836.
3d* Jaargang.
Maandag 27 Februari 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
gag
tiiraiLi'üLL-g^
ABONNEMENTSPRIJS
Par 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Adrertentiën, mededeelingen enz., gelieve men r66r 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft O.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DKB ASV8RTSHn£»i
IMS.
Van 1—0 regelt
Groote Etters naar plaataruHnU.
Voor handel en bedrjjf bestaan voordeellge bepallngen tèi
het herhaald advertedren in dit Blad by abonnement. Kent
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Hel einde van het Doggersbank-
incident.
Eergisteren heeft de internationale com
missie tot onderzoek van het Doggerbank-
incddent haar slotzitting gehouden, waarin
het rapport, is bekend gemaakt, dat zij van
hare bevinding heeft opgemaakt. Over de
wordingsgesch. i edenis van dit rapport deelt
de Temps mede, dat nadat de pleitbezorgers
van beide partijen, de heeren O'Beirne en
Nekludow, hunne concliuisiën hadden inge
diend, de vijf admiraals dagelijks, soms zelfs
twee malen per dag, vergaderd zijn geweest.
Eerst hebben de admiraals Doebassow en
Lewis Beaumont, op verzoek van hunne,
ambtgenooten, elik een rapport opgesteld. Die
rapporten waren van den eersten tot dien
laatsten regel met elkaar tegenstrijdig.
Daarna bebben de Oostenrij|ksche en Ame-
rikaansohe leden, de admiraals Spaun en Dar
vies, gezamenlijk een rapport opgesteld. Dit
rapport, nagezien en omgewerkt door den
voorzitter, den Fransoken admiraal Four-
nier, is geworden het rapport van de com
missie, waaronder alle vijf leden hunne na
men hebben gezet.
Het rapport, dat op deze wijze tot stand)
gekomen is, voldoet niet aan de strenge
eisdhen der logica. Dat gebrek wordt echter
op andere wijze vergoed. „Al heeft de logica
daatbij iets verloren zegt de Temps
do verzoening heeft er veel bij gewonnen, zij
't ook tot den prijp van eenige tegenstrijdig
heden."
Als oorzaak van het geheele geval neemt
het. rapport aan het achterblijven van de
Kamsahatka in den avond van 21 October
ten gevolge van een gebrek aan hare ma
chine. De Kaanschiatka beschoot de Alcle-
baran en andere onbekende schepen, onge
twijfeld ten gevolge van de bezorgdheid, die
haar achterblijven en hare geringe militaire
waarde haar inboezemdenzij berichtte aan
admiraal Rodjestwensky, dat zij aan alle
zijden door torpedoibooten werd aangevallen.
Admiraal Rodjestwensky kon meeuen, dat
deze torpedobooten op het eskader zouden
aansturen om het aan te vallenhij seinde
daarom aan zijne schepen, dat zij hunne waak
zaamheid moesten verdubbelen en verdacht
moesten zijin op eten aanval van torpedoboo
ten. Wat de met het oog hierop gegeven be
velen betreft, is de meerderheid van de leden
der oommissie van meening, dat die niets
buitensporigs hadden in oorlogstijd en in
zonderheid in de omstandigheden, die de ad
miraal alle reden had om te beschouwen als
zeer verontrustend, omdat hij zich in de on
mogelijkheid bevond om de juistheid' van de
waarschuwingen, die hij van de agenten zij
ner regeering ontvangen had, te oontrolee-
ren.
Zoo naderde het Russische eskader om 1
uur 's nachts de plek, waar de vdsschersvloot
aan 't vissdken was. Het rapport erkent, dat
al de visschersschepen de voorgeschreven
lichten droegen en zich gedroegen naar de
regelen, hun door de vuurpijlen volgens re
glement aangegeven. Admiraal Folkershaim
ging voorbij., met zijne zoeklichten de sche-
peu belichtende en ze als visscihersschepen
herkennende. Bij de komst van de door ad
miraal Rodjestwensky zelf gecommandeerde
afdeeling op de plek werd die aandacht van
de dienstdoende officieren gaande gemaakt
door een groene vuurpijl, die hen wantrouwig
maakte. Men merkte door middel van die
zoeklichten aan stuurboord vooruit een
schip, dat verdacht leek omdat het geen lidb-
ten scheen op te hebben en aanstuurde op
die Soewarow. Bij het schijnsel van de zoek-
liehtende meende men een torpedOboot te
herkennen, die met groote snelheid nader
kwam. Op grond van dezen sdhijn Het admi
raal Rodjestwensky het vuur openen op dïit
onbekende schip. De meerderheid der ledlen
spreekt de meaning uit, dat de verantwoorde
lijkheid voor die daad en voor de gevolgen
van de beschieting, die de visschersvloot heeft
ondergaan, op admiraal Rodjestwensky neer
komt.
De Soewarow bespeurde een klein schip,
dat het den weg versperde, zij herkent het
als een treiler, waarop door den admiraal
seinen gegeven worden om het vuren op
dien treiler te beletten en bevel wordt ge
geven om in het algemeen niet op treilers te
schieten. Een ander verdacht sdhip wordt
aan bakboord door de Soewarow opgemerkt,
die er het vuur op opent. Ingevolge de per
manente bevelen voor het eskader, wees de
admiraal het doel aan waarop de schoten
van de schepen moesten worden gericht, door
daarop zijne zoeklichten te riahten. Doch
daar elk schip den horizont om zich heen
met zijne eigen zoekHahten afzocht om zich
voor eene verrassing te vrijwaren, was het
moeielijk dat er geen verwarring ontstond.
Het vuur, dat 10 a 12 minuten duurde, ver
oorzaakte groote schade aan de vissdhers-
schepen; een zonk, vijf werden besahadigd.
Ook de Aurora, van het Russische eskader,
werd getroffen.
De meerderheid van de leden constateert,
dat haar de juiste gegevens ontbreken om
te onderkennen op welk doel de schepen heb
ben geschoten. Maar zij erkennen eenstem
mig. dat de schepen van de visschersvloot
geen enkele vijandige daad hebben verricht,
en daar de meerderheid der leden van mee
ning is, dat er noch on der de visschersschepen,
noch op de bewuste plek eene enkele torpedo-
boot was, was het openen van het vuur door
admiraal Rodjestwensky niet gerechtvaardigd.
Het Russische lid, deze meening niet kun
nende deelen, drukt de overtuiging uit, dat
juist, de verdachte schepen, die het eskader
naderden met een vijandig doel, het vuur
hebben uitgelokt.
Wat het werkeUjk doel van dit nachteHjke
vuur betreft, zou het feit, dat de Aurora
eenige projectielen van 47 en 75 mM. ont
ving, kunnen doen onderstellen, dat die krui
ser en misschien zelfs ©enig ander Russisch
vaartuig, dat op den weg van de Soewarow
was opgehouden, zonder dat dit schip het
wist, het eerste vuur heeft kunnen uitlok
ken en tot zich trekken. Deze vergissing kan
zijn gemotiveerd door het feit, dat dit schip
van achteren gezien geen enkel zicht
baar licht vertoonde, en door eene nachtelijke
optische illusie, die op de waarnemingen van.
het admiraalschip van invloed kan zijn
geweest. Te dien aanzien oonstateeren de le
den der commissie, dat hun gewichtige in
lichtingen ontbreken, om hen in staat te
stellen de redenen te kennen die oorzaak zijn,
dat liet .vuur aan bakboord is voortgezet. In
die onderstelling zouden sommige afgelegen
visschersschepen later verward kunnen zijn
met de oorspronkelijke doelwitten en zoo
rechtstreeks beschoten. Daarentegen kunnen
andere-j getroffen zijn door een vuur, op meer
verwijderde doelwitten gericht.
De duur van het vuren aan stuurboord
is aan de meerderheid voorgekomen langer
te zijn geweest dan noodig was, zelfs wan
neer men zich plaatst op het standpunt van
de Russische lezing. Maar die meerderheid is
van oordeel dat zij, zooals reeds gezegd is,
niet voldoende is ingeHcht over de voortzet
ting van bet vuren aan bakboord. In ieder
geval stellen de leden der commissie er prijs
op eenstemmig te erkennen, dat admiraal
Rodjestwensky persoonlijk alles gedaan heeft
wat hij kon, van het begin tot het einde,
om te beletten, dat de als visschersschepen
erkende vaartuigen door het eskader onder
vuur werden genomen.
Hoe dit zij, nadat de Dimitri-Donskoi ten
slotte haar nummer had doen seinen, besloot
de admiraal het algemeene signaal van op
houden met vuren to geven. De sleep van
zijne vaartuigen zette daarop zijn weg voort
en verdween in het zuidwesten zonder te heb
ben gestopt.
Te dien aanzien zijn de leden der commis
sie eenstemmig om te erkennen, dat na de
omstandigheden, die aan het incident rijn
voorafgegaan, en die, welke het hebben doen
ontstaan, er aan het einde van het vuur vol
doende onzekerheid was over het gevaar, dat
de linie van vaartuigen liep, om den admiraal
te doen besluiten rijn weg te vervolgen. In-
tusscben betreurt de meerderheid der leden,
dat admiraal Rodjestwensky niet de voor
zorg heeft gebruikt, toen hij ging door het
nauw van Calais, de overheden van de nabu
rige zeestaten te verwittigen, dat hij genoopt
was geweest het vuur te openen op eene
groep visschersvaartuigen en dat die sche
pen, welker nationaliteit onbekend, was, be
hoefte hadden aan hulp.
Aan het einde van het rapport verklaren
de leden der commissie, dat de oordeelvellin
gen, di' er m rijn opgenomen, naar hun ge
voelen, niet van zoodanigen aard rijn om
eenige geringschatting te werpen op de mili
taire waarde en op de gevoelens van mensch-
lievendheid van admiraal Rodjestwensky en
van het personeel "an zijn eskader.
Het rapport bepaalt zich er toe, zooals
men riet., om de oorzaken en de gevolgen van
het incident in 't Hcht te stellen. De kwestie
van de schadevergoedingen, aan de slachtof
fers van het gebeurde toe te kennen, wordt
niet in het rapport aangeroerd. De Temps
verneemt, dat die zaak nu spoedig zal gere
geld worden door recht-streeksche onderhan-
deHngen tusschen Rusland en Groot-Brittan-
nië. Daarmede zal dan dit incident, dat een
oogenblik den vrede van Europa met ernstig
gevaai bedreigde, uit den weg geruimd zijn.
Men mag aannemen, dat dit zal zijn tot te
vredenheid van beide partijen. Wel spreekt
men in Engeland van eene diplomatieke ne
derlaag der regeering, maar nu de opgewon
denheid bedaard is, die in de laatste dagen
van October heerschte, zal men wel toegeven
toen wat te hard van stal te zijn gegaan. In
ieder geval wordt door deze uitspraak van
de internationale oommissie van admiraals
aan het incident eene eervolle begrafenis
verschaft.
Dultschland.
Berlijn, 25 F tbr. Bdj de behandeling van
de marine-begrooting in den rijksdag laakte
Be bel de agitatie voor de Ylootveree niging.
Hij werd tot de orde geroepen, toen hij Kar-
doff voor de voeten wierp, dat ook deze aan
het schaamtelooze systeem deelnam om de
lasten, die de vloot met zich brengt, door
indirecte belastingen op het volk te laten
drukken.
Bebel beweerde, dat Duitschland in 't ge
heel niet zulk een kolossale vloot behoefde.
Minister Tirpitz verklaarde, dat hij niet
geheel en al meeging met het bepaalde pro
gram, dat de Vlootvereeniging zich ten aan
zien van de schepenbouw gesteld had.
„De verbonden regeeringen," verklaarde
hij verder, „laten rich in hare besluiten niet
door hetgeen de vlootvereeniging nastreeft,
beïnvloeden. Dat de Duitsche vorsten het
streven van de Vlootvereeniging goedkeuren,
al is dit dan ook slechts in algemeenen zin,
is toch een heel natuurHjke instemming."
Ook de verdere debatten liepen hoofdza-
keHjik over het streven van de Vlootvereeni
ging
Bdj het Pruisische huis van afgevaardigden
zijn ter goedkeuring de verdragen ingediend,
die gesloten rijn met Mecklenburg-Sdhwerin,
Mecklenburg-StreHtz en. Lübeck, tot regeling
van de kwéstie der staatslotieriieai. Volgens
deze verdragen zullen de staatsloterij|en van
Meokleuburg em Lubeck met het einde van
de nu loopende loterij afgeschaft worden. De
drie staten verbinden rich, voortaan alleen de
Pruisische klassenloterij toe te laten. Schwe-
rin zal daarvoor eene jaarlij'ksche uit keering
van 400,000, Liubeck van 200,000 en Stirelitz
van 67,000 mairik ontvangen.
Frankrijk.
Gisteren is de bisschop van Agen (Lot et
Garonne) overleden. Zijn dood verhoogt het
aantal onbezette bisdommen in Frankrijk
tot elf.
Rusland.
In Moskou gaat het verhaal rond, dat
grootvorstin Elisabeth, op haar verlangen
den moordenaar van haren gemaal in zijne
cel heeft opgezocht om hem te ondervragen
over de drijfveer van rijn misdaad.
De grootvorstin vertoefde 30 minuten in
de cel. Toen zij buiten kwam, snikte de
moordenaar. Op hare vraag, waarom hij den
moord had gepleegd, moet de man geant
woord hebbenVoor het heal van Rusland
Moge God u vergeven, zou de grootvorstin
gezegd hebben.
Petersburg26 Febr. Ongeveer zestig per
sonen zijn. naar aanileidlng van die vermoor
ding van grootvorst Sergiua gevangen ge
nomen. Met betrekking tot den naam van den
moordenaar en de vraag af hij. medeplich
tigen heeft, is niets békend gewonden.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft het liberale Petersburgsche blad Russ
gestraft met intrekking van dè vergunning
tot den verkoop per nummer. Het blad had
de zonde begaan te zeggen, dat men aan alle
ministerieelo departementen het hoofd kwijt
was, en het verlangen uitgesproken, dat eene
grondwet zou worden uitgevaardigd in den
geest van het door de meerderheid van de
Zemstwo-vergadering te Petersburg opgestel
de ontwerp, waarbij het er op wees, dat de
inhoud van dit ontwerp het minimum van
de wenschen der Russische intelligentie uit
maakte.
Het Petersburgsche telegraaf-agentschap
is gemachtigd tot de verklaring, dat het be
richt, dat het opstellen van een wetsontwerp
betreffende de Semski Sobor aan eene bijzon
dere oommissie onder voorrittersohap van
den president van het roinister-oomité zal
worden opgedragen, ongegrond is.
De Russ verneemt, dat het minister-comi
té vond, dat de invoering vaji de Zemski So
bor geheel onbeantwoord'ende aan de wen
schen van het volk, zonder uitgebreide voor
bereidende werkzaamheden onmogelijk is, en
dat het de beraadslaging daarover voor on-
bepaalden tijd heeft verdaagd.
Moskou, 25 Febr. Alle letterkundigen, die
gisteren in hechtenis genomen werden, rijn
weder vrijgelaten, met uitsondering van Ain-
drejerw.
De correspondent van de Petit Parisian te
St. Petersburg heeft den jongen Russischen
schrijver ondervraagd, die met pope Gapon»
Rusland verlaten had. Gapon en rijn vriend
waren als boeren verkleed. Zij verheten Pe'
tersburg met een slede en lagen op heb stroo,
in de houding van dronken mensohen. Van
daar trokken zij naar Kroonstad en Wyborg.
Onderweg werden zij dikwijls door officieren
en politieagenten aangehouden.
Van Wyborg trokken rij per ijsslede over
zee naar Heisin fora, en van daar naar de
haven van Abo, waar rij zioh inscheepten
naar Zweden. Uit Zweden ging Gapon naar
Parijs en Genève.
Petersburg, 25 Febr. Op de werken van
Poetilow is de arbeid heden hervat.
Warschau, 25 Febr. Heden middag ver
trok de eerste trein op den WarscW»—
Weener spoorweg. Op de Weichselspoorwegen
duurt de staking voort.
Loegansk, 26 Febr. De arbeidera in de-ko-"
lenmijnen hebben het werk gestaakt.
Batoem, 26 Febr. De arbeiderswijk wordt
door troepen bewaakt. De stakers eischïu af
schaffing van eenige belastingen. Eeh onder
officier en een soldaat werden door rus^ vei -
stoorders aangevallen en gewond. In de stad
heerscht, vooral onder de vreemdelingen,
groote bezorgdheid.
Bakoe26 Febr. De bevolking verkeert in
eene gedrukte stemming. Op de beurs wor
den geene zaken gedaan. VertegeniwoordigerB
van de beurs, van bankinstellingen 'en van
industrieel© ondernemingen richtten een te
legram aan den president van het minister
comité, waarin zij verklaren, dat het nood
zakelijk is, dlat de Ozaar, met het oog op deir
dreigenden ondergang van handel on indus
trie, maatregelen necant tot bescherming van
leven en eigendommen.
Petersburg, 26 Febr. Ter verzekering van
een ge regelden spoorwegdienst is besomen,
dat de beambten van alle Russische spoor .ve
gen, met uitzondering van die in M'ldeu-
Arië, met- het oog op de staking als raiiira
ren, staande onder de krijgswet, behandeld
zullen worden.
Warschau, 26 Febr. Het regelmatige trein
verkeer tusschen Warechaii en Weenen is he
den hersteld. Voor het overige geschieR al
leen de dienst WarschauPetersburg op de
gewone wijze.
Dé oorlog in Ooot-Azië.
Van den oorlog rijn de volgende berichte®
Berlijn, 26 Febr. Prins Friedrich Leopold
vertrok hedenavond om 10.35 naar Genua,
om zdoh van daar naar Oost-Azië in te sche
pen.
Tokio, 25 Febr. De correspondent van
Reuter bij het hoofdkwartier van Koeroki
seint zonder datum, via Foesan 24 dezer
De afgeloopen week is een van de rustig-
sten aan het front geweeBt sedert den'slag
aan de Sjaho. De beide logers hebben he*
10 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
Nanni kwam naast hem staan en zag,
thans voor 't eerst, nieuwsgierig naar het
beeld op.
„O!" riep rijl alleen, maar dat „o" klank
veel meer als een uitroep van teleurstelling
dan van bewondering. Egbert kleurde en
strekte onwillekeurig als beschermend rijn
hand over rijn werk uit. Nanni had trouwens
niets kwaads in den zin.
Zijl stondl daar met over elkaar geslagen
handen en zag Egbert met haar donkere
oogen toornig aan.
jrZoQ:* begon rij op een. heftigen toon,
„daartoe heb je mij dus gebruikt! Heb ik
soms zullk geel, gemeen slordig haar, zulke
akelig groote, blauwgroene oogen? Van mij
staat ei- op dat beele doek niets dan de hals
ketting en. als je van plan was om die witte
„Hoogheid" te schilderen, dan hadt je haar
en niet mij moeten roepen."
„Nanni, hoe kun je zoo iets zeggen? Dat
is jouw neus, jouw mond, jouw kin ja, 't
is waar, het haar en de oogen rijn anders,
maar dat noemt men met een kunstterm
„idëaUaeeiren" en 'tis bovendien je eigen
schuld, want je hebt mij niet eens willen aan
zien
„O ja, en mijn haren rijh rood', geel en
zwlart, wanib dit heb je gezegd I Weet je wat,
schiildér gij maar de prinses, dlie heb je met
vier kleuren wit, geel, blauw en groen
kant en klaar."
En terwijl rij zich meer en meer opwond,
sprongen haar de tranen in de oogen, zoodat
zij in 't volgend oogenblik haar gelaat, snik
kend in de handen verborg.
„Maar Nanni, Nanni!" riep Egbert, die
zelf doodelijk verlegen en verward! tusschen
haai" en het doek stond.
„Ik bid je, schrei zoo niet, dat kan ik niet
aan, zien," zeide hij, zijn hand op haar arm
leggend. Maar Nanni slootte die hand van
zich af en zocht voor een oogenblik haar trai-
nenvloed te stuiten.
„O, ga je niet inbeelden, dat ik hier sta te
schreien, om jou of om die malle prinses
neen, haal je zulke dingen maai' nooit in 't
hoofd!"
Daarop Hep rij) eensklaps weg en de jonge
schilder deed ditmaal geen poging meer om
haar terug te houden. Hij! fronste de wenk
brauwen, staarde een oogenblik naar de deur,
waardoor het meisje von hem was wegge-
loopen en keerde daarop naar rijm werk te
rug.
„Wat kau rij toch nog erg kinderachtig
zijn, die Nanni," bromde hij, maar terwijl
hij dat deed, verdiepte hij rich onwillekeu
rig weder in de beschouwing van het beeld.
„Jas het lijikt werkelijk een heel klein
txetje op de prinses," zeide liij lachend. „Wel
Cmer, dat ik haar overdag in 't geheel niet
j te zien gekregen."
Nanni had intusschen 'haar tranen ge
droogd, en zich huiswaarts begeven met 'liet
vaste besluit om „dien. Egbert," zoolang de
vacantie zou duren, in 'tgeheel niet weer te
zien. Thuis gekomen, hoorde zij van haar
moeder, dat de prinses er weer was geweest
en inu ook den bewlisten ring had gekocht en
meegenomen.
„Zij zeide, dat ze die sphinx maar niet bad
kunnen vergeten," vertelde Nanni's moeder,
.,en daarbij moet zeker een bizondere aardig
heid in het spel riin geweest, want do profes
sor van den burcht en de oude hoer en de
dame, die l>ij: haar waren, lachten alle drie,
toen, ze dat zoo vertelde. De prinses heeft
ook dadelijk den ring aan haar vinger gesto
ken en toen zag ik wat goed, dat zij> een
beetje kleurde! Je weet niet, hoe mooi ze
toen was, kind! De professor kon dan ook
zijn, oogen niet van haar af houden. Daar
hadt je bijl moeten rijn, Nanni
Het werd voor Nanni van de Kramer-
miarkt een zeer nare achtermiddag en avond.
Den volgenden avond voltooide Egbert
zijin schets zonder model.
In plaats van het donkere kleedje, door
Nanni gedragen, schilderde hij een licht, mo
dern gewaad, Het de handen van zijn beeld
rusten op een balLustradlo en omringde die
met klimop en wingerdranken, die zich bene
den om eon gothieken muur boog slingerden
het was zoodoende een afbeelding gewor
den van de prinses, geHjk hij haar des avonds
op den burcht had gezien, en Egbert had rijn
plan om een schets van rijn moedter to geven,,
reeids lang laten varen.
De professor was dien dJag veetl stiller dam
gewoonlijk en plaagde geen memsch. Des
avonds ging hij niettemin naar rijm gewone
sociëteit, dronk daar zes groote glazen bier
en Hep toen langs het hotel, waar de prinses
hocl gelogeerd. Hij zag naar hare venstors op
gaf zichzelf een aantal minder vleiende be
namingeni als: „gek ezel schaapskop
en begaf rich daarop, wat geruster, naar
huis.
Nanni was den gehoelen dag met haar va
cant iewerk bezig geweest, vertelde des avéndls
dat rij, zware hoofdpijn had) en ging, toen het
nauwelijks donker was geworden, naar bed
en de prinses, die Egbert aanleiding had
gegeven om het beeld van de dochter des pa
triciërs om te scheppen in haar beeld) en zoo
wel de oorzaak Was van des professors stik
zwijgend heid als van Naniü's leerlust, was
op den morgen van dtienzelfden dag uit Neu
renberg vertrokken.
„Een gezellig mensch, die professor," zeide
tante Amua, toen de reis tot het eerste spoor
wegstation nagenoeg in volkomen stilzwijgen
door de otns bekende reizigers was afgelegd.
De prinses lachte en, zag liaar oude vrien
din een weinig spottend aan.
„Ik durf wedden, dat ge hem mijn levens
geschiedenis hebt verteld --leg uw hand op
't hart, tante Anna, en biecht mij dan eens
eerlijk de waarheid."
Tante had het op eens erg druk met iets
inj liaar vailies te zoeken.
„Nu ja," bekentdie rij, „zoo'n paar losse aan-
wijpdngen rijn mij misschien wel ontvallen
„Tante Antta>, tante Anna, ge zult het nog
zobver brengtn. dat wildvreemde mensch en
u mijn geschiedenis gaan vertellen, zoo be
kend zal ze op 't laatst rijn ik. zelf begin
zt', om u de waarheid te zeggen, al tamelijk
vertvelend te vinden."
Zij drukte zich diep in de kussens van den
coupé en gaf rich geen moeite om den slaap,
die bij haar opkwam, te onderdrukken.
HOOFDSTUK IV.
Dén volgenden morgen zat de prinses in
een vriendelijke kamer van het netel Bel:
lerne te Dresden en zag op de Elbe beneden
haar, toen de heer von Lewosky rich hij) haar
kwtam aanmelden met dé vraag of Hare HCag
heid reeds eenige beschikkingen voor dien
dag had genomen.
Haar Hoogheid had dat niet en zag ook
niet in, waarom het noodig zou rijn, derge
lijke beschikkingen vast te stellen.
„Zie eens," zeide zijl, „we gaan, wat in da
galerij, gébruiken 'het diner op het Brühlsdha
terras en doen dan verder, wat het hart aus
op dat oogenblik ingeeft."
„Het is maar," 'bracht Lewoeky in 't mid
den, met een wonderlijk in- en uitslaan va»
de vingers zijner rechterhand, een hebbelijk-
heid, die de prinses „Lewoeky'a verlegenheids
manuaal" noemde, „het is maar, riet U, om
dat de graaf von Lantaarn heeft laten vragen
op welk uur hij Uw Hoogheid rijn opwach
ting zou kunnen maken."
„Graaf Lanteauï" herhaalde de prinses,
„ie die hier en hebt ge'hem al gezien? Waar
om zegt g© dat dan niet dadelijk, mijn goede
Lewosky? Ge weet toch wel, dat ik veel meec
gesteld bon op ee»r* reohtsbrooksohe vraag dari
op alles wat naar draaierij zweemt."
Lewosky had weder rijn „verlegenheids-
manuaal.1'
„Met uw welnemen. Hoogheid, maar
„Nu, nu, 'tis goed, vriendlief! Waar hebt
gij' deru graaf van morgen al vroeg gezien f
Anders ligt hij om dessen tijd vam denr dag
nog goed' en wel te slapen, geloof ik."
„Pardon, maar 't is al over tienen en de
graaf legeert ook in dit hoteL"
„In dit hotel? Wel, dat treft al aser toe
vallig!"
Worét vervolfé;