins te beschouwen
is als zijn politiek testament, luidt als volgt:
„Het is mij een groot voorrecht de ont
vangst te kunnen erkennen van uw kabel
gram van den 2oen Mei en uwen brief
van den 29eu dierzelfde maaud, waardoor mij
de groet wordt overgebracht van het congres
vau 2325 Mei te Pretoria gehouden.
Bij alle treurigheid en leed, dio mijn lot
zijn, stemde mij deze groet tot dankbaarheid.
En van ganscher harte dank ik allen, die,
tezamen gekomen om te beraadslagen over
het heden eu de toekomst, gedacht hebben
aan hunnen ouden Staatspresident en daar
door getoond hebben het verleden© niet te
hebben vergeten.
Want wie zich een toekomst scheppen wil,
mag het verledene niet uit het oog verliezen.
Daaromzoekt in het verledene al het
goede en schoone. dat daarin te ontdekken
valt, vormt daarnaar uw ideaal en beproeft
voor de toekomst dat ideaal te verwezen
lijken.
Het is waarveel vau wat was opgebouwd
is thans vernietigd, vernield, gevallen.
Doch met eenheid van zin en eenheid van
krachten kan veer worden opgericht, wat
thans daarneder ligt.
Het stemt mij eveneens tot dankbaarheid,
te zien dat die eenheid, dio eendracht bij U
regeeron. Vergeet nooit de ernstige waar
schuwing, dio ligt in het woord„verdeel
1 en heersch" en maakt dat dit woord op het
Afrikaansche volk nooit van toepassing zal
kunnen zijn.
j Dan zullen onze nationaliteit on onze taal
blijven en bloeien.
Wat ik zelf nog daarvan zion of beleven
aal, ligt in Gods hand.
j Geboren onder de Engelsche vlag, wensch
i ik niet daaronder te sterven.
J Ik heb geleerd te berusten bij' de bittero
I gedachte do oogon te zullen sluiten in den
vreemde, als een balling, bijna geheel alleen,
ver van boedverwanten en vrienden, die ik
waarschijnlijk nooit zal wederzien, ver van
den Afrikaanschen grond, dieu ik wellicht
nooit meer betreden zal, ver van het land
waaraan ik mijn leven gewijd heb om het te
openen voor de beschaving en waar ik een
eigen natie zag ontwikkelen.
Maar die bitterheid zal worden verzacht,
zoolang ik de overtuiging mag "blijven koes
teren dat het eenmaal aangevangen werk
wordt voortgezet. Want dan houden mij
staande de lioop en de verwachting dat het
einde van dat werk goed zal wezen.
Zoo zij het.
Uit de diepte van mijn hart, groet ik UI
en het gansche volk.
w.g. S- J. P. Krüger.
De volgende „oproep", onderteekend
door die heeren J. J .Lamers (Brederode-
straat 53), Pli van der Vos (De Cleroqstraat
12) en S. de Vries Szn. (LinnaeuaStraat 67),
allen te Amsterdam, is gericht aan de voor
standers van a'lgemeeiie volksontwikkeling
en verdraagzaamheid."
„De groote lijpen, welke den opbouw van
do schoone stichting: „De openbare schooi
voor alle kinderen des volks" bepalen, zijn
schijnbaar iu den loop der laatste, vijftallen
jaren weggedoezeld). De strijd om 't beginsel
„Eén school voor alle®" of: „Zoovele gods
dienstige sekten, zoovele soorten van scho
len," is voor velen der zoogenaamde voor
standei's van 't openbaar onderwijs veran
derd in de beantwoording der vraag„Welke
voorwaarden zullen er aan de bijzondere
scholen worden gesteld, zal bij haar opridh-
ting subsidie uiit Üc staatskas worden toege
staan?"
Dezen gaan dus mede met de voorstan
ders der sektescholen, in zooverre zij de
noodzakelijkheid erkennen, dat de eerste
grondslag voor de stichting van schalen mag
worden gevonden ia 't geloof der ouders. In
die verflauwing der grenzen, welke leddt tol
een wegwerping van verheven beginselen,
zien ondergeteekenden een groot gevaar, te
grooter, wijl de tegenstanders, lioe vaak ook
hun taktiek wijzigend:, toch steeds krachtons
hetzelfde beginsel zijp blijven werken, 't ba-
ginsel u.l., dat de school niet mag zijn een
zelfstandig instituut, doch moet- (zijn een
dienstmaagd der Kerk, dienares van t
dogma. Tot welke schromelijke gevolgen dat
stelsel leidt voor de algemeene volksontwik
keling leeren andere landen, leert ook de
geschiedenis van ons eigen land voldoende.
Ondergeteekenden zijn van oordeel, dat
er een opvoedend onderwijl is, dat staat
boven de dogmatische verschillen der onder
scheidene kerkelijke groepeneen onderwijs,
dat zeer zeker den eerenaam „christelijk"
zou mogen drageneen onderwijs, dat niot
andersdenkenden wenscht te verketteren of
leert met medelijden op dezen neer te zien,
doch juist berust op 't nooit genoeg gepre
zen beginsel der verdraagzaamheid.
De eenheid van 't volk eischt- één school
voor de kinderen van alle belijders vani
welke godsdienstige richting ook.
Daarnaast echter geldt datzelfde beginsel
voor de kinderen van alle leden d'er onder
scheidene maatschappelijke rangen eu stan
den. Do kinderen in groepen te splitsen naar
cle denkbeelden der outdere op kerkelijk ge
bied is voor ondergeteekenden eern aanslag
op de natuur van het kind en in strijd
niet 't belang der maatschappij; hen te
groepeeren overeenkomstig de tientallen en
honderden guldens van 't jaariijfcsch inko
men der ouders achten zij een even groote
fout.
Het onderwijs is een belang van de ge
meenschap en van 't individu. De gemeen
schap moet ter wille van de gelijkheid alle
kosten dragen, opdat elk kind, dat in 't be
zit is van een goeden aanleg, zooveel moge
lijk voordeel van 't onderwijs kan trekken.
Het anderwijs moet dus kosteloos zijp.
De gemeenschap lieeft belang bij de ont
wikkeling van alle individtiën. Het is daar
om noodzakelijik( allo kinderen aau bet on
derwijs te doen deelnemen. Verplicht school
bezoek moet derhalve worden voorgeschre
ven.
Voor de gemeenschap mogen er geen kin
deren van Katholieken, Lutherschen, Her
vormden, Gei-eformeerdeu A en B, Israëlie
ten, Vrijdenkers enz. zijn, noch kinderen van
armen en rijken; do gemeenschap behoort
te staan boven alle versohillen, welko het
karakter van den mensch zoo weinig böin-
vloeden. Voor haar is 't schoone woord ge
sproken: „Laat de kinderkens tot mij
kotmen." Daarom moet zij een algemeen,
niemands geloof krenkend, dus neutraal on
derwijs verschaffen, bij welks ontwikkeling
alle burgers belang hebben.
Om ilezcn drieledigen eisclikosteloos,
veq>licbt, algemeen onderwijs krachtig to
doen weerklinken in het land, en daardoor
zoo mogelijk paal en perk te stellen aan de
steeds verder voortwoekerende splijtzwam
der onverdraagzaamheid, met een daling van
't peil der maatschappelijke ontwikkeling in
haar gevolg, noodigen genoemde heeren al
len, die met hen dezen eiscli voorstaan, uit,
hun een herwijs van instemming met hun
streven te zenden.
Nadere voorstellen zullen dan worden ge
daan.