3L\ 333. Eerste Blad. 3" Jaargang. Vrijdag 26 Mei 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. «SFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTEHTIÈN Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement Een» circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den Directeur van 's rijks directe "belastingen enz. te Amsterdam execu toir verklaard kohier No. 6 van de personeele belasting over het dienstjaar 1905/1906 aan den Ontvanger van 'sTijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den biji de wet bepaalden voet te voldoen. 'Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 25. Mei 1905. De Burgemeeester voornoemd, YVUUTEERS. Politiek Overzicht Bescherming van de mijnwerkers in Pruleen. Toen eenige maanden geleden aan de werk staking in het Westfaalsche steenkolen- district een einde kwam, is daarop van groo te n invloed geweest de toezegging, die door graaf Bülow zelf, als minister-president in Pruisen, werd gegeven, dat door indiening van een voorstel tot wijziging van de mijn wet aan eenige grietven van de mijnwerkers, waarvan de gegrondheid werd erkend, zou worden tegemoet gekomen. Aan deze toe- aegging is voldaan; het beloofde wetsont werp is ingediend bij den landdag en de behandeling in heit huis van afgevaardigden heeft de verschillende voorbereidende stadia doorloopen. Heden wordt het wetsontwerp in derdie lezing behandeld, waarbij voor de zen tak van de wetgevende maolit de beslis sing over aanneming of verwerping zal val len. De kans voor de aanneming schijnt niet bijzonder gunstig te staan. De meerderheid van het huis schijnt maar weinig te voelen voor den gedachtengang, die de regeer in g heeft geleid bij de samenstelling van dit wetsontwerp. Zij heeft het bij de beraadsla gingen in de commissie en bij de behande ling in de tweede lezing zoodanig veranderd, dat de oorspronkelijke vorm eir haast niet uit te 'herkennen is. Zooals het wetsontwerp daar nu ligt, is het voor de regeering be paald onaannemelijk, en het is de vraag of het bij de derde lezing gelukken zal er een vorm aau te geven, die het voor de regee ring weder aannemelijk zal maken en waar mee ook de meerderheid zich zal kunnen vereenigen. Een hoofdpunt van verschil wordt ge vormd door de werklieden-ooimmissiën, die heit wetsontwerp, zooals het oorspronkelijk luidde, wil instellen. De regeer"ng verlangt verplichte, permanente commissiën uit de bij eene mijn in dienst zijnde werklieden, die zullen voortkomen uit geheime verkiezingen, medewerken bij het bestuur van de onder steuningskassen en de inrichtingen van alge meen nut, gehoord worden bij regelingen omtrent de uitvoering van het werk en bij wijziging van de daaromtrent bestaande be palingen en die de bevoegdheid zullen heb ben, wemsdhen, bezwaren en voorstellen van het personeel ter kennis van den werkgever te brengen. De oommissie van de Kamer beeft aan deze oommissiën veel gesnoeid. Van de verkiezing bij geheime stemming wil zij niet weten. De bevoegdheid van de oom missiën wil zij beperken tot zaken, die het bedrijf en de omstandigheden waaronder het werk wordt verricht, betreffen. Zij wil ver ify*'1- der aan deze commissiën de verplichting ©p- 1 eggen, als geheel en door hunne individueelo leden er naar te streven, dat de goede ver standhouding onder het personeel en tus- schen het personeel en den werkgever niet wordt gestoord en dat inzonderheid verbre king van contracten en geweldplegingen vermeden worden. Speciaal wil zij aan de commissiën elke pol-'tieke werkzaamheid ver bieden en zij bedreigt hen wegens plichtsver zuim met ontbinding en met schorsing, die tot drie jaren toe zal kunnen duren. De Kamer is bij de tweede lezing niet tot een besluit kunnen komen hoe deze arbeiders- commissiën moeten worden georganiseerd zij heeft daarom alle voorstellen, die daarover waren gedaan, verworpen. Dat heeft dit voor deel, dat nu de gelegenheid bestond om tus schen de tweede en de derde lezing overleg te plegen om de verschillende tegenstrijdige meeningen tot elkaar te brengen. De offi cieus© Nordd. Allg. Zeitung heeft er op ge wezen, dat de hoop om tot een vergelijk te komen, voornamelijk hierop steunt, dat er bij de derde lezing eene meerderheid zal te vin den zijn, die genoegen neemt met de verkie zing der arbeiderscommssiën bij geheime stemming. Verder schijnt zij wel iets te ver wachten van den persoonlijken invloed van graaf Bülow. Die is bij de tweede lezing af wezig geweest, omdat hij deu Keizer op zijne reizen heeft moeten vergezellen. Maar bij de derde lezing, die aan de eindstemming voor afgaat. zal hij zelf de verdediging voeren van het wetsontwerp, waarmede hij eene door hem zelf gedane toezegging heeft ingelost. Slaagt graaf Bülow daarin niet en gelukt het hem niet in den landdag van Pruisen zijn wil door te zetten, dan blijft hem nog de uitweg over, om 'te beproeven als rijks kanselier eene regeling van de zaak bij rijks wet tot stand te brengen. Dit uitzicht wordt door de Deutsche Aibeitgeber-Zeitung ge bruiktals een schrikbeeld om de meerderheid van het huis van afgevaardigden tot toege vendheid jegens do regeering te verma nen. Zij schrijft..Komt. er in den landdag niets tot stand, dan hebben de ondernemers wel eene oogemblikkelijke overwinning be haald, doch slechts eene Pyrrhus-overwin ning, want zij zetten zich door deze overwin ning schrap itegen de regeering op eene wijze, die moeielijk is goed te maken, en dringen haar met geweld naar links. In het andere geval, bij de aanwezigheid van den ernstigen wil om zich te verstaan en bij bet slagen van de pogingen daartoe, waartoe trouwens de regeering ook het hare zou moeten bijdra gen, zou de moreele invloed op de regeering. die zich zeker niet- in een zeer benijdenswaar dige n toestand bevindt, allicht deze zijn, dait. voortaan, het zwaartepunt bij de beoordeeling en de behandeling van de arbeiderskwestic zich min of meer va.n het rijk naar Pruisen zou verolaatsen, hetgeen toch zeker de wenseli van alle werkgevers, diende te zijn. Te be vorderen. dat er thans in den landdag niets tot stand komt. zou zijn op kortzichtige en eigenzinnige, door en door onpolitieke wijze de mogelijkheid van eene blijvend gunstige positie voor de Duitsche werkgevers tegen over het revolutionaire opdringen van de pro. letariër&massa ten offer te brengen aan eene blootc schijn-overwinning." Duitschland. De Duitsche Keizerin wordt beschouwd als hersteld van haren val. Bulletins worden niet meer uitgegeven. In den Duitschen rijksdag, die in daze dagen bij uitzondering en nombe is, werd eergisteren het voorstel gedaan om voor Don derdag aan de orde te stellen eenige voor stellen, die uit den boezem van het huis zijn gedaan met betrekking tot de mijnwetgeving. Het voorstel ging uit van het centrum en werd door de linkerzijde gesteundhet had ten doel een debat over de bescherming der belangen van de mijnwerkers in den rijksdag uit te lokken aan den vooravond van de derde lezing van het wetsontwerp tot wijziging van de Pruisische mijnwetgeving, die op heden is bepaald. Men wilde trachten daardoor in vloed uit te oefenen op de eindstemming, die aan het slot van de derde lezing in het Prui sische huis van afgevaardigden over het wets ontwerp moet plaats hebben. Er stemden 143 voor en 37 tegen het voorstel, dat dus zou zijp aangenomen, als niet eeni aantal conser vatieve leden de zaal hadden verlaten eu daardoor hadden gezorgd, dat de vergadering onvoltallig werd. zoodat geen geldig besluit kon worden genomen. Frankrijk. Blijkens eene mededeeling uit Parijs, ver wacht men. dat de debatten over het wets ontwerp tot regeling van de scheiding van Kerk en Staat nog een paar weken zullen duren. Wanneer het wetsontwerp niet voor den lOen of Hen Juni bij den Senaat mocht komen, dan zou het niet neer mogelijk zijn het in den loop van de gewone z'tting in behandeling te nemen en zou het debat in h:t Luxembourg niet voor November kunnen beginnen, laar de Senaat waarschijnlijk ver anderingen zal brengen in den door de Ka mer vastgestelden tekst, zou het in dat ge val niet te voorzien zijn. dat do zaak vóór het einde van het jaar voor goed beslist zal zijn. Dan zou het jn werking treden van de wet uitstel ondergaan tot "a de algemecne verkiezingen in Mei 1906. Parijs, 20 Mei. Baron Alphonse Rothschild is heden morgen om zes uur overleden. Engeland. Bij de aankondiging door Sir Henry Camp bell Bannerman van een motie van afkeuring itegen de regeering, wegens hare houding in de fiscale kwestie, toen de heer Campbell Bannerman m mededeeling had gedaan van deze motie, stond eerst de oonservatieve afge vaardigde Hart-Dyke op. De oppositie gaf door kreten en rumoer te kennen, dat zij den minister zelf eerst wilde hooren. zoodat de heer Hart-Dyke groote moeite had om zich verstaanbaar te maken. Hii verzocht den» eer sten minister, indien deze de discussie over de motie van afkeuring aanvaardde, van. den leider der oppositie verontschuldigingen te edsohen voor de obstructie van den vorigen avond en de beleedigingen, die toen tot de leden der regeering gericht waren. Hierop volgde een groot rumoer, dat eerst bedaarde nadat de onder-voorzittter had verklaard, dat geen beleedigingen waren geuit en de heer Hart-Dyke zijn woorden had i.igetrokken. Daarna stond minister Balfour op om te verklaren, dat hij de discussie aanvaardde, mits de besprekingen op betamelijke en on partijdige wijze zouden worden gevoerd. Londen, 25 Mei. In antwoord op de vraag van den leider der oppositie Campbell Ban- nermann, wanneer gelegenheid zou worden gegeven voor debat over de voorgeleide mo tie van afkeuring, zeide minister Balfour, dat Bannerman in gebreke was gebleven, te ant woorden op de voorwaarde, die de minister hem den 23en Mei had gesteld. „Ik ben ver plicht er voor te waken, dat tooueelen, die ons vernederen, niet herhaald worden." (Toe juichingen. De oppositie roept: Zij hebben u vernederd). Campbell Bannerman verklaarde, dat Het incident van Maandag te wijten was aan de schuld van minister Balfour, die van de jtel- lige parlementaire gewoonte was afgeweken. Hij weigerde eenigen waarborg te geven Minister Balfour zeide, dat de regering zich voorstelde dezelfde gedragslijn ie volgen tegenover de motio van afkeuring als verle den Maandag. Nadat nog eenigen tijd met warmte was gedebatteerd, wees Campbell Bannerman er op, dat bij de beraadslaging over de motie van afkeuring de andere minis ters redelijkerwijze konden spreken voor Bal four. Er was dus geen reden, dat de leden den gebruikelijken weg zouden verlaten, ten zij de heer Balfour hiertoe aanleiding gaf. Minister Balfour verklaarde daarop, dat, nu de heer Bannerman, hoezeer in woorden die van zijn weerzin getuigden, den verlang den waarborg had gegeven, hij bereid was den aanstaanden Dinsdag voor de behandeling van de motie van afkeuring te bestemmen. Er heerschte groote opgewondenheid in de vergadering gedurende dit incident. Een zoo vinnige persoonlijke strijd tusschen den leider "ii de crpositie en den eersten minister i« haast zonder voorbeeld. ItallB. Rome, 25 Mei. In de Kamer diende de minister van posterijen en telegraphie Mo- relli Gualterotti een wetsontwerp in tot herziening van het posttarief. De Kamer beraadslaagde over het ont werp betreffende de financiecle maatregelen noodig met het oog op de liquidatie der spoorwegmaatschappijen en de staatsexploi tatie van spoorwegen. De minister van de schatkist Carcamo verklaarde, dat hij met voorzichtigheid gebruik wil maken van de hem toegestane middelen voor de aflossing der schuldbrieven van de spoorwegen, en zette uiteen hoe hij met de spoorwegmaat schappijen, met emissiehuizen en met de spaarbank die aan de regeering allen mogelijken steun verleenen de zaak ge regeld heeft. Na eene korte beraadslaging nam de Ka mer alle artikelen van het ontwerp aan. Hongarije. Graaf Andrassy verklaarde betreffende zijne audiëntie bij den Keizer, dat die niet tot een resultaat had geleid. Hij h^d den Keizer het oude programma van Ie opposi tie voorgelegd, m. r de Keizer had terstond verklaard „In de militaire kwestie doe ik geene concessiën.'' Andrassy zeide, dat hij er niets van kon zeggen, welken vorm do crisis nu zou aannemen. Hij had den Keizer alleen het programma van de oppositie moeten voor leggen de Keizer had dit programma niet aangenomen, en daarmede was zijne (Andras sy's) zonding volbracht. Aan de Frankf. Ztg. wordt uit Budapest bericht, dat het volkomen mislukken van de zending van graaf Andrassy in de kringen der oppositie eene terneerslaande uitwerking heeft gehad. De coalitie zal in ieder geval de verdere besluiten uit Weenen afwachten, voordat zij er toe besluit positie te kiezen. Men verwacht nu de benoeming van een cabinet d'affaires, dat den rijksdag, wan neer hij zich niet tot samenwerking gezind toont, tot het najaar zou verdagen. De leider van de oppositie, Kossuth, heeft een voorstel ingediend, dat ten doel heeft te besluiten tot de samenstelling van een zelf standig Hongaarsch tarief van invoerrechten, waarmee dus de bestaande toestand, waarbij Oostenrijk en Hongarije te zamen een tolge- bied vormen, zou ophouden. Rusltnd. Het minister-comité heeft bepaald, dat het Duitsch als onderwijstaal toegelaten wordt in de bijzondere middelbare scholen, in de Oost zee-provinciën. Om de rechten, aan het bezit van het eindexamen-diploma verbonden, te kunnen uitoefenen, moet echter een aanvul- lings-examen in het Russisch worden afge legd. Petersburg, 25 Mei. Onder voorzitterschap van den adjunct-minister van financiën Kutler zijn de beraadslagingen begonnen van eene commissie, die de kwestie van de in komstenbelasting moet behandelen. De com missie, die uit ambtenaren van het ministe rie van financiën en professoren bestaat, nam eenstemmig het besluit, dat de invoe ring van de inkomstenbelasting wenschelijfk en uitvoerbaar is als aanvulling van de be staande directe belastingen. Marokko. Fez, 25 Mei. Het Duitsche gezantschap woonde gisteren het Haodia-feest bij. Graaf Tattenbacli heeft laten weten, da/t Duitsche financiers gezind zouden zijn eene belangrijke leening tegen lage rente aan Marokko te verschaffen. Vereenlgde staten. De commissie voor de landverhuizing in de Vereenigde Staten heeft het plan opgevat, hefc binnenkomen van vreemdelingen nog meer te beperken door een belasting van 25 per hoofd te heffen en een maximum vaat' ite stel len voor het aantal landverhuizers dat binnen zeker tijdvak toegelaten wordt. Naar het schijnt is president Roosevelt reeds voor het denkbeeld gewonnen, en zal een wetsontwerp in dien geest aan het Congres voorgelegd worden. D« oorlog in Ooti-Azil. Van den oorlog rijn de volgende beriohtea Petersburg, 25 Mei. (Petersburgsch tele- graaf-ageutschap). Generaal Linewitsch meldt den Czaar in een telegram van gisteren: Dén 22en vielen onze afdeelingen het dorp Nautsjentze en de vijandelijke stellingen op den linkeroever van de Kaohe, ten zuideni van Sjandaohe aan. Na een hevig geweeis vuur werd Nautsjentze door de Japanners \er- laten, die ruim tien dooden en gewonden, hadden. Eene Russische afdeelrng viel vervolgens de Japanners aan in hunne stellingen ten zuiden van Sjandaohe. De Japanners werden, uit het voor de stellingen gelegen dorp ver dreven. De correspondent van de KöLn. Ztg. Beirut uit Heiloentsjing, dat het leger van Koeroki den opmarsch tegen Tasaloe, 60 K.M. ten noordoosten van Kaijuan, schijnt te rijn be gonnen. Ook rukt Japansche kavallerie op naar het noordoosten tegen Takata. Prins Chilkow, de Russische minister van openbare werken, die heeft te zorgen voor die spoorweggemeenschap met het verre oosten en daarvoor herhaaldelijk naar Mandsjoerije geweest, is, is thans van zijne laatste reis te P tersburg terug. Hij heeft, over zijne bevin dingen in Mandsjoerije, dat hij eec paar weken geleden verliet, eeuige mededeelingen gedaan aan den correspondent van de Mar tin. Gaston Leiroux. Hij zegt, dat de menschen in. Europa er 69 Roman van MORITZ VON REICHENBACII. 't Was tante Anna, die bij Mascha haar troost kwam zoeken en telkens haar oogen weer moest afdrogen met het kleine fijne zakdoekje, dat rij nu als een prop in de hand hield. D© prinses trad de goede ziel te gemoet. „Kom," zeide rij, zich naar de deur kee- rend. „Wilt ge weggaan, Mascha En die arme, ongelukkige rouw ligt in een zenuwtoeval!" „Dan zal het zeker 't verstandigst rijn, dat u hier blijft, tante Anna, en dat u doet wat er gedaan moet worden. Om den dokter heb ik al gestuurd." Tante Anna stond versteld van zooveel koelheid bijl zulk een gebeurtenis, maar de vrouw, die de prinses had laten roepen, scheen tante Anna's hulp noodig te hebben en wenkte haar, en zoo deed rij verder .geen moeite meer om Mascha terug te houden, die zich in de richting van 't heerenhuis al9 altijd met vasten tred verwijderde. Al viel er weinig of niets aan Masoha's uiterlijk te bespeuren, voor 'toogenblik was haar wilskracht gebroken. Wat zij thans vernomen had, was voor haar zelfkennis en haar gevoel van eigenwaarde van de groot ste beteckenis geweest. Waaraan zij op dit oogenblik behoefte ge voelde, was rust eu eenzaamheid. Voor ziah- zelve moe6t rij den rechten weg, dien rij had in te slaan, wedervinden. Alles kwam haar zoo verward, zoo onbegrijpelijk voor. Zij had zij begreep dat maar al te goed alleen te steunen op eigen kracht. En zij begon die kracht te wantrouwen, nu 'thaar geble ken wias, hoe haar keuze was gevallen op twee onwiaardigen, die zij geheel en al ver keerd had beoordeeld en die haar hadden bedrogen en bestolen. Haar geloof in ande ren, 't vertrouwen op zichzelf, haar door- richt in zaken, al die dingen, ze waren nu vernietigd met één slag. Mascha gevoelde zich hulpeloos. HOOFDSTUK XXVT. Nanni was tegelijkertijd vertoornd en be angstigd door het met zooveel beslistheid uitgesproken bevel der prinses om in de eikenlaan te blijven, en had. toen rij een maal op de bank was neergevallen, die zon derlinge vrouw met groote oogen nage staard. Maar toen rij eenigsrins was bekomen van den schrik, had haar drift weder de over hand gekregen, haar drift en haar veront waardiging. O zeker, het was verschrikkelijk wat daar in 't paöhtershuis moest gebeurd zijn, maar had rij zelve ook geen recht oin zich te be klagen? Had rij niet reeds lang vermoed, dat de verhouding, die tusschen Egbert en de prinses bestond, van geheel anderen aard was dan d© verhouding na een vluchtige ken nismaking en zoo had de prinses het toch laten voorkomen tusschen twee menschen van geheel verschillenden rang en stand? Had de zooeven verkregen zekerheid, dat de prinses brieven ontving van Egbert, Waar van zij, Nanni, hoegenaamd niets wist, haar niet in dat vermoeden bevestigd? Neen, neen, haar vermoeden was niet on gegrond, het kón dat niet zijn, als zij dacht aan 't eerste bezoek der prinses aan haar ge boortestad, als zij dacht aan Egbert's ver rukking. aan 't portret, dat hij van haar, van Nanni zou maken en dat onder 't werk was gaan gelijken op die blonde Poolsche dame Geen twijfel meer Egbert had haar we der gezien, de oude dweepzucht was opnieuw ontwaakt en haar had men opzettelijk van weerskanten dat alles verzwegen. Plotsejmg ging haar de gedachte door 't hoofd„Maar zoo nu eens Egbert liefde had opgevat voor de prinses, zonder dat zij die liefde had' beantwoord, want wat kon hij, de arme schilder, die zich nog. een weg door 't leven moest banen, voor haar, de al om gevierde prinses zijn?" Zij schudde het hoofd. Hoe de verhouding ook wezen mocht, zoo of zoo, voor haar was Egbert toch verlorenEn had zij t niet al lang opgemerkt, hoe hij te haren opzichte veranderd wias? Waren, vooral de laatste weken, zijn brieven niet telkens korter ge weest? Zij: drukte de koud geworden handen te gen het gloeiende voorhoofd. „O God, o God, als ik maar iets wist, als ik maar eenige zekerheid liadl" klaagde rij bijna met luide stem. Die rust. die eenzaam heid, die algeheele verlatenheid werd haar onverdraaglijk. Zijl stond op, om zich 't mocht dan al of met met het uitdrukkelijk bevel der prin ses in strrld rijn eveneens naar de pacht hoeve te begeven. Zij was geen kind meer en verkoos zich ook niet als zoodanig te la ten behandelen. Ratelend kwam een rijtuig haar achterop. Het rollen der wielen over het kiezelzand en de hoefslag der paarden klonken thans vlak achter haar. zoodat zij onwillekeurig op zijde ging en naar het rijtuig omzag. Met groote oogen keek zij op naar den open iv swagen en vooral naar den eenza men reiziger, die er in zat. Haar lippen be wogen zich, doch haar stem weigerde haar den dienst. Zij was onmachtig om luide den naam te noemen, die diep in haar hart Weerklonk en een storm van leed en geluk daarin deed ontwaken. Maar ook de jonge man in het rijtuig had van zijn kant naar haar omgezien. Ook hij had de slanke gestalte, die daar voor hem uit liep, herkend en met een jubelendeu kreet van blijdschap sprong hij, nog voor de wagen behoorlijk stil stond, op den grond en had in 't volgend oogenblik het sidde rende meisje vast en innig in zijn armen omkneld. „Nanni, lieve, lieve Nanni, ja, ja, ik ben het- wel Hij kuste haar mond, haar oogen en haar wangen, terwijil zij nog altijd als bezwijmd in zijini armen. lag. Eindelijk vond zij woorden. „Egbert gij rijft gij 't werkelijk kwam het zacht, over haar lippen. „Ja, natuurlijk ben ik het Kijk mij maar eens goed aan, als je 't. wog niet gelooven kuntEn zij heeft dus niets gezegd, niets ver raden? Maar waar is ze? Ze zou mij in 't park afwachten „Zij? Spreek je nu van de prinses?" „Ja, van wie anders? Vani mijn mooie, mijn lieve vriendin! O, lieve, je weet nog niet half maar nu ben ik hier, en ia 't met alle geheimzinnigheid gedaan, en jij zult mijn ver standige, lieve, kleine Nanni zijn o, ik ben zoo in mijn schik en verheug mij zoo ia 't we derzien 1" Djgt kwam hem alles als een stortvloed over de lippen, terwijl hij Nanni in> zijn armen hield omklemd eni zijn van vreugde stralende oogen aan het zoo lang gemiste gelaat van 't beminde meisje gekluisterd bleven. Maar Naniu zag die oogen niet, rij zag slechts Egbert 's hand, die over haar schouder lag en aan die hand fonkelde de sphinxring, dezelfde. dien de prinses van haar vader had gekocht, de ring, waarnaar zij zielve eens de prinses had gevraagd en waarvan deze toen eenvoudig had gezegd, dat zij hem. had weg- gegeveni, zonder meer. Toch was zij, geheel iu strijd met haar aard, op dat oogenblik zicht baar verlegen geweest, de prinses! Nanni herinnerde 't zich duidelijk, maakte rich met een beweging, die bijna van onge duld getuigde, uit Egbert's omhelzing los en wees naar den noodlottigen ring. „Waarom heb je mij nooit iets daarvan ge zegd V' vroeg rij, slechts met de grootste in spanning het beven barer stem eenigsrins be- heerschend. „Waarvan? Van' dien ring? Ja, zi© je, dat wta& eigenlijk erg dom en we hadden zeker veel beter gedaant met dadelijk alles eerlijk te bekennen, maar die historie kunnen wij iui laten rusten. We zullen nog tijd in over vloed hebbeni om heel ernst'g over al die din gen te redeneeren." Wordt oormlfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1