zeggen, dat ik er zeker van ben, dat dit
niet gebeuren zal. Het is veel beter nu da-
delirk te bouwen, dan wanneer de weg be
straat is.
Wat het beswaar van den lieer van E«-
veld betreft, moet ik opmerken, dat ik ook
liever een straat van 20 meter zie dan een
van 8 meter. Maar men moet rekening hou
den met wat dat kosten zou. Een bestrate
weg van 8 meter zal votdoonde zijn; de af
stand van gevel tot gevel zal toch reeds
12 meter zijn. De gemeente zal er baat bij
hebben, dat er een nieuwe weg koant, die
loont van den Appelweg tot den Leusder-
weg. Ecne grootere breodte dan 8 meter
kunnen wij aan de bouwondernemers niet
opleggen met het oog op de kosten.
•De heer van Esveld. Mijnheer de
Voorzitter, wanneer deze straat een ver
keersweg wordt tussohen de Ulreohtsche
zijde en den Leusder weg, dan is eene breed
te van acht meter zeker te smal.
De heer Gerritsen. Het reeds be
staande gedeelte van den weg is ook maar
acht meter.
De heer van Esveld. Dat weet ik niet.
De heer Gerritsen. Dat is wat an
ders. Maar de vereeniging Volkshuisvesting
lieeit- reeds een gedeelte van dezen weg
aangelegd op acht meter breedte. Voor het
verdere gedeelte van den weg kunnen wij
dus geen grootere breedte verlangen, omdat
wij dan den ongewensohten toestand zouden
krijgen, dat het eene gedeelte van de straat
eene andere breedte heeft dan het andere.
De beer van Esveld. Mijnheer de
Voorzitter, het schijnt, dat de heer Ger
ritsen van don toestand op de hoogte is.
Maar de vergadering is dat blijkbaar niet.
Daarom zou het verkeerd zijn do zaak uit
te maken, zonder dat er gelegenheid is ge
geven de zaak op de plaats te onderzoekeu.
De Voorzitter. Naar aanleiding van
de ^bezwaren, van den heer van Esveld,
breng ik in stemming de vraag of de behan
deling van de zaak spoedeiscliend zal wor
den verklaard. Dat zal eerst moeben worden
uitgemaakt.
Bij do stemming wordt het voorstel, om
de behandeling spoedeischend te verklaren,
aangenomen met 9 stemmen tegen 1, die
van den heer van Esveld.
De Voorzitter. Wil de heer van
EsrveLd eene meerdere breedte van de straat
voorstellen
De heer van Esveld. Mijuheer de
Voorzit ter, ik ben niet op de hoogte van de
zaak en zal mij; dus onthouden van het
3oen van eenig voorstel.
Woidt z. h. o. gunstig op het verzoek be
schikt.
Aan do orde is
1. Voorstel van. B. en W. tot onderhand-
eche verhuring van het gebouw aan de
Kampstraat (voormalige directeurswoning
der gasfabriek) iaau G. van Eist Hz.
Het ge/bouw, dat tot 1 Juli aan adressant
verhuurd is, zal hem na dien tijd in huur
gegeven /worden voor onbepaalden tijd, met
een wederzijdsahen opzeggingstermijn van
drie maanden en voor een huurprijs van
f 20 per maand.
Wordt b. h. o. conform besloten.
2. Voorstel van B. en W. tot wijziging
der verordening, regelende het pensionnee-
reu der gemeente-ambtenaren en bedienden
te Amersfoort, met adviezen.
Do wijzigingen hebben ten doel de ver
ordening in overeenstemming te brengen
met de uitbreiding, die het personeel der
gemeente heeft ondergaan, en met even-
tueele verdere uitbreiding, voor zoover dat
mogelijk is, rekening te houden.
De Voorzitter. Ik heb mede te dee-
len. dat- in den considerans een drukfout
is blijven staan. Voor den datum „1 Januari
1901" moet gelezen worden: „1 Januari
Z
1902."
De artikelen worden achtereenvolgens
z. k. o. voorloopig goedgekeurd, waarna het
voorstel met algemecne stemmen wordt
aangenomen.
3. Voorstel van B. en W. tot vaststelling
van een© -verordening betreffende den ver-
koot> van sterken drank op den openbaren
weg met advies.
Het voorstel strekt om, met gebruikma
king van die 'bij art. 11 van de drankwet
verleende bevoegdheid, het verstrekken door
.een -vergunninghouder van sterken drank
in het klein op den openbaren weg toe te
staan en de voorwaarden vast te stollen,
waaronder do verstrekking mag geschieden.
De heer Oosterveen. Mijnheer de voor
zitter, ik kan mij, niet vereenigen met de
bedoeling van dit voorstel, namelijk- Sterken
drank te verstrekken op den openbaren weg.
De vergunninghouder heeft het recht om
dranken, ook sterke dranken, te schenken, be
halve in zijn huis, ook in de aanhoorig
heden daarvan: de veranda, den tuin eaiz.
Dat recht ook nog uit te breiden tot den
openbaren weg, komt mij niet gewenscht
voor. Wanneer de vergunninghouder een ge
deelte van den openbaren weg in beslag
neemt laat hij daar dan andere dranken ver
strekken. Het is niet noodig, dat daar sterke
drank geschonken wordt. De vergunninghou
der kau van een verbod om sterken drank te
schenken op den openbaren weg, geen schade
hebben wie bij hem sterken drank bestelt,
is in de gelegenheid dien binnenshuis te ver
teren.
De argumenten, die door B'. eu W. worden
aangevoerd om den raad over te halen de
toestemming tot verkoop van sterken drank
op den openbaren weg te verleenen, kan ik
niet deelen. Het doel, waarmee men den
openbaren weg in dit geval in gebruik neemt,
is van do frissche lucht te genieten, uit het
warme lokaal naar buiten te komen, maar
niet sterken drank te drinken. Men kan mee-
nen, dat het. een eisch van maatschappelijk
verkeer is, dat er gelegenheid wordt gegeven
zitplaatsen op den openbaren weg te gebrui
ken, maar het is geen eiseb van maatschap
pelijk verkeer "daar sterken drank te gebrui
ken. Het is slechts een klein offer, dat aan
hen, die drank gebruiken, wordt opgelegd,
wanneer zij dat moeten doen in het lokaal
zelf of zijne aanhoorigheden en niet op den
openbaren weg.
B-. en W. zeggen, dat een-ej verordening,
zooals door hen is voorgesteld, niet in strijd
met de strekking van de wet is te achten.
Als men zegt, dat de verordening niet in
strijd is met de wet, dan kan ik daarmede
meegaan; m-aar met de strekking van de
wet is zij, naar mijne meeniug, wel in strijd.
Art. 11 van de drankwet zegt uitdrukkelijk,
dat het verstrekken van sterken drank op
den openbaren weg verboden is, en daarmede
geeft de wet de strekking aan, waarin men
moet gaan. De wetgever heeft geen absoluut
verbod gegeven en voor den raad de gelegen
heid open gelaten om voor mogelijke geval
len dat verbod op te heffen. Maar de wet
wil zeer zeker niet, dat door den raad te gauw
zal worden toegegrepen om van die gelegen
heid' gebruik te maken. Daarom ben ik ihet er
niet mede eens, dat dit voorstel met de strek
king van de drankwet niet in strijd is. Ik ben
ook niet van gevoelen, dat de raad van de
bevoegdheid, die -de wet hean beeft verleend,
gebruik moet maken. Omdat het openbaar
belang niet vordert, dat op den openbaren
weg sterke drank wordt verstrekt door den
vergunninghouder, en ook omdat ik dat niet
gewenscht acht, ben ik tegen dit voorstel.
De heer Gerritsen. Mijnheer de voor
zitter, ik ben het geheel eens met wat de
heer Oosterveen heeft gezegd over die strek
king van- de drankwet, in verband met het
door B. en W. ingediende voorstel. Het kan
noo't de bedoeling van den wetg ver geweest
zijn om een achterdeurtje open te houden,
waardoor het in art. 11 gegeven verbod kan
worden te niet gedaan. En daar geen belang
door dit verbod wordt geschaad, ben ik tegen
het door B. en W. ingediende voorstel.
De heer Heyligers. Mijnheer de voor
zatter, ik voel ook veel voor de argumenten
van den heer Oosterveen, maar mijne vrees is
juist, dat als wij de verstrekking van sterken
drank op den openbaren weg verbieden, wij
de gelegenheid open stellen, om te trachten
door een achterdeurtje aan dat verbod te ont
komen. Het is reeds voorgekomen, dat per
sonen, die buiten zaten, den bestelden ster
ken drank lieten plaatsen in de vensterbank
van bet lokaal. Om dergelijke kunstgrepen te
voorkomen, is de aanneming van dit voorstel
gewenscht. Om die reden zal ik er voor stem
men.
De Voorzitter. Da heer Oosterveen
meent, dat de voorgestelde verordening niet
overeenkomt met de bedoeling van de wet.
Maar artikel 11 geeft juist die bevoegdheid
van het in dat artikel bepaalde verbod af te
wijken. De Raad kan daartoe alzoo besluiten
zonder in strijd te komen met den geest der
wet. Nu meenen B. en W., dat het gewenscht
is den bestaanden toestand/ te bestendigen,
o-mdat het voor vreemdelingen aangenamer
is buiten te kunnen zitten, dan in een be
dompt lokaal en het ook als een hygiënische
eisch kan worden beschouwd, d-at to bevor
deren. De bedoeling van de wet wordt m. i.
alzoo niet aangetast, wanneer de vergunning
door den raad verleend wordt.
De heer Oosterveon. Mijnheer de
voorzitter, wat u zegt over de stoepen,
daarin heeft de wet voorzien; in art.
24 van de drankwet wordt gezegd, dat
de aanhoorigheden van een gebouw met
vergunning Werden gelijk gesteld met
het gebouw zelf voor heb schenken van
sterken drank. In do aanhoorigheden van
zulk een gebouw mag dus sterke drank ge
schonken worden. Maar de strekking van de
wet wordt aangegeven in art. 11, dat het
schenken op den openbaren weg verbiedt.
Een absoluut verbod is niet gegevende
mogelijkheid tot afwijking is gegeven daar,
waar de omstandigheden 't moeielijk maken
het verbod te handhaven. Maar in dit geval
geloof ik niet, dat wij het verbod moeten
opheffen. Zeker is dat niet in overeenstem
ming met de strekking van de drankwet.
Art. 1 wordt, op verzoek van den heer
Gei ritsen, in stemming gebracht. Het wordt
voorloopig goedgekeurd/ met 6 tegen 4 stem
men. Tegen stemden de heerenOosterveen,
van Voorst Vader, Gerritsen en Tromp van
Holst.
'D-o artt, 2, 3 en 4 worden z. h. o. voorloo
pig goedgekeurd.
De verordening wordt vastgesteld met 6
tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren:
Oosterveen, van Voorst Vader, Gerritsen en
Tromp van Holst.
4. Voorstel van B. en W. tot af- en over
schrijvingen op de begrooting van 1904.
Wordt z. li. o. conform besloten.
5. Voorstel van B. en W. tot wijziging der
begrooting van 1904.
Wordt z. b. o. conform besloten.
6. Voorstel van B. en W. tot wijziging
der begrooting van 1905 en tot betaling uit
het artikel „Onvoorziene uitgaven", dienst
1904.
Wordt z. h. o. conform 'besloten.
7. Voorstel van B. en W. tot- onbewoon
baarverklaring van het perceel Utrechtsche
straat no. 20 met adviezen.
3. Voorstel van B. ea W. tot onbewoon-
baarverklaring van de peroeelen in de St.
Agathastraat nos. 1 tot en met 19 (oneven
nummers) en 2, met adviezen.
9 Voorstel van B. en W. tot onbewoon
baarverklaring va-n het perceel aan den Hof
no. 32, met adviezen.
Op voorstel van den voorzitter wordt z. h.
o. 'besloten deze drie voorstellen tot onder-