M°. 241. Eerste Blad.
Zaterdag 4 Maart 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
3"a Jaargang.
RSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Doze Courant verschijnt Dagelijks, met uitsondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen ens., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DEB ADVERTENTIËN
Yan 15 regels •••••••••••••f 0.75.
Elke regel meer0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeellge bepalingen tot
het herhaald adverteoren in dit Blad bij abonnement Eens
cironlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicbt
President Roosevelt en de
Amerikaansche senaat.
Heden begint de nieuwe ambtstijd van
Theodoor Roosevelt als president der Ver-
eenigde Staten. Tot dusver bekleedde hij dit
ambt tengevolge van den dood van Mac
Kin ley door moordenaarshand, waardoor hij
van vioe-presddent opklom tot de waardig
heid van president. Thans bekleedt hij die
plaats gedurende vier jaren, daartoe geroe
pen door de stemmen van de groote meer
derheid van de stemgerechtigde burgea's der
Vereenigde Staten.
Bij de stemming, die in November jl. heeft
plaats gehad, is het persoonlijke gezag, dat
Theodoor Roosevelt geniet, van grooten in
vloed gerweest. Hij geniet onder het volk
eene groote mate van populariteit. In zijne
verhouding tot het congres echter is het niet
altijd couleur de rose. Een sprekend bewijs
daarvan heeft men kort geledein gezien, toen
de Senaat een spaak in het wiel van den
president stak door de wijziging, die hij ge
bracht heeft in de door de regeering van
de Unie met een zevental Europeeecihe sta
ten gesloten arbitrageverdragen.
Krachtens art. 2 (paragraaf 2) van de
grondwet der Vereenigde Staten moesten
deze verdragen onderworpen worden aan de
bekrachtiging van den Senaat, die met twee
derden van de stemmen der tegenwoordige
leden er zijne goedkeuring aan moest ver-
leenen. Wat hunne algemeene strekking be
treft, kwamen de verdragen nagenoeg over
een met die, gesloten tusschen verschillende
Europeesohe Staten. Het was dus geen ver
bintenis van verre strekking, die de contrac-
teerende partijen aangingen, want in al de
verdragen komt de bepaling voor, dat van
do geschillen, die aan arbitrage kunnen
worden onderworpen, zijn uitgesloten die,
waarbij de eer of een levensbelang van do
contractanten of de belangen van derden
betrokken zijn.
De aan den Senaat voorgelegde verdragen
bevatten echter een artikel, inhoudende dat
in ieder bijzonder geval de contracteerende
partijen, alvorens zich te wenden tot het
permanente arbitrage-hof, eene bijzondere
„overeenkomst" zouden sluiten, duidelijk om
schrijvende de in geschil zijnde vragen, de
taak en de bevoegdheden van de scheids
rechters, de voor de instelling van een
scheidsgerecht te bepalen termijnen en de
verschillende bijzonderheden van de proce
dure. De tekst van dit artikel kende dus
aan het uitvoerende gezag het recht toe om
zelf tot de arbitrage zijne toevlucht te ne
men, zonder de medewerking van den Se
naat in te roepen, want krachtens de Ameri
kaansche grondwet moeten slechts „verdra
gen" aan de bekrachtiging van dit staats
lichaam onderworpen worden en niet een
voudige „overeenkomsten". De Senaat heeft
echter dat recht niet aan het uitvoerend ge
zag willen geven, en hij heeft daarom de
verdragen, die hem waren voorgelegd, ge
amendeerd, door in het aangehaalde artikel
het woord „verdrag" in de plaats te stellen
voor „overeenkomst".
Men voelt dat de procedure, die door den
nieuwen tekst noodig wordt zoo dikwijls men
een geschil ar.n arbitrage wil onderwerpen,
wel niet het inroepen van eene scheidsrech
terlijke beslissing onmogelijk maakt, maar
dat praktisch toch illusoir maakt. Het wel
slagen hangt in zoodanig geval af van de
vlugheid waarmee men de geschillen uit den
weg geruimt. Maar dat succes wordt in gevaar
gebracht, wanneer men aan de debatten
van eene politieke vergadering de tusschen
de regeeringen gesloten overeenkomsten
moet onderwerpen. President Roosevelt had,
voordat de Senaat zijn besluit nam, aan den
voorzitter van de commissie voor buiten land-
sche zaken geschreven, dat de aanneming
van het amendement de zaak van de arbi
trage een stap achteruit zou brengen in
plaats van vooruit, dat de verdragen daar
door waardeloos zouden worden en dat hij
daarom, als het amendement werd aangeno
men, de aldus gewijzigde verdragen niet ter
ratificatie aan do Buropeesche regeeringen
zou voorleggen. Dat heeft de commissie niet
weerhouden het amendement eenstemmig
aan te bevelen. De Senaat heeft het daarop
aangenomen met 50 tegen 9 stemmen. De
voorstemmers verzekeren, dat hunne stem
niet bedoelde eene manifestatie tegen het
beginsel der arbitrage, maar alleen de hand
having van de „treaty making power" (de
bevoegdheid om verdragen te sluiten), die de
grondwet den Senaat toekent. Er is geen
reden om aan die verzekering te twijfelen.
Dat belet echter niet, dat de door de regee
ring der Vereenigde Staten met de Europee
sohe regeeringen gesloten verdragen door
deze beslissing als vernietigd kunnen worden
beschouwd.
President Roosevelt schijnt het nu te wil
len beproeven over een anderen boeg. Hij
doet moeite om het bijeenkomen te verhaas
ten van de tweede Haagsche conferentie,
met het doel om aan de orde te stellen het
sluiten van eene algemeene arbitrage-over
eenkomst tusschen alle staten op den grond
slag van het Engelsch-Fransehe verdrag. Dat
doet echter het feit van de door hem geleden
nederlaag niet te niet.
Niet alleen daarom verdient dit votum
vau den Amerikaanschen Seuaat de aan
dacht. Het is een bewijs, dat die vergade
ring aanspraak maakt op het recht om een
zijdig wijziging te brengen in een internati
onaal verdrag. Gewoonlijk neemt een parle
ment, dat over een verdrag heeft te beslis
sen, het aan of verwerpt het. Misschien noo-
digt het de regeering uit nieuwe onderhan
delingen te openen met de andere partij,
maar het amendeert het verdrag niet.. De
Amerikaansche Senaat echter had het
recht van amendement reeds vroeger aan
gewend in een ander geval, van veel
meer belang dan het tegenwoordige. Het
eerste verdrag, dat met Engeland ge
sleten was over het Panama-kanaal, is dcor
den Senaat zoo belangrijk gewijzigd, dat het
daardoor voor Engeland onaannemelijk werd.
Dit nieuwe geval, dat op zeven verdragen te
gelijk betrekking heeft, is eene aanwijzing,
dat de diplomatie voortaan rekening zal moe
ten houden met de macht van den Senaat
om verdragen te wijzigen.
Verder blijkt uit deze door den Senaat
genomen beslissing, dat dit. staatslichaam zich
voorneemt eene deugdelijke controle uit te
oefenen op de buitenlandsche politiek van
de regeering. Nog een tweede bewijs daar
van heeft «men onlangs gezien, toen de Se
naat verlangde, dat het „protokol", dat is op
gemaakt van de met dc republiek Sint-Do
mingo gesloten regeling, zou worden veran
derd in een „verdrag", opdat niet zonder
zijne uitdrukkelijke toestemming bet ver
momde protectoraat van de Vereenigde Sta
ten over dien staat zou kunnen worden ge
vestigd. Aan dit verlangen is voldaaneen
wetsontwerp, waarbij de bekrachtiging wordt
aangevraagd, is bi den Senaat ingediend.
Ten overvloede heeft staatssecretar s Hay
aan den vertegenwoordiger van Haiti, den
anderen negerstaat op dit eiland, de uitdruk
kelijke verzekering gegeven, dat de Unie niet
voornemens is door annexatie of op andere
wijze bez-t van Haiti of Sint-Domingo te
nemen of zijn invloed in die richting uit te
breiden.
Hier heeft president Roosevelt dus klaar
blijkelijk water in zijn wijn moeten doen,
zonder dat echter daardoor de afdoening van
de zaak nog in deze zitting verkregen is.
Misschien is hij daartoe ook genoopt ten aan
zien van Venezuela. Den 31. December van
het vorige jaar heeft de regeering van de
Unie aan Venezuela een ultimatum gericht,
waarin de vervulling verlangd werd van de
verplichtingen, die deze staat in het protokol
van 1903 op zich genomen heeft, met bedrei
ging, jat als daaraan niet werd voldaan, eene
vloot zou worden gezonden om de havens- en
tolkantoren van La Guaira, Puerto Cabello
en Maracaibo in bezit te nemen. De gestelde
termijn van 60 dagen is den 1. Maart verstre
ken. Men heeft echter nog niet gehoord van
maatregelen tot uitvoering van de bedrei
ging met maatregelen van dwang. Wel is op
het laatste oogenblik een Venezolaansche
politicus, Jozef Andara genaamd, naar Wash
ington gegaan om uitstel vau de executie
te vrage i op grond, dat er eene revolutie te
gen prcs'dent Castro, in de maak is. De vraag
komt dus hierop neer, (Jat er geduld zal wor
den geoefend totdat Castro zal zijn afgez t.
Maar Castro heeft reeds over zóó vele revolu-
tiën gezegevierd, dit het wel eenigzins twij
felachtig lijkt cf het zal gelukken hem af te
zetten. Of dus president Roosevelt en zijn
raadsman in het buitenlandsche beleid hierom
de aangekondigde onderneming tegen Vene
zuela kunnen uitstellen, valt te betwijfelen...
tenzij zij zelven den beer Ardsra hebben laten
komen om zich een gepast voorwendsel te ver
schaffen tot uitstel van de strafexpeditie. De
stemming schijnt d-arv>_>or n et zeer gunstig
te zijn. en dat noopt president Roosevelt tot
inbinden.
Dultschland.
Volgens de National Ztg. zal de Keizer,
die de reis naar de Middellandsche zee niet
over land maar over zee zal doen, voor zoo
ver tot dusver bepaald is, in Lissabon eene
ontmoeting hebben met het Portugeesche Ko
ningspaar. Vooraf zal de Keizer te Vigo door
een lid van het Spaansche koninklijke buis
begroet worden. De ontmoeting met den Ko
ning van Italië zal waarschijnlijk plaat3 heb
ben in een haven van de Middellandsche zee.
Frankrijk.
De ontdekkingsreiziger Savorgnan deBraz-
za, de grondlegger van het Fransche gezag
in het Congo-gebied, is door den minister van
koloniën belast met eene zending naar du
gebied. Hij moet in de eerste plaats e ;n on
derzoek instellen naar de onlangs aan hoi
licht gekomen wreedheden, die door Fran
sche ambtenaren tegen inboorlingen ziju ge
pleegd. Zijne zending is echter nog var rui
meren aard. Hij zal niet alleen rapport moe
ten uitbrengen over den moreelen en malc.
rieelen toestand der koloniale ambtenaren,
over de behandeling der inlanders en de
veiligheid der Europeanen, maar ook over
den gckeelen cconomischen toestand der ko
lonie en hare politieke toekomst.
Ëngeiand.
De aanhangers van Chamberlain, die togen
de vrijhaudelaars onder de regeeringspartij
de taktiek hebben aangenomen om tegen hun
ne cventuecle nieuwe candidaatstelling in het
geval der ontbinding van het lagerhuis te
ageeren, lokken daardoor eene tegen-actie uit,
die kenachtsend is voor de in den boezem
der regeeringspartij bestaande verhoudingen.
Het plan om tegen lord Hugh Cecil, den
jongsten en bekwaamsten der zoons van den
overleden marlries van Salisbury, een anderen
conservatief als candidaat te stellen, die in
de tariefkwestie de richiing van Chamberlain
volgt, heeft bestrijding gevonden bij den
„chief whip" van de unionistische partij, die
zich schriftelijk aldus heeft uitgelaten„De
hoofdbedenking, die tegen lord Hugh Cecil
wordt ingebracht, is dat hij tegen de regee
ring gestemd heeft of zich van stemming ten
haren gunste bij voorstellen betreffende de
fiscale kwestie onthoud* a heeft. De eerste
minister heeft echter verklaard, dat de fis
cale kwestie op zich zelf niet kan worden
beschouwd als criterium, van trouw aan de
partij. Men verzocht mij, de ondersteuning
van bet centrale bureau van de partij te ont
trekken aan een man, die, afgezien van de
fiscale kwestie, een trouw partijlid was. Het
spijt mij, iraar ik kan noch lord Hugh mijne
ondersteuning onttrekken, noch tegenover
hem eene onzijdige houding aa in emeu."
Met d ze verklaring kan a' j herroepen be
schouwd worden do verklaring van den eer
sten minister Arthur Balfour van 26 Juni
1903, waarui werd gezegd„Ik erken dat ik
^oorspronkelijk de fiscale kwestie als eene open
kwestie behandeld wilde zien, maar noch mij
ne ambbgenooten in het kabinet, noch het
lagerhuise noch de kiezers hebben dat gewild.
Zij hebben anders besloten, en ik geloof, dat
zij daarin gelijk hadden.
Italië.
Volgens de berichten, is het einde van de
obstructie van de spooiwegbeambten nabij.
Het blijkt, dat bet personeel niet in staat
is de obstructie vol te houden, zoodat zij van
zelf te niet gaat.
Spanje.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft den ministerraad medegedeeld, dat hij
voornemens is de in de Spaansche bezittingen
in West-Afrika, derhalve hoofdzakelijk op
Fernando Po en aan de kust tusschen Ka
meroen en Fransch Congo beschikbare kroon
landen aan de meest biedenden te verkoopen.
Rusland.
Petersburg, 3 Af aart. De Regeeri ngsbod e
bevat een manifest van den Keizer, waarin
op de zware beproevingen gewezen wordt, die
op Rusland worden gelegd. Terwijl de bloe
dige oorlog in Oost-Azië om de eer van Rus
land en om de heerschappij in de wateren
van den Grooten oceaan van het Russische
volk eene belangrijke inspanning van kraan
ten verlangt, barstten in het vaderland zelf
woelingen uit. De leiders van de oproerige
beweging deden aanslagen op de heilige kerk
en de door de wetten gevestigde grondslagen
van den Russischen staat in de hoop een
nieuw landsbestuur op een voor het Russische
vaderland niet passenden grondslag te kunnen
oprichten.
De aanslag op grootvorst Sergius beleedigt
d'iep het nationale gevoel van ieder, wien de J
eer van den Russischen naam dierbaar is.
Met de gebeden van de orthodoxe kerk en
onder de banier van de keizerlijke macht
kwam Rusland reedis dikwijls oorlogen en
woelingen te boven. Maar de in den laatsten
tijd in het binnenland heerschende onrust
maakt het ons tot plicht de regeeringsmstel-
lingen en alle overheden aan hun diensteed
te herinneren cn hen aan te sporen hunne
opmerkzaamheid te versoherpen tot hand
having van de orde, in het vaste bewustzijn
van hunne zedelijke en ambtelijke verant
woordelijkheid jegens troon en vaderland.
Aanhoudend bedacht op het welzijn van
h t volk, in het vaste vertrouwen, dat God!
aan onze wapenen de overwinning zal schen
ken, roepen wij de goedgezinde lieden van
alle standen op zioh bij ons aan te sluiten tot
het heilige, groote werk der overwinning van
den buitenlaradsohen vijand en de uitroeiing
van het oproer in het land.
Daar slechts bij eene rustige stemming
van de gefoeele bevolking het mogelijk is onze
bedoelingen, die gerioht zijn op de vernieu
wing van het geestesleven van het volk, op
de versterking van zijn welstand, op de vol
making van de staatsorde door te voeren,
moeben alle Russische onderdanen, die eerlijk
en nauwgezet met ons voor de zaken van den
staat zorgdragen, zich vast aan den troon
scharen.
Petersburg, 3 AI aart Een keizerlijk besluao.
beveelt, opdat het aan alle trouwe onderdanen
mogelijk zal zijn gehoord te worden, dat aan
den onder voorzitterschap van den Keizer
staanden ministerraad ook worde opgedragen
de kennisneming van en de beraadslaging over
door bijzondere personen, en instellingen aan
den monarch gerichte uitingen en gedachten
en wenschen, betreffende de volmaking van 't
staatsbestuur en de vragen, die betrekking
hebben op de verbetering van den volkswel
stand.
Petersburg, 3 Alaart. (Peter3burgsch tele-
graaf-agentschap). Morgen zal de ukase over
de deelnemiag van de bevolking aan de wet
geving openbaar gemaakt worden.
J Maart. In een uitvoerig schrijven aan
den minister van binnenlandsche zaken ver
klaart de Keizer, dat hij besloten heeft aan
de waardigste, het vertrouwen van het volk
genietende, door de bevolking gekozen man
nen de deelneming aan de samenstelling van
ea de beraadslaging over ontwerpen vau wet-
gc venden aard op te dragen. Hij, de
Czaar, voorziet ten volle hoe ingewikkeld en
moeielijk de verwezenlijking van deze her
vorming is met onvoorwaardelijke handha
ving van de grondwetten des rijks in al
hunne onwrikbaarheid. Hij heeft daarom, de
ervaring en kalme zekerheid van den minis
ter van binnenlandsche zaken erkennen
de, besloten eene bijzondere commissie te be
noemen met dezen minister als voorzitter,
om te beraadslagen over de middelen tot ver
wezenlijking van zijn keizerlijken wil.
PetersburgMaart. De overgroote meer
derheid in de groepen van de arbeiders wei
gert over te gaan tot het verkiezen van ver
tegenwoordigers der arbeiders in de door den
staatsraad Sohidlowsky gepresideerde com
missie, omdat de waarborgen ontbreken voor
de persoonlijke veiligheid van de vertegen
woordigers. Zij willen eene algemeene staking
beginnen.
Petersburg, - Af aart. De opperbevelhebber
van de vloot in de Oostzee maakte, vo.gens
de Nowoje Wnemja, bekend, dat hij met
kracht zal optreden tegen de pogingen van
kwaadgezinden om de matrozen in Kroonstad
op te ruien. Voor de bescherming van ieder,
die verder eene correcte houding wil bewaren,
is voldoende gezorgd. Heden en volgende da
gen wordt de militaire bescherming versterkt,
15 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
„Hebt gij 'tgevonden, graaf?" vroeg zij,
doch Lantzau schudde het hoofd.
„Het medal jon helaas niet," aeide hiji,
„maar toch iets anders, waarnaar ik zoolang
gezocht had', n. 1. de gedegenheid oan een
minuut met u alleen te zijn."
,JZoudt gij soms op dit oogenblik een
nieuw sonnet vain u willen voordragen?"
„O scherts niet prinses, ik bid uDc kan
u niet zeggen, hoe ik naar zulk een oogen
blik als dit heb verlangd en boe dikwijls ik
daarvan heb gedroomd sinds ik genoodzaakt
was u te San-Remo zoo plotseling te verla
ten; en toen ik u daarstraks hoorde zeggen,
dat gij zooveel hieldt van het bosch, omdat
het, naar 'tu voorkwam, in zijn schaduw
menig geheim moest verbergen, dacht ik er
aan, welk een wondervol geheim het ons
zou kunnen openbaren, als ge mij» wildet toe
staan u al datgene te zeggen, wat er omgaat
in mijjn hart, als ge mij van uw kant vrien
delijk te woord wildet staan."
De prinses was eenigszins bleek geworden
en antwoordde met eon© afwerende bewe
ging:
„We zijn tot nu toe goede vrienden ge
weest. graaf Lantzau, zet die vriendschap
niet op het spel, want zij is alles wat ik u
geven kan,, alles wat ik over 't algemeen te
geven heb."
„Alles wat gij te geven hebt Bemint ge
dus iemand anders?"
„Neen, dat doe ik niet overigens hebt
gij 't recht niet, mij zulke vragen te doen. Ik
heb alles gezegd, wat ik te zeggen had.'
„Prinses!"
„Ga, nu heen, en wees verstandig, graaf!"
„Mag ik dan geen hoopi koesteren in 't
geheel niet?''
De prinses fronste de wenkbrauwen.
„Victorie, gevonden!" riep de vroolijke
stem van den baron op eemgen afstand. De
prinses verhaastte haar tred en spoedig had-
:i rillen zich om/ den gelukkigen vinder ver-
eenigd, die op een theatrale wijrae voor de
prinses een knie boog en haar op een varen
blad het teruggevonden medaljon aanbood.
De prinses dankte hem, nam zijn arm en
zoo werd de terugtocht aanvaard. Hoeveel
moeitei de baron zichi daarvoor ook getroostte,
het gesprek wilde niet meer vlotten. Graaf
Lantzau had hoofdpijn gekregen, Lewosky
scheen al even ontstemd te zijn als bij en de
vroolijkheid der prinses ws blijkbaar eenigs
zins gemaakt.
De baron scheen! dat echter niet zoo op te
merken. Hij' zelf was inderdaad prettig ge
stemd en daar de prinses hem op zijn vrien
delijke en schertsende woorden nooit het ant
woord schuldig bleef, bekommerde hij zich
om de stilzwijgendheid der anderen a' zeer
weinig.
Toen men weder op de stoomboot was, trok
Lantzau zich vanwege zijn hoofdpijn in de
kajuit terug en tante Anna wilde van Lewos
ky een nauwkeurige beschrijving en verkla
ring hebben van de werking van het roer en
van de stoommachine, die het schip in be
weging hield, en vertelde daarbij), dat zij al
tijd zooveel belang in die dingen had gesteld j
maar zie eigenlijk nooit goed begrepen had.
Kortom, tante Anna hield den „reismaar
schalk" druk aan de praat, en intuaschen
bleef de baron aan do zijde der prinses. Zij
zagen in het water naar het zilverachtig
kielsop, want de maan was juist boven een
beuvelrij opgekomen en weerspiegelde zioh
thans in do Elbe.
De avondwind; die langs bloeiende wijn
gaarden en tuinen streek, bracht heerlijke
geuren over het watervlak en de prinses, die
daarbij diep ademhaalde, riep bijna onwille
keurig uit; „O, wat een prachtige avond!"
„Ja, indlerdaad' prachtig," herhaalde de
baron, maar zijn blik zag niet meer naar het
water beneden hem, maar was veeleer ge
vestigd op het gelaat der prinses, en in zijn
stem, die anders zoo vroolijk en zorgeloos
klonk, trilde een dieper toon, dien de prin
ses tot heden toe nog niet van hem had ge
hoord; en die haar aanleiding gaf, zich dieper
over het ijzeren hekje der verschansing heen
te buigen.
„Wat zoekt ge daar eigenlijk, prinses?"
vroeg de baron, ,,'t Is zoo koel daar beneden
en wij beiden houden, denk ik, meer van het
warme zonnige leven
Zij zag naar hem op.
Uit haar observatie-post bemerkte tante
Anna. hoe die twee daar bij het heldere
maanlicht vlak bij elkander stonden en hoe
de baron het hoofd dichter naar de prinses
averboog. Zij meende wel te weten, wait zij
elkander te zeggen hadden en mot het on
vermijdelijke zuchtje legde zij haai- hand op
Lewosky s arm, om hem zoodoende te belet
ten het onderhoud van daarginds te gaan
verstorenwant de baron was nu eenmaal
haar gunsteling en dat hij hier in Dresden
Maecha weder had ontmoet onze lezers
■hebben het reeds geraden was haar werk
geweest.
Eindelijk ec' ter was het met Lewosky's
geduld gedaan. Hij zeide, dat hij eens moest
gaan zien naar den graaf, die ernstig onge
steld' scheen te zijn geworden en daalde dus
de kajuitstrap af. Tante Anna bleef alleen.
Met gevouwen handen zag zij hemelwaarts,
wisohte zich daarop tranen van ontroering
uit de oogen en wachtte met stille berusting
op de dingen, die komen zouden.
De stoomboot was Dresden weder gena
derd. Lewosky verscheen met den graaf on
het. dek en de prinses kwam naar haar tante
toe. Met gespannen aandacht zag de oude
dame Mascfaa in 't gelaat en vond, dat zij er
zoo bleek uitzag.
De prinses vroeg rret een anders haar on
gewone, bijna zenuwachtige gejaagdheid
naar haar plaid, waaier en parasol, de baron
begon met gemaakte levendigheid een driïk
gesprek met Lewosky over een hem zeer on
verschillig onderwerp en graaf Lantzau in
formeerde bij tante Anna, of deze niet koud
was geworden op het dek.
Zoodra de stoomboot bij de landing/plaats
lag vastgemeerdi, nam de prinses den arm
van tante Anna en liep met haar over de
brug naar den walkant. Toen zeide zij, dat
de hoeren zeker nog wel het een of ander
zouden willen gebruiken en verzocht zij hun
dringend, zich niet door haar te laten sto
ren: zij zelve was vermoeid en wilde maar
liever dadelijfk naar huis gaan.
Tante Anna dacht stellig, dat de beide
hoeren, of althans een hunner, er op zouden
aandringen om de prinses naar haar hotel
te geleiden, doch tot hare niet geringe be
vreemding namen zij beiden aan de landings
plaats afscheid en dat wel met eene in het
oogloopende afgemetenheid, die haar hart
pijnlijk trof.
Door Lewosky's bijzijn werd zij verhin
derd Maecha iets te vragen en zoo bereikte
ons drietal, zonder dat er een woord van
eonige beteekenis gewisseld was, het hotel,
waar de prinses zich terstond! in haar kamer
terugtrok.
Tante Anna stuurde zoo gauw mogelijk
de kamenier wieg en klopte toen aan Ma-
scha's deur. Maar de deur was en bleef dicht
en daarachter bleef alles stil. Tante Anna
moest tot den volgenden morgen wachten.
De prinses was infcussoben op een divan
neergevallen en hieldl het gelaat tegen de
beide handen, die zij om een der leuningen
had geslagen, vast aangedrukt. Lang bleof
zij zoo zitten, zonder zioh zelfs te verroeren.
Toen stond zij cp on trad op een der ven
sters toe.
„Van morgen was ik zoo gelukkig," mom
pelde zij, „en nu
Er blonken tranen in haar oogen. „Waar
om toch is een ongedwongen verkeer met
menschen, dio men werkelijk genegen is,
niet mogelijk, waarom moet de liefde iedere
vriendschappelijke toenadering voor mij be
derven? Ik houd werkelijk van dien Feld-
heim en ook Lantzau mag ik ga ar no waar
cm kunnen wij dan geen vrienden en goede
kameraden zijn? Waarom moesten zii beiden
mij van liefde gaan sprekwn O, ik wilde, dat
ik ze niet had weergezien
Wordt vsrtolgé.