3"e Jaargang.
Vrijdag 10 Februari 1905.
BUITENLAND^
FEUILLETON.
Speculanten.
1 w°.
Si*
330.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNE MENTSPRIJ S
Per S maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF O.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
T» 1B regel, •.TA.
Elke regel meer 0.15.
Groote lettert naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving, j
JACHT EN YISSOHERIJ.
De Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht,
Gezien het besluit van Hoeren Gedeputeerde
Staten der provincie Utrecht, dd. 2 Februari
1905, no. 52
Gelet op art. 11 der web van 13 Juni 1857
(Staatsblad no. 87)
Brengt 'bij deze ter kennis van belanghebben
den
lo. Dat de visscherij in de binnenwateren,
waaronder ookj worden verstaan rivieren, door
sluizen afgesloten, binnen de provincie
Utrecht wordt gesloten van Zaterdag 11 Maart
aanstaande, met zonsondergang, tot en met 31
Mei daaraanvolgende, met uitzondering
a. van de visscherij door middel van paling
fuiken, aalkorvc» en aaldobbers, van die met het
schepnet of de gebbe, om kleine vischjes te van
gen tot aas voor de aaldobbers
b. van de visscherij op spiering met het kruis-
net, welke gooorloofd blijft tot en met den 21.
April aanstaande, doch slechts zal mogen worden
uitgeoefend te Utrecht buiben de Weerdbar
rière, tusschen de IGroote sluis en de Roode-
brugte Amersfoort van de Koppelpoort tot.
aan 'liet gëbouw, genaamd de vSpijker en le
Vreeswijk tusschen de groote sluizen, van des
middags 12 tot des avonds 10 ure.
2o. Dat de jacht op eenden in. de provincie
Utrecht voor dit jaar zal worden gesloten op
Zaterdag 11 Maart e. k., met zons-ondergang.
na welken tijd ook het kooien niet meer zal
mogen worden uitgeoefend, terwijl de kooieenden
opgesloten of gehokt moeten zijn tot 1 Mei aan
staande.
3o. Dat de jacht op ander waterwild in de
provincie Utrecht zal worden gesloten op Zat-er-
dac? 1'5 April 1905 met zons-ondergang.
4o. Dat de jacht op houtsnippen in de pro
vincie Utrecht zal worden gesloten op Dinsdag,
den 28. Februari 1905, met zons-ondergang.
So. Dat. het weispel van kwartelen met steek
garen of vliegnet, zal mogen worden uitgeoefend
van 2 Mei e. k. tol en met 27 Juni daaraanvol
gende.
En. ten einde niemand' eenige onwetendheid
hiervan voorwende. zal deze worden afgekondigd
en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is.
•Utrecht, den 4. Februari 1905.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
SCHÏÏMMEIjPENININCK v. d.
v. NIJENBEEK.
Politiek Overzicht
De kanaalwet in Pruisen.
De kanaalstrijd, die sedert 1899 de binnen-
laudeche politiek in Pruisen heeft belieerscht,
is beslisthet huis van afgevaardigden van
den landdag heeft met groote meerderheid
(244 tegen 146 stemimen) de kanaalwet aan
genomen.
De vroegere kanaal-ontwerpen van de
regeering konden in den landdag geen meer
derheid vinden. Zij vonden wanne instem
ming aan de linkerzijde, maar krachtig ver
zet aan de rechterzijde, en daar de rechter
zijde de meerderheid bezit, zijn die plannen
onuitgevoerd moeten blijven. Thans was de
verhouding van de stemmen geheel anders.
Wanneer men de stemlijst naziet, dan ziet
men, '.at de nationaal-liberalen en het cen
trum op weinige uitzonderingen na vóórg
at; ..d he' ben. Daarentegen waren de vrij
zinnigen en de conservatieven verdeeld. V an
de vrijzinnigen, vroeger warme voorstanders,
stemden thans 19 voor en 12 tegende con
servatieven, die vroeger als één man tegen
hadden gestemd, hadden zich ook gesplitst
van de vrij-conservatieven stemden 32 voor
en 25 tegen, van de conservatieven 11 voor
en 78 tegen.
Bij de derde lezing merkte ee.i der spre
kers op, dat er nog nooit zoovele bezwaarde
gemoederen in het huis waren geweest als
ditmaal. Inderdaad moet het vele leden zwaar
gevallen zijn hunne stem ditmaal anders uit
te brengen dan vroeger. Aan de bezwaren van
de leden der rechterzijde is de regeering in
de nieuwe plannen, die zij had ingediend, in
ruime mate tegemoet gekomen. Van het
denkbeeld om een uitgebreid net van binnen-
nenwaterwegen tot stand te brengen, waar
door al de groote rivieren, die Pruisen in de
richting van zuid tot noord doorsnijden, van
de Weichsel in het oosten tot den Rijn m
het westen, onderling zouden worden verbon
den, is afgezien. Het nu door het huis van
afgevaardigden aangenomen plan verschaft
eenerzijds eene verbinding te water van den
Rijn tot Hannover, en geeft aan den anderen
kant gelegenheid om por schip binnendoor te
komen van de Weiohsel tot de Elbe maar
het kanaalvak van Hannover tot de Elbe, i e
verbindingssohakel tusschen deze twee net
ten, die hetn zou maken tot één groot, varnen-
hangend, de geheel© monarchie omvattend
net, ontbreekt
D-1 is eene concessie, die w regeeriug ac-
daan heeft aan de ïechterzijde, want voor die
was dat g.oote net van kanalen eene zaak
uit den booze. Maar is meer noodig ge
weest om h.i verzet aan die zijde te over
winnen. De afgevaardigde von KarJorff sprak
onbewimpeld uit, dat de nieuwe handel:-ver
dragen, die de regeering met het buitenland
gesloten heeft op den grondslag van bet tarief
van invoerrechten van December 1902, van
groeten invloed zijn geweest op de bekeering
van een deel der rechterzijde. Die brengen
i eene zóó groote verbetering voor den
landbouw, dat het alleen daardoor voor hem
mogelijk werd voor het kanaal te stemmen,
waartegen hij overigens nog dezelfde beden
kingen bad als vroeger.
Wat voor de rechterzijde een reden was
geweest om haar verzet te laten varen, was
natuurlijk voor de vrijzinnigen het motief,
dat een deel van hen tot tegenstanders van
bet kanaalplan gemaakt had en bij de overi
gen de ingenomenheid met dat plan aanmer
kelijk had bekoeld. Te meer omdat niet enkel
oonoessiën zijn gedaan in de richting van
besnoeiing van het oorspronkelijke plan.
Niet alleen is het kanaalvak van Hannover
tot de Elbe vervallen, maar als een „genees
middel voor alle nadeelen, die door het ka
naal zouden kunnen ontstaan", is bepaald,
dat de sleepdienst op het Rijn-Hannover-ka-
naal zal worden gemobiliseerd in handen
van den staat. Verder zal de vaart op de
kanalen niet vrij zijn; er zullen tollen ge
heven worden van de schepen, die zich van
het kanaal bedienen. En daaraan is verder
nog vastgekoppeld do heffing van tollen op
do natuurlijke waterwegen, waarop de
scheepvaart tot dusver vrij was. Zoo al niet
op voorstel van de regeering, dan tochmet
hare instemming is in de kanaalwet een
artikel opgenomen van dezen inhoud„Te
rekenen van het in exploitatie brengen van
het kauaal van den Rijn naar Hannover, zul
len rechten geheven worden tot vergoeding
van do kosten van verbetering en onderhoud
der natuurlijke wegen voor de binnen-scheep-
vaart, voor zoover dezen door staatsgelden
eene verder dan de natuurlijke maat reiken
de verbetering of verdieping hebben onder
gaan."
Hiermede is dus aan de regeering de taak
opgelegd om op de tot dusver tolvrije rivie
ren, met name name dus op den Rijn en de
Elbe, scheepvaartrechten te heffen. Dit be
sluit is echter neg niet voor uitvoering vat
baar. In de eerste plaats is het de vraag of
niet de grondwet van het Duitsche rijk zich
tegen eene dergelijke heffing verzet, die in
art. 54 bepaalt „Op alle natuurlijke water
wegen mogen rechten slechts worden geheven
voor het gebruik van bijzondere inrichtin
gen, die tot vergemakkelijking van het ver
keer bestemd zijin." De regeering heeft tot
dusver geweigerd zich uit te laten hoe zij over
die vraag denkt; op eene interpellatie, die
verleden Maandag in den rijksdag daarover
tot kaar gericht werd, heeft zij geantwoord
op eene wijze, die herinnert aan de uitspra
ken van het orakel van Delphi.
Er is echter nog een struikelblok, dat aan
de heffing van tollen op Rijn en Elbe in den
weg staat. In de zestiger jaren van de vorige
eeuw was men er op uit verkeersbelemmerin-
gen uit den weg te ruimen. Uit dien tijd is
de Rijnvaartakte van 17 October 1868 af
komstig, die in art. 3 bepaalt„Op don Rijn
en zijine voor de aontraoteerende staten in
aanmerking komende zijrivieren, mag oen
tol, die onkel gegrond is op het feit van het
bevaren, noch van do schepen, noclh van
hunne ladingen, uooh van de vlotten gehe
ven worden." Eene gelijke bepaling bevat
ook de El'- e-seheepvaartakte van 1870. Er
is dus geen twijfel aan of tot het weder in
voeren van tollen op deze beide rivieren is
de toestemming noodig van de staten met
wie Pruisen deze scheepvaartakten gesloten
heeft. Daartoa behoort, wat den Rijn betreft,
ook Nederland. Eigenmachtig kan de regee
ring van Pruisen tot de - heffing van feolJen
niet overgaan.
De gelden, die voor de eergisteren aange
nomen kanaalwet zijn toegestaan, bedragen
in t geheel 334,575,000 mark. Dat geld
moet dienen voor do volgende werken: 1.
het maken van een soheepva tkanaal van
den Rijn naar de Weser met aansluiting naar
Hannover, met inbegrip van de kanalisatie
van de Lippe, 250,750,000 mark;2. het maken
van een grootscheepvaartkanaal Berlijn
Stettin 43,000,000 mark3. verbetering van
de waterwegen tusschen de Oder en de Weioh
sel, alsmede de Wart he, van den mond van.
de Netze tot Posen 21,175,000 mark; 4.
kanalisatie varn de Oder van den mond der
dateer Nedsse'tot Breslau 19,650,000 rr-rk.
Duitschland.
Berlijn0 Febr. Heden is in eene goed be
zochte vergadering van den Rijksdag het al
gemeen debat geopend over de zeven handels
verdragen, die de regccring met vreemde star
ten gesloten heeft.
Hcrold (Centrum) verklaart eene commissa
riale behandeling onmisbaar. Reeds het vraag-
stuk der meestbegunstiging dringt daartoe,
want thans zijn de conoessiën van de staten
met wie handelsverdragen gesloten zijn, af
gedwongen moeten worden. Die concessiëii
mogen dus aan de staten, die in de verhou
ding van de meest begunstigde natie staan,
iD geen geval zonder eenige concessie hun
nerzijds verleend warden.
Bernstein (socialist) betreurt, dat overal
bet oordeel is ingewonnen van de produoenr
ten en niet van de consumenten.
Staatssecretaris graaf Posadowsky betoogt,
dat do vervanging van het verouderde tarief
door tarieven met fijner verschillen een wer
kelijke verbetering is. De nieuwe handels!
verdragen leiden in goencn deele tot eene
mnweuteling in or ze handeVpolitieke betrek,
kingen. Men kweekt geen millionnairs. aller
minst in d«n landbouw. Hcogere loonen voor
den boerenarbeider zijn onmogelijk, zoolang
de prijzen van de landbouwproducten dalen.
Geen belang van de consumenten kan de aan
spraak van den landbouwer te niet doen om
voor zijn arbeid betaling te verkrijgen.
De rechten op graan zijn niet verhoogd bo
ven dit niveau. Zonder vermindering van
het recht op mais, zonder ~-v.e conventie
over de besmettelijke veeziekten was het slui
ten van een verdrag met Oostenrijk onmoge
lijk. De vermindering van de rechten op hout
is niet bedenkelijk. Vele takken van nij
verheid, zooals de textiel-, ijzer-, machine-,
glas-, leder-industrie komen in betere omstan-
dikheden. Iedereen tevreden te stellen is on
mogelijk.
Graaf Kanitz (conservatief), dankte den
rijkskanselier voor de bescherming, 'die hij
den landbouw heeft verschaft. Met betrek
king tot het sluiten van de grenzen voor den
invoer van vee bracht hij in herinnering, dat
Engeland levend vee totaal uitsluit van dsn
invoer. Handelsverdragen voor langen termijn,
zijn z. i. heele maal niet noodig. Verdragen voor
korten tormijn met bepalingen voor meest be
gunstigde natiën ziin beter. Dit is het stand
punt van Engeland, Frankrijk en Amerika.
De hoofdzaak is d? verhouding tót de staten,
waarmede geen verdrag gesloten is. Aan deze
staten mogen zonder tegen-concessiën niet de
voordeelen gegeven worden; welke t-egezegd
zij.n aan verdrags-staten, vooral niet aan
Amerika, welks ruw-ijzer productie en katoen
industrie beangstigend toenemen.
Sieg (nationaal-liberaal) staat welgezind te
genover de handelsverdragen:; hij verlangt
eveneens een regeling van de quaestn© dier
móest-begunstiging.
Kamof (vrijzinnige volkspartij) oordeelt,
dat de handels verdrag-en verdragen zijn tegen
den handel, én eenzijdig den landbouw be
gunstigen tot schade van de verbruikers en
van de nijverheid Hii verwacht,, dat deze ver
dragen de landverhuizing en de verplaatsing
van de Duitsche industrie naar het buiten
land in de hand zullen werken.
Staatssecretaris graaf Posadowsky behoudt
zich voor morgen den afgevaardigde Kampf
uitvoerig te weerleggen.
Dé zitting wordt daarna gesloten.
Essen ajd Roer, 9 Febr. De conferentie van
stakende mijnwerkers in het district, die he
denmorgen van negen uur af vergaderd was,
heeft omstreeks twee uur besloten tot aan
neming van een besluit, dat het hervatten
van den arbeid aanbeveelt.
Essen9 Febr. De door de vertegenwoor
digers van de stakende mijnwerkers met alge-
meene stemmen, op vijf na, aangenomen moj
tic, welke aanbeveelt het werk te hervatten)
wijst op den thans niet te overwinnen tegen;
stand van de mijn-eigenaars en op den ont-
zettenden schok, dien het geheele industrieel^
loven zou ondergaan, wanneer thans nog de
strijd werd voortgezet.
Verder wordt er op gewezen, dat de opent
bare meening aan de zijde der stakenden
staat en dat de regeering verbetering van dé
arbeiderstoestanden en wijziging van de mijn*
wetgeving beloofd heeft.
De motie spoort echter de mijnwerkers aan
hunne organisatie met kracht te blijven hand
haven, opdat zij op elk oogenblik zullen zijd
toegerust voor een nieuwen strijd.
De vergadering van de gedelegeerden der
mijnwerkers bepaalde, dat morgen het werk
hervat zou wordenzij sprak haar vertrouj
wen uit in hare uit zeven mannen bestaande
I
uitvoerende oommissie en droeg deze op
nauwkeurig acht te geven op de uitvoering
van de den mijnwerkers toegezegde verbete
ringen.
Nader bericht. In eene heden namid
dag te Essen gehouden openbare vergadering
van mijnwerkers werd met groote meerder
heid besloten aan het besluit van de gedele
geerden der mijnwerkers, om weer aan het
werk te gaan, geen gevolg te geven, maar
veeleer te volharden bij de staking.
België.
De eischen der Belgische mijnwerkers zijn
1. Verhooging van loon voor al de werk
lieden
2. Oprichting van scheids- en verzoenings
raden, die alle geschillen en de werkvoor-
waarden zouden bespreken
3. Vasts'slling der loonen volgens bet
stolsel in zwang bij de Engelsche mijnen
4. Overhandiging van een loonboekje aan
ieder werkman
5. Afschaffing van overwerk
6. Vermindering van werkuren
7. Voldoende pensioen om te kunnen be
staan, te verleenen aan al <'e ude mijnwer
kers, volgens het ontwerp in de Kamer, inge
diend door Alfred Defuiseeaux
8. Terugtrekking der maatregelen, ge
nomen docr de mijnbesturen tegen de werk
lieden die 50 jaar oud zijn;
9 Verzekering van geregeld werk aan dn
oude werklieden.
In het Luiksche bekken zijn ruim 2000
stakers. In het bekken van Charleroi staken
25.000 van de tJ9.000 werklieden, in het Cea-
trum 12.000 van de 22.000 mijnwerkers.
Frankrijk.
Parijs, 9 Febr. Minister Bienveuu-Martin
heeft het wetsontwerp betreffende de schei
ding van Kerk en Staat in de Kamer inge
diend.
Dit wetsontwerp, dat int 32 artikelen be
staat, draagt de handtekeningen van den
ipini ter president Rouvrer den minister van
©eredienst Bieuvenu-Martin. den minister van
biir&enlsndrehe raken EUcnnc en d"n minis
ter van buitenlandsche zaken Delcaesé.
Italië.
Rome, 9 Febr. De minister van buiten land-
laudsch zaken Tittoni antwoordde heden in
den Senaat op eene interpellatie betreffende
de betrekkingen tusschen Oostenrijk en Ita
lië Hij betoogde, dat niets was veranderd. Er
l>estaat volkomen overeenstemming en een
oprecht vertrouwen tusschen beide regeeriu-
gen.
Oostenrijk, dat zich vroeger ongerust
maakte over de beweging der irredentis
heeft thans vertrouwen in de eerlijkheid van
Italië. Ons bondgenootschap geeft ons ge
rustheid in zake de Macedonische quaesti-
Wat de Albancesche quaestie betreft, bestaat
er eene bepaalde verbintenis tusschen Oosten
rijk en Italië. In zake h t than* hecrschende
wantrouwen wat de openbare meening be
treft, verklaarde de minister, dat de Oosten
rijke regeering had leegedecld, dat de tegen
woordige bewapening c.j gevolg is van har.:
groote politiek en niet gericht is tegen .taiië,
noch hare oorzaak vindt in gebeurtenissen of
thans haDgcnde plannen, doch geschiedt met
het oog op thans niet te voorziene gebeurlijk-
hed
Wanneer Italië, dat een meer bescheiden
politiek voert, hetzelfde zou doen, zou geen
enkeh mogendheid er iets op te zeggen heb
ben.
Wat Macedonië betreft, is de toestand dit
jaar minder bevredigend dan verleden ja.
30 Roman van
BALDUIN GROLLER.
Alles werd nu schriftelijk, vastgesteld en
Maiu acher en een klerk zetten, er, als getui
gen, hun namen ooider. Toen zij zich weer
verwijderd hadden, sprak Ried berg
„Dat is dus in orde. Zeg mij nu eons, mijn
heer, wat u zelf verlangt."
„Wij zijp klaar, mijnheer Riedberg. Mijn
woord heeft Ui, er valt dus niets meer te be-
spreken."
„Sta mij toé, mijnheer, dlat ik een beetje
voor uw belangen zorg. Als ui niet met blind-
heid geslagen is, maak dan toch gebruik van
een gelegenheid zooals u wellicht nooit weer
geboden wordt. Nu kan ik u zeggen, hoeveel
de heer Canuabel vooi een gunstig© oplossing
over had Ik moest doorzetten, al had hit
hem een millioen gekost. Voor dien grond
krijgt hij hetzelfde, dat hij) er voor betaald
heeft. Dat is, geloof ik, nog ecni buitenkansje
voor hem. Waar de fabriek zal komen, totaal
onverschillig."
„Voor mij niet."
„Alles goed en wel; u heeft dat zaakje
voor den heer Artner opgeknapt, maar ik
betwijfel of er veel heil van te verwachten is.
Het komt mij wel wat zonderling voor, om
voor zoo n stukje grond zoo n ma^sa geld te
betalen. Enfin, 't kan zijn reden hebben.
Maar wat moet u nu hebben? De heb deze
politieke zending niet op mij genomen, om
er een voordeeltje voor mijnheer Can nabel
uit te slaan! .U moet ook wiat hebben. Wat
moet bean uw eerewoord) kosten?"
„Dat kan hij niet betalen. Zeg hem dat
maar."
Toen Riemer dé koopsom aan Riedberg
had' uitbetaald, haalde hijj diep adlem. Een
zware iast was van zijn, borst gewenteld. Hij
beleefde een. van zijn gelukkigste oogenblik-
ken. Nu werd zijn bestaan niet meer vergald
dooi' dat onzalige geld, hijj was het kwijt. Hij
had. het als zoenoffer gebracht aan het. ideaal
van Artner
Cannabel was ten volle over Riedberg te
vreden, daar deze hem van een duur koopje
afgeholpen had. Want hij had immers veel te
veel betaald voor die bezitting van de "baro
nes dit had hij, zichzelf al dadelijk, bekend.
Bovendien was de plaats in het geheel niet
geschikt voor de op te richten fabriek. De
aan te leggen verbindingswegen zouden zoo
vel gekost hebben, dat er aan winst niets
zou zijn overgebleven. Cannabel had dus een
goed zaakje gedaan en hij- was bovendien van
zijn schrikbeeld verlost.
Riemer pakte alles bij elkaar en. hij spoed
de zich naar de inrichting, waar Artner ver
pleegd werd.. Voor dat hij Dora de blijde tij
ding bracht, wilde hij eerst haar vader het
heugelijk nieuws mededeelen. Natuurlijk
raadpleegde hij eerst den directeur of het wel
raadzaam en geoorloofd was, den zieke door
em tijding, die hem in. elk geval hoogst aan
genaam moest ziju, op te winden.
„Ik stél mij voor." aeide Riemer, „dat
j zoo'n blijde ontroering wellicht een geheel
onverwachte en gunstige uitwerking kan,
hebben."
De directeur, een ervaren psycholoog glim
lachte vriendelijk, toen hij Riemers denk
beeld hoorde.
„Ik héb er niets tegen," antwoordde hij;
„Probeer het, maar ik wil u toch voor een
ontgoocheling waarschuwen. U hebt een ver
keerde gedachte/ omtrent den, aard der ziekte.
U denkt, dat het een zielsziekte ia, maar ge
vergist u, zijn hersens zijn gekrenkt. Even
goed kunt u een aangestoken appel toespre
ken en. hem raden het zieke deel af te wer
pen. In het gunstigst geval kan de ziekte
binnen zekere grenzen gehouden worden.
Maar hier, laat mij het u ronduit bekennen,
hier hebben wij met eon hopeloos geval te
doen. Probeer het evenwel, mijnheer. Scha
den kan het den patient niet."
Inderdaad, Artner begreep niets van de
tijding, die Riemer bracht. Hij hoordé hem
aan en verviel toon weer in; zijn waaffivoor-
atelilingein, die hem veel gewichtiger toesche
nen, Hij deed alsof hijj Riemer allerlei be
langrijke geheimen badi toe te vertrouwen.
Ten slotte beweerde liij omringd te ziin van
duizend© optische en aooutische instrumen
ten, waarmee iedere beweging en iedero adem
tocht van hem aan zijn vijand verraden werd.
De aanzienlijkste personen des lands hadden
er belang bij, hem gevangen te houden en te
bewaken. Aan zijn dochter dacht hij niet
Weken eu maanden verliepen. Artner's
„nalatenschap" moest in orde gemaakt wér
den. Op Dora's verzoek was Riemer alls eura-
I tor aangewezen en «ogenblikkelijk had hij de
daaraan verbonden verplichtingen op zich ge
nomen. Zij had hem daarbij ijverig terzijde
gestaan. Het was we! een zeer zware arbeid,
maar dank zij Dora's kennis van haars vaders
zaken, waarmee zij zich ab boekhoudster en
correspondente steeds had bezig gehouden,
had men ten slotte toch een. alleszins vol
doende oplossing verkregen. Alles was in
orde, niets was er waarover zij geen in/lichr
tingeu kon geven-
Toen zlij| 'haar taak vervuild had en ook
Riemer's arbeid ton einde was, boraadslaag-
dén zij te zamon, wiat nu aan te vangen.
„Het is mij gelukt van alles rekenschap te
kunnen geven," begon Dora, „behalve van
den door u gedauen grondaankoop."
„Ook die is in orde merkte Riemer op.
„Daar kan ik geen vrede mee hebben mijn
heer Riemer. Het betreft een groot bedrag
en i'k weet heel goed, dat papa destijds niet
moer over zooveel contanten bad te beschik
ken. Hij moet het dus ergens opgenomen heb
ben en vandaag of morgen zal de crediteur
zich komen molden. U weet hoe liet met onze
geldmiddelen staat. Hoe moeten we die som
nu terugjbetallen
„Maak u daarover niet bezorgd. Laat dat
maar aan mij over. Maar- hoe donkt u over
het „Kunstmatige Meer?"
„Het wus het ideaal van mijn armen var
der."
„Ik geloof, dat wij het maar ideaal moeten
laten lieven."
„Zou u het aandurven?"
„Durven misschien wel, maar ik zou het
talent van exploiteeren missen. Boverdien
het is óu niet meen- mogelijk het uit te voe
ren."
„Waarom
„Wel, do buitenlandsohe kapitalisten heb
ben zich met uw vader persoonlijk verbon
den En aan den eer-sten den bete zullen zo
toéb waarlijk hun vertrouwen maar zoo niet
schenken? Maar dat is nog niet het ergste.
Het „kunstmatige meer" mag een onderne
ming zijn, die schatten, kan opbrengen, ze
kan ook jammerlijk mislukken."
„Dus we moeten van papa's plannen af
zien Het doet mij leed, ab ik er aan denk.
M:aar boa staat het nu met dien grondaan
koop?"
Riemer moest eindelijk opbiechten. Hij, be
klaagde en verschoonde zidhzelf niet. Alleen
dit voerde hii tot zijn verontschuldiging aan,
dat "hij uit liefde, uit liefde voor haar, den
misstap begaan had.
Tranen stonden Dora in de oogen, toen hij
zwoeg.
„Dat had je niet mogen doen, Riemer."
„Het was ccn misdaad, een verblinding, ik
west het. Ik heb do eer- en het vermogen van
uw vader, uw eigent welzijn, op het spel ge
zet."
„Je wiaagde je leven er bij. Dat had je niet
mogen doen."
„Dat kwam er minder op aan."
„Voor mij niet."
„Dora! Hoor ik goed?"
„Ach die mannen! Begrijp jo dan niet
Mort ik mbsohien
Hij sprong op en omhelsde haar. Eerst nu
voelde hij 't drukkend verwijt vlieden van
eenmaal zulk een groote fout te hebben be
gaan.
Maar hot „Kunstmatige Meer" werd niet
gemaakt.
EINDE.