M°. 241. Eerste Blad. Zaterdag 4 Maart 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. 3"a Jaargang. RSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen ens., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DEB ADVERTENTIËN Yan 15 regels •••••••••••••f 0.75. Elke regel meer0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot het herhaald adverteoren in dit Blad bij abonnement Eens cironlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicbt President Roosevelt en de Amerikaansche senaat. Heden begint de nieuwe ambtstijd van Theodoor Roosevelt als president der Ver- eenigde Staten. Tot dusver bekleedde hij dit ambt tengevolge van den dood van Mac Kin ley door moordenaarshand, waardoor hij van vioe-presddent opklom tot de waardig heid van president. Thans bekleedt hij die plaats gedurende vier jaren, daartoe geroe pen door de stemmen van de groote meer derheid van de stemgerechtigde burgea's der Vereenigde Staten. Bij de stemming, die in November jl. heeft plaats gehad, is het persoonlijke gezag, dat Theodoor Roosevelt geniet, van grooten in vloed gerweest. Hij geniet onder het volk eene groote mate van populariteit. In zijne verhouding tot het congres echter is het niet altijd couleur de rose. Een sprekend bewijs daarvan heeft men kort geledein gezien, toen de Senaat een spaak in het wiel van den president stak door de wijziging, die hij ge bracht heeft in de door de regeering van de Unie met een zevental Europeeecihe sta ten gesloten arbitrageverdragen. Krachtens art. 2 (paragraaf 2) van de grondwet der Vereenigde Staten moesten deze verdragen onderworpen worden aan de bekrachtiging van den Senaat, die met twee derden van de stemmen der tegenwoordige leden er zijne goedkeuring aan moest ver- leenen. Wat hunne algemeene strekking be treft, kwamen de verdragen nagenoeg over een met die, gesloten tusschen verschillende Europeesohe Staten. Het was dus geen ver bintenis van verre strekking, die de contrac- teerende partijen aangingen, want in al de verdragen komt de bepaling voor, dat van do geschillen, die aan arbitrage kunnen worden onderworpen, zijn uitgesloten die, waarbij de eer of een levensbelang van do contractanten of de belangen van derden betrokken zijn. De aan den Senaat voorgelegde verdragen bevatten echter een artikel, inhoudende dat in ieder bijzonder geval de contracteerende partijen, alvorens zich te wenden tot het permanente arbitrage-hof, eene bijzondere „overeenkomst" zouden sluiten, duidelijk om schrijvende de in geschil zijnde vragen, de taak en de bevoegdheden van de scheids rechters, de voor de instelling van een scheidsgerecht te bepalen termijnen en de verschillende bijzonderheden van de proce dure. De tekst van dit artikel kende dus aan het uitvoerende gezag het recht toe om zelf tot de arbitrage zijne toevlucht te ne men, zonder de medewerking van den Se naat in te roepen, want krachtens de Ameri kaansche grondwet moeten slechts „verdra gen" aan de bekrachtiging van dit staats lichaam onderworpen worden en niet een voudige „overeenkomsten". De Senaat heeft echter dat recht niet aan het uitvoerend ge zag willen geven, en hij heeft daarom de verdragen, die hem waren voorgelegd, ge amendeerd, door in het aangehaalde artikel het woord „verdrag" in de plaats te stellen voor „overeenkomst". Men voelt dat de procedure, die door den nieuwen tekst noodig wordt zoo dikwijls men een geschil ar.n arbitrage wil onderwerpen, wel niet het inroepen van eene scheidsrech terlijke beslissing onmogelijk maakt, maar dat praktisch toch illusoir maakt. Het wel slagen hangt in zoodanig geval af van de vlugheid waarmee men de geschillen uit den weg geruimt. Maar dat succes wordt in gevaar gebracht, wanneer men aan de debatten van eene politieke vergadering de tusschen de regeeringen gesloten overeenkomsten moet onderwerpen. President Roosevelt had, voordat de Senaat zijn besluit nam, aan den voorzitter van de commissie voor buiten land- sche zaken geschreven, dat de aanneming van het amendement de zaak van de arbi trage een stap achteruit zou brengen in plaats van vooruit, dat de verdragen daar door waardeloos zouden worden en dat hij daarom, als het amendement werd aangeno men, de aldus gewijzigde verdragen niet ter ratificatie aan do Buropeesche regeeringen zou voorleggen. Dat heeft de commissie niet weerhouden het amendement eenstemmig aan te bevelen. De Senaat heeft het daarop aangenomen met 50 tegen 9 stemmen. De voorstemmers verzekeren, dat hunne stem niet bedoelde eene manifestatie tegen het beginsel der arbitrage, maar alleen de hand having van de „treaty making power" (de bevoegdheid om verdragen te sluiten), die de grondwet den Senaat toekent. Er is geen reden om aan die verzekering te twijfelen. Dat belet echter niet, dat de door de regee ring der Vereenigde Staten met de Europee sohe regeeringen gesloten verdragen door deze beslissing als vernietigd kunnen worden beschouwd. President Roosevelt schijnt het nu te wil len beproeven over een anderen boeg. Hij doet moeite om het bijeenkomen te verhaas ten van de tweede Haagsche conferentie, met het doel om aan de orde te stellen het sluiten van eene algemeene arbitrage-over eenkomst tusschen alle staten op den grond slag van het Engelsch-Fransehe verdrag. Dat doet echter het feit van de door hem geleden nederlaag niet te niet. Niet alleen daarom verdient dit votum vau den Amerikaanschen Seuaat de aan dacht. Het is een bewijs, dat die vergade ring aanspraak maakt op het recht om een zijdig wijziging te brengen in een internati onaal verdrag. Gewoonlijk neemt een parle ment, dat over een verdrag heeft te beslis sen, het aan of verwerpt het. Misschien noo- digt het de regeering uit nieuwe onderhan delingen te openen met de andere partij, maar het amendeert het verdrag niet.. De Amerikaansche Senaat echter had het recht van amendement reeds vroeger aan gewend in een ander geval, van veel meer belang dan het tegenwoordige. Het eerste verdrag, dat met Engeland ge sleten was over het Panama-kanaal, is dcor den Senaat zoo belangrijk gewijzigd, dat het daardoor voor Engeland onaannemelijk werd. Dit nieuwe geval, dat op zeven verdragen te gelijk betrekking heeft, is eene aanwijzing, dat de diplomatie voortaan rekening zal moe ten houden met de macht van den Senaat om verdragen te wijzigen. Verder blijkt uit deze door den Senaat genomen beslissing, dat dit. staatslichaam zich voorneemt eene deugdelijke controle uit te oefenen op de buitenlandsche politiek van de regeering. Nog een tweede bewijs daar van heeft «men onlangs gezien, toen de Se naat verlangde, dat het „protokol", dat is op gemaakt van de met dc republiek Sint-Do mingo gesloten regeling, zou worden veran derd in een „verdrag", opdat niet zonder zijne uitdrukkelijke toestemming bet ver momde protectoraat van de Vereenigde Sta ten over dien staat zou kunnen worden ge vestigd. Aan dit verlangen is voldaaneen wetsontwerp, waarbij de bekrachtiging wordt aangevraagd, is bi den Senaat ingediend. Ten overvloede heeft staatssecretar s Hay aan den vertegenwoordiger van Haiti, den anderen negerstaat op dit eiland, de uitdruk kelijke verzekering gegeven, dat de Unie niet voornemens is door annexatie of op andere wijze bez-t van Haiti of Sint-Domingo te nemen of zijn invloed in die richting uit te breiden. Hier heeft president Roosevelt dus klaar blijkelijk water in zijn wijn moeten doen, zonder dat echter daardoor de afdoening van de zaak nog in deze zitting verkregen is. Misschien is hij daartoe ook genoopt ten aan zien van Venezuela. Den 31. December van het vorige jaar heeft de regeering van de Unie aan Venezuela een ultimatum gericht, waarin de vervulling verlangd werd van de verplichtingen, die deze staat in het protokol van 1903 op zich genomen heeft, met bedrei ging, jat als daaraan niet werd voldaan, eene vloot zou worden gezonden om de havens- en tolkantoren van La Guaira, Puerto Cabello en Maracaibo in bezit te nemen. De gestelde termijn van 60 dagen is den 1. Maart verstre ken. Men heeft echter nog niet gehoord van maatregelen tot uitvoering van de bedrei ging met maatregelen van dwang. Wel is op het laatste oogenblik een Venezolaansche politicus, Jozef Andara genaamd, naar Wash ington gegaan om uitstel vau de executie te vrage i op grond, dat er eene revolutie te gen prcs'dent Castro, in de maak is. De vraag komt dus hierop neer, (Jat er geduld zal wor den geoefend totdat Castro zal zijn afgez t. Maar Castro heeft reeds over zóó vele revolu- tiën gezegevierd, dit het wel eenigzins twij felachtig lijkt cf het zal gelukken hem af te zetten. Of dus president Roosevelt en zijn raadsman in het buitenlandsche beleid hierom de aangekondigde onderneming tegen Vene zuela kunnen uitstellen, valt te betwijfelen... tenzij zij zelven den beer Ardsra hebben laten komen om zich een gepast voorwendsel te ver schaffen tot uitstel van de strafexpeditie. De stemming schijnt d-arv>_>or n et zeer gunstig te zijn. en dat noopt president Roosevelt tot inbinden. Dultschland. Volgens de National Ztg. zal de Keizer, die de reis naar de Middellandsche zee niet over land maar over zee zal doen, voor zoo ver tot dusver bepaald is, in Lissabon eene ontmoeting hebben met het Portugeesche Ko ningspaar. Vooraf zal de Keizer te Vigo door een lid van het Spaansche koninklijke buis begroet worden. De ontmoeting met den Ko ning van Italië zal waarschijnlijk plaat3 heb ben in een haven van de Middellandsche zee. Frankrijk. De ontdekkingsreiziger Savorgnan deBraz- za, de grondlegger van het Fransche gezag in het Congo-gebied, is door den minister van koloniën belast met eene zending naar du gebied. Hij moet in de eerste plaats e ;n on derzoek instellen naar de onlangs aan hoi licht gekomen wreedheden, die door Fran sche ambtenaren tegen inboorlingen ziju ge pleegd. Zijne zending is echter nog var rui meren aard. Hij zal niet alleen rapport moe ten uitbrengen over den moreelen en malc. rieelen toestand der koloniale ambtenaren, over de behandeling der inlanders en de veiligheid der Europeanen, maar ook over den gckeelen cconomischen toestand der ko lonie en hare politieke toekomst. Ëngeiand. De aanhangers van Chamberlain, die togen de vrijhaudelaars onder de regeeringspartij de taktiek hebben aangenomen om tegen hun ne cventuecle nieuwe candidaatstelling in het geval der ontbinding van het lagerhuis te ageeren, lokken daardoor eene tegen-actie uit, die kenachtsend is voor de in den boezem der regeeringspartij bestaande verhoudingen. Het plan om tegen lord Hugh Cecil, den jongsten en bekwaamsten der zoons van den overleden marlries van Salisbury, een anderen conservatief als candidaat te stellen, die in de tariefkwestie de richiing van Chamberlain volgt, heeft bestrijding gevonden bij den „chief whip" van de unionistische partij, die zich schriftelijk aldus heeft uitgelaten„De hoofdbedenking, die tegen lord Hugh Cecil wordt ingebracht, is dat hij tegen de regee ring gestemd heeft of zich van stemming ten haren gunste bij voorstellen betreffende de fiscale kwestie onthoud* a heeft. De eerste minister heeft echter verklaard, dat de fis cale kwestie op zich zelf niet kan worden beschouwd als criterium, van trouw aan de partij. Men verzocht mij, de ondersteuning van bet centrale bureau van de partij te ont trekken aan een man, die, afgezien van de fiscale kwestie, een trouw partijlid was. Het spijt mij, iraar ik kan noch lord Hugh mijne ondersteuning onttrekken, noch tegenover hem eene onzijdige houding aa in emeu." Met d ze verklaring kan a' j herroepen be schouwd worden do verklaring van den eer sten minister Arthur Balfour van 26 Juni 1903, waarui werd gezegd„Ik erken dat ik ^oorspronkelijk de fiscale kwestie als eene open kwestie behandeld wilde zien, maar noch mij ne ambbgenooten in het kabinet, noch het lagerhuise noch de kiezers hebben dat gewild. Zij hebben anders besloten, en ik geloof, dat zij daarin gelijk hadden. Italië. Volgens de berichten, is het einde van de obstructie van de spooiwegbeambten nabij. Het blijkt, dat bet personeel niet in staat is de obstructie vol te houden, zoodat zij van zelf te niet gaat. Spanje. De minister van buitenlandsche zaken heeft den ministerraad medegedeeld, dat hij voornemens is de in de Spaansche bezittingen in West-Afrika, derhalve hoofdzakelijk op Fernando Po en aan de kust tusschen Ka meroen en Fransch Congo beschikbare kroon landen aan de meest biedenden te verkoopen. Rusland. Petersburg, 3 Af aart. De Regeeri ngsbod e bevat een manifest van den Keizer, waarin op de zware beproevingen gewezen wordt, die op Rusland worden gelegd. Terwijl de bloe dige oorlog in Oost-Azië om de eer van Rus land en om de heerschappij in de wateren van den Grooten oceaan van het Russische volk eene belangrijke inspanning van kraan ten verlangt, barstten in het vaderland zelf woelingen uit. De leiders van de oproerige beweging deden aanslagen op de heilige kerk en de door de wetten gevestigde grondslagen van den Russischen staat in de hoop een nieuw landsbestuur op een voor het Russische vaderland niet passenden grondslag te kunnen oprichten. De aanslag op grootvorst Sergius beleedigt d'iep het nationale gevoel van ieder, wien de J eer van den Russischen naam dierbaar is. Met de gebeden van de orthodoxe kerk en onder de banier van de keizerlijke macht kwam Rusland reedis dikwijls oorlogen en woelingen te boven. Maar de in den laatsten tijd in het binnenland heerschende onrust maakt het ons tot plicht de regeeringsmstel- lingen en alle overheden aan hun diensteed te herinneren cn hen aan te sporen hunne opmerkzaamheid te versoherpen tot hand having van de orde, in het vaste bewustzijn van hunne zedelijke en ambtelijke verant woordelijkheid jegens troon en vaderland. Aanhoudend bedacht op het welzijn van h t volk, in het vaste vertrouwen, dat God! aan onze wapenen de overwinning zal schen ken, roepen wij de goedgezinde lieden van alle standen op zioh bij ons aan te sluiten tot het heilige, groote werk der overwinning van den buitenlaradsohen vijand en de uitroeiing van het oproer in het land. Daar slechts bij eene rustige stemming van de gefoeele bevolking het mogelijk is onze bedoelingen, die gerioht zijn op de vernieu wing van het geestesleven van het volk, op de versterking van zijn welstand, op de vol making van de staatsorde door te voeren, moeben alle Russische onderdanen, die eerlijk en nauwgezet met ons voor de zaken van den staat zorgdragen, zich vast aan den troon scharen. Petersburg, 3 AI aart Een keizerlijk besluao. beveelt, opdat het aan alle trouwe onderdanen mogelijk zal zijn gehoord te worden, dat aan den onder voorzitterschap van den Keizer staanden ministerraad ook worde opgedragen de kennisneming van en de beraadslaging over door bijzondere personen, en instellingen aan den monarch gerichte uitingen en gedachten en wenschen, betreffende de volmaking van 't staatsbestuur en de vragen, die betrekking hebben op de verbetering van den volkswel stand. Petersburg, 3 Alaart. (Peter3burgsch tele- graaf-agentschap). Morgen zal de ukase over de deelnemiag van de bevolking aan de wet geving openbaar gemaakt worden. J Maart. In een uitvoerig schrijven aan den minister van binnenlandsche zaken ver klaart de Keizer, dat hij besloten heeft aan de waardigste, het vertrouwen van het volk genietende, door de bevolking gekozen man nen de deelneming aan de samenstelling van ea de beraadslaging over ontwerpen vau wet- gc venden aard op te dragen. Hij, de Czaar, voorziet ten volle hoe ingewikkeld en moeielijk de verwezenlijking van deze her vorming is met onvoorwaardelijke handha ving van de grondwetten des rijks in al hunne onwrikbaarheid. Hij heeft daarom, de ervaring en kalme zekerheid van den minis ter van binnenlandsche zaken erkennen de, besloten eene bijzondere commissie te be noemen met dezen minister als voorzitter, om te beraadslagen over de middelen tot ver wezenlijking van zijn keizerlijken wil. PetersburgMaart. De overgroote meer derheid in de groepen van de arbeiders wei gert over te gaan tot het verkiezen van ver tegenwoordigers der arbeiders in de door den staatsraad Sohidlowsky gepresideerde com missie, omdat de waarborgen ontbreken voor de persoonlijke veiligheid van de vertegen woordigers. Zij willen eene algemeene staking beginnen. Petersburg, - Af aart. De opperbevelhebber van de vloot in de Oostzee maakte, vo.gens de Nowoje Wnemja, bekend, dat hij met kracht zal optreden tegen de pogingen van kwaadgezinden om de matrozen in Kroonstad op te ruien. Voor de bescherming van ieder, die verder eene correcte houding wil bewaren, is voldoende gezorgd. Heden en volgende da gen wordt de militaire bescherming versterkt, 15 Roman van MORITZ VON REICHENBACH. „Hebt gij 'tgevonden, graaf?" vroeg zij, doch Lantzau schudde het hoofd. „Het medal jon helaas niet," aeide hiji, „maar toch iets anders, waarnaar ik zoolang gezocht had', n. 1. de gedegenheid oan een minuut met u alleen te zijn." ,JZoudt gij soms op dit oogenblik een nieuw sonnet vain u willen voordragen?" „O scherts niet prinses, ik bid uDc kan u niet zeggen, hoe ik naar zulk een oogen blik als dit heb verlangd en boe dikwijls ik daarvan heb gedroomd sinds ik genoodzaakt was u te San-Remo zoo plotseling te verla ten; en toen ik u daarstraks hoorde zeggen, dat gij zooveel hieldt van het bosch, omdat het, naar 'tu voorkwam, in zijn schaduw menig geheim moest verbergen, dacht ik er aan, welk een wondervol geheim het ons zou kunnen openbaren, als ge mij» wildet toe staan u al datgene te zeggen, wat er omgaat in mijjn hart, als ge mij van uw kant vrien delijk te woord wildet staan." De prinses was eenigszins bleek geworden en antwoordde met eon© afwerende bewe ging: „We zijn tot nu toe goede vrienden ge weest. graaf Lantzau, zet die vriendschap niet op het spel, want zij is alles wat ik u geven kan,, alles wat ik over 't algemeen te geven heb." „Alles wat gij te geven hebt Bemint ge dus iemand anders?" „Neen, dat doe ik niet overigens hebt gij 't recht niet, mij zulke vragen te doen. Ik heb alles gezegd, wat ik te zeggen had.' „Prinses!" „Ga, nu heen, en wees verstandig, graaf!" „Mag ik dan geen hoopi koesteren in 't geheel niet?'' De prinses fronste de wenkbrauwen. „Victorie, gevonden!" riep de vroolijke stem van den baron op eemgen afstand. De prinses verhaastte haar tred en spoedig had- :i rillen zich om/ den gelukkigen vinder ver- eenigd, die op een theatrale wijrae voor de prinses een knie boog en haar op een varen blad het teruggevonden medaljon aanbood. De prinses dankte hem, nam zijn arm en zoo werd de terugtocht aanvaard. Hoeveel moeitei de baron zichi daarvoor ook getroostte, het gesprek wilde niet meer vlotten. Graaf Lantzau had hoofdpijn gekregen, Lewosky scheen al even ontstemd te zijn als bij en de vroolijkheid der prinses ws blijkbaar eenigs zins gemaakt. De baron scheen! dat echter niet zoo op te merken. Hij' zelf was inderdaad prettig ge stemd en daar de prinses hem op zijn vrien delijke en schertsende woorden nooit het ant woord schuldig bleef, bekommerde hij zich om de stilzwijgendheid der anderen a' zeer weinig. Toen men weder op de stoomboot was, trok Lantzau zich vanwege zijn hoofdpijn in de kajuit terug en tante Anna wilde van Lewos ky een nauwkeurige beschrijving en verkla ring hebben van de werking van het roer en van de stoommachine, die het schip in be weging hield, en vertelde daarbij), dat zij al tijd zooveel belang in die dingen had gesteld j maar zie eigenlijk nooit goed begrepen had. Kortom, tante Anna hield den „reismaar schalk" druk aan de praat, en intuaschen bleef de baron aan do zijde der prinses. Zij zagen in het water naar het zilverachtig kielsop, want de maan was juist boven een beuvelrij opgekomen en weerspiegelde zioh thans in do Elbe. De avondwind; die langs bloeiende wijn gaarden en tuinen streek, bracht heerlijke geuren over het watervlak en de prinses, die daarbij diep ademhaalde, riep bijna onwille keurig uit; „O, wat een prachtige avond!" „Ja, indlerdaad' prachtig," herhaalde de baron, maar zijn blik zag niet meer naar het water beneden hem, maar was veeleer ge vestigd op het gelaat der prinses, en in zijn stem, die anders zoo vroolijk en zorgeloos klonk, trilde een dieper toon, dien de prin ses tot heden toe nog niet van hem had ge hoord; en die haar aanleiding gaf, zich dieper over het ijzeren hekje der verschansing heen te buigen. „Wat zoekt ge daar eigenlijk, prinses?" vroeg de baron, ,,'t Is zoo koel daar beneden en wij beiden houden, denk ik, meer van het warme zonnige leven Zij zag naar hem op. Uit haar observatie-post bemerkte tante Anna. hoe die twee daar bij het heldere maanlicht vlak bij elkander stonden en hoe de baron het hoofd dichter naar de prinses averboog. Zij meende wel te weten, wait zij elkander te zeggen hadden en mot het on vermijdelijke zuchtje legde zij haai- hand op Lewosky s arm, om hem zoodoende te belet ten het onderhoud van daarginds te gaan verstorenwant de baron was nu eenmaal haar gunsteling en dat hij hier in Dresden Maecha weder had ontmoet onze lezers ■hebben het reeds geraden was haar werk geweest. Eindelijk ec' ter was het met Lewosky's geduld gedaan. Hij zeide, dat hij eens moest gaan zien naar den graaf, die ernstig onge steld' scheen te zijn geworden en daalde dus de kajuitstrap af. Tante Anna bleef alleen. Met gevouwen handen zag zij hemelwaarts, wisohte zich daarop tranen van ontroering uit de oogen en wachtte met stille berusting op de dingen, die komen zouden. De stoomboot was Dresden weder gena derd. Lewosky verscheen met den graaf on het. dek en de prinses kwam naar haar tante toe. Met gespannen aandacht zag de oude dame Mascfaa in 't gelaat en vond, dat zij er zoo bleek uitzag. De prinses vroeg rret een anders haar on gewone, bijna zenuwachtige gejaagdheid naar haar plaid, waaier en parasol, de baron begon met gemaakte levendigheid een driïk gesprek met Lewosky over een hem zeer on verschillig onderwerp en graaf Lantzau in formeerde bij tante Anna, of deze niet koud was geworden op het dek. Zoodra de stoomboot bij de landing/plaats lag vastgemeerdi, nam de prinses den arm van tante Anna en liep met haar over de brug naar den walkant. Toen zeide zij, dat de hoeren zeker nog wel het een of ander zouden willen gebruiken en verzocht zij hun dringend, zich niet door haar te laten sto ren: zij zelve was vermoeid en wilde maar liever dadelijfk naar huis gaan. Tante Anna dacht stellig, dat de beide hoeren, of althans een hunner, er op zouden aandringen om de prinses naar haar hotel te geleiden, doch tot hare niet geringe be vreemding namen zij beiden aan de landings plaats afscheid en dat wel met eene in het oogloopende afgemetenheid, die haar hart pijnlijk trof. Door Lewosky's bijzijn werd zij verhin derd Maecha iets te vragen en zoo bereikte ons drietal, zonder dat er een woord van eonige beteekenis gewisseld was, het hotel, waar de prinses zich terstond! in haar kamer terugtrok. Tante Anna stuurde zoo gauw mogelijk de kamenier wieg en klopte toen aan Ma- scha's deur. Maar de deur was en bleef dicht en daarachter bleef alles stil. Tante Anna moest tot den volgenden morgen wachten. De prinses was infcussoben op een divan neergevallen en hieldl het gelaat tegen de beide handen, die zij om een der leuningen had geslagen, vast aangedrukt. Lang bleof zij zoo zitten, zonder zioh zelfs te verroeren. Toen stond zij cp on trad op een der ven sters toe. „Van morgen was ik zoo gelukkig," mom pelde zij, „en nu Er blonken tranen in haar oogen. „Waar om toch is een ongedwongen verkeer met menschen, dio men werkelijk genegen is, niet mogelijk, waarom moet de liefde iedere vriendschappelijke toenadering voor mij be derven? Ik houd werkelijk van dien Feld- heim en ook Lantzau mag ik ga ar no waar cm kunnen wij dan geen vrienden en goede kameraden zijn? Waarom moesten zii beiden mij van liefde gaan sprekwn O, ik wilde, dat ik ze niet had weergezien Wordt vsrtolgé.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1