S'. 850. Eerste Blad.
3d* Jaargang.
Zaterdag 11 Maart 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
P§? 3 maanden voor Amersfoortf 1.85.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Doze Courant Terachijnt Dagelijks, met uitsondering ran
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen en*., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Ujtgevers: VALKHOFF 6 O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIÏ8 DJBB ADVEBTHUmÉN:
T.a 1—8 ngtli JM*
Elke regel meer -r. «Ml.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijf bestaan voordeelige bepalingen t&t
het herhaald adverteêren in dit Blaa by abonnement Bene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hendie mei I April
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand JMaart nog
zuilen verschijnenKOSTE
LOOS toegezonden.
Kennisgeving,
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat de door den Directeur van 's rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam, executoir
verklaarde kohieren Nos. 13 en 14 van de Perso-
neele belasting over het dienstjaar 1904/1906,
aan den Ontvanger van 's rijks directe belastin
gen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder
verplicht is zijnen aanslag op den by de wet be
paalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 10. Maart
1905.
De Burgemeester voornoemd,
WULJTIERS.
Politiek Overzicht
De unie van Zweden en Noorwegen.
Om het standpunt te doen kennen, dat
Kroonprins Gustaaf, die thans ter vervan
ging van den zieken. Koning het regent
schap voert in Zweden en Noorwegen, in
neemt in den nu weer hevig ontbranden unie-
strijd, is het gewenscht een gedeelte teks
tueel op te nemen van den brief, dien hij
gericht heeft aan den voorzitter van de door
de Storthing in Noorwegen benoemde oom
missie om advies uit te brengen over de
vraag wat moet worden gedaan, nu de ond-
derhandeling tot regeling van de kwestie
eener eigen consulaire vertegenwoordiging
voor Noorwegen is mislukt. Het luidt aldus
„Wat is liet beste voor Noorwegen, ik zeg
met dezelfde kraaht: het beste voor beide
rijken? Ik heb geen bezwaar die vraag met
dit woord te beantwoordenVereeniging.
Het is daarom mijine oprechte hoop en mijne
innigste aansporing aan u, geen weg te kie
zen, die tot de breuk tussohen de beide vol
ken leidt. Het is zoo dikwijds gezegd, dat de
dynastie hare eigen belangen tracht te be
hartigen en die laat voorgaan bij die van de
beide volken; maar dit is niet de waarheid.
De unie is niet de hoofdzaak voor de dy-
naste, maar behoorde dit te zijp. voor de
beide volken; zij is eene levensvoorwaarde
voor hun geluk en hunne toekomst. De
Kroon heeft zich nooit belemmerend in der»
weg geplaatst, dat Noorwegen zijn eigen
consulaatwezen krijgt; de eenige voorwaar
de voor de vervulling van dezen wensoh is
en moet zijn, dat de verhouding tot het ge
meenschappelijke bestuur der buitenland-
sahe zaken wordt geregeld op eene wijze, die
de unie waarborgt, en dat deze zaak, die de
beide rijken aangaat, eerst definitief kan
worden beslist na hare behandeling overeen
komstig art. 6 van de rijksakten. Van mijp
standpunt als regent van het vereenigde
koninkrijk kan ik nooit anders handelen dan
zoodanig als ik nuttig acht voor de bestaan
de unie, tot welker handhaving ik mij ver
plicht reken.
„Wel is er eene poging op den weg van
partieele hervorming beproefd, die helaas
mislukt is, maar daarom moet men niet ter
stond alles opgeven en wegen betreden, die
toch niet tot het doel leiden, maar het lo
gische gevolg daarvan is nieuwe onderhan
delingen met Zweden te beginnen op broe
deren grondslag, en ik verklaar mij ten volle
bereid om mijne medewerking te verleenen
tot zulk eene onderhandeling op den grond
slag van de gelijkstelling van beide rijken."
Uit dit sohrijiven spreekt eene krachtige
overtuiging, en de kroonprins-regent heeft,
dcor dezen brief aan den voorzitter van de
Stort hing-commissie te doen toekomen, niet
anders gedaan dan van zijn recht gebruik
maken, al is dit ook geschied op ongewone
wijze. Maar op de stemming in Noorwegen
heeft dit schrijven de uitwerking van olie in
het vuur. In een bij duizenden verspreid
vlugschrift wordt verklaard, dat het ant
woord op dit schrijven moet zijn een een
stemmig besluit van de Storthing om ter
stond in de kwestie der eigen consulaten den
knoop door te hakken. Het conservatieve
Morgenblad zegt, dat het ongehoord is, dat
de regent in de pers optreedt met raadgevin
gen en waarschuwingen, die eerder op hunne
plaats zouden zijn tegenover de misslagen
van de Zweedsohe regeering. De radicale
Verdens Gang merkt op, dat er toch niet
plotseling Russische toestanden in Noorwe
gen zijn gekomen, dat de Kroonprins even
als de Czaar manifesten gaat uitvaardigen.
Schering en inslag van alle betoogen is, dat
de kroonprins zich als regent moet bewegen,
in de vormen, die door de grondwet zijn
voorgeschreven.
Zeer opmerkelijk is de mededeeling, dat
de beide ministers Hagerup en Ibsen, toen
de kroonprins hun zijn voornemen te ken
nen gaf om een brief aan de Storthing-com-
missie te zenden, hm dit optreden en ver
zochten daarmede in ieder geval te wachten
totdat het kabinet zijne ontslag-aanvrage
had ingediend, omdat het-anders den schijn
kon hebben alsof de ministers het in het
schrijven ontwikkelde unie-programma goed
keurden. Aan het einde van den. brief werd
de wensch uitgedrukt, dat de inhoud ter aJ-
gemeene kennis zou worden gebracht; maar
de voorzitter der oommissie deelde den
kroonprins mede, dat de commissie voor de
openbaarmaking geen zorg kon dragen, om
dat zij alle bij haar inkomende brieven be
schouwde als van vertrouwelijker! aard. De
kroonprins zorgde er daarom zelf voor, dat
zijn sehrijven aan de pers werd medegedeeld.
Frankrijk.
De Fransche Kamer heeft, na de begroo
ting te hebben afgedaan, tot den 16en Maart
vacantie genomen.
De afgevaardigde de Pressensé heeft den
minister van buitenlandische zaken Delcassé
medegedeeld, dat hij hem den 16en Maart
in de Kamer eenige vragen zou stellen over
het lange verblijven van de Raltische vloot
in de wateren van Madagascar. In het schrij
ven van De Pressensé aan den minister, zegt
hij o. m.De voortdurende geruchten van
het bijna eindelooze verblijf van het eskader
van admiraal Rodjestwensky in de wateren
of in de onmiddellijke nabijheid van Mada
gascar verontrusten ten zeerste alle vrienden
van den vrede in Frankrijk. Het is Frank-
rijk's plicht de onzijdigheid zoowel naar den
geest als naar de letter te handhaven. Het
mag zich ook zelfs niet in schijn blootstellen
aan gegronde klachten of aan het gevaar
van eene vlootactie in deze wateren, waar
tegen het geen gerechtvaardigd protest zou
kunnen aan teekenen.
Hongarije.
De zitting van bet huis van afgevaardig
den verliep eergisteren kalm. De oppositie
liet een voorstel opstellen, om het kabinet-
Tisza in staat van beschuldiging te stellen,
maar het is nog onzeker of dit voorstel zal
worden ingediend.
Het huis van afgevaardigden heeft, met
het oog op bet feit, d'at de ministerieel© cri
sis nog voortduurt, besloten zijne zittingen
te verdagen totdat het nieuwe kabinet zal zijn
gevormd, maar tevens den voorzitter gemach
tigd, als hij dat ncodig oordeelt, de vergade
ring vroeger bijeen te roepen.
Rusland.
Het Petersburgsche telegraafagentschap
verklaart, dat de mededeeling in de bladen,
als zou minister Witte zijn ontslag hebben
gevraagd, ten eenenmale onjuist is.
Petersburg, 11 Maart. In het hotel garni
Bristol, tegenover de Izaak-kathedraal en in
de nabijheid van het Duitsche gezantschap,
kwam heden morgen eene dynamiet-ontplof-
fing voor.
Bij Prilepi (gouvernement Koensk) hebben
boeren de bezitting geplunderd van baron
Meijiendorff, den commandant van de lijf
wacht van den. Czaar, en 330 ton koren ge
roofd.
De Morning Leader verneemt uit Kopen
hagen, dat er in de naaste toekomst eene
gevaarlijke, wijd vertakte beweging onder den
Russischen boerenstand te verwachten is. De
in nood en ellende levende boeren worden uit
hunne politieke verstijving wakker geschud
door het gezicht van reusachtige, braaklig
gende landerijen, behoorende aan den staat
en de grootvorsten, welker bewerking 't hun
mogelijk zou maken te lever» en zelfs te spa
ren.
Uit Toe la, Nowgorod ©n Nisjni Nowgorod
wordt bericht, dat de boeren weigeren be
lasting te betalen en de belastingkantoren
plunderen.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog rijn de volgende berichten
Moekden 9 Maart 10 uur 's morgens). Gis
terenavond drongen de Japanners voorwaarts
van uit het zuiden over de verlaten vlakte
tussch^B de Sjaho en de Hoenho. Zij zijn nu
genaderd tot op 5 werst ten zuiden van de
laatstgenoemde rivier. Tegenover Matsjapoe
gaan zij noordwaarts.
De Japansche batterijen onderhouden een
onafgebroken vuur. Zij slaagden er in- om be
legeringskanonnen in batterij te brengen te
Dishantoem, op negen werst ten westen van
de stad, vanwaar zij ook met mortieren voor
het aanbreken van den dag ihet vuur open
den.
Dit dorp was gisteren het tooneel van den
bloedigsten en den hevigsten strijd van dezen
verschrikkelijken veldslag. Het bezit er van
is een levensquaestie. De Japanners stormden
telkens weer en de Russen werden verdreven,
doch slaagden er ten slotte in het dorp weer
te heroveren. Herhaaldelijk werd man tegen
man gestreden. Het garnizoen stond bloot
aan het vuur uit verscheidene honderden ka
nonnen. Is eenmaal Diahantoen. ia hunne han
den, dan kunnen de Japanners hun kanonnen
per spoor naar het station van. Moekdea ver
voeren.
De Japanners oonceoitreeren eveneens een
strijdmacht ten westen ten ten noorden van
Moekden op zeven wersten ten westen van
den spoorweg, met het doel om do vijandelijke
troepen ten zuiden daarvan te omsingelen en
af te snijden.
Peterstrurg, 9 Maart. Generaal Koeropatkin
berioht van heden
De vijand het zich in geen ernstig gevecht
in tegen het front in het Z.W.. Om 10 uur
voonniddags kwam het berioht dat de vijand
na een gevecht Kioesan, '20 werst ten Oosten
van Moekden, 'bezette. De vijand bestookt ons
noorderfront, om nader te komen bij de
spoorbaan bij Moekden. Het dorp Sintaitse
is in handen van de Japanners geweest, maar
nu ontruimen zij het weer. Bij Tsenitoeng
duurt het gevecht voort. Wij maakten twee
maxims budt en namen een groot aantal Ja
panners gevangen. De beweging der Japan
ners naai- het Noorden wordt voortgezet. Fa-
sitoeng werd door hem bezet.
10 Maart. Koeropatkin bericht aan den
CzaarHeden nacht begon de terugtocht van
al onze legerkorpsen. Gedurende den nacht
werd niet gestreden, maar het geschut-- en
geweervuur hield den geheelen nacht aan.
Petersburg, 10 Maart. (Times). Eeai officieel
berioht geeft de Russische verliezen tot Don
derdagmorgen op als 65.0-J man.
Het laatste telegram van Koeropatkin, dat
heden Zarskoje Selo bereikte, meldde laiko
nnek,,Ik beu omsingeld." Men gelooft, diat
het beden morgen vroeg door een boodschap
per naar Tieling gebracht werd.
N ioetsjwang10 Maart. Volgers een in bij
zonderheden gaand gerucht, dat deze stad
heeft bereikt, is Moekden gisterenmorgen om
10 uur feitelijk :n de macht van de Japanners
gevallen. Koeropatkin zou duizende gevange
nen en resachtige hoeveelheden kanonnen en
voorraden verloren hebben.
Nioetsjwang, 10 Maart. Hier werd het be
rioht ontvangen, dat de Russen uit Mcek-
den verdreven werden en Foesjoen van de
spoorwegverbinding afgesloten is. Er wordt
verder medegedeeld, dat de Russen terugtrek
ken naar bet heuvelachtige terrein in het
N.O in getdemoraliseerden toestand er. 111
verspreide afdeelingenizij werpen nu en dan
verschansingen op, om weerstand te bieden
aan de vervolging, maar een groot achterhoe
degevecht heeft niet plaats gehad. Het zal
onmogelijk zijn voor die Russen lang tien te-
geustand vol te houden in de woeste spreek
ten oosten van de spoorbaan, daar zij geene
gelegenheid hebben levensmiddelen te ver
krijgen. Het is mogelijk dat de Russen trach
ten zullen Kirin te bereiken door de vlakte
naar het N. O., maar een speciaal Jipansc.'i
legerkorps van de Yaloe dreigt hun Hen weg
af te snijden. Koeroki rukt op naar het
N.W. en drijft de Russen naar Nogi toe. De
verliezen aan beide zijden zijn buitengewoon
groot. Meu zegt. dat het Russische 16 ie leger
corps geheel vernietigd is te Tasjisji*ho tu
dat de Russen bij den Lioekwanpis achtdui
zend man verloren hebben.
Tokio, 10 Maart. De Japanners hebben
Tita genomen. De Russen blijven de ver
sterkingen ten noorden van de Hoenho bezet
houden en ze met kracht verdedigen. Een
stofstorm belemmert den strijd.
Tokio, 10 Maart. Heden voormiddag om
tien uur hebben de Japanners Moekden be
zet.
Tokio10 Maart. Oyaana seint, dat Moek
den heden om tien uur voormididags 'ezet
werd. Onze omtrekkende beweging, rinds
eenige dagen aan den gang, is thans vol'edig
gelukt. De hevige strijd duurt nog voort op
verschillende plaateen in de buurt van Moek-
den; wij namen een groot aantal Russen
gevangen en maakten aanzienlijke hoeveel
bedien wapens, munitie, provisie en andere
oorlogsbehoeften buit. Er is geen tijd om
daarnaar om te zien.
Tokio, 10 Maart. Betrouwbare maar niet
officdeelo mededeelingen melden, dat do
Russische legermacht bewesten Moekden be
staat uit twee legercorpsen. De Japansche
strijdmacht, die de spoorbaan verwoestte,
drijft de Russen naar bet Noorden. Een ge
deelte van het Japansche centrum dringt de
Russen naar het N. langs den weg naar Moek
den en is nu in gevecht zes mijlen benoor
den de Hoenho. De uiterste Japansche rech
tervleugel staat binnen vijf mijlen afstand
van Foesjoen. Bijna al het. Russische zware
geschut en vele stukken veldgeschut werden
buitgemaaktDe Russen schijnen zich in
oostelijke richting te bewegen in de rich
ting van Foesjoen met het doel naar het N.
terug te trekken.
Tokio, 10 Maart. De Japanners bezetten
gisterenavond Foesjoende strijd duurt
voort op de hoogten benoorden Foesjoen.
Tokio, 10 Maart. (Standard.) Verscheidene
korpsen ten noorden en ten oosten van Moek
den zijn geheel door de Japanners omsin
geld. De Russen verbranden overal hunne
magazijnen. Hunne verliezen, met inbegrip
van de krijgsgevangenen, zullen waarschijn
lijk meer dan 200.000 man bedragen.
Washington, 10 Maart. (Morning Post).
eHt staatsdcparteiment heeiu een telegram
van den gezant te Tokio ontvangen, berich
tende, dat de tot twee dagen geleden door
de Japanners geleden verliezen bedroegen
50.000 man, daarondler begrepen de vernieti
ging van eene 5000 man sterke brigade.
Moekden is gisteren door de Japanners be
zet. De Japansche krijgskunst mag zich d"us
verheugen in eene nieuwe overwinning over
het. in den strijd geharde Russische leger.
Wellicht is een rechtstreeksche aanval niet
eeus noodig geweest, omdat het bezit van
de stad met de inneming van de heuvelreeks
ten noorden van Moekden beslist was.
Koeropatkin heeft Moekden verloren; de
vraag is nu of hij niet ook een dieel van zijn
leger verliezen zal. De taak, die thans op hem
rust, is te zorgen, dat bem de terugtocht niet
wordt afgesneden, omdat dan althans aan
een deel van zijn leger eene vernietigende
catastrofe beschoren zou zijn. En hij zal
moeite hebben die te verhoeden, want de Ja
panners hebben den spoorweg benoorden
Moekden afgesneden. Toch zal Koeropatkin
moeten beproesven, zich den weg naar Tie-
ling te openen, omdat zijn leger anders voor
den terugtocht alleen den landweg en den
lokaalspoorweg FoesjoenTieling zou kunnen
gebruiken.
De Köln. Ztg. schrijft hierover: Het Rus
sische centrum was in zijne hoofdlinie aan
de Sjaho omstreeks 20 K.M. van Moekden
verwijderd; verder zuidelijk lagen de stel
lingen op de Nowgorod- en Poetilow-heuvels
vooruitgeschoven. Bij den langen duur van
het verblijf in die ttreek zijn zeker een aan
tal colonne-wegen aangelegd, onafhankelijk
van den grooten weg v?n Liaojang naar
Moekden. Het heuvelland, dat den overgang
vormt van liet gebergte tot de vlakte van
het Liao-gebded, komt van het oosten tot
dicht aan den weg en eindigt in een terras
vormige afdaling naar het westen. Van ge
wicht voor den terugtocht van de Russen is
het, hoe voor de overgangen over de Hoenho
«M T—a i'ii
20 fioman van
MORITZ VON^REICHENBACH.
De jonge man scheen werkelijk zijn voor
nemen te willen volvoeren en tante Anna
slaakte een kreet van angst.
Op 't zelfde oogenblik traden uit een zij
pad, vlak vóór de beide dames, twee heeren
te voorschijn, van welke de een, den toe
stand terstond begrijpende, den zoenlustigen
jongen eenvoudig op rij duwde en hem toe
voegde: „Maar, vriendlief, breng toch uzelf
en anderen niet in ongelegenheid!"
De man, die bij een barsoho toespraak
zelf wellicht grof zou1 geworden rijn, droop
nu stil af, terwijl de heer, die tusschenbei-
den gekomen was, op_ zeer rustigen toon
voortging:
„De dames zullen wel toestaan, dat wij ze
naar een veiliger plaats geleiden alleen
wandelende dames kunnen dezen weg niet
volgen."
De prinses, die een woord van dank had
willen zeggen, beet zich op de lippen, terwijl
tante Anna vermaande:
„Ziet ge nu wel, Mascha? Ik heb het daar
even al gedacht!"
„Maar bet »s toch een verregaande onbe
schaamdheid van zoo'n kerelhij verdiende
wel Oen gevoeliger les," meende de andere
heer, staan blijvend om naar den bedoelden
persoon om te zien.
„Laat hetm maar loopen, hij heeft denke
lijk te diep in 't glaasje gelceken, en al is dit
niut het geval, we verbeteren de wereld im
mers toch niet, met hem een kastijding toe te
dienen," meende rijm metgezel die 'teerst
was tosscheinbeideoi getreden. ,,We zullen de
daimeu verder geleiden, anders mochten ze op
dezen weg nog een dergelijke» ontmoeting
hebben. Mag ik u mijn arm aanbieden, me
juffrouw?"
Hij wendde zich met die woorden tot de
prinses, op wier gelaat toevallig juist het
licht eener straatlantaarn Ariel eoi die hem
kort tu voren al even verwonderd had aange
zien, a's hij 't haar op dat oogenblik deed.
Onwillekeurig greep hijt naar rijn hoed. De
primes was geheel van den. schrik bekomen,
en al zag zij ook nog een weinig bleek, ze
zeide toch met een lief lachje
„Ik geloof niet, dat ik mdj< vergis, als ik op
dit oogenblik voor zijn gewaardeerde hulp
den graaf von Mellow mijn dank betuig."
„Ja, ik heet inderdaad MoIIoav en.
„Baron Feldheim noemde mij uw naam,
toen u in Dresden, langs ons tafeltje waart
gegaan."
„Ook ik herinner mij, prinses
„Vergun mij, u aan mijn moederlijke
vriendin, mevrouw von Hol lade, voor te stel
len."
Graaf Mellow boog voor tante Anna en
deze zeide met een diepen zucht
„Wat moet u wel van ons denken, nu u
ons in zulk een netelige positie gevonden
hebt?"
„Ik denk, dat Haar Hoogheid een weinig
onvoorzichtig heeft gehandeld," antwoordde
do graaf, wel niet zeer beleefd:, maar toch
met zulk een eigenaard igen toori in rijn stem
dat men moeilijk boos had ku innen worden.
Toen wendde hij, zich om uaar den anderen
lieer en stelde hem als „graaf vont Zelldorf"
aan de beide dames voor.
„Wij adhten ons zeer gelukkig, dein' dames
een kleinen dienst te hebben kuinnen bewij
zen," haastte deze zioh te zeggen, ais om
daarmede de minder hoffelijke uitdrukking
van graaf Mellow ©enigszins goed te miakeu.
De prinses liep haastig voort. De heele
scène, die ontmoeting van den „Potmmer-
sclicn beer", was haar pijnlijk geweest en zij
haalde verlicht adem, toen rij plotseling Le-
woaky te zien kreeg, die het viertal op rijn
eenzame wandeling tegenkwam.
„Ha, daar is onze cavalier, mijnheer von
Lewosky," zeide zij, hem staande houdend
en wel wat al te haastig afscheid van de
beide heeren nemend.
Eer tante Anna neg recht begreep, hoe
alles zoo gauw gebeurd was, bevond rij zich
weder met Mascha en Lewosky allecai. Zij
troostte rich over het snelle congé door Ma
scha aan de beide heeren gegeven, door Le
wosky zeer uitvoerig de „ontzettende" ge
schiedenis te vertellen van de ontmoeting
met dien on beschaamden kerel en de daarop
gevolgde tusachenkomst van do twee heereu,
die hij had giezien.
Eerst toen rij goed en wel in het hotel en
met de prinses alleen was, vroeg rij haar:
„Waarom heb je toch eigenlijk! dien graaf
von Mellow zoo op stel en sprong wegge
stuurd, Mascha? Hij was zoo flink en zoo
goed en je was, om de waarheid te zeggen,
bijlang niet lief tegen hem."
„Hij was het tegen mij evenmin, tante
Anna."
„Niet? Maar, Mascha, ik vond toch «n
in elk geval waren wij hem dank vesdhul-
digd."
Mascha beet zioh op de lippen, en Jiaar
blik dwaalde door 't venster naar de duister
nis daar buiten.
„Ik ben vermoeid, tante Anna," zeide zij
daarop langzaam, „we zullen gaan slapen
Den volgenden dag hoorde Lewosky van
Sohellnitzer, dat bet met het aankoopen van
de paarden, waarop hij het oog had' gehad',
niet zoo gemakkelijk zou gaan, aangezien
graaf Zelldorf in rijn groote geldverlegen
heid op het onverwachtst hulp had gevon
den.
„Daar is zoo'n groote graaf uit Pom meren
komen aanzetten," vertelde Sohellnitzer,
„een vriend of een familielid van graaf Zell
dorf, die zich in alles moet mengen, die met
de schuldeischers onderhandelt en graaf Zel-
dorf de belofte heeft afgeperst, dat deze
niets meer zal doenzonder het hem ge
vraagd te hebben kortom, voor 't oogen
blik is daar niets te doen; maar we zullen
onzen tijd afwachten. De Pommeraan zal
wel niet eeuwig hier blijven, en nu, er
zijn nog andere menschen, die ook mooie
paarden on óok geldgebrek hebben. In elk
geval hoort ge spoedig iets van mij, mijn
waarde heer Lewosky."
HOOFDSTUK VI.
Sedert eenige dagen had de prinses haar
intrek genomen op de Poolsche bezittingen,
waarvan de bosschen en landerijen wel ver
pacht waren, doch waarvan het heerenhuis
met den daarbij behoorenden tuin, op uit
drukkelijk verlangen van den overleden
prins, steeds voor zijn dochter moest gereser
veerd blijven.
Dat heeroahuis was geen kasteel, al werd
daaraan door de landbewoners ook dien
weidschen naam gegeven. Het was opgetrok
ken uit vier zware muren, niet al te hoog,
bekroond door een zeer groot door den tijd
zwart geworden blokjes-dak, in twee verdie
pingenzoodat liet cr in de verte uitzag als
droeg het twee daken boven elkander. Van
de eene rijde leidde een breede, houten trap,
welker treden, in spijt van alle reparatie,
steeds wat scheef waren, tot de eerste, en
aan die rijdo eenige étage van het huis. Vau
den anderen kant sprong een zeer breede
gevel van paneelwerk uit het kolossaio dak
naar voren en vormde daar een soort van
tweede étage, die trouwens in haar geheel
uit één zaal een ruime feestzaal be
stond.
Bij dit wonderlijke gebouw behoorde een
groot, eenigjszing verwilderd park, waarvan
de in Framchen stijl aangelegde taxuspyrar
miden en de thans geheel bedorven beuken
lanen aan het snoeimes en de tuinschaar
ontwassen waren, toen de prins als banne
ling in Siberië vertoefde, terwijl do tegen
woordige meesteres niet do minste roeping
gevoelde om dien al te roeten wasdom te
keer te gaan. Daar stonden nieuwmodische
tuinbanken, nog glinsterend van de groene
verf, die er op was gesmeerd, in oude, kun
stig gemetselde steengrotten, waarvan in
gangen door een nimf zonder neus in zand
steen of door een faun, die al jaren lang een
arm kwijt waa, werden bewaakt. Hoog© zon
nebloemen en vuur kleurige waterkers, die
plebeérs onder de bloemen, bloeiden in ge
barsten vaaon op de treden van een klein
terras, dat zoo parmantig en eigenzinnig uit
liet verwilderde, donkere taxusgroen van do
omringde boechjes te voorschijn trad, als
verwachtte het de komst van een gefriseerd
en sierlijk gepoederd rooooo-gozelsaliap.
Wordt vrvolgd