in tegenspraak met de opvatting van den
heer Ce losse. Hij wil, dat gebouwd zal wor
den in. dezelfde richting als de rooilijn, ook
al maalct men gebruik van de vrijheid om
terug te bouwen.
De heer P1 o m p. Mijnheer de voorzitter,
de verordening aègt, waar de rooilijn moet
liggen. Maar men is niet verplicht te bouwen
op de rooilijn. Wannéér men, achter de rooi
lijn bouwt, dan is men volkomen vrij. De
richting van de rooilijn wordt in het algemeen
bepaald bi» het stratenplan. Voor ieder wordt
door B. eu W. de grens aangewezen tot waar
hij bouwen mag, maar de verordening zegt
niet hoe men moet bouwen. B. en W. zi|n
dus niet bevoegd voor te schrijven hoe men
moet bouwen. Maar hét amendement van den
lieer van Esveld heeft ten doel, dat men moet
bouwen in de richting van de rooilijn. Als
zoodanig heeft dat amendement wel degelijk
waarde.
De heer V isser. Mijnheer de voorzitter,
als ik het wel heb. dan is do bedoeling van
den heer van Esveld, dat de voorgevel van een
huis geheel naar den kant van de straat ge
keerd en evenwijdig aan den weg moet Zijfn.
Voor den zijgevel geldt dat niet. Maar het
is beter dat in, andere woorden te belicha
men en te spreken van deri gevel, die naar
de straat is gekeerd.
De heer van Eek. Mijnheer de Voorzit
ter, dé geachte wethouder 'heeft mij verkeerd
begrepen. Mijne bedoeling is, dat als een
gebouw staat op zes of meer Meters uit het
hart van den weg, de voorgevel of zijgevel
moet zijtn op of evenwijdig met de rooilijn.
Dé- heer va.n Esveld. Mijnheer de Voor
zitter, ik zou aan B. en W. meer macht wil
len geven dan zij nu bezitten. Het dagelijksch
bestuur staat nu machteloos, wanneer een
bouwer zijn huig scheef op de rooilijn wil
zetten.
De VooiïiZjpfcter. Ik geloof, dat de
zaak nu voldoende is toegelicht.
De heer Ce losse. Mijnheer de Voorzit
ter, ik wil nog even den heer Plomp op
merken, dat in art. 12 niet van het aan
wijzen van de rooilijn, maar van hét geven
van rooiing gesproken wordt. Er staat: „Bij
het aanwijzen van de rooiing houden B. «n
W. zich' aaii de rooilijnen, die door den raad
zijn vastgesteld." Nu vindt men in art. 4
gezegd wat rooiing is; daaronder wordt ver
staan de aanwijzing van liet voor ieder ge
bouw op zich zelf in aanmerking komend
gedeelte van een rooilijn. Dus de rooiing
wordt gegeven door B. en W., in overeen
stemming met de rooilijn, die door den raad
is vastgesteld. Wij vinden werkelijk, dat wij
genoeg te zeggen hebben.
De heer Kleber. Mijnheer de Voorzit
ter, ik wil mijne stem even motiveeren. Ik
zal tegen het voorstel van den heer van
Esveld stemmen. Die schijnt beminnaar
van de rechte lijn. Bijl mij is het tegendeel
het geval. De lieer van Esveld zal wel eens
in Apeldoorn geweest zijn. Behalve in de
Dorpstraat wordt daar bijna uitsluitend niét
in de rooilijn gebouwd. Voor velen zoui dat
ook totaal onmogelijk zijn. Zij hebben nu
geerende tuinen. Dan zouden zij sterk gee-
rende huizen hebben, en dat gaat toch- niet.
De heer v a n E s v e 1 d. Mijnheer de Voor
zitter, de heer ELleber vergist zich. Hij be
grijpt niet wat ik bedoel. De huizen behoe
ven niet in ééne rij te staan het eene huis
kan 8, het andere 4 meter terug geplaatst
worden. Mijn amendement beoogt, dat
zij allen gelijkmatig terugspringen. Dat-
staat niet leelijk. Maar geen bouwer
mag het recht hebben schuin op de rooilijn
te komen, zooals wij nu zien, b.v. bij het
pakhuis van Herschel, het huis van van, der
Want, liet huis aan het begin van de Pun
tersburger laan. Zooals het nu staat in het
artikel, kan ik niet gelooven, dat B. en W.
eenigen drang op de bouwers kunnen uitoefe
nen. B, en W. wijzen de rooilijn aan, maar
kunnen de bouwers nooit dwingeu hoe zij aan
de rooilijn moeten bouwen.
De heer K 1 o b e r. Dat staat er wel de
gelijk in.
De lieer van Esveld. Het staat in de
Utrechtsche verordening, niet int de onze.
De heer K Leb er. Mijnheer de'Voorzit
ter, ik moet opkomen tegen do macht, die
de heer van Esveld aan B. en W. wil geven.
Het huis van v. d. Want is aangehaald. Dat
huis Loopt nu met den tuin langs den weg
die tuin loopt soh'uin en het huis is achteruit
gebouwd en kon daardoor rechthoekig wor
den. Wordt het amendement aangenomen,
dan zal niemand, die zulk een bouwterrein
bezit, daarop een recht huis kunnen bouwen.
Dat is de bedoeling van het amendement.
Wij kunnen ons nu beroepen op een con
creet voorbeeld.
De heer P l o m p. Het huis zal dan toch
rechthoekig op de straat kunnen worden
gezet.
De heer Kleber. Pardon! Voor het huis
van v. d. Want begint de straat te draaien.
Wanneer men een recht huis wit hebben,
dan moet men het huis achteruit zetten.
Men krijgt dan een schuinen tuin'. Voor de
tuin is dat geen bezwaar voor het huis is
het een groot ongerief.
De Voorzitter. Ik stel voor de dis
cussie nu te sluiten.
Bij de stemming wordt het voorstel van
den heer van Esveld verworpen met 9 tegen
4 stemmen. Voor stemden de heeren Plomp,
Visser, van Eek en van Esveld.
Art. 4 wordt z. h. 0. voorloopig goedge
keurd eni daarna zonder beraadslaging en
stemming de artt. 545.
Art. 46.
De heer van Duinen. Mijnheer de
Voorzitter, in art. 46 staat„De grond) wakr-
op een tot woning bestemd gebouw' gesteld
of herbouwd wordt, moet ter diepte van
0.30 M. afgegraven, verwijderd en door zui
ver zand of sintels vervangen worden." Er
staat 'alleenvoor een tot woning bestemd
gebouw. Maar als het betreft een voor een
ander doel bestemd gebouw: ©ene fabriek,
een school enz., dan gelóóf ik niét, dat de
verordening daarin voorziet. Het is mogé-
lijk dat ik het mis heb, maar om later on
aangenaamheden te voorkomen, wil ik die in
lichting vragen.
De Voorzitter. Dit voorschrift be
treft alleen gebouwen, dié tot woning be
stemd zijn. Voor andere gebouwen is de be
paling niet noodig. Zij is alleeoi opgenomen
ten behoeve van de openbare gezondheid.
De heer Plomp. Mijnheer de voorat
ter, B. en W. stellen voor üit dé 2e alinea
het woord „herbouw" weg te laten. Moet
dat dan ook niet, ter wille van de conse
quentie, uit d© le 'alinea vervallen? Maar
hét komt mij beter voor, het woord te laten
staan.
De Voorzitter. Het woord is wegge
laten, omdat dit artikel in art. 61 is aange
haald raeh zou de bepaling dan dubbel heb
ben.
De heer Flora p. Dan moet het woord
ook uit de le alinea geschrapt wórden.
De Voorzitter. Dit ziet. alléén op ge
deeltelijke vernieuwing, terwijl art. 61 ziet
op herbouw. Maar als men meent, dat het
wenschelijjk is het woord ook in de 2e alinea
te behouden, dan hébben B. en W. daar
tegen geen bezwaar. B. en W. nemen dat
voorstel over.'
Aldus gewijzigd wordt art. 46 z. h. o.
voorloopig goedgekeurd en daarna zonder be
raadslaging art. 47.
Art. 48.
De heer van Duinen. Mijnheer de
voorzitter, ik heb in de eerste plaats bij dit
artikel eene Opmerking van dezelfde strek
king als ik bij art. 46 heb te berde gebracht
Dit artikel handelt over de fundèeringen, de
muren, énz., maar het begint direct hi'et te'
- eggen. „Het is verboden een gebouw tot'
woning in te richten of te bestemmen". Dus
als een gebouw niet tot woning wordt inge
richt of bestemd, hetzij tot eene fabriek óf
tot wat dan ook, dan kan ér gebouwd wor
den zöoals de eigenaars verkiezen. Het komt
mij beter voor het artikel aan te vullen, zoo
dat het ook slaat op andere gebouwen dan
woningen.
Ook ton opzichte van de voorschriften om
trent dc fundeering wensch ik eene aanvul
ling. Dlaaroih heb ik een geheel nieuw
art. 48 ontworpen, dat- ook dé omtrekmuren
omvat. Art. 48, zooals B. en W. het voor
stellen, generaliseert m. i. te veel. Wij ver-
keeren in Amersfoort in eene bijzondere con
ditie. Aan de oostelijke grens van de ge
meente kómt men op 2, 3 voet diepte reeds
op het grondwater, terwijl men aan de wes
telijke grens nog niet aan hét grondwater is
als men graaft tot 50 voet. Dé voorschrif
ten, die bij het bouwen aan den Koppel ge
geven moeten worden, zijn niet noodig als
men bouwt op den Berg. Ik zou dus gaarne
de bepalingen van dit artikel zoodanig ge
wijzigd willen zien, dat daarmee rekening
gehouden wordt. Volgens mijne gedachte bou
net artikel aldus moeten luiden
„Art. 48. Het is verboden een gefbouw op
tc trekken, of een gebouw tot woning in te
richten of te bestemmen:
a. dat niet is aangelegd op oenen vasten
zandbodem, op eene voldoend!© zarad&anpLem-
ping of op ,een houten roosterwerk, met of
zonder paalfundeeiring beneden den laagsten
stand van het. grondwater;
b. dat niet is voorzien van een goed ge
metseld fundament, in aanleg breed ten
minst© 2J maal de dikte van den daarop
direct opgaanden mum, om de 2 lagen een
klesoor versnijdend. Is deze muurzwaarte lh
steön óf irieer, dan kan 2 maal de dikte van
dén muur wérden aangenomen."
Ik heb over deze zaak den gemeente-archi
tect gesproken. Die achtte verandering niet
noodig. Ik wel, omdat ér f>u on noodig kosten
zullen gemaakt worden voor zwaardere fun
deering. Wanneer men een goeden zand
grond heeft en daarop wordt do fundeering
gelegd op de wijze zooals ik bedoel; dan- is
dat ruim voldoende.
„c. Dat niet is "voorzien van een tras- of
cementraam, ter hoogte van ten minste
0.60 M„ hetwelk voor-ten minste 0.30 M.
beneden dëh om liggende» grond, eu voor
minstens 0.30 Mi. boven den vloer van dé
begaUe grondverdieping is opgemetseld' vam
klinkers en waterkeerende mortel."
De bijvoeging van dé laatste alinea is
hierom gedaanAls er een villa of eene an
dere woning gebouwd wordt en men wil de
begane grond-verdieping booger leggen, dan
komt het trasraam te liggen beneden die
balklaag. En dat is niet bevorderlijk om een
droog gebouw te krijgen,- te meer wanneer
in een -géval' van latere ophooging het tras
raam lager dan de omliggende grond' zou
komen, wat zal geschieden indien de begane
g^ondverdieping aangelegd wordt b.v. M.
boven den'-omliggonden grond' en deze later 40
CM. wordt opgehoogd. Hier zou dus het tras
raam, aangelegd volgens de verordening, doel
loos worden. De droogheid van het gebouw
hangt voor het grootste gedeelte af .van de
vraag of het trasraam goed is. Wij kunnen
m. i. gerust daarop wat sterker ingaan.
Ook zou ik gaarne nog eene alinea aan
het artikel toegevoegd zien, 'en wel deze:"
„d. Bij dé heifundeering of fundeering op
een houten roosterwerk, wordt van de be
paling' onder sub b; ontheffing verleend en
is de aanleg van 22 cflVT. voor een halveeteens
opgaandén muur, eni 44 cM. voor een 1- of
1}-steens opgaanden muur toegestaan,-mét
b'okversnijding in verband' met'dé gebruikt©