3"e Jaargang. Vrijdag 10 Februari 1905. BUITENLAND^ FEUILLETON. Speculanten. 1 w°. Si* 330. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNE MENTSPRIJ S Per S maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF O. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÈN T» 1B regel, •.TA. Elke regel meer 0.15. Groote lettert naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving, j JACHT EN YISSOHERIJ. De Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, Gezien het besluit van Hoeren Gedeputeerde Staten der provincie Utrecht, dd. 2 Februari 1905, no. 52 Gelet op art. 11 der web van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87) Brengt 'bij deze ter kennis van belanghebben den lo. Dat de visscherij in de binnenwateren, waaronder ookj worden verstaan rivieren, door sluizen afgesloten, binnen de provincie Utrecht wordt gesloten van Zaterdag 11 Maart aanstaande, met zonsondergang, tot en met 31 Mei daaraanvolgende, met uitzondering a. van de visscherij door middel van paling fuiken, aalkorvc» en aaldobbers, van die met het schepnet of de gebbe, om kleine vischjes te van gen tot aas voor de aaldobbers b. van de visscherij op spiering met het kruis- net, welke gooorloofd blijft tot en met den 21. April aanstaande, doch slechts zal mogen worden uitgeoefend te Utrecht buiben de Weerdbar rière, tusschen de IGroote sluis en de Roode- brugte Amersfoort van de Koppelpoort tot. aan 'liet gëbouw, genaamd de vSpijker en le Vreeswijk tusschen de groote sluizen, van des middags 12 tot des avonds 10 ure. 2o. Dat de jacht op eenden in. de provincie Utrecht voor dit jaar zal worden gesloten op Zaterdag 11 Maart e. k., met zons-ondergang. na welken tijd ook het kooien niet meer zal mogen worden uitgeoefend, terwijl de kooieenden opgesloten of gehokt moeten zijn tot 1 Mei aan staande. 3o. Dat de jacht op ander waterwild in de provincie Utrecht zal worden gesloten op Zat-er- dac? 1'5 April 1905 met zons-ondergang. 4o. Dat de jacht op houtsnippen in de pro vincie Utrecht zal worden gesloten op Dinsdag, den 28. Februari 1905, met zons-ondergang. So. Dat. het weispel van kwartelen met steek garen of vliegnet, zal mogen worden uitgeoefend van 2 Mei e. k. tol en met 27 Juni daaraanvol gende. En. ten einde niemand' eenige onwetendheid hiervan voorwende. zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. •Utrecht, den 4. Februari 1905. De Commissaris der Koningin voornoemd, SCHÏÏMMEIjPENININCK v. d. v. NIJENBEEK. Politiek Overzicht De kanaalwet in Pruisen. De kanaalstrijd, die sedert 1899 de binnen- laudeche politiek in Pruisen heeft belieerscht, is beslisthet huis van afgevaardigden van den landdag heeft met groote meerderheid (244 tegen 146 stemimen) de kanaalwet aan genomen. De vroegere kanaal-ontwerpen van de regeering konden in den landdag geen meer derheid vinden. Zij vonden wanne instem ming aan de linkerzijde, maar krachtig ver zet aan de rechterzijde, en daar de rechter zijde de meerderheid bezit, zijn die plannen onuitgevoerd moeten blijven. Thans was de verhouding van de stemmen geheel anders. Wanneer men de stemlijst naziet, dan ziet men, '.at de nationaal-liberalen en het cen trum op weinige uitzonderingen na vóórg at; ..d he' ben. Daarentegen waren de vrij zinnigen en de conservatieven verdeeld. V an de vrijzinnigen, vroeger warme voorstanders, stemden thans 19 voor en 12 tegende con servatieven, die vroeger als één man tegen hadden gestemd, hadden zich ook gesplitst van de vrij-conservatieven stemden 32 voor en 25 tegen, van de conservatieven 11 voor en 78 tegen. Bij de derde lezing merkte ee.i der spre kers op, dat er nog nooit zoovele bezwaarde gemoederen in het huis waren geweest als ditmaal. Inderdaad moet het vele leden zwaar gevallen zijn hunne stem ditmaal anders uit te brengen dan vroeger. Aan de bezwaren van de leden der rechterzijde is de regeering in de nieuwe plannen, die zij had ingediend, in ruime mate tegemoet gekomen. Van het denkbeeld om een uitgebreid net van binnen- nenwaterwegen tot stand te brengen, waar door al de groote rivieren, die Pruisen in de richting van zuid tot noord doorsnijden, van de Weichsel in het oosten tot den Rijn m het westen, onderling zouden worden verbon den, is afgezien. Het nu door het huis van afgevaardigden aangenomen plan verschaft eenerzijds eene verbinding te water van den Rijn tot Hannover, en geeft aan den anderen kant gelegenheid om por schip binnendoor te komen van de Weiohsel tot de Elbe maar het kanaalvak van Hannover tot de Elbe, i e verbindingssohakel tusschen deze twee net ten, die hetn zou maken tot één groot, varnen- hangend, de geheel© monarchie omvattend net, ontbreekt D-1 is eene concessie, die w regeeriug ac- daan heeft aan de ïechterzijde, want voor die was dat g.oote net van kanalen eene zaak uit den booze. Maar is meer noodig ge weest om h.i verzet aan die zijde te over winnen. De afgevaardigde von KarJorff sprak onbewimpeld uit, dat de nieuwe handel:-ver dragen, die de regeering met het buitenland gesloten heeft op den grondslag van bet tarief van invoerrechten van December 1902, van groeten invloed zijn geweest op de bekeering van een deel der rechterzijde. Die brengen i eene zóó groote verbetering voor den landbouw, dat het alleen daardoor voor hem mogelijk werd voor het kanaal te stemmen, waartegen hij overigens nog dezelfde beden kingen bad als vroeger. Wat voor de rechterzijde een reden was geweest om haar verzet te laten varen, was natuurlijk voor de vrijzinnigen het motief, dat een deel van hen tot tegenstanders van bet kanaalplan gemaakt had en bij de overi gen de ingenomenheid met dat plan aanmer kelijk had bekoeld. Te meer omdat niet enkel oonoessiën zijn gedaan in de richting van besnoeiing van het oorspronkelijke plan. Niet alleen is het kanaalvak van Hannover tot de Elbe vervallen, maar als een „genees middel voor alle nadeelen, die door het ka naal zouden kunnen ontstaan", is bepaald, dat de sleepdienst op het Rijn-Hannover-ka- naal zal worden gemobiliseerd in handen van den staat. Verder zal de vaart op de kanalen niet vrij zijn; er zullen tollen ge heven worden van de schepen, die zich van het kanaal bedienen. En daaraan is verder nog vastgekoppeld do heffing van tollen op do natuurlijke waterwegen, waarop de scheepvaart tot dusver vrij was. Zoo al niet op voorstel van de regeering, dan tochmet hare instemming is in de kanaalwet een artikel opgenomen van dezen inhoud„Te rekenen van het in exploitatie brengen van het kauaal van den Rijn naar Hannover, zul len rechten geheven worden tot vergoeding van do kosten van verbetering en onderhoud der natuurlijke wegen voor de binnen-scheep- vaart, voor zoover dezen door staatsgelden eene verder dan de natuurlijke maat reiken de verbetering of verdieping hebben onder gaan." Hiermede is dus aan de regeering de taak opgelegd om op de tot dusver tolvrije rivie ren, met name name dus op den Rijn en de Elbe, scheepvaartrechten te heffen. Dit be sluit is echter neg niet voor uitvoering vat baar. In de eerste plaats is het de vraag of niet de grondwet van het Duitsche rijk zich tegen eene dergelijke heffing verzet, die in art. 54 bepaalt „Op alle natuurlijke water wegen mogen rechten slechts worden geheven voor het gebruik van bijzondere inrichtin gen, die tot vergemakkelijking van het ver keer bestemd zijin." De regeering heeft tot dusver geweigerd zich uit te laten hoe zij over die vraag denkt; op eene interpellatie, die verleden Maandag in den rijksdag daarover tot kaar gericht werd, heeft zij geantwoord op eene wijze, die herinnert aan de uitspra ken van het orakel van Delphi. Er is echter nog een struikelblok, dat aan de heffing van tollen op Rijn en Elbe in den weg staat. In de zestiger jaren van de vorige eeuw was men er op uit verkeersbelemmerin- gen uit den weg te ruimen. Uit dien tijd is de Rijnvaartakte van 17 October 1868 af komstig, die in art. 3 bepaalt„Op don Rijn en zijine voor de aontraoteerende staten in aanmerking komende zijrivieren, mag oen tol, die onkel gegrond is op het feit van het bevaren, noch van do schepen, noclh van hunne ladingen, uooh van de vlotten gehe ven worden." Eene gelijke bepaling bevat ook de El'- e-seheepvaartakte van 1870. Er is dus geen twijfel aan of tot het weder in voeren van tollen op deze beide rivieren is de toestemming noodig van de staten met wie Pruisen deze scheepvaartakten gesloten heeft. Daartoa behoort, wat den Rijn betreft, ook Nederland. Eigenmachtig kan de regee ring van Pruisen tot de - heffing van feolJen niet overgaan. De gelden, die voor de eergisteren aange nomen kanaalwet zijn toegestaan, bedragen in t geheel 334,575,000 mark. Dat geld moet dienen voor do volgende werken: 1. het maken van een soheepva tkanaal van den Rijn naar de Weser met aansluiting naar Hannover, met inbegrip van de kanalisatie van de Lippe, 250,750,000 mark;2. het maken van een grootscheepvaartkanaal Berlijn Stettin 43,000,000 mark3. verbetering van de waterwegen tusschen de Oder en de Weioh sel, alsmede de Wart he, van den mond van. de Netze tot Posen 21,175,000 mark; 4. kanalisatie varn de Oder van den mond der dateer Nedsse'tot Breslau 19,650,000 rr-rk. Duitschland. Berlijn0 Febr. Heden is in eene goed be zochte vergadering van den Rijksdag het al gemeen debat geopend over de zeven handels verdragen, die de regccring met vreemde star ten gesloten heeft. Hcrold (Centrum) verklaart eene commissa riale behandeling onmisbaar. Reeds het vraag- stuk der meestbegunstiging dringt daartoe, want thans zijn de conoessiën van de staten met wie handelsverdragen gesloten zijn, af gedwongen moeten worden. Die concessiëii mogen dus aan de staten, die in de verhou ding van de meest begunstigde natie staan, iD geen geval zonder eenige concessie hun nerzijds verleend warden. Bernstein (socialist) betreurt, dat overal bet oordeel is ingewonnen van de produoenr ten en niet van de consumenten. Staatssecretaris graaf Posadowsky betoogt, dat do vervanging van het verouderde tarief door tarieven met fijner verschillen een wer kelijke verbetering is. De nieuwe handels! verdragen leiden in goencn deele tot eene mnweuteling in or ze handeVpolitieke betrek, kingen. Men kweekt geen millionnairs. aller minst in d«n landbouw. Hcogere loonen voor den boerenarbeider zijn onmogelijk, zoolang de prijzen van de landbouwproducten dalen. Geen belang van de consumenten kan de aan spraak van den landbouwer te niet doen om voor zijn arbeid betaling te verkrijgen. De rechten op graan zijn niet verhoogd bo ven dit niveau. Zonder vermindering van het recht op mais, zonder ~-v.e conventie over de besmettelijke veeziekten was het slui ten van een verdrag met Oostenrijk onmoge lijk. De vermindering van de rechten op hout is niet bedenkelijk. Vele takken van nij verheid, zooals de textiel-, ijzer-, machine-, glas-, leder-industrie komen in betere omstan- dikheden. Iedereen tevreden te stellen is on mogelijk. Graaf Kanitz (conservatief), dankte den rijkskanselier voor de bescherming, 'die hij den landbouw heeft verschaft. Met betrek king tot het sluiten van de grenzen voor den invoer van vee bracht hij in herinnering, dat Engeland levend vee totaal uitsluit van dsn invoer. Handelsverdragen voor langen termijn, zijn z. i. heele maal niet noodig. Verdragen voor korten tormijn met bepalingen voor meest be gunstigde natiën ziin beter. Dit is het stand punt van Engeland, Frankrijk en Amerika. De hoofdzaak is d? verhouding tót de staten, waarmede geen verdrag gesloten is. Aan deze staten mogen zonder tegen-concessiën niet de voordeelen gegeven worden; welke t-egezegd zij.n aan verdrags-staten, vooral niet aan Amerika, welks ruw-ijzer productie en katoen industrie beangstigend toenemen. Sieg (nationaal-liberaal) staat welgezind te genover de handelsverdragen:; hij verlangt eveneens een regeling van de quaestn© dier móest-begunstiging. Kamof (vrijzinnige volkspartij) oordeelt, dat de handels verdrag-en verdragen zijn tegen den handel, én eenzijdig den landbouw be gunstigen tot schade van de verbruikers en van de nijverheid Hii verwacht,, dat deze ver dragen de landverhuizing en de verplaatsing van de Duitsche industrie naar het buiten land in de hand zullen werken. Staatssecretaris graaf Posadowsky behoudt zich voor morgen den afgevaardigde Kampf uitvoerig te weerleggen. Dé zitting wordt daarna gesloten. Essen ajd Roer, 9 Febr. De conferentie van stakende mijnwerkers in het district, die he denmorgen van negen uur af vergaderd was, heeft omstreeks twee uur besloten tot aan neming van een besluit, dat het hervatten van den arbeid aanbeveelt. Essen9 Febr. De door de vertegenwoor digers van de stakende mijnwerkers met alge- meene stemmen, op vijf na, aangenomen moj tic, welke aanbeveelt het werk te hervatten) wijst op den thans niet te overwinnen tegen; stand van de mijn-eigenaars en op den ont- zettenden schok, dien het geheele industrieel^ loven zou ondergaan, wanneer thans nog de strijd werd voortgezet. Verder wordt er op gewezen, dat de opent bare meening aan de zijde der stakenden staat en dat de regeering verbetering van dé arbeiderstoestanden en wijziging van de mijn* wetgeving beloofd heeft. De motie spoort echter de mijnwerkers aan hunne organisatie met kracht te blijven hand haven, opdat zij op elk oogenblik zullen zijd toegerust voor een nieuwen strijd. De vergadering van de gedelegeerden der mijnwerkers bepaalde, dat morgen het werk hervat zou wordenzij sprak haar vertrouj wen uit in hare uit zeven mannen bestaande I uitvoerende oommissie en droeg deze op nauwkeurig acht te geven op de uitvoering van de den mijnwerkers toegezegde verbete ringen. Nader bericht. In eene heden namid dag te Essen gehouden openbare vergadering van mijnwerkers werd met groote meerder heid besloten aan het besluit van de gedele geerden der mijnwerkers, om weer aan het werk te gaan, geen gevolg te geven, maar veeleer te volharden bij de staking. België. De eischen der Belgische mijnwerkers zijn 1. Verhooging van loon voor al de werk lieden 2. Oprichting van scheids- en verzoenings raden, die alle geschillen en de werkvoor- waarden zouden bespreken 3. Vasts'slling der loonen volgens bet stolsel in zwang bij de Engelsche mijnen 4. Overhandiging van een loonboekje aan ieder werkman 5. Afschaffing van overwerk 6. Vermindering van werkuren 7. Voldoende pensioen om te kunnen be staan, te verleenen aan al <'e ude mijnwer kers, volgens het ontwerp in de Kamer, inge diend door Alfred Defuiseeaux 8. Terugtrekking der maatregelen, ge nomen docr de mijnbesturen tegen de werk lieden die 50 jaar oud zijn; 9 Verzekering van geregeld werk aan dn oude werklieden. In het Luiksche bekken zijn ruim 2000 stakers. In het bekken van Charleroi staken 25.000 van de tJ9.000 werklieden, in het Cea- trum 12.000 van de 22.000 mijnwerkers. Frankrijk. Parijs, 9 Febr. Minister Bienveuu-Martin heeft het wetsontwerp betreffende de schei ding van Kerk en Staat in de Kamer inge diend. Dit wetsontwerp, dat int 32 artikelen be staat, draagt de handtekeningen van den ipini ter president Rouvrer den minister van ©eredienst Bieuvenu-Martin. den minister van biir&enlsndrehe raken EUcnnc en d"n minis ter van buitenlandsche zaken Delcaesé. Italië. Rome, 9 Febr. De minister van buiten land- laudsch zaken Tittoni antwoordde heden in den Senaat op eene interpellatie betreffende de betrekkingen tusschen Oostenrijk en Ita lië Hij betoogde, dat niets was veranderd. Er l>estaat volkomen overeenstemming en een oprecht vertrouwen tusschen beide regeeriu- gen. Oostenrijk, dat zich vroeger ongerust maakte over de beweging der irredentis heeft thans vertrouwen in de eerlijkheid van Italië. Ons bondgenootschap geeft ons ge rustheid in zake de Macedonische quaesti- Wat de Albancesche quaestie betreft, bestaat er eene bepaalde verbintenis tusschen Oosten rijk en Italië. In zake h t than* hecrschende wantrouwen wat de openbare meening be treft, verklaarde de minister, dat de Oosten rijke regeering had leegedecld, dat de tegen woordige bewapening c.j gevolg is van har.: groote politiek en niet gericht is tegen .taiië, noch hare oorzaak vindt in gebeurtenissen of thans haDgcnde plannen, doch geschiedt met het oog op thans niet te voorziene gebeurlijk- hed Wanneer Italië, dat een meer bescheiden politiek voert, hetzelfde zou doen, zou geen enkeh mogendheid er iets op te zeggen heb ben. Wat Macedonië betreft, is de toestand dit jaar minder bevredigend dan verleden ja. 30 Roman van BALDUIN GROLLER. Alles werd nu schriftelijk, vastgesteld en Maiu acher en een klerk zetten, er, als getui gen, hun namen ooider. Toen zij zich weer verwijderd hadden, sprak Ried berg „Dat is dus in orde. Zeg mij nu eons, mijn heer, wat u zelf verlangt." „Wij zijp klaar, mijnheer Riedberg. Mijn woord heeft Ui, er valt dus niets meer te be- spreken." „Sta mij toé, mijnheer, dlat ik een beetje voor uw belangen zorg. Als ui niet met blind- heid geslagen is, maak dan toch gebruik van een gelegenheid zooals u wellicht nooit weer geboden wordt. Nu kan ik u zeggen, hoeveel de heer Canuabel vooi een gunstig© oplossing over had Ik moest doorzetten, al had hit hem een millioen gekost. Voor dien grond krijgt hij hetzelfde, dat hij) er voor betaald heeft. Dat is, geloof ik, nog ecni buitenkansje voor hem. Waar de fabriek zal komen, totaal onverschillig." „Voor mij niet." „Alles goed en wel; u heeft dat zaakje voor den heer Artner opgeknapt, maar ik betwijfel of er veel heil van te verwachten is. Het komt mij wel wat zonderling voor, om voor zoo n stukje grond zoo n ma^sa geld te betalen. Enfin, 't kan zijn reden hebben. Maar wat moet u nu hebben? De heb deze politieke zending niet op mij genomen, om er een voordeeltje voor mijnheer Can nabel uit te slaan! .U moet ook wiat hebben. Wat moet bean uw eerewoord) kosten?" „Dat kan hij niet betalen. Zeg hem dat maar." Toen Riemer dé koopsom aan Riedberg had' uitbetaald, haalde hijj diep adlem. Een zware iast was van zijn, borst gewenteld. Hij beleefde een. van zijn gelukkigste oogenblik- ken. Nu werd zijn bestaan niet meer vergald dooi' dat onzalige geld, hijj was het kwijt. Hij had. het als zoenoffer gebracht aan het. ideaal van Artner Cannabel was ten volle over Riedberg te vreden, daar deze hem van een duur koopje afgeholpen had. Want hij had immers veel te veel betaald voor die bezitting van de "baro nes dit had hij, zichzelf al dadelijk, bekend. Bovendien was de plaats in het geheel niet geschikt voor de op te richten fabriek. De aan te leggen verbindingswegen zouden zoo vel gekost hebben, dat er aan winst niets zou zijn overgebleven. Cannabel had dus een goed zaakje gedaan en hij- was bovendien van zijn schrikbeeld verlost. Riemer pakte alles bij elkaar en. hij spoed de zich naar de inrichting, waar Artner ver pleegd werd.. Voor dat hij Dora de blijde tij ding bracht, wilde hij eerst haar vader het heugelijk nieuws mededeelen. Natuurlijk raadpleegde hij eerst den directeur of het wel raadzaam en geoorloofd was, den zieke door em tijding, die hem in. elk geval hoogst aan genaam moest ziju, op te winden. „Ik stél mij voor." aeide Riemer, „dat j zoo'n blijde ontroering wellicht een geheel onverwachte en gunstige uitwerking kan, hebben." De directeur, een ervaren psycholoog glim lachte vriendelijk, toen hij Riemers denk beeld hoorde. „Ik héb er niets tegen," antwoordde hij; „Probeer het, maar ik wil u toch voor een ontgoocheling waarschuwen. U hebt een ver keerde gedachte/ omtrent den, aard der ziekte. U denkt, dat het een zielsziekte ia, maar ge vergist u, zijn hersens zijn gekrenkt. Even goed kunt u een aangestoken appel toespre ken en. hem raden het zieke deel af te wer pen. In het gunstigst geval kan de ziekte binnen zekere grenzen gehouden worden. Maar hier, laat mij het u ronduit bekennen, hier hebben wij met eon hopeloos geval te doen. Probeer het evenwel, mijnheer. Scha den kan het den patient niet." Inderdaad, Artner begreep niets van de tijding, die Riemer bracht. Hij hoordé hem aan en verviel toon weer in; zijn waaffivoor- atelilingein, die hem veel gewichtiger toesche nen, Hij deed alsof hijj Riemer allerlei be langrijke geheimen badi toe te vertrouwen. Ten slotte beweerde liij omringd te ziin van duizend© optische en aooutische instrumen ten, waarmee iedere beweging en iedero adem tocht van hem aan zijn vijand verraden werd. De aanzienlijkste personen des lands hadden er belang bij, hem gevangen te houden en te bewaken. Aan zijn dochter dacht hij niet Weken eu maanden verliepen. Artner's „nalatenschap" moest in orde gemaakt wér den. Op Dora's verzoek was Riemer alls eura- I tor aangewezen en «ogenblikkelijk had hij de daaraan verbonden verplichtingen op zich ge nomen. Zij had hem daarbij ijverig terzijde gestaan. Het was we! een zeer zware arbeid, maar dank zij Dora's kennis van haars vaders zaken, waarmee zij zich ab boekhoudster en correspondente steeds had bezig gehouden, had men ten slotte toch een. alleszins vol doende oplossing verkregen. Alles was in orde, niets was er waarover zij geen in/lichr tingeu kon geven- Toen zlij| 'haar taak vervuild had en ook Riemer's arbeid ton einde was, boraadslaag- dén zij te zamon, wiat nu aan te vangen. „Het is mij gelukt van alles rekenschap te kunnen geven," begon Dora, „behalve van den door u gedauen grondaankoop." „Ook die is in orde merkte Riemer op. „Daar kan ik geen vrede mee hebben mijn heer Riemer. Het betreft een groot bedrag en i'k weet heel goed, dat papa destijds niet moer over zooveel contanten bad te beschik ken. Hij moet het dus ergens opgenomen heb ben en vandaag of morgen zal de crediteur zich komen molden. U weet hoe liet met onze geldmiddelen staat. Hoe moeten we die som nu terugjbetallen „Maak u daarover niet bezorgd. Laat dat maar aan mij over. Maar- hoe donkt u over het „Kunstmatige Meer?" „Het wus het ideaal van mijn armen var der." „Ik geloof, dat wij het maar ideaal moeten laten lieven." „Zou u het aandurven?" „Durven misschien wel, maar ik zou het talent van exploiteeren missen. Boverdien het is óu niet meen- mogelijk het uit te voe ren." „Waarom „Wel, do buitenlandsohe kapitalisten heb ben zich met uw vader persoonlijk verbon den En aan den eer-sten den bete zullen zo toéb waarlijk hun vertrouwen maar zoo niet schenken? Maar dat is nog niet het ergste. Het „kunstmatige meer" mag een onderne ming zijn, die schatten, kan opbrengen, ze kan ook jammerlijk mislukken." „Dus we moeten van papa's plannen af zien Het doet mij leed, ab ik er aan denk. M:aar boa staat het nu met dien grondaan koop?" Riemer moest eindelijk opbiechten. Hij, be klaagde en verschoonde zidhzelf niet. Alleen dit voerde hii tot zijn verontschuldiging aan, dat "hij uit liefde, uit liefde voor haar, den misstap begaan had. Tranen stonden Dora in de oogen, toen hij zwoeg. „Dat had je niet mogen doen, Riemer." „Het was ccn misdaad, een verblinding, ik west het. Ik heb do eer- en het vermogen van uw vader, uw eigent welzijn, op het spel ge zet." „Je wiaagde je leven er bij. Dat had je niet mogen doen." „Dat kwam er minder op aan." „Voor mij niet." „Dora! Hoor ik goed?" „Ach die mannen! Begrijp jo dan niet Mort ik mbsohien Hij sprong op en omhelsde haar. Eerst nu voelde hij 't drukkend verwijt vlieden van eenmaal zulk een groote fout te hebben be gaan. Maar hot „Kunstmatige Meer" werd niet gemaakt. EINDE.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1