8 onderwijs in een verplicht vak, tot de ouder? te zeggenAls gij odder wijs verlangt vaui cone leer ares, dan moet gi; bijbetalen. Het zou ook moeielijk zija de kosten van de leerares over de ouders oan te slaan en_ dit mag niet. De kosten zijn voor de gemeen te niet. aanzienlijk dat. behoeft dus geen be zwaar te zijn oin aan den wensch, die is ge uit, gevolg te geven, al 1-: het. waar, dat wij valdcó i a in do wet, door enkel een lee.aar aan aan te stellen. B. en W. zouden daarom aan het verzoek willen voldoen. Maar wil de raad dat niet, dan zullen B. en W. zich er bij neerleggen. De heer van Beek. .Mijnheer de vcor- - zittei-. ik kan anij vereenigen met de opinie van den heer Jonlss&n. A ls de moeders van de meisjes-losrlingen eano onderwijzeres wil len, dan, sluit dat in ji.eh, dat zij zelf do korten daarvan moeten bet-alen. Ik zal tegeai het voorstel van B. en W. Memmen. Do keer Visser. Mijnheer-de voorzit ter, mag ik Opmerken, dat -de gymnastiek een verplicht leervak is. Nu is t het voornemen het onderwijs in dat v.--,k afzon:krlijk voor de meisjes en oor de jongsus 'te geven. Dat aal meer kosten' vcroorzaken, maar dat is een natuurlijk gevolg van elke verbeterde inrichting van heb onderwijs. Maar do ouders daarvoor -xtra te laten betalen, zal niet kunnen met hei oog op liet rij'as subs:d:e, dac de gemeente geniet. Hot rehoolgeld is f 60; daarvoor mi vb alka' werden geleverd. Wij kunnen eo 11e vrijwillige .bijdrage vragen van de ouders voor de .kosten van die leera reswij kunnen aan de ouders vragen „Wilt gij er wat vc*>r geven?" maar wij kunnen Ivior geen cxtiv betaling opleggen. M. i. is liet ook aan ie bevelen de bij het gymnastiekonderwijs min of meer ontkleeds meisjes door ©ene onderwijzeres te laten on derrichten. Dë beer Jorisscn. De inspecteur vindt, dat een leeraar voor het onderwijs ra de gym nastiek meer gewensclit is. De heer KI eb er. Mijnheer de voorzitter, ik heb reeds gezegd, dat ik het vreemd vind, dat I>. en W. v.m het positieve gevoilen van den inspecteur afwijken. De inspecteur zegt „Gewoonlijk geeft de leeraar van de school ook aan de meisjes les in de gymnastiek. Ik geloof, dat de orde onder de lessen daardoor zeer wordt, bevorderd-iemand buiten het personeel meel al eeue zeer krachtige per soonlijkheid zijn om het vak tot zijn recht te doen komen, en m. i. is in het geheel niets beter dan half werk, vooral wat dit onder wijs aangaat." De Voorzitter. Ik kan mecïedeclen, dat de inspecteur voor het .Al. O. hei ft mede gedeeld. dat als u: Baad mccht "besluiten tot aanstelling van een leerares, hem eenc bijzon dere bekwame leerares lx-kend is. die hij zou wenschen dat werd aangewcz n. Dat staat ook in het overgelegd schrijven van den insprc- teur. Ik geloof werkelijk, dat- het gewonscht is aan het verzoek van de ouders te voldoen. Mag ik den heer Jori&sen verzoeken zijn voor ste": nader te formuleeren. l)e lieer J o r i s e 11. Mijnheer de voorzit ter, ik zou eerst willen zien uitgemaakt of het onderwijs in gymnastiek aan meisjes» op afzonderlijke uren zal worden gegeven. Daar na kan worden beslist of het ge-geven za! worden docr een leeraar of door oen leerares. De lieer Plomp. Manheer de voorzitter, de gymnastiek benoort tot de verplichte leer vakkeu. Er is dus naar mijne meening, iets abnormaals in, dat. de gemeente tot op- dit oogenblik dit onderwijs niet heeft gegeven. Van af het oogenblik dat de ouders het vragen, en dit doen zij" thans, zie ik niet in. dat de gemeente kan weigeren dat onderwijs te geven wij z;i« er toe verplicht. En nu zegt de heer Jori-seu, dat het toch niet aan gaat om het onderwijs te gelijk te geven aan meisjes en jongens, maar daardoor is de zaak da-ii ook beslist, dat er eenc afzonder lijke regeling moet worden getroffen. B. en W. stellen dit thans voor, en willen daar bij het onderwijs opdragen aan een leerares. Juist, omdat het! een verplicht vak is, moet alles' gedaan worden om het voor ieder aan nemelijk te matten. Wanneer het onderwijs van de meisjes komt in handen van een leeraar, dan kan dat voor enkelen een reden zijn 0111 van de lessen weg te blijven. Wordt- er eenc- leerares aangesteld, dan vervalt die reden het onderwijs m de gymnastiek kemt da-11 beter tot zijn recht. Er is dus alles voor. om met de voordracht, mee te gaen. Wij moeten onderwijs in de gymnastiek ge ven, en om het goede vruchten te doen dra gen, meet men zorgen, dat zoovelcn van de leerlingen als mogelijk is, het volgen. Ik zou de vu- rdracht van B. en W. onveranderd willen aannemeiL De heer J orisseu. Mijnheer de- voorzit ter, de lieer Plomp heeft mij nic-t geheel be- grep.n. Dfe wet spreekt van leerlingen van de H B. school, niet van jongens en meisjes. Als de meisjes niet willen, dan zijn wij niet verplicht hen onderwijs in de gymnastiek te verschaffen Maar ik heb straks reeds ge zegd, dat ik er iets voor voel, dat de meisjes niet tegelijk met de jongens op de les willen komen. Daarom zou ik in de eerste plaats de vraag willen beantwoord zien: Zullen wij aparte lessen laten geven aan dv meisjes Is die vraag in bevestigenden zin beantwoord, dan moet worden beslistZal het onderwijs aan de meisjes gegeven worden door een leeraar of door eeue leerares? Maar omdat ik ineen, dat- er geen aparte onkosten voor de gemeente verbonden moeten zijn aan iet» wat de ouders best zelf kunnen betalen, ben ik c-r tegen, dat. er voor het geven, van Emnastiekondcrwijï aan de meisjes eene irares zal worden aangesteld. D(e Voorzitter. De heer Jorissen wil dus het voorstel van B. en W. sp-litsen en dat in de eerste plaats wordt gestemd over de vr:ag, of buiten de gewone schooluren aan de vrouwelijke leerlingen onderwijs in de gymnastiek .zal worden gegeven. De heer öostervccn, Moet er niet be paald worden op welke- dagen en uren? De V oorzitter. Neen, dat is "eene zaak van uitvoering. De lieer Veis lieyn. Zijn dat dan ver plicht: lessen, of zijn de meisje» vrij ze al of niet bij ts wonen? De heer Ce losse. Zij kunnen allen wor den vrijgesteld-, als zij; eene geneeskundige verklaring overleggen. De heer Veis H e y n. Ik doe deze vraag, omdat de lessen buiten de schooluren gege ven zullen worden. Als de schooluren voorbij zijn, dan ziet. men het grootste gedeelte van de leerlingen de stad verlaten. Alen moet hier ook de praktische zijde in het oog houden Cu voor dat men eene Ivrares aanstelt, nagaan of er gebruik van die lesspn zal worden ge maakt. Anders zullen wil er mee zitten. De lieer Ce losse. Mijnheer de voorzit ter, do heer Veis Heyn vergist zich a-ls hij meent, dat het grootste gedeelte van de leer lingen na don schooltijd ie gemeente verlaat. Dat is met juist. Maar wanneer de manne lijke leerlingen, die buiten de gemeente wo nen, spoedig 11a den schooltijd vertrekken, dan zuilen dc meisjes voor de gymnastiekles sen blijven. De lieer Veis Hey n. Groot i» het getal leerlingen van ouiten ra ieder geval. Zijn B. en W. er zeker van, dat er geene veront schuldigingen zullen worden gezocht van die leerlingen om de lessen te mogen verzuimen De V oorzitter. Het zijn de oudei's, djo afzonderlijk gymnastiekonderwijs voor meis jes verlangen. Bij de stemming wordt het eerste gedeelte van liet voorstel van B. en W. aangenomen met 0 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de lie ren -. va-n Voorst Vader, Jorissen, Ooster veen, van Kalken, van Beek, Hamer», en Veis Heyn. Dte heer K1 b e r. Mijnheer -de voorzitter, de wethouder van onderwijs heeft mij. niet duidelijk gemaakt waarom- eene leerares wen- schelijk is. Nu echter de wethouder van open bare werken mij mededeelt, dat de meisjes maar half gekleed zijn op dé les, meen ik voor de aanstelling van een© leerares te moe ten stemmen. Het zou te gek zijfh dan; het onderwijs aan een leeraar toe te vertrouwen. Het tweede gedeelte van het voorstel van B en W. wordt aangenomen met 13 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de heereuJorissen, Oosterveen, en van Beek. 16. Vaststelling van eene verordening >p de heffing van vuur-, haven- en tongeld De minister van waterstaat, handel en. nijverheid heeft bezwaar gemaakt de bij be sluit van 25 uctober 1904 vastgestelde ver ordening aan de Koningin ter goedkeuring voor t-e dragen, zoolang hot tarief va-n 1830 strekt als grondslag van het percentage, waarop voor de eerstvolgende drie jaren goed keuring wordt gevraagd. B- en W. geven ia overweging door wijziging van do verordening aan het verlangen van den minister te vol doen. nadat ziii zich door het inwinnen* van een rechtskundig a-dvies er van hebben, ver gewist, dat wijziging van de sedert 1829 bestaande ordonnantie het recht tot de hef fing van vuur-, haven- en tongeld, gelijk dat recht bij vonnis van de arrondissements rechtbank te Utrecht dd. 28 Juni 1882 is erkend, niet in gevaar kan brengen. De artikelen worden achtereen volgens z. h. 0. voorloopig goedgekeurd, waarna de ver ordening met algemeen© stemmen wordt vast gesteld. 16. Verzoek van den directeur der Hoogere Burgerschool om hem, ingaande 1 Januari 1905, ge-durenue drie maanden ver lof te willen verleenen tot herstel van ge zondheid. met adviezen. "De heer van Esveld. Mijnheer Je Voor zitter, ik heb in het verzoek van aen direc teur gezien, dat hij aanbiedt, de f 177 on kosten. die uit het hem te verleenen verlof zullen voortvloeienvoor eigen rekening t-e nemen. B. en W. 'hebben gemeend) die aan bieding aan de leden van den raad te moe ten overleggen. Nu komt het mij voor. dat. de raad toch eigenlijk op dat verzoek niet mag ingaan Wij hebben hier voor ons een ambtenaar der gemeente, die vele jaren dienst heeft cn die zich altijd onderscheiden heeft door greoiijver en toewijding voor zijne betrekking Voor het eerst in 23 jaren is hij genoodzaakt door treurige omstandigheden verlof te ne men gedurende drie ma-anden, op raa-d van zijn geneesheer. Het komt mij voor, dat wij- die offerte van hem niet mogen aanne men. In het vorige jaar is aan een leeraar, die slechts twee maanden in dienst was, een verlof van drie maanden verleend. Teen is cr geen sprake van geweest, dat men dien leeraar de kosten heeft willen doen vergoe den. Zullen wij dat nu. durven aannemen van iemand, die godvarende °3 jaren zijne dien tc 11 aan de -gemeente heeft gewijd? Ik zou lief klein vinden, als de raad besloot in dit geval de kosten terug te vorderen. Ik stel voor het verlof te verleenen, maar de bijvoeging, dat- dit geschiedt buiten be zwaar van de gemeente, er af te nemen. De heer Kleber. Mijnheer de Voorzit ter. de heer van Esveld heeft er aau herin nerd, dat. zicb meer dergelijke gevallen heb ben voorgedaan. Op welke wijze is toen ge handeld? Ik zou willen voorstellen met den lieer Buys even zoo te handelen als vroeger is geschied met andere leeraren, aan wie tijdelijk verlof is verleend wegens ongesteld heid. Alle ambtenaren staan iu dit opzicht precies gelijk. D© heer Ce los se. Mijnheer de Voorzit ter, ilc geloof, dat wij -deze discussie kun nen staken. De heer Buys zegt zelf, dat het

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 12