J a©7. S'" Jaarj^ang. Dinsdag 28 Maart 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. ËEfl PRIS8SES. AHERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Doza Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. Advortentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFP ft O. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVKRTESTIÊH Tan 1—8 regels t Elke .regel meer Groote letten naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjjf bestaan het herhaald advertéêi cironlaire, bevattende toegezonden. 0.11. MWIU1UIW* nf bestaan voordeellge bepalingen: (éren in clit Blad bij abonnement. Eéne Ie de voorwaarden, worat op aanvraag Aan ben, die met I April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Maart nog zullen verschijnenKOSTE LOOS toegezonden. Politiek Overzicht Daïtschiartd en Marokko. Do Nordd. Allg. Zeitung heeft naar aan leiding van het aanstaande bezoek van den Duitschen Keizer aan Tanger, nogmaals te verstaan gegeven, dat het niet aangaat Duitschland als quantité négligeaible te be handelen bijl de regeling van den toestand in Marokko. Het officieuse orgaan der re- gceiing van het Duitsche rijk comstateert uitdrukkelijk, dat Duitechland over de F ra 11 s ch-Engelsche overeenkomst evenmin vooraf gepolst als ingelicht is. Blijkens het rapport van den Duitschen gezant over de particuliere audiëntie, die hij in Maart 1904, kort voor het sluiten van die overeenkomst, bij den Franschen minister van buiteuland- scbe zaken heeft gehad: om inlichtingen te vragen over de overeenkomst, bewogen de spontane verklaringen van minister Del- cassé zich in het kader van algemeene be schouwingen zonder eenigo verbintenis. „Wij waren dus, schrijft het blad, ten volle ge rechtigd er op te wijzen, dat tot dusver geeno waarborgen bestaan tegen eene voor de eco nomische belangen van Duitschland nadeo ligo verandering van den status quo in Mar rokko". Dat Frankrijk niet in Marokko is opgetreden ten algemeenen bate en om aan alle natiën in Marokko gelijke voordooien te bezorgen, ligt voor de hand. Ook al werd het niet uitdiukkelijk in het Journal des Débats gezegd, dat Frankrijk in Marokko streeft naar eene bevoorrechte positie, die hot moet schadeloos stellen voor het prijs geven van zijne voormalige positie in Egypte, dan zou daarover toch bij niemand twijfel kunnen bestaan. Op het voorbeeld van Tunis heeft de Nordd. Allg. Zeitung reeds eerder gewezen, en zij constateert nu, dat het Journal des Débats en ook andere bladen uitdrukkelijk erken nen, dat men van Marokko een tegenhanger van Tunis wil maken, terwijl ook datgene wat tot dusver over het programma van den nu in Fez aan 't werk zijnden Fransohen on derhandelaar bekend geworden is, niet klopt met de vroegere verzekering van minister Dclcassé, dat hij bovenal streeft naar de handhaving van den status quo in Marokko. Het voorbeeld van Tunis ligt inderdaad voor dë hand om er op te wijzen, dat het te doen is om de vestiging van eene Fran- sehe voogdij in Marokko. Do correspondent van de Frankf. Ztg. te Berlijn wijst er op, dat men de daaruit voor de economische be langen van Duitschland opkomende beden kingen niet kan op zijde zetten met eene ver wijzig naar het bestaande verdrag van .meestbegunstiging, wiant dit verdrag sluit eono bevoorrechting van Frankrijk en eene beiiadeeling van rechtmatige economische belangen niet meer uit van het oogenblik af, waarop Frankrijk feitelijk eene soort voogdij in het bestuur van Marokko zou uit oefenen. „Marokko is nog een van de weinige lan den, waarin de Europeesch© landen zich niet alleen door den handel in engeren zin, maar ook door economische ondernemingen in dë gedaante van kustscheepvaart, den aanleg van wegen en spoorwegen, het doen van leve- rantiën en voorts door de exploitatie van de minerale schatten van het land in vrije me dedinging kunnen doen gelden. Voor al deze zaken waarborgt het bestaande verdrag van meestbegunstiging, wanneer eerst Frankrijk de leiding in Marokko aan zich heeft ge bracht, aan Duitschland geen gelijke rech ten, en er behoort daarom weinig voorspel lende wijsheid toe om tot het besluit te ko men, dat die het dan ook practisch niet zullen worden verleend, want het is daarbij te doen om dingen, die niet van een verdrag van meestbegunstiging, maar in hoofdzaak van bestuurshandelingen afhangen. Het is daar om ten volle begrijpelijk, dat de rijksregee- ring in dit opzicht waarborgen voor de toe komst verlangt te hebben. „Te oordeelen naar de w ze waarop de Fransche pers zich uitlaat, moet men aan nemen, dat de Fransche regeering daartegen principieel niets zou hebben in te brengen. Ook de vorm daarvoor kan niet moeielijk te vinden zijn. De Sultan van Marokko is en dat mag men niet vergeten souverein en moet het ook, zooals de heesr Delcassé ge zegd heeft, blijven. Het is daarom eene minst genomen eenzijdige opvatting, wan neer men aanneemt, dat derde staten zich over hunne economische belangen in Marokko met Frankrijk zouden moeten verstaan. Het meest voor de hand liggende is, dat zij 't met den Sultan van Marokko doen. Daarbij behoeft het eene het andere niet uit te slui ten^ Over Duitschlands bedoelingen kan geen twijfel van misvatting bestaan, omdat het aan 't verkrijgen van gebied nooit gedacht heeft en nooit denken zal." Duitschland. Lissabon, - Maart. De Keizer kwam lieden in de Taag. Koning Carlos, de kroonprins, do hertog van Oporto en de ministers van bui- t.-nlandsche zaken, en van marine begaven zich terstond aan boord om den Keizer te begroeten en naar de landingsplaats te ge leiden. Berlijn, 27 Maart. Bijj de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging van eenige be palingen van dë mijnwet in het Huiis van Afgevaardigden, wees de minister-president graaf Bülow er op dat de regeering voor bet- uitbreken van de jongste mijnwerkers-staking reeds bezig was met het ontwerpen van ver schillende maatregelen. Graaf Bülow erken de de goede houding van de arbeiders gedu rende de stakinghierdoor wordt echter niets veranderd aan het feit, dat contractbreuk ia gepleegd. De staat moet zijne beschermende hand over dat gebied uitstrekken. (Toe juichingen). In den loop van het debat betuigde graat Bülow zijne voldoening over het feit, dat alle partijen gezindheid tot toenadering toonen. De mijnwet-novelle moet dienen tot ophef fing van de misstanden, die bij de sta Icing zijp gebleken. Maar zij zou slechts een nood wet zijn. De rogeering verlangt deze noch op kosten van de arbeiders noch op die der werkgevers; zij wil slechts eene nieuwe sta king voorkomen. Het loonverlies bij de laat ste staking beliep mil li oenende schade, door handel en nijverheid geleden, was nog grooter. Zweden. De Zweedeche Rijksdag heeft, op verlan gen der regeering, eeu geheime commissie be noemd, om met de regeering te overleggen, zoo vaak deze dat verlangt ter zake van dë kwestie met Noorwegen. De commissie telt zes leden uit ds Eerste en zes van de Tweede Kamer. Italië. Rome, 27 Maart. In zijp consistoriale toe spraak drukte de Paus, gewagend© van de be trekkingen van den Hedhgen Stoel met Frank rijk, tot zijn leedwezen zijn vrees uit aan gaande de verwezenlijkte breuk. De Paus ver klaarde zich tegen deze breuk, waartegen steeds geopponeerd zal worden. De Heilige Stoel wensoht goede betrekkingen met Frankrijk te hebben en is in werkelijkheid genegen door zijn daden te getuigen van zijin wensch tot het onderhouden van goede be trekkingen met het Fransche gouvernement. Rusland. Warschau27 Maart. (Petersburgsch Teler graaf-agentsohap). De aanslag op het politie bureau schijnt ondernomen te zijn met het doel het hoofd der politie zich daarheen të doen begeven. De persoon, die de aanslag op het hoofd der politie uitvoerde, moet bij zijn vlucht zelf gewond zijn. Orleken land ■Athene, 27' Maart. De Koning opende he den 3e zitting van de Kamer. In de troon rede wordt aangekondigd, dat de financieel© toestand zal worden verbeterd door bezuini gingen en dat leger en vloot zullen worden gereorganiseerd Creta. Kanea, 27 Maart. Uit ontevredenheid over de absolutistische regeering van den prins zijn in do nabijheid van Kanea 600 gewa pende Kre te users bijeengekomen; zij hebben zich gevormd tot eene voorloopige nationale vergadering onder voorzitterschap van Pa- payannakis. Deze vaardigde een proclamatie uit, waarin de vereeniging van Kreta met Griekenland wordt afgekondigd en op de mo gendheden een beroep wordt gedaan om geen geweld te gebruiken tot instandhouding van het tegenwoordige stelsel. Prins Gêorge vaardigde eene proclamatie uit, waarin hij de. bevolking aanspoort zidh niet bij de beweging aan te sluiten. Ben Russische kanonneerboot bracht ver sterkingen voor de gendarmerie te Kanea van andere doelen van het eiland. Marokko. Het bezoek van den Duitschen Keizer aan Tangor zal den 31. reeds vroeg op den dag plaats hebben. Om acht uur 's morgens komt de Hamburg in de haven. De Keizer zal bij de werf aan land gaan, waar dë af gezanten van den Sultan, onder wie ook de onlangs tot gouverneur benoemde, door de Perdic&ris-zaak bekend geworden gewezen rooverhoofdman Raisuli, en het corps diplo matique zich zullen bevinden. Do voorstellin gen geschieden in eene daarvoor ingerichte zaal. Van daar zal de Keizer door de groote moskee, de klein© socco (markt) en de Goud smedenstraat zich naar hot Duitsobe gezant schap legeven. Op het Marehand-veld wordt een grootefantasia (ruiterfeest) ter eere van tien Keizer gegeven, waarop een bezoek van d^n kashall al volgen. Om twoo uur 's na- mjddags geselii het vertrek naar Gibraltar. De Fransche minister van marine iaat be kend maken, dat het gerucht der uitzending van een Fransch eskader naar Tandger on gegrond is. Tanger, 27 Maart. Do correspondent van de Tïmes, Harris, kreeg heden een dolksteek in, de maagstreek, terwijl hij biuiïtem het En- gelsche postkantoor stond. Dë dader was een Moorsche hotelgids. Do dolk gleed af en bracht slechte eene licht© wonde toe. De reden van den aanslag is onbekend. T'anger, 28 iaartf Wolff's bureau.) De Arabier, die de heer Harris, correspondent van de Times, licht verwondde, vluchtte naar den sjeik van Wasau, die ouder Fransche protectie staat. De publieke meening alhier helt er toe over dien overval te beschouwen als eene intrige, om zoo mogelijk het bezoek van den Duitschen Keizer aan Tanger te verhinderen. Midden-Azië. Aschabad27 Maart. (Petersburgsch tele- graaf-agentechap). Uit Koteohan is per tele graaf naar hier bericht, dat de bevolking al daar zich in oproer bevindt. De Russische be woners zijn gevlucht. De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog rijn de volgende berichten Grootvorst Nico laas zal het onderzoek naar den toestand van het leger, dat hem is op gedragen, niet ter plaatse verrichten, maar in Petersburg. Voordat zijn rapport over de militaire middelen, waarover Rusland be schikt, bij den. Cfeaar worden ingediend, zul len er nog conferentiën plaats hebben, waar aan de Russische gezant in Denemarken, Iswolsky, en de gewezen Russische gezant in Tokio, baron Rosen, zullen deelnemen. Men beweert in Petersburg, volgens de Temps, dat Iswolskv verscheidene bezoeken aan het Fran sche gezantschap heeft gebracht en dat ook Rosen met dat gezantschap in betrekking za! eden. Petersburg, 28 Maart. (Petcrsburgsqh tele- graafagentechap.) Van regeeringswoge wordt bericht, dat de bevelhebber van het derde Maudsjoerijsche leger, de generaal der caval- lerie Kauibars, het commando heeft gekre gen over het tweede leger, en in zijn vroeger commando vervangen is door den generaal der i nfanterie Batjanow. Uit het Russische hoofdkwartier te Goen- sjoeling wordt bericht Dë zware artillerie heeft geen deel genomen aan dën slag bij Moekden. De veldartillerie verloor omstreeks 60 stukken, geschut, hoofd zakelijk bii de paniek tijdens den terugtocht. Het geheel© verlies aau dooden en gewonden wordt op 100.000 man begroot. De Russki Inwalid verdedigt den. staf tegen de beschuldigingen, dat hij niet het noodige zou gedaan hebben, om troepen naai' Oost-Azië te zenden. Het (officieuse) blad berekent, dat sedert het begin van den veld tocht 13,087 officieren, 761,467 soldaten, 146,408 paarden en 1521 kanonnen zijn uit- De Japansche legatie ontving heden het volgende telegram uit Tokio: Van de Russische non-combattanten, die in onze handen zijn gevallen in den slag bij Moekden, worden de volgende vrijgelaten vrijgelaten in het front van onze voorhoede 47 man met den rang van officier, 359 offi cieren op non-activiteit, 9 verpleegsters, 2 priesters, 4 kooplieden, aan het leger ver bonden. Op hun verlangen te Chefoe of Shanghai werden vrijgelaten Ü3 personen met den rang van officier, 23 verpleegsters, 298 officieren op non-activiteit. Petersburg27 Maart. Naar aanleiding van het berioht van Reuter, dat Vrijdag in het minister-comité de quaestie van den vrede is besproken en dat de meerderheid in beginsel liad verklaard dat thans het oogenblik gun stig was voor het aanknoopen van vredeson- handelingen, verklaart het Petersburgsche Telegraafagenteohap, dat dit bericht reeda hierom onjuist is, omdat Vrijdag geen verga dering van het minister-comité gehouden werdi. Van Londen en van Petersburg uit worden weder berichten verspreid over vredesonder handelingen, waarop kans zou zijn. Het schijnt een feat te zijn, dat er thans in Petersburg ernstig beraadslaagd wordt over de kwestie van oorlog of vrede, en dat in deze conferentiën ditmaal niet alleen mili tairen maar ook staatslieden betrokken wor den. De Czaar schijnt gezind te zijn groote offers aan gebied te brengen; daarentegen schijnt men in Petersburg geen lust te liel> ben aan Japan eene oorlogsschadevergoeding te verleenen. De schadevergoeding in contant geld schijnt echter juist de voorwaarde te zijn, waaraan men in Japan de grootste waarde hecht, omdat men den toekomstigen vrede slechte als een wapenstilstand beschouwt, en den durur daarvan zich. ten nutte wil maken om eene geduchte zeemacht te bou wen, die Rusland eens voor al den lust moet benemen te dingen naar de oppermacht in den Grooten oceaan'. Misschien kan het als een toeken ten gunste van den vrede beschouwd worden, dat do onderhandelingen over eene Russische leening in Frankrijk hervat zijn. In ieder geval hou den de vredesgeruchten aan. De Central News meent zelfs te kunnen zeggen, dat meer of minder officieus in de beide laatste weken vredesoverleggingen zijn gevoerd en dat do voorwaarden, waaronder men in bepaalde on derhandelingen zou kunnen treden, behandeld zijn in een bijzonderen ministerraad, door den Czaar gepresideerd. De ministers advi seerden tot, het aanknoopen van onderhan delingen, maar do Czaar hoeft zijne beslissing nog niet bekend gemaald. Allerlei vVan 710 Augustus zal te Luik tor gelegenheid van de internationale tentoon stelling aldaar een internationaal congres voor woninghygi ne, meer in het bijzonder voer de bevordering van den bouw van goed- koope woningen, worden gehouden onder lei ding van den heer Lepreux, directeur-gene raal van de rijksspaarbank. Aan de orde wor den o. a. de volgende quaestie© gesteldon derzoek naar de wijpe waarop de staat den bouw van goedkoop© woningen, in het bij zonder voor de armsten, bevorderen kan; in vloed van de belastingen op de huur; ge neeskundig staatstoezicht op de woningen invloed van het particulier initiatief op do verbetering der womingen in sanitair opzicht oprichting van openbare speeltuinen en cités jardins; middelen om de arbeiderswo ningen oen gezelliger aanzien te geven, zon der den prijs ervan te verhoogen; woning- statistiek, enz. vIn de Vereenigde Staten zijp, thans alle oude veeten vergeten van den burgeroor log tusschen Noord en Zuid. De beide huizen van het Congres hebben met algemeen© stemmen besloten tot terug geven van de oorlogsvaandels van de troepen der Unie en de Geconfedereerden, welke thans in het departement van Oorlog wor den bewaard. Toen president Cleveland in 1887 een be sluit van die strekking nam, verwekte hij een storm van verontwaardiging. 30 Roman- van MORITZ VON REICHEN BACIL Mascha verklaarde daarop, dat zij het be zichtigen van/ 't museum tot een volgende gelegenheid wilde uitstellen. „De hoofdindruk, dien ik van 't geheel ge kregen heb," zei de ze, „is zóó mooi eni zóó harmonisch, dat ik dien nu niet veranderen wil voor een meer gedetailleerde beschou- wing;" emi ook graaf von Mellow vond, dat hij voor vandaag genoeg had gezien. Zoo daalden zij dan naast elkander de door bont gekleurde vensters tooverachtig vorlohte trap af, die in de vestibule van het gebouw uitkomt. Een oiogëtnbliik nog bleef Mascha staan oirn op te zien naar het prachtige, donkere beeld- li ouwiwerk in eiken hout, dat eertijds tob den Buoentaur, de pracht galerij der dogen van Venetië, heeft behoord en thans in dit mu seum een waardige plaats hoeft gevonden. Onwillekeurig volgde Kurt Mellow haar blik. Hot zeldzaam fraae beeldhouwwerk stelt dë heilige maagd voor op de plecht van eon galjoen. Vóór haar knielen dé doge ©n diieins schutspatroon met de doge-muits. „Verbeeld u, dat men den laatsben doge om ia gezegd1 had, dat dit kostbaar kuustwërk op Markischen bodem zou worden overge plant en. daar voor iedereen te bezichtigen zou zijn l" Het was de prinses, die deze halve ver zuchting slaakte, doch de graaf bezag de zaak van een geheel anderen kant. ,,'t Is een bedroevend iets," zeide hij(, „een gedachte, waarbij mein zich eigenlijk hoos maakt, dat zoo'n, levenloos ding het gedu rende zoovele menschenlevens uithoudt en ten slotte een reliquie wordt, die ons predikt wat voor kleine wormen wij eigenlijk zijn." „Aangenomen GoedMaar 't is toch iets graotsch, dat wij, kleine wormen als we zijn, iets scheppen kunnen, dat ons overleeft en onzen naam tot bij het verre geslacht in eere houdt. Anitoudo de Porië fecit en die: An tonio dwingt óns, die in 'fc binnenland-, vet' van de zee wonen:, na honderden van jaren, aan zijn trotschc, do zeeën beheerschendë ge boortestad to denken en den gedachtengang te volgen, die hem bij zijn werk moet bezield hebben." Kurt Mellow had zich van den Buoentaur afgewend en zag nu om naar de prinses, die, door 't bonte Licht der geschilderde glas ruiten 'bestraald, met -schitterende oogeni voor hlem stond en op het oude 'houtsni]|Wërk lvaar blik: gevestigd hield. Hij dacht op dat oogenblik geenszins aan zijn vooroordeel tegen de vrouwen van de oostelijke grens. Hij dacht- trouwens in 't. geheel niet in woor den, hij ondervond alleen iets, dat plotseling zijn bart sneller deed kloppen en hem als een l>etoo verende gewaarwording door het hoofd ging. Het was hem, als hoorde hij 'het diion schilder nogmaals zeggen: „Is 'tnieb een betooverend wezen?" De heer Stehröder was ver weg. maar dp ergernis door Kurt Mellow, ondervonden, teen hij die woorden hoorde, gevoelde h.j ihans opnieuw. Beneden gekomen, nam hij ijlings van de dames afscheid en, eenmaal op straat zijnde, ademde hij met volle teugen de heldere, koude winterlucht in, terwijl hijj zich met rasse he schreden voortspoedde. ,,'t Is ©en gevaarlijk ras, dae P'oolsche vrouwen," mompelde hij dn zilchi zelf, „maar ik ben er tegen bestand, o, ik ben zeker van mijzelf en behoef er niet bang voor te zijn." Als een vluchtige verschijning, zweefde het beeld der prinses, gelijk hij haar kort te voren in 't gekleurde liobt op dë trappen van het museum had gezien, voor zijp. oog voorbij1; maar hij zag voor zich uit in den kouden winterzonneschijn en dacht opzette lijk aan hetgeen er op de laatste zitting van dén 'Rijksdag was behandeld geworden. Te gen wil en dank hoorde hij daarbij tusschen de ernstige redevoeringen der afgevaardig den door in diepe tonen de zoete melodie van „Mooi-Roodruit „Hoe heet koning RLngolfs dochterkijn? Roodna.it, Mood-Roüdruit Wat dicot zij wel den gamsichen dag, Daiar zij niet koken of spinnen mag?" HOOFDSTUK IX. De ijsbaan, bij het Rouseeau-eiland in den Thiergarten was geopend, en dag aan dag kon men daar een bont en levendig tafereel aan schouwen. Dbmes, die men anders slechts gewoon was langs den gecdreeTdoui parketvloer te zien glij den en die 'het straatpubliek nooit- anders zag da-n geleund in de kussens van sierlijke equi pages, zweefden hier hand aan hand met jonge officieren van de Garde over het spie gelgladde bnanvlak. „Wie is die jonge dame daarginds, in dat blauwe toilet met dat licht grijze bont vroeg eau der bij den wal staande huzaren-officieren aan een zijner kameraden, die vlak bij hem bezig waa zijn schaatsen wat vaster aan te binden. De toegesproken© zag om. „Die blondine?" vroeg hij. met zijn blik de aangeduide richting volgend. „Ik ken 'r vol strekt niet! Dat 'seen nieuwe verschijning rijdt verduiveld goed. fameus, 't. is merk waardig, dat ik niet weet wie zij is!" „Dag, Brau'denstein," riep een stem achter hem, terwijl er een hand op zijn schouder werd gelegd. „Ha, graaf Mellow," riep de jonge officier, zich snel amkeerend, ,,'t is mij aangenaam' u loof ik, tot nog toe niet naar onze baan omge- weder bij onze ijs-sport te zienge hebt, ge keken." „Ik heb 1 rijden vorleerd. weet je, en ik koon van daag ook alleen maar als toeschou wer, maar laat ik de heeren niet ophouder»! Ge schijnt hier zoowat op een observatie- po at to staan, mag men ook vragen, wie er in 't bijzonder zoo wordt waargenomen?" „We hadden het over de nieuw© verschij ning in ons midden. Kijk, daar is ze weer, die blondine met dat blauwe jaquet eon uitmuntend© rijdster daar komt ze met een prachtigen zwaai vlak bij den walkant zo schijnt daar bekenden te hebben." „Zij spreekt met mevrouw. Wangerow, dë generaalsche," voltooide de tweede officier de mededeel ing „daar komt ook Solden van de infanterie naar haar toe wacht, ik moet ook nog mijn compliment- bij do generaalsch© gaan afsteken." „Ja, ik ook" verzekerde de huzaar, en Kurt Mellow zeide lachend: „Zoo 't u te doen is, heeren, om den naam te weten van dat blauwe ijsvogelfcje, is de omweg langs mevrouw Wangerow geen be paald vereischte. Zij is eene prinses Rat-zi- towska uit Russisoh-Polen," „Zoo? Kent gij haar?" „Ja, ik heb haar ©en paar maal gespro ken." „Die Poolsche dames zijn altijd even slank en gracieus, ik zal mevrouw Wangerow ver zoeken, mij aan haar voor te stellen." De twee officiëren betraden den ijsbaan en kort daarop zag graaf Mellowi hen in ge zelschap van eenige jonge dames onder wel ke zich ook de prinses bevond, lustig heen- glijden. Kurt Mellow bromde iets in zijn baard van een' vervelend genoegen zooals hij het toekijken noemde en liep een, eind verder. In het volgend: oogenblik zag hij tante Annai die hem achterop gekomen was. Hij groette haar en zij riep met. eenige verwondering in haar stem: „Graaf MellowEn aan den, wal staande zooals ik? 'tls niet zoo prettig omi „ijemoo- der" te zijn, men krijgt er zoo gemakkelijk koude voeten bij Maar de jeugd/ amuseert zich .kostelijkWaarom rijdt u niet?" „Ik heb net vroeger wel gedaan, maar in den laatster» tijd niet," antwoordde hij, „oa in Indië en Egypte, waar ik mijn laateten winter doorbracht, heeft men ©r geen gele genheid toe, aooala u wel begrijpt. Ik wilde hier liever geen dwaas figuur maken." Wordt vervolgd,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1