M°. 359. 3d* Jaargang. Maandag 20 Maart 1905. BUITENLAND? FEUILLETON. EEN PRINSES. AHERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per JL maanden voor Amersfoortf 1*35. Idem franco, per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Boze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiên, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: Utrechtschestraat 1. VALKHOFF O. Intercomm. Telephoonnnmmer 66. PRIJS DEB 'ADVERTEKÏÏÉN Tui 1^*0 regels T» Elke Ir egel meer-. Groote letten naar i het herhaald adverteéren Hn 3ft]Blad circnlaire, bevattende de Voorwaarden, ~wordtvep"AaS¥*it|f toegezonaer Aan hen, die met I April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Maart nog zullen verschijnenKOSTE LOOS toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den Directeur van 's rijks directe belastingen enz. te Amsterdam executoir verklaard kohier Nb. 1 van de Personeele be lasting, over het dienstjaar 1905/1906, aan den Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier is teT hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden roet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebiuikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 18. Maart 1905. De Burgemeester voornoemd, WULTTTERS. Politiek Overzicht Elzas-Lotharingen als bondsstaat. Bij de behandeling van de begrooting van de rijkskanselarij is in den Duitschen. rijks dag de vraag ter sprake g. komen der verhef fing van Elzas-Lotharingen tot bondsstaat. Eene motie daartoe was ingediend door het centrum, dat daarmede den wensch opnam, door deai „Landesausschuss" van het rijiks- land uitgedrukt in een tien 18en October jl. eenstemmig genomen besluit, dat de lands- regeering uitnoodigt den rijkskanselier te ver zoeken bij de wetgevende macht van het rijk een wetsontwerp in te dienen, waardoor bepaald wordt1. dat de grondwet van het Duitscke rijk en de rijkswet betreffende de inrichting van het bestuur van Elzas-Lotharingen van 4 Juli 1879 in dien. zin gewijzigd worden, dat Elzas-Lotharmge® tot bondsstaat verhe ven en als zoodanig grondwettig met de ove rige bondsstaten volkomen gelijk gesteld wor de; 2. dat de op grond van deze nieuwe in richting in te stellen volksvertegenwoordiging uit het algemeene, gelijke1, rechtstreeksche en geheime kiesrecht zal voortkomen. De rijkskanselier gaf in zij® antwoord zijne vreugde te kennen over bet feit, dat het streven om Elzas-Lotharingen tot een zelf standig lid' van het Duitsoho ruik te maken, bewijst hoezeer het bewustzijn dat Elzas-Lo- tahnngen tot het Duitsche rijk behoort, on der de bevolking wortel geschoten heeft. Maar hoezeer ook gezind om met dit feit rekening te houden en tegemoetkoming te toonen aan den wensch der bevolking, hij moest wijzen op de praktische bezwaren, die moeten wor den ow-wonnen om dezen wemsch te kunnen vervullen. Hij moest daarom voor de rijks- regoering het recht voorbehouden, harerzijds Ihet tijdstip te bepalen, waarop eene verande ring van de grondwettige positie van, Blzas- Lotharinigen zal kunnen geschieden, en kon op dit oogenblik niet verder op de zaak in gaan. Een bezwaar, dat door den. rijkskanselier met name genoemd werd, betrof de vraag door welke instantie de gemachtigden van Elzas-Lotharingen bij den "bondsraad zouden worden benoemd. Van hunne keuze door den „Landesau&schuss" kan geen sprake zijn met het oog op art. 6 van de rijksgrondwet, dat de samenstelling van den bondsraad regelt. Hunne ly noeming door den keizerlijken stad houder zou daarentegen er toe leiden, dat de invloed, van Pruisen in den bondsraad ver meerderd werd op eene met de bedoelingen van de rijiksgrondwet strijdige wijfee. Dit is slechts één der bezwaren, waarvoor naar eene oplossing moet worden gezocht. Maar afgescheiden daarvan, is de verandering van Elzas-Lotharingen in een Duitschen bondsstaat een werk van grooten omvang. Wat er aan verbonden is, wanneer Elzas- Lotharingen tot een staat wordt verheven, wordt door de Kola. Ztg. aldus uiteengezet: De Keizer zou de souvereine rechten ver liezen, dio hij in naam van het rijik in Elzas- Lotharingen uitoefenthij zou tegenover den nieuwen bondsstaat niog slechts de presidiale macht hebben, die liem tegenover de andere leden van den bond toekomt. Hij zou het recht verliezen een stadhouder en de leden van diens ministerie te benoemen, het recht den „Landesausschuss* bijeen te roepen, te verdagen en te ontbinden, het recht de amb tenaren van Elzas-Lotliaringen te benoemen voor zoover tij geen rijksambtenaren zijn, bet recht eindelijk bii de wetgeving van het land mee te werken. Daarentegen zou hij het recht van exueutie krijgen. In den bon v raad zou Elzas-Lotharingen door zijn vertegenwoordiger deel krijgen aan het rijksbestuur; het zou ophouden een voowerp van rijksbestuur te zijn om zelf, als deel van het geheel, met besturende maqht te worden bekleed, en zijne tot dusver slechts raadgevende stem zou eene beslissende stem worden. De bondsraad zou zijn recht verlie zen om de wetten in Elzas-Lotharingen, die niet in het gebied der rijkscompetentie val len, goed te keuren, en ook zijn recht tot goedkeuring van de begrootingswet. Hij zou echter het recht krijgen, eventueel tot eene bondexecutie te besluiten, ingevolge art. 19 van de rijksgrondwet. Do „Landesausschuss", die nu de verte genwoordiging vervangt, zou in eene echte volk vertegenwoordiging veranderd worden. De rijksdag zo® de rechten verliezen, dio hem nu zijn voorbehouden op het gebied der landswetgeving. Het ambt van stadhouder zou vervallen. Het nu bestaande ministerie, thans een rijks- bestuurscollege, zou in een ministerie in con- stitutioneelen zin veranderd worden. Die ambtenaren zoude® lan'dsambte naren worden. Voor de bewoners zou een bijzonder ingeze tenschap ontstaanhet politieke kiesrecht zou, evenais in de andere bondsstaten, door ingezetenschap verkregen worden. Met zijne verheffing tot bondsstaat zou Elzas-Latho- ringen ook gebiedssouvereiniteit verkrijgen de nieuwe bondsstaat zou binnen de perken, die het rijk daarvoor laat, gezanten kunnen zenden en verdragen sluiten. Do bestaande landskas zou. eene zelfstandige kas worden. Men ziet uit deze opsommig, dat de ver heffing van Elzas-Lotharingen tot bondsstaat eene ingewikkelde zaak is, die van alle kan ten moot worden bekeken. Eene regeling, die eene bevredigende oplossing schenkt aan al de vragen, uie daarbij te pas komen, is niet zoo spoedig tot stand te brengen. Maar de wensoh naar opneming in den Duitsohen statenbond is nu door de bevolking van Elzas-Lotharingen, vertegenwoordigd door den „Landesau3schus" uitgesproken, en deze wensch zal aan de orde blijven totdat hij is vervuld. De tegenwoordige toe stand, waarin het rijksland geen staat is. maar eene rijksprovincie, een administratief lichaam, zonder eigen rechten, zonder eigen regeering, zonder eigen grondwet, dagteekent uit den tijd toen Elzas-Lotharingen op Frank rijk veroverd werd. Het is een overgangstoe stand, die op den duur niet bestendigd kan worden. Wanneer dè bewoners van het rijks- land zich geheel welen als leden van het Duitsche rijk, dan ligt het voor de hand. dat de wensch bij hen levendig is, dat hun de rechten, die daaraan verbonden zijn, vol ledig worden toegekend. Het zal de kroon zijn, gezet op de vereeniging van Elzas-Lo tharingen met het overige Duitschland. wan neer voor den staatkundigen toestand, die dag. teekent u'' den tijd toen de op Frankrijk ver overde gewesten als wingewest aan het Duit sche rijk werden toegevoegd, in de plaats komt eene regeling, waarbij Elzas-Lotharin gen als vol gerechtigd lid in den Duitschen statenbond woidt opgenomen. Duitschland. Het wetsontwerp tot regeling van de troonsopvolging in het vorstendom Lippe Detmold is door de commissie van den land dag aldus omgewerkt: „De scheidsrechterlijke uitspraak, die in gevolge het verdrag van arbitrage van 5/8 November 1904 tusschen Z. D. vorst George van Schaumburg-Lippe en Z. D. graaf Leo pold Biesterfeld, regent van het vorstendom Lippe zal worden gewezen, heeft kracht van wet voor do troonsopvolging in het vorsten dom Lippe. Op de instelling en handhaving van een tot aan de eindbeslissing van het thans hangende geschil over de troonsopvol ging nog verder noodig wordende regent schap zijn de bepalingen van de artt. 3 tot 9 van de regentschapswet van 24 April 1895 van toepassing. Frankrijk. Die minister van oorlog heeft oe® wetsont werp ingediend, waarbij de berechting van vergrijpen tegen het gemeene recht door mi litairen in vredestijd aan de krijgsraden ont trokken en aan den burgerlijken rechter op gedragen wordt. Noorwegen. De nieuwe minister-president Michelsen heeft in de Storthing verklaard, dat de te genwoordige regeering gevormd is om aan het O)) de grondwet steunende recht van Noorwegen op een eigen Noorweegschen oon- sulairen dienst voldoening te verschaffen. Het Noorweegsche volk heeft geen hoogeren wensch, dan in vrede en in goede verstand houding met alle volken te leven en niet het minst met het naburige Zweedsclie volk, ten einde zijne geheele nationale kracht te kun nen lie steden aan de otwikkeling van zijno stoffelijke hulpbronnen. De regeering is over tuigd, dat de eensgezinde en onbuigzame wil van het Noorweegsche volk om rijn recht in overeenstemming met de grondwet te doen gelden, tot het doel zal leiden. De voorzitter van de Storthing sprak de overtuiging uit, dat de volksvertegenwoordi ging aan de regeering hare kracht zal schen ken, om de moeielijke en groote taak ten uitvoer te brengen. Rusland. De Schlesisohe Ztg. verneemt uit Peters- burg, dat de gezondheid van den Czaar veel te wenschen overlaat. Uren lang blijft hij af getrokken zitten. Hr'i eet bijna niet en lijdt aan zware hoofdpijnen. Toen onlangs de mi nister van openbare werken, prins Ckilkow, hem rapport uitbracht over zijne reis naar Siberië, viel hij hem in de rede met de woor den Blijf mij met die praatjes van het lijf! Petersburg18 Maart. De onderhandelin gen met de bankiers over eene 5 pets. bin- nenlandsche leening van 200 millioen roe bel, zijn feitelijik tetn einde gebracht. De on- dertee koning wordt spoedig verwacht. De minister van binnenlandsche zaken heeft den hoofdredacteur van de Regeerings- bode eene berisping toegediend, omdat hij bij het afdrukken van het keizerlijke manifest van 3 Maart was afgeweken van den wette- lijkcn weg. Het manifest was hem namelijk niet toegezonden door den Senaat, die bevel moet ge\-en tot het afdrukken van alle kei zerlijke manifesten en aanschrijvingen. Dit strekt tot bevestiging van de vroegere mededeeling, dat dit manifest het werk is geweest va® onverantwoordelijke personen, die het den Keizer ter onderteekening voor legden zonder medeweten van de ministers, ook van den minister van justitie. De Re- geeringsbode ontving dit manifest laat in den nacht toegezonden uit Zarskoje Selo, en de redactie drukte het af, zonder bij den Senaat navraag te doen of het kon worden opgeno men. De hoofdredacteur van de Regeerings- bode moet nu als zondebok dienst doen. Petersburg, 18 Maart. (Petersburgsch tele- graaf-agentscliap). Het in de pers opgenomen bericht, dat in den laatsten tijd 900 wegens vergrijpen tegen den godsdienst gevangen ge houden personen uit de kloostergevangenissen ontslagen rijn, is volgens mededeeling vau of- ficieele rijde onjuist-. In den laatsten tijd wa ren er in de kloostergevangenissen slechts ze ven van zulke gevangenen, die zijfn vrijgela ten. Er bevinden rich nu in de kloosters gee- ne personen meer, die wegens vergrijpen te gen de godsdienst in 'hechtenis rijn. Petersburg18 Maart. Het gerechtelijk on derzoek naar het incident bij bet lossen van de saluutschoten op het feest der wijding van het Newa-water, den 19en Januari jl., heeft tot uitslag gehad, dat is geconstateerd, dat hierbij geen boos opzet in bet spel is geweeri De krijgsraad beeft wegens plichtverzuim in dienst veroordeeld tot ontslag, zonder ver lies van rang en tot vestingstrafkapitein Dawydow tot 18 maanden, stafkapitein Kir- gew tot 17 maande®, luitenant Both tot twee maal 16 maanden. Verder rijn lichtere straf fen opgelegd aan een officier, een r-onduc- teur der artillerie en een kanonnier. Luite nant-kolonel Polowzew werd vrijgesproken. Libau, 18 Maart. In Durban hield heien een troep van 400 personen, voorafgegaan door roode vaandels, eene betooging. De me nigte wilde de boerenarbeiders dwingen het werk te staken. Twee compagnieën soldaten dreven de betoogers uiteen en namen een groot aantal hunner gevangen. Volgens een bericht uit Petersburg is in den nacht van 16 Maart een bom ontploft op de rails van de tram in de nabijheid van de woning van den procureur der heilige Sy node Pobjedonoszew. De vraag hoe de talrijke brieven en an dere stukken, die door omwentelingsgerin- den aan den Czaar werden gericht, het pa leis werden binnen gesmokkeld, is nu opge lost. De voor eenige dagen gevangen geno men page Werkhowsky was de man, die zo op verschillende plaatsen neerlegde. Ook een andere page, Boetseliu gelveeteu, moet gevangen genomen rijn, omdat hij op roerige proclamatiën verspreidde onder de manschappen van het gre nadiersregiment te paard. Turkse» Aden, 18 Maart. Saana, dat ondersteld wordt door 5000 man Tuxkscho troepen be zet te rijn, wordt nauw ingesloten door de Arabieren, die weigeren de voorwaarden aan te nemen, waarop de gouverneur de stad wilde overgeven. Volgens een gerucht is nu de stad gevallen. Afghanistan. Het Britsche gezantschap naar Kaboel zal binnenkort terugkeeren. Volgens een bericht uit Calcutta heeft Inajatullah Chau, oudste zoon van den Emir vau Afghanistan, bij zijne terugkomst uit Indië zijn vader den raad gegeven, een militaire academie op te rich ten, met Europeanen als leeraars en instruc teurs. De Emir zou het denkbeeld goed op genomen hebben. Japan. Tokio, 19 Maart. (Telegraph). De vreemde lingen in Japan hebben voor 50 millioen yen ingeschreven op de vierdo Japansohe bdnuen- landscho leening, die vijf malen volteeke®di zal worden. De oorlog in Ooet«Azië. Van den oorlog rijn de volgende berichte* Petersburg18 Maart. De® 16en berichtte Koeropatkin aan den Keizer: De achterhoeden van onze legers streden den 15en op den lioogtekam ten zuidoosten va® Tieling en bij het eveneens in die rich ting gelegen dorp PaLitzoen. In die® nacht gingen zij terug tot naar de aan die- buiging van de Liaoho em bij het dorp Kaolinsa ge legen stellingen, zonder door dc® vijand na gezeten te wordej'Den 16©n zette® de legers hun marsch voort. De stad Fakoemoen werd de® 15en door Tsoengoeze® bezet. Koeropatkin bericht, dat hij overeenkom stig het bevel van den Keizer van 15 dezer den 17en het opperbevel aan generaal Lino- witscli heeft overgegeven, die zijnerzijds be richt den 17en het opperbevel te hebben overgenomen. Petersburg19 Maart. Een telegram van generaal Linjevitsch van gisteren bericht Japansche batterijen beschoten gisteren de Russische troepeuafdeelingen in Je dalen bij Taranpoen en Yanpoen. De vijand is bij Kao- taitse opgemerkt. De stad Takoemin is door Japansche cavalerie bezet. Do concentratie van het leger wordt voortgezet. Tokio, 19 Maart. Een Japausche afdeeling vervolgde de Russen tot Kaiyuen, dat Zater dag door do Russen word ontruimd, nadat het station in bran cl was gestoken. Tokio, 19 Maart. (Telegraph). De Russen, die rijn teruggegaan in de richting van Sjin king door hot bergachtige gebied, rijn i®. be- droewnden staat; zij hebben geen leeftocht en moe te® hunne paarden dooden om aan voedsel te komen. De Russen rijn i® die richting geheel ingesloten door de Japanners. ToBo, 19 Maart. Do correspondent van Reuter in het hoofdkwartier van generaal Koeroki bericht van den 16en MaartDe be zetting va® Tieling, do sterkste natuurlijke stelling langs den geheele® spoorweg, zon der tegenstand, heeft do Japanners in eene uitstekende stemming gebracht. Zij herstel len zich spoedig van de gevolgen van den slag bij Mookden, terwijl de Russen op deu terugtocht dagelijks meer gedemoraliseerd raken. Generaal Koeroki leidt nog steeds de 24 Roman van MORITZ VON REICHENBACH. Terwijl de prinses dit klaaglied aanhoorde begon mevrouw von Dobrilusky onrustig te worden. Zij verweet haar mam, dat hiji de dames juist op die sofa had doen plaats ne men, daar er aan den anderen kant toch nog ee® stond en hij heel goed wist. Zij sprak den zin niet uit, maar haar on rust. nam toe, toen de bediende het theeser vies binnenbracht, dat, uit gedreven zilver bestaande, met de overige inrichting van het vertrek een zonderlinge tegenstelling vormde. Eindelijk scheen de dame des hui zes haar besluit genomen te hebben. Zij leg de vertrouwelijk baar hand op Mascba's schouder en zei met haar hard Duitsoh ac cent: „Ik moet u verzoeken even te wille® op staan, Mijn man heeft zich vergist door u hier te doen plaats nemen de sofa is een kleine provisiekast. weet u. 'tls zoo ge- makkolijk om het een en ander, dat bij do koffie of de thee gebruikt Wordt, dadelijk bij de hand te hebben cn onze groote provi siekamer is benoden." De prinses voldeed, zonder nog goed te begrijpen wat er aan do hand was, aan 't. haar gedane verzoek en zag met verbaasde oogen toe, hoe de bediende de ritting van de sofa opeusloeg en hoe mevrouw von Dobri- lucky uit de donkere ruimte, aldus ontstaan, een suikervaas en een schotel met oudbak ken geworden theebanket te voorschijn bracht. Het kostte de prinses heel Wat moeite om 't niet uit te schateren, doch ze hield zich goed, evenals mejuffrouw Selle, die Mascha niet durfde aanzien om haar ernst niet eens klaps te verliezen. Onwillekeurig kwam er door don nauwelijks onderdrukten lachlust der beide dames een prettige toon in de con versatie. De prinses lette van dit oogenblik af alleen op de komische rijde der dingen, en rij en mejuffrouw Selle lieten als be kwame goochelaars nu en dan een stuk va® het theebanket, dat haast niet meer te gebruiken was en dat rij beleefdheidshalve toch niet hadden durven weigeren, onge merkt in haar zakdpeken verdwijnen. Het ratelen van rijtuigen, zweepgeklap en luidl geroep van vele stemmen deden het kleine gezelsohap, dat. om de theetafel ge schaard Was, plotseling verrast opzien. De heer von Dobrilucky stond ijlings op om zij® nieuwe gasten te gaan verwelkomen, en enkele oogenblikken later was de kamer ge vuld met lachende, luid en vroolijk door el kander pratende menschen. Men bestormde de dames des huizes, de heereu schudden elkander levendig de hand en de vrouwen en dochters der nieuwe bezoe kers kusten ze klappend op de beide wangen of op de schouders. ,,'tls nu eigenlijk nog geen „Kulig-tijd" riep een knap heeT met donkere, vurige oogen en een vollen, eeuigszins grijzenden baard, „maar wij dachten, dat we den tijd vóór 't oogsten maar moesten gebruiken, daar we later onze paarden niet kunnen mis sen op het land. Eu zoo besloten wij onze lieve buren en vrienden eens op te zoeken, om een paar dagen genoegelijk en gezellig samen door te brengen." „En ik verheug me, dat gij daarbij mij niet vergeten hebt, beste vrienden," riep de heer von Dobrilucky. „Ik heet u allen harte lijk welkom en wat mijn huis kan aanbieden is hot uwe." De voorraad uit de sofa was natuurlijk voor twintig tot dertig personen niet vol doende, en mevrouw von Dobrilucky deed ook geen moeite meer om het deksel nog maals op te slaan, maar de witte muts van den kok, die in gecoi deftig Poolsch huishou den ontbreken mag, verscheen een oogenblik in het zijvertrek en kort daarop werden de tafels bedekt met verversckingen van aller lei soort., terwijl een reusachtige koperen theeketel, die in een hoek der kamer stondi te borrelen, de verwachting deed koesteren, dat de geurige drank, hoe dikwijls ook aan gesproken, niet zoo spoedig zou verdwenen zijn. De prinses stond een oogenblik met juf frouw Selle allee®, terwijl aan do drukke begroetingen geen einde scheen to komen. „Dat rijn nu de Poolsohe buren, die rijn overgekomen om onzen gastheer en onze gastvrouw een bezcfek van twee of drie dagen te brengen, om daarna waarschijnlijk met hen op dezelfde wijze een andere familie te gaan overvallen," verklaarde Mascha half fluisterend aan de schilderes. „Zij1 ®,ocmen. dat „kulig" en 'tis een oud-Poolsch gezelliglieids- gebruik, dat overal eiders nagenoeg als uitge storven wordt beschouwd, maar hier voorna melijk in eer gehouden door den heer von Solawa dat is die groote man met zijn zwarte oogen, dien gij op 't oogenblik xej het midden van den kring ziet staan." Thans begroette de prinses insgelijks eenige konnissen, andere bezoekers werden aan baar voorgesteld en kort daarop was zij in oen drukke, Poolsche conversatie gewikkeld, ter wijl mejuffrouw Selle, die van al hetgeen er nu gesproken werd niets meer verstond, het wel aardig vond om al dio gesticuleerende c® zeer luid sprekende menschen in stilte gade te slaan. Zij zag ook, hoe do man, die haar als do heer von Solawa was aangeduid, de prinses naderde en door deze met een bekoorlijk lachje begroet werd. Zij meende op te nierken, hoe de in 't begin nog al gereserveerde hou ding welke dc Pool tegenover de prinses aannam, in 't gesprek aanmerkelijk veran derde. Hii schee® hoe langer hoe beter op zijn gemak met haar te komen, en toen een der aanwezigen de piano opende en een paar dansmaten aansloeg, reikte hij. de prinses de hand en riep met luider stemme otn „de mazurka." In een oogwenk was een ruime plaats in 't midden van het vertrek ontstaan, de dans muziek weerklonk met luippeleude acooor- den en de prinses zwierde met don heer So lawa dansend rond, op den voet gevolgd! door andore danslustige paren, voor zoover de ruimte het gedoogde. De prinses nam niet lang aan het dans- vermaak deel. Met het oog op mejuffrouw Selle, die niet jong genoeg meer was om in het dansen behagen te scheppen en die ook volstrekt niet aan de Poolsche gesprekken kon doel nemen, verontschuldigde zij zich, dat rij niet langer in dit vroolijke gezelschap kon vertoeven. „Maar kom morgen terug, ik zal wel Duitsch spreken met do juffrouw of met. me vrouw uw tante," zeide de gastvrouw bij het afscheid nemen, terwijl de heeren zich ver drongen om de gunst van de priusee naan haar rijtuig te mogen geleiden. „Wat zegt ge nu wel van al mijn buren X' vroeg dc prinses onder het naar huis rijden aan mejuffrouw, Selle. „Ik was waaa-lijik ee® beetje bang voor hu® luidruchtigheid," verzekerde do schilderes, „en ik bewonderde de gemakkelijkheid, waarmede uw hoogheid zich in zulk ecu om geving wist te schikken." De prinses lachte. „Ja, ziet ge," antwoordde rij, „ik vond het werkelijk van veel belang om die men schen toch zoo half mijn eigen landslie den, niet waar? goed te leeren kennen on ik stel er mijn roem in ouder hen een vasten voet te krijgen, juist omdat ik Weet, dat rij tegen mij bevooroordeeld waren. Mijn Duit- salie moeder viel al even weinig in hun smaak als mijn vader, die naar. hun zin te veel met de Russen oóvriond was daarom wil ik hun sympathie winnen on gaarne in vriendschap met hen leven. Ik houd nu een maal van tegenstellingen en van zulke veroveringen." „Nu, hier ia de verovering, denk ik, wiel gelukt 1" „Grootendeels ja, en daar ben ik trotsob op." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1