x°. sas.
3de Jaargang.
Donderdag 23 Februari 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
ERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADTERTBNTEËN:
Tan M regelsfJHL
Bik# regel meer ti. COiIlt
Qroote letten naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrgf bestaan voordoet! re bepaUngso tH
het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Ben#
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aaatraaf
toegezonden.
Politiek Overzicbt
De Duitsche handelsverdragen.
Gisteren heeft de derde leaning van de zeven
handelsverdragen, in den Duitschen rijksdag
plaats gebod* en daarmede is de eindbeslis
sing over dee© verdragen gevallen. Aan het
einde van de tweede lezing, die verleden
Maandag is gehouden, werd het verdrag met
Oosten rijk-Hongarijfe "et 192 tegen 53 stem
man aangenomen. De rechterzijde, het cen
trum en de nationaal-liberalen stemden voor,
de sociaal-democraten en die vrijzinnigen
tegen. Nlagenoeg in dezelfde verhouding wer
den die stemmen uitgebracht over het verdrag
met Rusland, dat niet 198 tegen 61 stemmen
werd aangenomen. Blij die beslissing over de
andere verdragen werd de omslag van eene
hoofdelijke stemming vermeden de voorzit
ter constateerde eenvoudig, dat de aanneming
geschiedde zonder tegenspraak.
De eindstemming, die gisteren plaats had,
wijst dezelfde verhouding aan alleen was de
rijksdag nu beter bezet. Het verdrag met
Oostenrijk-Hongarije werd aangenomen met
226 tegen 79, dat met Rusland met 228
tegen 81 stemmen. Van die agrariërs stemde
geen enkele tegen, een bewijs dus, dat zij de
voordieelen erkennen, die -eze verdragen hen
brengen.Onder de tegenstemmers vindt men,
behalve de sociaal-democraten, slechts eenige
ledien van de vrijzinnige vereeniging. De
overige ledien van de burgerlijke linkerzijde
hebben hunne bezwaren op zijjde gezet, om
dat zij den toestand, die door de handelsver
dragen wordt in 't leven geroepen, verkozen
als het mindere kwaad boven den verdrag-
loozen toestand.
In tegenstelling tot den harden strijd, dien
in 1902 de vaststelling van het nieuwe tarief
van invoerreohten gekost heeft, is de aan
neming van de handelsverdragen, die op ünt
tarief waren opgebouwd, geschied zonder
noemenswaardige!! strijd. De eerste meded.ee-
ling omtrent den ink oud van deze verdragen
is geschied door het overzicht, diat de offi
cieus# Nordld. Allg. Zeitung den 28en Januari
er van wereldkundig heeft gemaakt. Den 30.
Januari werd de dikke bundle 1 gedrukte stuk
ken, die de handelsverdragen met hunne toe
lichting inhield, rondgedeeld. Vóór dien
datum was het geheim over den inhoud zorg
vuldig bewaard. Eene voorbarige bekend
making had de onderhandelingen met Oos
tenrijk-Hongarije, waarvan dc uitslag tot het
laatste oogenblik onzeker bleef, kunnen scha
den. Na de indiening oeicnde de regeering al
den invloed, waarover zij beschikken kon, uit
om. de beslissing te bespoedigen. Was hert- naar
haren zin gegaan, dan zou de opzegging van
de oude verdragen den 15en Februari ge
schied zijn. Dat bleek niiet mogelijk te zijn
men zal dat moeten uiltötellen tot 1 Maart.
Maar de regeering kan zich ditmaal niet er
over beklagen, dat de rijksdag haar niet ter
wille is geweest. Deze verdragen, die eene om
keering zullen teweegbrengen in de handels
politiek van het Duitsche rijiK, hebben in drie
weken, nadat- zij bekend gemaakt zijn, alle
stadia der parlementaire behandeling aoor-
loopen en hebben kracht van wet gekregen.
Dat onder die omstandigheden de zakelijke
behandeling van den inhoud dezer verdragen
niet tot haar recht gekomen is, kan geen
verwondering verwekken. Inzonderheid bij de
tweere lezing, die moest dienen voor de be
handeling van de detailpunten, kwam dit uit
het werd ook door sprekers van alle richtin
gen erkend. Sommigen verklaarden berus
tend „Ik weet wel, dat het lot van de voor
drachten vaststaat en dat spreken niet meer
kan helpen"; uit den mond van anderen
hoorde men krachtuitdrukkingeu als: „Alle
praten is voor de poes."
Dit had een paar dagen vóór de eindstem
ming reeds het hoofdorgaan van de agrariërs,
de Deutsche Tageszeitung, verklaard, die
zeide„Het gepraat is volkomen ijdel, want
aan verwerping van de verdragen is naar
menschelijke berekening niet te denken". En
zij werkte dit nader uit door te zeggen:
„In vrijzinnige en vrijhandelsbladen is eene
levendige strijd ontbrand over de vraag, of
de regeering in het gevai der verwerping van
de handelsverdragen zal laten doorloopen of
het nieuwe larief in werking zal brengen.
Diegenen onder de vrijzinnigen, die gezind
zijn de handelsverdragen met een zuur gezicht
te slikken, beweren, dat het van zelf spre
kend is, dat in het geval van verwerping het
nieuwe tarief van. invoerrechten van kracht
wordtde anderen spreken zich met dezelfde
beslistheid voor het tegendeel uit. Deze
twist, die met een grooten omhaal en krach
tige woorden wordt gevoerd, maakt een heel
grappigen indruk. Het ligt toch voor de
hand. dat de regeering in zulk een geval kaïn
handelen zooals zij wil."
Nu valt daarover niet meer te twisten.
De eindbeslissing is gevallen, en als gevolg
daarvan zullen de oude verdragen over en
kele dagen worden opgezegd, zoodat met 1
Maart 1906 de nieuwe toestand in 't leven
zal treden, die de handelsbetrekkingen van
het Duitsche rijk met Oostenrijk tot 1915,
met de andere verdragstaten tot 1917 beheer-
schen zal. De landbouw heeft zijne hoogere
invoerrechten, waarom hiji zoo lang gestro
den heeft-, en de nadeelen daarvan zullen
jandel en nijverheid en de groote massa
der consumenten moeten dragen in de be-
moeielijking van den uitvoer en in de zwaar
dere lasten, die on hen worden gelegd. Yoor
de rijks-schatkist is uit de nieuwe regeling
van de invoerrechten eene grootere inkomst
te verwachten, die kan bijdragen om in de
klimmende behoeften van< den dienst te voor
zien.
Dultschland.
Prins Friednich Leopold van Pruisen is on
langs in Rusland geweest onder omstandig
heden, die den schijn opwekten alsof hem
eene politieke zending was opgedragen. Hij
was bij den Czaar, toen het bericht kwam
van de vermoording van grootvorst Sergius.
en zoodra hij te Berlijn was teruggekeerd,
bracht hij een vrij lang be:- k aan den rijks
kanselier graaf Bülow. In een officieus be
richt uit Berlijn van de Köln. Zftg. wordt
medegedeeld, da.t de reis van diezen prins naar
Petersburg enkel moest dienen als voorberei
ding om over zee zich naar het oorlogstooneel
in Mandjoerij© te begeven, waar hij, zich bij,
heb Russische leger zal voegen. De brief van
den Keizer, diie dóór hem is overgebracht,
diende alleen om hem bij dien Ozaar te intro-
duoeeren. Er is geen sprake van geweest, dat
de prins eene politieke opdracht had te ver
vuilen en moest trachten te bemiddelen ten
gunste van den vrede. Den Ion Maart zal de
prins te Genua aan boord gaan, en den 3en
April zal hij te Sjanghai en omstreeks eene
week later te Peking aankomen, van waar
hij zich naar het Mandsjoerijsohe leger zal
begeven.
Berlijn, 22 Febr. De rijksdag behandelde
heden in derde lezing lo handelsverdra
gen. In den loop van did algemeen© beraad
slagingen weerlegde de staatssecretaris
graaf Posadowsky de beschouwingen van
verschillende sprekers. Hij wees er op, dat
Zuid-D'uitschland dóór de nieuwe verdragen
volstrekt niet in ongunstiger omstandighe
den komt dan Noord-Duitsahland, en be
streed de bswering, dat de Duitsche indus
trie zich naar het buitenland zou moeten
verplaatsen. Hij ging daarna voort„Men
heeft gevraagd, waarom wij te gelijkertijd
agrarische en sociale politiek voeren. Ik ant
woord de agrarische en de sociale politiek
kruisen elkaar niet, maar leiden tot hetzelf
de doel. Door ons radicaal kieerecht, door de
zeer te prijzen neiging van ons volk om zijn©
uiterlijke omstandigheden te verbeteren en
zich hooger op te werken op den maatschap-
pelijken ladder, is er in ons politiek leven een
gevaarlijke haast en zenuwachtigheid ont
staan. Daartegenover hebben wij een politiek
tegenwicht noodig. Wij zien dit tegenwicht
in den landbouw, het stevige anker van on
zen staat. Wij moeten zorg dragen, dat het
der landbouwende bevolking goed gaat, dat
zij aan haren aardkluit gehecht blijft. Wel is
waar wensch ik den overgang van het over-
groote groot-grondbezj in OcsriDuitschland
tot boerenbezit. Maar het groot-grondbezit
is noodzakelijk voor on® zelfbestuur, het is
de leider van den vooruitgang in deu land
bouw. Naast den fiscus houd't het fidei-com-
mis-bezit in Duitsohland de bosschen in
stand. In dezen geest voeren wij agrarische
politiek. Aan d© andere zijide erkennen wij,
dat met de toenemendio volksontwikkeling
de massa's gerechtigd zijn hoogere eiscken
te stellen. Wij willen daarom sociale politiek
voeren om den arbeidc-TS, die in den politie-
ken en economischen strijd helaas het ver
trouwen in de burgerlijke maatschappij en
de regeering hebfc i verloren, dit vertrou
wen terug te geven. (Toejuichingen.) Onze
agrarische politiek en onze sociale politiek
vullen elkaar aan tot hetzelfde doelden
bloei van het vaderland." (Levendige toejui
chingen. De rijkskanselier drukte den staats
secretaris graaf Posadowsky gelukwenschend!
da hand.)
Het handelsverdrag met Oostenrijk-Hon
garije is bij hoofdelijke stemming met 126
tegen 79 stemmen en 4 enthoudingen aange
nomen. De overeenkomst tot het nemen v:n
voorzorgen tegen besmettelijke veeziekten
werd eveneens aangenomenalleen dó soci
aal-democraten en eenige leden van de vrij
zinnige vereeniging stemden tegen.
Het Russische verdrag werd met 228 te
gen 81 stemmen en 3 onthoudingen goedge
keurd.
De verdragen met Italië, Rumenië, Zwit
serland en Servië werden achtereenvolgens
en bloc aangenomen. Morgen zal worden be
raadslaagd over de in verband met het tol
tarief ingediende voor.tellen.
Berlijn, 22 Febr. Dó in een arbeid van
lange jaren door den rijkskanselier graaf
Bülow voorbereide handelsverdragen zijp
heden door den Rijksdag met eene boven
verwachting groote meerderheid in derde le
zing definitief aangenomen.
Vóór stemden alle partijen met uitsonde
ring van de sociaal-democraten en eenige le
den der Vrijzinnige Vereeniging; deze laat-
sten echter stemden wel voor dc verdragen
met België en Italië.
De stemming toont aan, dat de rijkskan
selier zooals de consérvatierve afgevaardig
de v. Oldenburg deed uitkomen geslaagd
is in liet tot stand brengen van een© econo-
misch-politieke eendracht, die reikt van de
vrijzinnige volkspartij aan de linkerzijde tot
de rechterzijde en ook den Bund der Land-
wirte omvat.
Afgevaardigden van alle fractiën dier meer
derheid kwamen graaf Bülow met zijn succes
geluikwenschen.
Frankrijk.
Parijs, 22 Febr. In antwoord op eene in
terpellatie verklaarde de minister van mari
ne, dat het noodig is oen nieuw marine-pro
gramma vast te stellen, omvattende het bou
wen van 24 groote schepen van nu tot 1907.
De minister zal voor 1906 voorstellen den
aanbouw van eene volledige divisie, en voorts
de vermeerdering van het aantal torpedoja
gers. Voor de uitvoering van dit programma
zal het parlement tot 1907 121 millioen francs
per jaar moeten toestaan.
Wat betreft Indo-China wees de minister
het voorstel af om eene enquête-commissie
te zenden naar Saigonhij voegde hieraan
toe, dat het beter was terstond besluiten te
De commissie van de Kamer voor de schei
ding van Kerk en Staat, is thans begonnen
met de behandeling van de artikelen der
regeeringsvoordracht tot regeling van deze
zaak. De drie eerste artikelen werden aange
nomen met geringe veranderingen, betrekking
hebbende op heit eigendomsrecht van den
Staat op de tegenwoordige kerkelijke goede
ren.
Do legercoimimiLSfiie heeft eenstemmig beslo
ten, aan die Kamer dlo ongewijzigde aanneming
van lieib wetsontwerp op dien tweejarigen
diensttijd voor te stellenom het tot stand
kernen van deze hervorming niet langer te
vertragen. De commissie beschouwt de door
den Senaat behouden oefertdngapcfriode der
reservisten van vier en twee weken als ge
deelte lijk ontbeert ij'k, maar besloot deze
kwestie van de legerwet af te scholden en
een afzonderlijk voorstel in te dienen tot be
korting van den oefeningstijo., respectievelijk
bot drie weken en eene week.
Engeland.
Londen, 22 Febr. Na een levendig debat
wend in het Lagerhuis de motie-Redmond tot
wijziging van de orde van den dag, ten einde
nader te overwegen de houding van sir An
thony Mac Donmell, den onder-sec ret axis voor
Ierland, verworpen melt 205 tegen 223 stem
men.
Het geringe cijfer van de meerderheid der
regeering werd door de nationalisten met luid
gejudcih begroet.. Do debatten liepen in hoofd
zaak over de houding van den staatssecretaris
voor Ierland Wyndlham en van den heer Mac
Donnell, ten aanzien van het zoogenaamde
„Irish Reform Scheme," dioor land Dun raven
ontworpen.
Londen, 22 Febr. In het Lagerhuis stelde
een afgevaardigde van de werkliedenpartij
de vraag, of de regeering voornemens was
vertoogen te richten tot de Russische
regeering over de wijpe, waarop de Rus
sische autoriteiten de wenscheui der ar
beiders hebben beantwoord. Minister Bölfour
antwoordde, dat het besdist onmogelijk was
voor de Britse he regeering, om tu39clienbeide
te komen in de binneniandsche aangelegen
heden van Rusland of om eenig oordeel hier
over uit be spreiken.
Rusland.
Reuter seint uit Petersburg, dat, wegens
het groote aantal dreigbrieven, die ten paleize
ontvangen wordien, Zarskoje Selo in staat van
beleg is verklaard. Het hoofd van de ge
heime politie heeft bijzondere voorzorgsmaat
regelen voor die veiligheid van. de keizerlijke
familie genomen, daar men beducht is voor
een aanslag.
Uit Petersburg Wordt aan de Lokai An-
zeiger bericht: De jonge Czarina is niet,
zooails in het buitenland wordt beweerd, ziek
geworden, maar toch heeft de vreeselijko
ramp in Moskou haar zeer aangegrepen.
Daar zij nog zelf den kleinen troonsopvolger
zoogt, is er tengevolge van de ontroering der
laatste dagen ©ene lichte stoornis in de go-
zondheid van den kleinen zuigeling voorge
komen. Professor Korwin werd naar Zars
koje Selo ontboden. Het geval is echter niet
ernstig.
Moskou, 22 Febr. Grootvorst Paul Alexanr
drowitseh is heden hier aangekomen.
Grootvorst Paul van Rusland, die naar aan
leiding van de ramp, waarvan zijn oudere
broeder Seagius het slachtoffer is geworden,
in zijn rang en waardigheden is hersteld, is
de jongste zoon van Czaar Alexander H en
nu 44 jaar oud. Uit zijn eerste huwelijk met
prinses Alexandra van Griekenland heeft hij
een zoon en eene dochter. Deze prinses stierf
in het kraambed. Later geraakte hij in onge
nade bij den Czaar en in onmin met zijne
geihoele familie, door zijn huwelijk met de
eahtgenoote van een adjudant van een zijner
broeders, Olga Poetohlkórs, die zich van haar
man had laten scheiden, toen men haar naam
al te vaak te zamen noemde met dien van
den grootvorst. Te Iivorno had den 27en
September 1902 die echtverbintenis plaats.
Spoedig daarop volgde een besluit van den
ministerraad, dat dat huwelijk om verschil
lende redenen nietig verklaardeen te. gelijk
onthief de Czaar zijn oom van al diens mili
taire waardigheden, waarop de Duitsche Kei
zer hetzelfde deed met betrekking bot de
waardigheden van den grootvorst in het
Duitsche leger. Sints dien tijd heeft de groot
vorst meer dan trwee jaar in verbanning ge
leefd, meestal te Parijs of aan de Riviera
vertoevende. Eerst in het laatst van het
vorige jaar slaagde hij, er in weer eenigstinB
in de gunst te komeai, nadat de regent Lult-
peld van Beieren aan Paul's echtgenoot© dm
titel „gravin van Hohenfeisen" schonk en
daardoor haar huwelijk, ofschoon niet ala
„ebenbüitig," toch als geldig erkende.
Thans is de grootvorst weer in genade aan-
Petersburg, 22 Febr. De meeste grootvor
sten zijn voor de begrafenis van grootvorst
Sergius naar Moskou vertrokken.
Grootvorst Wladimir is tengevolge van
een gevatte koude ongesteld en is te Petera-
burg gebleven.
Moskou, 22 Febr. Heden stond de kist, die
het stoffelijk overschot van grootvorst Sergiua
bevatte, op een katafalk, waarboven zich een
baldakijln van zilver-brokaat verhief aan welks
boveneinde de groot-vorstelijik© kroon was
aangebracht; rondom lagen kransen.
Bij de kist werd eeji plechtige lijkdienst
gehouden. Talrijke openbare instellingen, let
dragonder-regiment van den grootvorst, ook
de inrichtingen van onderwijs te Moskou had
den deputatiën gezonden, bestaande uit den
directeur, den insoecteur en een leerling van
ieder der scholen.
Vele kransen waren ook neergelegd op de
doodkist van den koetsier Rude n kin door het
bedienden-personeel van de andere grootvor
sten. Dit personeel droeg nadat de godsdien
stige plechtigheid geëinuigd was de doodkist
8 Boman van
MORITZ VON REICHENBACH.
„Ja," ging tante Anna voort „en Lewo6ky
is een tweede voorbeeld van zulk talent. In
zijn jonge jaren was hij een deugniet, en bij
't grijs worden van het haar begon hij leolijk
het hoofd te laten hangen en dreigde hij een
groote zorg voor de familie te zullen worden.
Mascba ontdekte, dat hij een voortreffelijk
ruiter was en een niet alledaagsche kennis
vau paarden bezat, dab zijne manieren zeer
goed waren en dat hij wel gaarne nuttig bezjg
wilde zijn, als hij tieb maar niet al te veel
behoefde in te spannen. Zij droeg hem de
zorg voor haax stal op en benoemde hem tot
„reismaarschalk", want zij houdt heel veel
van reizen zoodat wij nagenoeg de helft van
het jaar en route zijin. Lewosky II voldoet
evenzeer als Lewosky I, is een tamelijk eer
biedwaardige persoonlijkheid, zorgt voor alles
onderweg en gevoelt zich tevreden en geluk
kig, nu hij zoo n beetje iemands beschermer
mag zijn."
„Er hoort wel wat moed toe, vind ik, een
voormali gen deugniet in zijn dienst te ne
men," beweerde de professor.
„Nu, zoo erg was 't. nu ook niet. Hij zat
alleen maar altijd in do schulden. Het- ca
valier zijn zat hem in 't bloed, ziet ge, en
zoo leefde hij. altijd op grooter voet dan zijp
beurs gedoogde."
Tante Anna zag naar de klok.
„Weet ge wel professor, dat met ons ge
praat de helft van mijn boodschappen er bij
is ingeschoten?" vroeg zij. „Nu, dat haal ik
een volgende maal wel in, maar nu moeten
wij naai- het museum, andiers loopen wij de
prinses mis."
De professor verhaastte zijn tred en het
sloeg juist twaalf uur, toen* hijj met tante
Anna voor het portret van ALbrecht Dürer
stond. Na enkele oogenblikken voegden de
prinses met Lewosky zich bij hen.
„Wel, wel, wat zij,t ge mooi op uw tijd,"
zeide zij, den professor vriendelijk groetend.
„Ge hebt er ditmaal, zooals ik met genoegen
zie, het professoraal kwartiertje niet van ge
nomen."
„Als 'ter op aan komt, Hoogheid, ben' -'k
de stiptheid in eigen pereoon."
„Dus niet altijd, vroeg zo lachend en wend
de zich tegelijkertijd naar het portret.
„Mien heeft mijj niet te veel gezegd," ging
zij voort. „Wat ziet hij, ons aan, dat heer
schap! Vreeand toch, dat 't gelaat van
iemand, die al zoo lang tot stof en asok is
vergaan, nog zoo vol leven op den nakome
ling staart! Ei- is toch iets grootsch. in» de
kunst, die de hand) des kunstenaars zoowel
als zijn model, vaak ecu wen lang overleeft."
„Er levon hier in Neurenberg nog nakome
lingen van dien Albrecht. Dürer," vertelde
de professor.
„Zoo? Nu, ronduit gezegd, die intereeseeren
mij al bizonder weinig."
De prinses liep verder en de professor ne
vens haar, om haar te geleiden en op hare
vele vragen te antwoorden. De eene zaal werd
na de andere bezichtigd en de prinses Was on
vermoeid. Hare oogen hadden, daarbij) de
droomerige uitdrukking, die ze anders zoo
vaak konden aannemen, geheel verloren. Met
haar sohranderen en scherpen blik liad zij on-
middelijk in elk lokaial het mooiste en het
kostbaarste ontdekt en zoo er hier of daar
een voorwerp was van kunst of smaak, waar-
omtrent ziji iets meer wilde weten, vorderde
zij van den professor de meest uitvoerige ver-
j klaringen,. Tante Anna bleef op 't laaitst-, ver-
moeid als zij| was, in, Lewosky's gezelschap
adhiter. De prinses ging altijd maar dbor. Dó
zaal met de kleederdrachten van vroeger tijjd)
scheen haar belangstelling in hooge mate te
wekken en zijj had zich diaiar reeds geruimen
tijd opgehouden, met onvenninderde leven
digheid) nu eens wat vragend, dan weer hare
opmerkingen makend-, tot zij plotseling bleef
staan en tot den professor zeide
„Zie zoo, nu is 't genoeg, nu kan ik niets
meer zien en gaan wij buiten wat frissahe
lucht inademen."
„Bij 't museum 'behoort een vrije tuin,
waarin men ook nog tal van steenen beelden
vindt."
„Goed, breng me dan naar dien tuin. Ik
heb hier een gevoel gekregen, alsof mij de
oógeai en de keel vol stof zitten."
„Maar ik heb tot op dit oogenblik toe geen
spoor van vermoeidheid bij u opgemerkt,"
zeide de professor, terwijl zij dón terugtocht
begonnen.
„Vermoeidheid?" vroeg zijv „Ik weet ook
niet, of ik wel vermoeid bem. Als go mij op
dit oogenblik op een balcon bracht cn ge liet
im; daar een» avondlandschap zien, ik verze
ker u, dat ik van geen vemoeienis zou weten
maar die glazen kasten van 't museum kan
ik voor 't-oogenblik niet meer zien."
Zij kwiaimen in den tuin, dè prinses hief
het hoofd naar den blauwen hemel op en
haalde diep adem.
„Dat is mooi!" riep zij uit; „Schiller heeft
gelijlk,,'t Verheugt zöhi wat ademt in zon
nige lucht."
„U wilt daarmede toah niet zeggen, dat het
„daar benéden" of liever daar binnen „af
schuwelijk" was prinses?"
„Als ik die woorden van dón dichter had
moeten aardbalen, was ik op 't oogenblik niet
hier, maar reeds lang in mijfn hotel of op een
ander plekje van deze goede oude stad'. Ik
heb dó gewoonte geen dingen te dólen, of te
beschouwen, die ik „afschuwelijk" vind'.".
Dit klonk trotsch en vol gevoel van eigen
waarde, maar ze zeide het met eon kindór-
lijko uitdrukking op het lieve gelaat en de
professor, die haar onwillekeurig bewonde
rend moest aanzien, haastte zich haar te ver
klaren, dat zij zeker volkomen gelijk had.
Zij was op een steenbok gaan. zitten, hield
de handen losjes onder een der knieën saam-
gevouwen en het blonde kopje een weinig zij
waarts.
„Ja, ik 'heb gelijk," 'herhaalde zij, „want
het leven is te kort om het met onaangename
dingen te verslijten."
„Maar niet alle menschen zijtn zoo geluk
kig, dat tij zich alleen met datgone kunnen
bezig houden, dat het leven veraangenaamt."
„Ik zal 't niet ontkennen, professor, dóch
daar staat tegenover, dat het mecrendeel der
menschen zich onnoodig zorgen op den hals
liaalt, of met miskenning van zichzelf, le
venslang een plaats zoekt te bekleeden, waar
voor men niet berekend ie en ook nooit bere
kend zal zijn, en dat moet al zeer verdrietig
wezen.
„0, ik geef het u dadelijk gewonnen, dat
de menschen over 't algemeen veel gelukkiger*
zouden zijp* als tij eon plaats af een werk
kring hadden, die met hun aard en aanleg
overeenkwam, maar er 'bestaan veelal om
standigheden."
„Er bestaan, voor alles, weinig menschen,
die precies weten, wat tij willen," viol do
prinses den professor in de rede, „en van die
weinigen heeft weder niet eeus de helft de
geestkracht, die noodig is om een wil door te
zetten."
Haar stem klonk bijna hard, terwijl zij zdo
sprak. Op eens bukte tij; naar deu grond' en
de professor, die dacht, dat tij iets verloren
had, boog zich ook voorover en vroeg haar,
wat zij' kwijt was.
„Niets, niets," weerde zij glimlachend af,
„het was maar een torretje, dat op zijn rug
lag en niet overeind kon- komen Arm klein
ding kijk nu eens, hoe vroolijjc het over
mijn hand lóópt1 Maar 'tis ook erg onvoor
zichtig van zoo'n klein torretje om naar zoo'n
groot museum van oudheidkunde toe te vlie-
gen."
„Ja, dat beestje ia hier waarschijnlijk óok
niet op zijn plaats."
„En van zoo'n arm ding kan men zelfs niet
eens verlangen, dat het de vereAsöhte wils
kracht bezit," voegde tij er lachend bij.
„Waarom niet? Het. Iheeft toch ookr vlou)-
gels!"_
„O ja, en we zullen, eens zien, of die sterk
genoeg rijp- om hem uit dezen tuin te verlce-
sen."
Wordt vcrvolfA.