V.
355.
JI1" Jaargang.
Donderdag 16 Maart 1905.
"buitenland.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
P»r 8 maanden toot Amerafoort f 1.85.
Idem franco.per post1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en feestdagen.
Adrertentiën, mededeelingen ens., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENT!®»:
(JA
- 0.18.
Tan 1—8 regels
Eikeregel meer
Groote letten naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeellae bepalingen:tót
bet herhaald advertèeren in dit Biad bjj abonnement Eens
circulaire, bevattende de voorwaarden, worat op aanfraag
Aan hen, die met I April
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Maart nog
zullen verschijnenKOSTE
LOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
De crisis in Hongarije.
De crisis iu Hongarije is thans, na weken
lang sleepende te zijn gebleven, op een dood
punt gekomen. De Kroon en do meerderheid
in het parlement hebben beide bun laatste
woord gesproken, maar tusschen beider
standpunt is de afstand nog altijd zóó groot,
dat niet is na te gaan hoe de grondslag zal
worden verkregen voor de samenstelling van
een nieuw kabinet. Graaf Tisza, ofschoon aan
de stembus verslagen, blijft nog ad interim
aan het bewind, omdat er geen opvolger voor
hem kan worden gevonden.
Er zijn in de Kamer twee partijen, die
ongeveer gelijk in getalsterkte zijn, maar
geen van beiden de meerderheid bezitten
de liberalen, wier staatkundig programma tot
grondslag heeft het in 1867 gesloten com
promis, dat de staatsrechtelijke verhouding
van Oostenrijk en Hongarije beheerscht, eu
de onafhankelijkheidspartij, die den band
tusschen de beide rijkshelften doorgesneden
of althans losser gemaakt wil hebben. Dan
zijn er een paar kleinere fractiënvooreerst
de dissidenten, die zioh in de laatste maan
den van het bestaan der vorige Kamer van
de liberalen hebben afgescheidenverder
de aanhangers van Banffy, die dat reeds
vroeger hebben gedaaneindelijk de katho
lieke volkspartij, wier staatsrechtelijk pro
gramma nadert, tot dat van de onafhanke-
ijkheidspartij, maar die vóór alles opkomt
voor de katholieke kerk.
Frans Kossuth, de leider van de onafhan
kelijkheidspart-ij, stelt in zijn orgaan, de
Magyar Orszag, d© kwestie aldusOf wel
nationale conoessiën en het toestaan van de
Hongaarsche taal voor het Hongaarsche leger
en in dit geval zullen wij de recruten en de
kanonnen voteeren, of wel de Kroon zal het
bestaande stelsel handhaven, en dan zullen
wij zoomin Tecruten als kanonnen voteeren,
want men kan ze ons niet met geweld af
dwingen, anders dan ten koste van de he
vigste schokken.
Het ideaal van Kossuth is cene personeele
unio tusschen Oostenrijk en Hongarije. Maar
dat zal waarschijnlijk nog lang een ideaal
blijven de verwezenlijking er van is in af-
zienbaren tijd niet te verwachten. Hij wil
zich voorshands tevreden stellen met eene
splitsing van het tol gebied van Oostenrijk
en Hongarije, zoodat er aan het nu bestaande
vrije verkeer va goederen tusschen de beide
rij fesh elften een einde komt. en met eene
scheiding tusschen de legers van Oostenrijk en
van Hongarije. Ook dat programma stuit
echter op bezwaren, die vooralsnog onoverko
melijk zijn. De Keizer zou bereid zijn zioh
neer te leggen bij eene splitsing van het Oos-
tenrijksch-Hongaarsche tolgebied. wanneer de
•arlementen van de beide rijkshelften 't daar
over eens konden worden. Wat echter do
splitsing van het leger betreft, daarvan wil
hij niet. hooreudaartegen doet hij een non
.possumus gelden. Men zit rin- voor 't oogen-
blik vast. De leiders der verschillende par-
tijgn zijn allen bij den Keizer ontboden om
hem de voorlichting te verschaffen, die zij
konden geve", maar het is aan geen van hen
mogelijk geweest het middel aan te geven
om uit deze impasse te geraken, en de Kei-
zer-Koning zelf ziet er. ondanks de rijpe er
varing, die hij gedurende zijne weldra 57-
jarige regecring heeft opgedaan, ook geen
kans toe.
De vele audiëntiën en conferentiën zijn
tot dusver zonder resultaat gebleven. Het
denkbeeld om oen overgangsministerie te la
ten optreden, met het doel een einde te ma
ken aan het thans zonder eenigc verant
woordelijkheid regeerendc ministcrie-Tisza,
schijnt men te hebben laten varen. Ook van
een coalitie-kabinet kan niets komen, zoolang
do intransigente elementen volharden bij
hun standpunt om alles te willen ontvangen
en niets te geven.
De Kamer is in het laatst van de vorige
week bijeen geweest, maar zij heeft er geen
anderen raad op geweten dan zich weer te
verdagen voor onbepaalde i tijd, totdat er
eindelijk een nieuw kabinet zal zijn opge
treden, tenzij de voorzitter eene vroegere sa
menkomst noodig mooht achten.
Voorshands schijnt er dus .nog geen uit
zicht te zijn om uit den voorloopigen toe
stand verlost te worden. Voor een zeker deel
der bevolklag heeft dat vooruitzicht, wel iets
bekorends, want zoolang de regelmatige toe
stand fl!iet is hersteld', kunnen er geen be
lastingen worden geïnd. Dat is een toestand,
die menigeen wel behaagt, maar die op den
duur toch onmogelijk blijven kan. Het be
lastinggeld. dat men nu in den zak houdt,
zal men later dubbel moeten betalen.
Doltschland.
Berlijn, 15 Maart. (Wolff's bureau). Offi
cieel wordt uit Tokio bericht, dat de Japan-
sche prins Arisoegawa, neef van den Mikado,
naar Berlijm zal komen om het huwelijk vaai
den Duitschen kroonprins bij te wonen.
Berlijn15 Maart. Bij de behandeling van.
het voorstel om aan Elzas-Lotharingen als lidi
van het rijk eene zelfstandige vertegenwoor
diging in den bondsraad te geven, zette de
rijkskanselier uiteen, dat dit streven het be
wijs oplevert, hoezeer het bewustzijn, dat
men behoort tot het rijk, in de bevol
king van het rijikslauid post gevat heeft.
Echter moet aan dë organen, wie dit
aangaat, het recht blijven voorbehouden hun
nerzijds het tijdstip te bepalen,, wanneer de
hiertoe strekkende verandering zal plaats heb-
ben.
Berlijn, 15 Maart. Op het betoog van
Vollmar (aoc.), dat het Russische prestige ge
schokt was, antwoordde de rijkskanselier, dat
lieden van doorzicht ook in andere landen
va.n meening zijin, dat de positie van Rusland
als groote mogendheid de oorlogsrampen en
ook de tegenwoordige binnenlandsche onlus
ten wel te boven zal komen. Hij zeide- Wij
loopeu Rusland niet na; wij hebben echter
ook geen aanleiding ons bij Rusland onaan
genaam te maken.
Wat den verkoop van Duitsche schepen aan
de oorlogvoerende partijen betreft, verklaart
de rijkskanselier, dat dergelijke verkoopen
aan Russische particuliere firma's naar het
geldende volkenrecht aan neutrale partijen
niet verboden zijn. Onze houding in de quaes-
fcio van den verkoop der schepen beantwoordt
aan onze geheele correcte houding in. den
oorlog. De beide regeeringen, dio bet aan
gaat, weten nauwkeurig wat zij aan ons heb-
J ben. De Japansche regeering weet-, dat zaji
evenzeer als de Russische op onze stipte on
zijdigheid kan rekenen. De Russische regee
ring weet, dat wij van hare oogenblikkelijke
bezwaren geen gebruik zullen maken om Rus
land moeilijkheden te bereiden. Wij zullen ook
in do toekomst deze betrekkingen zorgvuldig
in stand houden, zonder ons in conflict met
Rusland te laten brengen, zoolang geen
Duitsch belang zulks vordert. (Bijval).
In antwoord aan Reventlow (anti-semiet),
antwoordde de rijkskanselier, dat hij ten volle
begrijpt de aandacht, die men aan Marokko
schenkt. Hij beschouwt liet als een plicht
der .Duitsche politiek er voor te zorgen, dat
ook in de toekomst aan onze economische
belangen in Marokko geen nadeel toegebracht
wordt het tegenwoordige oogenblik is echter
niet geschikt, voor nadere verklaringen in dit
opzicht.
Het „Seniorenconvent" van den rijksdag
heeft een werkplan aangenomen, dat ten
doel heeft met de behandeling van de begroo
ting tijdig, d. w. z. tegen 31 Maart, gereed
te komen. Alle partijen hebben hunne instem
ming met dit werkplan verklaard, zonder zich
echter voor alle onderdeelen te binden. In
ieder geval bestaat de overtuiging, dat in
het belang van den rijksdag en van het ge
heele rijksbestuur de vaststelling van de be
grooting vóór het nieuwe dienstjaar noodig is.
België.
De staking van de arbeiders in de steen
kolenmijnen is geëindigd, na vijf weken te
hebben geduurd. In het bekken van Charle
roi, waar nog omstreeks 24,000 man staakten,
is besloten het werk te hervatten. In het be
sluit wordt gezegd, dat men zich neerlegt bij
de belofte van de directiën, dat de loonen
zullen verhoogd worden, wanneer de prijken
stijgen. De staking heeft, zoo wordt verder
gezegd, de kolenvoorraden opgeteerd en daar
mee de daling van de kolenprijzen en de
daarmee verbonden loonsvermindering ver
meden. De werklieden worden vermaand zich
van het werken in overuren te onthouden,
opdat er niet weder over-productie zal ont
staan. Den Belgischen gedelegeerden bij 't in
ternationale mijnwerkers-comité wordt aan
bevolen, wanneer er weder eene crisis op de
kolenmarkt mooht voorkomen, de beperking
van de productie te verlangen door middel
van een jaarlijksclien stilstand van het werk
gedurende een aantal dagen.
De staking is dus met c.iie volkomen ne
derlaag van de arbeiders geëindigd, die 6 a 7
millioen frs. aan loonen hebben moeten der
ven.
Frankrijk.
Nu de procureur-generaal Baudouin zijn
requisitoir ter griffie heeft bezorgd, beeft de
eerste president van het hof van cassatie den
magistraat aangewezen, die voor de vereenig-
de kamers van het hof-het rapport zal moe
ten uitbrengen over de Dreyfus-zaak. Hij
heeft daartoe aangewezen den raadsheer
Puech, den oudste der leden van het hof, die
nog geen kennis hebben genomen van de zaak.
Rusland.
In Petersburg zijn bijna alle werklieden
weder in staking gegaan, zoodat de couran
ten niet kunnen verschijnen.
In Bjelostok hebben de beambten van cte
tra.m en de koetsiers het werk hervat. Do
stad is rustig, maar patrouilles doorkruisen
nog de straten.
Uit-Kiel wordt bericht, dat in de gouver
nementen Tschernigow en Orlowsk de boeren
de daar gelegen aan de keizerlijke familie
toebehoorende landgoederen en die. van der.
liertog van Oldenlburg hebben geplunderd.
De aangerichte schade wordt op millioenen
begroot.
De autoriteiten in Petersburg hebben af
gekondigd, dat alle stakers, werkzaam op
rijksinrichtingen en behoorende tot de leger-
of marine-reserve, onmiddellijk zuilen wor
den ingelijfd bij het leger in Matdsjoerije.
zoo zij het werk niet hervatten. Deze bedrei
ging beeft haar doel niet gemisthet werk
is hervat. Er is besloten alle stakers, wer
kende in inrichtingen, waar opdrachten van
den Staat worden uitgevoerd, te beschouwen
ais reservisten. Daardoor kunnen op de sta
kers de militaire wetten toegepast, worden.
Als het noodig is, zullen deze inrichtingen
onder militaire bewaking gesteld worden.
Moskou, lj Maart. In den afgeloopen
nacht is op het Schouwburgplein eene sterke
ontploffing voorgekomen. Verscheidene per
sonen zijn in hechtenis genomen, van wie
een gewond was.
Warschau, 16 Maart. Vijf reservisten wer
den Maandag te Wolkowysk veroordeeld we
gens een samenzwering, ten doel hebbende
een oproer te veroorzaken onder de troepen,
ten einde te verhoeden, dat zij naar Mand-
sjoerije gezonden zouden worden. Vier wer
den veroordeeld tot levenslangen en een tot
twintig jaren dwangarbeid.
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
landen, 15 Maart. De avondbladen ont
vingen een telegram uit TjeLing, meldende
dat de Japanners heden de verdedigingswer
ken buiten de stad aanvielen. Zij werden te
ruggeslagen. Men gelooft, dat zij zware ver
liezen hebben geleden.
Petersburg, 15 Maart. Koeropatkin meldde
gisteren, dat hij een blocdigen aanval der
Japanners tegen het centrum van de Russi
sche stellingen aan de Fanko heeft afgesla
gen. Meer dan 1000 lijken lagen voor de
Russische stellingen.
Tokio, lj Maart. (Daily Telegraph). De ja
pansche troepen, die de terugtrekkende Rus
sische troepen bestoken, bevinden zich thans
op vijf mijlen afstand van Tieling. Verschei
den belangrijke stellingen ten zuiden van
Tieling zijn bezet. Men verwacht de inne
ming van Tieling.
Sjanghai, 15 Maart (Morning Post.) Men
bericht, dat Tieling bezet is dc-or Je japan
ners. Het belegeringsgeschut uit Port Arthur
veroorzaakte ontzettende verliezen onder de
terugtrekkende Russen. Er wordt bijgevoegd,
dat een deel van het geslagen leger tracht
Kirin te bereiken.
Petersburg, 15 Maart. Het Petersburgsche
telegraaf-agentschap protesteert met nadruk
tegen de berichten uit Tokio aan de Daily
Telegraph en de Central News over de ge
vangenneming van het geheele -16e legercorps
en betreffende de capitulatie in massa van
Russische troepen, voorts tegen het bericht,
dat de Russische rechtervleugel en het oen-
trum vernietigd zouden zijn in den slag bij
Moekden. Ook wordt opgekomen tegen do
berichten, dat de gezamenlijke verliezen
300,000 man zouden bedrage en tegen an
dere, tijdingen van dien aard, die als klaar
blijkelijk verzonnen worden gekenschetst.
Tokio, 15 Maart. De Japansche regecring
maakt de kwartieren gereed voor de 43.000
Russische gevangenen uit den slag bij Moek
den. Zij zullen verdeeld worden over
de garnizoenssteden van Japan en over de 12
gewone legerdivisie», Kam a moto, Akita,
Socndai. Foesjimi, Magoya, Koeroomo en
Foekoeoka krijgen de grootste afdeelLngen.
Twintig steden in het geheel zullen de krijgs
gevangenen huisvesten.
De Fan-lio, waarvan in de gisterenavond
opgenomen telegrammen van liet oorlogstoo-
neel sprake is, is eene kleine zijrivier van
do Liao-ho, die ongeveer 10 K.M. ten zuiden
van Tieling loopt. De Japansche leger afdee-
lingen, die aan den daar gevoor jen strijd heb
ben deelgenomen, zaten dus de naar Tieling
teruggegane Ruseen dicht op de hielen.
Tientsin, 15 Maart. De dienst van de trei
nen op den spoorweg IvaopantseSi nmui
tingYinkow zal morgen hervat worden. Meai
denkt, dat de Japanners hebben toegestemd!
in de door China gemaakte beschikkingen.
Tokio, 15 Maart. Men verwacht, dat Wla-
diwostok den 21. Maart vrij van ijs zal zijn.
De rivier de Taidon is thans bevaarbaar. De
handel is weer geopend tot Pingjang.
Londen, 15 Maart. De Star bericht, dat
te Singapore vier Japansche kruisers zijn aan
gekomen.
Singapore, 15 Maart. Drie Japansche krui
sers cn een kolenschip zijn hedenmorgen gaan
ankeren ter hoogte van de haven buiten de
territoriale wateren.
Tweede bericht: Volgens een be
richt van Lloyds' zijn twee-en-twintig Japan
sche oorlogsschepen gezien bij den vuvrto-
dcu van Sorloeng.
Singapore, 15 Maart. (Daily Express). Do
Japansche kruisers Kasagi en Chitoso en de
hulpkriMsers Yamata Maroo en Amerika
Maroe, staande onder bevel van een admi
raal, die hier heden morgen aankwamen,
zijn in den namiddag vertrokken.
De Matin deelt uit Port Loui9 (Mauritius)
mede, dat de Russische Oost zee-vloot don
4en Maart te Nossi-Bé was, toen de stoom
boot Qxus van de Messageries maritimes
voorbij kwam.
Men meent te weten, dat admiraal Rod-
jestwensky daar zal blijven tot het eind van
de volgende maand, op welk tijdstip men
verwacht, dat het derde eskader zich bij hein
zal hebben gevoegd.
De bemanning der Russische oorlogssche
pen wordt dag en nacht geoefend, vooral in
het schieten.
Men bericht, dat de koelmachine van do
Espérauce gebroken zou zijn en dat liet schip
zijne lading over boord zou hehfeen gewor
pen.
Op de Russische beschuldiging van schen
ding der onzijdigheid, zijn in Tokio de vol
gende verklaringen openbaar gemaakt:
De beweerde schending der onzijdiglieid
door Japan steunde hierop, dat Japansche
troepen, die achter het Russische front ten
westen van de spoorlijn Fantien verschenen
waren, de marsch door Mongolië hadden ver
richt. Deze bewering is geheel ongegrond,
waut Japansche troepen hebben Mongolië
niet betreden daarentegen betrekt het Rus
sische leger sedert geruimen tijd levensmid
delen van daar en zendt naar Mongolië ver-
kleedo en bewapende troepen-commando's,
die tot taak hebben, door de bevolking en
hare hoofden te terroriseeren, de voor het
23 Boman van
MORITZ VON REICIIENUACII.
„En toch moet. ik u zeggen, dat ik veel
van deze vlakte houdverklaarde de prin
ses volmondig. „Als de zon er op schijnt, als
de dennengeur u tegen waait en het overal
zoo stil is, dat men slechts het. vibrecrend ge
luid1 hoort, van, den leeuwerik, die als een
klein, eerst donker, dan in het zonlicht hel
der glinsterend punt naar den licht blauwen
hemel opstijgt, dan vind ik het hier godde
lijk, dan weet ik geen plaatsje ter wereld,
vaar men zoo heerlijk, droomeu kan."
„Houdt u zooveel van droomen. Hoog-
iieid?" vroeg de schilderes verwonderd. „De
heb u, dunkt, me, tot heden toe juist zoo
werkzaam en met zulk eon vasten blik op 't
leven gezien."
..Werkzaam," herhaalde de prinses, en een
bijna spottend lachje toekende zich om hare
lippen, „de kleine bezigheden, die ik mij
hier verschafte, getuigen toch niet van werk
zaamheid Voor ons vrouwen, die met de
zorg voor het dagelijksöh lmood niets hebben
int te staan, die niet hebben te kampen om
de onzen voor gebrek te vrijwaren, voor ons
blijft ei altoos nog heel veel tijd om te droo
men over. Braakliggende werkkracht zetten
wij in drooiuerijen om. Dat komt, 'tis waar,
niemand ten goede maar 't benadeelt ook
niemand, tenzij hoogstens ons zelf!"
Mejuffrouw Selle zweeg. Zij hield meer
van een gesprek, dat over personen of zaken
dan over zulke abstracte denkbeelden liep.
„Maar daar hebben wij dan toch huizen."
zeide de prinses na eenig stilzwijgen. „Ziet
ge. daar ginds aan den boschrand, ligt Olos-
sa, het doel van onzen rit."
Aan den uitersten zoom van het- boscli lag
een uitgestrekt dorp, welks huizen nochtans
weinig uit den donkeren achtergrond van
het gebooimte te voorschijn kwamen, want
ze waren van hout of vap leem en de tijd
had dat bouwmateriaal donkerbruin of grijs
gekleurd, terwijl de schuine riet- en blokjes
daken grooteudeels met mos bedekt waren.
Aan den ingang van het dorp was weder
een houten kruis met een bont geverfd fi
guur er tegen aan. Breede waterplassen,
waarin halfnaakte kinderen met eenden en
varkens om strijd dartel rondplasten. waren
in de dorpsstraten geen zeldzaam verschijn
sel, maar aan het einde van het dorp ston
den dicht tegen elkander enkele gebouwen,
die er toch veel beter uitzagen dan die arm
zalige' hutten en die gezamenlijk het heeren
huis uitmaakten
Het rijtuig ging thans het hek stond
open tusschen tweo poortsteilen door,
waarvan hier en daar de kalk was afgebrok
keld en waarop tweo groote glinsterende va
zen van aardewerk prijkten. Men reed nu
langs eenige kwalijk riekende poelen op een
soort, van dijk of aarden wal toe, waarachter
het eigenlijke, lage hoerenhuis met zijn oh-
regelmatige vensters als verscholen scheen
to liggen Ben breede, houten trap reikte
«venwel van dit heorenhuis uit over den dijk
heen, en twee houten zuilen droegen het. ver
vooruitspringende dak, dat het lofwerk bo
ven de deur geheel overschaduwde.
Een bediende in een livrei van twijfelach
tige zuiverheid opende den slagboom, zoo
dra het rijtuig voor de trap stilhield, en op
de trap zelf verscheen onmiddellijk daarop
een breedgeschouderd man met kaplaarzen
aan eu in een soort van rijpak. die de dames
welkom heette.
De man in het rijpak was de heer des hui
zes, Pieter von Dobriluoky, die de prinses,
zoodia deze de trappen betreden had, op een
hoffelijke wijze de hand kuste en iu de Pool-
sche taal toesprak.
De prinses antwoordde eveneens in het
Boolsch, maar vroeg tegelijk of de heer von
'Dobrilucky niet zoo vriendelijk, zou willen
zijn om zich ditmaal, met het oog op de da
me. die zij had meegebracht, van de Fr.xu-
sclie taal te bcdieuen, waartoe de beleefde
gastheer met de uiterste gemakkelijkheid
zich terstond bereid verklaarde. Hij geleidde
de dames naar een zeer groot, maar tevens
zeer laag vertrek, waaruit een zware, be
dompte lucht kwam, en noodigde beiden uit
om op de breede, groeu eu blauw gestreepte
sofa plaats te nemen.
Nadat de dames aan deze uitnoodiging
hadden voldaan, wreef hij zioh eenigszdns
verlegen de handen en verzocht hij hoffe
lijk de afwezigheid van zijn vrouw en zijn
dochter wel te willen verontschuldigen ze
zouden zeker dadelijk komen
De prinses praatte gezellig over het weer,
over de reizen, die ze had gedaan, en hon
derd andere dingen meer, terwijl mejuffrouw
Selle de groote kamer eens rondzag, waarin
zulke vervaarlijke meubelstukken stonden,
dat 't lage vertrek er nog lager door scheen.
Maar tusschen al die houten, glad gewreven
meubels, waaraan met den besten wil van
de wereld geen stijl of smaak te onderschei
den viel, stond een prachtige vleugelpiano,
en tegenover die piano hing nieuwe bij
zonderheid een goed geschilderd portret
van een mooie, jonge vrouw, gekleed in een
artistiek omgeslagen donkeren pelsmantel,
tusschen oud, leelijk en zwart geworden bor
duurwerk in lijst, met tafereelen uit de Bijh
belsche geschiedenis en uit de geschiedenis
van Polen.
„Dat. iw 't. portret van mijjn vrouw, toen ze
nog jong was," zeide de heer des huizes, daar
hij zag met hoeveel aandacht de dame, die de
prinses had meegebracht, het schilderwerk be
schouwde.
Nauwelijks had hij di© verklaring gedaan,
of de deur ging open, cn een dame, in een
soort van los morgengewaad, waarover, blijk-
lwor in der haast en een weinig scheef, ecu
kostbare kanten kraag was geslagen, trad
niet zonder gratie het vertrek binnen en
werd terstond door de prinses als mevrouw
Dobrilucky begroet.
Mejuffrouw Selle keek verbaasd van het
portret naar het origineel. Het wvis letterlijk
onmogelijk om tuBScnen die beiden eenige ge
lijkenis te vinden.
„Ja, ja, mijn lieve juffrouw, de mensch
verandert," meende mevrouw von Dobrilucky
die de monstering van haar beeld en van haar
persoon wel had opgemerkt, tot de schilderes
in het Duitsch, doch zoo hard en onbeholpen,
dat ieder geloofd zou hebben, dat zij niet
haar moedertaal, maar veeleer een mei moeite
aangeleerde taal sprak.
„Mijn vrouw." zeide de gastheer nu met.
waardigheid, „mijfn vrouw was indertijd een.
schoonheid van den eersten rang en 't is wel
te bejammeren, dat onze dochter niet meer op
haar gelijkt. Ja, t is waar, de stumperd heeft
veel verdriet- in haar leven gehad en 't ver
driet maakt iemand niet mooier."
„Is uw dochter nu voor goed bij ui in huis?"
vroeg de prinses.
„Ja," luidde het met een diepen zucht ge
geven antwoord. „Deechtscheiding heeft
plaats gehad, dat is te zeggen, voor zooverre
dat met onze religie mogelijk is. 't Is een
ramp van belang."
Het. gesprek staakte bij' het binnenkomen
van de besproken persoon.
Zij was een vrouw van ongeveer dertig
jaar, met een gele gelaatskleur, met slechts
weinig, donkerkleurig haar en met onrustig
dwalende zwarte oogen, die iets verwijt ends
uitdrukten, zoodra. zij op een bepaald doel
gelicht waren, terwijl de aan weerszijden
nederhangende mond steeds bereid scheen
een klacht of een hatelijke opmerking te
doen hooren.
Tot niet geringe verwondering van mejuf
frouw Selle, bracht de gescheiden vrouw, na
de eerste begroeting, het gesprek al dadelijk
op haar man. over wien zij met de hardste
uitdrukkingen den staf brak.
„Nauwelijks had ik mij laten overhalen
oni weer naar hem toe te gaan, of hij begon
op mijn naam schulden te maken", klaagde
zij. „en daarbij zegt hij altijd, dat hij mij
liefheeft. - maar ik weet. heel goed, wat
voor soort van liefde dat. 19."
Ifordi vervolgd.