V. 355. JI1" Jaargang. Donderdag 16 Maart 1905. "buitenland. FEUILLETON. EEN PRINSES. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS P»r 8 maanden toot Amerafoort f 1.85. Idem franco.per post1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen. Adrertentiën, mededeelingen ens., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF O. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENT!®»: (JA - 0.18. Tan 1—8 regels Eikeregel meer Groote letten naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeellae bepalingen:tót bet herhaald advertèeren in dit Biad bjj abonnement Eens circulaire, bevattende de voorwaarden, worat op aanfraag Aan hen, die met I April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Maart nog zullen verschijnenKOSTE LOOS toegezonden. Politiek Overzicht De crisis in Hongarije. De crisis iu Hongarije is thans, na weken lang sleepende te zijn gebleven, op een dood punt gekomen. De Kroon en do meerderheid in het parlement hebben beide bun laatste woord gesproken, maar tusschen beider standpunt is de afstand nog altijd zóó groot, dat niet is na te gaan hoe de grondslag zal worden verkregen voor de samenstelling van een nieuw kabinet. Graaf Tisza, ofschoon aan de stembus verslagen, blijft nog ad interim aan het bewind, omdat er geen opvolger voor hem kan worden gevonden. Er zijn in de Kamer twee partijen, die ongeveer gelijk in getalsterkte zijn, maar geen van beiden de meerderheid bezitten de liberalen, wier staatkundig programma tot grondslag heeft het in 1867 gesloten com promis, dat de staatsrechtelijke verhouding van Oostenrijk en Hongarije beheerscht, eu de onafhankelijkheidspartij, die den band tusschen de beide rijkshelften doorgesneden of althans losser gemaakt wil hebben. Dan zijn er een paar kleinere fractiënvooreerst de dissidenten, die zioh in de laatste maan den van het bestaan der vorige Kamer van de liberalen hebben afgescheidenverder de aanhangers van Banffy, die dat reeds vroeger hebben gedaaneindelijk de katho lieke volkspartij, wier staatsrechtelijk pro gramma nadert, tot dat van de onafhanke- ijkheidspartij, maar die vóór alles opkomt voor de katholieke kerk. Frans Kossuth, de leider van de onafhan kelijkheidspart-ij, stelt in zijn orgaan, de Magyar Orszag, d© kwestie aldusOf wel nationale conoessiën en het toestaan van de Hongaarsche taal voor het Hongaarsche leger en in dit geval zullen wij de recruten en de kanonnen voteeren, of wel de Kroon zal het bestaande stelsel handhaven, en dan zullen wij zoomin Tecruten als kanonnen voteeren, want men kan ze ons niet met geweld af dwingen, anders dan ten koste van de he vigste schokken. Het ideaal van Kossuth is cene personeele unio tusschen Oostenrijk en Hongarije. Maar dat zal waarschijnlijk nog lang een ideaal blijven de verwezenlijking er van is in af- zienbaren tijd niet te verwachten. Hij wil zich voorshands tevreden stellen met eene splitsing van het tol gebied van Oostenrijk en Hongarije, zoodat er aan het nu bestaande vrije verkeer va goederen tusschen de beide rij fesh elften een einde komt. en met eene scheiding tusschen de legers van Oostenrijk en van Hongarije. Ook dat programma stuit echter op bezwaren, die vooralsnog onoverko melijk zijn. De Keizer zou bereid zijn zioh neer te leggen bij eene splitsing van het Oos- tenrijksch-Hongaarsche tolgebied. wanneer de •arlementen van de beide rijkshelften 't daar over eens konden worden. Wat echter do splitsing van het leger betreft, daarvan wil hij niet. hooreudaartegen doet hij een non .possumus gelden. Men zit rin- voor 't oogen- blik vast. De leiders der verschillende par- tijgn zijn allen bij den Keizer ontboden om hem de voorlichting te verschaffen, die zij konden geve", maar het is aan geen van hen mogelijk geweest het middel aan te geven om uit deze impasse te geraken, en de Kei- zer-Koning zelf ziet er. ondanks de rijpe er varing, die hij gedurende zijne weldra 57- jarige regecring heeft opgedaan, ook geen kans toe. De vele audiëntiën en conferentiën zijn tot dusver zonder resultaat gebleven. Het denkbeeld om oen overgangsministerie te la ten optreden, met het doel een einde te ma ken aan het thans zonder eenigc verant woordelijkheid regeerendc ministcrie-Tisza, schijnt men te hebben laten varen. Ook van een coalitie-kabinet kan niets komen, zoolang do intransigente elementen volharden bij hun standpunt om alles te willen ontvangen en niets te geven. De Kamer is in het laatst van de vorige week bijeen geweest, maar zij heeft er geen anderen raad op geweten dan zich weer te verdagen voor onbepaalde i tijd, totdat er eindelijk een nieuw kabinet zal zijn opge treden, tenzij de voorzitter eene vroegere sa menkomst noodig mooht achten. Voorshands schijnt er dus .nog geen uit zicht te zijn om uit den voorloopigen toe stand verlost te worden. Voor een zeker deel der bevolklag heeft dat vooruitzicht, wel iets bekorends, want zoolang de regelmatige toe stand fl!iet is hersteld', kunnen er geen be lastingen worden geïnd. Dat is een toestand, die menigeen wel behaagt, maar die op den duur toch onmogelijk blijven kan. Het be lastinggeld. dat men nu in den zak houdt, zal men later dubbel moeten betalen. Doltschland. Berlijn, 15 Maart. (Wolff's bureau). Offi cieel wordt uit Tokio bericht, dat de Japan- sche prins Arisoegawa, neef van den Mikado, naar Berlijm zal komen om het huwelijk vaai den Duitschen kroonprins bij te wonen. Berlijn15 Maart. Bij de behandeling van. het voorstel om aan Elzas-Lotharingen als lidi van het rijk eene zelfstandige vertegenwoor diging in den bondsraad te geven, zette de rijkskanselier uiteen, dat dit streven het be wijs oplevert, hoezeer het bewustzijn, dat men behoort tot het rijk, in de bevol king van het rijikslauid post gevat heeft. Echter moet aan dë organen, wie dit aangaat, het recht blijven voorbehouden hun nerzijds het tijdstip te bepalen,, wanneer de hiertoe strekkende verandering zal plaats heb- ben. Berlijn, 15 Maart. Op het betoog van Vollmar (aoc.), dat het Russische prestige ge schokt was, antwoordde de rijkskanselier, dat lieden van doorzicht ook in andere landen va.n meening zijin, dat de positie van Rusland als groote mogendheid de oorlogsrampen en ook de tegenwoordige binnenlandsche onlus ten wel te boven zal komen. Hij zeide- Wij loopeu Rusland niet na; wij hebben echter ook geen aanleiding ons bij Rusland onaan genaam te maken. Wat den verkoop van Duitsche schepen aan de oorlogvoerende partijen betreft, verklaart de rijkskanselier, dat dergelijke verkoopen aan Russische particuliere firma's naar het geldende volkenrecht aan neutrale partijen niet verboden zijn. Onze houding in de quaes- fcio van den verkoop der schepen beantwoordt aan onze geheele correcte houding in. den oorlog. De beide regeeringen, dio bet aan gaat, weten nauwkeurig wat zij aan ons heb- J ben. De Japansche regeering weet-, dat zaji evenzeer als de Russische op onze stipte on zijdigheid kan rekenen. De Russische regee ring weet, dat wij van hare oogenblikkelijke bezwaren geen gebruik zullen maken om Rus land moeilijkheden te bereiden. Wij zullen ook in do toekomst deze betrekkingen zorgvuldig in stand houden, zonder ons in conflict met Rusland te laten brengen, zoolang geen Duitsch belang zulks vordert. (Bijval). In antwoord aan Reventlow (anti-semiet), antwoordde de rijkskanselier, dat hij ten volle begrijpt de aandacht, die men aan Marokko schenkt. Hij beschouwt liet als een plicht der .Duitsche politiek er voor te zorgen, dat ook in de toekomst aan onze economische belangen in Marokko geen nadeel toegebracht wordt het tegenwoordige oogenblik is echter niet geschikt, voor nadere verklaringen in dit opzicht. Het „Seniorenconvent" van den rijksdag heeft een werkplan aangenomen, dat ten doel heeft met de behandeling van de begroo ting tijdig, d. w. z. tegen 31 Maart, gereed te komen. Alle partijen hebben hunne instem ming met dit werkplan verklaard, zonder zich echter voor alle onderdeelen te binden. In ieder geval bestaat de overtuiging, dat in het belang van den rijksdag en van het ge heele rijksbestuur de vaststelling van de be grooting vóór het nieuwe dienstjaar noodig is. België. De staking van de arbeiders in de steen kolenmijnen is geëindigd, na vijf weken te hebben geduurd. In het bekken van Charle roi, waar nog omstreeks 24,000 man staakten, is besloten het werk te hervatten. In het be sluit wordt gezegd, dat men zich neerlegt bij de belofte van de directiën, dat de loonen zullen verhoogd worden, wanneer de prijken stijgen. De staking heeft, zoo wordt verder gezegd, de kolenvoorraden opgeteerd en daar mee de daling van de kolenprijzen en de daarmee verbonden loonsvermindering ver meden. De werklieden worden vermaand zich van het werken in overuren te onthouden, opdat er niet weder over-productie zal ont staan. Den Belgischen gedelegeerden bij 't in ternationale mijnwerkers-comité wordt aan bevolen, wanneer er weder eene crisis op de kolenmarkt mooht voorkomen, de beperking van de productie te verlangen door middel van een jaarlijksclien stilstand van het werk gedurende een aantal dagen. De staking is dus met c.iie volkomen ne derlaag van de arbeiders geëindigd, die 6 a 7 millioen frs. aan loonen hebben moeten der ven. Frankrijk. Nu de procureur-generaal Baudouin zijn requisitoir ter griffie heeft bezorgd, beeft de eerste president van het hof van cassatie den magistraat aangewezen, die voor de vereenig- de kamers van het hof-het rapport zal moe ten uitbrengen over de Dreyfus-zaak. Hij heeft daartoe aangewezen den raadsheer Puech, den oudste der leden van het hof, die nog geen kennis hebben genomen van de zaak. Rusland. In Petersburg zijn bijna alle werklieden weder in staking gegaan, zoodat de couran ten niet kunnen verschijnen. In Bjelostok hebben de beambten van cte tra.m en de koetsiers het werk hervat. Do stad is rustig, maar patrouilles doorkruisen nog de straten. Uit-Kiel wordt bericht, dat in de gouver nementen Tschernigow en Orlowsk de boeren de daar gelegen aan de keizerlijke familie toebehoorende landgoederen en die. van der. liertog van Oldenlburg hebben geplunderd. De aangerichte schade wordt op millioenen begroot. De autoriteiten in Petersburg hebben af gekondigd, dat alle stakers, werkzaam op rijksinrichtingen en behoorende tot de leger- of marine-reserve, onmiddellijk zuilen wor den ingelijfd bij het leger in Matdsjoerije. zoo zij het werk niet hervatten. Deze bedrei ging beeft haar doel niet gemisthet werk is hervat. Er is besloten alle stakers, wer kende in inrichtingen, waar opdrachten van den Staat worden uitgevoerd, te beschouwen ais reservisten. Daardoor kunnen op de sta kers de militaire wetten toegepast, worden. Als het noodig is, zullen deze inrichtingen onder militaire bewaking gesteld worden. Moskou, lj Maart. In den afgeloopen nacht is op het Schouwburgplein eene sterke ontploffing voorgekomen. Verscheidene per sonen zijn in hechtenis genomen, van wie een gewond was. Warschau, 16 Maart. Vijf reservisten wer den Maandag te Wolkowysk veroordeeld we gens een samenzwering, ten doel hebbende een oproer te veroorzaken onder de troepen, ten einde te verhoeden, dat zij naar Mand- sjoerije gezonden zouden worden. Vier wer den veroordeeld tot levenslangen en een tot twintig jaren dwangarbeid. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten landen, 15 Maart. De avondbladen ont vingen een telegram uit TjeLing, meldende dat de Japanners heden de verdedigingswer ken buiten de stad aanvielen. Zij werden te ruggeslagen. Men gelooft, dat zij zware ver liezen hebben geleden. Petersburg, 15 Maart. Koeropatkin meldde gisteren, dat hij een blocdigen aanval der Japanners tegen het centrum van de Russi sche stellingen aan de Fanko heeft afgesla gen. Meer dan 1000 lijken lagen voor de Russische stellingen. Tokio, lj Maart. (Daily Telegraph). De ja pansche troepen, die de terugtrekkende Rus sische troepen bestoken, bevinden zich thans op vijf mijlen afstand van Tieling. Verschei den belangrijke stellingen ten zuiden van Tieling zijn bezet. Men verwacht de inne ming van Tieling. Sjanghai, 15 Maart (Morning Post.) Men bericht, dat Tieling bezet is dc-or Je japan ners. Het belegeringsgeschut uit Port Arthur veroorzaakte ontzettende verliezen onder de terugtrekkende Russen. Er wordt bijgevoegd, dat een deel van het geslagen leger tracht Kirin te bereiken. Petersburg, 15 Maart. Het Petersburgsche telegraaf-agentschap protesteert met nadruk tegen de berichten uit Tokio aan de Daily Telegraph en de Central News over de ge vangenneming van het geheele -16e legercorps en betreffende de capitulatie in massa van Russische troepen, voorts tegen het bericht, dat de Russische rechtervleugel en het oen- trum vernietigd zouden zijn in den slag bij Moekden. Ook wordt opgekomen tegen do berichten, dat de gezamenlijke verliezen 300,000 man zouden bedrage en tegen an dere, tijdingen van dien aard, die als klaar blijkelijk verzonnen worden gekenschetst. Tokio, 15 Maart. De Japansche regecring maakt de kwartieren gereed voor de 43.000 Russische gevangenen uit den slag bij Moek den. Zij zullen verdeeld worden over de garnizoenssteden van Japan en over de 12 gewone legerdivisie», Kam a moto, Akita, Socndai. Foesjimi, Magoya, Koeroomo en Foekoeoka krijgen de grootste afdeelLngen. Twintig steden in het geheel zullen de krijgs gevangenen huisvesten. De Fan-lio, waarvan in de gisterenavond opgenomen telegrammen van liet oorlogstoo- neel sprake is, is eene kleine zijrivier van do Liao-ho, die ongeveer 10 K.M. ten zuiden van Tieling loopt. De Japansche leger afdee- lingen, die aan den daar gevoor jen strijd heb ben deelgenomen, zaten dus de naar Tieling teruggegane Ruseen dicht op de hielen. Tientsin, 15 Maart. De dienst van de trei nen op den spoorweg IvaopantseSi nmui tingYinkow zal morgen hervat worden. Meai denkt, dat de Japanners hebben toegestemd! in de door China gemaakte beschikkingen. Tokio, 15 Maart. Men verwacht, dat Wla- diwostok den 21. Maart vrij van ijs zal zijn. De rivier de Taidon is thans bevaarbaar. De handel is weer geopend tot Pingjang. Londen, 15 Maart. De Star bericht, dat te Singapore vier Japansche kruisers zijn aan gekomen. Singapore, 15 Maart. Drie Japansche krui sers cn een kolenschip zijn hedenmorgen gaan ankeren ter hoogte van de haven buiten de territoriale wateren. Tweede bericht: Volgens een be richt van Lloyds' zijn twee-en-twintig Japan sche oorlogsschepen gezien bij den vuvrto- dcu van Sorloeng. Singapore, 15 Maart. (Daily Express). Do Japansche kruisers Kasagi en Chitoso en de hulpkriMsers Yamata Maroo en Amerika Maroe, staande onder bevel van een admi raal, die hier heden morgen aankwamen, zijn in den namiddag vertrokken. De Matin deelt uit Port Loui9 (Mauritius) mede, dat de Russische Oost zee-vloot don 4en Maart te Nossi-Bé was, toen de stoom boot Qxus van de Messageries maritimes voorbij kwam. Men meent te weten, dat admiraal Rod- jestwensky daar zal blijven tot het eind van de volgende maand, op welk tijdstip men verwacht, dat het derde eskader zich bij hein zal hebben gevoegd. De bemanning der Russische oorlogssche pen wordt dag en nacht geoefend, vooral in het schieten. Men bericht, dat de koelmachine van do Espérauce gebroken zou zijn en dat liet schip zijne lading over boord zou hehfeen gewor pen. Op de Russische beschuldiging van schen ding der onzijdigheid, zijn in Tokio de vol gende verklaringen openbaar gemaakt: De beweerde schending der onzijdiglieid door Japan steunde hierop, dat Japansche troepen, die achter het Russische front ten westen van de spoorlijn Fantien verschenen waren, de marsch door Mongolië hadden ver richt. Deze bewering is geheel ongegrond, waut Japansche troepen hebben Mongolië niet betreden daarentegen betrekt het Rus sische leger sedert geruimen tijd levensmid delen van daar en zendt naar Mongolië ver- kleedo en bewapende troepen-commando's, die tot taak hebben, door de bevolking en hare hoofden te terroriseeren, de voor het 23 Boman van MORITZ VON REICIIENUACII. „En toch moet. ik u zeggen, dat ik veel van deze vlakte houdverklaarde de prin ses volmondig. „Als de zon er op schijnt, als de dennengeur u tegen waait en het overal zoo stil is, dat men slechts het. vibrecrend ge luid1 hoort, van, den leeuwerik, die als een klein, eerst donker, dan in het zonlicht hel der glinsterend punt naar den licht blauwen hemel opstijgt, dan vind ik het hier godde lijk, dan weet ik geen plaatsje ter wereld, vaar men zoo heerlijk, droomeu kan." „Houdt u zooveel van droomen. Hoog- iieid?" vroeg de schilderes verwonderd. „De heb u, dunkt, me, tot heden toe juist zoo werkzaam en met zulk eon vasten blik op 't leven gezien." ..Werkzaam," herhaalde de prinses, en een bijna spottend lachje toekende zich om hare lippen, „de kleine bezigheden, die ik mij hier verschafte, getuigen toch niet van werk zaamheid Voor ons vrouwen, die met de zorg voor het dagelijksöh lmood niets hebben int te staan, die niet hebben te kampen om de onzen voor gebrek te vrijwaren, voor ons blijft ei altoos nog heel veel tijd om te droo men over. Braakliggende werkkracht zetten wij in drooiuerijen om. Dat komt, 'tis waar, niemand ten goede maar 't benadeelt ook niemand, tenzij hoogstens ons zelf!" Mejuffrouw Selle zweeg. Zij hield meer van een gesprek, dat over personen of zaken dan over zulke abstracte denkbeelden liep. „Maar daar hebben wij dan toch huizen." zeide de prinses na eenig stilzwijgen. „Ziet ge. daar ginds aan den boschrand, ligt Olos- sa, het doel van onzen rit." Aan den uitersten zoom van het- boscli lag een uitgestrekt dorp, welks huizen nochtans weinig uit den donkeren achtergrond van het gebooimte te voorschijn kwamen, want ze waren van hout of vap leem en de tijd had dat bouwmateriaal donkerbruin of grijs gekleurd, terwijl de schuine riet- en blokjes daken grooteudeels met mos bedekt waren. Aan den ingang van het dorp was weder een houten kruis met een bont geverfd fi guur er tegen aan. Breede waterplassen, waarin halfnaakte kinderen met eenden en varkens om strijd dartel rondplasten. waren in de dorpsstraten geen zeldzaam verschijn sel, maar aan het einde van het dorp ston den dicht tegen elkander enkele gebouwen, die er toch veel beter uitzagen dan die arm zalige' hutten en die gezamenlijk het heeren huis uitmaakten Het rijtuig ging thans het hek stond open tusschen tweo poortsteilen door, waarvan hier en daar de kalk was afgebrok keld en waarop tweo groote glinsterende va zen van aardewerk prijkten. Men reed nu langs eenige kwalijk riekende poelen op een soort, van dijk of aarden wal toe, waarachter het eigenlijke, lage hoerenhuis met zijn oh- regelmatige vensters als verscholen scheen to liggen Ben breede, houten trap reikte «venwel van dit heorenhuis uit over den dijk heen, en twee houten zuilen droegen het. ver vooruitspringende dak, dat het lofwerk bo ven de deur geheel overschaduwde. Een bediende in een livrei van twijfelach tige zuiverheid opende den slagboom, zoo dra het rijtuig voor de trap stilhield, en op de trap zelf verscheen onmiddellijk daarop een breedgeschouderd man met kaplaarzen aan eu in een soort van rijpak. die de dames welkom heette. De man in het rijpak was de heer des hui zes, Pieter von Dobriluoky, die de prinses, zoodia deze de trappen betreden had, op een hoffelijke wijze de hand kuste en iu de Pool- sche taal toesprak. De prinses antwoordde eveneens in het Boolsch, maar vroeg tegelijk of de heer von 'Dobrilucky niet zoo vriendelijk, zou willen zijn om zich ditmaal, met het oog op de da me. die zij had meegebracht, van de Fr.xu- sclie taal te bcdieuen, waartoe de beleefde gastheer met de uiterste gemakkelijkheid zich terstond bereid verklaarde. Hij geleidde de dames naar een zeer groot, maar tevens zeer laag vertrek, waaruit een zware, be dompte lucht kwam, en noodigde beiden uit om op de breede, groeu eu blauw gestreepte sofa plaats te nemen. Nadat de dames aan deze uitnoodiging hadden voldaan, wreef hij zioh eenigszdns verlegen de handen en verzocht hij hoffe lijk de afwezigheid van zijn vrouw en zijn dochter wel te willen verontschuldigen ze zouden zeker dadelijk komen De prinses praatte gezellig over het weer, over de reizen, die ze had gedaan, en hon derd andere dingen meer, terwijl mejuffrouw Selle de groote kamer eens rondzag, waarin zulke vervaarlijke meubelstukken stonden, dat 't lage vertrek er nog lager door scheen. Maar tusschen al die houten, glad gewreven meubels, waaraan met den besten wil van de wereld geen stijl of smaak te onderschei den viel, stond een prachtige vleugelpiano, en tegenover die piano hing nieuwe bij zonderheid een goed geschilderd portret van een mooie, jonge vrouw, gekleed in een artistiek omgeslagen donkeren pelsmantel, tusschen oud, leelijk en zwart geworden bor duurwerk in lijst, met tafereelen uit de Bijh belsche geschiedenis en uit de geschiedenis van Polen. „Dat. iw 't. portret van mijjn vrouw, toen ze nog jong was," zeide de heer des huizes, daar hij zag met hoeveel aandacht de dame, die de prinses had meegebracht, het schilderwerk be schouwde. Nauwelijks had hij di© verklaring gedaan, of de deur ging open, cn een dame, in een soort van los morgengewaad, waarover, blijk- lwor in der haast en een weinig scheef, ecu kostbare kanten kraag was geslagen, trad niet zonder gratie het vertrek binnen en werd terstond door de prinses als mevrouw Dobrilucky begroet. Mejuffrouw Selle keek verbaasd van het portret naar het origineel. Het wvis letterlijk onmogelijk om tuBScnen die beiden eenige ge lijkenis te vinden. „Ja, ja, mijn lieve juffrouw, de mensch verandert," meende mevrouw von Dobrilucky die de monstering van haar beeld en van haar persoon wel had opgemerkt, tot de schilderes in het Duitsch, doch zoo hard en onbeholpen, dat ieder geloofd zou hebben, dat zij niet haar moedertaal, maar veeleer een mei moeite aangeleerde taal sprak. „Mijn vrouw." zeide de gastheer nu met. waardigheid, „mijfn vrouw was indertijd een. schoonheid van den eersten rang en 't is wel te bejammeren, dat onze dochter niet meer op haar gelijkt. Ja, t is waar, de stumperd heeft veel verdriet- in haar leven gehad en 't ver driet maakt iemand niet mooier." „Is uw dochter nu voor goed bij ui in huis?" vroeg de prinses. „Ja," luidde het met een diepen zucht ge geven antwoord. „Deechtscheiding heeft plaats gehad, dat is te zeggen, voor zooverre dat met onze religie mogelijk is. 't Is een ramp van belang." Het. gesprek staakte bij' het binnenkomen van de besproken persoon. Zij was een vrouw van ongeveer dertig jaar, met een gele gelaatskleur, met slechts weinig, donkerkleurig haar en met onrustig dwalende zwarte oogen, die iets verwijt ends uitdrukten, zoodra. zij op een bepaald doel gelicht waren, terwijl de aan weerszijden nederhangende mond steeds bereid scheen een klacht of een hatelijke opmerking te doen hooren. Tot niet geringe verwondering van mejuf frouw Selle, bracht de gescheiden vrouw, na de eerste begroeting, het gesprek al dadelijk op haar man. over wien zij met de hardste uitdrukkingen den staf brak. „Nauwelijks had ik mij laten overhalen oni weer naar hem toe te gaan, of hij begon op mijn naam schulden te maken", klaagde zij. „en daarbij zegt hij altijd, dat hij mij liefheeft. - maar ik weet. heel goed, wat voor soort van liefde dat. 19." Ifordi vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1