Maandag 29 Mei 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. EEN PRINSES. S". 326. 3de Jaargang AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden Toor Amersfoortf 1.25, Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels0.75. Elke regel meer- ü.15. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Bescherming van de mijnwerkers in Pruisen. Het is bij de derde lezing van het- door do Pruisische regeering ingediende wetsont werp tot wijziging van de mijnwet gelukt daaraan een vorm te geven, waardoor het zoowel voor de meerderheid van het huis van afgevaardigden als voor de regeering aanne melijk is geworden. Graaf Bülow heeft hier mede een nieuwe proeve van zijr diploma tiek talent afgelegdhet is hem gelukt al thans de belangrijkste bepalingen van het wetsontwerp, die door het resultaat van de tweede lezing ernstig werden bedreigd, te redden. Als ïesultaat van de onderhandelingen, die tusschen de regeering en de gemachtigden van de vrij-conservatieven, de nationaal-libe- ralen en het centrum, welke partijen samen de meerderheid van het huis uitmaken, zijn geyoerd. zijn bij de derde lezing eenige in grijpende veranderingen aangebracht in het wetsontwerp zooals bet uit de tweede lezing was voortgekomen. In de eerste plaats werd liet zoogenaamde „nullen" van wagens, waar in het in de mijn uitgehouwen materiaal naar boven wordt gebracht, verboden en daarmede eene bestendige oorzaak van bezwaren weg genomen. Verder is gehoor gegeven aan het verlangen van de mijnwerkers, dat bij iedere onderneming werklieden-commissiën zullen worden ingesteld, die de wenschen en be zwaren van bet personeel ter kennis van ue werkgevers zullen brengen. De meerderheid had in de tweede lezing de instelling van deze commissiën illusoir trachten te maken door de bepaling, dat zij bij openbare ver kiezing moesten worden samengesteld en zouden kunnen ontbonden worden, wanneer zij zicli in de politiek mochten begeven. De regeering heeft echter voet bij stuk gehou den, en daaraan is het te danken, dat het compromis-voorstel, dat is aangenomen, be paalt, dat de werklieden-commissiën bij ge heime stemming worden gekozen, terwijl het verbod van politieke werkzaamheid, dat door zijne onbestemdheid tot chicanes zonder eind had kunnen leiden, is geschrapt. Wel is de bepaling opgenomen, dat commissiën, die de hun bij de wet toegekende bevoegd heid overschrijden, kunnen worden ontbon den die ontbinding kan echter niet door de werkgevers, maar slechts door dc overheid uitgesproken worden. Geschrapt is de zoogenaamde sanitaire maximum-werkdag, die in het oorspronke lijke ontwerp voorkwam, waardoor de werk tijd ïd mijnen met hooge temperatuur be perkt werd. Intussohen hebben de compro mis-voorstellen althans de instelling van een saritairen adviseur bij alle mijnen gebracht en zijn ook bepalingen g maakt, die de over heid de verplichting opleggen zich meer dan tec dusver met den sanitairen toestand in do mijnen te bemoeien. De compromis-voorstellen zijn de vrucht geweest van langdurige overleggingeneerst op het laatste oogenblik, weinige minuten voordat bij in de zaal kwam, kon het resul taat daarvan ter kennis van graaf Bülow verden gebracht. De minister-president was ia de vergadering de eerste verdedig r van deze voorstellen, waarvoor hij, volgens zijne verklaring, kon opkomen omdat zij zoo niet wat den vorm dan toch wat den inhoud be treft, weergaven wat de regeering met hare wetsvoordracht had beoogd. Met bijzonde ren nadruk wees hij er op, dat de regeering bij de staking in Westfalen haar woord ge geven had om aan algemeen erkende grie ven tegemoet te komen, en dat het huis van afgevaardigden de regeering niet mocht be letten haar woord gestand te doen. Vruchteloos deed graaf Bülow zijn best ook de conservatieve partij te bewegen baar steur, te verleenen aan dezen maatregel. Do conservatieven bleven bij hun verzet volhar den als hun woordvoerder verklaarde graaf Limburg-Stirum, dat de staat zijn gezag on dermijnt, wanneer hij toegeeft aan door de werklieden gestelde eischen. Daar echter van do overige partijen ue groote meerderheid d?r leden zich voor det compromis-voorstellen verklaarde, kon het verzet van de conserva tieven de aanneming van het wetsontwerp niet beletten. Intussohen moet dit ontwerp, voordat zijn tot stand komen verzekerd is, nog de vuurproef doorstaan van de behande ling in het heerenhuis. Het blijft te bezien of de conservatieve meerderheid van dezen tak van den landdag van Pruisen aan de zaak nog moeielijkheden in den weg zal leg gen Da Zweedsch-Noorweegsche unie. Spoediger dan verwacht werd, is de beslis sing van den Koning van Zweden en Noor wegen over de door den Noorweegschen stor thing aangenomen wet tot instelling van een eigen consulaaren dienst voor Noorwegen ge vallen. Men dacht, dat de Koning zioh nog enkele dagen bedenktijd zou voorbehouden, en in verband daarmede besloot de storthing verleden Donderdag de behandeling van een voorstel om aan het ministerie op te dragen de Zweedsche regeering mede te deelen, dat de gemeenschappelijke consulairs dienst met l April 1906 zal ophouden, tot de volgende week te verdagen. Maar de Koning heeft geen bedenktijd ncodig geachteergisteren reeds heeft hij de verklaring afgelegd, dat hij wei gert de door den storthing eenstemmig aan genomen wet te bekrachtigen. Onverwacht is dit koninklijke veto den Noorwegers blijkbaar niet gekomen. Toen in het begin van de vorige week bericht werd, dat de Koning Vrijdag do regeert aak zelf weer zou aanvaarden, die hij tijdelijk aan zijn oudsten zoon had opgedragen, vroeg men zich met bezorgd'-v-ij af wat dit r oest be- teekenen. Morgenbladet schreef„Wij kun nen ons niet goed voorstellen, dat d^ oude Koning, wiens zoon hem geruimen tijd den last van de kroon heeft verlicht, nu plot seling tegen Noorwegen zou ingrijpen en daarmede in den avond van zijn leven eene misschien ongeneeslijke wond zou toebren gen aan ce betrekkingen tusschen Koning en volk. Maar even mooielijk is het te verkla ren, dat hij de eer der bekrachtiging van de consulaat-wet zou willen onttrekken aan hem, die de pijnlijke verantwoordelijkheid en last van de langdurige crisis heeft gedragen," Meu voelt uit deze woorden de bezorgd heid, dat de Koning slechts daarom de weder - aanvaarding van de regeering heeft verhaast oin zelf de beslissing in deze zaak te nemen. Ook het Noorweegsche ministerie heeft blijk baar het veto van den Koning zien aanko men. Dat bewijst het voorwaardelijke ver zoek om ontslag, dat het den Koning op den dag waarop de monarch weder zijne functiën op zich nam, heeft doen toekomen. Dit ver zoek is vervat in de volgende termen „Voor het geval dat Uwe Majesteit niet gezind mocht zijn in gunstigen zin te be schikken op het verzoek van de Noorweegsche regeering tot goedkeuring van de door den storthing aangenomen wet over den Noor- weegschen consulairen dienst, veroorloven wij ons onderdanig te verzoeken, dat wij terstond worden ontslagen van onze functiën als ledcn van den raad van Uwe Majesteit, omdat geen van ons een besluit wil contrasigneeren, dat wij als klaarblijkelijk nadeelig voor het rijk beschouwen. De afwijzing van het door de regeering eenstemmig gedane verzoek ten aanzien van de Noorweegsche wet, die door den storthing eenstemmig werd aan genomen cn waarvan het geheele Noorweeg sche bevolking de uitvoering verlangt, kan naar onze meening niet met het belang van Noot wegen gemotiveerd worden. Zij zou veel eer cen0 bedreiging van de souvereiniteit van het rijk in zich sluiten, ,en dc uitdrukking van een persoonlijk koninklijk gezag, dat in strijd is met de grondwet en met de consti tutioneel© praktijk." Tegelijk met de verkondiging van zijn veto tegen de consulaat-wet, heeft de Koning ver klaard, dat hij weigerde dit verzoek om ont slag aan te nemen. Wat er nu verder gebeu ren zal, is niet r^oht duidelijk. Dit alleen is volkomen duidelijk. dat "nip tusschen de beide Skand:navische rijken hiermede is blootgesteld aan eene nieuwe zware beproe ving. Zal zij haar kunnen doorstaan? Zweden. Stockholm, 28 Mei. In verband met de staking van de werklieden bij de straatrei niging, hadden Zondagnacht ongeregeldhe den plaats. De menigte wierp met steenen naar de politie en vernielde de lantaarns. De politie moest herhaaldelijk van de wa penen gebruik maiken. Om half drie des ochtends was de rust herstelddertig rust verstoorders werden in hechtenis genomen. De werklieden der gemeente-reiniging be sloten beden avond het werk te hervatten. Servifi. Belgrado, 28 Mei. Het hoofd van de onaf hankelijke radicalen Ljoebenxir Stejanowitsch is er in geslaagd een nieuw kabinet te stel les, waarvan hij voorzitter en minister van- binnenland che zaken is. Het kabinet zal overgaan tot ontbinding van de Skoepsjtina en tot nieuwe verkiezin gen. Rusland. Nachitsjewan, (gouv. Erivan), 27 Mei. In de gevechten van eergisteren zijn 22 Arme- irërs en twee Mohamedanen gedood. Vier personen zijn verbrand gevonden. Het aantal gewonden is onbekend. Sedert twee dagen is het hier rustig. In het dorp Dshabraoh is een Armeniër gedood. Siedlce, 27 Mei. Heden morgen waren in het bosch in de nabijheid der stad eenige honderden jonge Israëlieten bijeengekomen. Zij werden door troepen omsingeld en naar de gevangenis gebracht. Daarbij werden vijf tig personen gewond. van wie zeven zwaar. Turkije, Constantino pel, 27 Mei. Naar aanleiding van geruchten omtrent krijgstoerustingen in Bulgarije besloot, naar men zegt, Turkije, ondev voorwendsel van manoeuvres, de re servisten van twee legerkorpsen onder de wapens te roepen. Te Sofia komen aanhoudend berichten over misdaden van Grieksche landen tegen weer- Iooze Bulgaren. O. a. moet eene Grieksche vrijischaar in de buurt van Jenidsche Ward as t on Bulgaren aan elkaar gebonden en in den Wardas geworpen hebben, waar zij allen den dood "évondeh hebben. Oe oorlog in Ooot-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten Tokio, 27 Mei. Van regecringswege wordt bericht, dat in den namiddag van den 25. de Japansche cavallerie, de vijandelijke rui terij in noordoostelijke richting drijvende, Hsumientejeng, 18 mijlen ten noorden van Sjangtu, «heeft bezet. Petersburg, 27 Mei. Generaal Linewitsch bericht van gisterenDen 24en rukten de Japanners aan onze linkerflank van Ebrda- goc- uit op naar het westen in de richting van Bankhegoe. Onze vrijwillige jagers lok ten een vijandelijke compagnie in een hin derlaag en stelden door hun geweervuur op korten afstand meer dan dertig man buiten gevecht. De Japanners rukten niet verder op dan tot Bankhegoe. Petersburg, 28 Mei. Het Petersburgsche Telegraaf-agentschap bericht uit het hoofd kwartier van generaal Linewitsch onder dag- tcekening van gisteren „Tegenover de officieele Japansahe berich ten omtrent de tocht van generaal Mistsjen- ko, waarin berweerd wordt dat diens ruiterij Jpantsin te voet aanviel en na een gevecht van één uur tot- op grooten afstand naar het zuidwesten is teruggetrokken met achter lating van driehonderd dooden en gewonden, kan worden medegedeeld, dat volgens nauw keurige inlichtingen van den staf van ge neraal Linewitsch van 14 tot 23 Mei bij de afdeeling van Mistsjenko slechts één soldaat vermist werd. Alle dooden en gewonden, 37 iu getal, werden medegevoerd. „Het Japansche beriaht verzwijgt de Ja pansche verliezen. Den 20en Mei liet de af deeling van -liet 49e Japansche regiment, die uit de loopgraven verjaagd werd en op de vlucht sloeig, op eene plaats honderd gesneuvelden achter. Twee compagnieën van dit regiment werden door kozakken neer gesabeld een geheele compagnie en 10 offi cieren werden gevangen genomen. „Generaal Mistsjenko raamt de verliezen van den vijand op ten minste driehonderd gesneuvelde Japanners, ongerekend do ge vallen Tsoengoezen en de gekwetsten". Van 28 Mei seint Linewitsch „In de stellingen der beide legers is geen verandering gekomen. Den 25en Mei rukte de Japansche ruiterij te voet tot een aanval tegen Simiaotsjen en Sinloensjoean op, ter wijl eerstgenoemd dorp tevens door de rij dende artillerie werd beschoten, waarom onze voorposten van daar terugtrokken. „Te Sinloensjoean weTd de vijand door onze voorposten met krachtig vuur ontvan gen en gedwongen zich naar het zuiden terug te trekken. „De afdeeling van generaal Mistsjenko maakte bij den jongsten aanval een oorlogs kas buit, inhoudende 2760 yen." Saigon, 27 Mei. Volgens de berichten, c'.ie hier zijn aangebracht door ledig hier terug- keerende kolenschepen, is de vloot van Rod jestwensky den 24en ter hoogte van Sjanghai aangekomen. Zij zette haren tocht voort in de richting van de straat van Korea. Tokio, 27 Mn. des middags. Het gerucht gaat, dat de vloten van Togo en Rodjest wensky slaags zijin in de straat van Korea. 4.30 namiddags. Rodjestwensky is op de hoogte van Tsushima (midden in de straat van Korea). Tokio, 27 Mei. Men gelooft, dat de Oost- zee-vloot, na bij de Saddle-eilanden kolen te hebben ingenomen, moedig den steven heeft gewend naar Tsoeshima met het plan slag te leveren. Volgens een gerucht is de vloot de straat van Korea genaderd in twee divisiën. Men denkt, dat een deel van de Oostzee-vloot de bestemming heeft naar Wladiwostok door te stoomen, maar gelooft dat Togo voorne mens is de voornaamste slagschepen ernstig te havenen. Tokio, 27 Mei. Het eenige wat kan wor den geseind over de historische gebeurtenis sen van heden in de straat van Tsoeshima, bepaalt zich tot het feit, dat het hoofdeska der van admiraal Rodjestwensky in twee colonnes varende de slagschepen aaj stuurboord de kanonneerbooten cn krv-i- sers aan bakboordzijde in de straat van Korea is verschenen. Elke verdere inlichting wordt achter ge houden of wel de overseining wordt gewei gerd. Tsingtau, 28 Mei Chineesche dépêches melden, dat er oen groote zeeslag geleverd wordt bij Tsoeshima, in de straat van Korea. Sjanghai, 28 Mei. Vijf Russische pantser schepen, drie kruisers en zeven torpedojagers zijn gisteren gezien ter hoogte van Tsjoesjima. De Russische transportschepen storen zich niet aan China's verzoek om van Woesoeng te vortrekken. Tsjifoe, 28 Mei. De hoofdafdeeling van de Russische vloot is gisteren gezien, zich be gevende naar de straat tusschen Tsoeshima én de Japansche kust. Petersburg, 28 Mei. De correspondent van het Petersburgsche Telegraaf-agentschap seinde dringend uit Tsjifoe te 12 uur 40 min. hedennacht. Volgens particuliere berichten, door hot Japansche consulaat ontvangen, ontmoette het grootste deel van Rodjestwensky's eska der gisterenav id het Japansche eskader in de straat van Korea en geraakte daarmee Washington28 Mei. De Amerikaansci.e consul te Nagasaki inde aan iet staats- departementDe Japanners he1 ben een Rus sisch linieschip, vier andere Russische oorlogs schepen en een reparatieschip tot zinken ge bracht in de straat van Korea. Rome, 28 MeiDe Tribuna bericht uit Tientsin van half zes heden morgenlil der loop van den nacht is hier ber.cht ont vangen dat de Japanners eene belangrijke overw'nning hebben behaald. Vier Russische schepen ziiu tot zinken gebracht, verscheidene andere sonepen zijn beschadigd. Het Russi sche eskader kan als vernietigd beschouwd worden. Parijs, 28 Mei De Temps bericht uit Rome, dat het ministerie van marine een te legram uit Tsjifoe ontvangen heeft, berich tende dat de zeeslag heeft plaats gehad bij Tsoesima. De slag was noodlottig voor beide part ij en, die v o r- schrikkelijke verliezen hebben geleden. C een enkel schip is on beschadigd. Tokio. 28 Mei. Admiraal Rodjestwensky heeft den 21en Mei ter hoogte van Formosa een onbekend gebleven Amerikaansch scbip in den grond geboord. De opvarenden werden gered. 71 Roman van MORITZ VON REICHENBACH. Nanni zag de dame aan, zonder te begrij pen, wat zij meende. „Maar kindlief, wat zie je er uitZoo wit ala marmer en zoo betrokken, alsof de koorts je op 'tlijf was gevallen. H'er, ruik eens gauw aan mijn fleschje! Diep ophalen, kind, heel diep Nanni maakte een afwerende beweging, en daarbij overviel haar het gevoel van eigen zielsverdriet met zulk een overstelpende macht, dat zij de tot nu toe bedwongen tra nen niet langer kon inhouden en in een luid gesnik lorixarstte. „Maar Nanni, maar kindlief goede he mel, dat's waar ook, we zouden nog een ver rassing hebben maar schrei dan toch zoo niet, cm steenen harten te breken Stel ie voor, dat Egbert je zoo eens zag, en dat hij Met een haastige beweging wisohte Nanni haar tranen weg. „O, hij heeft mij al gezien," antwoordde zij vol bitterheid, „en u kunt hem ook zien, mevrouw, als u dat wilt. Ga maar naar de prinses, bij haar kunt u hem vinden! O, u was ook in het complot! Het is versdhrikke- lijk, schandelijk!" „VerschrikkelijkSchandelijk?'' herhaal de de goede tante Anna, één vei basing, daar zij er nu hoegenaamd niets meer van be greep. Óp eens eveniwel gng haar een licht op en wist zij ten naasten bij, waaraan Nan ni's tranen en harde uitdrukkingen moesten worden boegeschreven. „Daar hebben wij 't nu al!" riep ze uit. „Ik heb het Mascha al zoo dikwijls voorge houden! D'at komt nu van die ongelukkige geheimzinnigheidEm mijnheer Egbert is daarginds, bij de prinses, zeg je? Maar kind lief, maar mijn. lieve juffrouw Nanni, gebruik toch, wat ik je bidden mag. je verstand, dan zul je züf wel inr'on, dat liet heele complot, j zooals je 't noemt, alleem om je eigen, bestwil j bestond, „Mevrouw, mevrouw, kom toch spoedig, we 1 weten geen raad meer,'"' riep de opzichters- vrouw*, die men voor de hulp van mevrouw j von Lewüsky in 't pachtershuis had gehaald en die nu op haai* beurt mevrouw Von Hol- lede er bill kwam roepen. „Lieve hemel, wat ;s dat vandaag voor een I hui houden, alles komt zoo op eens! Ik kom j dadelijk, hoor, ik kom dadelijk1 Nanni, kindlief, luister nu eens ordentelijk Maar Nanni was reeds verdwenen, en zuch tend volgde tante Anima de opzichtersvrouw, die haar was komen roepen. O. zeker, zij was wel begaan met Nanni, wier teleurstell'ng zij zich kon voorstellen; maa", Nanni moest van daag wac'.teni tot tante Anna bij de werkelijk lijdende menschheid liaar plicht zou hebben vervuld. nni had zich naar haar kamer gespoed. In hartstochtelijke opgewondenheid viel zij op een sWl en liet aan. haar tranen don vrijen loop. Tante Anna. had het dus zelf bevestigdcr bestond een geheim tusschen de prinses en Egbert en een complot tegen haar! Had zij die bevestiging wel eens noodig gehad? Wan neer Egbert haar nog liefhad, zou hij| haar dan, toen zij wegliep, niet terstond gevolgd zijn? Maar hij had het zeker niet eens go- n erkt, hij had zijn prinses terug, wat bekom- meide hij zich dan nog 0111 haar? Zij was bier onnut, van geenerlei waarde. Geen menscli had haar lief of verheugde zich in haar bijzijinIn widen warrclloop gingen de gedachten haar door het hoofd. Daar viel haar oog op 't vel postpapier, dat zij voor haar brief aan Matthes had bestemd, maar waar op zij slechts enkele regels had kunnen schrij ven. O, waarom was zij nu niet bijl het kind, bij 't eenige wezen, dat naar haar verlangde en veel van haar hield? Al de wrok, dien zij tegen Egbert en de prinses had, ging eens klaps over in een hartstochtelijk verlangen naar het zieke broertje. „O, als ik vleugels had, als ik maar weg kon, wieg van hier, weg van hem, ver, ver weg Er werd aan de deur geklopt. Nanni sprong op. O, daar was hij, daar was Egbert, om haar to komen zeggen, dat al het andere een dwaling was geweest en dat hiji de prin ses .beminde haar hart klopte zoo gewel dig, dat zij niet in staat was „binnen" te roepen. De deur werd geopend en met den knop nog in de hand, vertoonde zich in de ope ning de haar welbekende gedaante van den jongen klerk voor de landelijke aangelegen heden. De lang-opgeschoten. half-boersche jongen, met zijn hoekige bewegingen en de meer of minder uitpuilende oogen, welker blik steeds met onverholen bewondering op haar gevestigd bleef, zoodra hij haar slechts in zijn gezichtskring omvatten kon, diezelfde jongen had de dames dikwijls stof tot vroolijkheid gegeven, en de prinses had Nan ni met de stomme vereering van haar „trou wen knaap Fridolin," gelijk zij 'tjonge mensch gedoopt had, meer dan eens ge plaagd. Bij iedere andere gelegenheid had Nanni zekér gelachen over die plotselinge verschij ning van den hoekigen klerk, maar thans zog zij hem met toorn en verbazing aan, en stond zij zelfs op 'tpunt, hem een paar harde woorden toe te voegen over zijn onge hoorde vermetelheid om zoo haar kamer bin nen te treden, toen de klerk met ecu vloed van verontschuldigingen haar verwijt voor kwam en daarbij zeide, dat de juffrouw on langs den wensen had te kennen gegeven om te worden ingelicht, zoodra er eene reisgele genheid naar R**~* was, omdat zij 'teen en ander uit de stad wilde laten halen. Nu was er vandaag toevallig zulk een gelegenheid, en daar iedereen door de droevige gebeur tenis op de pachthoeve als 't ware in beslag werd genomen, bad hij niemand gevonden, die de juffrouw de boodschap kon overbren gen en daarom, ziet u, daarom was hij; nu maar zelf gekomen. Met verwondering zag Nanni den altijd maar doorpratenden jongen man aan. Alsof zij vandaag nog aan haar commissies kon denken, vandaag, nu hart en ziel alleen ver vuld waren van het diepste leedgevoel! Toen de klerk had uitgepraat, maakte Nanni's stilzwijgen hem nog meer verlegen. „Er moet iemand van 't gerecht gehaald worden, om hier den stand van zaken op te nemen en enkele getuigen te hooren," her nam hij, „en over t'en minuten gaat het rijtuig weg. Zoo de juffrouw het een of an der heeft op te geven, moet zij 't mij maar zeggen, dan zal ik wel zorgen, dat de koet sier de boodschappen doet." Eensklaps schoot het Nanni te binnen, dat te R*** een spoorwegstation was en dat het eerste geld, hetwelk zij van de prinses bad ontvangen, nog onaangeroerd in baai- kast lag. En even snel als die gedachte bij haar was opgekomen, even snel had zij ook haar besluit, genomen. Een reisgelegenheid naar R***, op dit oogenblik! Dat was een wenk van het nood lot neen, ze modht die gelegenheid niet ongebruikt laten voorbijgaan. „Ik dank u. ik ik zal moe naar R**** rijden, en daar zelf mijn boodschappen doen," zeide zij haastig. „Hoe, zou de juffrouw werkelijk zelf „Ja, ja, dat 13 tbeste! Zeg aan den koet sier, dat hij op mij wacht. Ik kom Wel in 't koetshuis, hot is niet noodig, dat liij met het rijtuig hier voorkomt. Zeg ook maar aan niemand iete van mijn plannetje 't-be treft een verrassing voor de prinses bin nen een uur of vier ben ik weer goed en wel thuis, en vandaag bij die algemecne verwar ring zal men mij niet eens missen. Maar ga nu dadelijk den koetsier waarschuwen, nie mand anders, hoort ge'" „Heel goed, juffrouw, heel goed!" Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1