M°. 359.
3d* Jaargang.
Maandag 20 Maart 1905.
BUITENLAND?
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
AHERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per JL maanden voor Amersfoortf 1*35.
Idem franco, per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Boze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiên, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers:
Utrechtschestraat 1.
VALKHOFF O.
Intercomm. Telephoonnnmmer 66.
PRIJS DEB 'ADVERTEKÏÏÉN
Tui 1^*0 regels T»
Elke Ir egel meer-.
Groote letten naar i
het herhaald adverteéren Hn 3ft]Blad
circnlaire, bevattende de Voorwaarden, ~wordtvep"AaS¥*it|f
toegezonaer
Aan hen, die met I April
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Maart nog
zullen verschijnenKOSTE
LOOS toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat het door den Directeur van 's rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam executoir
verklaard kohier Nb. 1 van de Personeele be
lasting, over het dienstjaar 1905/1906, aan den
Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier
is teT hand gesteld, aan wien ieder verplicht is
zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden roet
te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebiuikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 18. Maart
1905.
De Burgemeester voornoemd,
WULTTTERS.
Politiek Overzicht
Elzas-Lotharingen als bondsstaat.
Bij de behandeling van de begrooting van
de rijkskanselarij is in den Duitschen. rijks
dag de vraag ter sprake g. komen der verhef
fing van Elzas-Lotharingen tot bondsstaat.
Eene motie daartoe was ingediend door het
centrum, dat daarmede den wensch opnam,
door deai „Landesausschuss" van het rijiks-
land uitgedrukt in een tien 18en October jl.
eenstemmig genomen besluit, dat de lands-
regeering uitnoodigt den rijkskanselier te ver
zoeken bij de wetgevende macht van het rijk
een wetsontwerp in te dienen, waardoor bepaald
wordt1. dat de grondwet van het Duitscke
rijk en de rijkswet betreffende de inrichting
van het bestuur van Elzas-Lotharingen van
4 Juli 1879 in dien. zin gewijzigd worden,
dat Elzas-Lotharmge® tot bondsstaat verhe
ven en als zoodanig grondwettig met de ove
rige bondsstaten volkomen gelijk gesteld wor
de; 2. dat de op grond van deze nieuwe in
richting in te stellen volksvertegenwoordiging
uit het algemeene, gelijke1, rechtstreeksche en
geheime kiesrecht zal voortkomen.
De rijkskanselier gaf in zij® antwoord zijne
vreugde te kennen over bet feit, dat het
streven om Elzas-Lotharingen tot een zelf
standig lid' van het Duitsoho ruik te maken,
bewijst hoezeer het bewustzijn dat Elzas-Lo-
tahnngen tot het Duitsche rijk behoort, on
der de bevolking wortel geschoten heeft. Maar
hoezeer ook gezind om met dit feit rekening
te houden en tegemoetkoming te toonen aan
den wensch der bevolking, hij moest wijzen
op de praktische bezwaren, die moeten wor
den ow-wonnen om dezen wemsch te kunnen
vervullen. Hij moest daarom voor de rijks-
regoering het recht voorbehouden, harerzijds
Ihet tijdstip te bepalen, waarop eene verande
ring van de grondwettige positie van, Blzas-
Lotharinigen zal kunnen geschieden, en kon
op dit oogenblik niet verder op de zaak in
gaan.
Een bezwaar, dat door den. rijkskanselier
met name genoemd werd, betrof de vraag
door welke instantie de gemachtigden van
Elzas-Lotharingen bij den "bondsraad zouden
worden benoemd. Van hunne keuze door den
„Landesau&schuss" kan geen sprake zijn met
het oog op art. 6 van de rijksgrondwet, dat
de samenstelling van den bondsraad regelt.
Hunne ly noeming door den keizerlijken stad
houder zou daarentegen er toe leiden, dat de
invloed, van Pruisen in den bondsraad ver
meerderd werd op eene met de bedoelingen
van de rijiksgrondwet strijdige wijfee.
Dit is slechts één der bezwaren, waarvoor
naar eene oplossing moet worden gezocht.
Maar afgescheiden daarvan, is de verandering
van Elzas-Lotharingen in een Duitschen
bondsstaat een werk van grooten omvang.
Wat er aan verbonden is, wanneer Elzas-
Lotharingen tot een staat wordt verheven,
wordt door de Kola. Ztg. aldus uiteengezet:
De Keizer zou de souvereine rechten ver
liezen, dio hij in naam van het rijik in Elzas-
Lotharingen uitoefenthij zou tegenover den
nieuwen bondsstaat niog slechts de presidiale
macht hebben, die liem tegenover de andere
leden van den bond toekomt. Hij zou het
recht verliezen een stadhouder en de leden
van diens ministerie te benoemen, het recht
den „Landesausschuss* bijeen te roepen, te
verdagen en te ontbinden, het recht de amb
tenaren van Elzas-Lotliaringen te benoemen
voor zoover tij geen rijksambtenaren zijn, bet
recht eindelijk bii de wetgeving van het land
mee te werken. Daarentegen zou hij het recht
van exueutie krijgen.
In den bon v raad zou Elzas-Lotharingen
door zijn vertegenwoordiger deel krijgen aan
het rijksbestuur; het zou ophouden een
voowerp van rijksbestuur te zijn om zelf, als
deel van het geheel, met besturende maqht
te worden bekleed, en zijne tot dusver slechts
raadgevende stem zou eene beslissende stem
worden. De bondsraad zou zijn recht verlie
zen om de wetten in Elzas-Lotharingen, die
niet in het gebied der rijkscompetentie val
len, goed te keuren, en ook zijn recht tot
goedkeuring van de begrootingswet. Hij zou
echter het recht krijgen, eventueel tot eene
bondexecutie te besluiten, ingevolge art. 19
van de rijksgrondwet.
Do „Landesausschuss", die nu de verte
genwoordiging vervangt, zou in eene echte
volk vertegenwoordiging veranderd worden.
De rijksdag zo® de rechten verliezen, dio
hem nu zijn voorbehouden op het gebied der
landswetgeving.
Het ambt van stadhouder zou vervallen.
Het nu bestaande ministerie, thans een rijks-
bestuurscollege, zou in een ministerie in con-
stitutioneelen zin veranderd worden. Die
ambtenaren zoude® lan'dsambte naren worden.
Voor de bewoners zou een bijzonder ingeze
tenschap ontstaanhet politieke kiesrecht
zou, evenais in de andere bondsstaten, door
ingezetenschap verkregen worden. Met zijne
verheffing tot bondsstaat zou Elzas-Latho-
ringen ook gebiedssouvereiniteit verkrijgen
de nieuwe bondsstaat zou binnen de perken,
die het rijk daarvoor laat, gezanten kunnen
zenden en verdragen sluiten. Do bestaande
landskas zou. eene zelfstandige kas worden.
Men ziet uit deze opsommig, dat de ver
heffing van Elzas-Lotharingen tot bondsstaat
eene ingewikkelde zaak is, die van alle kan
ten moot worden bekeken. Eene regeling, die
eene bevredigende oplossing schenkt aan al
de vragen, uie daarbij te pas komen, is niet
zoo spoedig tot stand te brengen. Maar de
wensoh naar opneming in den Duitsohen
statenbond is nu door de bevolking van
Elzas-Lotharingen, vertegenwoordigd door
den „Landesau3schus" uitgesproken, en
deze wensch zal aan de orde blijven
totdat hij is vervuld. De tegenwoordige toe
stand, waarin het rijksland geen staat is.
maar eene rijksprovincie, een administratief
lichaam, zonder eigen rechten, zonder eigen
regeering, zonder eigen grondwet, dagteekent
uit den tijd toen Elzas-Lotharingen op Frank
rijk veroverd werd. Het is een overgangstoe
stand, die op den duur niet bestendigd kan
worden. Wanneer dè bewoners van het rijks-
land zich geheel welen als leden van het
Duitsche rijk, dan ligt het voor de hand.
dat de wensch bij hen levendig is, dat hun
de rechten, die daaraan verbonden zijn, vol
ledig worden toegekend. Het zal de kroon
zijn, gezet op de vereeniging van Elzas-Lo
tharingen met het overige Duitschland. wan
neer voor den staatkundigen toestand, die dag.
teekent u'' den tijd toen de op Frankrijk ver
overde gewesten als wingewest aan het Duit
sche rijk werden toegevoegd, in de plaats
komt eene regeling, waarbij Elzas-Lotharin
gen als vol gerechtigd lid in den Duitschen
statenbond woidt opgenomen.
Duitschland.
Het wetsontwerp tot regeling van de
troonsopvolging in het vorstendom Lippe
Detmold is door de commissie van den land
dag aldus omgewerkt:
„De scheidsrechterlijke uitspraak, die in
gevolge het verdrag van arbitrage van 5/8
November 1904 tusschen Z. D. vorst George
van Schaumburg-Lippe en Z. D. graaf Leo
pold Biesterfeld, regent van het vorstendom
Lippe zal worden gewezen, heeft kracht van
wet voor do troonsopvolging in het vorsten
dom Lippe. Op de instelling en handhaving
van een tot aan de eindbeslissing van het
thans hangende geschil over de troonsopvol
ging nog verder noodig wordende regent
schap zijn de bepalingen van de artt. 3 tot
9 van de regentschapswet van 24 April 1895
van toepassing.
Frankrijk.
Die minister van oorlog heeft oe® wetsont
werp ingediend, waarbij de berechting van
vergrijpen tegen het gemeene recht door mi
litairen in vredestijd aan de krijgsraden ont
trokken en aan den burgerlijken rechter op
gedragen wordt.
Noorwegen.
De nieuwe minister-president Michelsen
heeft in de Storthing verklaard, dat de te
genwoordige regeering gevormd is om aan
het O)) de grondwet steunende recht van
Noorwegen op een eigen Noorweegschen oon-
sulairen dienst voldoening te verschaffen.
Het Noorweegsche volk heeft geen hoogeren
wensch, dan in vrede en in goede verstand
houding met alle volken te leven en niet het
minst met het naburige Zweedsclie volk, ten
einde zijne geheele nationale kracht te kun
nen lie steden aan de otwikkeling van zijno
stoffelijke hulpbronnen. De regeering is over
tuigd, dat de eensgezinde en onbuigzame wil
van het Noorweegsche volk om rijn recht in
overeenstemming met de grondwet te doen
gelden, tot het doel zal leiden.
De voorzitter van de Storthing sprak de
overtuiging uit, dat de volksvertegenwoordi
ging aan de regeering hare kracht zal schen
ken, om de moeielijke en groote taak ten
uitvoer te brengen.
Rusland.
De Schlesisohe Ztg. verneemt uit Peters-
burg, dat de gezondheid van den Czaar veel
te wenschen overlaat. Uren lang blijft hij af
getrokken zitten. Hr'i eet bijna niet en lijdt
aan zware hoofdpijnen. Toen onlangs de mi
nister van openbare werken, prins Ckilkow,
hem rapport uitbracht over zijne reis naar
Siberië, viel hij hem in de rede met de woor
den Blijf mij met die praatjes van het lijf!
Petersburg18 Maart. De onderhandelin
gen met de bankiers over eene 5 pets. bin-
nenlandsche leening van 200 millioen roe
bel, zijn feitelijik tetn einde gebracht. De on-
dertee koning wordt spoedig verwacht.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft den hoofdredacteur van de Regeerings-
bode eene berisping toegediend, omdat hij bij
het afdrukken van het keizerlijke manifest
van 3 Maart was afgeweken van den wette-
lijkcn weg. Het manifest was hem namelijk
niet toegezonden door den Senaat, die bevel
moet ge\-en tot het afdrukken van alle kei
zerlijke manifesten en aanschrijvingen.
Dit strekt tot bevestiging van de vroegere
mededeeling, dat dit manifest het werk is
geweest va® onverantwoordelijke personen,
die het den Keizer ter onderteekening voor
legden zonder medeweten van de ministers,
ook van den minister van justitie. De Re-
geeringsbode ontving dit manifest laat in den
nacht toegezonden uit Zarskoje Selo, en de
redactie drukte het af, zonder bij den Senaat
navraag te doen of het kon worden opgeno
men. De hoofdredacteur van de Regeerings-
bode moet nu als zondebok dienst doen.
Petersburg, 18 Maart. (Petersburgsch tele-
graaf-agentscliap). Het in de pers opgenomen
bericht, dat in den laatsten tijd 900 wegens
vergrijpen tegen den godsdienst gevangen ge
houden personen uit de kloostergevangenissen
ontslagen rijn, is volgens mededeeling vau of-
ficieele rijde onjuist-. In den laatsten tijd wa
ren er in de kloostergevangenissen slechts ze
ven van zulke gevangenen, die zijfn vrijgela
ten. Er bevinden rich nu in de kloosters gee-
ne personen meer, die wegens vergrijpen te
gen de godsdienst in 'hechtenis rijn.
Petersburg18 Maart. Het gerechtelijk on
derzoek naar het incident bij bet lossen van
de saluutschoten op het feest der wijding van
het Newa-water, den 19en Januari jl., heeft
tot uitslag gehad, dat is geconstateerd, dat
hierbij geen boos opzet in bet spel is geweeri
De krijgsraad beeft wegens plichtverzuim in
dienst veroordeeld tot ontslag, zonder ver
lies van rang en tot vestingstrafkapitein
Dawydow tot 18 maanden, stafkapitein Kir-
gew tot 17 maande®, luitenant Both tot twee
maal 16 maanden. Verder rijn lichtere straf
fen opgelegd aan een officier, een r-onduc-
teur der artillerie en een kanonnier. Luite
nant-kolonel Polowzew werd vrijgesproken.
Libau, 18 Maart. In Durban hield heien
een troep van 400 personen, voorafgegaan
door roode vaandels, eene betooging. De me
nigte wilde de boerenarbeiders dwingen het
werk te staken. Twee compagnieën soldaten
dreven de betoogers uiteen en namen een
groot aantal hunner gevangen.
Volgens een bericht uit Petersburg is in
den nacht van 16 Maart een bom ontploft op
de rails van de tram in de nabijheid van
de woning van den procureur der heilige Sy
node Pobjedonoszew.
De vraag hoe de talrijke brieven en an
dere stukken, die door omwentelingsgerin-
den aan den Czaar werden gericht, het pa
leis werden binnen gesmokkeld, is nu opge
lost. De voor eenige dagen gevangen geno
men page Werkhowsky was de man, die zo
op verschillende plaatsen neerlegde.
Ook een andere page, Boetseliu gelveeteu,
moet gevangen genomen rijn, omdat hij op
roerige proclamatiën verspreidde onder de
manschappen van het gre nadiersregiment te
paard.
Turkse»
Aden, 18 Maart. Saana, dat ondersteld
wordt door 5000 man Tuxkscho troepen be
zet te rijn, wordt nauw ingesloten door de
Arabieren, die weigeren de voorwaarden aan
te nemen, waarop de gouverneur de stad
wilde overgeven. Volgens een gerucht is nu
de stad gevallen.
Afghanistan.
Het Britsche gezantschap naar Kaboel zal
binnenkort terugkeeren. Volgens een bericht
uit Calcutta heeft Inajatullah Chau, oudste
zoon van den Emir vau Afghanistan, bij zijne
terugkomst uit Indië zijn vader den raad
gegeven, een militaire academie op te rich
ten, met Europeanen als leeraars en instruc
teurs. De Emir zou het denkbeeld goed op
genomen hebben.
Japan.
Tokio, 19 Maart. (Telegraph). De vreemde
lingen in Japan hebben voor 50 millioen yen
ingeschreven op de vierdo Japansohe bdnuen-
landscho leening, die vijf malen volteeke®di
zal worden.
De oorlog in Ooet«Azië.
Van den oorlog rijn de volgende berichte*
Petersburg18 Maart. De® 16en berichtte
Koeropatkin aan den Keizer:
De achterhoeden van onze legers streden
den 15en op den lioogtekam ten zuidoosten
va® Tieling en bij het eveneens in die rich
ting gelegen dorp PaLitzoen. In die® nacht
gingen zij terug tot naar de aan die- buiging
van de Liaoho em bij het dorp Kaolinsa ge
legen stellingen, zonder door dc® vijand na
gezeten te wordej'Den 16©n zette® de legers
hun marsch voort.
De stad Fakoemoen werd de® 15en door
Tsoengoeze® bezet.
Koeropatkin bericht, dat hij overeenkom
stig het bevel van den Keizer van 15 dezer
den 17en het opperbevel aan generaal Lino-
witscli heeft overgegeven, die zijnerzijds be
richt den 17en het opperbevel te hebben
overgenomen.
Petersburg19 Maart. Een telegram van
generaal Linjevitsch van gisteren bericht
Japansche batterijen beschoten gisteren de
Russische troepeuafdeelingen in Je dalen bij
Taranpoen en Yanpoen. De vijand is bij Kao-
taitse opgemerkt. De stad Takoemin is door
Japansche cavalerie bezet. Do concentratie
van het leger wordt voortgezet.
Tokio, 19 Maart. Een Japausche afdeeling
vervolgde de Russen tot Kaiyuen, dat Zater
dag door do Russen word ontruimd, nadat
het station in bran cl was gestoken.
Tokio, 19 Maart. (Telegraph). De Russen,
die rijn teruggegaan in de richting van Sjin
king door hot bergachtige gebied, rijn i®. be-
droewnden staat; zij hebben geen leeftocht
en moe te® hunne paarden dooden om aan
voedsel te komen. De Russen rijn i® die
richting geheel ingesloten door de Japanners.
ToBo, 19 Maart. Do correspondent van
Reuter in het hoofdkwartier van generaal
Koeroki bericht van den 16en MaartDe be
zetting va® Tieling, do sterkste natuurlijke
stelling langs den geheele® spoorweg, zon
der tegenstand, heeft do Japanners in eene
uitstekende stemming gebracht. Zij herstel
len zich spoedig van de gevolgen van den
slag bij Mookden, terwijl de Russen op deu
terugtocht dagelijks meer gedemoraliseerd
raken. Generaal Koeroki leidt nog steeds de
24 Roman van
MORITZ VON REICHENBACH.
Terwijl de prinses dit klaaglied aanhoorde
begon mevrouw von Dobrilusky onrustig te
worden. Zij verweet haar mam, dat hiji de
dames juist op die sofa had doen plaats ne
men, daar er aan den anderen kant toch
nog ee® stond en hij heel goed wist.
Zij sprak den zin niet uit, maar haar on
rust. nam toe, toen de bediende het theeser
vies binnenbracht, dat, uit gedreven zilver
bestaande, met de overige inrichting van
het vertrek een zonderlinge tegenstelling
vormde. Eindelijk scheen de dame des hui
zes haar besluit genomen te hebben. Zij leg
de vertrouwelijk baar hand op Mascba's
schouder en zei met haar hard Duitsoh ac
cent:
„Ik moet u verzoeken even te wille® op
staan, Mijn man heeft zich vergist door u
hier te doen plaats nemen de sofa is een
kleine provisiekast. weet u. 'tls zoo ge-
makkolijk om het een en ander, dat bij do
koffie of de thee gebruikt Wordt, dadelijk
bij de hand te hebben cn onze groote provi
siekamer is benoden."
De prinses voldeed, zonder nog goed te
begrijpen wat er aan do hand was, aan 't.
haar gedane verzoek en zag met verbaasde
oogen toe, hoe de bediende de ritting van de
sofa opeusloeg en hoe mevrouw von Dobri-
lucky uit de donkere ruimte, aldus ontstaan,
een suikervaas en een schotel met oudbak
ken geworden theebanket te voorschijn
bracht.
Het kostte de prinses heel Wat moeite om
't niet uit te schateren, doch ze hield zich
goed, evenals mejuffrouw Selle, die Mascha
niet durfde aanzien om haar ernst niet eens
klaps te verliezen. Onwillekeurig kwam er
door don nauwelijks onderdrukten lachlust
der beide dames een prettige toon in de con
versatie. De prinses lette van dit oogenblik
af alleen op de komische rijde der dingen,
en rij en mejuffrouw Selle lieten als be
kwame goochelaars nu en dan een stuk
va® het theebanket, dat haast niet meer te
gebruiken was en dat rij beleefdheidshalve
toch niet hadden durven weigeren, onge
merkt in haar zakdpeken verdwijnen.
Het ratelen van rijtuigen, zweepgeklap en
luidl geroep van vele stemmen deden het
kleine gezelsohap, dat. om de theetafel ge
schaard Was, plotseling verrast opzien. De
heer von Dobrilucky stond ijlings op om zij®
nieuwe gasten te gaan verwelkomen, en
enkele oogenblikken later was de kamer ge
vuld met lachende, luid en vroolijk door el
kander pratende menschen.
Men bestormde de dames des huizes, de
heereu schudden elkander levendig de hand
en de vrouwen en dochters der nieuwe bezoe
kers kusten ze klappend op de beide wangen
of op de schouders.
,,'tls nu eigenlijk nog geen „Kulig-tijd"
riep een knap heeT met donkere, vurige
oogen en een vollen, eeuigszins grijzenden
baard, „maar wij dachten, dat we den tijd
vóór 't oogsten maar moesten gebruiken,
daar we later onze paarden niet kunnen mis
sen op het land. Eu zoo besloten wij onze
lieve buren en vrienden eens op te zoeken,
om een paar dagen genoegelijk en gezellig
samen door te brengen."
„En ik verheug me, dat gij daarbij mij
niet vergeten hebt, beste vrienden," riep de
heer von Dobrilucky. „Ik heet u allen harte
lijk welkom en wat mijn huis kan aanbieden
is hot uwe."
De voorraad uit de sofa was natuurlijk
voor twintig tot dertig personen niet vol
doende, en mevrouw von Dobrilucky deed
ook geen moeite meer om het deksel nog
maals op te slaan, maar de witte muts van
den kok, die in gecoi deftig Poolsch huishou
den ontbreken mag, verscheen een oogenblik
in het zijvertrek en kort daarop werden de
tafels bedekt met verversckingen van aller
lei soort., terwijl een reusachtige koperen
theeketel, die in een hoek der kamer stondi
te borrelen, de verwachting deed koesteren,
dat de geurige drank, hoe dikwijls ook aan
gesproken, niet zoo spoedig zou verdwenen
zijn.
De prinses stond een oogenblik met juf
frouw Selle allee®, terwijl aan do drukke
begroetingen geen einde scheen to komen.
„Dat rijn nu de Poolsohe buren, die rijn
overgekomen om onzen gastheer en onze
gastvrouw een bezcfek van twee of drie dagen
te brengen, om daarna waarschijnlijk met
hen op dezelfde wijze een andere familie te
gaan overvallen," verklaarde Mascha half
fluisterend aan de schilderes. „Zij1 ®,ocmen. dat
„kulig" en 'tis een oud-Poolsch gezelliglieids-
gebruik, dat overal eiders nagenoeg als uitge
storven wordt beschouwd, maar hier voorna
melijk in eer gehouden door den heer von
Solawa dat is die groote man met zijn
zwarte oogen, dien gij op 't oogenblik xej het
midden van den kring ziet staan."
Thans begroette de prinses insgelijks eenige
konnissen, andere bezoekers werden aan baar
voorgesteld en kort daarop was zij in oen
drukke, Poolsche conversatie gewikkeld, ter
wijl mejuffrouw Selle, die van al hetgeen er
nu gesproken werd niets meer verstond, het
wel aardig vond om al dio gesticuleerende c®
zeer luid sprekende menschen in stilte gade
te slaan.
Zij zag ook, hoe do man, die haar als do
heer von Solawa was aangeduid, de prinses
naderde en door deze met een bekoorlijk
lachje begroet werd. Zij meende op te nierken,
hoe de in 't begin nog al gereserveerde hou
ding welke dc Pool tegenover de prinses
aannam, in 't gesprek aanmerkelijk veran
derde. Hii schee® hoe langer hoe beter op
zijn gemak met haar te komen, en toen een
der aanwezigen de piano opende en een paar
dansmaten aansloeg, reikte hij. de prinses de
hand en riep met luider stemme otn „de
mazurka."
In een oogwenk was een ruime plaats in
't midden van het vertrek ontstaan, de dans
muziek weerklonk met luippeleude acooor-
den en de prinses zwierde met don heer So
lawa dansend rond, op den voet gevolgd!
door andore danslustige paren, voor zoover
de ruimte het gedoogde.
De prinses nam niet lang aan het dans-
vermaak deel. Met het oog op mejuffrouw
Selle, die niet jong genoeg meer was om in
het dansen behagen te scheppen en die ook
volstrekt niet aan de Poolsche gesprekken
kon doel nemen, verontschuldigde zij zich,
dat rij niet langer in dit vroolijke gezelschap
kon vertoeven.
„Maar kom morgen terug, ik zal wel
Duitsch spreken met do juffrouw of met. me
vrouw uw tante," zeide de gastvrouw bij het
afscheid nemen, terwijl de heeren zich ver
drongen om de gunst van de priusee naan
haar rijtuig te mogen geleiden.
„Wat zegt ge nu wel van al mijn buren X'
vroeg dc prinses onder het naar huis rijden
aan mejuffrouw, Selle.
„Ik was waaa-lijik ee® beetje bang voor hu®
luidruchtigheid," verzekerde do schilderes,
„en ik bewonderde de gemakkelijkheid,
waarmede uw hoogheid zich in zulk ecu om
geving wist te schikken."
De prinses lachte.
„Ja, ziet ge," antwoordde rij, „ik vond
het werkelijk van veel belang om die men
schen toch zoo half mijn eigen landslie
den, niet waar? goed te leeren kennen on
ik stel er mijn roem in ouder hen een vasten
voet te krijgen, juist omdat ik Weet, dat rij
tegen mij bevooroordeeld waren. Mijn Duit-
salie moeder viel al even weinig in hun
smaak als mijn vader, die naar. hun zin te
veel met de Russen oóvriond was daarom
wil ik hun sympathie winnen on gaarne in
vriendschap met hen leven. Ik houd nu een
maal van tegenstellingen en van zulke
veroveringen."
„Nu, hier ia de verovering, denk ik, wiel
gelukt 1"
„Grootendeels ja, en daar ben ik trotsob
op."
Wordt vervolgd.