351. Eerste Blad.
3" Jaargang.
Zaterdag 24 juni 1905.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Speelbal van Wind en Golven.
FOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.35.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C®.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVEKTENTIËN:
Van 15 regelsf 0.75.
Elke regel meer- U.lö.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan roordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement, Eenu
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan bendie met S Juli
a. s. op dit blad inteeEieisei?,
worden de nummers die ge-
I durende de maand Juni nog
zullen verschijnenKOSTE
LOOS toegezonden.
Politiek Overzicht
Ouitachland en Frankrijk.
In het overleg tusschen de Fransche en
Duitsche regeeringen over de M arokko-kwes-
I tie is een stap vooruit gedaan. De regeering
I van Frankrijk heeft aan den Duitschen ge
zant te Parijs, prins Radolin, eene nota doen
toekomen. Deze nota is opgesteld met de
hulp van den heer Revoil, oud-gouverneur-
generaal van Algiers eu gewezen gezant in
I Marokko, tlie als deskundig raadsman den
minister-president ter zijde staat. Zij laat
zich niet met ja of nceu uit over het denk
beeld van ceue internationale conferentie tot
regeling van (je zaken van Marokko, maar
geeft te kennen onder welke voorwaarden
- zulk eené conferentie, naar de meening van
de Fransche regeeriug, gerechtvaardigd zou
zijn. Zij drukt den eerbied uit, dien Frankrijk
heeft voor het beginsel van de open deur in
Marokko en voor dat van de integriteit van
dat land; zij wijst verder op de bijzondere
rechten, die Frankrijk bezit door zijne over
eenkomsten met Engeland en met Spanje,
en op de noodzakelijkheid, die op Frankrijk
is gelegd om een hervormingsplan uit te
denken, dat den sultan in staat zal stellen
zijn gezag te herstellen.
In de toelichting, die de Temps geeft van
de strekking van de nota, wordt gezegd, dat
daarmede aan Duitschland gelegenheid is ge
geven de Fransche plannen betreffende Ma
rokko volledig te loeren kennen en te onder
zoeken. Dat is van meer gewicht, dan de con
ferentie zelve, want in de geheele Marokko-
zaak bestaat slechts eene Fransch-Duitsohe
moeielijkheid, anders niets; daarom is het
logisch en nuttig deze het eerst door weder-
zijdsche gedachten wisseling op te lossen. De
regeering heeft-, zoo verklaart de Temps, door
aan hare verklaringen den vorm van een ge
schreven stuk te geven, het bewijs geleverd
van hare oprechtheid en dat zij vertrouwen
heeft in hare bewijsgronden. Aan den ande
ren kant heeft zij, door het conferentievoor-
stel niet principieel af te wijzen, hare ver-
zoenlijkheid aan den dag gelegd.
Er is met de indiening van deze nota oen
vaste basis verkregen voor de Fransch-Duit-
sche onderhandelingen. Uit den aard der zaak
zal daarop moeten volgen eene Duitsche
tegen-nota. waaruit men duidelijk zal kun
nen opmaken wat de Duitsche regeering wil
en welk doel zij nastreeft. Wanneer de be
doeling bestaat om tot elkaar te komen, dan
moet dat bevorderd worden doordat men pre
cies weet wat men aan elkaar heeft en wat
over en weer wordt verlangd.
Met het oog daarop wordt aan de Daily
News bericht, dat in het paleis Bourbon de
algemeen© indruk bestaat, dat de onderhan
delingen over Marokko bevredigend -vooruit
gaan. Buiten de kringen der afgevaardigden
schijnt men daarover andere te denken. Op
de Parijsche beurs is de koers van de Frau-
sche rente teruggeloopen op grond- van vrees
voor buitenlandsche moeielijkheden. De re
geering hoeft het noodig geacht daartegen
te reageeronhet bew j,s daarvan levert eene
nota van Ha va-?, die reeds onder de telegram
men is vermeld, maar die men beter doet in
haar geheel te lezen. Zij luidt
„Le daling van een aantal papieren aan
flc beurs heeft in het paleis Bourbon ver
ba» ng gewekt, waar men zich afvroeg of zii
ni t door den buitenlandsohen toestand ge
motiveerd was. Met het oog hierop werd de
minister-president Rouvier in <le wandelgan
gen van de Kamer dooi- afgevaardigden on
dervraagd. De heer Rouvier verklaarde daar
op, dat de in omloop gebrachte pessimisti
sche geruchten geheel ongegrond warende
onderhandelingen tussöhen Frankrijk en
Duitschland namen den normalen loop."
De vrees voor buitenlandsche verwikkelin
gen is "dus, naar het oordeel van het hoofd
der regeering, ongegrond. Wanneer men ging
onderzoeken, w'e die vrees propageeren, dan
zou men waarschijnlijk terecht komen bij
kringen, die niet afkeerig zijn van binnen-
laiid&che verwikkeligen. Eene vingerwijzing
in richting geeft eene politieke rede,
die de outd-miirster van marine Eduard
Lockrov te Bordeaux heeft gehouden. Hij
aeide daarin „Wij moeten ons land van de
angst genezen, van de gewoonte overal ge
varen te zien. Op dit oogenblik is Frankrijk
in een moeielijken toestand, maar men be
hoeft daarom de zaken niet te overdrijven.
Hoe is deze toestand kunnen ontstaan? Hoe
het gebeurd, dat wij ons plotseling tegen
over Duitsche eischen bevinden? Dat komt
omdat wij eene regeeiring gehad hebben, die
van den heer Combes, die zich om de bui
tenlandsche politiek niet bekommerde. Zij
hield z'ek alleen met de monniken bezig.
Dat nam 'haar geheel in beslag. In de tegen
woordige tweespalt met D'uitsdhland is Ma
rokko slechts een voorwendsel geweest. De
achtergrond is veel ernstiger. Duitschland
voorziet sedert lang eene botsing met Enge
land. Het zegt tot zich zelf, dat het dan in
rlaats van één vijand twee zal hebben. Der
halve wendt het zich tot ons: „Wees met
ons of met Engeland." Onder deze omstan
digheden had Frankrijk de rol van de groote
kokette moeten spelen; het had aan de beide
hofmakers beloften moeten doen, maar zich
aan geen van beiden moeten overgeven. Maar
de regeering van den 'heer Combes, die de
oogen op een enkel doel had gericht, heeft
het onweer niet gezien, dat zich aan de
grens samentrok."
De heer Lockroy is een van de ontevre
den radicalen, wier hoofd de tegenwoordige
voorzitter van de Kamer Doumer is. In zijne
rede slaat hij den toon aan, die hem bet
best za' kunnen dienen om zich bij de massa
aan te bevelen als toeikomstig bewindsman.
Hii wakkert de ontevredenheid aan, om die
af te leiden op het hoofd van Combes en
zijn beleid. Wanneer heden Duitschland
dreigt dan is het omdat Combes kloosters
heeft geslotenwanneer Frankrijk in Ma
rokko eene politieke nederlaag lijdt, dan is
de verdrijving van de monniken en de po
litick in 'liet leger daarvan de schuld. De
ontevreden radicalen vereenigen zich met de
nationalisten, om het buitenlandsche gevaar
als wapen te gebruiken in de hoop, dat dit
in den binnenlaudschen strijd hun tot voor
deel zal kunnen strekken.
Frankrijk en Ouitachland.
Parijs23 Juni. De Temps zegt, dat de
nota van minister Rouvier aan prins Rode
lt niet bevat eene opsomming van voor
waarden re wil alleen de vergissingen uit
den weg ruimen, die de grondslag waren van
de eerste bezwaren van Duitschlandzij is
niet imperatief gesteld en evenmin ontwij
kend.
Wat de conferentie betreft, stelt de nota
vast, dat Frankrijk die niet in beginsel ver
werpt, maar zij geeft te kennen, dat het,
om de stemming tot rust te brengen, nuttig
is, dat vooraf van gedachten wordt gewisseld.
Eindelijk is de nota, als éene schriftelijke
uitwerking van onze denkbeelden, bindend
voor ons. Zij wijst niet in beginsel eene con
ferentie af, die Berlijn als een© noodzakelijke
oplossing beschouwt, en bewijst de eerlijkheid
van de Franeche politiek in Marokko, den
eerbied voor de rechten van de andere sta
ten en toont voorts aan, dat het mogelijk zal
zijn onze belangen in Marokko te verzoenen
met die van Duitschland.
Uit Berlijn wordt aan de Fraukf. Ztg. be
richt, dat de onderhandelingen met Rouvier
over de Marokko-kwestie nog eenigeu tijd
zullen vorderen, in ieder geval meer tijd dan
menigeen geloofd heeft toen de principieele
geneigdheid van Frankrijk om op het. con-
ferentievooretel in te gaan, bekend werd.
De nota, die het Fransche standpunt in
houdt, biedt geen voldoende grondslag om
tot overeenstemming te komen. De voorrech
ten waarop Frankrijk volgens deze nota in
Marokko voor zich aanspraak maakt, zullen
niet allen door Duitschland erkend worden,
en op grond van de houding van den sultan
moet men aannemen, dat hij ze ook niet
alle erkent. Dat sluit echter niet uit, dat
men in den verderen loop der onderhande
lingen het eens zal kunnen worden.
Italië.
Be Echo de Paris verneemt uit Rome dat
do Paus tijdelijk uit het Vatikaan zou gaan
naar Cast-el Gandolfo, daar de doktere hem
verandering van luaht hebben aanbevolen.
Spanje.
Madrid, 23 Juni. De Koning bekrachtig
de de reeds opgegeven lijst van nieuwe mi
nisters met Roman als minister van buiten
landsche zaken.
Omtrent de voornemens van liet liberale
kabinet, dat als opvolger fan Villaverde het
bewind heeft aanvaard, wordt bericht, dat
de cortes niet weer bijeen zullen komen,
maar spoedig ontbonden zullen worden. De
verkiezingen voor de nieuwe cortes zullen in
September gehouden worden en de nieqwe
vertegenwoordiging zal in October bijeenge
roepen worden, opdat nadat zij is geconsti
tueerd en de troonrede is beantwoord, de
machtiging verkregen zal kunnen worden
om de loopende begrooting te verleugen ge
durende de drie eerste maanden van 1906.
De Madridsche bladen wijzen allen op de
groote bezwaren, die de liberalen zullen heb
ben te overwinnen, eu spreken de hoop uit,
dat de samenwerking tusschen de verschil
lende groepen van liberalen van duur moge
zijn.
Oostenrijk.
Minister-president Gautsch heeft in den
rijksraad eene verklaring afgelegd omtrent
de aan de orde zijnde politieke strijdvragen.
Hij begon met te constateeren, dat de regee
riug nog steeds staat op het standpunt van
het vergelijk van 1867 en tegenover Hon
garije met den meesten nadruk voor de be
langen van Oostenrijk zal weiten op te ko
men- Hij verklaarde dat het volstrekt onmo
gelijk is, dat zich in deze zaak een incident
kan voordoen, waarop Oostenrijk niet voor
bereid is. De regeeriug rekent op de mede
werking van het parlement en de pers in
deze zaken.
Overgaande tot den toestand in Bohemen,
wijst minister Gautsch op het gebrek aan
Duitsche ambtenareu en legt hij er den na
druk op, dat de regeering zich laat leiden
doQr de overweging, dat een blijvende rege
ling van de taalquaeatie slechts langs den
wetgevenden weg te verkrijgen is. Als hij
den tijd daartoe gekomen acht, zal hij eerst
voor Bohemen on dan voor Moravië voorstel
len indienen tot regeling van do taalquacstie,
voorstellen, dlie gebaseerd zullen zijn op
rechtsgelijkheid en die ook aan do Czechische
ambtstaai de noodige aandacht zullen wijden.
In zake do universiteits-quaestie zegt de
minister, dat hij in het najaar een crediet
van 25 millioen kronen zal aanvragen ter
regeling van deze zaak. De regeering is vast
besloten nog in dit zittingsjaar ontwerpen
in te dienen over de inrichting van eene
Duitsche en eene Czochische universiteit. Zij
hoopt dat bij toenemende eensgezindheid
tusschen beide volke» men tot overeenstem
ming zal kunnen geraken over de plaats
van vestigingmocht dit echter niet het ge
val zijn, dan zal de regeering zelf voorstel
len doen, maar daarbij zorg dragen, dat de
hoogescholen niet worden misbruikt om de
onecnigbeid tusschen de volken aan te wak
keren.
Rusland.
Grootvorst Nicolaas Nicolajcwitsch, de in
specteur-generaal van de cavallerie, is tot
voorzitter van den raad voor de landsverde
diging benoemd. Hij blijft gehandhaafd in
zijne functie van adjudant-generaal van den
Keizer.
Generaal prins Lode wijk Napoleon Bona
parte is door de Russische regeering naar
Eriv.an gezonden, om den opstand in den
Kaukasus te dempen.
Petersburg, 23 Juni. De censuur heeft de
bladen verboden verder de rede van den Kei
zer aan de deputatie van zemstwo's te bespre
ken. Als reden wordt aangevoerd, dat som
mige bladen, ofschoon rij n;et de geringste
aanwijzing bevatten van de mogelijkheid
eener wijziging van de fundamenteele staats
wetten, toch in dien zin hebben uitgelegd,
dat het bijeenroepen van eene volksvertegen
woordiging op de im de constituitioneele staten
van West-Europa bestaande grondslagen voor
de deur zou staan.
De berichten uit Twes en Moskou gewa
gen van den blijden indruk, dien de woorden
:yan den Czaar aan de deputatie van de
eemstwo's hebben gemaakt. Vertegenwoor
digers van de organen van zelfbestuur zul
len zoo spoedig mogelijk' weer te Moskou
bijeenkomen. Een buxgemeesterscongres zal
den 28en Juni plaats hebbenden len
Juli za1 er eene vergadering van vertegen-
wooroigers van zemstwo's gehouden worden
en den 3en Juli een oongres van adelsmaar-
schaiken.
De beraadslagingen van de Moskousche
duma over de grondslagen Van de regeling
der volksvertegenwoordiging zullen, op be
vel van den prefect, met gesloten deuren
moeten plaats hebben.
Uit Warschau bericht de Vossische Ztg.,
dat de strijd tegen de politie voortduurt.
Er verloopt bijna geen dag, waarop niet
politie-beaimbten gedood of gewond worden.
Twee oeer recente gevallen noemt de cor
respondent daarvan op; in beide gevallen,
waarin de menschen werden gedood, zijn
de daders ontkomen.
In eene aanschrijving van den gouver
neur-generaal worden <!e staatsambtenaren
uitgei.oodigd „voor het geval dat de staat
*van beleg wordt uitgesproken over liet
district Warschau en zij de leden van 'hun
gezin vrouwen en kinderen zoolang
de staat van beleg duurt, uit. Warschau
mochten willen verwijderen, tijdig opgave
te doen van het aantal daarvoor benoodigde
spoorwegbiljetten in de kanselarij van den
gouverneur-generaal. Deae biljetten zullen
hun dan kosteloos worden verstrekt voor
alle Russisdho spoorwegen, uitgeconderd de
Warschau-Weener spoorweg.
Lodz, 23 Juni. Het kwam bier lieden tor
straatgevechten; er werien barrikaden opg
richt, die door de troepen stormenderliau.l
werden genomen50 personen werden gi
dood, 200 gewond. Er heersoht eene alge
meene werkstaking. De stad zal m staat va.i
beleg worden verklaard.
Marokko.
Fez, 2Jf Juni. De vergadering van den
raad van notabelen heeft gisteren goedge
keurd het voorstel van den 9u!tau van Ma
rokko tot het bouwen van een haven en een
telegraafstation, bij den post Boysaida, dicht
bi; de ALgarijnsche grens. Het werk zal, ten
büliueve van do Marokkaansche regeeriug
uitgevoerd worden door een Duitsöhe firma.
Canada.
Londen, 24 Juni. Dj Times bericht, dat
de regeering te Ottawa een contract gedu
rende tien jaren heeft aangegaan met dv
North Atlantic Trading Company te Am
sterdam, ten behoeve van een landverhui
zingswerk op groote schaal uit Nederland.
Denemarken, Zweden, Rusland, Finland,
Duitschland, Oostenrijk, Hongarije, Luxem
burg eu Zwitserland. De regeeriug zal aan
de maatschappij eene premie van een ponu
sterling betalen voor iedere man, vrouw en
kind van den landbouwendenstand, en ieder-
dienstliode boven 18 jaar, komende van d<
genoemde landen.
Venezuela.
Washington, 23 Juni. Er is officieel be
richt ontvangen, dat president Castro bij be
sluit van 22 Mei een l>elastingkantoor heefi
gevestigd te Carenoio, 75 mijlen noord-ooste
lijk van La Guayra. Dit verwekt groote be
langstelling met het oog op het feit, dat
daardoor de opbrengst van de belastingen te
La Guayra, die verbonden is voor de beta
ling van de natiën, welke schuldei3chere zijn
van Venezuela, zal verminderen. Er zijn nog
zeven andere nieuwe belastingkantoren te
Venezuela gevestigd binnen enkele maanden
De oorlog in Oost-Azië.
Van den oorlog zijn de volgende berichten
De correspondent van de Daily Telegraph
In het Japansehe hoofdkwartier seint van
den 20en JuniHet tijdstip voor een groolen
veldslag is gekomen. De pogingen van, de Rus
sen nm liet Ja panische leger te splitsen en d«-
offensieve bewegingen van de Japanners heb
ben niet den minsten invloed uitgeoefend op
het operatieplan van Oyama, Hot Japansche
front hield den 16en Juni de gewichtigste
stellingen bezet, die noodig zijn voor het sla
gen van een algemeenen veldslag. De Russen
zijn na een eendaagsohcii strijd in een bekia-
5 KOIUN VAX
ANNA WAHLKNBKRG.
„Het erge van de zaak was dat ik... dat ik
hem lief had
Die bekentenis werd' gedaan, met eene zoo
diepe, hopelooze droefheid, dat Ruth, die
anders niet licht ontroerd werd, behoefte ga-
voelde dit. arme verlaten schepseltje te troos
ten en te helpen. Daar zij niet gewoon was
teerhartig te zijn, was zij eenigszins met haar
figuur verlegen. Zachtkens legde zij haar
arm om de schouders der andere en fluister
de nog eens: „Arm stakkertje!"
Maar Ada scheen hiervan niets te merken,
zoo vervuld was zij vaiT haar eigen gedach
ten q
„Ik kon het niet helpen," vervolgde zij,
nog altijd voor rich uitstarende. „Hij was
zoo, dat men wel veel van hem moest hou
den. Kent. u hem nietf"
„Jawel. Wij hebben elkander een paar
keeren ontmoet."
„O dan zult u mij begrijpenIs hij
niet. anders dan allen in zijne omgeving?
Kan men hot hem niet. op den eersten blik
aanzien dat hij goed en groot is? Ik weet
liet maar al te goed, dat ik niet waard beu
door hein in godachteii to worden gehouden.
Eu toch.. Ik kon niet anders zijn... Ik was
zoo blijde als ik zi:tn stem maar hoorde. Als
hij de kamer fn kwam, werd die in mijne
oogen lichter. En als hij weg was, kwamen
ai zijne woorden mij weder voor den geest
eu spraken tot mij. Ik leefde als in een
droom."
Ruth wist niet wat zij hier op zeggen kon,
maar er werd blijkbaar geen instemmend
woord verwacht. Bij zich zelf herhaalde
Ruth die vragen. Was hij werkelijk zulk een
buitengewoon man, hij, dien Ada zoo vurig
beminde? Op haar had hij weinig indruk ge
maakt. In hare oogen was hij een aangenaam
jongmensch met een knap uiterlijk; een aar
dige prater meer niet. Had die kleine
beter gezien? Of was het hare liefde die hem
zoo belangrijk eu schoon deed worden? Maar
deze wierp ook een edeler glans cip haar ge
laat. Wat was het lief, op deze wijze onbaat
zuchtig te beminnen zon dei" hoop, zonder
aan toekomst of geluk te denkenKon er
wel eeno reinere, edeler liefde bestaan
Ruth's hart werd innig bewogen. Zij stond
nu tegenover iets plechtigs en geheimzinnigs,
van welks aanwezigheid in het menschelijk
gemoed zij wel een vermoeden had gekoes
terd maar nimmer had zij dit vau zoo na-
biji leeren kennen. Het was dan ook met een
eerbiedige bewondering, dat haar blik geves
tigd werd op het donkere hoofd, met. die
groote. door tranen schitterende oogen, <jie
onafgewend in de verte staarden, als zoekend
naar een onbekend geluk.
„Maar het moet wel een misdaad geweest
zijn, van iemand zoo heel veel te houden."
Hare lippen bewogen zich bijna niet, tnaar
iiare oogen waren des te welsprekender.
„Neen, o neenfluisterde Ruth„dat. is
heb zeker niet 1"
„Voor mij toch wel. Zij hebben het ge
zien ik weet dat ik het niet verbergen kon,
en daarom moet ik weg. Het is zijn schuld
niet. Hij heeft nooit- iets gezegd of gedaan.
Hij denkt natuurlijk nooit aan mij. Maar ik
moet altijd, altijd aan hem- denken; en dat
zal ik ook altijd bljjven doen, mijn leven
lang."
Zij zweeg. Wat- kon Ruth hierop zeggen?
Zijl had nog nooit- zulk een bekentenis ge
hoord en zelf ook nimmer haar vertrouwen
zoo volkomen aan iemand geschonken. Toch
sloot haar arm zich onwillekeurig vaster om
de schouders van het jonge meisje Zij moest
hieruit verstaan hoe Ruth met en voor haar
gevoelde, al kon zij dit niet mot woorden
uitspreken.
„Hoe is uw naam?" vroeg zij ten laatste.
De donkere oogen zagen haar verbaasd
aan. Die vraag kwam zoo onverwacht en
paste volstrekt niet hij het zoo even bespro
ken onderwerp. En rij wist immers
„Uw doopnaam," voegde Ruth er bij.
„Ada."
„En ik heet Ruth. Zouden wij elkaar maar
niet bij' den naam noemen?"
De kleine zag haar even zwijgend' aan.
Toen trok rij de hand die Rutin haar toege
stoken had, nader, en drukte die afwisselend
tegen hare wang en tegen hare lippen.
„Hoe lief van u," fluisterde rij. „Toe, zeg
het hardop, zoodat ik het hooren kan. Het
is zeer, zeer lang geleden, dat iemand mij
bij mijn naam heeft- genoemd."
„Ada! Lieve Ada!"
„RuthWelk een prachtige naamZoo
echt, echt mooiNog eens drukte zij een
kus op de hand van Ruth en toen vlijde zij
zich heel dicht tegen haar aan, alsof zij het.
w'lde voelen hoe heerlijk het was, te worden
omhelsd.
Ruth had dezelfde gewaarwording van
toen zij nog een kind was en een klein, door
de koude verstijfd, vogeltje tusschen hare
handen gehouden had, in de hoop het beest
je te verwarmen.
HOOFDSTUK H.
Hoe langzaam gingen die morgenuren om
Ada had zooals gewoolijk. in de huishou
ding geholpen en ook nog het. een en ander
daarboven. Zij had de verschillende brood
bakjes voorzien, vleeschballetjes gemaakt en
het roostertje nog, eens extra geschuurd voor
het ontbijt. Maar anders was de tijd niet om
te krijgen. Nadat zij in den tuin frissche
bloemen geplukt en deze in de verschillende
vazen geschikt had, was het eindelijk negen
uur geworden. Nu zou er ontbeten worden
en nu zou haar nieuw vriendinnetje binnen
komen. Telkens als zij wakker werd, had rij
vannacht aan haar moeten denken.
Hoe zou Ruth nu tegen haar zijn? Zou zij
haar in het bijzijn der anderen erkennen?
De twijfel hieromtrent had de morgenuren
voor Ada zoo akelig lang gemaakt. Zou rij
heusch hare vriendin willen zijn tegenover
de geüeele wereld? Of zou zij alleen haar
vriendin zijjn als zij elkaar in de gang tegen
kwamen of geheel achter in den tuin? Het
zou toch zoo heel vreemd niet zijn als Ruth
zich terughield en haar niet als gelijke be
jegende,» wanneer die andoren er bij waren,
die haar nu reeds een langon tijd in huis
hadden gehad en die toch geen anderen toon
tegen haar voerden dan dien tegen eene
loontrekkende, reeds uit hare betrekking
ontslagen vreemde, tegenover wie van een
meer vertrouwelijk en omgaug nooit sprake
zou kunnen zijn
Telkens als zij moon de een geluid te hoo-
reu zag rij om. Maar de verwachte vierd.
persoon aan de ontbijttafel liet nog op zich
wachten, hoewel de beide oude dames al
sedert een poos binnen ware-n. Zijl hadden
haar borduurwerk opgenomen en praatten
over dit en dat. daarbij ook gedurig naar de
deur zieude. Zij konden ook niet begrijpen
waarom Ruth nog niet kwam. Ten laatsti
vatte iemand de knop van do deur en het
niohtje kwam binnen, blozend en mooi, en
in de hand hield rij een brief dien zij na da
eerste morgengroeten tusschen dc tantes
legde, met verzoek dien voor haar naar do
bus te willen laten brengen. „Ik heb naai
vader geschreven," zeide zij. O, neem u t
niet kwalijk, ik vrees dat ik u heb laten
wachten."
Nog had ziji de juffrouw geen goeden, mei
gen gcwenscht, maar thans ging zij naar
haar toe, en de kleine bogon te beven en
zag niet op van haar werk om brood te snij
den, toen zij haar vriendin hoorde kome.i-
Goeden morgen, Ada!" zeide een helder.-,
vriendelijke stem vlak bij haar, en toen zij
opzag ontmoette zij een paar vroolijike oogen
en eene warme hand, die de hare drukt
„Ben je niet moe van gisteravond Wij hel)
ben eigenlijk veel te laat buiten gezeten.
Zij had haar Ada genoemd', zoo dat de andf
ren liet haddeut kunnen hoorenZij had ook
een^ toespeling gemaakt op gisterenavond
Wat Ada tot antwoord prevelde wist rij z< I -
niet. Zij was gelukkig en. trotsch, en togelijl
zag zij met een angstig onderzoe-kendlen bl i
naar de oude dames. Hoe zouden deze d
vrieudschappelijken t£n opnemen?
Wordt vervolgd