IV.
«se.
8"* Jaargang.
Maandag 17 April 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
EEN PRINSES.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Ptr 8 maanden roor Amersfoortf 1.80.
Idem (raneo per post1.70.
Afzonderlijke nummersO.OO.
Deze Courant rersohgnt Dagelijks, met nitsondering ran
Zon- en Feestdagen.
Adrertentiën, mededeelingen eni., gelieve men vódr 10 nur
's morgens bij de Uitgevers in te senden.
Uitgever»: VALKHOFF ft O.
Utrechtachestraat 1. Intercomm. Telephoonnnmmcr 66.
PRIJS DER ADVERTBNTÜÜT:
Tan 1—8 regels Jl
Elke regel meer 8.11»
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel es bodrgf bestaan voordeeHce bepalingen.MÉ
het herhaald advertetren in dft Blad 1$ abonnement. Eeae
eirealaire, bevattende de voorwaarden, wordt ep aantrap
toegeconden.
Politiek Overzicht
De agrarische beweging in Rusland.
Bij de vele staatoco m missiëndie thans in
Rusland werkzaam zijn om de middelen te
bestudeeren, die kunnen worden aangewend
om door verstandige hervormingen de diep
gaande beweging, die alle standen der be
volking heeft aangegrepen, binnen de wette
lijke perken te houden, is in de vorige week
weer cene nieuwe gekomen. Aan eene com
missie, als welker voorzitter de oud-minister
Goremkin is aangewezen, is opgedragen be
palingen te ontwerpen tot regeling van het
grondbezit van den boerenstand. De Ozaar
verlangt, dat er maatregelen zullen worden
genomen om aan de boeren betere middelen
te verschaffen tot het gebruiken van hunne
landerijen, om aan hen, die weinig grondbe
zit hebben, de mogel kbeid te verschaffen
hun bezit uit te breiden of zich naar elders
te begeven, en voorts dat het grondbezit van
boeren en van andore landeigenaars nauw
keurig zal worden uitgemeten om het ver
trouwen van het volk in de onschendbaar
heid van alle privaat bezit te versterken.
Deze staatscommissie is opgetreden in de
plaats van eene andere, die onder voorzit
terschap van den voorzitter van het minister
comité Witte werkzaam was en nu is opge
heven. Aan de Frankf. Ztg. wordt uit Pe
tersburg bericht, dat men daar de zaak op
vat als eeno door de bofcamarilla tegen
Witte gesponnen intrige. Maar'hoe dit zij,
er blijkt uit de benoeming van deze com
missie, dat het bestaan van de beweging
onder de boeren van regeeringswege wordt
erkend. Ondanks de preventieve censuur, die
een -tijdlang soherp gehandhaafd is, heeft
men uit de Russische pers veel vernomen
wat kan bijdragen om licht te verspreiden
ever de agrarische onlusten, die in verschil
lende deelen van het uitgestrekte rijk het
hoofd hebben opgestoken. Zoo werd over de
onlusten, die aan de Wolga voorkomen, be
richt, dat een der redenen daarvan hierin ge
legen is, dat de regeering, ondanks,de ernstige
eoonomische crisis die de bevolking door
maakt, <^e achterstallige belastingen tracht
binneu te krijgen. In vele dorpen van het
gouvernement Saratow hebben, volgens de
Sewernyi Krai, met dit doel veilingen
plaats gehad, waarop de treurige overblijf
selen van have en goed der boeren onder
den hamer gekomen zijn. Natuurlijk werden
slechts spotprijzen verkregen. Een paard, dat
50 roebel waard was, werd voor 18 a 20 roe
bel verkocht. Eene koe, die 30 roebel kostte,
bracht slechts 10 roebels op en bet pluim
gedierte kon men voor haast niets krijgen.
Het is haast onncodig van de hartverscheu
rende tooneelen te verhalen, die daarbij
plaats hadden. Maar ook andere tooneelen
kwamen voor. In een dorp werd den woe
keraars, die op de veilingen geboden hadden,
des nachts de roode haan op het dak gezet.
Den leider van de verkooping ging het niet
beter. Men stak des nachts zijne schuur in
brand, waarin voor meer dan 300 roebel
graan geborgen was. Den volgenden dag
kwamen er geen koopers meer op de veilin
gen.
Naast deze bedenkelijke verschijnselen is
eene beweging tegen alle ontwikkelden waar
te nemen. In oen district, zoo verhaalt een
ander aan de Wolga verschijnend plaatse
lijk blad, verschenen verscheidene verdachte
lieden, die de onbeschaafde volksmassa tot
vernieling van de scholen en vermoording
vat. de onderwijzers ophitsten. Den boeren
werd o. a. verteld, dat de onderwijzer de
antichrist was en aan God niet geloofde, om
dat hij beweerd had dat de aarde zich be
woog en er vlekken waren op den zon. Den
27en Maart had er eene boeren-bijeen-
komst plaats, waarbij voor 600 roebels bran
dewijn gedronken werd. Na de bijeenkomst
stormde de berooide troep naar de school,
joeg de kinderen op de vlucht, en vernielden
den boel. De onderwijzer kon zich slechts door
een wonder redden.
In de Köln. Ztg. wordt, tot verklaring van
d» beweging, gewezen op de ellende van de
plattelandsbevolking, die in de laatste jaren
zeer is toegenomen. Dit verschijnsel is aan
verschillende oorzaken te wijitenvooral
speelt daarbij het gemeenschappelijke be
zit van den grond eene rol, die het individu
niet toelaat op eigen grond en bodem te
werken en de drijfveer van het rechtmatige
eigenbelang uitschakelt. De lage stand van
de volksontwikkeling is niet minder eene be
lemmering voor de ontwikkeling en het bu
reaucratische stelsel verhindert de bevredi
ging van de economische behoeften. De op
heffing van de lijfeigenschap is vergezeld ge
weest van gevolgen, die wetenschappelijk
misschien terecht konden worden verklaard
als een noodzakelijk overgangsstadium, maar
die de boeren zwaar hebben getroffen. En
nu woelt in hunne hoofden de gedachte, dat
de ellende slechts door eene verdeeling van
het groote grondbezit, kan worden uit den
weg geruimd. De onlusten in verschillende
deelen van het rijik, vooral in het zuiden,
richten zich niet zoozeer tegen de regee-
ring, dan tegen de grondbezitters, en het
bankroet van het staatsgezag, dat door den
loop van den oorlog tegen Japan zoo duide
lijk aan het licht is gebracht, doet de kluis
ters wegvallen, die tot dusver de plattelands
bevolking in bedwang hielden.
Graaf Leo Tolstoi, de grijze philantroop,
die beter dan iemand weet wat er in het ge
moed van de Russische boeren omgaat, heeft
onlangs geschreven „Wat de boeren sedert
lang venvachten én verlangen, waaraan zij
denken en waarvan zij steeds spreken
waarvan echter alle liberale adressen geen
woord bevatten en wat de revolutionaire en
socialistische programma's ter nauwernood
aanroeren dat is de bevrijding van den
grond van het bezitrecht, de socialisatie van
den bodemDe groote massa van het volk
gelooft n 'g aan de autocratie, uit traagheid
en omdat zij aanneemt, dat alleen de auto
cratie haar eenig .erlangen, de socialisatie
van den grond, verwezenlijken kan. Alleen
dc Ozaar, die de lijfeigenschap ophief, kan
de grond aan de grondbezitters ontnemen
en aan de boeren geven."
Dat graaf Tolstoi hiermee do wenscben en
meeningen van de boeren juist heeft weerge
geven, is buiten kwestie. Daarmede krijgt
men een inzicht in het gevaar, dat het grond
bezit dreigt.
Frankrijk en Duitschland In Marokko.
liet i'iner, dat minister De'cassé verleden
Donderdag heeft bijgewoond in het Duitsehe
gczantschapspaleis te Parijs, is blijkbaar
dienstig gemaakt om over de zaak, die nu
hangende is. van gedachten tc wisselen. De
correspondv nt van de Frankf. Ztg. verneemt,
dat de minister zeer ijverig met den gezant
gesproken heefthet gesprek werd zelfs ge
dijende twintig minuten in het particuliere
kabinet van den gezant onder vier oogen
voortgezet, waaruit men zonder gevaar van
een démenti mag afleiden, dat het onderhoud
een ernstiger inhoud had dan het gesprek,
dat een paar dagen te voren in het ministerie
van buitenlandsche zaken v as gevoerd. Nog
twee andere ministers woonden het diner bij,
t i uit de wijze waarop verscheidene politici,
die met deze ministers ia betrekking staan,
zich hebben uitgelaten, mag men opmaken,
dat Delcassé werkelijk tot het besluit ge
komen is, met den Duitschen gezant eene ge
dachtenwisseling over Marokko :.au te knoo-
pen. Nadere bijzonderheden over den loop
van deze gedachtenwisseling zijn voorloopig
niet te krijgendaarover wordt de stelregel
van de diplomaten betracht, dat zwijgen goud
is.
Aan de jvöln. Ztg. wordt hierover uit Bel
lijn bericht: Het bevestigt zich, dat de heer
Delcassé op het diner bij prins Radolin do
Marokkaanscbc zaak ter spr .ke heeft ge
bracht, en wel op eene wijze, die de slotsom
rechtvaardigt, dat ue Fransche diplomatie nu
z al beproeven met Duitschland in officieeie
onderhandelingen te treden. Het 's tot dus
ver niet na to gaan wat de heer Delcassé aan
Duitschland zal hebben t_ zeggen, en men
moet daarom het oordeel over de veranderiug
van de Fransche taktiek vooreerst opschor
ten Wanneer het- tot eene door Frankrijk
aangeknoopte wisseling .an gedachten mocht
komen, dan zou daarbij het door Duitschland
i de Marokkaansche zaak tot dusver vast
gehouden standpunt in ieder geval gehand
haafd worden, d. w z. de eisch van de eco
nomische gelijkgerechtigdheid van alle staten,
■vfcgeen trouwens ook reeds door de Madrid-
sche conferentie gerechtvaardigd wordt. Wan
neer men thans in Frankriiik, zooais het ge
val schijnt te zijn, niet meer afkeerig is van
de meening, dat de Marokkaansche kwestie
internationaal belang heeft voor alle bij de
economische ontwikkeling van het land be
langhebbende staten, dan zou de toestand
veel van hare scherpte verliezen. Wat wij
verlangen, doet geen afbreuk aan de belan
gen van eenigei. staat, ook niet aan die van
Frankrijk, voor zoover het dezen staat ernst
is met de erkenning van de onafhankelijkheid
van Marokko - met de niet-schending van
de rechten van andere natiën.
Frankrijk
Het fel bestreden artikel 2 van het wets
ontwerp tot regeling van de scheiding van
Kerk en Staat is thans aangenomen. Het
houdt in, dat de staat geen enkelen ©eredienst
erkent, bezoldigt of subsidieert. Daaruit volgt
dus, dat elke uitkeering, betrekking hebben
de op de uitoefening van den eeredienst, op
den len Januari volgende op de afkondiging
van de wet ophoudt. Daaraan is echter, door
de aanneming van een amendement met zes
stemmen meerderheid, toegevoegd, dat hier
van zijn irtgczonderd de uitgaven voor de
bezoldiging van aalmoezeniers en bestemd om
de uitoefening van den eeredienst te verze
keren in openbare instellingen, zooals inrich
tingen van onderwijs, hospitalen, asylen en
gevargeniswen.
Vei der houdt dit artikel nog in, dat de
openbar inrichtingen van eeredienst zijn op
geheven, behoudens de bepalingen, opgeno
men in art. 3.
Engeland.
Algiers, 16 April. Koning Eduard kwam
hier heden om half twee aan het jacht legde
aan in Je militaire haven. De Koning ont
ving om 3 uur den gouverneur-generaalhet
onderhoud duurde eenige oogenblikken. De
ontscheping had plaats aan het gebouw der
admiraliteit; de marine-infanterie bracht de
militaire eerbewijzen. De Koning begaf zich
naar het paleis van den gouverneur-generaal.
Italië.
Rome16 April. De werkstaking der spoor
wegbeambten is reeds begonnen. Op dc lijp
RomeNapels zijn vier treinen uitgevallen.
Te Foggia en te Salerno is eveneens de sta
king begonnen
In de Kamer verklaarde de minister
president Fortis, naar aanleiding van een
vraag van den afgevaardigde Rrunialti over
de houding van de regeering ten opzichte van
de staking, dat hij hoopte dat- de staking rich
niet zal uitbreiden. Het spoorwegpersoneel
zal tot het inzicht komen, dat de werksta
king niet het middel is om zijne rechten te
doen gelden. Niemand heeft het recht zijne
bijzondere belangen te stellen boven het al-
getmeene landsbelang. Moch deze opvatting
niet de overhand krijgen, dan zou de regee
ring haar plicht weten te doen. De regeering
is overtuigd dat zij, met den steun der open
bare meening, de orde kan handhaven en
zorg kan dragen, dat do dienst zoo weinig
mogelijk nadeel ondervindt.
Oosten rijk-HongarfJe.
In den toestand van den Oostenrijkse hen
minister-president baron Gaut-sch is een gun
stige keer gekomen. De zwelling van het lin
ker oog wordt minder en ook de koorts is
minder hevig.
Het huis van afgevaardigden van Honga
rije heeft met g oote meerdereid eene motie
aangenomen J afkeuring van de door den
voorzitter van het vorige huis Perczel en
door den minister-president genomen maatre
gelen tot bestrijding van de obstructie.'Daar
na ging het tot den 3en Mei uiteen. De Ko-
n;ng zal den 5en Mei we-- naar Budapest
komen.
Rusland.
Petersburg15 April. (Petersburgsch tele-
graaf-agentschap). Volgens de tot dusver be
kend gemaakte voorloopige kasopnemingen
over de uitvoering van bet staatsbudget voor
1904 werden aan gewone inkomsten ontvan
gen 2017 millioen roebel, d. i. 37 millioen
meer dan geraamd was, 14 millioen minder
dan in 1903 en 111 millioen meer dan m
1902. De gewone inkomsten overtroffen de
gewone uitgaven, die 1910 millioen bedroe
gen, met 107 millioen.
In de begroeting van de buitengewone in
komsten en uitgaven waren voor oorlogsuitr
gaven aangewezen 641 millioen, voor spoor
wegbouw en leeningen aan spoorwegmaat
schappijen 162 millioen, te ramen 803 mil
lioen. Tot dekking voor deze uitgaven wer
den gebruiktheb boven vermelde batig
saldo van 107 millioen, de opbrengst van de
in 1904 gerealiseerd 5 pets. schatkistbiljetten
en de bons van de rijksrentekas tot een be
drag van 431 millioen, andere buitengewone
inkorsten bedragende 3 millioen en de
restanten van vroegere jaren bedragende 381
millioen, te zamen 922 millioen.
In het begin van het jaar 1905 bleven aan
i .ïje saldo's 119 millioen, waarbij de op
brengst van de 44 pets. leening niet meege
rekend is.
Petersburg, 15 April. (Petersburgsch tele-
graaf-agentschap). Op het verzoek van de
synode om een concilie bijeen te roepen, ten
einde de keuze van een patriarch en hervor
mingen in het kerkelijke bestuur te onder
nemen, plaatste de Keizer eigenhandig de
volgende aanteekening
Ik vind het onmogelijk in den tegen woor-
digen onrustigen tijd eene zoo groote zaait,
die rust en overweging eischt, te volbren
gen. Ik behoud mij voor, wanneer het daar
toe gunstige oogenbiik ia gekomen, naar het
<jude voorbeeld van de orthodoxe Keizers deze
groote zaak aan de orde te stellen en een
ooncilie van de oud-Russische kerk bijeen te
roepen tot kanonieko behandeling van de ge-
loofsaangelegenfaedeD en van 1 ot kerkbe
stuur.
De Petersburgsche correspondent van de
Echo de Paris meldt, dat de politie onder do
Blauwe brug, bij, het paleis van de Keizerin-
weduwe, waar zich ook de kanselarij van het
keizerlijke kabinet bevindt en waar het minis
ter-comité vergadert, een kist met dynamiet
gevonden heeft.
Petersburg, 15 April. Het Petersburgsche
Telegraafagentschap deelt mede, dat de Poe-
tilofwerken wegen? de voortdurend stijgende
eischen der arbeiders en de eigenmachtigheid
waarmee zij het werk staken, gesloten zijn
Petersburg, 15 April. Het Petersburgsche
f legraafagentschap verbetert zijn bericht van
gisteren betreffende eene staking van haven-
werklieden in dien zin, dat het niet betreft
werklieden aan de haven te Petersburg, maar
aan die te Libau.
Een jongmensch heeft een revolverschot
gelost op Oitsiewski,'commis-aris van politie
te Odessahii trof den aangevallene in de
borst. De dader is gevangen genomen, maar
wil zijn naam niet noemen.
Warschau, 16 April. Drie personen, die
hebben deelgenomen aan de onlusten in Ja
nuari, zijn door den krijgsraad ter dood ver
oordeeld.
Jekaterinenburg, 16 April. Naar Tsjelja-
binsk, waar sinds drie dagen troebelen voor
komen, zijn troepen afgezonden.
In Tsjeljabinsk plunderden soldaten van
het plaatselijk commando 16 huizen, en wer
den tegen de Joden gerichte strooibiljetten
verspreid. Dezen zoeken bescherming n de
huizen der Christenenvelen verlaten de
stad
Petersburg, 15 April. De gouverneur van
Bakoe verklaart het bericht; dat er te Bakoe
cholera is voorgekomen, voor onwaar.
Oa oorlog in Oaat-Azii.
Van dan oorlog rijn de volgende berichten
Petersburg, 16 April. (Russisch telegraaf
agentschap). Een telegram van generaal
Linewitsch aan den Keizer bericht, dat hij
de troepen van het rijfde en het zesde Siberi
sche korps, alsmede van het tiende en het
zeventiende legerkorps in hunne stellingen
heeft geïnspecteerd. Hij vond deze korpcon
en ook de pas uit Europa aangekomen troe
pen in uitstekenden toestand. Deze laatsten
leverden een prachtig gezicht.
Singapore, 15 April. De stoomboot
Marmora, van den Peninsular Oriental, is
den 3en vijf Russische linieschepen voorbij
gekomen, sturende naar straat Soenda op om
streeks 8 graden Z.B. en 92 graden O.L.
Hongkong, 15 April. Volgens een gerucht
is de Russische vloot gescheiden in twee af-
deelingen, een bi j de Anam bas-ei landen en
een bij Java.
De stoomboot Poona kwam hier gisteren
aan. Zij werd tusschen Saigon en Singapore
opgehouden en aangeroepen, maar kreeg la
ter vergunning om verder te gaan. Ér komen
vele kolenschepen aan van Durban en Cardiff,
43 Roman van
MORITZ VON REICFIENBACH.
Nanni stond met Matthes naast de twee
jonge mannen aan den wal en keek met haar
fonkelende oogen over de zonnige watervlak
te, waarop het overige gezelschap zich 'nog
in de bootjes bevond. Ze was zoo luchtig en
vroolijk van hart als een vogel, die, na lange
dagen van koude en wintervorst, weder voor
't eerst de wijd uitgespreide vleugels in het
warme zonlicht baadt.
iBastiaan was lang in Karlsruhe geweest.
Met hem had zij kunnen spreken over de
haar lief geworden stad. En de hemel lachte
zoo vroolijk en helder over het blauwe wa
ter, de avondlucht was zoo geurig, de gan-
sche wereld vertoonde ziah zoo prachtig in
haar lentedos dat Nanni meende nu over
alles te kunnen lachen, zelfs over dé hate
lijkheden van de meisjes, waai'aan ze zich
wel goëgerd had, ofschoon zonder dat to la
ten blijken.
In de stemming, waarin rij nu verkeerde,
viel 't niet moeilijk, haar aan 't lachen te
brengen, en zoo lachte ze dan ook ongedwon
gen over enkele opmerkingen der jongelui,
terwijl rij toezagen hoe de anderen uit de
bootjes kwamen en aan wal stapten.
•Stasi en Barbel liepen dicht langs hen
heen en Bastiaan sprak eerstgenoemde aan.
Hiji kreeg evenwel al even weinig antwoord
als Ignaats, die een poging deed cm Biarbel
staande te houden. Dé twee meisjes keken
een anderen kant uit en lieten haar vroegere
goede vrienden staan. Nanni, die juist in
voorover gebogen houding met Matthes had
staan praten en niets van de kleine scène
had opgemerkt, wilde zich bij de meisjes
aansluiten en liep ze achterop.
Daar bleven plotseling Stasi en Barbel
staan, terwijl de laatste, die zich niet langer
leheerschen kon, uitriep:
„Wou u met ons mee? Laat dat maar!
We weten nu wat wij aan u hebben en wil
len liever onder ons blijven
Nanni zette een paar groote oogen dp, en
zoo haar nog eenigen twijfel over de beteeke-
nis van Barbels, woorden mocht overgeble
ven zijn, dan werd d.e volkomen opgehe
ven door Stasi, want deze wendde rich
thans tot Ignaats, die haar gevolgd was, met
de woorden
„Laat me met rust! Wij zijn geen geleer
den en wij willen ook geen goevernantes
wardenWij hebben op geen kostschool ge
leerd, hoe men jonge mannen, die men nau
welijks kent, het test kan behagen, en hoe
men zich door hen heb hof kan laten mai-
kcu."
„Ja, en uitgelachen heb je ons ook, toen
wij in de boot stapten," ging Bartel, zich
meer en meer opwindend, voort. „We heb
ben het wel goed gezien, hoor, en we ver
kiezen ons niet door zoo iemand te laten uit
lachen
Nu was 't ook met Nanni s geduld gedaan.
„Ik heb niet om u gelachen, riep rij uit,
„en ik heb u ook niete in den weg gelegd
Maar als ge denkt, dat ik zoo dom ben dat
ik niets van al uiw hatelijkheden heb ge-
meiOrt, dan moet ik u zeggen, dat ge u ver
gist, Ik heb 'tmaar al te goed begrepen,
verstaat ge, en nu ge mij zoo zonder recht of
reden beleedigt, wil ik u ook de waarheid
zeggen Ja, 't is waar, we hooren niet meer
bijl elkander! Het, is Waar, dat gij onbe
schaafde, liefdelooze meisjes zijt en ge kunt
voor mijn part uw eigen weg gaan, zooals ik
'tvan dit oogenbiik af den mijne denk te
doen."
De meisjes standen een oogenbiik verbluft
doch ook maar een heel klein oogenbiik.
want reeds in 't volgend hadden de rappe
tongen scherpe woorden te kust en te beur,
Waarop alleen Matthes, die zich tegen rijn
zuster aandrong, met gebalde vuisten en
luide scheldnamen antwoordde.
Te vergeefs beproefden de jonge mannen,
die het evenmin met de rijke burgerdoch
ters, als met de aardige Nanni, die zij wer
kelijk verongelijkt vonden, te kwaad wilden
krijgen, den vrede te herstellen.
Nanni, die, toen zij eenmaal aan haar
drift had lucht gegeven, bet stilzwijgen had
bewaard, nam Matthes bij de hand en sloeg
alleen) met hem den weg naar het bosch in.
„Kom mee, we tebten met die mensahen
niets meer uit te staan," sprak zij, trotsch
het kopje in den nek werpend, en de tranen,
die haar in de oogen waren gekomen, met
geweld terug dringend, ,,'tls laag en laf,
om iemand zonder reden zoo te beleedigen
De' meisjes antwoordden ihet een sarrend
gé1 ach.
Vruchteloos kwamen nog twee, drie jon
gelui Nanni ter rijde en beproefden haar
van gedachten te doen veranderen, maar zij
wees die tuschenkomst met korte, bijna ruwe
woorden af, en zoo liet men haar eindelijk,
begrijpend) dat er niets meer aan te doen
was, maar stil begaan.
Met haastige schreden liep rij een heel
eind het beech in, zonder Matthes te ant
woorden, die, vreeselijk opgewonden door
het heftige tooneel, haar telkens met zijn 1
vragen lastig viel.
Aan den randl van een kleinen, met oude
eiken omgeven vijverbocht hield zij eindelijk
haar pas in, en het teruggedrongen gevoel
van verontwaardiging, van diep beleedig
den trots, eindelijk den vrijen loop latendi,
wierp zijl zich op 't moe, drukte de handen
tegen het gelaat en begon hartstochtelijk te
schreien.
„Nanni, Nanni," riep Matthes, zijn armen
om haar hals slaande, „wees toch niet zoo
bedroefdWacht maar, tot ik groot ben,
dan zal ik ze allemaal eens toonen, wat wij
zijn en wat jij bent!"
Hartelijk omhelsde ziji het kind.
„Ja, jij houdt van me, Matthes, jij houdt
van me," riep zij, en snel besloten veegde
rij haar tranen weg.
,,Ik wil niet meer schreien," vervolgde zij.
„Eens moest toch de bom losbarsten en nu
weten zij en ik moteen, wat wiji aan elkander
hebben."
„Nanni, liefste Nanni, wil ie weggaan, nu
ze je zoo boos hebben gemaakt, wil je weer
naar 't kostschool terug?" vroeg Matthes
angstig „O, toe, laat mij niet weer alleen,
neom mijliever mee, als je weggaatvleide
hij,, daar rij zweeg.
Zij zag den knaap in het zeer onthutste
gericht je en streek hem met de hand over
zijn voorhoofd.
„Wees bedaard, Matthes; zoo lang je mij
noodig hebb en, vader het hebben wil, blijf ik
bijjel"
Een dor takje kraakte achter hen onder den
voet van iemand, die daar toevallig over heen
liep. Gelijktijdig wendden Nanni en Matthes
het hoofd om en Nanni sprong hevig blozend,
onmiddolijk overeind, terwijl Matthes vroolijk
uitriep
„Daar komt mijfnheer Egbert! Diat's heer
lijk Maar ge hadt bier veel eerder moeten
zijn, dan had Nanni rich niet aoo boos ge
maakt en niet zoo lang geschreid."
Egbert reikte Nanni de band.
„Wat ia er gebeurd?" vroeg hiji. „Ik ben
een heel troepje van Zondag*-feestvierders op
den weg naar de restauratie tegengekomen en
heb zoo in 't voorbijgaan gehoord, dat gij al
leen in 't boscn waart, achtergebleven en dat
men niet bepaald vriendelijk over u 6prak,
Nanni
I „O, de meiden waren grof en leolijfk tegen
NanniZe mogen haar niet lijden, ornaat
Nanni honderdmaal mooier en verstandiger
is dan rij allen te zamen, en
j „Wees stil, Mattbes! Dat begrijp j© zoo
niet," viel Nanni in, en daarop zei ze een
beetje bodremmeld tot Egbert
1 „Wc heblten oneenigheid gehad, do an-
dere meisjes cn ik, en ik heb ronduit gezegd1,
dat wij niet meer bij elkander pasten en dat
1 ik alleen verkoos te blijven."
Wordt vervolgd.