S°. 17«. Tweede Blad. 3de Jaargang. Zaterdag 24 December 1904. BINNENLAND. FOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per S maanden voor Amersfoort 1.35. Idém franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C«. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIE: Tan 15 regels f Q. 75. Elke regel meer - 0.15. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingéh tot bet herbaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kameroverzicht» Tweede Kamer. Vergadering vaai Vrijdag 23 Dtecember. Geopend 10J ure. Aangenomen worden de wetsontwerpen tot wijziging van Hoofdstuk III der Staatsbe- grooting voor 1903, en tot wijziging en aan vulling van de Bevorderingwet voor de Zee macht 1902, en de Pensioenwet voor de Zee macht 1902. Staatsbegrooting 1905. Hoofdstuk VIII (Oorlog). De heer Duyma-er van 'l'wist ver volgt zijne rede, en zet nogmaals de groote be teekenis uiteen van de vooroefeningen. Verder wijst Spr. op de wenschelijkheid, om soldaten die bezwaar hebben op Zondag te reizen, te viergunntn 's Maandags terug te keereii; en op de wenschelijkheid om de sol daten voor en na het eten te doen bidden en danken. De heer Van der Zwaag betwist, dat uitbreiding van het wapen der maréchaussees noodig is. Voorts releveert Spr. het reeds besproken punt van opsluiting van militai ren in hun tenten in het kamp, gedurende de godsdienstoefeningen. Spr. protesteert ver- der tegen het verbieden aan soldaten om in uniform politieke vergaderingen bij te wonen, en tegen de financtiëele lasten die ons land worden opgelegd voor militaire doeleinden. 1 Het. eenige middel om een einde te maken aan al die nuttelooae uitgaven, is eenvoudig te brelcen met het militarisme. En daar komt het toeh van. Zelfs in Rusland en Pui tsch land! begint men zich te verzetten tegen het opdrijven der uitgaven voor mili taire doeleinden. Ook met de Vrijz. dleano- craten gaat Spr. niet mee, want ook een volksleger zal veel geld kosten. De keer R e 11 vraagt zioh af of de be- j handeling van een technische begroeting als deze wel de ware is. Spr. brengt alle hulde aan de Comm. vain Rapp., maar feitelijk is er slechts een deskundige in. Spr. betwijfelt dus of de behandeling dezer begrooting wel i t-ot haar recht kqmt. Dit punt laat hij eeh- ter verder rusten, om een blik te werpen op de financieel e zijdie der begrooting. Vast- staat dat het eindcijfer weer aanmerkelijk hoipgor is. Db vrees, dat het oorlog?- budget tot dertig millioen zal stijgen, was dug niet ongemotiveerd. Dat de cijfers voor uitvoering der Militie wettei zijn tegengevallen, erkent Spr. met den heer Marchant, doch hij gelooft wel, dat het bij lt millioen zal blijven. Hoe dit echter zij, er bestaat recfen tot bezorgdheid of ons land die offers zal kunnen blijven .dragen. Spr, sluit zich aan bij ben, die aandringen op een bezuinigfi ngs-commissie Er is niets dat zich daartegen verzet. Voor die militaire wet ten is ook een Staatscommissie benoemd. AJsnu kcant Spr. tot de vraag een staand leger of een militieieger of gelijk de heer March ant. het noemde, een le ger van de tech nische cf van de sociale richting. Wie zou tegenwoordig niet in sociale rich ting willen werken en wie zal dat karakter ook niet in het leger wenschen, waar zelfs de heer Duyjnaer van Twist, die het weten kan, hier gisteren verklaarde, dat de geest onder officieren en kader te wenschen over laat. Het kader is de ruggegraat van het leger en daaraan moet alle meg"?- lijke zorg worden besteed, te meer waar de minister zelf erkend, dat er achteruit gang is. Daarin kan gedeeltelijk voorzien worden door verbetering der finaneieele om standigheden van het beroepskader, maar daarmede alleen komen wij er nog niet en moet ook voor de toekomst gezorgd worden en daarvoor kan dienen het capitulanten- etelsel. Door deskundigen van ondergeschik te zijde, dus niet alleen door officieren, wordt dat stelsel verdedigd als leven en op gewektheid onder het kader brengend, dat in dat stelsel een toekomst voor zich ziet. Spr. betreurt het, dat de minister dat stelsel ongeraden en ondoeltreffend noemt, zonder gelijktijdige wijziging van de Pensioenwet. Spr. acht dit niet noodig. Verder betoogt Spr. de wenschelijkheid der fusie tusschen het Nederl. en het Ncderl. Indische officiers corps en die der invoering van een weer- be lasting. De heer Vau V 1 ij m e n heeft veel te zeggen ©u 2al dus de onderwerpen, die hij wil bespreken, slechts aanstippen. Het eindcijfer. Dit heef'. veelal en ook dit jaar een politiek tintje. KrijgstucSt. Zonder haar- kan een leger niet bestaan. Kasteleger. Dit is een onware voorstelling. Sociale leger. De heer Marchant zal Spr. verplichten met een schets hoe dit er uit moet zien en hiermede neemt hij afscheid van den hear Marchant. Het spijt Spr., dat de Min. geen bczuini- gings-coraniissie wil aanvaarden. Hij geeft een beeld van den werkkring en de samen stelling van zulk een oommissie, die z. i. met vrucht zou kunnen werken. Een capitulantenstelsel zou Spr. toejui chen, maar dat is niets nieuws. Reeds in 1891 heeft Spr. dat hier voorgestaan. Weer- belasting acht hij een rechtvaardig denk beeld en hij verzoekt den minister dat te overwegen. De Zwitsersohe leger-formatie, hoe goed ook, is voor ons. als koloniale mogendheid, niet bruikbaar. Uitvoerig staat Spr. stil bij onze legerfor- matie en hij betoogt dat deze Min. volkomen de belofte in do Troonrede van 1901 gedaan is nagekomen, zoowel wat be treft de Militiewetteu als de vooroefe ningen. Wat de geest onder het officierskorp betreft, wijst Spr. er op dat men dezen Min. daarvan geon verwijt kan maken. Er meet meer vertrouwen gesteld worden in de offi cieren die niet bij elke kleine handeling als jongens gecontroleerd moeten worden. Het instituut der viermaanders reeds vroeger door Spr. afgekeurd wordt opnieuw door hem bestreden als ondoeltreffend en slech' voor den geest van het leger. De heer V e r h e y bespreekt het al of niet wenschelijke van een volksleger. Spr. wil het daarheen sturem omdat hij daarin ziet het eenige middel om geheel ons volk we:r- baar te maken en om tot bezuiniging te ko men. Spr. is echter tot de teleurstellende er varing gekomen, dat deze Min. niet in die richting wil sturen. Ook de heer Duymaer va Twist verklaarde zich gisteren een voorstan der van een volksleger, maar vroeg hos w.lt gij aan kader komen. Sprekers plan was om ook het hooge eindcijfer te bespreken, maar na al hetgeen daarover gezegd is, laat hij dit achterwege. Hij constateert alleen dat de vroeger geraamde kosten voor een militieie ger reeds met 3 millioen zijn overschreden. Ook Spr. dringt aan op zuiniger legerbe- heer en instelling eencr zuinigheids-commis sie. Spr. betreurt het dat de Min. daarvan niet hnoren wil en teeds bij voorbaat zegt dat het eindcijfer er niet lager door zal worden. Te instelling van zulk een commissie zal echter een kijk geven op het geheel en reeds dat is van groote beteekenis. Wat betreft den oefemingstijd staat Spr. lijnrecht tegenover den lieer Van Vlijmen, die meent dat de oefeninigstijd niet verkort kan worden. Spr. acht 6 a maand voldoende, mits men de ïpiliciens maar niet bezig houdt met wat de minister noemt „allerlei zaken''. Spr. herinnert ook aan hetgeen is voorgevallen, met dien overste Db Kook Verplaatst wegens dienstbelang in ver band met het .zingen van socialistische liede ren te Doesburg. Spa*, vraagt of de minister bereid is onder geheimhouding het dossier betreffende die zaak over te leggen. Met genoegen heeft Spr. gezien, dat ook db Landweer gebruikt zal worden tot dekking der mobilisatie. Zeer betreuat hij het, dat het ï-eservekader zoo goed als doodgemaakt is Waarojn is van richting veranderd? Deugde dat kader niet? Spr. hoopt dat het weer zal herleven en opbloeien. De heer Tydeman komt op tegen het wantrouwen, clat in het Voorl. Verslag wordt uitgesproken tegen het beleid van de zen minister, die, naar Spr.'s oordeel, daar toe geen aanleiding geeft. Nu zegt men wel dat het verwijt over 's ministers hoofd heen gaat en gericht is tegen le leger autoriteiten, maar men moet niet vergeten dat de minis ter den verantwoordelijken man is. Aan den minister wijt men den minder goeden geest in het leger, die een gevolg is van langdurige vrede, die een soort lusteloos heid doet ontstaan en die mede een gevolg is van socialistische inmenging, waaraan deze minister toch niets kan doen. Spr. komt. nu tot de vrije uiting der gedachten door offi cieren, welke belemmerd wordt. Eu toch zijn liet niet do slechtsten, die wat- te zeggen heb ben. Vele ingezonden stukken mot ccn ge merkt. of met. x, ij of z geteekend, was alles zins de lezing waard. De houding van den minister ten aanzien van een volksleger is Spr. niet duidelijk. Hij begrijpt niet hoe een minister, die yoor militieieger is, en daavoor noodig acht ver vorming der jeugd, wat het onderwijs betreft, niet in die richting de handen aan het werk slaat. Doet de regoering zulks niet, dan is zij daarvoor aansprakelijk. De Minister van Oorlog dankt voor de welwillendheid, ook ditmaal weer ondervonden. De Minister heeft getracht hot Voorloopige verslag zoo volledig mogelijk te beantwoorden en heeft naar zijn beste weten medegewerkt om de kgervclteu eerlijk int te voeren. Aain kadervorming heeft hij allo aandacht- besteed. Er behoeft niet meer naar gestreefd te worden ons leger te doen leven ju de burgerij. Dit is reeds geschied sedert de invoering van den persoonlijken dienst plicht. De Minister zet uiteen, dat de mili taire eóschen voor den soldaat booger zijn geworden. De vraag omtrent het wenschelijke van een volksleger, heeft do Minister in do stukken reeds beantwoord. Het zal nog heel wat jaren duren oer wij zoover zijn. Het instituut der viermaanders is geweest, een proef en als zoodanig heeft de Min. haar ook beschouwd. Het resultaat is niet bevre- d gend geweest. De deelneming in het schietonderricht heeft den Min. dit jaar teleurgesteld. Tot schiet- plicht te komen, acht de Min. nog zoo gemak kelijk niet. Meer gelegenheid tot schieten zal er komen, wanneer de banen voor de land weer gereed zijn. Wijziging van de militie wet in dien zin dat de viermaanders alleen gere- cruteerd worden uit de jongelui, die een di ploma van voor-oefening hebben, zal de Min ernstig overwegen. Wactdenst is een zeer noodige oefe ning. Wanneer de heer Ter Laan met zijn volksleger niet zorgt voor een goedo wacht dienst, gaat hij met zijn volksleger naar den kelder. (Gelach.) De minister voelt vsel vcor hst r serve kader, maar meer voor het noodige militie- kader, en hij hoopt, dat in do toekomst vele jongelieden lust zullen gevoelen militie-luite nant te worden, om later bij de landweer nog een hcogerMi rang te krijgen. Het capitulantenstelsel zal niet kun nen werden ingevoerd zonder wijziging der pensioenwetde minister heeft reeds aan zij ne ambgenooten gevraagd over welke betrek king u zij kunnen beschikken vcor oudge dienden. Aan den heer Teir Laan zegt de ^[inirter, dat de officier, dien hij op het oog had, er niet is uitgegaan om de redenen, welke de heer Ter Laan meende. De overste De Koek werd overgeplaats met het cog op het dienst belang het dossier kan de Minister niet overleggen, daar liet vertrouwelijk is. De maréchaussees deden hun plicht, toen zij militairen van protestmeetnings verwijderd hielden. Over het verbod om politieke ver gaderingen bij te wonen', laat de Minister zich niet uit. De milicien, die een socialist in de kazerne bracht om daar opruiende ge schriften te verspreiden, is terechtgesteld,, gelijk hij. zs'if heeft erkend. £en aapzien van hot eindcijfer heeft de Minister open kaart gespeeld en naar zuinigheid heeft hij ge streefd. Het nut eener bezuinigingscommissie ziet do minister nog niet in, zoolang er geen be paalde taak aan die commissie kan worden opgedragen. De minister zal echter zeer ernstig trachten een modus vivendi te vinden. Do beraadslaging wierdi hierna gesehorst tot hletden. Vergadering van Vrijdag 23 Decem ber. Geopend te 8 uur. Voorzitter mr. JE. baron Maokay. St aatsiibe.gr ootiii.g voor 1 9 05. Koloniën. Aan de orde is Hoofdstuk X (Koloniën). De heer Schok king vvenscht eenige vragen te richten tot deai minister van Ko loniën naar aanleiding van het bericht in de bladen, dat den bisschop-titulair te Bar tavia is toegestaan de Minahassa te bezoe ken onder het bewind van den nieuwen gou verneur-generaal De Minister van Koloniën stelt op den voorgrond, dat het bericht hem reeds terstond onwaarschijnlijk voorkwam. Het reisplan voor de dienstreis was in het begin van het jaar goedgekeurd. Menado mocht niet. bezocht worden. Toen het bericht aan hield heeft de minister zioh gewend tot dén gouverneur-generaal, die hem mededeelde dat niets vergund was, zoodat bet bericht onjuist wias. Ten slotte deelt de minister mede, dat hij het volgendlo telegrafische antwoord' heeft, ontvangen van dien gou verneur-generaal Nog niets vergund. Mondeling door mij ver klaard. geen bezwaar te hebben tegen be zoek Menado, uitsluitend tot toelating vorm sel. Het komt den pii uister voor, dat het zeer gelukkig is, dat deze gouverneur-generaal onder zekere restrictie vergunning verleent tot het bezoek dezer kindoren. De begrooting wordt hierna goedgekeurd. F i n a n c i n. Aan de orde is de voortzetting van de be handeling van hoofdstuk VII B (Financiën), vijfde afdeel in? (directe Ixd; stiugen, invoer rechten en accijnseu.) De heer F o c k dringt aan op meerdere ge legenheid voor de Rotterdammer? om hun belastingponningen kwijt te raken. (Gelach.) Do heer De K e r k ondersteunt dit ver zoek. Het betreft een vijfde kantoor tus schen het Noorden en heit Oosten. De Minister verklaart de groote wen schelijkheid van het kantoor toe te geven, maar de onafwijsbaarheid van de tot stand- koming van dit kantoor bir.nen enkele maan den niet te kunnen inzien. De heer Arts brengt ter sprake den strijd tusschen de slagers en de ambtenaren, belast met de verificarie, uiteengezet in het request van den Nederlandschen Slagersbond. Als de ambtenaar geen genoegen neemt met de aangifte van den slager, kan de ambtenaar het vee benaderen en de slager kan het dan terug koopen tegen hooger prijs. De enorme sommen, die het. Rijk toegeeft op do bena derde beesten, zijp. liet beste bewijs, dat veel te hoog wordt benaderd. Do Minister zegt reeds inlichtingen te hebben verstrekt op het adres der Rot ter- da msclie Slagersvoreeniging. De coaiclusie van de Cammisie op deze inlichtingen is zooi gunstig. De Minister vraagt pf de bedoeling is den accijp3 op het geslacht te doen ver vallen of keert de oppositie zich tegen het gebezigde middel De Minister meent dat het laatste )iet geyal is. Men heeft dus te kiezen tusschen verkoop in Engeland vam liet benaderde vee of prijsgeving van den.gc- heolen geslacht accijns. Men moet zich, wil men dit laatste niet, bij het eerste neder- leggen. De verliezen op dien verkoop mogen groot zijp, zij zijn slechts 1 percent van de geheel© accijnsopbrengst. De zaak is dus het offer waard. Zonder dit middel is de ge- slachtaocijns niet te handhaven. Bij art. 30 (aankoop van gronden enz.) komt de heer Van F o r e e s t op tegen het hooge bedrag van f 37,500 voor den bouw van 6 kammaezen-woningen te Labith uitge trokken. Spr. zal hier geen amendement van maken, omdat de minister zegt, dat men hier slechts te doen heeft met een maximum- raming. Spr. vindt echter zulk een maxi mum-raming hoogst gevaarlijk, vooral als men te doen heeft met rijksbouwkundigen. Bij de zesde afdecling (kosten van admini stratie van het zegel, enz.) wijst de heer Van Vliet op de ongelijkmatige toepassing der bedrijfsbelasting op de coöperatieve zuivel fabrieken. De heer Van den Heuvel sluit zich hierbij aan. Waarom moeten de kleine boer tjes belast worden die zich vereenigen, ter wijl de groote boeren vrij blijven? Vindt de minister geen termen om de wet zoodanig te wijzigen dat- aan deze onregelmatigheid een einde komt? De heer Drucker brengt ter sprake een klacht voor het niet billijk optreden van het rijk tegenover gemeenten, die eenigen rijksgrond wenschen te verkrijgen. Zulk een geval heeft zich te Groningen voorgedaan. De gemeente had een stukje rijksgrond noodig voor een asfabriek. Sterk betwijfeld werd of de voorwaarden die het rijk daarbij op legde aan de gemeente, wel billijk waren. De Minister zegt, dat de rechterlijke macht tot twee maal toe de belastbeaarheid der coöperatieve zuivelfabrieken heeft uitge sproken. Die belastbaarheid staat dus vast. Dien heer Drucker antwloordtt dè Minister dat de aanklacht van het Voorloopig Verslag thans niet zoo scherp is herhaald. Toch heeft de heer Drucker het eeuigszins. voorgesteld alsof het Rijk misbruik had gemaakt van de positie v'an Groiv'ngen. Doch de Min. wijst erop, dat geen enkele klacht deswege ter kon nis van het hoofdbestuur is gekomen. In den gemeenteraad heeft slechts één lid geklaagd dat de prijs zoo hoog was, maar de raad heeft daarop den koop bekrachtigd. Men heeft niet eens een minderen prijs gevraagd, dus laat men het niet voorstellen "alsof het hier oen strijd gold tusschen een verdrukte en een ge weldenaar Bij de 8e afdoe ling (pensioenraad, pen sioenen, enz.) vraagt de heer S m e e n g e of het niet mogelijk zou zijn den termijn van 60 maanden, genoemd in artikel 13 oer vorige Pensioenwet van 9 Mei 1846 (Stbl. no. 24) te verkorten. Voorts dringt Spr. aan op spoedige indiening vam heb toegezegde wetsontwerp betreffende inkoop voior tijde lijke diensten. Do Minister zegt dei eerste opmerking in overweging te zullen nemen. Wat liet tweede punt betreft, heeft men hier niet te doen met tijdelijke, maar met zijdelingsche diensten, n.l. verrichtingen in dienst van oen staatsambtenaar. De Minister zal liet desbetreffende ontwerp zoo spoedig mogelijk indienen. De begrooting wordt hierna goedgekeurd. Verschillende wetsontwerpen. Vervolgens worden zonder beraadslaging of stemming goedgekeurd de volgende wets ontwerpen. 1. goedkeuring van den onder handseken verkoop van het klooster der Augustinisson genaamd „Soeterbeek" tc Deursen, enz. 2. wijziging van Hoofdstuk VII B der Stoatsbegroofcing voor 1903. 3. Regeling van de ontvangsten en uit gaven van het Pensioenfonds voor weduwen en weezen van burgerlijke ambtenaren voor 1905. De vergadering wordt hierop gesloten. Boekbeoordeelir.g Een boek, welks titel zeker aanstonds de belangstelling van velen zal wekken, is dat hetwelk zijn naam ontleent aan den Stich ter van bet Christendom Jezus van Na zareth. Het is geschreven door Wilhelm German, vertaald door M. van Kleef èn uit gegeven bij A. H. Adriani, te Leiden. Do schrijver noemt zijn bock ccn roman, toch is er weinig in liet. boek dat aan dien naam beantwoordt. Verhalenderwijs wordt ons over het leven van Jezus gesproken, hij zelf bij tijd en. wijl sprekende, ingevoerd. De schrijiver geeft rijn werk in hoofdzaak als historiewerk, maar blijft vaak die leus niet getrouw, waarvan als voorbeeld kan dienen het verhaalde van den menscih met dien, on reine 11 geest. Dat de schrijver ook nog wel eens fantaseert, blijkt uit het verhaal van Judas' einde. Voorts is German's standpunt ten opzichte der wonderverhalen onhoud baar blijkens den uitleg, dien hij er van geeft en die hem zelf nog al eens in moei lijkheid brengt, o. a. de broodverdeeling en het genezen van den doofstomme, welke laatste door de „vervaarlijke'' stem van Je zus hooiende zou zijn geworden Met. dit alles is intusschen niet gezegd', dat dit boekje niet beter zou verdienen dan ter zijde gelegd te worden. Brengt het ons geen nieuwe inzichten en denkbeelden, het boeit toch bij do lezing en er kan stichting van uitgaan, al was 't alleen reeds door den vromen eerbied, dien de schrijver voor den Held van zijn boek koestert. Goede Raadi, een boeksken in handig formaat, waarvan de inhoud) bestaat uit een veertigtal raadgevingen door een „man van zaken" gericht aan 't adres van „Jonge! Mannen en Jonge Meisjes" der 20ste eeuw". Dr. H. L. Oart heeft de oorspronkelijk En- epische tekst voor ons volk bewerkt en de heer J. G. Broese bezorgde de uitgave. Met de „jonge meisjes" zullen waaxsohijfn- lijlk bedoeld zijn meisjes of jonge vrouwen. Het pseudoniem „man van zaken" zegt bij ons iets anders dan er mee bedoeld is door den bewerker, 't Doet denken aan raadge vingen op stoffelijk gebied en doet niet da delijk vermoeden, dat het hier geldt wenken en lessen op 't gebied van levenswijsheid', rakende het godsdienstig-zedelijke in den Daar zulke raadgevingen misschien meer d'an ooit ini onze materialistisahen tijd, op hun plaats zijn, bevecd ik het boekje gaarne met warmte aan, om gelezen te worolen door die jongeren, terwijl ook de ondieren er hun winst mee kunnen doen. In het huis van bewaring, door A. van Emmeues, uitgave van L. de Boer, te Amsterdam. Een pleidooi tegen pre ventieve hechtenis on het cellulair stelsel. Daar is in deze bladzijden zeer zeker een en ander, dat aandacht en overweging verdient, maar stellig ook veel overdrijving, en dat schaadt, b.v. de beschrijving van den genees heer op bi. 25 on zoo meer. Intusschen worde cr ook. met dit geschriftje winst ge daan Kern der Plantkunde, naar de tweede Dcensdhe uitgave van prof. dr. War ming's „PLantelivet", bewerkt door dr. Gar- joanne, uitgave van P. Noordhoff, te Gro>- uingeai. Een met 195 afbeeldingen versierd] boekje, bestemd voor leerlingen van H. B. S. en scholen van M. U. L. O., beknopt behan delend de hoofdzaken der plantkunde, zoo als die tegenwoordig oip verschillende ex ar mens gevraagd wordt. Een handig en met zorg bewerkt boekje! Elk wat wils, stijloefeningen; voor die aanvangsklasseiii van kweieik-, normaal- en H. B. scholen dloor L. die Vries, uitgegeven mede bij P. Nooa'dboiff. Een 24-tal stukjes poëzie en proza, waarvan de keuzei bizomdier aantrekt, met daaraan 'toegevoegde vragen en opmerkingen. Een uitnemende leiddraad bij het taalonderwijs, die veed kan bijdra gen ,tot vorming van dep stdjj. Complément de l'histoire de la littératuir© fr amy ai se par E. Lo- oombJé, editeur P. Noordhoff. De samensteller wil met dezen bundel proevo gewen van den letterkundigen arbeid van de Fransdhc schrijvers en dichters, en die .bundel is dus een boek, dat gebruikt moet worden bij zijn „histoire de la litté- ra.turo Fran^aise". Niet slechts scholieren enz., maar allen, die eens een overzicht wil len van d© Frausohe letterkunde, zullen dit boekje met vrucht ter hand nemen. De thans verschenen tweede druk is in meer dan één opzicht, een vermeerderde druk, o. a. waar het geldt dè stukken van prozaschrijvers der 19de eeuw. Een practisoh „recuedl littéraire francais!" Op de Hoogte, maandschrift voor de Huiskamer, uitgave van M. J. Portielje, te Amrterdam. De Kerstroos op den omslag en do Kerstverhalen en Kerst legenden in dleze 12de afl. wijzen er op, dat deze een soort Kerstnummer ia De portretten van Stössel's staf enz. zeggen dat helaas nog geen „vrede op aard©" is. Groote doodèn wenden ons in woord en beeld herinnerd, aan V. Mauri'k, Joh. v. Woudo o. a. wordt een eeresaluut ge bracht. Artikelen over „leven buiten onze aarde", «middelen van vervoer vroeger en nu", en voorts de gowone rubrieken voltooien het geheel en maken zoo dit maandblad tot een vriend dee huizes, welkom inzonderheid! in lange winteravonden! Twee Pleidooien voor S.taats- Hooger-Ondorwijs in de Theolo- g i e, door dr. J. A. Bruins on dr. H. U. Meijh boom, uitgave van P. Noordhoff, te Gro ningen. Oorspronkelijk voordrachten, die niet be sterad waren voor de pers, besloten de stel lers er van hunne verhandelingen voor te leggen aan het publiek, gedreven door de omstandigheid, dat 'hot voortbestaan en de inrichting van do theologischo faculteit mis schien binnen niet al te ruim tijdsverloop oen brandende kwestie zal wordten. Twee hoogst belangrijke verhandelingen on alleszins actueel, waarvan het niet aan gaalt hier oen resumé te geven. Krachtig wordt te velde getrokken tegen het' clerica lism© als het ooit het theologisch ouderwijs, los van eiken confessioneelen band en dwang zou willen verbannen, uit onze universiteiten cn verwijzen, naar kerkelijke seminariën (n.b. waaraan nog wel andere invloed zal' willen meehelpen!). Li 't. belang der weten schap en ook in 't. welbegrepen belang der maatschappij wordt hier gewaarschuwd nooit to gectoogon dat oen vijandige hand gesla gen worde aan het Staats-Hooger-Onderwij s in de Theologie. Zij de stem van deze twee predikers geen vox clamana in dosertol F. W. DRIJVER.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1