351. Eerste Blad. 3" Jaargang. Zaterdag 24 juni 1905. BUITENLAND. FEUILLETON. Speelbal van Wind en Golven. FOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.35. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C®. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVEKTENTIËN: Van 15 regelsf 0.75. Elke regel meer- U.lö. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan roordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement, Eenu circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan bendie met S Juli a. s. op dit blad inteeEieisei?, worden de nummers die ge- I durende de maand Juni nog zullen verschijnenKOSTE LOOS toegezonden. Politiek Overzicht Ouitachland en Frankrijk. In het overleg tusschen de Fransche en Duitsche regeeringen over de M arokko-kwes- I tie is een stap vooruit gedaan. De regeering I van Frankrijk heeft aan den Duitschen ge zant te Parijs, prins Radolin, eene nota doen toekomen. Deze nota is opgesteld met de hulp van den heer Revoil, oud-gouverneur- generaal van Algiers eu gewezen gezant in I Marokko, tlie als deskundig raadsman den minister-president ter zijde staat. Zij laat zich niet met ja of nceu uit over het denk beeld van ceue internationale conferentie tot regeling van (je zaken van Marokko, maar geeft te kennen onder welke voorwaarden - zulk eené conferentie, naar de meening van de Fransche regeeriug, gerechtvaardigd zou zijn. Zij drukt den eerbied uit, dien Frankrijk heeft voor het beginsel van de open deur in Marokko en voor dat van de integriteit van dat land; zij wijst verder op de bijzondere rechten, die Frankrijk bezit door zijne over eenkomsten met Engeland en met Spanje, en op de noodzakelijkheid, die op Frankrijk is gelegd om een hervormingsplan uit te denken, dat den sultan in staat zal stellen zijn gezag te herstellen. In de toelichting, die de Temps geeft van de strekking van de nota, wordt gezegd, dat daarmede aan Duitschland gelegenheid is ge geven de Fransche plannen betreffende Ma rokko volledig te loeren kennen en te onder zoeken. Dat is van meer gewicht, dan de con ferentie zelve, want in de geheele Marokko- zaak bestaat slechts eene Fransch-Duitsohe moeielijkheid, anders niets; daarom is het logisch en nuttig deze het eerst door weder- zijdsche gedachten wisseling op te lossen. De regeering heeft-, zoo verklaart de Temps, door aan hare verklaringen den vorm van een ge schreven stuk te geven, het bewijs geleverd van hare oprechtheid en dat zij vertrouwen heeft in hare bewijsgronden. Aan den ande ren kant heeft zij, door het conferentievoor- stel niet principieel af te wijzen, hare ver- zoenlijkheid aan den dag gelegd. Er is met de indiening van deze nota oen vaste basis verkregen voor de Fransch-Duit- sche onderhandelingen. Uit den aard der zaak zal daarop moeten volgen eene Duitsche tegen-nota. waaruit men duidelijk zal kun nen opmaken wat de Duitsche regeering wil en welk doel zij nastreeft. Wanneer de be doeling bestaat om tot elkaar te komen, dan moet dat bevorderd worden doordat men pre cies weet wat men aan elkaar heeft en wat over en weer wordt verlangd. Met het oog daarop wordt aan de Daily News bericht, dat in het paleis Bourbon de algemeen© indruk bestaat, dat de onderhan delingen over Marokko bevredigend -vooruit gaan. Buiten de kringen der afgevaardigden schijnt men daarover andere te denken. Op de Parijsche beurs is de koers van de Frau- sche rente teruggeloopen op grond- van vrees voor buitenlandsche moeielijkheden. De re geering hoeft het noodig geacht daartegen te reageeronhet bew j,s daarvan levert eene nota van Ha va-?, die reeds onder de telegram men is vermeld, maar die men beter doet in haar geheel te lezen. Zij luidt „Le daling van een aantal papieren aan flc beurs heeft in het paleis Bourbon ver ba» ng gewekt, waar men zich afvroeg of zii ni t door den buitenlandsohen toestand ge motiveerd was. Met het oog hierop werd de minister-president Rouvier in <le wandelgan gen van de Kamer dooi- afgevaardigden on dervraagd. De heer Rouvier verklaarde daar op, dat de in omloop gebrachte pessimisti sche geruchten geheel ongegrond warende onderhandelingen tussöhen Frankrijk en Duitschland namen den normalen loop." De vrees voor buitenlandsche verwikkelin gen is "dus, naar het oordeel van het hoofd der regeering, ongegrond. Wanneer men ging onderzoeken, w'e die vrees propageeren, dan zou men waarschijnlijk terecht komen bij kringen, die niet afkeerig zijn van binnen- laiid&che verwikkeligen. Eene vingerwijzing in richting geeft eene politieke rede, die de outd-miirster van marine Eduard Lockrov te Bordeaux heeft gehouden. Hij aeide daarin „Wij moeten ons land van de angst genezen, van de gewoonte overal ge varen te zien. Op dit oogenblik is Frankrijk in een moeielijken toestand, maar men be hoeft daarom de zaken niet te overdrijven. Hoe is deze toestand kunnen ontstaan? Hoe het gebeurd, dat wij ons plotseling tegen over Duitsche eischen bevinden? Dat komt omdat wij eene regeeiring gehad hebben, die van den heer Combes, die zich om de bui tenlandsche politiek niet bekommerde. Zij hield z'ek alleen met de monniken bezig. Dat nam 'haar geheel in beslag. In de tegen woordige tweespalt met D'uitsdhland is Ma rokko slechts een voorwendsel geweest. De achtergrond is veel ernstiger. Duitschland voorziet sedert lang eene botsing met Enge land. Het zegt tot zich zelf, dat het dan in rlaats van één vijand twee zal hebben. Der halve wendt het zich tot ons: „Wees met ons of met Engeland." Onder deze omstan digheden had Frankrijk de rol van de groote kokette moeten spelen; het had aan de beide hofmakers beloften moeten doen, maar zich aan geen van beiden moeten overgeven. Maar de regeering van den 'heer Combes, die de oogen op een enkel doel had gericht, heeft het onweer niet gezien, dat zich aan de grens samentrok." De heer Lockroy is een van de ontevre den radicalen, wier hoofd de tegenwoordige voorzitter van de Kamer Doumer is. In zijne rede slaat hij den toon aan, die hem bet best za' kunnen dienen om zich bij de massa aan te bevelen als toeikomstig bewindsman. Hii wakkert de ontevredenheid aan, om die af te leiden op het hoofd van Combes en zijn beleid. Wanneer heden Duitschland dreigt dan is het omdat Combes kloosters heeft geslotenwanneer Frankrijk in Ma rokko eene politieke nederlaag lijdt, dan is de verdrijving van de monniken en de po litick in 'liet leger daarvan de schuld. De ontevreden radicalen vereenigen zich met de nationalisten, om het buitenlandsche gevaar als wapen te gebruiken in de hoop, dat dit in den binnenlaudschen strijd hun tot voor deel zal kunnen strekken. Frankrijk en Ouitachland. Parijs23 Juni. De Temps zegt, dat de nota van minister Rouvier aan prins Rode lt niet bevat eene opsomming van voor waarden re wil alleen de vergissingen uit den weg ruimen, die de grondslag waren van de eerste bezwaren van Duitschlandzij is niet imperatief gesteld en evenmin ontwij kend. Wat de conferentie betreft, stelt de nota vast, dat Frankrijk die niet in beginsel ver werpt, maar zij geeft te kennen, dat het, om de stemming tot rust te brengen, nuttig is, dat vooraf van gedachten wordt gewisseld. Eindelijk is de nota, als éene schriftelijke uitwerking van onze denkbeelden, bindend voor ons. Zij wijst niet in beginsel eene con ferentie af, die Berlijn als een© noodzakelijke oplossing beschouwt, en bewijst de eerlijkheid van de Franeche politiek in Marokko, den eerbied voor de rechten van de andere sta ten en toont voorts aan, dat het mogelijk zal zijn onze belangen in Marokko te verzoenen met die van Duitschland. Uit Berlijn wordt aan de Fraukf. Ztg. be richt, dat de onderhandelingen met Rouvier over de Marokko-kwestie nog eenigeu tijd zullen vorderen, in ieder geval meer tijd dan menigeen geloofd heeft toen de principieele geneigdheid van Frankrijk om op het. con- ferentievooretel in te gaan, bekend werd. De nota, die het Fransche standpunt in houdt, biedt geen voldoende grondslag om tot overeenstemming te komen. De voorrech ten waarop Frankrijk volgens deze nota in Marokko voor zich aanspraak maakt, zullen niet allen door Duitschland erkend worden, en op grond van de houding van den sultan moet men aannemen, dat hij ze ook niet alle erkent. Dat sluit echter niet uit, dat men in den verderen loop der onderhande lingen het eens zal kunnen worden. Italië. Be Echo de Paris verneemt uit Rome dat do Paus tijdelijk uit het Vatikaan zou gaan naar Cast-el Gandolfo, daar de doktere hem verandering van luaht hebben aanbevolen. Spanje. Madrid, 23 Juni. De Koning bekrachtig de de reeds opgegeven lijst van nieuwe mi nisters met Roman als minister van buiten landsche zaken. Omtrent de voornemens van liet liberale kabinet, dat als opvolger fan Villaverde het bewind heeft aanvaard, wordt bericht, dat de cortes niet weer bijeen zullen komen, maar spoedig ontbonden zullen worden. De verkiezingen voor de nieuwe cortes zullen in September gehouden worden en de nieqwe vertegenwoordiging zal in October bijeenge roepen worden, opdat nadat zij is geconsti tueerd en de troonrede is beantwoord, de machtiging verkregen zal kunnen worden om de loopende begrooting te verleugen ge durende de drie eerste maanden van 1906. De Madridsche bladen wijzen allen op de groote bezwaren, die de liberalen zullen heb ben te overwinnen, eu spreken de hoop uit, dat de samenwerking tusschen de verschil lende groepen van liberalen van duur moge zijn. Oostenrijk. Minister-president Gautsch heeft in den rijksraad eene verklaring afgelegd omtrent de aan de orde zijnde politieke strijdvragen. Hij begon met te constateeren, dat de regee riug nog steeds staat op het standpunt van het vergelijk van 1867 en tegenover Hon garije met den meesten nadruk voor de be langen van Oostenrijk zal weiten op te ko men- Hij verklaarde dat het volstrekt onmo gelijk is, dat zich in deze zaak een incident kan voordoen, waarop Oostenrijk niet voor bereid is. De regeeriug rekent op de mede werking van het parlement en de pers in deze zaken. Overgaande tot den toestand in Bohemen, wijst minister Gautsch op het gebrek aan Duitsche ambtenareu en legt hij er den na druk op, dat de regeering zich laat leiden doQr de overweging, dat een blijvende rege ling van de taalquaeatie slechts langs den wetgevenden weg te verkrijgen is. Als hij den tijd daartoe gekomen acht, zal hij eerst voor Bohemen on dan voor Moravië voorstel len indienen tot regeling van do taalquacstie, voorstellen, dlie gebaseerd zullen zijn op rechtsgelijkheid en die ook aan do Czechische ambtstaai de noodige aandacht zullen wijden. In zake do universiteits-quaestie zegt de minister, dat hij in het najaar een crediet van 25 millioen kronen zal aanvragen ter regeling van deze zaak. De regeering is vast besloten nog in dit zittingsjaar ontwerpen in te dienen over de inrichting van eene Duitsche en eene Czochische universiteit. Zij hoopt dat bij toenemende eensgezindheid tusschen beide volke» men tot overeenstem ming zal kunnen geraken over de plaats van vestigingmocht dit echter niet het ge val zijn, dan zal de regeering zelf voorstel len doen, maar daarbij zorg dragen, dat de hoogescholen niet worden misbruikt om de onecnigbeid tusschen de volken aan te wak keren. Rusland. Grootvorst Nicolaas Nicolajcwitsch, de in specteur-generaal van de cavallerie, is tot voorzitter van den raad voor de landsverde diging benoemd. Hij blijft gehandhaafd in zijne functie van adjudant-generaal van den Keizer. Generaal prins Lode wijk Napoleon Bona parte is door de Russische regeering naar Eriv.an gezonden, om den opstand in den Kaukasus te dempen. Petersburg, 23 Juni. De censuur heeft de bladen verboden verder de rede van den Kei zer aan de deputatie van zemstwo's te bespre ken. Als reden wordt aangevoerd, dat som mige bladen, ofschoon rij n;et de geringste aanwijzing bevatten van de mogelijkheid eener wijziging van de fundamenteele staats wetten, toch in dien zin hebben uitgelegd, dat het bijeenroepen van eene volksvertegen woordiging op de im de constituitioneele staten van West-Europa bestaande grondslagen voor de deur zou staan. De berichten uit Twes en Moskou gewa gen van den blijden indruk, dien de woorden :yan den Czaar aan de deputatie van de eemstwo's hebben gemaakt. Vertegenwoor digers van de organen van zelfbestuur zul len zoo spoedig mogelijk' weer te Moskou bijeenkomen. Een buxgemeesterscongres zal den 28en Juni plaats hebbenden len Juli za1 er eene vergadering van vertegen- wooroigers van zemstwo's gehouden worden en den 3en Juli een oongres van adelsmaar- schaiken. De beraadslagingen van de Moskousche duma over de grondslagen Van de regeling der volksvertegenwoordiging zullen, op be vel van den prefect, met gesloten deuren moeten plaats hebben. Uit Warschau bericht de Vossische Ztg., dat de strijd tegen de politie voortduurt. Er verloopt bijna geen dag, waarop niet politie-beaimbten gedood of gewond worden. Twee oeer recente gevallen noemt de cor respondent daarvan op; in beide gevallen, waarin de menschen werden gedood, zijn de daders ontkomen. In eene aanschrijving van den gouver neur-generaal worden <!e staatsambtenaren uitgei.oodigd „voor het geval dat de staat *van beleg wordt uitgesproken over liet district Warschau en zij de leden van 'hun gezin vrouwen en kinderen zoolang de staat van beleg duurt, uit. Warschau mochten willen verwijderen, tijdig opgave te doen van het aantal daarvoor benoodigde spoorwegbiljetten in de kanselarij van den gouverneur-generaal. Deae biljetten zullen hun dan kosteloos worden verstrekt voor alle Russisdho spoorwegen, uitgeconderd de Warschau-Weener spoorweg. Lodz, 23 Juni. Het kwam bier lieden tor straatgevechten; er werien barrikaden opg richt, die door de troepen stormenderliau.l werden genomen50 personen werden gi dood, 200 gewond. Er heersoht eene alge meene werkstaking. De stad zal m staat va.i beleg worden verklaard. Marokko. Fez, 2Jf Juni. De vergadering van den raad van notabelen heeft gisteren goedge keurd het voorstel van den 9u!tau van Ma rokko tot het bouwen van een haven en een telegraafstation, bij den post Boysaida, dicht bi; de ALgarijnsche grens. Het werk zal, ten büliueve van do Marokkaansche regeeriug uitgevoerd worden door een Duitsöhe firma. Canada. Londen, 24 Juni. Dj Times bericht, dat de regeering te Ottawa een contract gedu rende tien jaren heeft aangegaan met dv North Atlantic Trading Company te Am sterdam, ten behoeve van een landverhui zingswerk op groote schaal uit Nederland. Denemarken, Zweden, Rusland, Finland, Duitschland, Oostenrijk, Hongarije, Luxem burg eu Zwitserland. De regeeriug zal aan de maatschappij eene premie van een ponu sterling betalen voor iedere man, vrouw en kind van den landbouwendenstand, en ieder- dienstliode boven 18 jaar, komende van d< genoemde landen. Venezuela. Washington, 23 Juni. Er is officieel be richt ontvangen, dat president Castro bij be sluit van 22 Mei een l>elastingkantoor heefi gevestigd te Carenoio, 75 mijlen noord-ooste lijk van La Guayra. Dit verwekt groote be langstelling met het oog op het feit, dat daardoor de opbrengst van de belastingen te La Guayra, die verbonden is voor de beta ling van de natiën, welke schuldei3chere zijn van Venezuela, zal verminderen. Er zijn nog zeven andere nieuwe belastingkantoren te Venezuela gevestigd binnen enkele maanden De oorlog in Oost-Azië. Van den oorlog zijn de volgende berichten De correspondent van de Daily Telegraph In het Japansehe hoofdkwartier seint van den 20en JuniHet tijdstip voor een groolen veldslag is gekomen. De pogingen van, de Rus sen nm liet Ja panische leger te splitsen en d«- offensieve bewegingen van de Japanners heb ben niet den minsten invloed uitgeoefend op het operatieplan van Oyama, Hot Japansche front hield den 16en Juni de gewichtigste stellingen bezet, die noodig zijn voor het sla gen van een algemeenen veldslag. De Russen zijn na een eendaagsohcii strijd in een bekia- 5 KOIUN VAX ANNA WAHLKNBKRG. „Het erge van de zaak was dat ik... dat ik hem lief had Die bekentenis werd' gedaan, met eene zoo diepe, hopelooze droefheid, dat Ruth, die anders niet licht ontroerd werd, behoefte ga- voelde dit. arme verlaten schepseltje te troos ten en te helpen. Daar zij niet gewoon was teerhartig te zijn, was zij eenigszins met haar figuur verlegen. Zachtkens legde zij haar arm om de schouders der andere en fluister de nog eens: „Arm stakkertje!" Maar Ada scheen hiervan niets te merken, zoo vervuld was zij vaiT haar eigen gedach ten q „Ik kon het niet helpen," vervolgde zij, nog altijd voor rich uitstarende. „Hij was zoo, dat men wel veel van hem moest hou den. Kent. u hem nietf" „Jawel. Wij hebben elkander een paar keeren ontmoet." „O dan zult u mij begrijpenIs hij niet. anders dan allen in zijne omgeving? Kan men hot hem niet. op den eersten blik aanzien dat hij goed en groot is? Ik weet liet maar al te goed, dat ik niet waard beu door hein in godachteii to worden gehouden. Eu toch.. Ik kon niet anders zijn... Ik was zoo blijde als ik zi:tn stem maar hoorde. Als hij de kamer fn kwam, werd die in mijne oogen lichter. En als hij weg was, kwamen ai zijne woorden mij weder voor den geest eu spraken tot mij. Ik leefde als in een droom." Ruth wist niet wat zij hier op zeggen kon, maar er werd blijkbaar geen instemmend woord verwacht. Bij zich zelf herhaalde Ruth die vragen. Was hij werkelijk zulk een buitengewoon man, hij, dien Ada zoo vurig beminde? Op haar had hij weinig indruk ge maakt. In hare oogen was hij een aangenaam jongmensch met een knap uiterlijk; een aar dige prater meer niet. Had die kleine beter gezien? Of was het hare liefde die hem zoo belangrijk eu schoon deed worden? Maar deze wierp ook een edeler glans cip haar ge laat. Wat was het lief, op deze wijze onbaat zuchtig te beminnen zon dei" hoop, zonder aan toekomst of geluk te denkenKon er wel eeno reinere, edeler liefde bestaan Ruth's hart werd innig bewogen. Zij stond nu tegenover iets plechtigs en geheimzinnigs, van welks aanwezigheid in het menschelijk gemoed zij wel een vermoeden had gekoes terd maar nimmer had zij dit vau zoo na- biji leeren kennen. Het was dan ook met een eerbiedige bewondering, dat haar blik geves tigd werd op het donkere hoofd, met. die groote. door tranen schitterende oogen, <jie onafgewend in de verte staarden, als zoekend naar een onbekend geluk. „Maar het moet wel een misdaad geweest zijn, van iemand zoo heel veel te houden." Hare lippen bewogen zich bijna niet, tnaar iiare oogen waren des te welsprekender. „Neen, o neenfluisterde Ruth„dat. is heb zeker niet 1" „Voor mij toch wel. Zij hebben het ge zien ik weet dat ik het niet verbergen kon, en daarom moet ik weg. Het is zijn schuld niet. Hij heeft nooit- iets gezegd of gedaan. Hij denkt natuurlijk nooit aan mij. Maar ik moet altijd, altijd aan hem- denken; en dat zal ik ook altijd bljjven doen, mijn leven lang." Zij zweeg. Wat- kon Ruth hierop zeggen? Zijl had nog nooit- zulk een bekentenis ge hoord en zelf ook nimmer haar vertrouwen zoo volkomen aan iemand geschonken. Toch sloot haar arm zich onwillekeurig vaster om de schouders van het jonge meisje Zij moest hieruit verstaan hoe Ruth met en voor haar gevoelde, al kon zij dit niet mot woorden uitspreken. „Hoe is uw naam?" vroeg zij ten laatste. De donkere oogen zagen haar verbaasd aan. Die vraag kwam zoo onverwacht en paste volstrekt niet hij het zoo even bespro ken onderwerp. En rij wist immers „Uw doopnaam," voegde Ruth er bij. „Ada." „En ik heet Ruth. Zouden wij elkaar maar niet bij' den naam noemen?" De kleine zag haar even zwijgend' aan. Toen trok rij de hand die Rutin haar toege stoken had, nader, en drukte die afwisselend tegen hare wang en tegen hare lippen. „Hoe lief van u," fluisterde rij. „Toe, zeg het hardop, zoodat ik het hooren kan. Het is zeer, zeer lang geleden, dat iemand mij bij mijn naam heeft- genoemd." „Ada! Lieve Ada!" „RuthWelk een prachtige naamZoo echt, echt mooiNog eens drukte zij een kus op de hand van Ruth en toen vlijde zij zich heel dicht tegen haar aan, alsof zij het. w'lde voelen hoe heerlijk het was, te worden omhelsd. Ruth had dezelfde gewaarwording van toen zij nog een kind was en een klein, door de koude verstijfd, vogeltje tusschen hare handen gehouden had, in de hoop het beest je te verwarmen. HOOFDSTUK H. Hoe langzaam gingen die morgenuren om Ada had zooals gewoolijk. in de huishou ding geholpen en ook nog het. een en ander daarboven. Zij had de verschillende brood bakjes voorzien, vleeschballetjes gemaakt en het roostertje nog, eens extra geschuurd voor het ontbijt. Maar anders was de tijd niet om te krijgen. Nadat zij in den tuin frissche bloemen geplukt en deze in de verschillende vazen geschikt had, was het eindelijk negen uur geworden. Nu zou er ontbeten worden en nu zou haar nieuw vriendinnetje binnen komen. Telkens als zij wakker werd, had rij vannacht aan haar moeten denken. Hoe zou Ruth nu tegen haar zijn? Zou zij haar in het bijzijn der anderen erkennen? De twijfel hieromtrent had de morgenuren voor Ada zoo akelig lang gemaakt. Zou rij heusch hare vriendin willen zijn tegenover de geüeele wereld? Of zou zij alleen haar vriendin zijjn als zij elkaar in de gang tegen kwamen of geheel achter in den tuin? Het zou toch zoo heel vreemd niet zijn als Ruth zich terughield en haar niet als gelijke be jegende,» wanneer die andoren er bij waren, die haar nu reeds een langon tijd in huis hadden gehad en die toch geen anderen toon tegen haar voerden dan dien tegen eene loontrekkende, reeds uit hare betrekking ontslagen vreemde, tegenover wie van een meer vertrouwelijk en omgaug nooit sprake zou kunnen zijn Telkens als zij moon de een geluid te hoo- reu zag rij om. Maar de verwachte vierd. persoon aan de ontbijttafel liet nog op zich wachten, hoewel de beide oude dames al sedert een poos binnen ware-n. Zijl hadden haar borduurwerk opgenomen en praatten over dit en dat. daarbij ook gedurig naar de deur zieude. Zij konden ook niet begrijpen waarom Ruth nog niet kwam. Ten laatsti vatte iemand de knop van do deur en het niohtje kwam binnen, blozend en mooi, en in de hand hield rij een brief dien zij na da eerste morgengroeten tusschen dc tantes legde, met verzoek dien voor haar naar do bus te willen laten brengen. „Ik heb naai vader geschreven," zeide zij. O, neem u t niet kwalijk, ik vrees dat ik u heb laten wachten." Nog had ziji de juffrouw geen goeden, mei gen gcwenscht, maar thans ging zij naar haar toe, en de kleine bogon te beven en zag niet op van haar werk om brood te snij den, toen zij haar vriendin hoorde kome.i- Goeden morgen, Ada!" zeide een helder.-, vriendelijke stem vlak bij haar, en toen zij opzag ontmoette zij een paar vroolijike oogen en eene warme hand, die de hare drukt „Ben je niet moe van gisteravond Wij hel) ben eigenlijk veel te laat buiten gezeten. Zij had haar Ada genoemd', zoo dat de andf ren liet haddeut kunnen hoorenZij had ook een^ toespeling gemaakt op gisterenavond Wat Ada tot antwoord prevelde wist rij z< I - niet. Zij was gelukkig en. trotsch, en togelijl zag zij met een angstig onderzoe-kendlen bl i naar de oude dames. Hoe zouden deze d vrieudschappelijken t£n opnemen? Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1905 | | pagina 1